charmant
FLORA'S
RIJK
TE BOEK
1
RIJM
J
SS
wanneer is iemand dood?
pa is rijk, waar maken ze zich druk om?
het
volkomen
vlees boek
W
te D0T<
m .CE0-C.IE
RY
Voor het gezin
Niet wanhopen: één keer moet het
voorjaar en zomer worden. Dan
komen pas de modellen aan bod uit
„Diolen Loft" van Enka Glanzstoff.
Het is een gebreide kunstvezel,
wasbaar, gauw droog, en men be
hoeft niet te strijken. Het zijn
charmante, luchtige modellen,
als bijgaande foto's laten zien.
„Als je dan per se een verhaal
voor je krant wilt hebben van een
succesvol immigrant in Australië",
zegt Jan, „dan kun je het mijne
best krijgen. Als je het maar uit
je hersens laat om mijn ware naam
te noemen, want mijn oude vader
die van de AOW moet leven stuur
ik elke maand honderd dollar, en
ik wil niet dat hij daar gedonder
met de belasting mee krijgt".
„Nou, waar zullen we beginnen
Je weet dat ik uit het Land van
Maas en Waal kom, mijn vader
woont er nog steeds, mijn moeder
is dood. Ik ging als vrijwilliger
naar Indonesië na de oorlog, mie
terse tijd gehad joh Wel gevaar
lijk soms, maar je leefde er ten
minste. Zat in de bergen, bij die
vulkaan, hoe heet die nou weer
de Papandajan. In Bandoeng leer
de ik Elly m'n vrouw kennen; een
Indische, pracht-meid en dat is ze
nog. We trouwden en in 1950 toen
ik ge-demobd werd kwamen we
naar Australië. Waarom? Och, Elly
is vrij donker en ze zou in het
Land van Maas en Waal een
vreemde eend in de bijt geweest
zijn, de familie is nogal conserva
tief. Een vak had ik niet, wat wil
je Oorlog, onderduiken, toen in
dienst.
Begon hier te werken als los-werk-
man. Een paar maanden hier, een
paar maanden daar. Elly werd met
een al zwanger en kon dus niet
gaan werken. In die tijd kwam er
geregeld een Hollandse kruidenier
aan de deur met een bestelwagen,
en die vroeg aan Elly of ze geen
sambal voor hem kon maken. Daar
was vraag naar, en het was niet te
krijgen. Goed, Elly ging sambal
maken, later ook andere dingen zo
als seroendeng en nasi goreng-krui-
den.
Ik ging tijdens de week-ends gere
geld vissen en ontdekte dat het
hier barstte van de paling. Kanjers.
Liet uit Holland fuiken komen, in
stalleerde in de tuin een rook-in-
stallatie van lege oliedrums en be
gon de paling te verkopen. Eerst
aan die kruidenier, later aan deli
catessenzaken in de buurt. Toen ik
ergens een advertentie zag van
vaatjes haring te koop begonnen
we met z'n tweeën rolmops in te
maken: een rotwerk en je hebt per
manent stinkende handen, maar we
maakten er 100% winst op.
We zaten toen nog in een huurhuis,
een oud kreng, maar het was goed
koop. Toen we een duizend pond
opgespaard hadden zaten we voor
het dilemma: een eigen huis kopen,
of eerst een bestelwagen en zelf
Hollandse kruidenier gaan spelen?
Nou, het heeft me bijna een echt
scheiding bezorgd want Elly wou
natuurlijk een huis, vooral omdat
ze in verwachting was van de
tweede. Maar ik zei: kind, wacht
nu nog een jaar of vijf en dan
koop ik het mooiste droomhuis
voor je van de winst.
Dat ging natuurlijk niet door, want
toen ik het geld had voor een
goed huis was er net een klein
zaakje te koop, een verlopen deli-
catessenzaakje in een van de voor
steden waar veel Hollanders zaten.
Het was net in de tijd dat er een
beetje van een depressie was, 1958
of zo. Het pand van dat zaakje
konden we huren, en we hoefden
alleen maar te betalen voor de
voorraad die niet veel zaaks was
Rob Herwig heeft met het tuinsei-
zoen voor de deur weer het aan
zien gegeven aan een tweetal inte
ressante uitgaven „Tuinheesters"
en „Vaste planten voor uw tuin" en
in één adem mogen we dan wel
noemen „Waterplanten in uw eigen
tuin" van K. Lundbeck.
Allemaal uitgaven van L. J. Veen's
Uitgevermij. N.V. te Amsterdam.
Er staat veel wetenswaardigs in,
met goede foto's in kleur en zwart
wit.
Planten en heesters krijgen alle
maal hun beurt en wat erover ge
schreven is, komt niet alleen des
kundig, maar ook plezierig over bij
amateurtuiniers en stellig ook bij
beroepsmensen op dit gebied.
„Kamerplanten" van Rob Herwig
geeft goede wenken voor de behan
deling van de huisflora van maand
tot maand. Alle boekjes geven niet
alleen een goed beeld van de be
handelingswijzen, maar ook van de
groeiwijzen, de bloei, de bemesting
en de tuinarchitectonische aanwen
ding.
Wie zich dergelijke gidsen aan
schaft zal extra veel plezier bele
ven aan zijn tuin en alles wat
daarin kan groeien en bloeien,
resp. aan wat binnenskamers het
leven veraangenamen kan.
Vooral de foto's doen het goed en
de keuze, welke de auteurs ge
maakt hebben uit Flora's rijk is be
paald bewonderenswaardig. Van
zelfsprekend ontbreken de nodige
wijze lessen niet, maar daarvan
heeft men ook het meeste nut.
Wij zijn onze lezeressen voorzover
ze daartoe ai. niet kwamen, nog een
confrontatie schuldig met „Het vol
komen vleesboel" van Albert
Heyn. Een geweldig boek dat in
70.000 exemplaren a 8,95 zijn weg
aan het vinden is naar evenzovele
keukens.
Wina Born schreef het en het werd
uitgegeven bij Meyer Pers N.V. op
een wijze, welke alleen maar lof
verdient. Unieke kleurenfoto's van
Studio Meyboom en Van der Hey-
den te Amsterdam, maakten er een
smakelijk geheel van. Maar daar
blijft het niet bij.
Alles wat in dit „volkomen vlees-
boek" gereleveerd wordt is het we
ten waard. Het begint al met de
geschiedenis van het vlees door de
eeuwen heen. Het keukengereed
schap, dat eraan te pas komt en
de bereiding werpen een goed licht
op de betekenis van het vlees als
belangrijk voedingsmiddel in de
loop der eeuwen. Vegetariërs zul
len er niet veel vreugde aan bele
ven, maar een feit is het dat vlees
bij de meeste volken een zeer
voorname plaats bij vele maaltij
den in neemt. En dan die recepten
met vlees als hoofdbestanddeel of
minstens als onmisbaar ingrediënt.
Om van te watertanden. En in een
hoeveelheid en verscheidenheid
welke ook de grootste fijnproever
niet voor mogelijk zou hebben ge
houden. Het door Wina Born be
kwaam geredigeerde boek is ook
gewoon maar interessant, waar het
allerlei nuttige wenken verschaft
en heel wat keukenlatijn, of liever
zegd: frans, vertaalt.
Van alles en nog wat komt er aan
te pas op het gebied van kruiden,
sauzen, pasteitjes, dranken en an
dere de tong strelende zaken. We
kenlang kan iedere kok en iedere
huisvrouw er mee vooruit en dan
nog staan ze nog maar aan het be
gin van het vleesscala, dat Wina
Born opdient op bijzonder smake
lijke en attractieve wijze. Een goe
de greep van Albert Heyn juist dit
boek binnen het bereik van zove-
len te brengen.
nog niet
blij met
1 miljoen
g» ;7
DOE MEER MET KAAS
De Nederlandse kaas geniet een
grote reputatie over de hele we
reld. Om deze hoog te houden zijn
er de kaascontrole-stations die wa
ken over de echtheid van onze
kaas. En er is het Nederlands Zui-
velbureau, dat nooit aflaat met het
gebruik van kaas in binnen- en
buitenland te populariseren. De
wijze, waarop dat gebeurt kan ten
voorbeeld gesteld worden aan de
promotors van vele andere produk-
ten.
Ten bewijze van deze stelling ves
tigen wij de aandacht op enige uit
gaven die het naar onze mening
bijzonder goed doen. Zo zijn er de
„Kampeerrecepten", voorts de
„Dieetrecepten" en de „Streekre
cepten" waarin bijzonder veel we
tenswaardigs met betrekking tot
het gebruik en de voedingswaarde
van kaas is vastgelegd. Dergelijke
boekjes zien er bijzonder aantrek
kelijk uit, zijn veelal verlucht met
aansprekende tekeningen en geven
een reeks van recepten, waaraan
kaas te pas komt, om van te wa
tertanden.
Een andere uitgave is die welke
het Nederlands Zuivelbureau „Al
les over kaas" doopte. Daarin kan
men inderdaad de gehele geschie
denis lezen van ons nationale zui-
velprodukt, de wijze, waarop het
bereid wordt, de behandeling, die
het ondergaat en de betekenis, wel
ke kaas kan hebben voor het ge
bruik door jong en oud. Niet iedere
huisvrouw weet nog precies het fij
ne van onze Edammers, Goudse
en boerenkaas. En dan is er nog
Leidse, brood- en Friese kaas, om
nog maar te zwijgen van graskaas,
roomkaas, lunchkaas, smeltkaas,
witte meikaas en b.v. kernhem-
merkaas. Ze lenen zich allemaal
op een eigen wijze voor het ge
bruik bij de warme maaltijd, bij
wijze van hapjes, uit het vuistje,
onder het genot van een glas wijn
of als snack. Het Nederlands Zui
velbureau voert ook een aantal
aardige kaaspromotion-artikelen
ten gebruike van hen die dit edele
vaderlandse produkt verhandelen.
Het put zich uit in kleurrijke en
aanlokkelijk uitziende vouwbladen
waarin, naast andere zuivelproduk-
ten, ook het nodige over kaas
wordt aangeprezen. Het moet ge
zegd dat het er allemaal bijzonder
smakelijk uit ziet. Om zó in te
happen die kaassnacks, fondue en
dips of in die baby-Edammer.
Wist u dat er zelfs zeven gouden-
regels bestaan voor de succesvolle
kaasinkoper, dat men er goed aan
zal doen op zijn tijd de kaaskalen-
der te raadplegen en dat er zelfs
leuke kaasplankjes te verkrijgen
zijn die alleen maar dienen om
de mogelijkheden van het kaasge-
bruik onder steeds meer begerige
ogen te brengen
Zoals gezegd, opereert het Neder
lands Zuivelbureau met name ook
in het buitenland.
Het heeft ook het aanzien gegeven
aan een tweetal „verkenningen"
voor de Nederlandse zuivelmarkt
en vooral waar het dan gaat om
het gebruik van melk, en de daar
uit bereide produkten in het gezin,
resp. over het gebruik van kaas in
het gezin. We leerden er uit dat in
75% van de Nederlandse gezinnen
kaas bij het ontbijt wordt gebruikt.
In 64% van de vaderlandse gezin
nen wordt kaas gebruikt op het
brood om dit mee te nemen, maar
nog slechts 9% van de Nederlandse
gezinnen gebruikt kaas als nage
recht. Daar ligt dus nog een stuk
propaganda-mogelijkheid voor het
Nederlands Zuivelbureau.
Kaas-schnitzels worden gebakken
in 19% van de Nederlandse gezin
nen, ongeveer in dezelfde mate als
waarin kaasbroodjes worden ge
bakken. Macaroni met kaas is
blijkbaar een geliefkoosde kost
want 48% van de Nederlandse ge
zinnen maakt er regelmatig ge-
'bruik van. Dat is weer niet het ge
val van kaasfondue hetwelk in
slechts 8% van onze gezinnen re
gelmatig op tafel komt. „Kaas als
hapje tussendoor" ligt wel weer
goed in de markt en wel bij 67%
van de Nederlandse gezinnen. In
76% van de Nederlandse gezinnen
wordt kaas bij de borrel gebruikt
terwijl het gebruik ook nog afhan
kelijk is van de dag van de week.
Deze en dergelijke onderzoeken,
zijn uiteraard zeer geschikt om de
kaasprodukten en -handelaren een
goed inzicht te verschaffen in de
positie welke zij op de levensmid
delenmarkt bij de gratie van de
consumenten, innemen. Het zou
ons helemaal niet verwonderen
wanneer deze van jaar tot jaar
verbeterd zou worden. Dat is niet
alleen gezond en vooral ook sma
kelijk, maar zou bepaald de oplos
sing van het probleem van de melk
overschotten toch wel weer een
beetje dichterbij brengen. En daar
mede is dan niet alleen de kaaswe
reld gebaat.
en een beetje goodwill. Er was een
kamer en keuken achter de winkel
en boven een paar slaapkamers on
der het dak. Beslist geen droom
huis, maar ik zag er wat in.
Goed, we trokken er in, ik bleef
m'n ronde nog een tijdlang doen
terwijl Elly in de zaak stond. Ze
is een handige meid, zo heeft een
goeie smoes over zich en ze trok
klanten. Vooral met haar Indische
spullen had ze succes: ze kwamen
wel van 25 mijl ver om die te ha
len en binnen 3 jaar konden we
het pand kopen.
Gek is dat, als het je goed gaat
kun je altijd hulp krijgen. In onze
voorstad woonde een Hollander,
die rijk geworden was van de han
del in schroot vlak na de oorlog,
en op een keer kwam hij bij me
en zei: „Jan, weet je wat jij moet
doen Jij moet proberen om een
drankvergunning te krijgen. Ze
zijn er wat makkelijker mee tegen
woordig, er is er hier in de buurt
geen en het wordt tijd dat de pub
wat concurrentie krijgt, zij hebben
het monopolie en gedragen zich er
naar. Ik wil er wel een tienduizend
dollar insteken, want je zult daar
voor ook je zaak moeten verbou
wen".
Man, je hebt geen idee wat er aan
zo'n drankvergunning vastzit En
het was ook niet met tienduizend
dollar bekeken, met de kosten van
de advocaten, je borgsom, en voor
al met die verbouwing. Er moest
een pakhuis gemaakt worden, en
omdat het toch zo'n brekerij werd
deden we het maar ineens goed en
zetten er een hele verdieping bo
venop, te verhuren als kantoren.
Wij verhuisden eindelijk naar een
droomhuis, maar zo'n gewone, hou-
normaal huis. Nog niet Elly's
ten bungalow.
Vóór de drankvergunning er was
hadden we 4 kinderen: 3 jongens
en 1 meisje, en hoe Elly het klaar
speelde weet ik niet, maar ze zag
kans om thuis haar eigen business
te beginnen, het uitzenden van
rijsttafels. Ze moest natuurlijk
hulp hebben, net zo goed als ik in
de winkel, maar de business was
zo dat het er best af kon.
We hebben ons rotgewerkt, al deze
19 jaar, maar nu zijn we er bo
venop. Vooral sinds we de drank-
vergunning hebben was er geen
houden meer aan. Zeven jaar nu,
en ik durf je niet te vertellen wat
de netto winst is. EUy werkt al ja
ren niet meer, ze speelt mevrouw.
Een duim huis, ze hobnobt met alle
snobs uit de buurt, twee van m'n
jongens zijn op de universiteit en
de derde heeft ook geen zin in de
zaak. Het verdriet me wel eens,
heb je nou daar voor gewerkt en
je zaak" Jan Jansen en Zonen" ge
noemd Daarom heb ik er ook
geen zin meer in, daarom zie je
me ook elk week-end hier aan de
beach, vissen is het enige dat me
rust geeft. Ik heb hier m'n caravan,
m'n eigen optrekje zogezegd, en ik
kan hier mensen zoals jij, die ook
lol in vissen hebben, 's avonds een
biertje geven".
We waren allebei stil en keken uit
over de kleine baai. Rechts en
links de vooruitstekende kaapjes
met de rotsplateaus waarvan we
vroeg in de ochtend en laat in de
middag vissen. Mannen onder me
kaar, geen vrouwen in de buurt. Af
en toe twee dagen rust, ver weg
van mensen, van de stad, van de
beschaving. Jan zuchtte. „Ik heb
net een bod op mijn zaak gehad
en denk dat ik het maar aanneem.
Tweehonderdvijftigduizend Austra
lische dollars, ruim een miljoen
gulden. Wat ik ermee ga doen weet
ik nog niet. En ik kan niet eens
zeggen dat ik er blij mee ben.
Weet je, toen we nog niet in bonis
waren hadden we een plezierig
huishouden, net alsof je samen
voor iets vocht. Nu heeft Elly haar
eigen kring waarin ik me niet
thuis voel, m'n twee oudste jongens
lopen erbij als Oberammergau en
zijn haantje de voorste in de stu
dentenrellen, detwee jongsten den
ken alleen maar aan paarden en
htm manege. Pa is rijk, waar zou
den ze zich druk over maken
Ik denk dat ik Elly en de twee
jongsten eerst meeneem op een reis
rond de wereld, over land, met de
bus van Maleisië via Siam, India,
Pakistan, Perzië, Turkije naar Eu
ropa. En dan Misschien koop ik
wel een van de kleine eilandjes aan
de kust van Queensland en bouw
daar een bungalowpark. Iets geheel
nieuws beginnen, dat lokt me wel.
Tegen die tijd zijn de kinderen
misschien ook wat verstandiger ge
worden en hebben ze leren inzien
dat het klaplopen op Pa's porte
monnee op den duur toch geen vol
doening kan geven".
De vraag wanneer iemand dood is
en wanneer nog niet is lang een
probleem geweest waarover alleen
artsen het hoofd braken. De patiënt
nam in blind vertrouwen aan dat
zijn arts het wel zou weten
maakte zich over dergelijke pro
blemen geen zorgen. De bewust
wording van de huidige maat
schappij heeft daar echter verande
ring in gebracht. Ook de patiënt
begint zich te interesseren voor
medische problemen en naast alle
nadelen (van inmenging door per
sonen die de klok hebben horen
luiden maar niet weten waar de
klepel hangt en wat dies meer zij)
mag men dit gegroeide engagement
toch wel als een vooruitgang be
schouwen. Om deze „discussie:
enige grond te geven vermelden we
hier de mening van 5 vooraan
staande Zweedse hoogleraren.
Op de vraag welke maatstaf men
aan moet leggen om te bepalen of
iemand dood is of niet antwoorden
zij:
Bij het gebruik van de huidige
definitie van het woord „dood" kan
men het stilstaan van het hart nog
steeds als beste maatstaf gebrui
ken.
Stilstaan van het hart betekent
altijd dat ook de hersenen dood
zijn en dit stoppen is dus het bes
te criterium.
De wet kan het ontbreken van
bewustzijn, ernstige bleekheid,
geen ademhaling en geen beweging
gebruiken als normen voor het
vaststellen van de dood. De arts
zal een patiënt dood verklaren als
hij gedurende 5 minuten geen
hartslag meer heeft waargenomen.
Er is geen eenduidig criterium;
voor de wet kan het uitblijven van
hartslag en ademhaling als maat
staf dienen, maar voor de arts is
een onderzoek van de hersen- en
hartactiviteit noodzakelijk. Meestal
is een dergelijk onderzoek echter
niet mogelijk en moet die arts ver
schillende eenvoudiger criteria ge
bruiken om uit te maken of er nog
leven is of niet.
Over het algemeen wordt het
stoppen van de hartslag gebruikt
als norm om te bepalen of iemand
dood is of niet en men kan dit cri
terium het beste maar gewoon
handhaven.
Op de vraag of men geen voorkeur
had voor het vaststellen van de
dood door middel van het al dan
niet aanwezig zijn van hersenacti-
viteit antwoorden de vijf hooglera
ren respectievelijk:
Nu de harttransplantaties voor
lopig in de ijskast zijn kan men de
hartslag het beste handhaven als
norm.
Men zou inderdaad de voorkeur
moeten geven aan de hersenactivi-
teit als norm voor de aan- of af
wezigheid van leven, het hart kan
men namelijk weer aan het slaan
brengen als vitale leden van het li
chaam reeds onherroepelijk dood
zijn.
Omdat de opvatting dat leven
gekenmerkt is door bewust en on
derbewust denken en voelen reeds
lang gemeengoed 's kan men het
stoppen van deze activiteiten het
best beschouwen als criterium om
uit te maken of er nog leven is of
niet. De hersenactiviteit zou der
halve als norm genomen moeten
worden.
Men kan moeilijk van een alge
mene voorkeur spreken, voor dage
lijks gebruik zal het stilstaan van
het hart zeker de voorkeur verdie
nen, maar wanneer men bijvoor
beeld met een harttransplantatie
bezig is zal de hersenactiviteit als
criterium genomen moeten worden.
De hersenen zijn zo gevoelig
dat het stoppen van de hartslag au
tomatisch de sterfte van de herse
nen inhoudt, maar van de andere
kant kan een hart doorkloppen als
de hersenen al lang dood zijn. Het
al dan niet functioneren van de
hersenen is daarom toch wel een
beter criterium.
(uit: Sweden Now)