Politie in Guatemala gooit in zee ««sap 75 iw39 45? Sectenstrijd in Ulster POPULIER MOET BOSSEN REDDEN Grafschenner inzet prestigezaak Nu is het tijdvoor lékker met lékker: zes maar: HOEVEEL.. PROCENT MEK VAKANTIEGELD SIMT? KTKI-SHAMPQO PRUS-SWG Grafsch enner zou ee .strichtenaar kunnen z HSEVEEL., IRUCQiïMBR WIITU? RBCNMfflRNft 1SML5T" #fÖSy verfrbserI* j was «ge SPIRITUS 60UIASH °SjEB «JflCHKCHOTÏll# KANTKOEK VRUCHTEN SCHUFJE RUNDERJ IAPPBNI MUNS INZIENS Johan Winkler „Dodenre^en" in Tokio VRIJDAG 3 JULI 1970 mr kw GSMAKKBLUK JqydyQG. HERMANS prüs-siag bespaart u9aïOgAÓ0c\ peru&sfc SCO GULDEN PERJAAR emlwMëü die aeral. mee? aan een gulden, ZO HANDIG THUIS EN OP VAKANTIE!., ptesfic zo klaar vleesschotel VRIES-V5RS-VLEES 500gram mm- mm YeMM •MKHEWMNS Katholieken Protestanten Tweede deel Een Brabantse populierenlaan. De soorten in deze familie zijn legio. Overzicht Relativiteit vaak uit oog verloren r\m 1 door Kloos en de zee Handel en 't slot CF, de terugreis van vakantie Mün- chen aangedaan. En toen 's avonds naar slot Schleissheim, ergens buiten de stad. 28 lijken (ADVERTENTIE) m% .kcigf. fcxj ons echter per flacon' spufitos., lavato"4tof%l meL nijlonkem^g^y 50steiks „kristal" perfbicao <orsMoze >dHT5öl 453,grams blok VV geurige flJIA prf Ifcjê engelse'BW 1450grams pal gron'incjer 3idef lesser zomerfhsse "400grams pal Scogram magere GUATEMALA (KNP) „Ie dereen in Guatemala en in de hele wereld is ervan op de hoogte, dat het leger van Guatemala een be langrijk aandeel heeft gehad in de gewelddaden, die het land hebben geteisterd. Wij hebben de grootste oogst aan martelaren te danken aan het instituut van de gewapen de macht, dat zich steeds maar a- politiek noemt, maar in feite het instrument is geworden van volks onderdrukking". Dit schrijft de journalist Monte roso Armas in „Cartones Radiofo- nicos", het blad van de grootste omroep in Guatemala „Super Ra dio". De uitlatingen van Monteroso Armas hebben grote aandacht in Guatemala getrokken. Maar nog meer verwondering, omdat het le ger en de politie tot op heden nog geen repressailles tegen de journa list hebben genomen. Want, zo be richt de correspondent van Notici- as Aliadas, hoewel iedereen in Gu atemala op de hoogte is van de moordpartijen van leger en politie, durft niemand dat openlijk te zeg gen. Noch durfde iemand tot nu toe melding te maken van de mar telingen, die in de kazernes van het leger worden uitgevoerd door de nationale politie, die deze fol terplaatsen ter beschikking gekre gen heeft. In zijn opzienbarende beschuldi gingen vraagt Monteroso: „Of be staan er soms geen bewijzen en ooggetuigen van het feit, dat leden van de militie onder voorwendsel van arrestaties, hele massa's men sen gevangen genomen hebben, neergeschoten of voor goed hebben doen verdwijnen? Wie in Guate mala weet niet, dat 28 stoffelijke overschotten uit militaire vliegtui gen in de oceaan geworpen zijn, nadat ze eerst in nylon zakken waren gestopt?" Het feit, dat de politie nog steeds niet met vergelding heeft gereageerd, heeft in brede kringen een gevoel van onheilspellende dreiging veroorzaakt, zo meldt de Noticias Aliadas. (Van onze redactie buitenland) LONDEN/BELFAST De zware straffen, waar het Noordierse parlement dinsdagavond j.l. mee akkoord ging, hebben niet kunnen verhinderen dat, de avond daarop in het stadje Coalisland weer ge vechten tussen katholieken en protestanten uitbraken, waarbij vier politieagenten en een militair gewond raakten en tien arrestaties werden verricht. De rel begon toen protestanten met bolhoeden op een optocht hielden ter herdenking van de slag aan de Somme in de eerste wereldoorlog. De dreiging van jarenlange gevangenisstraf heeft ook niet verhinderd dat er gisteravond een aanslag werd gepleegd op een katholiek oppositielid uit het Noordierse parlement, die echter ongedeerd bleef. Er werden drie schoten op hem afgevuurd. De harde houding van de Noordierse (en Britse) autoriteiten zal, naar wordt gevreesd, evenmin verhinderen dat over tien dagen bij de te ver wachten grote optocht de emoties pas goed losgeslagen zullen worden. Het werd verleden jaar augustus al duidelijk: de strijd om gelijke burgerrechten lijkt voorbij, en waar we nu mee te maken hebben is veel meer een strijd tussen secten, een strijd die teruggaat tot het einde van de vorige eeuw. Dit maakt het vinden de oplossingen moeilijk. De nieuwe Britse minister van buitenlandse zaken Maudling is voor het onaangename feit komen te staan dat de onverzoenbaarheid van de partijen nog groter is geworden. De stemmen die nu in Ulster ge hoord worden, zijn niet meer die van strijders voor gelijke burger rechten voor het grootste deel katholieken met steun van vele pro testanten, in het bijzonder die uit de hogere klasse. Zij zijn overstemd door het ge schreeuw, van extremisten aan bei de kanten De motie ven en houdingen lopen door elkaar, maar het is mogelijk om tenminste een beschrijving van de twee belang rijkste groepen te geven. GEMATIGDEN. De meerderheid van de katholieken wil waarschijn lijk twee dingen: gelijke rechten en vrede. De mensen die wat meer verlegen zijn, de mensen van mid delbare leeftijd en de bejaarden in het bijzonder, vrezen maar een ding: een terugkeer naar de haat en moor den van de twintiger en dertiger jaren. De jongeren blijven niet stil zitten als ze geconfronteerd worden met discriminatie en onrecht. Daardoor krijgt Bernadette Devlin haar stem men, terwijl haar links-georiënteer de socialisme de ultraconservatieve katholieke boeren tegenstaat. Mis schien wil ze niet eens zijn wat ze door haar aanhangers wel eens ge noemd wordt: „de kandidaat van het pan-katholicisme", maar de situatie veroorzaakt bij een stemming een scheiding op bijna uitsluitend reli- gieuse gronden. Door op Bernadette te stemmen laten de katholieken de politici weten dat ze de unionisten en de protestanten wantrouwen. EXTREMISTEN. De IRA heeft het leven voor zichzelf en voor dat van een ieder moeilijker gemaakt door een splitsing. De „rode" en „groene" fracties schijnen met elkaar te wed ijveren. Binnen elke fractie zijn de belangen ook weer strijdig. Voorzo ver er nog logisch gedacht wordt is terrorisme in Ulster een poging om het Britse volk zo tot wanhoop te brengen dat men zijn handen van Ierland zal aftrekken en het de Ie ren zal laten uitvechten. Of aan de andere kant om het Engelse parle ment ervan te overtuigen dat het Ierse parlement de situatie niet meer aan kan en dat het beter zou zijn als Ulster vanuit Londen be stuurd werd. GEMATIGDEN. Ook zij willen een rustig leven. Zij zijn van me ning dat of de beweringen van on rechtvaardigheid tegenover de ka tholieken in de eerste plaats over dreven waren of dat ze door hervor mingsprogramma's al opgeheven zijn. Terwijl ze op de televisie pro testantse en katholieke jongeren ste nen naar elkaar zien werpen, vragen ze zich af welke „concessies" ze nog aan de katholieken zullen moeten doen zij vergeten alleen de meest belangrijke verandering: de ge moedsverandering bij de protesten die van het woord „concessie" een anachronisme zou maken. EXTREMISTEN. Ian Paisley heeft meer steun, openlijk of bedekt, dan hij twee jaar geleden had. Zelfs witte boorden-protestanten beginnen met de arbeiders het gevoel te delen dat ook hij, samen met Bernadette Devlin en Gerry Fitt bij de propa gandisten behoort. Het aantal mensen dat hoopt op een vriendschappelijke verhouding met de katholieken, neemt bij elk teken van achterdocht bij de tegenpartij af. (ADVERTENTIE) Bosbouwend Nederland heeft zich al opgemaakt om beschik baar komende landbouwgrond te bebossen. De richtlijnen zijn neergelegd in een „zwartboek", dat de titel „Houtsoorten voor nieuwe bossen in Nederland" heeft gekregen. De eerste zin nen van het voorwoord: „In ve lerlei verband wordt gesproken over noodzaak en mogelijkhe den van uitbreiding van ons bosareaal. Een belangrijk mo tief voor de aanleg van nieuwe bossen vormt ongetwijfeld de wenselijkheid om het leefkli maat in bepaalde delen van ons land te verbeteren." Samenstellers van dit boekje zijn drie bosbouwkundig-inge nieurs: ir. H. van der Meiden (di recteur Stichting Industrie-Hout), dr. F. Pijls (directeur Stichting voor Bodemkartering) en ir. J. Wolterson (directeur Stichting Bosbouwproefstation ,De Dorsch- kamp,) De noodzaak van nieuw bos heb ben we in het eerste deel van deze tweeledige serie uiteengezet: 1. omdat de vraag naar hout enorm toeneemt; 2. omdat voor de recrea tie veel bos nodig is; 3. omdat er nu eenmaal bos nodig is om de luchtvervuiling langs natuurlijke weg te bestrijden. Het zou van verregaand optimis me getuigen, wanneer men ervan uitgaat, dat op zeer korte termijn grote hoeveelheden landbouwgrond beschikbaar komen voor bebossing. Dat gebeurt nog steeds met mond jesmaat. Zover we weten is de Cultuurtechnische Dienst de enige instantie buiten de bosbouwsector, die zoveel mogelijk verloren stuk jes grond in ruilverkavelingen be plant met bomen en struiken. De politiek van de Cultuurtech nische Dienst richt zich evenwel rechtstreeks op verfraaiing van het landschap voor de toerist. Deze moet zo weinig mogelijk zien, dat de door ruilverkaveling gemoder niseerde boerderijen net zo koel en zakelijk zijn als een fabriek. En bovendien is het streven van de C.D. erop gericht om iets van de oude landschapsromantiek te be waren voor het nageslacht. De bosbouw als zodanig heeft niets aan de beboste C.D.-hoekjes en de hout-verwerkende industrie al helemaal niet. Zij richten zich op nieuwe bossen ter grootte van honderden ha. Doelmatig ingericht en gemakkelijk te bewerken. Het liefst zouden velen bovendien de toerist uit deze .produktie-bossen, willen weren. Laatste gedachte wordt niet ge deeld door ir. A. ten Bruggencate, Hij gaat ervan uit, dat toeristen in houtvester van Staatsbosbeheer, merkingen in deze richting zijn het bos geen kwaad kunnen. Op- nog voorbarig, omdat de voor sane ring in aanmerking komende boe ren hun bedrijf nog altijd goed genoeg vinden om voort te zetten. Dat blijven zij doen tot de insta- ties in Brussel de kraan van de financiële bijstand geheel dicht draaien. Voor hen, die voor of nadien op de bosbouw willen over schakelen is het boek „Houtsoorten voor nieuwe bossen" verschenen. Daarin schrijven de drie inge nieurs: „Er zijn particuliere grond eigenaren, die nieuw bos planten, meestal met als doel het produce ren van hout. Dit kan tot een redelijk of goed financieel resul taat leiden". De drie vinden het redelijk, dat de staat is overgegaan tot het verlenen van financiële steun bij de aanleg van nieuwe bossen. De tegemoetkoming bedraagt: tachtig procent van de normaal geachte kosten, wanneer het nieuw bos betreft en vijftig procent van de norhiaal geachte kosten, indien men grond wil herbeplanten. De directeur van Staatsbosbeheer maakt uit wat de „normaal geachte kosten" zijn. Aanvragen voor deze regeling dienen bij Staatsbosbe heer te worden ingediend. De bosbouw kent nog een be langrijk financieel aspect: die van de houtopbrengsten. De drie inge nieurs van het boek zeggen daar over: „Over prijzen kan moeilijk iets worden meegedeeld. Ten eer ste omdat in Nederland een hout- prijzenstatistiek ontbreekt. Voorts omdat kwaliteit en kwantiteit een grote invloed op de prijs heb ben". De houtindustrie blijft des ondanks alleen geholpen met ogenblikkelijke aanplant van bo men, die snel produktief zijn. We richten onze aandacht dan onwille keurig op de populieren-familie. De man, die over deze bomen het meest kan vertellen, is ir. Van der Meiden, directeur van de Stichting Industriehout te Wageningen. Hij stelt: ,Wat er ook van het plan Mansholt in zijn totaliteit te recht mag komen, verwacht mag worden dat in toenemende mate landbouwgronden zullen worden bebost. Naast Piceasoorten zal de populier hierbij een van de belan grijkste houtsoorten worden., Motief: de populier groeit enorm snel. Ten behoeve van de recreatie wordt veel populier geplant. De produktie van deze boom is groot (van 100.000 kubieke meters zal de jaarlijkse aanvoer binnen tien jaar op 200.000 kubieke meters zijn gebracht). De industrie met name de papierverwerkende toont zich ingenomen met deze houtsoort, die vanwege de snelle groei niet bepaald stevig van structuur is. Ir. Van der Meiden verder: „Om nog steeds niet geheel duidelijke redenen bestaat er bij velen een zekere aversie tegen de populier. Op grond van mijn ervaringen in de laatste zes a acht jaar meen ik te kunnen concluderen, dat een groot deel van die weerzin is ge baseerd op een gebrek aan kennis omtrent de populier in al zijn vari aties en van de mogelijkheden, die de populierenteelt biedt. Toch kan de populier, onder meer door zijn snelle groei en door zijn pioniers eigenschappen, juist een belang rijke functie vervullen." De boer of andere grondeigenaar met bosbouwaspiraties heeft overi gens keus uit nog vele andere soorten. Bijvoorbeeld: berk, es- es doorn, beuk, zomereik, Amerikaan se eik, lariks, den, sparresoorten, douglas. Van al deze soorten geeft het boek „Houtsoorten voor nieuwe bossen" een overzicht van eigen schappen, gebruik, algemene voor waarden bij de aanleg, overzichten van kosten en opbrengsten. Daar naast leest men welke boom op welke grondsoort thuishoort. En ook wordt verteld, waarom de schrijvers het accent leggen op ge noemde soorten en niet op andere. Daarover is te lezen: .Andere bekende houtsoorten zijn niet ge noemd. omdat hun gebruik te veel risico oplevert. De wintereik bleef buiten beschouwing, omdat van deze houtsoort alleen bezaaiing een voldoende kans op succes levert. Tot zover het boek; een algeme ne handleiding voor de beginnende bosbouwer. Het wachten is na op grondeigenaren, die hun bezittin gen voor de houtproduktie willen inschakelen. JAN VAN DE VEN (Van een onzer verslaggevers) BREDA „De jacht op de graf schenner werd steeds meer een prestigekwestie, waarbij vaak de relativiteit uit het oog werd verlo ren". Dit zegt de korpschef van de gemeentepolitie Weert, mr. Th. P. M. van Osta, die het onder zoek naar de grafschenner P.S. (47) uit Maastricht heeft geleid. In een uitvoerig artikel in het Alge meen Politieblad verhaalt hij over het gigantische werk dat de bui tenmodel grafschenner de politie in Nederland, België en Duitsland heeft bezorgd. Er is een ongekend grote klop- "nunu'uuij e y>i\ HA m ma \ni>i;n 'X ,r-1 mbhÉHKI JJ jacht op P.S. geweest. Met de re gelmaat van de klok schreef hij met viltstift op grafzerken en - kruizen Satan Heil, Hij smeet zerken om, vertrapte krui sen en voor de afwisseling hield hij zich met kerkschennis bezig. Hij deed zijn vernielzuchtig en onterend werk „zo deskundig en geraffineerd, dat de maatschappij getergd raakte. Waaraan ergerde men zich het meest? Was het aan de krenking van eerbiedwaardige gevoelens als godsdienst en piëteit tegenover de doden of was het aan het falen van de afweerorganen, politie en justitie?", zo vraagt mr. Van Osta. Ter opfrissing van het geheugen: In de periode van 13 oktober '66 tot september '68 presteerde P. S. het 196 graf- en kerkschennissen (waarvan 134 in ons land) uit te voeren, met daarnaast een reeks inbraken en oplichtingen. Verder zou hij bij 187 scholen in Neder land de jeugd hebben vermaakt met het uitstrooien van gestencilde briefjes met schuine mopjes. Voordat alle schennissen van S. geturfd konden worden was er een macht politie-, justitie- en andere deskundigen op de been gebracht. - Naast onderzoeksdeskundigen van politie en justitie zijn een psycho loog, psychiaters, een wiskundige statisticus, schriftkundigen en een taalkundig instituut ingeschakeld. Er is een doorlopend dagboek bij gehouden van gebeurtenissen, be richten en werkzaamheden in ver band met het onderzoek. Er is een kaartensysteem aangelegd van ver dachten. Er zijn ruim 12.500 brie ven, circulaires en overzichten ver zonden. Ruim 600 tips zijn uitge werkt. Anderhalve maand lang zijn elke avond van tien uur 's avonds tot een uur 's nachts op 17 verkeers posten in Zuid-Limburg controles van autokentekens geweest. Voor de selectie daarvan is een compu ter ingeschakeld. Alleen in ver band met dit onderdeel zijn na speuringen naar 1.150 autobestuur ders in Nederland verricht. Eén keer is de naam van P'S. in de administratie van de onderzoe kers terecht gekomen. Dat was bij een opgave over personen die in Zuid-Limburg sedert 1946 verdacht zijn geweest van een seksueel de lict. Deze lijsten hebben echter slechts dienst gedaan als controle materiaal bij nieuwe verdachten Dankzij de onderzoekingen van de wiskundige medewerker en het taalkundig instituut beschikte de commissie al vrij snel over de aanwijzing, dat de dader vermoe delijk in Maastricht of omgeving moest worden gezocht. Achteraf klopte dat, maar commissaris Van Osta geeft toe, dat het leger onder zoekers verschillende malen op foute hypothesen heeft gewerkt. „Men moet bijzonder voorzichtig zijn om conclusies te trekken uit niet absoluut vaststaande feiten. Enkele in de loop van het onder zoek getrokken conclusies, name lijk dat de dader een man van vrij hoog ontwikkelingspeil moest zijn, dat hij over een auto moest be schikken, dat hij krachtig en groot van postuur moest zijn, bleken achteraf onjuist. Het operatieterrein van P.S. zou zich hebben uitgestrekt van Mid delburg, Bergen op Zoom, Waal wijk, Amersfoort, Arnhem, Keu len, Metz. Roubaix, Duinkerken en terug naar Middelburg. Recher cheurs reden enige —kennelijk op één dag afgelegde routes van de grafschenner na. Dat gaf hen de overtuiging dat dit slechts per auto was te presteren. „In een later stadium moesten we ervaren, dat sommige opgaven van tijd en plaats, door de plaatselijke politie gedaan, afweken van de werke lijkheid.,, Na zijn arrestatie een inbraak eind september '68 in het Belgi sche Houthalen werd hem fataal bleek S. een onopvallende, alleen wonende figuur te zijn. En niet zo intelligent als zijn achtervolgers eerst dachten. „Men zag hem zijn schennissen niet aan", aldus mr. Van Osta. •,Een bijzondere ervaring was, dat S. ongelooflijk uitgebreide en nauwkeurige aantekeningen had gemaakt van zijn doen en laten. Hij bezat hele kaartensystemen". .Boekhouder, S. bereidde zijn ac ties goed voor. Kerken en monu menten schond hij overdag. Mees tal beperkte zich dat tot het be kladden met viltstiften. Grafschen nis pleegde hij alleen bij duister nis, maar vóór middernacht. Hij verplaatste zich met trein en autobus. „Aan de hand van dienst- schema's en de te voet af te leggen afstanden van en naar haltes maakte hij zijn berekeningen en trachtte hij een zodanig program ma af te werken dat de politie het onwaarschijnlijk moest vinden dat hij niet per auto reisde", aldus commissaris Van Osta. S. had nog heel wat op zijn programma: grafschennissen op grote schaal en kerkschennissen in het noorden en oosten van Neder land. „En tussen alles prijkte sa tan", aldus mr. Van Osta. „Hij was waarlijk van satan bezeten. Alles wat in de R-K kerk aan poëzie was geproduceerd om God en de heili gen te aanbidden en te verheerlij ken had hij omgebouwd ten gerie ve van satan. Sinister en lachwek kend tegelijk,,. fOEDE oude Kloos. Neen, niet An dre van het N.V.V., maar Wil lem, de dichter. Nog vóór 1880het jaar waarnaar hij en al die anderen als „de mannen van '80" gerubri ceerd werden, dichtte hij zijn be roemde sonnet „van de zee" „De zee, de zee klotst voort in de eindeloze deining, De zee waarin mijn ziel zichzelf weerspiegelt ziet Waarschijnlijk heeft hij, een jongen van amper zeventien, die regels in 1876 geschreven. In gedachten zie ik hem langs het Noordzeestrand lopen, telkens weer zijwaarts turend naar de golven. Hij geeft zich aan het ritme gewonnen, hij ontdekt dat zijn hartslag en hun golfslag in wezen één zijn en dan wordt dat onsterfe lijk geworden vers bij hem wakker „De zee is als mijn ziel in wezen en verschijning, Zij is een levend schoon en kent zichzelve niet We leven nu zo'n honderd jaar la ter en Kloos' sonnet is een leugen geworden. De zee een levend schoon? Het mocht wat! Leefde Kloos van daag, hij zou in plaats van over een „levend schoon" over „dood vuil" moeten dichten. Wat eerst nog ontkend Werd, toen Belgische deskundigen de vervuiling van onze kust signaleerden, staat nu wel vast: de zee is dank zij onze laat-maar-waaiende onachtzaamheid een oppervuil kloaak aan het wor den, een grandioze beerput. Wij heb ben er zoveel smerige smurrie in geloosd, dat de oceaan haar biolo gisch vermogen aan het verliezen is om uit zichzelf het vuil de baas te worden. Ook een andere regel uit het son net van Kloos geldt niet meer „Zij wist zichzelve af in eeuwige verreining Want thans, zo'n kleine honderd jaar nadgt Kloos dit dichtte, is de Noordzee helaas tot die „eeu wige verreining" niet meer in staat. Nauwelijks verneemt men voorts, dat ze doende is rond Vlissingen de strijd tegen het rioolvuil op te geven, of daar krijgt ze een eind hogerop, bij Jutland, met een ontembare hoeveel heid uit tankers weggestroomde olie te maken, die de Deense stranden met finale onbewoonbaarheid be dreigt. En boven al dat nieiMos uit klinkt de onheilstem der deskundige profeten: over een jaar of dertig zal in een hopeloos vervuilde oceaan de laatste vis de laatste adem hebben uitgeblazen. Goede oude Kloos, dichter uit een tijd, toen de zee nog de zee was en een strandwandeling nog geen pro menade langs een al stinkender moe ras: draai je maar eens héél erg in dat graf van je om! Geen plezierige naam, dat Schleiss heim, vooral niet wanneer je met het uitspreken van de letter „l" moeite hebt. Maar het slot maakt, dat je die ongezellige naam onmiddellijk ver geet. De Wittelsbachers, die eens over een zelfstandig Beieren regeerden, bouwden het naar Franse trant: met z'n formidabele tuinen, die Lenötre had kunnen aanleggen, is Schloss Schleissheim een klein Versailles en inwendig een pronkstuk van uiterst hoofse barok. 's Zomers worden er in de grote zaal concerten gegeven. Uiteraard van barokmuziek, want die en geen andere hoort in deze omgeving thuis. Wij maakten een concert mee, waarop een trio van fluit en viola da gamba uitsluitend muziek van de jonge Handel speelde. De fluittist excelleerde op een goddelijk zuiver instrument, de gambaspeler bleef be scheiden begeleiden en de man aan het clavecimbel trof precies die sta tige toon die voor Handel zo ken merkend is. Hij was „maar" dilet tant, zei men mij, in het dagelijks leven de op één na de knapste oog chirurg van München, maar in zijn spel was deze medicus-klaviervirtu oos bepaald niet de mindere van een Landowska, een Wering. Een verrukking, dit concert, waar van ik, toen ik het programma las, eerst de vermoeiende eenzijdigheid had gevreesd. Een verrukking: twee uur Handel in zo'n slot, in zo'n zaal met uitzicht op zo'n nobele slottuin betekende dat we heel die tijd in een andere wereld mochten leven, nobe ler, wellevender dan de onze, rijker aan maat, beheerster, en wars van wanklank en schrijnend gerucht. En het leek wel in de pauze toen wij met al die anderen door de slottuin dwaalden of ieder zich gast van een slotheer uit een weer levend geworden verleden voelde. Een slot heer, die na dit kort verpozen in de avonduren, weer in de deur van de feestzaal klaar zou staan om met een buiging zijn gasten te verwelkomen. Aan het slot van de avond en na dat de spelers hun schoonste trio tot twee, drie keer toe hadden moeten herhalen, zeiden we tot elkaar: „Dat dit, goddank, óók nog bestaat." En hier zeg ik dat opnieuw: „Dat dit, goddank, óók nog bestaat". Naast en behalve, nu ja u raadt wel wat ik bedoel. TOKIO (Reuter) In twee dis tricten bij Tokio hebben minstens 18 mensen het leven verloren door aardverschuivingen en overstromin gen na hevige regenval, zo heeft de politie gisteren meegedeeld. Vijf mensen worden vermist en 29 zijn gewond. Het water heeft het spoorweg- en wegverkeer ontwricht

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1970 | | pagina 7