WAT ZIJN DAT TOCH, JAPANNERS?
Zelfs een
bij moet
zich vergissen
Korter leven en de pil
Destrip
waarvan u weet
dat-ie goed is
Ykpona Strip
fg>
69
40
¥4B
59
PRUS-SIAG
MASSAm
VERKOOP!
fcÖGOUD-
ÜÈRINGEN
MAKREEL
KOFFIEMELK
PUDDfNGSAUS
SHERRY
WEESPER KLUIT
APPELMOES
'DOPERWTEN
JAC. HERMANS
CLUB-BIER
MARS
SUPER KOFFIE
VRUCHTEN HAGEL
VERSCHIL
VOORLOPERS
AFWIJZEN
GESTE
DOOR
GREET BUCHNER
flö.-
voordelig
uit met NS
U hebt er een zomerlang plezier van
PER
hoog blik 425gram
ecHe. „GEISHA*
veer een gezellige ptijsl
4 flesjes
't scheelt dubbeltjes!
grapt blik 460 gram
fles
Pons grate succes!
massa inböp-massa i/ertoop
literblik
19
VRIJDAG 12 JUNI 1970
19
De mens heeft de natuur altijd
mooier willen maken dan zij is.
Een eenvoudig boerentuintje en
een eenvoudig veldboeket zijn
daarvan reeds de primitieve bewij
zen. Maar er is natuurlijk een
opmerkelijk verschil tussen de wij
ze waarop de westerling de natuur
mooier maakt, namelijk door haar
op een bepaalde manier te ordenen
en te rangschikken en de manier
waarop de Japanner dit doet. Wij
laten de natuur de natuur. De Ja
panner denatureert haar min of
meer, hij bezielt ieder natuurlijk
gegeven met eein menselijk idee en
haalt het daarmee uit zijn natuur
lijke verband. Een boeket van een
Japanner is geen kleurensympho-
nie, maar een lyrische uitdrukking
van een kosmisch principe. Een
tuin is meer een theologische dan
een geologische aangelegenheid,
het werkelijk onvervalste Japanse
theedrinken is een estetische en
etische gebeurtenis, waarbij de
wijze waarop dit gebeurt een zelf
standig leven gaat leiden en waar
bij het drinken van de thee zelfs
voor westerse begrippen in het
niet verdwijnt. Deze onverzadigba
re neiging tot perfectionisme en
Het is gevaarlijk te blijven
denken dat Japaners imitators
zijn, wel in staat iets te vebete-
ren wat anderen reeds eerder
uitvonden, maar niet in staat tot
eigen uitvindingen. Bertus Aafjes
wijst erop dat de Japanner zo
weinig uitvond, omdat er voor
hem voorlopig niets te vinden
viel.
Dat Japan een even grote in
vloed had op onze hedendaagse
kunst als het westen op het
technische kunnen van Japan is
een feit dat de meesten van ons
onbekend is. Alleen hieruit
reeds mag blijken hoe gevaar
lijk het is te menen dat Japan
ners alleen maar imitators zijn.
De Japanners zqn grote na
tuurliefhebbers, zegt men. Het
is bijna een axioma, dat ieder
een op de wereld uit het hoofd
kent. Inderdaad, de Japanners
zijn grote natuurliefhebbers. Er
zqn er geen grotere. Zij houden
zoveel van de natuur dat zq de
natuur van haar natuur bero
ven. Klein van postuur zijnde
kweken zq reuzen, verliefd op
bloemen zqnde maken zq na-
maakbloemen van papier en
plastic, Zij leggen tuinen aan,
niet van bomen en gras, maar
van zand en stenen. Beroemde
Japanse landschappen bouwen
zq kunstig na in miniatuur op
een theeblad en dit zijn maar
enkel voorbeelden, want zq lig
gen voor het grijpen.
Zij besteden er bijvoorbeeld ja
ren aan om een normale pijnboom
in zijn groei te belemmeren tot hij
een dwergboom geworden is maar
met hetzelfde enthousiasme fokken
zij een gewoon Japans mensenkind
met bier en pap op tot hij opge
groeid is tot een soemo-reus. Geen
vrouw gedraagt zich zo bevallig
als een Japanse geisha in haar
geishadracht - te bevallig vindt me
nige westerling - maar op het ka-
boeki-tomeel, waar stukken alleen
voor mannen gespeeld worden spe
len deze de geisharollen zo voor
treffelijk dat volleerde geisha' naar
de kaboeki schouwburg komen om
er van de mannelijke spelers te
leren hoe het nog beter kan. De
Japanner is een onverbeterlijke
verbeteraar. Hij verbetert zelfs de
natuur.
Ik had laatst de tempel der ze
venenveertig ronin bezocht en ging
in een naburig theehuis Japanse
thee drinken. Op een ereplaats
stond een prachtig boeket klapro
zen. Ik wilde eraan ruiken, het
was van plastic. Teneinde te on
derzoeken of een ander boeket op
een andere ereplaats ook van plas
tic was raakte ik het even aan met
mijn vingertoppen - het was echt.
Even later bemerkte ik tot mijn
stomme verbazing op het. toilet dat
er zelfs e enbloem gewonden zat
om de trekker van de w.c. Ik
weigerde te onderzoeken of hij
echt was of niet. Zelfs een bij
moet zich hier vergissen. Het zou
mij niet eens meer verbazen als ik
een pot honing kocht in een waren
huis en de honing bleek van plas
tic te zijn. Men zou het de Japanse
bijen in ieder geval niet kwalijk
kunnen nemen.
omscholing van alle dingen is er
ook de oorzaak van dat de Japan
ner zoveel westerse uitvindingen
perfectioneert. Smalend zegt men
daar dat de Japanner zelf niets
uitvindt, alleen maar de uitvindin
gen van anderen verbetert. Dit is
niet alleen een halve waarheid, het
zal op den duur ook een noodlotti
ge vergissing blijken voor wie
haar maakt. De Japanners hadden
eenvoudig het geluk ruim een
eeuw geleden op te duiken uit een
isolement dat hen in de midde
leeuwen gehouden had. Een Japn-
ner heeft de auto niet uitgevonden
noch de trein. Een Nederlander
trouwens ook niet. Het is zelfs de
vraag of hij een fiets heeft uitge
vonden - waarschijnlijk heeft hij
hem alleen maar verbeterd - net
als de Japanner. Japan behoefde
de technische kennis van het wes
ten nu eenmaal niet meer te on
derzoeken want deze was reeds
gevonden. Dat is geen schande.
Dat Japan vandaag ongetwijfeld
meetelt op het gebied van de we
tenschappelijke research bewijzen
de Nobelprijswinnaars wel die het
land telt.
Het is niet mijn bedoeling de
legende van de Japanner die
slechts na kan maken wat anderen
hem voorgedaan hebben de wereld
uit te helpen. Deze heeft zijn lang
ste tijd nu wel gehad en is bezig
zichzelf te overleven. Maar wel
zou ik eens willen wijzen op de
enorme invloed die het Japanse
natuurgevoel op de ontwikkeling
van de moderne kunst in de we
reld gehad heeft. De Japanner is
in zijn zucht tot stilering van het
voorhande zijnde zover gegaan dat
hij gedurende zijn gehele cultuur
geschiedenis figuren en situaties
gecreëerd heeft die men als voor
lopers van de moderne kunst kan
aanwijzen, ja, als zuivere uitingen
van modere kunst lang voor zij in
Europa bekend of gerealiseerd wa-
Als men de indrukwekkende
ren.
zentuin in Kiolo ziet van zand en
stenen, dan ervaart men onmiddel
lijk dat hier het moderne kunststre-
ven, waarin het naakte object of
de naakte materiële structuur van
het ding in zich als kunstdoel ge
zien wordt reeds lang zo gezien
werd in middeleeuws Japan. Trou
wens een keizer in Kiolo liet dui
zend jaar geleden reeds op een
maannacht in de zomer een lapje
witte zijde over een stenen lan
taarn in zijn tuin leggen en hield
toen met zijn hofdames en hove
lingen een nachtelijke sneeuwkij-
kersbijeenkomst in zijn tuin - een
daad dié nauwelijks geëvenaard
kan worden door een artiest die in
het stedelijk museum met een
nieuwe autentieke artistieke
vondst debuteren moet. Ga een
voormiddag naar het kaboekithea-
ter een namiddag naar een toer
nooi voor soemoworstelaars of een
avond naar een geishahuis en gij
zult tot uw verbazing de pure Ju-
gend-stijl in levende lijve zien -
zij is hier eeuwen oud en nooit
door westerse' kunstenaars over
troffen of geëvenaard. Deze ont
dekten haar trouwens door de Ja
panse prent.
Ik geloof niet dat het overdreven
is te zeggen dat de Japanse pruik
en het Japanse levensgevoel dat
eraan ten grondslag ligt de baker
mat is van de moderne kunst. De
impressionisten - niet langer tevre
den met een realistische weergave
van de natuur - ontdekten de
Japanse houtblokprent. Van Gogh
en Gauguin verzamelden er duizen
den van en met hun prenten drong
het Japanse natuurgevoel in hun
werk door en vormen zij de natuur
naar het beeld dat de mens er zich
van wenst te maken. De grote
explosie is daar mee in de moder
ne kunst begonnen. Alle kunstvor
men ontstaan nadat de gist van het
Japanse natuurgevoel aan het rea
listische ding van de westerse
kunst is toegevoegd. Expressionis
me, jugendstil, abstracte kunst, pop
art en wat nog volgen mag. Toen
van Gogh zijn Japanse prenten co-
Een Japans mensenkind wordt opgevoed met bier en pap totdat hij een
Soemo-reus is.
pieerde en reizende naar Arles aan
zijn broer schreef dat hij „au Ja
pon" ging, wierp hij de deur wa
genwijd open tot de gehele evolu
tie van de moderne kunst.
Als men ergens met de legende
wilafrekenen dat Japanners na
volgers zijn dan wel op dit gebied.
Laatst had ik een lezing gevolgd
van een Russische diplomaat over
Enkoe, een Japanse beeldhouwer
(deze wandelende monnik uit de
zeventiende eeuw maakte duizen
den houten sculpturen in Japan
van vaak puur expressionistische
aard). Ik was na afloop van de
lezing zo doodmoe van weer een
dag hollen en stilstaan in Tökio
dat ik na afloop in de bar van het
„International House" neerzakte op
een kruk achter een potbier. Naast
mij zat een Amerikaanse professor
in de economie die les gat aan een
universiteit op de Filippijnen en
die aan een ongewoon dikke Ja
panner naast hem uitlegde dat hij
de Japanse economische explosie
als een wonder beschouwde en dat
dit wonder, naar zijn idee, nog
steeds zijn top niet bereikt had,
maar dat 't ongehinderd een op
waartse lijn zou blijven volgen.
Toen de ongewoon dikke Japanner
hem op zijn vraag meedeelde dat
hij arts was had de Amerikaan de
aardigheid op te merken dat -ijn
praktijk dan zeker uitsluitend uit
soemoworstelaars bestond.
Even later verdween de Japan
ner discreet en richtte de econoom
zich tot mij. Waar ik vandaan
kwam? Nederland. Wat was ik?
Dichter, had ik de onvoorzichtig
heid te antwoorden. Dat kan niet,
zei hij. Uit Nederland waren al
leen kaas en kapers afkomstig. Ik
vroeg of hij het Nederlandse pavil
joen gezien had. Hij uitte een
kreet van afwijzen. Alles was ge
filmd, brulde hij met schorre stem.
Niet alleen in het Nederlandse pa
viljoen - de hele Expo bestond
volgens hem, uit filmtrucage. In
geen paviljoen had hij een plek
gevonden om zo maar rustig te
kunnen gaan zitten kijken naar
een schilderij. Een Menline of een
Rembrandt.
Ik opperde: of een Van Gogh.
Maar hij antwoordde niet meer.
Het laatste wat ik van hem zag
was dat hij als een slingeraap hing
tegen de witte tegelwand van de
restroom.
Ongetwijfeld is het Nederlandse
paviljoen een grootse schepping -
ik heb het nog niet gezien - maar
op de barkruk begon ik de fanta
seren wat ik gedaan zou hebben
als ik een vinger in de Expo-pap
gehad had. Ik had niet meer dan
een hoekje nodig gehad. Ik had er
de drie Van Gohg's gehangen
die Vincent schilderde naar Japan
se prenten. Ik had er de drie
Japanse prenten naast gehangen,
die naar ik meen, nog steeds in
het bezit zijn van ingenieur Vin
cent van Gogh. En ik had er heel
groots drie prachtige gecalligra-
feerde haikoe's naast gehangen die
in drie regels van drie beroemde
■haikoe dichters en thema behan
delden, dat correspondeerde met
de voorstellingen op de prenten en
schilderijen.
Er had boven de ingang van dat
zaaltje niets anders behoeven te
staan dan een kleine variant op
Dantes inscriptie boven de poort
van de hel: wie hier binnentreedt
treedt binnen in het rijk van mo
derne kunst (of hij daarmee alle
hoop laat varen is een andere
zaak). Ieder Japanner zou het be
grepen hebben, hij zou geweten
hebben dat hij eindelijk eens als
een baanbreker gesignaleerd werd.
Ik denk dat hij bijzonder gevoelig
geweest zou zijn voor deze Neder
landse geste.
Er is de laatste tijd nogal wat
te doen over het noenemend pil
gebruik door de Nederlandse
vrouwen en meisjes. De artsen
die tegen zijn, hebben het over
de enorme gevaren van trombose,
kanker en een vroegtijdige ver
oudering van de vrouw. Omdat
deze artsen vrij geregeld in de
publiciteit komen met hun bezwa
ren, lijkt het zinvol om deze eens
onder de loep te nemen. Maar la
ten we vooraf vaststellen, dat al
le artsen het erover eens zijn dat
de pil het enige volkomen be
trouwbare voorbehoedmiddel is.
Dat wil zeggen: alléén de vrouw
die de pil gebruikt is er voor de
volle honderd procent zeker van
dat ze niet tegen haar wil in
zwanger wordt. Dat is dan punt
één en dat lijkt belangrijk ge
noeg om even gememoreerd te
worden. Zelfs al is het geen punt
van discussie.
En nu het gevaar van trombose.
Hierbij kunnen we óns beroe
pen op een zeer recente uitspraak
van de gynaecoloog, dokter Has
pels. Terugkerend van het zesde
internationale congres over gynae
cologie, gehouden te New York
en in het bezit van het 'allerlaat
ste wetenschappelijk verkregen
cijfermateriaal deelde déze arts
mede: „per jaar komen er per
honderdduizend pilgebruiksters
anderhalf tot drie sterfgevalen
voor tengevoge van trombose".
Per honderdduizend zwanger
schappen sterven éénentwintig
vrouwen. Zwangerschap is in ons
land dus even gevaarlijk als zes
tot twaalf jaar pilgebruik.
Desondanks heeft nog geen arts
durven beweren dat het beter zou
zijn als geen enkele vrouw meer
zwanger wordt. Hoe zou ze dat
bovendien klaarspelen zonder pil?
Ook dokter Cohen, een gynaeco
loog te Amsterdam heeft een ei
gen mening over het verband
tussen trombose en pilgebruik.
Hij zegt: de pil wordt in ons
land sedert 8 jaar in toenemende
mate gebruikt. Momenteel wordt
het aantal pilgebruiksters ge
schat op 450.000. Desondanks heb
ben zich de laatste jaren niet
méér gevallen van trombose voor
gedaan bij vrouwen in de vrucht
bare leeftijdsklasse dan voor de
tijd dat de pil gebruikt wordt.
(ADVERTENTIES)
Neem gratis een gast mee
op reis.
Op zaterdag of zondag in
juni, juli en augustus. Net
zo ver en zo lang als u
maar wilt.
Het kost u nooit meer dan
per persoon.
Datzelfde geldt ook voor kanker
van de baarmoeder en de borst.
Het aantal gevallen van kanker
bij vrouwen is dan ook niet gro
ter geworden sedert de laatste
acht jaar. Het aantal pilgebruik
sters neemt dagelijks toe.
Deze uitspraken zijn duidelijk
genoeg zou je zo kunnen zeggen.
Rest nog de uitspraak van dokter
Defares. Hij houdt vol dat vrou
wen, die gedurende lange tijd de
pil gebruiken, snel oud zullen
worden op het moment dat ze er
mee stoppen. Hij acht het zelfs
niet onmogelijk dat de gemiddel
de leeftijd van de vrouw zal da
len door het toenemende pilge
bruik.
•Dokter Defares kan deze stel
ling niet bewijzen met cijfers.
Daarvoor is het gebruik van de
pil no gte jong en daarvoor zijn
de vrouwen die zegebruiken nog
te jong. Om diezelfde reden is er
ook geen mens die de stelling van
Defares kan weerleggen.
Laten we daarom eens aanne
men dat deze arts gelijk heeft.
Zou dat dan werkelijk zo een
ramp zijn voor de vrouw persoon
lijk en voor de samenleving in
haar totaliteit?
Um hierop een zinnig antwoord
te kunnen geven moeten we eerst
zien noe het nu gesteid is met
de gemiddelde leetfijd van de
vrouw en van de man waarmee
haar leven zo nauw verbonden is.
Voor de vrouw ziet het er heel
best uit in Nederland. Ze wordt
ouder dan waar ook ter wereld
en heeft een gemiddelde leeftijds
verwachting van 76 jaar. Het is
bovendien aan te nemen dat dit
cijfer nog zal stijgen.
De man daarentegen heeft het
kennelijk minder goed in ons
land. Zijn gemiddelde leeftijd is
de laatste jaren snel aan het da
len. Van 74 is de leeftijdsverwach-
ting al gekomen op 73 jaar en het
is aan te nemen dat dit nog la
ger zgl komen te liggen. Gemid
deld wordt de vrouw momenteel
dus drie jaar ouder dan de man.
Bovendien trouwt ze op een
leeftijd die gemiddeld 2 jaar jon
ger is dan die van de man.
Volgens een uiterst simpel reken
sommetje heeft elke vrouw (nog
steeds gemiddeld) dus minstens
vijf jaar weduwschap voor de
boeg.
Dat is voor de doorsnee vrouw
bepaald geen pretje. Als zij op
hoge leeftijd weduwe wordt, zal
zij de grootste moeite hebben om
nog zin te geven aan de laatste
jaren die haar in alle eenzaam
heid resten.
Voor de samenleving vormt het
toenemende aantal oudere, vaak
hulp zoekende vrouwen ook een
heel probleem. In sommige ge
vallen gaat alles goed en weet
een oudere weduwe nog iets te
maken van de jaren die haar res
ten.
In veel meer gevallen verloopt
dit proces veel minder gemakke
lijk en brengt het probleem mee
zowel voor de oudere vrouw als
voor de (inmiddels ook al middel
bare) kinderen, die net door de
allergrootste zorgen voor hun ei
gen kinderen heen zijn.
Kortom, ieder die om zich heen
kijkt met open ogen kan consta
teren, dat, het niet gemakkelijk is
om weduwe te worden op bejaarde
leeftijd.
Daarom lijkt het heel zinvol
voor elke jonge vrouw om zich
af te vragen of een paar jaar kor
ter leven en dus ook een paar
jaar korter weduwe-zijn niet op
weegt tegen een zorgeloos huwe
lijksleven zonder angst voor on
gewenste zwangerschappen?
Zijn die paar jaar die de vrouw
nu als eenzame weduwe slijt echt
wel zoveel belangrijker dan een
gezinsgrootte die overeenkomt met
de wens van man en vrouw?
Een afstand in jaren tussen de
kinderen die eveneens overeen
komt met hetgeen als meest wen
selijk gezien wordt? Het is een
vraag die ernstig overwogen dient
te worden, gesteld het feit dat
dokter Defares werkelijk gelijk
zou krijgen.
In dat geval zou de vrouw na
melijk zelf bwust enkele jaren
van weduwschap kunnen verrui
len voor een probleemloze family-
planning.
Toch iets om over te denken.
(ADVERTENTIE)
3zware stwkksn
59
aardbéert kersen
,FINO"medium otoy
j[e soort feifelmcrgari ne
jolijs-slag prijs!
SOO gram,
geurige pittige
da\ straoif woordelijk!
..DE RUVTER"
groöthahölels .prijs
literblik
van gowdreinetten
middel n
'V