Jeugdbende: kraamkamer van misdaad O Zeehengelen sport van morgen Een eU na-aper Meer aandacht Inspecteur van politie drs. N. van Heiten heeft een onderzoek gedaan naar de bende-criminaliteit onder de Nederlandse jeugd» Die criminaliteit neemt toe. Het generatie-conflict, het gebrek aan communicatie en de problemen van werkgelegenheid, spelen daarin een grotere rol dan de verveling, ook al dénkt iedereen dit laatste. Weer opnieuw mm as:5 Toekomst Ziekenboeg Troost door PIM GAANDERSE "De gevangenis moge dan de hogeschool van de mis daad zijn en het huis van bewaring een uitstekende leerschool, de 'jeugdben de' lijkt mij een ideale kraamkamer, misschien zelfs een couveuse, voor de criminele carrière". Aldus drs. N.H.E. van Hei ten (29), inspecteur van politie, die bij de directie Openbare Orde en Veilig heid van het ministerie van Binnenlandse Zaken verbonden is aan het bu reau onderwijsbeleid. Hij heeft een beperkt onder zoek gedaan naar de ben- decriminaliteit onder de Nederlandse jeugd. Een „verkenning", waar hij slechts 'voorzichtige' con clusies aan wil verbieden, maar die er naar zijn oor deel wel op wijst dat er snel goed gefundeerde, we tenschappelijke navorsingen moeten worden gedaan om te voorkomen dat er zich een stormachtige uitbreiding van de jeugdcriminaliteit in ben- devorm gaat manifesteren. „De hausse in bankover vallen hebben we al overge nomen vein landen als de Verenigde Staten, Duitsland, Frankrijk en Engeland. We moeten er voor zorgen dat we met de jeugdbenden niet dezelfde weg op gaan", al dus drs. Van Heiten. Een vergelijking van de jeugdcri minaliteit in ons land met die van andere landen wet tigt, aldus de jonge inspec teur, de conclusie dat er een reële kans bestaat op een toe name. „Er is reeds een gro tere neiging tot misdadig ge drag in bendevorm te be speuren". „Nog niet zo lang geleden betekende 't woord jeugdcri minaliteit voor de meesten zoveel als baldadigheid", zegt de heer Van Heiten. Maar bij de jeugdgangs gaat het om zaken als vandalis me, vernieling, diefstal, in braak, zedendelicten en ge weldpleging. „Uit oogpunt van preven tie lijkt het mij uitermate aam te bevelen de verdere ontwikkeling van de leden van de jeugdbenden, die we gens crimineel gedrag met de politie in aanraking ko men, zo nauwlettend moge lijk te volgen. Er moet meer aandacht dan gewoonlijk wor den besteed aan wangedrag of kleine delicten, die deze jongeren plegen. Het is van evident belang dat de 'zwa re jongens en lichte meisjes' tussen 16 en 25 jaar gevolgd worden in hun (onlmaat- schappelijke carrière" stelt inspecteur Van Heiten. Hij is overigens niet erg te vreden over het woord .ben de', waaraan verschillende gevoelswaarden worden ge hecht. Een andere benaming heeft hij er echter niet voor kunnen vinden. De heer Van Heiten, die na zijn opleiding bij de Rot terdamse politie terecht kwam, heeft de gedragingen van drie Rotterdamse jeugd benden als uitgangspunt van zijn verkenning genomen. De eerste bende, de „Streetboys", is een groep die in 1967 in handen van de politie kwam. Een bende van acht jongens van 13 tot 16 jaar, die zich voornamelijk inlieten met diefstallen en in braken in warenhuizen, ge parkeerde auto's, automaten, tassen, enz. De tweede, de „Artistieke- limgem", kwam in '65 in aan raking met de politie. Deze bende telde liefst 51 jongens en meisjes (met nog eens een legertje van tientallen meelopers) en beschikte over een wat gevarieerder activi teitenpatroon. „Enrezijds ver. richtten ze vaak vrij grondi ge verkenningen op het ge bied van Bacchus en Venus en anderzijds maakten zij de binnenstad onveilig met stoeipartijtjes en-ptrooptoch- ten, die soms in roofpartijen ontaardden", aldus drs. Van Heiten. De derde groep, de „La- diesgang", tenslotte bestond uit 28 man (en vrouw) en is al tien jaar geleden opge rold. Ook zij vermaakten zich met 'bedfeesten' (één bende lid kon 20 namen van meis jes opgeven, waarmee hij de laatste tijd naar bed was ge weest) en inbraak, diefstal en ,pootjepesten' (lastig val len van homofielen). Bij het nagaan van de ver dere gedragingen van deze bendeleden, ontdekte drs. Van Heiten dat een groot aantal bendeleden zich na het oprollen van de gangs weer crimineel was gaan ge dragen. Van de veroordeelde Streetboys bleek ruim een derde deel (37,5 pet.) binnen twee jaar opnieuw op het pad der misdaad; van de Artistiekelingen in vier jaar bijna een derde deel (31 pet.) en van de Ladiesgang zelfs bijna de helft (46 pot.), maar dat in een periode van negen jaar. Verschillende kwamen wegens bezit van drugs weer in moeilijkheden. Veel van de weer .gepak te' oudbendeleden komen uit het arbeidersmilieu, zo blijkt uit de statistieken. Volgens inspecteur Van Heiten wil dat niet zeggen dat de criminali teit alleen onder deze groep jeugdigen is te vinden. Jon geren uit maatschappelijk ho gere klassen weten zich beter buiten schot te houden en heb ben meer mogelijkheden om zich positief te vermaken in hun vrije tijd. Over de La diesgang en de Streetboys spreekt hij van Schoolvoor beelden van een aantal jon gens uit de buurt die sociaal en cultureel veel gemeen heb ben en met elkaar op roof uit gaan". Hoe zijn de structuren va# groepen jongeren die zich van bestaande normen niets aantrekken? .Dikwijls Kijken wij tegen een facade aan, vaak is er eerder sprake van een kuddegedrag (men zoekt eikaars 'warmte'), van pseu- doagressiviteit dan van echte gewelddadigheid". Over het algemeen genomen lijkt het dus niet tegen te vallen doch inspecteur Van Heiten stelt: "Bijna elk Conflict bergt het risico van escalatie in zich. Het kan de betrokkenen bo ven het hoofd groeien en dat kan weer leiden tot een pa niekerige en krampachtige benadering, die de toestand alleen maar verergert". "Maar of we zonder meer mogen aannemen dat 't zo'n vaart niet zal lopen? In de grote steden kennen wij wel degelijk de criminaliteit van groepen jeugdigen. Het lijkt mij zaak de vinger aan de pols te houden". Als oorzaken van de toene mende criminaliteit onder de jeugd noemt hij o.m. het ge neratieconflict, gebrek aan communicatie, de proplemen van werkgelegenheid, van on derwijs en van vrijetijdsbe steding. "Velen zien het als een facet van het probleem verveling, maar dat is te eng gedacht," zegt drs. Van Hei ten. "Prepareert de school zich op de vervelingsmaatschap pij? Meer en meer verliezen gevestigde opleidingspro gramma's hun functie. Wor den niet veel kinderen nog voorbereid op een maat schappelijke rol, die zij nooit zullen spelen?" "In het bijzonder in de ste den zijn er te weinig uitings mogelijkheden voor de op groeiende jeugd. Ook in ons land beschouwt men de jeugdbende vaak als een sub cultuur die een irreële be schutting vormt.voor labiele leeftijdsgenoten op de vlucht voor nu. Het is echter de vraag of in de meeste geval len niet juist de meest reële oplossing is gekozen ter ver vulling van de wens ergens bij te horen'?" aldus inspec teur Van Helten. "Opmerke lijk is in dit verband dat de jongeren in vele gevallen geen motief voor hun diefstallen of dergelijke heb ben, dat als verontschuldi ging voor hun daad zou kun nen gelden." Volgens drs. Van Helten zal het noodzakelijk worden een speciale jeugdpolitie te formeren, wil men het bars ten van de jeugdbendenbom voorkomen. "Jeugdpolitie, niets volgens de geijkte pa tronen ontworpen maar toe gespitst op de jeugd van nu". Hij pleit voor de vorming van zogenaamde .adolescen tenteams' waarin kinder-, ze denpolitie en recherche samenwerken. "In die teams moeten werkelijke specialis ten zitten, die vertrouwd zijn met de jeugdproblematiek van nu! De politie is tot op heden alleen maar als lap middel gebruikt. Ze kwam vaak als mosterd na de maal tijd met alle nadelen van dien!" De politie moet zich, aldius de poliitie-inspecteur, niiet al léén op het probleem wer pen. Zijn betoog lijkt veel op dat van een sociaal werker en daarom wellicht trekt hij de politie wat aan de uni formjas: "Ze moet als ver binding fungeren tussen het probleem en de diverse in stellingen die daarbij kunnen helpen", zegt hij. En tenslotte: "In haar con tacten met de jeugd zal de politie niet moeten streven naar populariteit. Er is een positievere reputatie denk. baar; die van een overtui gende persoonlijkheid, warme belangstelling, gevoel voor humor en een duidelijke en consequente wijze van optre den". Gezellig samen in bad en dan de baas 'n beurt geven. 0 Schoon heidsverzor ging doet Tascha zelf. Hier is zij bezig met haar nagels Het „diner" bevat een heerlijk eitje, dat Tascha 's middags samen met haar „vader en moeder" nuttigt. Foto's: Louis Drent jr. VER na-apen gesproken: Wim Eike lenkamp, ei genaar van de Amster damse broodjes zaak in De venter, weet daarvan mee te praten. Sinds meer dan één jaar bezit hij Tascha, een chimpanseevrouwtje, oud 3,5 jaar, die wanneer men haar iets voordoet, dat on middellijk nadoet en het ook blijft doen. Wanneer men bij Wim Eikelenkamp te gast is, moet men dan ook niet vreemd opkijken, wanneer Tascha op 'n gegeven moment het vertrek verlaat, de wc opgaat, de deur netjes dicht doet, en bij het verlaten van het toilet netjes doortrekt. Volgens haar baas veegt ze ook keurig haar kontje af. "Ik heb haar nooit aan een riem", vertelt Wim Eikelen kamp. "Ze is zo vrij als een vogeltje. Ze kan al fietsen en ik ben nu bezig haar te le ren rolschaatsen. Ze komt ook hij me in bad zitten". Enfin, hoeveel ze kan, tonen bijgaande io's wel aan. Een bijzondere aap, maar daar staat de chimpansee ook be kend om. is? door HANS VAN BOVENE De zee is elke dag anders zegt men. De ene keer is zij vriendelijk, aanlokke lijk, stil, vreedzaam; een andere keer is ze rumoe rig, wispelturig, speels, of woest. Gewoon heel woest. Wanneer je langs het strand loopt, merk je het alleen maar aan de tem peratuur. Maar op een boot, midden op de Noord zee, ervaar je het allemaal veel beter. Niet aan den lijve, maar in den lijve. Midden op het dek, kun je je aan een stang vasthouden, een beetje beschut voor de wind en de striemende re gen die ook op een julidag herfstneigingen kan verto nen. Je voelt de toch niet zo kleine schuit op en neer dan sen op de golven, waarvan sommige witte kopjes hebben van schuim. De druk op de ene voet is dan groot, dan wordt hij gewoon opgetild en voel je die druk op het ande re been. In de maag zit het niet lekker, maar je wilt je groot houden, je lacht bleek jes, leunt wat achterover te gen zo'n koker, en kijkt naar de grauwe donkere luchten. Die zie je op en neer zwe ven, naar je toe en van je af; en je blik richt zich weer snel op de golven want dan zie je tenminste een grote golf aankomen en weet je dat je even de benen op moet til len wanneer het water toch nog over het dek stroomt. Zo kun je uren staan te schommelen, terwijl het wit om je neus blijft, de maag niks lekker zit. Dan wordt het koud en denk je: ik zal er nu wel overheen zijn. Je ziet anderen, in gele regenpakken aan, langs de reling met zee- hengels makreel op makreel binnenhalen; en je denkt: waarom zij wel en ik niet? Langs de reling, je regelma tig vasthoudend om niet over het dek geslingerd te worden, loop je naar een verdieping hoger en klimt de bar bin nen. In het midden van de bar ga je zitten. Door de deur zie je weer de luchten en bij de volgende schommeling al leen het water van de zee. Dan weer de lucht, dan weer de zee. "Dat is mannenwerk hè!" zegt eer van de beman ningsleden. Een hengelaar, die ook even binnenkomt, neemt een borrel. De jeneverlucht, die je anders kunt waarderen, doet je maag bijna op de kop staan. Je voelt je koud, warm, zwe terig, ellendig. En je vlucht naar buiten, terug naar dat plaatsje midden op dek, be schut voor de striemende re gen. Maar voor het zover is, kolk je alles uit wat er in je maag zat, in het water van de Noordzee. Weer een stukje bijgedragen aan de verdere verontreiniging, denk je bit ter. En opnieuw komt er een golf uit je teel. Niemand let op je, en dat is een troost. Er is eigenlijk maar één wens: ergens onder de dekens liggen, lekker warm, in een zacht bed, en slapen, slapen en nog eens slapen. Maar wanneer opnieuw een grote golf het waiter over je schoenen doet stromen, vlucht je terug naar het mid den van het dek, naar dat beschutte plaatsje. De maag is leeg, dat is in ieder geval een opluchting. Je voelt je nog ellendig, maar je han den omklemmen de koude ij zeren stangen, je verbijt die ellende en je vloekt in stil te. Zo gaat het beter. Dit was dan de kennismaking met de Noordzee, een kennis making die je je heel anders had voorgesteld. De makre len vliegen over het dek, bij wijze van spreken. Je krijgt weer oog voor mooie vangs ten, drie tegelijk aan een pa ter noster en je hebt bewon dering voor de vent, die alle schommelingen van de boot ten spijt, rustig zo'n makreel- tje in mootjes snijdt en dank zij die mootjes tientallen an dere makrelen uit het water vist. In zeehengelen zit een gou den toekomst. Niet voor de hengelaars, want die willen alleen een fijn avontuur, een goede vangst en een heerlijke dag uit, midden op zee, in de zon of stromende regen, dat kan niet verdomme. Maar die gouden toekomst zit er meer voor degenen die een zeewaardige boot bezit ten en hengelaars de moge lijkheid bieden, om op zee te gaan vissen. Het zijn er ve len die dat de laatste jaren inmiddels doen, maar er zijn er niet zo heel veel, die dat inderdaad op een verantwoor de wijze doen. Reden waarom de scheepvaartinspectie steeds hogere eisen gaat stel len. De Holland Sea Fishing Tours aan de St.-Jofcsweg 58 in Rotterdam heeft enige tijd geleden de PTT-kabellegger "Poolster" gekocht en' het schip omgebouwd tot een re creatieschip, 47 meter lang, 7 m. breed, bruto 265 ton, met aan boord bar, mess- room, centrale verwarming, douches, toiletten, telefoon, keuken etc., elektrische ap paratuur voor het opsporen van scholen vissen (vangsten worden dan ook gegaran deerd), terwijl er tevens de mogelijkheid is voor radio grafisch contact met de vis serij in IJmuiden en Scheve- ningen zodat men weet waar ongeveer makreel, kabel jauw, tong, bot, paling, zee baars en mogelijk zelfs grondhaai te vinden is. De naam Poolster wijzigde men in Zeester, en vanaf de Maasboulevard in Vlaardin- gen worden nu dagelijks dag trips naar de Noordzee on dernomen (vertrek 8 uur, te rugkomst 18 uur.) De Scheep- vaartinsp. kon niet anders stellen dan dat het schip aan de hoogste eisen voldoet, re den waarom ook de KLM meewerkt aan dit project. Voor het volgende toe ristische seizoen wordt pro paganda genaakt met be hulp wn de KLM, Swiss Air, Holland Amerika Lijn e.a. in Zwitserland, Engeland, Duits land, België en Amerika. De kosten zijn redelijk, 40,- per persoon, met inbegrip van 2 koppen koffie en een warme lunch (waarbij men zoveel mag eten als men wil). Er is van alles aan boord; ie mand die niet vist maar al leen de Noordzee op wil kan daarom ook aan zijn trekken komen. Wanneer de maag zich weer enigszins herstelt- vooral wanneer je hoort dat zes van de 55 passagiers in de ziekenboeg liggen bij te komen en je beseft dat je daar tenminste niet in terecht bent gekomen begint er een weemoedig gevoel over je heen te komen. En je zoekt de mess-room op. Kok op de Zeester is Joop Brüge- man. "Er is heel weinig te doen tegen zeeziekte", zegt hij. "Je moet alleen 's mor gens flink eten, niet teveel drinken, zoveel mogelijk in de frisse lucht blijven, na tuurlijk zo'n pilletje innemen tegen de zeeziekte en die worden hier aan boord ver strekt en eigenlijk ervoor zorgen dat je maag de hele dag vol zit. Dus blijven eten. Dan kan die maag niet zo in beweging komen. Ik was van morgen zelf ook niet zo lek ker, maar ik had vanochtend ook praktisch niets gegeten. En nu vaar ik toch al meer dan tien jaar. Overigens heb ben we nog geluk dat het zo regent. Want de regen slaat de golven neer, ze zeggen wel eens olie op de golven gooien, maar dat is met de regen ook". Een troost is, dot ze aan boord van de Zeester ook olie hebben om op de golven te gooien wanneer men ooit eens in een moeiiijk parket komt. Brügeman heeft deze dag een lunch gemaakt die bestaat uit doperwtjes, rijst en een verrukkelijke kippera- gout. De lunch wordt opge diend in plastic borden; en laat je zo'n tweede bord vol best smaken. Dan kom je te rug op dek, en je voelt je een stuk beter. Je pakt een hengel waarvan ze er genoeg aan boord hebben (ze heb ben er eigenlijk van alles) en je vist en je vangt makreel. En wanneer je tegen de avond de Nieuwe Waterweg weer nadert, wanneer je de grote schepen de Europoort ziet binnenkomen of uitva ren en de gele loodsboten ziet springen op de golven; wan neer je voelt hoe fijn je ei genlijk uitgewaaid bent die dag, dan voel je je een stuk fijner. Je voelt je eigenlijk een hele piet, een ander mens. Dat is ook de grote bekoring die van dit zeehen gelen uitgaat. Avontuur, je zelf worden, "een ander mens".

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1970 | | pagina 13