Politie in Guatemala gooit
in zee
««sap
75
iw39
45?
Sectenstrijd
in Ulster
POPULIER MOET
BOSSEN REDDEN
Grafschenner inzet prestigezaak
Nu is het
tijdvoor
lékker
met
lékker:
zes maar:
HOEVEEL..
PROCENT MEK
VAKANTIEGELD
SIMT?
KTKI-SHAMPQO
PRUS-SWG
Grafsch enner zou ee
.strichtenaar kunnen z
HSEVEEL.,
IRUCQiïMBR
WIITU?
RBCNMfflRNft
1SML5T" #fÖSy
verfrbserI* j
was «ge
SPIRITUS
60UIASH °SjEB
«JflCHKCHOTÏll#
KANTKOEK
VRUCHTEN
SCHUFJE
RUNDERJ
IAPPBNI
MUNS INZIENS
Johan Winkler
„Dodenre^en" in Tokio
VRIJDAG 3 JULI 1970
mr kw
GSMAKKBLUK
JqydyQG. HERMANS
prüs-siag bespaart
u9aïOgAÓ0c\
peru&sfc
SCO GULDEN
PERJAAR
emlwMëü
die aeral. mee?
aan een gulden,
ZO HANDIG THUIS
EN OP VAKANTIE!.,
ptesfic
zo klaar vleesschotel
VRIES-V5RS-VLEES
500gram
mm-
mm
YeMM
•MKHEWMNS
Katholieken
Protestanten
Tweede deel
Een Brabantse populierenlaan.
De soorten in deze familie zijn
legio.
Overzicht
Relativiteit
vaak uit
oog verloren
r\m 1
door
Kloos en de zee
Handel en 't slot
CF, de terugreis van vakantie Mün-
chen aangedaan. En toen 's avonds
naar slot Schleissheim, ergens buiten
de stad.
28 lijken
(ADVERTENTIE)
m%
.kcigf.
fcxj ons echter
per flacon'
spufitos., lavato"4tof%l
meL nijlonkem^g^y
50steiks
„kristal"
perfbicao
<orsMoze >dHT5öl
453,grams blok VV
geurige flJIA
prf Ifcjê engelse'BW
1450grams pal
gron'incjer
3idef lesser
zomerfhsse
"400grams pal
Scogram magere
GUATEMALA (KNP) „Ie
dereen in Guatemala en in de hele
wereld is ervan op de hoogte, dat
het leger van Guatemala een be
langrijk aandeel heeft gehad in de
gewelddaden, die het land hebben
geteisterd. Wij hebben de grootste
oogst aan martelaren te danken
aan het instituut van de gewapen
de macht, dat zich steeds maar a-
politiek noemt, maar in feite het
instrument is geworden van volks
onderdrukking".
Dit schrijft de journalist Monte
roso Armas in „Cartones Radiofo-
nicos", het blad van de grootste
omroep in Guatemala „Super Ra
dio".
De uitlatingen van Monteroso
Armas hebben grote aandacht in
Guatemala getrokken. Maar nog
meer verwondering, omdat het le
ger en de politie tot op heden nog
geen repressailles tegen de journa
list hebben genomen. Want, zo be
richt de correspondent van Notici-
as Aliadas, hoewel iedereen in Gu
atemala op de hoogte is van de
moordpartijen van leger en politie,
durft niemand dat openlijk te zeg
gen. Noch durfde iemand tot nu
toe melding te maken van de mar
telingen, die in de kazernes van
het leger worden uitgevoerd door
de nationale politie, die deze fol
terplaatsen ter beschikking gekre
gen heeft.
In zijn opzienbarende beschuldi
gingen vraagt Monteroso: „Of be
staan er soms geen bewijzen en
ooggetuigen van het feit, dat leden
van de militie onder voorwendsel
van arrestaties, hele massa's men
sen gevangen genomen hebben,
neergeschoten of voor goed hebben
doen verdwijnen? Wie in Guate
mala weet niet, dat 28 stoffelijke
overschotten uit militaire vliegtui
gen in de oceaan geworpen zijn,
nadat ze eerst in nylon zakken
waren gestopt?"
Het feit, dat de politie nog
steeds niet met vergelding heeft
gereageerd, heeft in brede kringen
een gevoel van onheilspellende
dreiging veroorzaakt, zo meldt de
Noticias Aliadas.
(Van onze redactie buitenland)
LONDEN/BELFAST De zware straffen, waar het Noordierse
parlement dinsdagavond j.l. mee akkoord ging, hebben niet kunnen
verhinderen dat, de avond daarop in het stadje Coalisland weer ge
vechten tussen katholieken en protestanten uitbraken, waarbij vier
politieagenten en een militair gewond raakten en tien arrestaties
werden verricht. De rel begon toen protestanten met bolhoeden op
een optocht hielden ter herdenking van de slag aan de Somme in de
eerste wereldoorlog.
De dreiging van jarenlange gevangenisstraf heeft ook niet verhinderd
dat er gisteravond een aanslag werd gepleegd op een katholiek oppositielid
uit het Noordierse parlement, die echter ongedeerd bleef. Er werden drie
schoten op hem afgevuurd.
De harde houding van de Noordierse (en Britse) autoriteiten zal, naar
wordt gevreesd, evenmin verhinderen dat over tien dagen bij de te ver
wachten grote optocht de emoties pas goed losgeslagen zullen worden.
Het werd verleden jaar augustus
al duidelijk: de strijd om gelijke
burgerrechten lijkt voorbij, en waar
we nu mee te maken hebben is veel
meer een strijd tussen secten, een
strijd die teruggaat tot het einde
van de vorige eeuw. Dit maakt het
vinden de oplossingen moeilijk.
De nieuwe Britse minister van
buitenlandse zaken Maudling is
voor het onaangename feit komen te
staan dat de onverzoenbaarheid van
de partijen nog groter is geworden.
De stemmen die nu in Ulster ge
hoord worden, zijn niet meer die
van strijders voor gelijke burger
rechten voor het grootste deel
katholieken met steun van vele pro
testanten, in het bijzonder die uit de
hogere klasse.
Zij zijn overstemd door het ge
schreeuw, van extremisten aan bei
de kanten De motie
ven en houdingen lopen door elkaar,
maar het is mogelijk om tenminste
een beschrijving van de twee belang
rijkste groepen te geven.
GEMATIGDEN. De meerderheid
van de katholieken wil waarschijn
lijk twee dingen: gelijke rechten en
vrede. De mensen die wat meer
verlegen zijn, de mensen van mid
delbare leeftijd en de bejaarden in
het bijzonder, vrezen maar een ding:
een terugkeer naar de haat en moor
den van de twintiger en dertiger
jaren.
De jongeren blijven niet stil zitten
als ze geconfronteerd worden met
discriminatie en onrecht. Daardoor
krijgt Bernadette Devlin haar stem
men, terwijl haar links-georiënteer
de socialisme de ultraconservatieve
katholieke boeren tegenstaat. Mis
schien wil ze niet eens zijn wat ze
door haar aanhangers wel eens ge
noemd wordt: „de kandidaat van het
pan-katholicisme", maar de situatie
veroorzaakt bij een stemming een
scheiding op bijna uitsluitend reli-
gieuse gronden. Door op Bernadette
te stemmen laten de katholieken de
politici weten dat ze de unionisten
en de protestanten wantrouwen.
EXTREMISTEN. De IRA heeft het
leven voor zichzelf en voor dat van
een ieder moeilijker gemaakt door
een splitsing. De „rode" en „groene"
fracties schijnen met elkaar te wed
ijveren. Binnen elke fractie zijn de
belangen ook weer strijdig. Voorzo
ver er nog logisch gedacht wordt is
terrorisme in Ulster een poging om
het Britse volk zo tot wanhoop te
brengen dat men zijn handen van
Ierland zal aftrekken en het de Ie
ren zal laten uitvechten. Of aan de
andere kant om het Engelse parle
ment ervan te overtuigen dat het
Ierse parlement de situatie niet
meer aan kan en dat het beter zou
zijn als Ulster vanuit Londen be
stuurd werd.
GEMATIGDEN. Ook zij willen
een rustig leven. Zij zijn van me
ning dat of de beweringen van on
rechtvaardigheid tegenover de ka
tholieken in de eerste plaats over
dreven waren of dat ze door hervor
mingsprogramma's al opgeheven
zijn. Terwijl ze op de televisie pro
testantse en katholieke jongeren ste
nen naar elkaar zien werpen, vragen
ze zich af welke „concessies" ze nog
aan de katholieken zullen moeten
doen zij vergeten alleen de meest
belangrijke verandering: de ge
moedsverandering bij de protesten
die van het woord „concessie" een
anachronisme zou maken.
EXTREMISTEN. Ian Paisley heeft
meer steun, openlijk of bedekt, dan
hij twee jaar geleden had. Zelfs
witte boorden-protestanten beginnen
met de arbeiders het gevoel te delen
dat ook hij, samen met Bernadette
Devlin en Gerry Fitt bij de propa
gandisten behoort.
Het aantal mensen dat hoopt op een
vriendschappelijke verhouding met
de katholieken, neemt bij elk teken
van achterdocht bij de tegenpartij
af.
(ADVERTENTIE)
Bosbouwend Nederland heeft
zich al opgemaakt om beschik
baar komende landbouwgrond
te bebossen. De richtlijnen zijn
neergelegd in een „zwartboek",
dat de titel „Houtsoorten voor
nieuwe bossen in Nederland"
heeft gekregen. De eerste zin
nen van het voorwoord: „In ve
lerlei verband wordt gesproken
over noodzaak en mogelijkhe
den van uitbreiding van ons
bosareaal. Een belangrijk mo
tief voor de aanleg van nieuwe
bossen vormt ongetwijfeld de
wenselijkheid om het leefkli
maat in bepaalde delen van ons
land te verbeteren."
Samenstellers van dit boekje
zijn drie bosbouwkundig-inge
nieurs: ir. H. van der Meiden (di
recteur Stichting Industrie-Hout),
dr. F. Pijls (directeur Stichting
voor Bodemkartering) en ir. J.
Wolterson (directeur Stichting
Bosbouwproefstation ,De Dorsch-
kamp,)
De noodzaak van nieuw bos heb
ben we in het eerste deel van deze
tweeledige serie uiteengezet: 1.
omdat de vraag naar hout enorm
toeneemt; 2. omdat voor de recrea
tie veel bos nodig is; 3. omdat er
nu eenmaal bos nodig is om de
luchtvervuiling langs natuurlijke
weg te bestrijden.
Het zou van verregaand optimis
me getuigen, wanneer men ervan
uitgaat, dat op zeer korte termijn
grote hoeveelheden landbouwgrond
beschikbaar komen voor bebossing.
Dat gebeurt nog steeds met mond
jesmaat. Zover we weten is de
Cultuurtechnische Dienst de enige
instantie buiten de bosbouwsector,
die zoveel mogelijk verloren stuk
jes grond in ruilverkavelingen be
plant met bomen en struiken.
De politiek van de Cultuurtech
nische Dienst richt zich evenwel
rechtstreeks op verfraaiing van het
landschap voor de toerist. Deze
moet zo weinig mogelijk zien, dat
de door ruilverkaveling gemoder
niseerde boerderijen net zo koel en
zakelijk zijn als een fabriek. En
bovendien is het streven van de
C.D. erop gericht om iets van de
oude landschapsromantiek te be
waren voor het nageslacht.
De bosbouw als zodanig heeft
niets aan de beboste C.D.-hoekjes
en de hout-verwerkende industrie
al helemaal niet. Zij richten zich
op nieuwe bossen ter grootte van
honderden ha. Doelmatig ingericht
en gemakkelijk te bewerken. Het
liefst zouden velen bovendien de
toerist uit deze .produktie-bossen,
willen weren.
Laatste gedachte wordt niet ge
deeld door ir. A. ten Bruggencate,
Hij gaat ervan uit, dat toeristen in
houtvester van Staatsbosbeheer,
merkingen in deze richting zijn
het bos geen kwaad kunnen. Op-
nog voorbarig, omdat de voor sane
ring in aanmerking komende boe
ren hun bedrijf nog altijd goed
genoeg vinden om voort te zetten.
Dat blijven zij doen tot de insta-
ties in Brussel de kraan van de
financiële bijstand geheel dicht
draaien. Voor hen, die voor of
nadien op de bosbouw willen over
schakelen is het boek „Houtsoorten
voor nieuwe bossen" verschenen.
Daarin schrijven de drie inge
nieurs: „Er zijn particuliere grond
eigenaren, die nieuw bos planten,
meestal met als doel het produce
ren van hout. Dit kan tot een
redelijk of goed financieel resul
taat leiden". De drie vinden het
redelijk, dat de staat is overgegaan
tot het verlenen van financiële
steun bij de aanleg van nieuwe
bossen.
De tegemoetkoming bedraagt:
tachtig procent van de normaal
geachte kosten, wanneer het nieuw
bos betreft en vijftig procent van
de norhiaal geachte kosten, indien
men grond wil herbeplanten. De
directeur van Staatsbosbeheer
maakt uit wat de „normaal geachte
kosten" zijn. Aanvragen voor deze
regeling dienen bij Staatsbosbe
heer te worden ingediend.
De bosbouw kent nog een be
langrijk financieel aspect: die van
de houtopbrengsten. De drie inge
nieurs van het boek zeggen daar
over: „Over prijzen kan moeilijk
iets worden meegedeeld. Ten eer
ste omdat in Nederland een hout-
prijzenstatistiek ontbreekt. Voorts
omdat kwaliteit en kwantiteit een
grote invloed op de prijs heb
ben". De houtindustrie blijft des
ondanks alleen geholpen met
ogenblikkelijke aanplant van bo
men, die snel produktief zijn. We
richten onze aandacht dan onwille
keurig op de populieren-familie.
De man, die over deze bomen het
meest kan vertellen, is ir. Van der
Meiden, directeur van de Stichting
Industriehout te Wageningen.
Hij stelt: ,Wat er ook van het
plan Mansholt in zijn totaliteit te
recht mag komen, verwacht mag
worden dat in toenemende mate
landbouwgronden zullen worden
bebost. Naast Piceasoorten zal de
populier hierbij een van de belan
grijkste houtsoorten worden.,
Motief: de populier groeit enorm
snel. Ten behoeve van de recreatie
wordt veel populier geplant. De
produktie van deze boom is groot
(van 100.000 kubieke meters zal
de jaarlijkse aanvoer binnen tien
jaar op 200.000 kubieke meters
zijn gebracht). De industrie met
name de papierverwerkende
toont zich ingenomen met deze
houtsoort, die vanwege de snelle
groei niet bepaald stevig van
structuur is.
Ir. Van der Meiden verder: „Om
nog steeds niet geheel duidelijke
redenen bestaat er bij velen een
zekere aversie tegen de populier.
Op grond van mijn ervaringen in
de laatste zes a acht jaar meen ik
te kunnen concluderen, dat een
groot deel van die weerzin is ge
baseerd op een gebrek aan kennis
omtrent de populier in al zijn vari
aties en van de mogelijkheden, die
de populierenteelt biedt. Toch kan
de populier, onder meer door zijn
snelle groei en door zijn pioniers
eigenschappen, juist een belang
rijke functie vervullen."
De boer of andere grondeigenaar
met bosbouwaspiraties heeft overi
gens keus uit nog vele andere
soorten. Bijvoorbeeld: berk, es- es
doorn, beuk, zomereik, Amerikaan
se eik, lariks, den, sparresoorten,
douglas. Van al deze soorten geeft
het boek „Houtsoorten voor nieuwe
bossen" een overzicht van eigen
schappen, gebruik, algemene voor
waarden bij de aanleg, overzichten
van kosten en opbrengsten. Daar
naast leest men welke boom op
welke grondsoort thuishoort. En
ook wordt verteld, waarom de
schrijvers het accent leggen op ge
noemde soorten en niet op andere.
Daarover is te lezen: .Andere
bekende houtsoorten zijn niet ge
noemd. omdat hun gebruik te veel
risico oplevert. De wintereik bleef
buiten beschouwing, omdat van
deze houtsoort alleen bezaaiing een
voldoende kans op succes levert.
Tot zover het boek; een algeme
ne handleiding voor de beginnende
bosbouwer. Het wachten is na op
grondeigenaren, die hun bezittin
gen voor de houtproduktie willen
inschakelen.
JAN VAN DE VEN
(Van een onzer verslaggevers)
BREDA „De jacht op de graf
schenner werd steeds meer een
prestigekwestie, waarbij vaak de
relativiteit uit het oog werd verlo
ren". Dit zegt de korpschef van
de gemeentepolitie Weert, mr. Th.
P. M. van Osta, die het onder
zoek naar de grafschenner P.S.
(47) uit Maastricht heeft geleid. In
een uitvoerig artikel in het Alge
meen Politieblad verhaalt hij over
het gigantische werk dat de bui
tenmodel grafschenner de politie
in Nederland, België en Duitsland
heeft bezorgd.
Er is een ongekend grote klop-
"nunu'uuij e
y>i\ HA m ma \ni>i;n
'X ,r-1
mbhÉHKI
JJ
jacht op P.S. geweest. Met de re
gelmaat van de klok schreef hij
met viltstift op grafzerken en -
kruizen Satan Heil, Hij
smeet zerken om, vertrapte krui
sen en voor de afwisseling hield
hij zich met kerkschennis bezig.
Hij deed zijn vernielzuchtig en
onterend werk „zo deskundig en
geraffineerd, dat de maatschappij
getergd raakte. Waaraan ergerde
men zich het meest? Was het aan
de krenking van eerbiedwaardige
gevoelens als godsdienst en piëteit
tegenover de doden of was het aan
het falen van de afweerorganen,
politie en justitie?", zo vraagt mr.
Van Osta.
Ter opfrissing van het geheugen:
In de periode van 13 oktober '66
tot september '68 presteerde P. S.
het 196 graf- en kerkschennissen
(waarvan 134 in ons land) uit te
voeren, met daarnaast een reeks
inbraken en oplichtingen. Verder
zou hij bij 187 scholen in Neder
land de jeugd hebben vermaakt
met het uitstrooien van gestencilde
briefjes met schuine mopjes.
Voordat alle schennissen van S.
geturfd konden worden was er een
macht politie-, justitie- en andere
deskundigen op de been gebracht. -
Naast onderzoeksdeskundigen van
politie en justitie zijn een psycho
loog, psychiaters, een wiskundige
statisticus, schriftkundigen en een
taalkundig instituut ingeschakeld.
Er is een doorlopend dagboek bij
gehouden van gebeurtenissen, be
richten en werkzaamheden in ver
band met het onderzoek. Er is een
kaartensysteem aangelegd van ver
dachten. Er zijn ruim 12.500 brie
ven, circulaires en overzichten ver
zonden. Ruim 600 tips zijn uitge
werkt.
Anderhalve maand lang zijn elke
avond van tien uur 's avonds tot
een uur 's nachts op 17 verkeers
posten in Zuid-Limburg controles
van autokentekens geweest. Voor
de selectie daarvan is een compu
ter ingeschakeld. Alleen in ver
band met dit onderdeel zijn na
speuringen naar 1.150 autobestuur
ders in Nederland verricht.
Eén keer is de naam van P'S. in
de administratie van de onderzoe
kers terecht gekomen. Dat was bij
een opgave over personen die in
Zuid-Limburg sedert 1946 verdacht
zijn geweest van een seksueel de
lict. Deze lijsten hebben echter
slechts dienst gedaan als controle
materiaal bij nieuwe verdachten
Dankzij de onderzoekingen van
de wiskundige medewerker en het
taalkundig instituut beschikte de
commissie al vrij snel over de
aanwijzing, dat de dader vermoe
delijk in Maastricht of omgeving
moest worden gezocht. Achteraf
klopte dat, maar commissaris Van
Osta geeft toe, dat het leger onder
zoekers verschillende malen op
foute hypothesen heeft gewerkt.
„Men moet bijzonder voorzichtig
zijn om conclusies te trekken uit
niet absoluut vaststaande feiten.
Enkele in de loop van het onder
zoek getrokken conclusies, name
lijk dat de dader een man van vrij
hoog ontwikkelingspeil moest zijn,
dat hij over een auto moest be
schikken, dat hij krachtig en groot
van postuur moest zijn, bleken
achteraf onjuist.
Het operatieterrein van P.S. zou
zich hebben uitgestrekt van Mid
delburg, Bergen op Zoom, Waal
wijk, Amersfoort, Arnhem, Keu
len, Metz. Roubaix, Duinkerken en
terug naar Middelburg. Recher
cheurs reden enige —kennelijk op
één dag afgelegde routes van de
grafschenner na. Dat gaf hen de
overtuiging dat dit slechts per auto
was te presteren. „In een later
stadium moesten we ervaren, dat
sommige opgaven van tijd en
plaats, door de plaatselijke politie
gedaan, afweken van de werke
lijkheid.,,
Na zijn arrestatie een inbraak
eind september '68 in het Belgi
sche Houthalen werd hem fataal
bleek S. een onopvallende, alleen
wonende figuur te zijn. En niet zo
intelligent als zijn achtervolgers
eerst dachten. „Men zag hem zijn
schennissen niet aan", aldus mr.
Van Osta.
•,Een bijzondere ervaring was,
dat S. ongelooflijk uitgebreide en
nauwkeurige aantekeningen had
gemaakt van zijn doen en laten.
Hij bezat hele kaartensystemen".
.Boekhouder, S. bereidde zijn ac
ties goed voor. Kerken en monu
menten schond hij overdag. Mees
tal beperkte zich dat tot het be
kladden met viltstiften. Grafschen
nis pleegde hij alleen bij duister
nis, maar vóór middernacht.
Hij verplaatste zich met trein en
autobus. „Aan de hand van dienst-
schema's en de te voet af te leggen
afstanden van en naar haltes
maakte hij zijn berekeningen en
trachtte hij een zodanig program
ma af te werken dat de politie het
onwaarschijnlijk moest vinden dat
hij niet per auto reisde", aldus
commissaris Van Osta.
S. had nog heel wat op zijn
programma: grafschennissen op
grote schaal en kerkschennissen in
het noorden en oosten van Neder
land. „En tussen alles prijkte sa
tan", aldus mr. Van Osta. „Hij was
waarlijk van satan bezeten. Alles
wat in de R-K kerk aan poëzie was
geproduceerd om God en de heili
gen te aanbidden en te verheerlij
ken had hij omgebouwd ten gerie
ve van satan. Sinister en lachwek
kend tegelijk,,.
fOEDE oude Kloos. Neen, niet An
dre van het N.V.V., maar Wil
lem, de dichter. Nog vóór 1880het
jaar waarnaar hij en al die anderen
als „de mannen van '80" gerubri
ceerd werden, dichtte hij zijn be
roemde sonnet „van de zee"
„De zee, de zee klotst voort in de
eindeloze deining,
De zee waarin mijn ziel zichzelf
weerspiegelt ziet
Waarschijnlijk heeft hij, een jongen
van amper zeventien, die regels in
1876 geschreven. In gedachten zie ik
hem langs het Noordzeestrand lopen,
telkens weer zijwaarts turend naar
de golven. Hij geeft zich aan het
ritme gewonnen, hij ontdekt dat zijn
hartslag en hun golfslag in wezen
één zijn en dan wordt dat onsterfe
lijk geworden vers bij hem wakker
„De zee is als mijn ziel in wezen
en verschijning,
Zij is een levend schoon en kent
zichzelve niet
We leven nu zo'n honderd jaar la
ter en Kloos' sonnet is een leugen
geworden. De zee een levend schoon?
Het mocht wat! Leefde Kloos van
daag, hij zou in plaats van over een
„levend schoon" over „dood vuil"
moeten dichten.
Wat eerst nog ontkend Werd, toen
Belgische deskundigen de vervuiling
van onze kust signaleerden, staat nu
wel vast: de zee is dank zij onze
laat-maar-waaiende onachtzaamheid
een oppervuil kloaak aan het wor
den, een grandioze beerput. Wij heb
ben er zoveel smerige smurrie in
geloosd, dat de oceaan haar biolo
gisch vermogen aan het verliezen is
om uit zichzelf het vuil de baas te
worden.
Ook een andere regel uit het son
net van Kloos geldt niet meer
„Zij wist zichzelve af in eeuwige
verreining
Want thans, zo'n kleine honderd
jaar nadgt Kloos dit dichtte, is de
Noordzee helaas tot die „eeu
wige verreining" niet meer in staat.
Nauwelijks verneemt men voorts, dat
ze doende is rond Vlissingen de strijd
tegen het rioolvuil op te geven, of
daar krijgt ze een eind hogerop, bij
Jutland, met een ontembare hoeveel
heid uit tankers weggestroomde olie
te maken, die de Deense stranden
met finale onbewoonbaarheid be
dreigt. En boven al dat nieiMos uit
klinkt de onheilstem der deskundige
profeten: over een jaar of dertig zal
in een hopeloos vervuilde oceaan de
laatste vis de laatste adem hebben
uitgeblazen.
Goede oude Kloos, dichter uit een
tijd, toen de zee nog de zee was en
een strandwandeling nog geen pro
menade langs een al stinkender moe
ras: draai je maar eens héél erg in
dat graf van je om!
Geen plezierige naam, dat Schleiss
heim, vooral niet wanneer je met het
uitspreken van de letter „l" moeite
hebt. Maar het slot maakt, dat je die
ongezellige naam onmiddellijk ver
geet.
De Wittelsbachers, die eens over
een zelfstandig Beieren regeerden,
bouwden het naar Franse trant: met
z'n formidabele tuinen, die Lenötre
had kunnen aanleggen, is Schloss
Schleissheim een klein Versailles en
inwendig een pronkstuk van uiterst
hoofse barok.
's Zomers worden er in de grote
zaal concerten gegeven. Uiteraard
van barokmuziek, want die en geen
andere hoort in deze omgeving thuis.
Wij maakten een concert mee,
waarop een trio van fluit en viola da
gamba uitsluitend muziek van de
jonge Handel speelde. De fluittist
excelleerde op een goddelijk zuiver
instrument, de gambaspeler bleef be
scheiden begeleiden en de man aan
het clavecimbel trof precies die sta
tige toon die voor Handel zo ken
merkend is. Hij was „maar" dilet
tant, zei men mij, in het dagelijks
leven de op één na de knapste oog
chirurg van München, maar in zijn
spel was deze medicus-klaviervirtu
oos bepaald niet de mindere van een
Landowska, een Wering.
Een verrukking, dit concert, waar
van ik, toen ik het programma las,
eerst de vermoeiende eenzijdigheid
had gevreesd. Een verrukking: twee
uur Handel in zo'n slot, in zo'n zaal
met uitzicht op zo'n nobele slottuin
betekende dat we heel die tijd in een
andere wereld mochten leven, nobe
ler, wellevender dan de onze, rijker
aan maat, beheerster, en wars van
wanklank en schrijnend gerucht.
En het leek wel in de pauze
toen wij met al die anderen door de
slottuin dwaalden of ieder zich gast
van een slotheer uit een weer levend
geworden verleden voelde. Een slot
heer, die na dit kort verpozen in de
avonduren, weer in de deur van de
feestzaal klaar zou staan om met een
buiging zijn gasten te verwelkomen.
Aan het slot van de avond en na
dat de spelers hun schoonste trio tot
twee, drie keer toe hadden moeten
herhalen, zeiden we tot elkaar: „Dat
dit, goddank, óók nog bestaat."
En hier zeg ik dat opnieuw: „Dat
dit, goddank, óók nog bestaat". Naast
en behalve, nu ja u raadt wel wat
ik bedoel.
TOKIO (Reuter) In twee dis
tricten bij Tokio hebben minstens 18
mensen het leven verloren door
aardverschuivingen en overstromin
gen na hevige regenval, zo heeft de
politie gisteren meegedeeld.
Vijf mensen worden vermist en 29
zijn gewond. Het water heeft het
spoorweg- en wegverkeer ontwricht