Rene Pijnen van start in Milaan-San Remo met gehechte elleboog „Ik voel me ijzersterk... Jo Yrancken won Ster van Zwolle Allan won „Sint Anthonis' Gopygraph'70 I PARIJS-NICE door Peter Heerkens Maandag 16 eri dinsdag 17 maart 1970 DE VRIJE ZEEUW Cees Rentmeester op kop van het peloton. (Van onze speciale verslaggever) SEILLANS René Pijnen en Harm Ottenbros hebben het einde van Pa rijsNice niet gehaald. Zij gaven, kort na elkaar, op in de eerste 40 kilometer van de zesde etappe, toen Willem II bovendien ook nog Rik van Looy en zijn knecht Herman van Loo verspeelden. Daarmee was Ton Vissers in een klap de helft van zijn ploeg kwijt, welk leed enigszins ver zacht werd door het uitstekende rij den van Jos van der Vleuten, die met een schitterende sprint beslag legde op de vierde plaats. René Pijnen verdween op een bij zonder ongelukkige marnier uit de ronidie toen hij in de afdaling van de Espigoulier ten val kwam. Terwijl de renners met vijftig of meer kilome ters per uur naar beneden suisden, sprong zijn achterband. Pijnen vloog uit de bocht en schuurde met zijn linkerelleboog over de ruwe grond die een diepe wond trok. 's Avonds, in de ambulance-auto voor het hotel, werd door de rondedokter hechtin gen aangebracht. „En dat", signaleer de ploegleider Ton Vissers met be wondering in zijn stem, „zonder ver doving". René Pijnen: „Ze wilden me een spuit geven en dat heb ik geweigerd. Maar op het laatst kon ik er toch niet meer goed tegen. Toen heb ik mijn hoofd maar omgedraaid." Of ficieel mag René Pijnen pas over tien dagen weer koersen. „De dokter zei, dat die hechtingen er op 24 maart uit kunnen en dat ik in die tijd niet aan wedstrijden mag deelnemen. Maar dat doe ik toch! Ik ben vast en zeker van plan te starten in Mi laan - Sa.n Remo. Ik reed geweldig goed, daarom voel ik er weinig voor JAN JANSSEN WEERSTOND MERCKX (Van onze speciale verslaggever) SEILLANS „We moeten eerlijk blijven" oordeelde Jan Janssen, „ik rijd voor een tweede plaats. Je weet natuurlijk nooit hoe het loopt, maar normaal gesproken wint Eddy en hen ik tweede. Is dat niet schitterend voor een man van mijn leeftijd?! Tweede in ParijsNice, en zeker deze zware, dat telt. Verslag enworden door een coureur als Merckx, vind ik geen schande". Een schande is het zeker niet, als men weet hoe Jan Janssen bezig is geweest aan de zijde van het Bel gische fenomeen. Hoe hij twee dagen in de slag zat, terwijl achter hem een peloton met jongeren finaal aan flar den ging. Hoe hij knokte in de tijd, dat de bezemwagen steeds voller werd. Ottenbros stapte af, drie rit winnaars Ritter, Altig en Chemello) en nog een serie anderen gaven er de brui aan. Hoe hij oprukte naar een tweede plaats in het algemeen klas sement in etappes, die de meeste ren ners met minuten en minuten ach terstand uitreden. Verslagen wor den door Eddy Merckx, zondag, in een rit waarvan de opvallend goed rijdende Gerben Karstens zei: „Ze fietsen als beesten", was geen schan de. Een overwinning op diezelfde Merckx zaterdag in Hyeres, een grandioze prestatie. Jan Janssen vierde zijn feestje met champagne en filtersiga retten. Hij genoot zichtbaar van het rijke gevoel er nog bij te horen in het wielerpeloton. „Luister", filosofeer de hij, achterover leunend, „de Bel gen zullen wel zeggen dat Merckx me gematst heeft, maar ik kan je verzekeren dat Eddy geen cadeau tjes weggeeft Wat hij kanp akken dat pakt ie. Ik trouwens ook. Poulidor was kwaad op me, dat ik zo gefietst heb om vooruit te blijven waardoor Merckx nog meer voorsprong kon ne men. Maar ik heb onderweg natuur lijk goed zitten denken. Kijk, rede neerde ik, Parijs-Nice wint ie toch. Daar is nauwelijks wat aan te doen. Laat mij dan proberen een ritje te pakken. Dat kunnen ze me nooit meer afnemen, begrijp je". In die tactiek slaagde Jan Jans sen grandioos: „Merckx trok de spurt aan en pal voor de streep viel hij stil. Toen ik. Pats en het was gebeurd. Maar ik heb er wel voor moeten wer ken, zeg zelf". In het zware karwei naar de overwinningsrace was Jan Janssen tot zijn ouderwetse vorm ge komen op de Mont Faron. Toen al was het peloton uit elkaar, omdat de striemende wind en het koude regen water slachtoffers eisten op de col Es pigoulier, waar René Pijnen zo hard viel, dat hij moest opgeven en waar ook Kees Rentmeester met een flinke smak tegen het asfalt vol prut ging. Hij raakte er ver door achterop en kwam in gezelschap van Duyndam, Frijters, Van Katwijk en Bukacki. Nog meer in de achterhoede, suk kelde Rik van Looy naar een roem loos einde. Wat vooraan overbleef was een groep van ongeveer dertig renners, die op de Mont Faron split ste in kleine ploegjes tobbers tegen die afschuwelijke bult. Daar reet Jan Janssen het lint in stukjes. Hij de marreerde aan de voet van de berg. kreeg Merckx in het wiel. Van der Bossche kwam er bij, Capieau en Janssens ploeggenoot Ocana. Toen begon de slopende dans tegen de Mont Faron. Dit zware gevecht te gen het stijgingspercentage, tegen de wind en de regen, tegen Merckx, te gen een achtervolgend groepje met Poulidor en de verrassend sterke Jos van der Vleuten. Een gevecht waarin de „oude" de „kromme" Jan Janssen ;a een minder goed 1969 zijn moraal terugvond. Hij gaf Merckx en Ocana nauwelijks de tijd kop te nemen. Steeds drong hij zichzelf naar voren. Later, achter champagne en met een filtersigaretje: „Ik heb me in tij den niet zo sterk gevoeld. Vorig jaar ging ik moeilijk. Het was steeds weer forceren geblazen, steeds weer op karakter rijden. Nu ging het soepel, vlot, makkelijk. Ik denk dat het komt omdat ik het in de winter rustig aan deed". Jan Janssen kwam als derde door op de top waar achter een levensge vaarlijke afdaling bleek te liggen. Een duik naar beneden, had alles weg van een speedway-wedstrijd, zoals Jan Janssen het later kernachtig uit drukte. De koplopers (die inmiddels van de Bossche en Capieau kwijt waren) vlogen als projectielen naar beneden over grint, door plassen wa ter en langs gapende afgronden. Jan Janssen werd er het meest door ge hinderd. Twee, die, vier keer zette hij zijn bril op en af. Later, achter dat glaasje en met dat rokertje: „Die modder spatte steeds tegen mijn glazen. Soms zag ik geen meter. Zette ik mijn bril af, dan kon ik alleen de silhouetten van cou reurs zien. Verschrikkelijk wat was dat erg. Doordat ik zo slecht zag, had ik veel meer te lijden dan de anderen. Ik reed meer door gaten dan zij, ik remde te rap of te slap en het is on gelooflijk belangrijk om dat soort dingen juist goed te doen. Maar ik zag bijna niks". In deze drieste tocht naar beneden sloeg Jan Janssen na enkele kilome ters met het achterwiel tegen een muurtje. Het kostte hem zijn speciale fiets die hij had laten monteren. „Ik vroeg extra licht materiaal, want ik wilde vandaag alles of niks. Toen ik die muur raakte, moest ik over op mijn eigen fiets, maar och, met nog twintig kilometer te doen gaf dat niks". In dat slot die laatste twintig kilo meter naar Heres waar de palmbo- men diep doorbogen onder de zware wind en de zee met woeste golven tot dicht bij de boulevard kwam, reed Jan Janssen zich leeg. Daar dook hij, op jacht naar een overwinning, naar zijn eigen moraal, naar het zelfver trouwen voor een heel seizoen, diep onder in de beugel. De achtervolgers Van der Vleuten, Van den Bossche. Raymond, Bellone, Grelin, Capieau, Poulidor, Guimard en Aimar, kwam ondanks die inspanningen dichterbij en dat was voor het belangrijkste deel te danken aan Jos van der Vleu ten, die onvermoeibaar („Ik reed for midabel en ik had het geluk dat ik sneller durfde dalen dan meestal") op kop ging. Uiteindelijk bleek de vaart van de kopgroep het te winnen De drie kwamen met een voorsprong van 57 seconden binnen en men weet Jacques Freijters in actie tijdens de zesde etappe van Parijs-Nice. het intussen, Jan Janssen was de sterkste in de sprint. Vanaf het wereldkampioenschap in Heerlen waar hij verslagen werd was hij nooit meer zo direct in duel ge weest met Eddy Merckx. „Zoals ik vandaag ging, wist ik dat ik hem kon hebben", vertelde Janssen, „Maar ik kreeg het toch wel even benauwd toen ik mijn achterband slapper voel de worden. Hij liep niet leeg geluk kig, maar de spanning was er af. Ik durfde niet naar de mecanicien. Het was nog maar drie kilometer. Ik dacht: als je het laat merken ben je verkocht. Gaat ie helemaal leeg, dan zie je maar weer. Het gebeurde ge lukkig niet en toen Merckx stilviel kon ik er zo overheen". Een dag later in Seillans, lag de situatie net anders maar Janssens prestatie leed er niet onder. De bij- na onmenselijk inspannende rit (die (ADVERTENTIE beslist werd een plaatselijke ronde van 22 kilometer met een bijna lood recht naar boven en beneden lopende berg waarop de coureurs met tiental len tegelijk uit de wielen vlogen) konden slechts zeventien van de ruim tachtig renners in de voorhoede vol brengen. En een van hen was Jan Janssen die de dag ervoor zoveel gegeven had en nu de enige bleek, die weer een rechtstreeks duel met Merckx aan bond op het sterk naar boven lopen de laatste stuk waarop de streep lag. Jan Janssen redde het dit keer niet, maar, zoals hij zelf zei, verliezen van Merckx is geen schande. De Belg, die zijn mogelijkheden als dikwijls toonde om te weten over welke uit zonderlijke klasse hij beschikt, rijdt ook in deze Parijs-Nice als een super man. Hij maakt voor de zoveelste keer de indruk niets te kunnen ver liezen en andermaal vragen de Bel gische sportjournalisten af hoe en wat ze over hem kunnen schrijven. Merckx is in alle toonaarden en alle superlatieven bezongen. Zijn over winningen rijgen zich vlotter aaneen dan bij wie ootk en steeds imponeren ze. Zo gaat „De zwarte van Tervuren" vandaag als grootste kanshebber op Nice af en hij zal daarbij gevolgd worden door de Belgische prinsessen Marie Esmeralde en Marie Christine, die een plaats krijgen in de auto van de directeur-général Jean Leulliot. En met dat koninklijke bezoek is er weer een historisch feit in toegevoegd aan de lange lijst die Eddy Merckx heeft en waarvan men zich kan af vragen welke omvang die precies zal hebben als hij stopt met wielrennen. SINT ANTHONIS (ANP) De Engelsman Allan, voor de eerste keer in Nederland, heeft gisteren in Sint Anthonis de motorcross der azen ge wonnen. Tot ver in de tweede man che heeft het daar niet naar uitge zien. De Zweedse wereldkampioen Bengt Aberg had namelijk de eerste manche gewonnen en lag ook in de tweede aan kop. Op een moeilijk ge deelte van het traject kon hij zijn machine echter niet onder controle houden en werd vervolgens bijna overreden door de Belg Van Veltho- ven. Met veel moeite haalde de Zweed nog de finish, maar met een dusda nige achterstand, dat de overwinning in het eindklassement naar de Brit Allan ging. Verscheidene favorieten moesten door de zware terreinomstandigheden de strijd voortijdig staken. Onder hen waren de Zweden Hammergren en Kring en de Nederlander Wolsink. De zijspanklasse leverde een over winning op voor de Belg De Koster, die in de eerste manche tweede werd en in de tweede manche eerste. Broer Dirckx' machine raakte defect. De uitslagen zijn: 500 cc: eerste manche (zestien ronden van twee km): 1 Aberg (Zweden), 2 Allan (GB), 3 Karsmakers (Ned.), 4 Teeu- wissen (Bel.), 5 Decoster (Bel.); tweede manche (vijftien ronden van twee km): 1 Van Velthoven (Bel.); 2 Decoster, 3 Wolsink (Ned.), 4 Allan, 5 Karsmakers (Ned.). Eindklassement: 1 Allan met Gree- ves; 2 Van Velthoven met Husqvar- na; 3 Decoster met CZ; 4 Karsma kers met CZ; 5 Petterson (Zwe met Suszuki. Zijspanklasse: eerste manche: 1 Malmqvist (Zwe.), 2 De Koster (Bel), 3 Snijder (Ned.); tweede manche (tien ronden); 1 De Koster, 2 Malmq vist, 3 Snijder. Eindklassement: 1 De Koster met Norton, 2 Malmqvist met BSA, 3 Snij der met BSA. (Van onze sportredactie) ZWOLLE „We zullen wei zien wat het vandaag wordt", zei de Zuid- Limburgse renner Jo Vrancken enke le minuten voor de start van de tien de Ster van Zwolle, de openingsklas- sieker van het Nederlandse wieier- seizoen. 3,5 uur later had de vier kante Ovis-renner „het gezien". Met opgeheven arm kwam de kleine ren ner uit Linne als overwinnaar over de witte streep. Voor de tweede ach tereenvolgende keer stond Jo Vranc ken in het middelpunt van de be langstelling. Vorig jaar was de sterke renner heer en meester en ook dit jaar toonde hij zich weer de snelste. Vrancken maakte deel uit van een kopgroep, die zich na 125 km tussen Genemuiden en Kampen losmaakte. Op dat moment waren er van de 120 gestarte renners nog slechts 40 in de strijd. In een „waaier" probeerden de vluchters een voorsprong te ne men, maar het hoge tempo van de tweede groep maakte dit onmogelijk. Vrancken, de ijzersterke Louis West rus en Sjef v. d. Burgh trokken in hun demarrage Cor Leunis, Herman van de Loo, Jans Vlot en Nanno Bak ker met zich mee. Deze kopgroep van 7 moest er met vereende krachten de strijd tegen de harde noordoosten wind aanbinden. In de eindspurt toonde de Zuidlim burger zich de rapste spurter. „Ik had bijna mijn hand te vroeg opgestoken. Op de laatste 50 meter voelde ik, dat de overwinning mij niet meer kon ontgaan. Ik nam een half wieltje voorsprong en dacht, dat dit voldoen de zou zijn. Maar ineens kwam West rus en Van den Burgh naast mij. Ik gaf alles wat ik in mijn body had, want deze Ster van Zwolle wilde ik opnieuw op miin erelijst bijschrij ven", zei de dolgelukkige Vrancken na afloop. „Ik ben altijd vroeg in vorm. Vorig iaar was dit ook het ge val, maar dit seizoen wil ik mijn krachten beter verdelen. Dit jaar heb ik nog geen enkele wedstrijd gere den en daarom ben ik blij met deze overwinning". De tiende uitgave van de Ster van Zwolle was evenals andere jaren geen gemakkelijke ongave voor de 120 gestarte renners. Vorig jaar teis terden en de wind en de slagregens het peloton. Dit jaar was het al leen de scherpe noordoosten wind, die vooral op de IJsseldijk tussen Has selt en Kampen veel slachtoffers eiste. Opvallend was het grote aantal ren ners dat met materiaalpech de strijd moest staken. Slechts 40 renners haal den de finish in Zwolle, waar een handjevol Zwollenaren de 7 vluch ters stond op te wachten. De grote verliezer in de tiende Ster van Zwol le was Tino Tabak, die tweemaal uit de kopgroep werd teruggegooid door een lekke band. De derde maal liet de blonde Amstelvener de moed zak ken, en stapte bij Dalfsen in de be zemwagen. Tussen Dalfsen en Leme- lerveid plaatste een kopgroep van 20 renners de beslissende demarrage. Met vereende krachten namen de 20 koplopers een halve minuut voor sprong. Dat deze groep zich niet meer door het jagende peloton zou laten te rugpakken was duidelijk. Jans en Wicher Vlot, Ari Hassink, Nanno Bak ker, Rink Cornelissen, Jan Spetgens, Frits Slüper, Cor Leunis en Sjef van de Burgh waren de grote mannen in deze groep. Deze ervaren etapperijders kregen steun van de latere winnaar Jo Vrancken, zijn ploeggenoot Wim Waanders, Louis Westrus, de Dene kamper Kuiper en de ijzersterke Ti no Tabak. Na 45 km koers zorgde een valpar tij in de omgeving van Heino voor een splitsing in de grote groep. Bij Den Hulst hadden de 20 kop lopers een voorsprong opgebouwd van 2.17 min. en kregen „Vrouwe Fortuna" op hun „bagagedrager" toen de spoorbomen tussen Den Hulst en Lichtmis achter hen dicht vielen. Het grote peloton moest van achter de spoorbomen zien hoe de kopgroep in de verte het tempo nog verhoogde om zeker te zijn van de beslissende slag. Op de dijk tussen Hasselt en Kam pen, waar de wind vrij spel had, viel de kopgroep definitief uiteen door dat Jo Vrancken, Louis Westrus en Sjef van de Burgh met enkele flit sende demarrages het tempo opvoer den. Wicher Vlot werd het eerste slachtoffer, terwijl Wim Waanders en de Zaankanter Bakker moesten afhaken. De drie vluchters werden bij de invalswegen van Zwolle opnieuw achterhaald door Cor Leunis. Jans Vlot, v. d. Loo en Nanno Bakker. Jo Vrancken bleek de rapste spurter. (ADVERTENTIES) exposme Noteert u onderstaande datum vast in uw agenda. Zodat u niet de kans mist om vlak bij huis kennis te maken met de volledigste serie elektrostatische kopieermachines in Nederland (6 modellen!). Wel van Copygraph gehoord maar nog nooit gezien? Reden te meer om de expositie te bezoeken en zelf te ontdekken hoe scherp kopieën wel kunnen zijn. Hoe goedkoop. En hoe snel ze klaar kunnen zijn (10 per minuut). Ook uitgebreide demonstraties met het beroemde Copygraph offsetmateriaal. Dinsdag 17 en woensdag 18 maart in onze zojuist geopende zeer moderne showroom in het Handelsgebouw, Mr. Dr. Frederikstraat 8, Breda. Openingstijden: dinsdag 10.00 - 22.00 uur; woensdag 10.00 -18.00 uur. om stil te blijven zitten. Het heeft me zelf verwonderd, dat ik zo lekker mee kon in ParijsNice. Gezien de voorbereidingen had ik er weinig verwachtingen vain, maar het is me alles meegevallen. Had ik dit onge luk niet gekregen en was ik in de tweede en derde etappe niet geval len dan zou ik volgens mij toch vier de in het algemeen klassement ge worden zijn. Vooral vandaag had ik er veel zin in." Als training voor Milaan - San Remo gaat René Pijnen vandaag met Harm Ottenbros achter het peloton aan de laatste etappe rijden, „want woensdag wil ik in goede conditie zijn". Wereldkampioen Harm Ottenbros vertrok naamloos uit de wedstrijd. De commissaris, die zijn opgave no teerde, herkende hem niet (regen boogtrui verborgen onder een blauw plastic jasje) en gaf alleen het num mer door via de radio. Dat was na dertig kilometer, nog voor de Espi goulier. „Het was ver genoeg zo", vond Harm Ottenbros. „Als je nagaat hoe ik aan deze ronde begonnen ben, zonder training, omdat ik anderhalve week moest rus ten voor mijn blessure, dan mag ik nog niet mopperen. Ik ben iemand die bijna dagelijks moet koersen om in vorm te blijven. Stop ik even, zo- ais een paar weken geleden, dan kom ik weer moeilijk op gang. Ik moet dan aantrainen, Pijnen niet, die heef de échte klasse, die kan daar best tegen. Eigenlijk had ik de eerste da gen al willen opgeven, maar het ging steeds iets beter. Tegen dit weer en dat parcours kon ik echt niet meet op. Ja, het was misschien wel ge gaan als ik me geforceerd had, maa dat wilde ik voorkomen. Er volge- nog meer wedstrijden." Het is d tweede keer, dat Harm Ottenbro ParijsNice niet uitrijdt. In 1968 g? hij op door ziekte, en dat, evenals di jaar, na vijf dagen meegereden ti hebben. Gerben Karstens blijft uitsteken' meedraaien bij de eerste vijftien vai het algemeen klassement. Zaterdag in de etappe die zoveel renners ach teruit wierp, eindigde hij in de twee de grote groep na een sterke solo te gen de Mont Fagon. Hij zat in de kopgroep, die aan de voet van de Co! arriveerde, maar reed er een lekke band. Karstens is daarna alleen naar boven gegaan en kreeg kort voor de top aansluiting bij een groepje waar mee hij ook in Hyeres arriveerde Zondag handhaafde hij zich uitste kend op het zware bergtraject in Sal- leins, waar hij kort voor de top ge lost werd en achter het eerste pelo tonnetje finishte. Jacques Frijters kwam dezer da gen met achterstand te zitten. Na zestien kilometer zat hij al op 4.20 en dat werd tenslotte welgeteld 27.13 Frijters: „Ik durf niet te dalen. In Spanje heb ik eens ooit een renner vlak voor mij het ravijn zien invlie gen. Op dat moment durf ik niet meer". Zondag eindigde Frijters in het toch niet zo zware eerste deel van de etappe (op het nippertje ver loren doordat Harry Jansen met en kele millimeters verslagen werd door Reybroeck), op zes minuten en in het tweede traject sukkelde hij ve achterop, bibberend van de kou. „Wa voel ik me beroerd". In dezelfde bocht als René Pij nen ging zaterdag ook Cees Rem meester tegen de grond, en viel o- zijn door een zware operatie vori jaar kwetsbare linkerbeen. „II kreeg een lam gevoel en kon maa op halve kracht verder. Mijn rech terbeen moest alles doen. Achtera ben ik nog goed weggekomen, wan het had veel erger kunnen zijn." D rondedokter smeerde verdovend' zalf op de pijnlijke plekken en zon dag had Cees Rentmeester nauwe lijks last meer van de blessure. Hi.i kwam in beide halve ritten op ach terstand binnen omdat, legde hij ui: „ik geen enkel risico wil nemen. He is al mooi dat ik ParijsNice kan uitrijden." Het lot dat veel renners trof. raakte ook Richard Bukacki: zijn achterstand was twee keer bijna een half uur, eenmaal zes minuten. „Za terdag", zei Bukacki, „kwam ik bijna niet vooruit. Ik kreeg in het begin a] een flinke achterstand en toen was ik natuurlijk gezien. In je eentje ben je nergens". Als allerlaatste man kwam hij zondagmiddag in de twee de ecappe over de berg. Ook nu was nij in de achterhoede gekomen en dat lag aan een lekke band. Wim Dubois heeft zondag een hachelijke rit gereden. In de afdaling van de Grimaud reed hij beide rem men kapot. Schuivend met zijn voe ten over de grond, vaak remmend met zijn handen over hef wiel, be leefde hij een gevaarlijk avontuui dat goed afliep, zij het dat hij op zes minuten finishte, 's Middags kreeg Wim Dubois een weerslag: pijn in zijn knie van de ongewone daling, tegenover die pech stond een fraai succes in de zesde rit. Wim Dubois klom toen in het tweede groepje naar boven en won in Hyeres het spurtje voor de zeventiende plaats. Jan Janssen heeft goede hoop zijn tweede plaats te kunnen behouden, al is het verschil met zijn ploegge noot Louis Ocana klein, zeventien seconden. Bovendien gaat de finale van Parijs-Nice tegen de Col de la Turbie (een tijdrit van 9,5 kilometer) en is Ocana een tijdritspecialist. „Maar", rekende Jan Janssen uit, „Merckx start achter me als laatste. Je mag ervan uitgaan dat hij me in loopt. Wel, misschien kan ik me dan handhaven door in zijn buurt te blij ven." PETER HEERKENS IJSHOCKEY. Tilburg Trappers heeft in Tilburg de vriendschappelijke ijs- hockeywedstrijd tegen Kladno uit Tsjechoslowakije met 6—10 verloren. De tussenstanden waren: 3-4, 1-4 2-2 De Tilburgse ijshal trok 3000 bezoe kers.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1970 | | pagina 9