San Francisco wil Duivelsrots kwiit
Koffiebars in Almelo weigeren Ambonese jongeren
ER RUST
EEN VLOEK
OP
ALCATRAZ
L L.1
vloek
paniek
onderzoek
geen grap
indianen
Niet gerust
Wantrouwen
Vraagteken
Voorzitter wijkraad
S. Laisatamu:
,GEEN SPRAKE
VAN DISCRIMINATIE"
Uitzicht vanuit het sjieke Sausaiito, waar de rijken fuiven, op de baai van San Francisco. Links het duivels
eiland Alcatraz, rechts de stad.
Zo zagen de gevangenen van Alcatraz het lokkende, onbereikbare San Francisco glanzen tegen de avond
hemel. Het uitzicht maakt van het eiland een van de duurste stukjes grond in heel Amerika, maar niemand
wil het hebben.
(Van een onzer verslaggevers)
CALIFORNIë De Marguerita is een verdraaid lekker
drankje. Hoewel tequila er het uitdagende hoofdbestand
deel van is, drinken ze het hier in San Francisco als cock
tail de rand van het glas bestoven met zout, hetgeen een
subtiele kwelling is die het genot van de lafenis nog ver
hoogt.
Maar met Gene Parons hangend op een terrasje in Sausaiito sjieke
wijk vol tropische woeker aan de poort der poorten, die dan ook de
Gouden Poort is bijgenaamd vergaat de lust tot nippen je snel. Hij
heeft je langs zijn neus weg al op de hoogte gebracht van het feit, dat
jaarlijks 216 personen een einde aan hun leven maken door van de
Golden Gate Bridge te springen, v die voor geheel andere doeleinden
roestrood de baai overspant.
Vervolgens wijst hij op een eiland
je en zegt: Alcatraz. Ik ben er kor
te tijd cipier geweest, maar ik kon
het er niet uithouden. Ze hadden er
strafcellen voor obstinate gevange
nen Die waren volmaakt donker en
geluidsdicht. Wie het ongeluk had
erin te worden opgesloten, hoorde of
zag een maand lang niets. Daar
werden ze gek van natuurlijk. Het
eindigde er steevast mee, dat ze de
wasbakken uit de muren trokken.
Dan kregen ze voor straf nog eens
twee weken iin zo'n cel. Het enige
voedsel bestond uit een keer aardap
pelen per dag. Zonder zout of peper
Als de tijd er officieel pp zat, kwam
de cipier vragen: ben je nu gekal
meerd? Een gevangene, die beves
tigend antwoordde, kon te horen
krijgen: nou dan kan er nog wel een
weekje bij. Dat kostte dan weer een
wasbak begrijp je wel? Ze weten
momenteel niet, wat ze met het
eiland moeten doen. Ik heb ge
hoord, dat ze er een pretpark van
willen gaan maken, een soort Las
Vegas. Het zou beter zijn als ze het
zo lieten en openstelden als mu
seum. Dan zouden de mensen einde
lijk eens weten, hoe in Amerika ge
vangenen behandeld worden".
Alcatrazhel van verschrikkin
gen met een naam uit het paradijs.
De eerste die het in de baai van San
Francisco zag liggen was in 1775 de
Spaanse zeeman Juan Manuel de
Ayala en hij doopte het opgetogen
„Isla de los alcatraces" eiland
van de pelikanen zoveel exotische
vogels broedden er. Het was, twee
kilometer lang, veertig meter hoog
uittorenend boven zijn spiegelbeeld
in het water, een verrukkelijk oord.
Geurige eucalyptusbomen, bloeiend
struikgewas. De golven, die het om
spoelden, in kleur variërend van
flessegroen tot zeeblauw. Een droom
van subtropische pracht. En dat is
het nog. Gelegen als hert is, met zijn
briljante vergezicht op San Francis
co en de Santa Clara-heuvelg hoog
daarachter, zou het een van de duur
ste kavels in Amerika kunnen zijn.
Burgemeester Alioto noemt het ly
risch „het kroonjuweel in de baai".
Maar hij kan het ondanks grote
advertenties in de New York Times
aan de straatstenen niet kwijt. Om
dat op het eiland de geest rondwaart
van Al Capone?
Sinds de pelikanen er verdreven
werden, rust er een vloek op Alca
traz. Het leger ontdeed het bijna ge
heel van zijn vegetatie om er vanwe
ge de gunstige ligging in de baai een
soort mini-Gibraltar van te maken.
Vervolgens koos Amerika's federale
regering het eiland uirt als ideale
plek om een gevangenis te bouwen,
want, redeneerde men, de sterke
stromingen rond zijn rotsige voet en
de haaien, die daar azen, doemen ie
dere ontsnappingspoging bij voorbaat
tot mislukken- Van subtropisch para
dijs, waar Odysseus met graagte zijn
Nausikaa zou hebben ontmoet, werd
Alcatraz aldus een vaal gebouwen
complex, waar sadistische cipiers en
de allerzwaarste jongens uirt de Ame
rikaanse onderwereld elkaar uit
vloekten en soms uitmoordden.
Bin een schrikbeeld voor het tieri
ge San Francisco aan de overkant
werd hetAlcatraz was minder
vluchtproof dan men had gehoopt.
Het kwam weinig voor, maar nu
en dan wist 'n halsmisdadiger van De
duivelsrots zoals men inmiddels het
eiland was gaan noemen, te ont
snappen en dan waarde er paniek
door de straten van de stad. De
meest beruchte gangster uit de Ame
rikaanse criminele historie, Al Capo
ne, lukte het niet. En ook de massa
moordenaar „machinegeweer" Kel-
ley kwam er niet uit. De eerste ont
wikkelde zich op Aleartraz, vertelt
ex-cipier Gene Parsons op het ter
rasje in Sausaiito, tot een goede tim
merman en een verdienstelijke ban
jospeler, terwijl de laatste met bruut
geweld in bedwang werd gehouden.
Maar een enkeling lukte het wel.
Ralph Roe, de roofmoordenaar en
Theodore Cole, de kidnapper bijvoor
beeld. Op een namiddag in decem
ber 1937 braken zij simpelweg een
ruit, die uitzag op de baai, lieten zich
zakken op het pad dat eronder liep,
forceerden een hek met een breek
ijzer, gleden van de rots naar een
strandje en verdwenen in het water,
voordat iemand alarm had kunnen
slaan. Ze hadden voor hun ontsnap
ping de meest mistige dag uitgeko
zen uit de geschiedenis van de baai.
Alle scheepvaartverkeer lag stil. De
patrouille-boten van de gevangenis,
de politie en de kustwacht gingen ui
terst schoorvoetend op jacht maar
hun zoeklichten ketsten af op de
muur van mist. Ze vonden niets. Een
boot met verslaggevers verdwaalde
en kwam zo dicht bij de gevangenis,
dat de nerveuze cipiers begonnen te
schieten. Op zulke dagen was er pa
niek in tierig San Fransisco-
Het meest kritiek was de situatie
op Alcatraz, toen drie gevangenen op
een mei-morgen in 1946 enkeLe ci
piers hadden weten te overmeeste
ren en een machine-pistool te pak
ken hadden gekregen. Eén voor één
lieten ze de andere veroordeelden uit
hun cellen, die op hun beurt nog eens
zes cipiers in een hinderlaag lokten.
Het plan waa zo zorgvuldig uitge
werkt, dat de leiding van de gevan
genis pas na een uur merkte wat er
aan de hand was. De rebellerende
gevangenen hadden het plan om de
hoofdpoort te ontsluiten, de bewa
kers in de schiettorens te overmees
teren en per gevangenisboot een uit
val naar San Fransisco te wagen.
Het mislukte, omdat een van de ci
piers de sleutel had verstopt en on
danks martelingen niet wilde vertel
len, waar hij hem had gelaten. Uit
woede schoten de oproerkraaiers zes
cipiers neer, waarna ze zich ver
schansten in de cellengangen om het
uit te vechten met de mariniers, die
inmiddels te hulp waren geroepen
Schoten ratelden, granaten ont
ploften, branden braken uit. Op het
vasteland keken de inwoners van San
Fransisco toe door verrekijkers, die
beefden in hun handen. Het gevecht
duurde bijna twee dagen en kostte
doden en gewonden aan beide kan
ten. Toen was de leiding de situatie
weer meester en kon San Fransisco
vrij ademhalen.
Een en ander bleef niet onopge
merkt in den lande. De kranten
drongen aan op onderzoek. De noem
den de toestanden op Alcatraz mid
deleeuws, hetgeen de waarheid was,
en ze spraken over „de martelka
mer van Amerika" waarmee zo
evenmin ver bezijden de werkelijk
heid zaten. Onder de druk van de pu
blieke opinie, besloten de autoriteiten
in 1963 eindelijk het eiland te ontrui
men en de veroordeelden die er
zuchtten, over te brengen naar an
dere goed beveiligde gevangenissen
in Amerika. „Waar men op dezelfde
voet doorgaat", zegt ex-cipier Gene
Parsons uit bittere wetenschap.
Daiarmee kwam het gemeentebe
stuur van San Fransisco met het ont
volkte, maar duidelijk aanwezige ei
land in zijn maag te zitten. Wat er
mee te doen? Burgemeester Alioto
begon zijn ontluisterde kroonjuweel
te adverteren voor een miljoen dol
lar een spotprijs, gezien de riante
ligging in de baai met duizend en één
exploitatie-mogelij kheden.
Maar niemand bleek er zin in te
hebben zich te vestigen op de plaats
waar Amerika's meest notoire mis
dadigers hun duistere complotten
hadden uitgebroed. Niemand behal
ve dan de zoon van 's werelds rijk
ste main, John L. Hunt, de oliemag
naat uit Texas, die wordt geschait op
vier miljard gulden- Hij, Halmar
Hunt, liet burgemeester Alioto weten
Alcatraz over te willen nemen om er
een pretpark van te maken. „Een
stad der zonde", zegt hert meet
preutse deel van de Amerikaanse na-
tië dat de ontwikkelingen rondom het
eiland met argusogen volgt.
Hoewel niet preuts hij heeft een
confectiefabriek maar ziet er uit als
een beatnik voelde ook Alvin Dus-
kin bezwaren tegen Hunt's plannen
opborrelen in zijn gemoed. Hij greep
naar een drastisch wapen en liet a
raison van 5000 dollar een pagina
grote advertentie in de krant zetten,
waarin hij waarschuwde: „Een stuk
je Texas in de gaai van San Fransis
co? Dat zou een even grote diefstal
zijn als indertijd Manhattan". En
waarin hij sterker! burgemees
ter Alioto het aanbod deed, de 1800
dollar aan onderhoud, dat Aleartraz
maandelijks opslokt, gedurende een
half jaar te betalen, als het gemeen
tebestuur het aanbod van Hunt terzij
de wilde schuiven om zich te bera
den over een alternatief. Een deel
van de advertentie bestond uit een
open brief aan de autoriteiten in uit-
knipbare couponvorm Die opge
stuurd kon worden door sympathi
santen met zijn plan, om helemaal
niets met Alcatraz te doen, maar het
in de vorm van een natuurreservaat
teru^ te geven aan zijA rechtmatige
eigenaars, de pelikanen.
In het TWA-vliegtuig, dat me over
de Rocky Mountains en het Nevada-
bekken naar Californië's zonnige si-
naasappelkust bracht, was de adver
tentie van Duskin naast de hoge kwa
liteit van de geserveerde kaviaar het
onderwerp van gesprek, hetgeen
dacht ik toen bewees dat de Ame
rikanen zowel een gerecht als een
grap kunnen waarderen. Maar Dus-
kin bleek helemaal geen grappen
maker te zijn, toen ik hem in San
Fransisco opzocht Zijn uitnodiging
aan burgemeester Alioto was bloed
serieus geweest en had de arme ma
gistraat onder een lawine van dui
zenden brieven bedolven, en het
Hunt-plan was juist die morgen door
het gemeentebestuur onder tafel ge
veegd. „Ik heb niets tegen die man
en zijn Texaanse miljoenen", zegt
Duskin woedend, „maar wat hij met
de mooiste baai 'n de wereld wil
doen, is te zot. Hier heb ik de teke
ningen. Als trekpleister voor zijn
gokhuizen wil hij er een nabootsing
van de Apollo-12 neerzetten, die drie
maal hoger moet worden dan het
vrijheidsbeeld. Kijk nou zelf, mister.
Is dat een raket? Welnee, het is ge
woon een driehonderd meter hoog pe
nissymbool. Het is het absolute top
punt vam wansmaak. Zeker zal ik
mijn belofte nakomen om zes maan
den lang de onderhoudskosten vam
Alcatraz aan burgemeester Alioto te
betalen. Er is me alles aan gelagen
om deze zonde tegen de schoonheid
te voorkomen. Alcatraz moet worden
teruggegeven aan de pelikanen. Dat
is de enige oplossing"-
Jammer voor Alvin Duskin, maar
anderen denken daar weer anders
over. Onder hen Richard Oakes,
achter welke allerdaagse Ameri
kaanse naam zich een loep-zuiver op
perhoofd van de Mohawd-indianen
verschuilt. Uitgerekend op de dag
dat ik met Duskin spreek, bezet hij
samen met 75 stamgenoten Alcatraz
en hij lijkt er niet weg te branden.
Zijn beweegerdenen? „Het is tijd, dat
de natie luistert na-ar de stem van de
indianen", laat hij me telefonisch
vanaf het eiland horen. „Van de on
geveer 150.000 indiaanse gezinnen in
de reservaten in de v.s. leven er
50.000 odier de meest erbarmelijk
bouw, n krotten en zelfs in auto
wrakken. Het gemiddelde inkomen
van de indiaan ligt 75 percent bene
den dat van de gemiddelde Ameri
kaan en de werkloosheid ligt 40 per
cent boven het gemiddelde. De door
snee indiaan wordt niet ouder dan 44
De kindersterfte onder indiaanse fa
milies is tweemaal zo hoog als nor
maal. De contacten met de indianen
in de reservaten is een lange weg
van gebroken beloften en vermorzel
de hoop. De bloedige p.undering van
onze gebieden die bijna 500 jaar ge
leden begon, gaat door tot op de dag
van vandaag". Het Mohawk-opper-
hoofd wil voor Alcatraz precies 24
dollar neertellen, uit te betalen in
kralen en rode lappen de prijs, die
de indianen zelf eens hebben gekre
gen voor het eiland Manhattan,
waar nu New York zijn hoge rug te
gen de wolken schurkt.
Burgemeester Alioto zal wel niet
op de offerte ingaan, en blijven
leuren met zijn nor, maar ondertus
sen heeft Alcatraz voor het eerst in
zijn geciviliseerde bestaan iets
goeds gedaan. Het heeft door het
feit van zijn bezetting doeltreffend
de nood van de Amerikaanse Indi
anen aan het licht gebracht.
(Van een onzer verslaggevers)
ALMELO Het enige Ambonezenkamp van Overijssel
ligt vlak bij Wierden. Vossebos is de naam van dit kamp,
dat momenteel ontruimd wordt. De bewoners thans nog
een 30 Zuid-Molukse gezinnen zullen dan elders in
Twente wonen. Daarmee zal dan een einde gekomen zijn
aan een onhoudbare woonsituatie.
Kamp Vossebos is een kamp waar hier en daar vuilnishopen liggen
waar tussendoor een paar honden spelen. Het is een grauw en trooste
loos woonverblijf dat afkomstig lijkt te zijn uit de vorige eeuw. Enkel de
televisiemasten herinneren eraan, dat zoiets niet het geval is. Bijna 19
jaar bestaat kamp Vossebos in Wierden.
Dat wil niet zeggen, dat alle naar
ons land toegekomen Zuid-Moluk-
kers zo slecht gehuisvest zijn. Tal
van huizen aan de Jan Jansweg
(ook in Wierden) worden bewoond
door Zuid-Molukkers. En ook in Al
melo, Nfiverdal en Rijssen wonen
tientallen Ambonezengezinnen in
goede woningwetwoningen. Al deze
mensen hebben een ding gemeen-
hun streven éénmaal terug te gaan
naar een vrij e republiek Zuid-Mo-
lukken. „Mijn ouders praten er elke
dag over", zegt de jonge Ambo
nees J. Tahapary in Almelo. Iedere
Ambonees praat erover. In Neder
land zijn we niet zo gelukkig
Maar Ambon is ver weg in het
koude Twente. Het is de vraag of
het ooit bereikt zal worden. Al zegt
Tahapary jr. dat „de kans er zeker
in zit". Intussen rijgen de weken zich
aaneen tot maanden en de maanden
tot jaren. De republiek blijft een fata
morgana. Ondanks die andere levens
gewoonten blijven de man en vrouw
uit de Zuid Molukken vriendelijk.
Zij is beleefd en probeert zich zo
goed mogelijk in het (moeilijke) Ne
derlands uit te drukken. Er bestaan
kamp- en wijkraden die proberen
eventuele moeilijkheden te voorko
men. Moeilijkheden onderling, moei
lijkheden met de „Hollanders".
Plotseling breken er gevechten uit
tussen Ambonezen en Nederlandse
jongens. Er komen messen voor de
dag en zelfs klinkt een enkele maal
een schot. Het politie-onderzoek vor
dert moeizaam omdat de Ambone
zen een gesloten groep vormen die
niet gauw praat.
Donderdag stonden acht Ambone
zen terecht voor de politierechter in
Almelo, omdat zij op 9 juni van het
vorig jaar een pand in Nijverdal in
puin sloegen. Twee groepen jongens
raakten met elkaar slaags en er werd
hevig gevochten. De rechtzitting los
te weinig op en tegen een drietal
verdachten moest de zaak worden
aangehouden in afwachting van een
nieuw onderzoek. De overige vijf
kregen een geldboete en een voor
waardelijke gevangenisstraf, varië
rend van 3 tot 21 dagen.
Aan die moeilijkheden is geen ein
de gekomen. Eigenaren van twee
koffiebars in Almelo hebben beslo
ten thans geen Ambonese jonge
ren meer toe te laten. Deze hebben
een spoor van vernielingen achterge
laten. In „Puntje Rood' en in „Elc-
kerye" werd voort resp. 2.500,en
enkele honderden guldens vernield.
Het besluit werd met instemming van
de Wierdense wijkraad van Ambo
nezen genomen.
Maar de andere kamp- en wijkra
den zijn het oneens met dit eigen
machtig optreden uit Wierden.
De voorzitter van de Wierdense
wijkraad, de heer S. Laisatamu kan
begrip opbrengen voor deze bezwa
ren. Hij tekent er direkt bij aan: „We
konden niet anders. Het waren niet
de eerste klachten over vernielin
gen. De eigenaars van de koffiebars
konden ons de schuldigen niet aan
wijzen. Hadden we maar namen, dan
konden we optreden.
Ik heb dit besluit genomen om de
naam van de Ambonezen in be
scherming te nemen. Om te voorko
men dat er telkens opnieuw gespro
ken wordt over de vernielingen die
worden aangericht door Ambone
zen. Waarom dat woord eigenlijk
altijd in de krant? Waarom niet de
namen van de jongens die het doen?
Het zijn namelijk lang niet alle
Ambonese jongeren die zich schul
dig maken aan vernielingen. Nu onze
jongens niet meer binnen kunnen ko
men in die koffiebars, hopen We dat
ze bij ons komen klagen, dan hebben
we tenminste contact en kunnen we
met hen praten over de moeilijkhe
den. We kunnen ze dan vertellen, dat
ze zich netjes moeten gedragen en
dan mogen ze wel weer naar binnen.
We hebben met de eigenaars name
lijk afgesproken, dat het een tijde
lijke maatregel zal zijn. De jongens
moeten bii ons komen en dat doen
ze nog steeds niet", zegt de voorzit
ter. Hij toont hoe moeilijk het is voor
de wijkraad om alles na te gaan, om
te gaam controleren: „We werken alle
maal in de ploeg en kunnen ons niet
vrü maken. Als wijkraad kunnen we
soms in weken niet vergaderen om
dat de ploegen, waarin de leden van
de raad werken, elkaar overlappen".
De heer Laisatamu merkt tenslot
te op: „Er is beslist geen sprake van
discriminatie. Het is gewoon een tij
delijke maatregel van ons. We pro
beren de jongeren te dwingen bij
ons te komen".
Intussen is het bordje bij „Elcker-
lyc" verdwenen omdat een aantal
jonge Ambonezen het als discrimi
natie opvatten. Eigenaar Wiebe de
Jong ging ermee akkoord maar be
sloot de deur toch dicht te houden.
Tot nog toe heeft zich nog geen
geval voorgedaan waarbij Ambonezen
aJsnog proberen binnen te komen.
„Maar we zijn wat dat betreft niet
gerust", aldus de barkeeper.
De Almelose politie bagatelliseert
de zaak tegenover de buitenstaan
ders. We hebben weinig last van de
jongelui, zegt hoofdinspecteur C. van
Veldhuizen. Het gemeentebestuur
heeft nog geen oordeel over deze af
faire. „Dat niet veel last hebben van
slaat op de Ambonezen uit Alme
lo", zegt de heer H. H. Schoemaker,
directeur van het vormingscentrum
de Rosselkamp. In maart van het vo
rig jaar hebben we hier een knok
partij gehad in het jongerencentrum
Hob-nob, waarbij groepen Ambone
zen uit Nijverdal en Wierden betrok
ken waren. Dat leidde toen eveneens
tot een toegangsverbod voor Ambo
nese jongeren van elders, een maat
regel eveneens met instemming van
de wijkraad genomen.
Intussen is Hob-nob afgebrand, zo
dat dat probleem van de baan is.
Als voorbeeld van wangedrag van
jonge Ambonezen haalt de heer
Schoemaker dan aan hoe tussen de
middag groepen jongelui voor de
garderobe gingen liggen. Wilde ie
mand anders zijn jas pakken, dan
werd er geduwd en spoedig vielen
de eerste klappen. Een disc-jockey
werd bedreigd als hij niet deze of
gene plaat draaide. Er zijn verhalen
die ook in „Puntje Rood" en „Elcker-
lye" te horen zijn.
Zo zegt de barkeeper van de eer
ste koffiebar dat rieten zittingen van
stoeien kapot gesneden werden, in
het hout werden gore Maleise woor
den gekrast, een schilderij werd ka
pot gesneden. „Ze verknoeien het
zelf", zegt de barkeeper dan.
Op zichzelf zijn het aardige jongens,
maar owee als de groep komt, dan
komen de moeilijkheden. Ze moeten
nu maar eens wat positiefs laten zien
voor ze er weer in mogen en er zijn
meer die er zo over denken.
Een vertegenwoordiger van de wijk
raad Vossebos in Wierden liever
geen naam in de krant zegt dat
de jongens uit zijn kamp graag met
de Hollandse jongens samen willen
leven. Als ze maar netjes het café
binnenkomen, dan is er niets aan de
hand. Ik zelf ben hier altijd goed
behandeld, net zoals de Hollanders
Maar als er een jongen rotzooi maakt
dan komt de hele groep, dat is onze
gewoonte.
Vroeger hebben we in Indonesië sa
men met de Nederlanders gevochten.
Als er dan eentje sneuvelde, dan
brandden we samen een dorp plat
Maar het is niet juist dat er in Vos
sebos vechtlustige jongens zouden
rondlopen". Het verhaal over de Am
bonezen in Twente is eentonig.
de gemoederen los slaan en er ge
vochten wordt.
De jongens uit de Molukken wor
den thans met wantrouwen beke
ken. Hij heeft het ernaar gemaakt, is
het algemene oordeel. Zijn levens
omstandigheden worden erbij ver
geten. Ook vergeet men hoe bij zijn
ouders constant het verlangen bespro
ken wordt om terug te gaan.
Dag in dag uit, soms is zijn opvoe
ding militant. Het werk dat hij doet
vaak monotoon. Soms drukt hij zich
moeilijk uit, dat geeft spanning.
Spanning die zich ontlaadt wanneer
hij op straat voor vuile rot nikker
wordt uitgescholden. Dan slaat de
groep hard toe: hard en genadeloos.
Op de vraag in hoeverre de „vreem
deling" in ons land is geïntegreerd in
de Nederlandse samenleving, heeft
de burgemeester van Deventer, mr.
N. Bolkestein onlangs nog geant
woord dat dit „weinig of niet het ge
val is". Over Ambonezen zei hij
dat enige geestelijke voormannen van
deze groep, die doter fel en recht
zinnig protestants geloof bijeen ge
houden wordt, in een gesprek met
hen integratie afwezen.
Daarbij zette hij een vraagteken
of bij de tweede hier geboren gene
ratie de oude ideologie nog zo sterk
leeft. Zij zijn nu niet meer hele
maal gelukkig in de groep en nog
niet helemaal thuis in de nieuwe sa
menleving". Mr. Bolkestein zei van
mening te zijn dat de gevolgen van
deze problematiek al te zien zijn ge
weest: toeneming van criminaliteit
onder een groepje jongere Ambone
zen. De burgemeester van Deventer
meende ook dat de buitenlandse
werkiiemer onvoldoende is opgeno
men in de Nederlandse samenleving.
Zijn woorden lijken te worden bewe
zen door het geval te Sulvolde (gem.
Lange tijd gebeurt er niets tot ineens
Wisch). Bewoners van de Roomberg
hebben geprotesteerd tegen de komst
van 40 Turken waardoor mogelijke
excessen zouden kunnen optreden.
Burg. mr. A. Goedberg zei in een
raadsvergadering gisteren, dat er
geen enkele klacht is binnengekómen
over deze gastarbeiders en dat b. en
w. niet van plan zijn de verleende
woonvergunning in te trekken.
Zo blijft het probleem van de buiten
landers recht overeind staan al de
goede bedoelingen ten spijt. Burg.
Bolkestein zei in Deventer dat de
vraag van de menselijke benadering
blijft maar dat de hier (tijdelijk)
verblijvende vreemdeling een bur
ger is van de stad waarin hij woont.
Zelf had hij geen bezwaar tégen het
verlenen van kiesrecht aan deze ca
tegorie.
14
V