Miller, Baensch en Columbianen
CLOWNS VAN LEICESTER
Jan Derksen kwam
voor Loevesijn op
het juiste moment
HAD
TEVEEL
RIJNINK
TEGEN
Russinnen
opper
machtig
Jansen
stelde
teleur
Theorie
Onbegrip
TWEEDE SPORTPAGINA VAN MAANDAG 10 AUGUSTUS 1970
(Van onze speciale verslaggever)
LEICESTER De Russinnen
hebben de strijd om de medaille
op de sprint volkomen beheerst.
Ze lieten de Tsjechische Zajicko-
va nog toe tot de halve finales,
maar verder niet. De eindstrijd
werd een volkomen Russisch on
deronsje met Carera en Ermo-
laeva van wie Carera in beide
manches absoluut de sterkste
bleek.
Cariova Carera, 20 jaar, stu
dente aan de sportacademie in
Leningrad won de twee ritten
zonder enige moeite, waarmee
ze het goud vlot veroverde. Zil
ver dus voor Ermolaeva en om
het Russische succes compleet te
maken, versloeg Savina haar
Tsjechische tegenstandster Za-
jickova in de race om het brons.
„Boston" Miller van de Bahamas.
VAN DOORN TWEEMAAL VERRAST
(Van onze speciale verslaggever)
LEICESTER Aan kleurrijke
figuren, heeft het in de wereld
kampioenschappen nooit ontbro
ken en Leicester was geen uitzon
dering op deze regel. De tot op
heden meest opvallende betrokke
ne bq het gebeuren om regenboog
truien: de profsprinters Leonard
Miller en Ron Baensch en een Co-
lumbiaans radioverslaggevers
team.
Leonard Miller een grote zwarte
neger van de Bahamas werd de
meest opvallende verschijning onder
de renners. Hij leek opgehangen in
spierwitte bandages om been en el
leboog, stak met zijn forse postuur
indrukwekkend uit boven zijn schrie-
lere tegenstanders en voerde op zijn
shirt zo'n indrukwekkend groot ge
borduurd nationaal wapen, dat het
zo wat zijn hele borst besloeg.
Tijdens de rustpauzen trok hij een
uitgebreide wintergarderobe over
zijn rennerstenue en completeerde
dat met een grote zwarte ijsmuts
voorzien van oorkleppen. In de wed
strijd droeg hij geen race-hand
schoentjes, maar forse bruine glacés.
Interessant aan zijn. deelname was
verder het feit dat hij voor het eerst
in zijn leven op een baan reed. „Bij
ons hebben ze die niet", vertelde Mil
ler (33 jaar, vader van zes kinde
ren).
„Voor ik hier kwam 'had ik be
halve ob foto's nog nooit een baan
gezien. Ik vind het wel leuk op zo'n
piste". Erg lang heeft Miller het er
niet op vol gehouden, want ondanks
de geweldige aanmoedigingen van
het publiek bij wie de vertegen
woordiger van de Bahamas onmid
dellijk populair was ging hij zon
der enige kans uit de kwalificatie
ronden. Want dat was ook zo frap
pant aan de kolos: hij kon geen
meter fietsen. Dat bleek later ook nog
eens in de achtervolging, toen hij na
precies 2 minuten werd ingelopen
door Bill Lawrie, waarna Miller er
maar de brui aan gaf. Hij reed in
één ruk de piste af en hobbelde het
middenterrein op tot ontsteltenis van
de ware wielerliefhebbers, die zo'n
resolute nederlaag nog zelden
meemaakten.
Nicholson
te slim
(Van onze speciale verslaggever)
LEICESTER d'Oprechte amateurs onder de Nederlandse sprin
ters, hebben het niet gered. Ze kwamen, ze zagen en ze verloren in
Leicester, maar zwaar ontgoocheld en diep bedroefd waren ze niet,
Peter van Doorn en Jan Jansen.
Hun wielerbezigheden zijn immers niet gebaseerd op profaspiraties.
Ze gaan door het leven als rasechte amateurs, voor wie het winnen
vanzelfspreknd heel wat aangenamer is dan het verliezen, maai1 voor
wie ook de nederlagen niet als zweepslagen aankomen, omdat ze geen
van tweeën fietsen met de instelling er ooit de kost mee te verdienen.
Jan Jansen, de lakonieke, zegt er geen brood in te zien en Peter van
Doorn denkt niet verder dan hjj nu is: „Een hobby".
In de lange serie wedstrijden (een
opeenhoping van kwalificatieronden
en herkansingen) haalden ze het ein
de niet, maar toch was coach Frans
Mahn geen ontevreden man. Uitge
sproken content overigens ook weer
niet, want daarvoor leverde Jan Jan
sen een te teleurstellende prestatie.
Als nationaal kampioen had Mahn
meer van het verwacht. „Ik rekende
erop dat hij zeker bij de laatste acht
zou komen".
De stemming van Frans Mahn bleef
opgewekt door de resultaten van Pe
ter van Doorn, die in zijn eerste we
reldkampioenschap doordrong tot de
kwartfinales. „Voortreffelijk", oor
deelde de coach. Peter van Doorn
was zover gekomen door in de her
kansing van de kwalificatieronden
Mountord en Verzini te verslaan. Hij
won die rit gemakkelijk (evenals Jan
Jainsen tegen Richter en Soetaert)
door ook met Jansen de op
dracht waarmee Mahn hem de baan
opstuurde perfect uit te voeren.
„In de demarrage van kop af hard
blijven fietsen en geen mens die jul
lie nog pakt", had de coach gedic
teerd, en de theorie kwam uit. In de
achtste finales toen, demonstreerde
Peter van Doorn op indrukwekkende
wijze zijn explosieve kracht. Bij ge
brek aan puur sprinterstalent moest
hij het hebben van zijn kracht en die
bleek andermaal enorm. Als derde
gestart achter Geschke en Koblinski
nam Van Doorn in de laatste ronde
de kop, hield het tempo hoog en
gooide er in eens zo'n bruuske jump
uit, dat zijn concurrenten kansloos
waren.
Peter van Doorn plaatste zich
daarmee in de kwartfinales en nam
op deze wijze revanche voor zijn ne
derlaag in het nationaal kampioen
schap tegen Jan Jansen, die het in
Leicester niet zo ver bracht. In zijn
race tegen Semenecz en Pedexson
verloor hij op het nipperjte na een
lange spurt, de herkansing zijn
laatste mogelijkheid in een dui
delijke nederlaag tegen Poletaev.
„Merkwaardig", reconstrueerde
Jansen, „want ik reed vandaag stuk
ken beter dan gisteren. Ik had ook
meer zelfvertrouwen. De eerste dag
was ik nerveuzer en kreeg ik last
van de zware lucht hier".
Coach Frans Mahn: „Jansen is een
mooi weer rijder. Een echte sprin
ter. Gevoelig voor rot weer. Dat
werkt erg op hem door. Het neemt
niet weg dat ik toch meer van hem
verwachtte". Dat had Jan Jansen van
zichzelf ook gedaan. „Ik dacht bij de
laatste vier te kunnen komen. Maar
vergeet niet, dat ik moeilijke kerels
heb gekregen, heel wat lastiger dan
Peter van Doorn".
In die beschouwing had Jan Jan
sen echter ongelijk, want alles bij
elkaar moest Van Doom zich drie
maal over een nederlaag werken.
„Hij deed dat geweldig", prees
Mahn. De inzet en macht van Peter
van Doom moesten het in Leicester
echter afleggen tegen gebrek aan
routine en ervaring. Hij trof de ge
slepen Australiër Nicholson als te
genstander in de kwartfinales en die
verloor hij, door tot twee keer toe in
dezelfde truck te trappen.
In de eerste serie verraste de
Australiër (gouden-medaillewinnaar
op de Gemenebestspelen) hem door
als een flits onder door te schieten.
In de belle nodig omdat Van
Doorn de tweede manche taotischer
scherp reed en won verloor hij
op precies dezelfde wijze op precies
diezelfde plaats. Weer dook Nichol
son in de twee na laatste bocht on
dier Van Doom door en weer gebeur
de dat zonder dat de Nederlander
er erg in had. „Geweldige schijnbe
wegingen van Nicholson", zei Mahn.
„Jammer dat Peter er opnieuw in
trapte. Maar ach, ik begrijp het wel.
De sprint is nu eenmaal een zenu
wennummer. zeker in zo'n belle. Een
vergissing is dodelijk in de sprint,
daarom is het ook zo'n nerveus on
derdeel van de baansport".
Peter van Doom schudde völ on
begrip over zijn vergissingen het
blonde hoofd. „En ik hield het tempo
nog wel hoog. Bovendien bleef ik
extra laag rijden. Ik snap nog niet
hoe hij me dit voor de tweede keer
kon flikken".
Van de andere kant was Peter van
Doom eerlijk genoeg om te beken
nen dat hem de nodige ervaring ont
breekt. Ook in het nationaal kam
pioenschap kwam dat naar voren,
toen Jam Jansen hem op nagenoeg
dezelfde wijze van de titel afhield als
nu Nicholson hem uitschakelde voor
de halve finale, waarin de Russen de
opvallende afwezigen waren, even
als de Italianen, die twee grote kans
hebbers hadden (Rossi en Oardi) in
de kwartfinales.
Grote winnaars op dit nummer
werden de Fransen, die twee renners
op het erepodium kregen Moreion
als winnaar van het goud, Quentin
als veroveraar van het brons. Voor
Daniel Moreion is het niet moeilijk
geweest zijn vierde wereldtitel veilig
te stellen. Hij had aan de verrassend
doorgedrongen sterke Deen Pederson
weliswaar een taaie tegenstander,
maar op het beslissende moment
geen moeilijke rivaal. Voor Quentin
was het lastiger afrekenen met Ni
cholson, die het tot een belle bracht.
De lange sprint van Nicholson werd
toen bekwaam opgevangen door
Quentin, die daarmee de derde
plaats bezette.
Maar Leonard bleef lachen, twee
grote witte rijen tanden bloot. Hoe
zijn vrienden op de Bahamas die
de vierduizend gulden lapten, die no
dig waren om makker Leonard zijn
trip te laten maken op deze resul
taten In Engeland zullen reageren,
is voor Miller een angstig afwach
ten Maar.... hij heeft nog één kans:
zondag in het wegkampioenschap,
want daar doet hij ook aan mee. Net
als Eddy Merckx....
Verbazing gold ook voor de Austra
liër Ron Baensch, die twee jaar gele
den in de zesdaagse van Antwerpen
zijn laatste wedstrijd reed, vracht
wagen-chauffeur werd en tot ieders
verbazing in Leicester verscheen als
deelnemer aan de profsprint. Zij
clie Baensch levenswandel kennen,
vreesden een hopeloze afgang van de
31-jarige in Antwerpen wonende
Australiër, maar die overdonderde
door de Japanner Madarame te klop
pen, wat tot dijenkletsende pret in
het rennerskwartier leidde.
„Toch", hijgde Baensch na zijn
sprint, „ging het niet best. Ik heb
geen force meer De laatste 2 jaar
sliep ik gemiddeld hooguit vier uur
per dag. Als chauffeur op een dertig
tonner had ik een zwaar leven. Ik
reed de internationale transporten op
Scandinavië. Zeven weken geleden
ben ik ineens weer met fietsen be
gonnen. Eerst voor de lol, later wat
serieuzer. Jack Simes kwam uit
Amerika over om bij mij thuis te
gaan wonen en in België te trainen
voor de wereldkampioenschappen. Ik
ging een paar keer voor de grap mee
en ineens kreeg ik er weer zin in".
Ron Baensch denkt nu ernstig over
een algehele come back, „maar", zegt
hij, „daar is natuurlijk wel een spon
sor voor nodig".
De Columbiaanse reporters ten
slotte presteerden het om met vier
man sterk (verdeeld over twee ra
diostations) naar Engeland te ko
men voor één coureur: Martin Ro-
drguez. Ze produceerden een hels
kabaal op de tribune toen hun land
genoot zijn achtervolging reed en....
verloor. De verslaggevers konden dus
meteen weer naar huis en lieten een
onvergetelijke indruk achter met him
reportages, want die bleken op een
merkwaardige manier doorspekt met
reclamespots. Hun dure trip was
gesponsord door enkele firma's, die
als tegenprestatie volop propagan
da kregen. Wanneer de ene verslag-
Ron Baensch weer beginnen
gever krijsend uitriep hoe sensatio-
heei Rodriguez probeerde zijn achter
stand weg te werken, nam de ande
re reporter het verslag over om te
vertellen, dat een bepaald produkt
even sensationeel was. En dat ging
zo minuten door tot stomme verba
zing van het internationale legertje
journalisten, dat verbijsterd deze
luidruchtig over de hele tribune te
volgen unieke commerciële uit
zending beluisterde.
Teleurgesteld verlaat Peter van Doom de baan in Leicester.
LEICESTER Amateurstayer
Jo Rijnink heeft het in z\jn eerste
wereldkampioenschap niet verder
gebracht dan de series. Geen mo
ment was hij in actie voor een fi
naleplaats, want daarvoor had Rij
nink (25 jaar, pas begonnen met
het rijden achter de grote moto
ren) te veel tegen.
In de eerste serie kreeg hij geen
schijn van kans en werd allerlaatste
op maar liefst veertien ronden. Zijn
excuus voor die uiterst magere pres
tatie „Ik had een verkeerd verzet
staan 65/15. Zeker twee tanden te
groot naar voren. Ik ben geen mo
ment echt op gang geweest. De
Schwung kwam er niet in. Toen ik
dat merkte, ben ik het bewust kalm
aan gaan doen om me te sparen
voor de herkansing. Ik heb me niet
geforceerd."
Coach Martin Wierstra predikte
„Let op, ais jij morgen een ander
verzet hebt, maak je een beste kans.
Ik heb dat spul eens aangezien; maar
je kunt ze hebben,"
Zo ver kwam het echter niet. Jo
Rijnink verdween al na een kwartier
wedstrijd met zes ronden achterstand
uit de baan. Hij kreeg te veel last
van een darminfectie, waar hij al en
kele weken mee sukkelt. Zijn dieet
bestond de laatste tijd uit babyvoe
ding „en", zei Martin Wierstra, „rij
daar maar eens een wereldkampioen
schap op. Dat lukt geen mens."
In de eerste serie ondervond Rij
nink geen hinder van zijn kwaal,
maar in de beslissende wedstrijd voor
een finaleplaats dubbel zo hard. De
medicijnen, die KNWU-arts Rozijn
hem toegediend had, bleken niet te
helpen eii Joop Rijnink besloot zich
zelf en zijn collega's in de wedstrijd
Leijn Loevesijn-: hulp.
Jan Jansen: niet in kwartfinale.
Jan Derksen gin® die start vam Loeve-
sijn in het kampioenschap ook niet
ongemerkt voonbij door een uitval
van Loevesijn ma zijn eerste race, die
hij verloor vain de Australiër John
son. Waarom reed je zo stom?', vroeg
Derksen hem verwijtend, „je had de
kop nooit mogen overnemen." Loeve
sijn piofte op het bankje en brieste:
„Waarom? Waarom? Omdait ik an
ders op m'n bek gevallen was. Heb je
het niet gezien dan, diait mijn voor-
wied steeds wegsloeg." Toegeschoten
officials susten de opgewonden Loe
vesijn, die met zijn kritiek de altijd
Vol toewijding sleutelende mecamiciën
Jan Legrand in het diepste van zijn
hart trof. „Als je zo begint", repli
ceerde Legrand, „stap ik meteen op.
Die fiets is wed goed."
De reconstructie van de klacht stol
de de mecanicien in het gelijk, want
niet de kwaliteit van het materiaal,
maar van de baan bleek Leijn Loeve
sijn problemen opgeleverd te hebben.
En achteraf, toen hij de herkansing
gewonnen had van de Japanner Shi-
mado en daarna ook eenste werd (en
dus een plaats veroverde in de kwart
finales) in de finale van de herkan
siing, wilde de Amsterdammer dan
ook nog wed bekennen dat hij in de
rit tegen Johnson slecht reed. „Dat
heeft Leijn altijd", ontleedde Jan
Derksen. „Hij is geen sprinter, die
ineens kan gaan. Loevesijn moet eerst
adtijid wat warm draaien. Na een of
twee ritjes krijgt hij zijn vorm."
Loevesijn bewees dat in de herkan-
siinigfinalie, toen hij van kop af won.
„Gelukkig", verzuchtte Derksen. „Ik
ben er wel even hanig voor geweest.
Leijn rijdt het hele jaar ad iets bene
den zijn kwaliteiten, wat volgens mij
komt door zijn huiselijke omstandig
heden. Een paar jaar geleden over
leed zijn moeder en begin dat jaar
zijn vader. Die jongen staat nu hele
maal alleen. Dat is wat voor zo'n
knul."
In Leicester nu heeft Jan Denksei
zich over Loevesijn ontfermd. „Om
dat", verklaarde hij zijn inmenging,
die zonder protesten van de officials
werd toegelaten, „de KNWU niets
voor hem doet. Er was niet eens een
schema voor het laatste uur. Voor een
race hoor je een renner precies te
verteillen wat hij moet doen en laten,
want in de zenuwen van de spanning
denkt hij zelf aan niks. Neem nou een
simpel feit. Er was niet eens aan
warm drinken gedacht na de eerste
rit. Dan vraag ik je
De tekortkomingen, die hij ontdek
te, werkte Jam Derksen gewapend
met schema's, stopwatches en moreel
ondersteunende woorden weg.
Leijn Loevesijn haalde de kwartfina
les.
(Van onze speciale verslaggever)
LEICESTER Jam Derksen heeft
in Leicester zijn rol van toeschouwer
bij de wereldkampioenschappen tij
delijk geruild voor die van coach. Hij
dook na in de voorgaande dagen
onderhandelende contacten onder
houden te hebben plotseling op in
de Nederlandse cabine om zich bezig
te houden met prof-sprinter Leijn
Loevesijn. En dat was een uiterst
merkwaardige ervaring, want terwijl
de twee jaar geleden als coach door
de KNWU ontslagen Jan Derksen
zich zorgelijk boog over de met de
kens tegen de kou bedekte Loevesijn,
zat bondscoach Frans Mahn op enke
le meters afstand naar het verloop
van het programma op de baan te
kijken. Wilde hij geen bemoeienissen
met de prof delegatie van de KNWU?
„Oh, jawel", zei Mahn nieuitraal,
maar bleef zitten waar hij zat. „Ze
hebben niks voor die jongen gedaan",
mopperdie Jan Derksen. KNWU-chef
d'équipe Azië Zwartepoorte: „Wat
moeiten wij ons nou met een prof en
zeker een sprinter, bemoeien? Be-
roepsremmens zijn zelfstandiger dam
amateurs. Ze zijn bijna het hele jaar
en route en weten technisch wel wat
voor hen het beste is. Je hebt ais
bond ook niet zoveel vat op ze. Na
tuurlijk moeten ze zich wel aan onze
regels houden, want tenslotte zijn ze
door ons uitgezonden. Iedere prof
hier in Leicester kost de KNWU dui
zend gulden. En wat Loevesijn be
treft: wat wil je nou in hemelsnaam
bij een sprinter voorbereiden! De be
moeienis van Jan Derksen zie ik he
lemaal niet als een inimenigiing, want
hij is Loevesijns manager."
Behalve het opvallende enitree van
niet in een nodeloos gevaar te bren
gen. Hij staakte de race.