Rene Pijnen van start in
Milaan-San Remo
met gehechte elleboog
„Ik voel me
ijzersterk...
Jo Yrancken won
Ster van Zwolle
Allan won „Sint Anthonis'
Gopygraph'70
I
PARIJS-NICE
door
Peter Heerkens
Maandag 16 eri dinsdag 17 maart 1970
DE VRIJE ZEEUW
Cees Rentmeester op kop van het peloton.
(Van onze speciale verslaggever)
SEILLANS René Pijnen en Harm
Ottenbros hebben het einde van Pa
rijsNice niet gehaald. Zij gaven,
kort na elkaar, op in de eerste 40
kilometer van de zesde etappe, toen
Willem II bovendien ook nog Rik
van Looy en zijn knecht Herman van
Loo verspeelden. Daarmee was Ton
Vissers in een klap de helft van zijn
ploeg kwijt, welk leed enigszins ver
zacht werd door het uitstekende rij
den van Jos van der Vleuten, die met
een schitterende sprint beslag legde
op de vierde plaats.
René Pijnen verdween op een bij
zonder ongelukkige marnier uit de
ronidie toen hij in de afdaling van de
Espigoulier ten val kwam. Terwijl de
renners met vijftig of meer kilome
ters per uur naar beneden suisden,
sprong zijn achterband. Pijnen vloog
uit de bocht en schuurde met zijn
linkerelleboog over de ruwe grond
die een diepe wond trok. 's Avonds,
in de ambulance-auto voor het hotel,
werd door de rondedokter hechtin
gen aangebracht. „En dat", signaleer
de ploegleider Ton Vissers met be
wondering in zijn stem, „zonder ver
doving".
René Pijnen: „Ze wilden me een
spuit geven en dat heb ik geweigerd.
Maar op het laatst kon ik er toch
niet meer goed tegen. Toen heb ik
mijn hoofd maar omgedraaid." Of
ficieel mag René Pijnen pas over tien
dagen weer koersen. „De dokter zei,
dat die hechtingen er op 24 maart
uit kunnen en dat ik in die tijd niet
aan wedstrijden mag deelnemen.
Maar dat doe ik toch! Ik ben vast
en zeker van plan te starten in Mi
laan - Sa.n Remo. Ik reed geweldig
goed, daarom voel ik er weinig voor
JAN JANSSEN WEERSTOND MERCKX
(Van onze speciale verslaggever)
SEILLANS „We moeten eerlijk blijven" oordeelde Jan Janssen,
„ik rijd voor een tweede plaats. Je weet natuurlijk nooit hoe het loopt,
maar normaal gesproken wint Eddy en hen ik tweede. Is dat niet
schitterend voor een man van mijn leeftijd?! Tweede in ParijsNice,
en zeker deze zware, dat telt. Verslag enworden door een coureur
als Merckx, vind ik geen schande".
Een schande is het zeker niet, als
men weet hoe Jan Janssen bezig is
geweest aan de zijde van het Bel
gische fenomeen. Hoe hij twee dagen
in de slag zat, terwijl achter hem een
peloton met jongeren finaal aan flar
den ging. Hoe hij knokte in de tijd,
dat de bezemwagen steeds voller
werd. Ottenbros stapte af, drie rit
winnaars Ritter, Altig en Chemello)
en nog een serie anderen gaven er de
brui aan. Hoe hij oprukte naar een
tweede plaats in het algemeen klas
sement in etappes, die de meeste ren
ners met minuten en minuten ach
terstand uitreden. Verslagen wor
den door Eddy Merckx, zondag, in
een rit waarvan de opvallend goed
rijdende Gerben Karstens zei: „Ze
fietsen als beesten", was geen schan
de.
Een overwinning op diezelfde Merckx
zaterdag in Hyeres, een grandioze
prestatie. Jan Janssen vierde zijn
feestje met champagne en filtersiga
retten. Hij genoot zichtbaar van het
rijke gevoel er nog bij te horen in het
wielerpeloton. „Luister", filosofeer
de hij, achterover leunend, „de Bel
gen zullen wel zeggen dat Merckx
me gematst heeft, maar ik kan je
verzekeren dat Eddy geen cadeau
tjes weggeeft Wat hij kanp akken dat
pakt ie. Ik trouwens ook. Poulidor
was kwaad op me, dat ik zo gefietst
heb om vooruit te blijven waardoor
Merckx nog meer voorsprong kon ne
men. Maar ik heb onderweg natuur
lijk goed zitten denken. Kijk, rede
neerde ik, Parijs-Nice wint ie toch.
Daar is nauwelijks wat aan te doen.
Laat mij dan proberen een ritje te
pakken. Dat kunnen ze me nooit
meer afnemen, begrijp je".
In die tactiek slaagde Jan Jans
sen grandioos: „Merckx trok de spurt
aan en pal voor de streep viel hij stil.
Toen ik. Pats en het was gebeurd.
Maar ik heb er wel voor moeten wer
ken, zeg zelf". In het zware karwei
naar de overwinningsrace was Jan
Janssen tot zijn ouderwetse vorm ge
komen op de Mont Faron. Toen al
was het peloton uit elkaar, omdat de
striemende wind en het koude regen
water slachtoffers eisten op de col Es
pigoulier, waar René Pijnen zo hard
viel, dat hij moest opgeven en waar
ook Kees Rentmeester met een flinke
smak tegen het asfalt vol prut ging.
Hij raakte er ver door achterop en
kwam in gezelschap van Duyndam,
Frijters, Van Katwijk en Bukacki.
Nog meer in de achterhoede, suk
kelde Rik van Looy naar een roem
loos einde. Wat vooraan overbleef
was een groep van ongeveer dertig
renners, die op de Mont Faron split
ste in kleine ploegjes tobbers tegen
die afschuwelijke bult. Daar reet Jan
Janssen het lint in stukjes. Hij de
marreerde aan de voet van de berg.
kreeg Merckx in het wiel. Van der
Bossche kwam er bij, Capieau en
Janssens ploeggenoot Ocana.
Toen begon de slopende dans tegen
de Mont Faron. Dit zware gevecht te
gen het stijgingspercentage, tegen de
wind en de regen, tegen Merckx, te
gen een achtervolgend groepje met
Poulidor en de verrassend sterke Jos
van der Vleuten. Een gevecht waarin
de „oude" de „kromme" Jan Janssen
;a een minder goed 1969 zijn moraal
terugvond. Hij gaf Merckx en Ocana
nauwelijks de tijd kop te nemen.
Steeds drong hij zichzelf naar voren.
Later, achter champagne en met
een filtersigaretje: „Ik heb me in tij
den niet zo sterk gevoeld. Vorig jaar
ging ik moeilijk. Het was steeds weer
forceren geblazen, steeds weer op
karakter rijden. Nu ging het soepel,
vlot, makkelijk. Ik denk dat het komt
omdat ik het in de winter rustig aan
deed".
Jan Janssen kwam als derde door
op de top waar achter een levensge
vaarlijke afdaling bleek te liggen.
Een duik naar beneden, had alles weg
van een speedway-wedstrijd, zoals
Jan Janssen het later kernachtig uit
drukte. De koplopers (die inmiddels
van de Bossche en Capieau kwijt
waren) vlogen als projectielen naar
beneden over grint, door plassen wa
ter en langs gapende afgronden. Jan
Janssen werd er het meest door ge
hinderd. Twee, die, vier keer zette hij
zijn bril op en af.
Later, achter dat glaasje en met
dat rokertje: „Die modder spatte
steeds tegen mijn glazen. Soms zag ik
geen meter. Zette ik mijn bril af, dan
kon ik alleen de silhouetten van cou
reurs zien. Verschrikkelijk wat was
dat erg. Doordat ik zo slecht zag, had
ik veel meer te lijden dan de anderen.
Ik reed meer door gaten dan zij, ik
remde te rap of te slap en het is on
gelooflijk belangrijk om dat soort
dingen juist goed te doen. Maar ik
zag bijna niks".
In deze drieste tocht naar beneden
sloeg Jan Janssen na enkele kilome
ters met het achterwiel tegen een
muurtje. Het kostte hem zijn speciale
fiets die hij had laten monteren. „Ik
vroeg extra licht materiaal, want ik
wilde vandaag alles of niks. Toen ik
die muur raakte, moest ik over op
mijn eigen fiets, maar och, met nog
twintig kilometer te doen gaf dat
niks".
In dat slot die laatste twintig kilo
meter naar Heres waar de palmbo-
men diep doorbogen onder de zware
wind en de zee met woeste golven tot
dicht bij de boulevard kwam, reed
Jan Janssen zich leeg. Daar dook hij,
op jacht naar een overwinning, naar
zijn eigen moraal, naar het zelfver
trouwen voor een heel seizoen, diep
onder in de beugel. De achtervolgers
Van der Vleuten, Van den Bossche.
Raymond, Bellone, Grelin, Capieau,
Poulidor, Guimard en Aimar, kwam
ondanks die inspanningen dichterbij
en dat was voor het belangrijkste
deel te danken aan Jos van der Vleu
ten, die onvermoeibaar („Ik reed for
midabel en ik had het geluk dat ik
sneller durfde dalen dan meestal")
op kop ging. Uiteindelijk bleek de
vaart van de kopgroep het te winnen
De drie kwamen met een voorsprong
van 57 seconden binnen en men weet
Jacques Freijters in actie tijdens de zesde etappe van
Parijs-Nice.
het intussen, Jan Janssen was de
sterkste in de sprint.
Vanaf het wereldkampioenschap in
Heerlen waar hij verslagen werd was
hij nooit meer zo direct in duel ge
weest met Eddy Merckx. „Zoals ik
vandaag ging, wist ik dat ik hem kon
hebben", vertelde Janssen, „Maar ik
kreeg het toch wel even benauwd
toen ik mijn achterband slapper voel
de worden. Hij liep niet leeg geluk
kig, maar de spanning was er af. Ik
durfde niet naar de mecanicien. Het
was nog maar drie kilometer. Ik
dacht: als je het laat merken ben je
verkocht. Gaat ie helemaal leeg, dan
zie je maar weer. Het gebeurde ge
lukkig niet en toen Merckx stilviel
kon ik er zo overheen".
Een dag later in Seillans, lag de
situatie net anders maar Janssens
prestatie leed er niet onder. De bij-
na onmenselijk inspannende rit (die
(ADVERTENTIE
beslist werd een plaatselijke ronde
van 22 kilometer met een bijna lood
recht naar boven en beneden lopende
berg waarop de coureurs met tiental
len tegelijk uit de wielen vlogen)
konden slechts zeventien van de ruim
tachtig renners in de voorhoede vol
brengen.
En een van hen was Jan Janssen
die de dag ervoor zoveel gegeven had
en nu de enige bleek, die weer een
rechtstreeks duel met Merckx aan
bond op het sterk naar boven lopen
de laatste stuk waarop de streep lag.
Jan Janssen redde het dit keer niet,
maar, zoals hij zelf zei, verliezen van
Merckx is geen schande. De Belg,
die zijn mogelijkheden als dikwijls
toonde om te weten over welke uit
zonderlijke klasse hij beschikt, rijdt
ook in deze Parijs-Nice als een super
man. Hij maakt voor de zoveelste
keer de indruk niets te kunnen ver
liezen en andermaal vragen de Bel
gische sportjournalisten af hoe en
wat ze over hem kunnen schrijven.
Merckx is in alle toonaarden en alle
superlatieven bezongen. Zijn over
winningen rijgen zich vlotter aaneen
dan bij wie ootk en steeds imponeren
ze.
Zo gaat „De zwarte van Tervuren"
vandaag als grootste kanshebber op
Nice af en hij zal daarbij gevolgd
worden door de Belgische prinsessen
Marie Esmeralde en Marie Christine,
die een plaats krijgen in de auto van
de directeur-général Jean Leulliot.
En met dat koninklijke bezoek is er
weer een historisch feit in toegevoegd
aan de lange lijst die Eddy Merckx
heeft en waarvan men zich kan af
vragen welke omvang die precies zal
hebben als hij stopt met wielrennen.
SINT ANTHONIS (ANP) De
Engelsman Allan, voor de eerste keer
in Nederland, heeft gisteren in Sint
Anthonis de motorcross der azen ge
wonnen. Tot ver in de tweede man
che heeft het daar niet naar uitge
zien. De Zweedse wereldkampioen
Bengt Aberg had namelijk de eerste
manche gewonnen en lag ook in de
tweede aan kop. Op een moeilijk ge
deelte van het traject kon hij zijn
machine echter niet onder controle
houden en werd vervolgens bijna
overreden door de Belg Van Veltho-
ven. Met veel moeite haalde de Zweed
nog de finish, maar met een dusda
nige achterstand, dat de overwinning
in het eindklassement naar de Brit
Allan ging.
Verscheidene favorieten moesten
door de zware terreinomstandigheden
de strijd voortijdig staken. Onder hen
waren de Zweden Hammergren en
Kring en de Nederlander Wolsink.
De zijspanklasse leverde een over
winning op voor de Belg De Koster,
die in de eerste manche tweede werd
en in de tweede manche eerste. Broer
Dirckx' machine raakte defect.
De uitslagen zijn: 500 cc: eerste
manche (zestien ronden van twee
km): 1 Aberg (Zweden), 2 Allan
(GB), 3 Karsmakers (Ned.), 4 Teeu-
wissen (Bel.), 5 Decoster (Bel.);
tweede manche (vijftien ronden van
twee km): 1 Van Velthoven (Bel.);
2 Decoster, 3 Wolsink (Ned.), 4 Allan,
5 Karsmakers (Ned.).
Eindklassement: 1 Allan met Gree-
ves; 2 Van Velthoven met Husqvar-
na; 3 Decoster met CZ; 4 Karsma
kers met CZ; 5 Petterson (Zwe met
Suszuki.
Zijspanklasse: eerste manche: 1
Malmqvist (Zwe.), 2 De Koster (Bel),
3 Snijder (Ned.); tweede manche
(tien ronden); 1 De Koster, 2 Malmq
vist, 3 Snijder.
Eindklassement: 1 De Koster met
Norton, 2 Malmqvist met BSA, 3 Snij
der met BSA.
(Van onze sportredactie)
ZWOLLE „We zullen wei zien
wat het vandaag wordt", zei de Zuid-
Limburgse renner Jo Vrancken enke
le minuten voor de start van de tien
de Ster van Zwolle, de openingsklas-
sieker van het Nederlandse wieier-
seizoen. 3,5 uur later had de vier
kante Ovis-renner „het gezien". Met
opgeheven arm kwam de kleine ren
ner uit Linne als overwinnaar over
de witte streep. Voor de tweede ach
tereenvolgende keer stond Jo Vranc
ken in het middelpunt van de be
langstelling. Vorig jaar was de sterke
renner heer en meester en ook dit
jaar toonde hij zich weer de snelste.
Vrancken maakte deel uit van een
kopgroep, die zich na 125 km tussen
Genemuiden en Kampen losmaakte.
Op dat moment waren er van de 120
gestarte renners nog slechts 40 in de
strijd. In een „waaier" probeerden
de vluchters een voorsprong te ne
men, maar het hoge tempo van de
tweede groep maakte dit onmogelijk.
Vrancken, de ijzersterke Louis West
rus en Sjef v. d. Burgh trokken in
hun demarrage Cor Leunis, Herman
van de Loo, Jans Vlot en Nanno Bak
ker met zich mee.
Deze kopgroep van 7 moest er met
vereende krachten de strijd tegen de
harde noordoosten wind aanbinden.
In de eindspurt toonde de Zuidlim
burger zich de rapste spurter. „Ik had
bijna mijn hand te vroeg opgestoken.
Op de laatste 50 meter voelde ik,
dat de overwinning mij niet meer kon
ontgaan. Ik nam een half wieltje
voorsprong en dacht, dat dit voldoen
de zou zijn. Maar ineens kwam West
rus en Van den Burgh naast mij. Ik
gaf alles wat ik in mijn body had,
want deze Ster van Zwolle wilde ik
opnieuw op miin erelijst bijschrij
ven", zei de dolgelukkige Vrancken
na afloop. „Ik ben altijd vroeg in
vorm. Vorig iaar was dit ook het ge
val, maar dit seizoen wil ik mijn
krachten beter verdelen. Dit jaar heb
ik nog geen enkele wedstrijd gere
den en daarom ben ik blij met deze
overwinning".
De tiende uitgave van de Ster van
Zwolle was evenals andere jaren
geen gemakkelijke ongave voor de
120 gestarte renners. Vorig jaar teis
terden en de wind en de slagregens
het peloton. Dit jaar was het al
leen de scherpe noordoosten wind, die
vooral op de IJsseldijk tussen Has
selt en Kampen veel slachtoffers eiste.
Opvallend was het grote aantal ren
ners dat met materiaalpech de strijd
moest staken. Slechts 40 renners haal
den de finish in Zwolle, waar een
handjevol Zwollenaren de 7 vluch
ters stond op te wachten. De grote
verliezer in de tiende Ster van Zwol
le was Tino Tabak, die tweemaal uit
de kopgroep werd teruggegooid door
een lekke band. De derde maal liet
de blonde Amstelvener de moed zak
ken, en stapte bij Dalfsen in de be
zemwagen.
Tussen Dalfsen en Leme-
lerveid plaatste een kopgroep van 20
renners de beslissende demarrage.
Met vereende krachten namen de 20
koplopers een halve minuut voor
sprong. Dat deze groep zich niet meer
door het jagende peloton zou laten te
rugpakken was duidelijk. Jans en
Wicher Vlot, Ari Hassink, Nanno Bak
ker, Rink Cornelissen, Jan Spetgens,
Frits Slüper, Cor Leunis en Sjef van
de Burgh waren de grote mannen in
deze groep.
Deze ervaren etapperijders kregen
steun van de latere winnaar Jo
Vrancken, zijn ploeggenoot Wim
Waanders, Louis Westrus, de Dene
kamper Kuiper en de ijzersterke Ti
no Tabak.
Na 45 km koers zorgde een valpar
tij in de omgeving van Heino voor
een splitsing in de grote groep.
Bij Den Hulst hadden de 20 kop
lopers een voorsprong opgebouwd
van 2.17 min. en kregen „Vrouwe
Fortuna" op hun „bagagedrager" toen
de spoorbomen tussen Den Hulst en
Lichtmis achter hen dicht vielen. Het
grote peloton moest van achter de
spoorbomen zien hoe de kopgroep in
de verte het tempo nog verhoogde om
zeker te zijn van de beslissende slag.
Op de dijk tussen Hasselt en Kam
pen, waar de wind vrij spel had, viel
de kopgroep definitief uiteen door
dat Jo Vrancken, Louis Westrus en
Sjef van de Burgh met enkele flit
sende demarrages het tempo opvoer
den. Wicher Vlot werd het eerste
slachtoffer, terwijl Wim Waanders
en de Zaankanter Bakker moesten
afhaken. De drie vluchters werden bij
de invalswegen van Zwolle opnieuw
achterhaald door Cor Leunis. Jans
Vlot, v. d. Loo en Nanno Bakker. Jo
Vrancken bleek de rapste spurter.
(ADVERTENTIES)
exposme
Noteert u onderstaande datum vast in
uw agenda. Zodat u niet de kans mist om vlak
bij huis kennis te maken met de volledigste
serie elektrostatische kopieermachines in
Nederland (6 modellen!).
Wel van Copygraph gehoord maar nog
nooit gezien? Reden te meer om de expositie
te bezoeken en zelf te ontdekken hoe scherp
kopieën wel kunnen zijn. Hoe goedkoop.
En hoe snel ze klaar kunnen zijn (10 per
minuut).
Ook uitgebreide demonstraties met het
beroemde Copygraph offsetmateriaal.
Dinsdag 17 en woensdag 18 maart
in onze zojuist geopende zeer moderne showroom in
het Handelsgebouw, Mr. Dr. Frederikstraat 8, Breda.
Openingstijden: dinsdag 10.00 - 22.00 uur;
woensdag 10.00 -18.00 uur.
om stil te blijven zitten. Het heeft
me zelf verwonderd, dat ik zo lekker
mee kon in ParijsNice. Gezien de
voorbereidingen had ik er weinig
verwachtingen vain, maar het is me
alles meegevallen. Had ik dit onge
luk niet gekregen en was ik in de
tweede en derde etappe niet geval
len dan zou ik volgens mij toch vier
de in het algemeen klassement ge
worden zijn. Vooral vandaag had ik
er veel zin in." Als training voor
Milaan - San Remo gaat René Pijnen
vandaag met Harm Ottenbros
achter het peloton aan de laatste
etappe rijden, „want woensdag wil
ik in goede conditie zijn".
Wereldkampioen Harm Ottenbros
vertrok naamloos uit de wedstrijd.
De commissaris, die zijn opgave no
teerde, herkende hem niet (regen
boogtrui verborgen onder een blauw
plastic jasje) en gaf alleen het num
mer door via de radio. Dat was na
dertig kilometer, nog voor de Espi
goulier. „Het was ver genoeg zo",
vond Harm Ottenbros.
„Als je nagaat hoe ik aan deze
ronde begonnen ben, zonder training,
omdat ik anderhalve week moest rus
ten voor mijn blessure, dan mag ik
nog niet mopperen. Ik ben iemand
die bijna dagelijks moet koersen om
in vorm te blijven. Stop ik even, zo-
ais een paar weken geleden, dan kom
ik weer moeilijk op gang. Ik moet
dan aantrainen, Pijnen niet, die heef
de échte klasse, die kan daar best
tegen. Eigenlijk had ik de eerste da
gen al willen opgeven, maar het ging
steeds iets beter. Tegen dit weer en
dat parcours kon ik echt niet meet
op. Ja, het was misschien wel ge
gaan als ik me geforceerd had, maa
dat wilde ik voorkomen. Er volge-
nog meer wedstrijden." Het is d
tweede keer, dat Harm Ottenbro
ParijsNice niet uitrijdt. In 1968 g?
hij op door ziekte, en dat, evenals di
jaar, na vijf dagen meegereden ti
hebben.
Gerben Karstens blijft uitsteken'
meedraaien bij de eerste vijftien vai
het algemeen klassement. Zaterdag
in de etappe die zoveel renners ach
teruit wierp, eindigde hij in de twee
de grote groep na een sterke solo te
gen de Mont Fagon. Hij zat in de
kopgroep, die aan de voet van de Co!
arriveerde, maar reed er een lekke
band. Karstens is daarna alleen naar
boven gegaan en kreeg kort voor de
top aansluiting bij een groepje waar
mee hij ook in Hyeres arriveerde
Zondag handhaafde hij zich uitste
kend op het zware bergtraject in Sal-
leins, waar hij kort voor de top ge
lost werd en achter het eerste pelo
tonnetje finishte.
Jacques Frijters kwam dezer da
gen met achterstand te zitten. Na
zestien kilometer zat hij al op 4.20
en dat werd tenslotte welgeteld 27.13
Frijters: „Ik durf niet te dalen. In
Spanje heb ik eens ooit een renner
vlak voor mij het ravijn zien invlie
gen. Op dat moment durf ik niet
meer". Zondag eindigde Frijters in
het toch niet zo zware eerste deel
van de etappe (op het nippertje ver
loren doordat Harry Jansen met en
kele millimeters verslagen werd door
Reybroeck), op zes minuten en in
het tweede traject sukkelde hij ve
achterop, bibberend van de kou. „Wa
voel ik me beroerd".
In dezelfde bocht als René Pij
nen ging zaterdag ook Cees Rem
meester tegen de grond, en viel o-
zijn door een zware operatie vori
jaar kwetsbare linkerbeen. „II
kreeg een lam gevoel en kon maa
op halve kracht verder. Mijn rech
terbeen moest alles doen. Achtera
ben ik nog goed weggekomen, wan
het had veel erger kunnen zijn." D
rondedokter smeerde verdovend'
zalf op de pijnlijke plekken en zon
dag had Cees Rentmeester nauwe
lijks last meer van de blessure. Hi.i
kwam in beide halve ritten op ach
terstand binnen omdat, legde hij ui:
„ik geen enkel risico wil nemen. He
is al mooi dat ik ParijsNice kan
uitrijden."
Het lot dat veel renners trof.
raakte ook Richard Bukacki: zijn
achterstand was twee keer bijna een
half uur, eenmaal zes minuten. „Za
terdag", zei Bukacki, „kwam ik bijna
niet vooruit. Ik kreeg in het begin a]
een flinke achterstand en toen was
ik natuurlijk gezien. In je eentje ben
je nergens". Als allerlaatste man
kwam hij zondagmiddag in de twee
de ecappe over de berg. Ook nu was
nij in de achterhoede gekomen en
dat lag aan een lekke band.
Wim Dubois heeft zondag een
hachelijke rit gereden. In de afdaling
van de Grimaud reed hij beide rem
men kapot. Schuivend met zijn voe
ten over de grond, vaak remmend
met zijn handen over hef wiel, be
leefde hij een gevaarlijk avontuui
dat goed afliep, zij het dat hij op zes
minuten finishte, 's Middags kreeg
Wim Dubois een weerslag: pijn in
zijn knie van de ongewone daling,
tegenover die pech stond een fraai
succes in de zesde rit. Wim Dubois
klom toen in het tweede groepje naar
boven en won in Hyeres het spurtje
voor de zeventiende plaats.
Jan Janssen heeft goede hoop zijn
tweede plaats te kunnen behouden,
al is het verschil met zijn ploegge
noot Louis Ocana klein, zeventien
seconden. Bovendien gaat de finale
van Parijs-Nice tegen de Col de la
Turbie (een tijdrit van 9,5 kilometer)
en is Ocana een tijdritspecialist.
„Maar", rekende Jan Janssen uit,
„Merckx start achter me als laatste.
Je mag ervan uitgaan dat hij me in
loopt. Wel, misschien kan ik me dan
handhaven door in zijn buurt te blij
ven."
PETER HEERKENS
IJSHOCKEY. Tilburg Trappers heeft
in Tilburg de vriendschappelijke ijs-
hockeywedstrijd tegen Kladno uit
Tsjechoslowakije met 6—10 verloren.
De tussenstanden waren: 3-4, 1-4 2-2
De Tilburgse ijshal trok 3000 bezoe
kers.