OTTENBROS GEBELGD
Verjaardag vergeten
Harde aanpak
dopinggebruik
Interesse voor
wereldkampioen
zeer gering
is
mans
Wagt
Janssen
geweldig
Controle
op Dolman
en Janssen
Bakstenen
Bewondering
ONDERDAK
GEVAARLIJK
3eRIT
RENNES
0
ANGERS
^10,7 km
DERDE SPORTPAGINA VAN MAANDAG 29 JUNI 1970
Duyndam: een van de langsten.
(Vain artze speciale verslaggever)
ANGERS Harm Qïtenlbnos he-
gon sltecht gehumeurd aan de ibweedle
etappe. Het zsalt hem damilg dwars dat
geen van zijn pitoeiglgenoiten en nie
mand van het personeel hem zater
dag feliciteerde met zijn verjaardag.
„Wias jij jiarig?", zei de tweede me
canicien Ante de Vries verbaasd.
„Dan had je wel eens champagne
lmnrten geven".
Een grimmagie Qttenibnos: „Ja.
Hammpdle is ©elk. JuRie je kiezen op
elkaar houden en iik diure drawk be
talen".
Dat de jury, gevormd door ge
routineerde Fransen en buitenlan
ders niet onfeilbaar is, wend zaterdag
in de eensite etappe bewezen door
Francisco Galdos, die ais allereerste
met behoorlijke achterstand op he,t
circuit kwam en meteen in zijn rem
men kneep. Hij had duidelijk geen
zin in nog een rondje. De jury echter
klasseerde hem meteen en zo kon het
gebeuren dat de gevallen Hanrie
Steevens. die manmoedig doorzette,
in de uitslag aohfer Galdos geplaatst
werd.
Traditiegetrouw zijn na het dok-
tersonderzoek weer de grootste,
kleinste, zwaarste en lichtste coureur
van het peloton bekendgemaakt. De
eer van „de langste" moesten drie
remmers delen: Leo Duyndam, Josepth
Bruyère en Gustaiv Peitterson, die 1.88
metein. Ex aequo (met 1.87) op de
tweede plaats: Martin van dien Bos
sche en Vitltomio Maireelili. Ais klein
ste man staat Waiidimiro Panizza ge
boekt: 1.62. De zwaarste renner van
de karavaan is Anatole Novalk, die
91 kg weeigt, de lichtste is Sbephan
Abraiiamian: 58 kilo.
Bij die start van de tour, heeft de
Portugese kolonie in Limoges Joa-
quim Agostinlho, hun enige landge
noot in de ramde, bediaoht. Agostinlho
kreeg een groite vaas en die beste
wensen aaragelbodien. Reactie van
Joaquim: „Goed dat het geen lekker
nijen waren, want ik ben bezig aan
een vermageringskuur. Ik weeg vier
kilo te zwaar. Die moet ik er binnen
vijf dagen afhebben".
Steevens: doorzetter.
SPOOKPELOTON FAEMINO
VERRAST CONCURRENTIE
(Van onze speciale verslaggever)
ANGERS „We zullen ons niet kapot rjjden om die trui de eerste
dagen te houden, had ploegleider Lomme Driessens na de machts
greep van Merckx in Limoges verkondigd. „Ik denk niet aan een stunt
om die trui tot in Parijs te houden", vulde Merckx toen aan. Maar in
de eerste etappe controleerdeh de Facmino's de koers bijzonder
scherp en de finale werd door Eddy Merckx persoonlijk geleid. Het
tempo bleef laag, van ontsnappingen was (op een lange solo van Ghis-
selini en een poging van Labourdette, Leblanc en Santambroggio na)
nauwelijks sprake. Faemino dicteerde de koers, samen met Mann en
Ferretti. Die drie konden het geweldig goed met elkaar vinden. Ik
had meteen in de gaten dat er gefietst werd om de zaak bjj elkaar
te houden", schetste Rini Wagtmans de situatie in het peloton. „Mis
schien krijgen we wel een herhaling van de Giro. Merckx de trui,
de rest mag wat ritjes winnen. Heersen en verdelen noemen ze dat".
Rini Wagtmans was erbij geweest, toen Eddie Merckx de rol van
zijn knechten overnam en aan het werk ging. Tien km voor La
Rochelle was dat.
55'
55
Merckx begon zijn activiteiten
met het terughalen van Boifava,
Guimard, Bellone en Dumont. Hij
deed dat met Vic van Schil, goede
adjudant, aan zijn zijde. De volgen
de actie van Merckx gold een ont
snapping, attent gevolgd door Wagt
mans, Van Impe, Guyot en Boifava.
„Hij reed verschrikkelijk sterk",
oordeelde Wagtmans. Eddy probeer
de ons steeds op te jagen om door te
gaan, maar ik had er geen zin in.
We zouden dan zo'n 7 km één lange
sprint hebben moeten rijden. Daar
kwam het op neer. Dat houdt toch-
zeker geem mens vol".
Het groepje werd ingelopen en
een compact peloton scheurde het
circuit in La Rochelle op om er het
eerste Tourdrama te beleven. De
slag trof een belangrijk deel van de
gerennommeerde sprinters. Ze scho
ven zich in voorste lijn voor de
eerste finale van een touretappe.
Een afschuwelijk misverstand. Het
draaiboek van de Tour vermeldde
duidelijk dat er op het parcours nog
een volle ronde gereden moest wor
den. Er kon geen twijfel over be
staan. Maar de fatale vergissing, de
te vroege spurt, werd in de hand
gewerkt door de Tourleiding, die de
beroemde flamme rouge (een drie
hoekige rode lap, die de laatste km
aanduidt) te vroeg ophing. De spurt
specialisten kozen positie, het lijf-
aan-lijf-gevecht begon. De strijd
spitste zich toe op Erik Leman en
Mario Basso. Leman won. De hardo
stem van de speaker deed toen de
rest.
„Nog één ronde, nog één ronde",
klonk het paniekerig door de luid
spreker. En alle stilgevallen sprin
ters, blij dat het karwei erop zat,
waren „gezien". Ze vielen als bak
stenen terug in de groep, waarvan
de middenmoters nu plotseling
kansrijke figuren waren geworden.
Met een machtige jump wierp Leo
Duyndam zich naar voren, maar hij
ging te vroeg. Guimard kwam over
hem heen en sleurde een aantal
renners mee. Hij won de spurt van
Janssen, (de film van de foto-finish
moest eraan te pas komen) die Eddy
Merckx klopte.
Had Janssen gewonnenof zou
Merckx als vierde zijn geëindigd en
daardoor de bonificatie gemist heb
ben, dan was Janssen gele truidra
ger geworden. Het kostbare tricot
bleef nu in Merckx bezit en ver
huisde een dag later naar een ploeg
genoot: Italo Zilioli, Merckx super
knecht, die in de hotels altijd de
kamer deelt met de grote meester.
Hij zat in de beslissende slag van
de dag, die Eddy Merckx, ondanks
de winst voor Faemino,, sterk ver
oordeelde, en waarover hij zwaar
gepikeerd was. „Niet omdat ik die
gele trui kwijt ben, daar trek ik me
niks van aan, maar omdat twee van
mijn knechten zoveel hebben moe
ten geven in deze etappe. Het was
een regelrechte aanval op het beleid
van ploegleider Lomme Driessens,
die dan ook geen seconde tijd maak
te voor commentaar en zo snel, als
hij kon van het parcours verdween.
Lomme Driessens had, en dat
wekte de toorn van Eddy Merckx
op, Zilioli en Van den Berghe toe
stemming gegeven voluit te koersen
toen ze deel uitmaakten van een
kopgroep, die na 47 km ontstaan
was. Op dat punt demarreerden
Wolfshohl, Berland, Jotti en Delipi-
ne. Faemino stuurde Zilioli en Van
den Berghe met veel succes op
jacht, Godefroot ging mee. Eddy
Beugels noemde dat later een handi
ge zet van de equipe-Merckx. „Zo
vierden de andere ploegen uit hun
ten( gelokt. Op deze manier hoefde
Faemino niet te werken. Alleen
maar meerijden en controleren. Tac
tisch zeer goed bekeken".
Eddy Merckx had aan de streep
geeh goed woord over voor deze
coupe die leidde tot 'een maximale
voorsprong van 5.55, waaraan zijn
twee knechten dapper meegebouwd
hadden. Op bevel van Lomme Dries
sens, die commandeerde dat de ver
dédigende houding mocht vallen
vóór een aanvallende rol. Vooral Zi
lioli, de latere ritwinaar en nieuwe
gele truidrager, sloofde zich gewel
dig uit voor het behoud van de
voorsprong. „Dat had nooit mogen
gebeuren", veroordeelde Merckx in
Angers de beslissing van Lomme
Driessens. „Die mannen moesten
zich geweldig inspannen om weg te
blijven, want van achteren is er op
het laatst hard gekoerst. Wat zou
dat Zilioli en Van den Berghe niet
aan krachten gekost hebben? De
Tour is nog lang en kan hard wor
den". Met een donker gezicht stapte
hij weg, kort na Lomme Driessens -
de zwijgzame - gehaaste aftocht. Hij
lachte flauwtjes, de slimme Belgi
sche ploegleider. De publiciteitsex-
cessen waren niet gering geweest.
Drie dagen Tour, drie dagen in het
nieuws. Faemino, het spookpeloton.
had de koers beheerst.
De massasprints brengen veel risi
co met zich mee. Zaterdag ging
Harry Steevens hard tegen de vlak
te, zondag sloegen in de finale o.a.
Guimard (die daarmee zijn groene
trui verspeelde) Foulidor en Den
Hartog tegen de vlakte. Merkwaar
dige bijzonderheid: ze gingen om
beurten onderuit op een zebra
pad
„In deze Tour", drukte Eddy Beu
gels zijn ongerustheid uit, „zitten
Italo Zilioli, de meesterknecht van Eddy Merckx, kon dankzij de uitgestippelde tactiek va nLomme Driessens na
de tweede etappe de gele trui aantrekken.
veel teveel renners. Dat trekt en
duwt maar". En Jan Janssen: „Men
sen, mensen, wat een gevaarlijke
boel". Rini Wagtmans: „Je moet er
goed op bedacht zijn. Je zit in een
profwereldje. Als ze door jou tegen
de vlakte te trekken, ritten kunnen
winnen en daardoor hun contract
voor volgend jaar veilig stellen, dan
doen zij het".
De valpartij in de te vroege sprint
op het circuit van La Rochelle, de
smak in de straten van Angers en
het gepluk aan truien en broeken
dat nog net geen ernstige gevolgen
had, drong bij de volgers de vraag
op tot wat het allemaal zal leiden in
de etappes die nog een week vlak
zijn en dus naar alle waarschijnlijk
heid het peloton lang bijeen zullen
houden.
Naast de heerschappij van de Fae-
mino's waren het de valpartijen die
opvielen.
En in de derde plaats was dat de
rol die Jan Janssen in het openings
stuk van de Tour speelde. Een derde
plaats in de tijdrit, tweede in de
massasprint van de eerste etappe en
het veroveren van de groene trui in
de derde rit wekten grote bewonde
ring. „Zaterdag zat het lekker mee,
toen die sprinters stilvielen terwijl
ze nog een ronde moesten. Ik reed
in het midden van de groep en
kwam ineens vooraan terecht".
Ondanks dat geluk imponeerde
Jan Janssen, want de concurrentie
was bijzonder groot en hij klopte
Merckx voor de tweede plaats. In
Angers kreeg hij de groene trui om
zijn schouders, na een helse achter
volging op het kopgroepj e. BIC, en
met name Jan Janssen, waren ver
antwoordelijk voor het steeds gerin
ger wordend tijdsverschil. „We moes
ten wel", hijgde Janssen over zijn
fiets. „Had Bergland van ons niet
van voren gezeten maar bijvoor
beeld Grosskost, die zeer goed in
het klassement staat, dan hadden we
het kalm aan kunnen doen, nu niet".
De beloning voor de moeite bestond
uit de groene trui en de tweede
plaats in het algemeen klassement.
Jan Janssen had zich weer gepre
senteerd. „Ik heb grote bewondering
voor hem", zei Rini Wagtmans. „Jan
rijdt geweldig".
En met dat al is hij, die zich een
oude man noemt, de beste Nederlan
der tot nu toe in de Tour van 1970.
((Van onze speciale verslaggever)
LIMOGES De Tour-leiding heeft
strenge maatregelen voor de doping
controle aangekondigd. In 'n ploeg
leidersvergadering waarschuwde co-
directeur Felix Levitan voor een
harde aanpak en verwonderlijk is
dat niet. Wanneer men weet dat in de
laatste meand voor deze Tour 4
(Roger Fingeon, Cyrille Guimard,
José Catieau en Paul Gutty) van de
5 Franse toprenners in eigen land be
trapt en gestraft zijn op gebruik van
stimulantia, dan is het duidelijk dat
de Tour-leiding niet achter kan blij
ven.
Men mag dan ook rekenen op een
straf beleid bij de controle waarvan
de uitslag 60 uur na de etappe be
kend wordt. Dagelijks zullen zich
5 coureurs aan het onderzoek moeten
onderwerpen: de ritwinnaar; nr. 2
van de etappe; de drager van de gele
trui; 2 door het lot aan te wijzen
renners. Alleen wanneer er twee
halve etappes gereden worden, kun
nen de nummers 2 wegblijven. Dan
kontroleert men alleen de winnaars
van de dag.
Volgens het UCI-reglement krijgt
een op doping betrapte renner 10
strafminuten in het algemeen klasse
ment; 100 Zwitserse frank (ongeveer
850,boete; een voorwaardelijke
schorsing van een maand en terug
zetting naar de leatste plaats in het
etappenklassement. Bij een tweede
overtreding wordt hij uit de wed
strijd genomen; krijgt 4 maanden
schorsing (drie maanden plus de
maand voorwaardelijk). Na een der
de keer wordt hij in de dan rijdende
wedstrijd opnieuw meteen uit de
koers genomen en trekt de UCI zijn
licentie voor het leven in.
29-S-1970
ÜJ
QChanteloup
Le Mnrhnn^-Fprrhnud
-■"^iRenazé
C de la Sabtière
^Segrë
140 km Ve'r^4o)
i,
(Van onze speciale verslagge
ver)
ANGERS Wereldkampioen
Harm Ottenbros is niet opgeno
men in het selecte rijtje, dat
buitenlandse journalisten dage
lijks voor en na de etappe afwer
ken om ter versteviging van de
banden handen te drukken en
commentaren los te peuteren. On
danks de regenboogtrui geuiet
Ottenbros weinig belangstelling.
„Er zijn nog maar weinig ver
slaggevers bij me geweest". En
route deelt de kleine Willem li
er evenmin in de hulde van het
publiek. „Onderweg hoor je al
leen maar: allez Merckx en aiiez
Poupou. Die twee namen schijnen
de mensen alleen maar te ken
nen. Ach, ik ben er aan gewend.
Overal waar ik als wereldkampi
oen kom waar Eddie Merckx ook
is, zien ze me niet staan. Of ik
dat erg vind? Nounee, niet be
paald. Ze zijn me gewoon verge
ten door de naam Merckx. Die
beheerst alles. De koers en de
gunst van het publiek. Maar ik
zou natuurlijk wel graag weer in
de belangstelling komen. Logisch.
Er zullen echter prestaties voor
nodig zijn en die hoop ik in deze
Tour te kunnen leveren. Ik voel
me er sterk genoeg voor".
In geen van zijn twee voor
gaande rondes van Frankrijk,
beet Harm Ottenbros zich zo vast
op resultaten in deze zware wed
strijd. Nooit toonde hij zich zo
strijdlustig als nu. „Ik heb er een
geweldige zin in. Het moet ook
wel, want als wereldkampioen le
verde ik eigenlijk nog geen enkel
opvallend resultaat. In het voor
jaar had ik een klassieker willen
winnen, maar door blessures
hoefde ik daar geen seconde aan
te denken. Toen stemde ik mijn
programma helemaal af op het
Nederlands kampioenschap. Dat
werd een flop. Wat bleef er toen
anders over dan sterk geconcen
treerd deze Tour rijden? Ik mik
op twee ritoverwinningen. De
twee die ik vorig jaar verspeelde,
toen ik achter Hoban en Van
Spranigel fün&hite. Ik geloof dat
het kan lukken, want ik heb
twee jaar Tour-ervaring en ik
ben momenteel in perfecte condi
tie. Maar ja, laten we ook weer
niet te optimistisch zijn na twee
dagen Tour....Het is nog vroeg".
De gegroeide belangstelling
voor prestaties valt bij Harm Ot
tenbros ook te verklaren door het
eindigen van zijn contract bij
Willem II Gazelle. Aan het eind
van het seizoen is hij vrij man.
Thuis, in Hoogerheide ligt de
nieuwe overeenkomst met de si
garenfabriek te wachten op zijn
handtekening. Het jaarsalaris
vermeldt hetzelfde bedrag als
wat hij dit jaar kreeg als wereld
kampioen. Zo kwam hij na Zol
der overeen met Willem II dat
om budgettaire redenen de re
genboogtrui niet meteen naar
volle waarde wenste te betalen.
Maar Harm Ottenbros weet nog
niet of hij zijn nieuwe contract
wel zal tekenen.
„Voorlopig wacht ik er nog
even mee. Waarom? Ik denk aan
waardevermeerdering. Daar mik
ik ook op in deze Tour. Bij
Willem H zou ik weer voor twee
jaar onder dak kunnen en mis
schien doe ik het ook wel, maar
ik wil eerst eens kijken of er nog
meer te verdienen valt. Overi
gens ben ik benieuwd of Willem
II volgend jaar doorgaat. Ik weet
het nog niet zo zeker. Vorig jaar
voor de Tour kwamen ze nerveus
informeren of ik al getekend had
en of ik het zou doen, nu hoor ik
niks. Ze maken geen haast. Of ik
naar Caballero zou willen als
Willem II stopt? Alleen voor veel
geld. Voor heel veel geld.
Dat zou die overgang voor mij
aantrekkelijk maken, anders niet,
want ik vind Caballero eigenlijk
Harm Ottebros: prestaties in de
Tour.
toch geen beste ploeg. Het valt
me een beetje tegen als ik die
mannen bezig zie. Misschien
komt het omdat Gerard Peters
een te kalme en te zachte ploeg
leider is. Maar ik geloof niet dat
ik op Caballero ben aangewezen
als Willem II zou stoppen. Dan
komt er wel weer een ander
merk, want de belangstelling
voor de wielrennerij groeit weer
in Nederland".
Vergeet Harm Ottenbros dan
de steeds duidelijker tanende be
langstelling voor de prof criteri
ums, diie een trieste afgaing aan
inkomsten beleven? „Dat geef ik
wel toe, ja. Op de criteriums is
het niet best tegenwoordig. Voor
de organisatoren gaat het bar
slecht en die weerslag ondervin
den wij natuurlijk. In Kortenhoef
boden ze me een paar weken
geleden f. 200,- met pijn en
moeite zou ik er f. 250,- kunnen
krijgen. Dat is toch zeker te be
roerd om over te praten. Ik kan
het me overigens wel voorstellen.
De impasse ligt voor een deel
oo'k aan de coureurs zellf. Ik ge
loof dat als ik organisator of
toeschouwer was, ik ook geen
cent zou neertellen als ik bij
voorbeeld dat zootje bij de Ne
derlandse kampioenschappen had
zien fietsen, dat soort wedstrij
den kun je moeilijk propaganda
voor de wielersport noemen. Ver
der ligt het volgens mij aan een
gebrek aan opvallende uitslagen.
Niet een Nederlander won een
grote cours. O ja, er kwamen
behoorlijke uitslagen in etappe
koersen, maar dat zegt de gemid
delde wielersupporter weinig.
Wat kan het hem schelen, dat
Joop Zoetemelk daar derde
wordt, daar tweede, daar vierde
enzovoorts. Bij ons slaan die
prestaties wel aan. Wij praten er
vol bewondering over, maar de
buitenstaander wil indrukwek
kende overwinningen. Begrijpe
lijk. Er zal voor onze toekomst,
onze kostwinning in Nederland,
verandering in de situatie moeten
komen. Daar kan deze tour voor
dienen. De Nederlandse renners
moeten in eigen land weer popu
lair worden en daar leent een
Ronde van Frankrijk zich uitste
kend voor".
Als het aan Harm Ottenbros
ligt, zal hij er zijn bijdrage in
leveren. „Alleen..." filosofeert de
vergeten champion du monde, „ik
verwacht nog wel een stel massa
sprints de eerste dagen. Daar ziet
het sterk naar uit. Als we met de
hele groep aankomen, dalen mijn
kansen. Ik moet het meer van
een aankomst in een ploegje heb
ben. Dat is bovendien niet zo
gevaarlijk. Want wat wordt er
getrokken en gesjord in een mas-
saspurt...tsjonge, tsjonge...Het is
soms een linke boel. Vooral de
Italianen hebben er een handje
van. Basso is er erg sterk in.
Trouwens Eric Leman kan er ook
wat van. Het is een soort ziekte,
dat shirtjes trekken. Heb je het
een paar keer gedaan, dan kun je
er niet meer buiten. Je blijft het
doen".
PETER HEERKENS.
Het op een na grootste deelnemers
veld dat de Tour ooit had, betekent,
dat achter in het peloton bengelende
renners heel wat tijd nodig hebben
om zich vooraan te presenteren. Om
precies te zijn: het duurt 40 seconden
voor de als 150ste rijdende renner
op een van de eerste plaatsen be
land is. Bandbreuk kost een coureur
minimaal anderhalve minuut.
Evert Dolman, op de foto druk bezig met het uitdelen van handtekeningen,
was een van de twee Nederlanders, die zich aan de dopingcontrole moest
onderwerpen.
(Van onze speciale verslaggever)
ANGERS Voor de dopingcon
trole moesten zich (behalve de gele
truidrager Merckx, ritwinnaar Gui
mard en nummer twee Janssen) na
de eerste etappe melden: Raymond
Riotte en Ernesto Jotti. Ze werden,
zoals het reglement voorschrijft]
door het lot aangewezen. In de twee
de etappe waren het: Dolman en Vi-
dament.
De strijdlustigste renner van de
tweede etappe was de Italiaan Zilio
li. Hij kreeg van de jury 98 punten
en een premie van 900 gulden.
De premie voor de grootste sprong
in het algemeen klassement ging
naar de Belg Walter Godefroot. Hij
klom van dé 93e naar de 12e plaats.
Het klassement Grand Prix des
Jeunes van Caballero wordt geleid
door Roger de Vlaeminck, vóór Frey,
Jiminez, Thomas Petterson, Serpenti
en Van Katwijk.
Martin van den Bossche kwam na
de eerste etappe met een vertrokken
en verkrampt gezicht over de streep.
„M'n kies", kreunde Van den Bos
sche. „Verschrikkelijk. Onderweg
viel er ineens de vulling uit. Ieder
zuchtje lucht, dat er tegenaan kwam
gaf enorme pijn". En zo kwam de
lange Belgische renner in Italiaanse
Idienst 's avonds in de stoel van de
plaatselijke tandarts terecht.