Delta-ontwikkeling
sterk stimuleren
HOOFDPLAAT STUURT GELUKSTELEGRAM
AAN MINISTER MR. R. J. NELISSEN
Raadsman pleit vrijspraak
voor Schijndelse Riet
Lichte vorst
„IK BEN OP EREWOORD ONSCHULDIG"
G. Hokken
burgemeester
Bruinisse
Commentaar
Geen mode
Draaibrug Sas van
Gent volgende week
voor verkeer gesloten
Vergadering bestuur
Braakman in Biervliet
TWEE PUNTEN
VLIEGVELD
Geen toekenning
Van
Hobokenprijs
NIET VOLDOENDE
ADVIES OVERLEGORGAAN GOUDEN DELTA:
„Roelof was geen speler"
Er wordt wel beweerd dat de
roep om bundeling van krach
ten en het streven naar grotere een
heden op allerlei gebied eigenlijk
maar een mode zou zijn. In hoever
re deze waarschuwend opgeheven
vingers uit angst voor „al dat nieu
we" naar boven komen is het over
denken waard.
In een provincie als Zeeland be
hoeft men voorlopig niet zo erg
bang te zijn voor het te grote.
Heel wat meer ter zake is een
waarschuwing als die van de direc
teur van het Zeeuws bureau voor
alcoholisme: in het algemeen maat
schappelijk werk wordt in Zeeland
ondoelmatig gewerkt, omdat er te
veel (twintig namelijk) organisaties
opereren op een bevolking die in
aantal niet groter is dan die van de
stad Utrecht.
Dat de Zeeuwse ziekenhuizen te
groot zouden worden, is voorlopig
al evenmin te vrezen. Integendeel,
de geografische situatie van de pro
vincie maakt het aantal ziekenhui
zen toch al noodzakelijk groter dan
gewenst zou zijn bij eenzelfde be
volkingsaantal, verspreid over een
kleiner gebied.
Wie zou daarom niet gelukkig
zijn met het eenstemmige besluit
in de ledenvergadering van het
Protestants-Christelijke Ziekenhuis
Bethesda in Vlissingen, om mee te
doen aan het streven naar één zie
kenhuis op Walcheren.
Dat het er tot nu toe drie zijn, valt
historisch best te verklaren en was
als zodanig ook aanvaardbaar. Dat
zou het echter niet zoveel langer
zijn geweest. Het grotere ziekenhuis
is een betere waarborg voor de op
timale behartiging van de volksge
zondheid dan het te kleine. Zo'n
noodzakelijke ontwikkeling mag
niet worden tegengehouden op
grond van ondergeschikte bepalin
gen of doelstellingen.
Ook van een confessioneel zie
kenhuis blijft de belangrijkste doel
stelling: optimale behartiging van
de volksgezondheid. In het gemeen
schappelijke ziekenhuis waar men
nu op Walcheren naar streeft, zal
echter ook de geestelijke verzorging
van de patiënt „volledig en op mo
derne wijze" tot zijn recht komen,
zoals omschreven wordt in het
„protocol van overeenkomst" dat
dan nu ook door Bethesda is aan
vaard.
(Van een onzer verslaggevers)
TERNEUZEN In verband met
uit te voeren baggerwerkzaamheden
ter plaatse van de brugopening, zal
het landverkeer over de draaibrug in
Sas van Gent zijn gestremd van
woensdag 21 januari om 22.00 uur tot
donderdag 22 januari tot 5.30 uur.
Het verkeer aan beide zijden van
het kanaal van Terneuzen wordt om
geleid over Sluiskil, zoals dopr rich
tingsborden wordt aangegeven.
(Van onze correspondent)
BIERVLIET Het algemeen be
stuur van het beheerschap Recreatie
gebied Braakman houdt dinsdag om
tien uur 's morgens een vergadering
in het gemeentehuis in Biervliet.
Op de agenda staan ondermeer een
bespreking betreffende het overzicht
voorzieningen Braakman, een voor
stel tot onderhandse besteding ver
betering jachthavens en een voorstel
tot wijziging van de bezoldingingsver-
ordening. De vergadering wordt ge
houden onder voorzitterschap van de
heer J. van der Peijl.
Vooruitzichten
voor zaterdag
en zondag,
opgesteld door
het K.N.MJ. op
donderdag
om 18.00 uur:
Plaatselijk
neerslag en in
de nacht overwegend lichte vorst.
Weersvooruitzichten in cijfers ge>
middeld over Nederland.
Voor zaterdag: aantal uren zon: 0
tot 2; min.-temp.: omstreeks nor
maal; max.-temp.: van ongeveer nor
maal tot 3 graden onder normaal:
kans op een droge periode van min
stens 12 uur: 80 roeent; kans op een
geheel droog etmaal: 60 procent.
Voor zondag: aantal uren zon: 0
tot 3; min.-temp.: omstreeks nor
maal; max.-temp.: van ongeveer nor
maal tot 4 graden onder normaal:
kans op een droge periode van min
stens 12 uur: 80 procent kans op
een geheel droog etmaal: 50 procent,
(Van een onzer verslaggevers)
ROTTERDAM Met het besluit van het algemeen bestuur van
het Overlegorgaan Zeehavenontwikkeling Zuidwest-Nederland om
voortaan openbaar te gaan vergaderen, zjjn gisteren drie stukken in
de publiciteit gebracht. Dat zijn het rapport Verburg, dat een samen
vatting geeft van de ontwikkelingsmogelijkheden voor zeehavens in
het Deltagebied, een minderheidsrapport van drs. Chr. Fransen, hoofd
Gemeentelijk Bureau voor de Statistiek te Rotterdam en lid van de
commissie-Verburg, en een concept-advies over de havenontwikke
ling van Zuidwest-Nederland, dat in de eerstvolgende openbare ver
gadering van het Overlegorgaan (ziek ook pagina 1) punt van bespre
king zal zijn.
Het concept-adiviea maakt duidelijk,
dat in de drie jaar dat het Overleg
orgaan bestaat nog maar zeer weinig
overeenstemming is bereikt, op welke
punten dan ook. Dat is trouwens niets
nieuws, want het aantal rapporten dat
na de eerste inventarisatie van het
Overlegorgaan, het zogenaamde Groe
ne Boekje, is verschenen en.de in
houd van die rapporten maakten wel
duidelijk dat de uitgangspunten zeer
verschilden. Dezelfde indruk wekten
het rapport van de commissie-Ver
burg en het daarbij behorende Rot
terdamse minderheidsrapport, die in
september gereed kwamen. Het hui
dige concept-advies heeft zich van
de synthese-Verburg gedistantieerd
en geeft zelfs een aantal conclusies,
die zeer nauw aansluiten bij de visie
die Rotterdam tot nu toe op de ont
wikkeling in de Gouden Delta heeft
gegeven.
Twee concrete punten uit het con
cept-advies zijn:
een voorstel om de regering te
verzoeken in samenwerking met het
Overlegorgaan een project-studie
groep in het leven te roepen, die aan
de hand van de reeds bestaande rap
porten dient na te gaan waar in
Zuid-West-Nederland, naast de voor
zieningen in de noordelijke Delta ten
behoeve van het diepstekende schip
en de stukgoedoverslag voor agglome
ratie-industrieën ruimte kan worden
gevonden
een voorstel om overleg te openen
met het Centraal Bureau voor de
Statistiek en het Centraal Planbu
reau om b.v. door middel van enque-
tes regelmatig betrouwbare informa
ties te verkrijgen over de investerin
gen en tevens de ontwikkeling van de
werkgelegenheid in 't Deltagebied in
het jongere verleden en de naaste
toekomst. Dit is nodig aldius het con
cept-advies, om voor het hele Delta
gebied een zo nauwkeurig mogelijke
begroting op te stellen voor alle in
frastructurele voorzieningen die in de
komende vijf jaar en daarna voor een
periode tot 1980 moeten worden ge
troffen.
De studiegroep die in het eerste
punt wordt genoemd zou ook aldus
het advies aandacht moeten wijden
aan een tweede nationale luchthaven
waarvoor zowel de Hoeksche Waard
(Plan 2000+) als West-Brabant wor
den genoemd.
Het advies tekent hierbij aan, dat
Rotterdam onlangs een ambtelijk rap
port gepubliceerd heeft over de uit
breidingsmogelijkheden van Zestien
hoven Niet vermeld wordt, dat het
Ned. Economisch Instituut een con-
cept-adlvies gereed heeft, dat ge
maakt is op verzoek van de commis
sie vliegveld van de Brabantse Ka
mers van Koophandel, van de Rotter
damse Kamer van Koophandel en van
de Kamer voor Noord-Limburg.
Kort samengevat zegt het concept
advies dat de onmiddellijke taak van
het Overlegorgaan bestaat uit een
krachtige stimulering van de moge
lijkheden van het midden (o.a. re
creatie) en het zuiden van de Delta,
alsmede uit een onderzoek naar de
verdere uitbreidingsmogelijkheden
voor de noordelijke Delta. Het in
dustrialisatiebeleid, aldus het con
cept-advies zal voor het laatstge
noemde gebied, evenals tot nu toe,
uiterst selectief moeten zijn.
(Van een onzer verslaggevers)
GOES De jury, die de toeken
ning beoordeelt van de zogenaamde
„Van Hobokenprijs 1969" heeft na
rijp beraad besloten om geen prijs toe
te kennen aan de inzendingen, die
zijn binnengekomen over het onder
werp „hoe ziet het Zeeuwse agrari
sche bedrijf anno 1980 er uit, hoe zou
het er uit moeten zien en hoe moeten
wij naar deze wenssituatie groeien
Dit wordt meegedeeld door de
Maatschappij tot Bevordering van
Lajidbouw, Tuinbouw en Veeteelt in
Zeeland en Noord-Brabant, Z.L.M. te
Goes.
De jury was unaniem van oordeel,
dat het gehalte en de inhoud van de
inzendingen een toekenning niet
rechtvaardigde. Zij meende, dat de
inzenders zich te weinig aan het hun
opgedragen onderwerp hebben ge
houden en dat over het algemeen de
feitelijkheden te weinig gedocumen
teerd, de conclusies en stellingen te
weinig geargumenteerd waren.
De jury heeft wel het besluit ge
nomen om aan de heer W. de Vrieze
te Haamstede voor zijn bijdrage een
aanmoedigingsprijs van f 100,toe
te kennen. Hoewel zijn bijdrage
slechts één facet van het onderwerp
behandelde, vond de jury dat hij een
visie heeft ggeeven, die van een dui
delijke eigen mening getuigt.
Voor de „Van Hobokenprijs 1971"
zal tijdig het nieuwe onderwerp be
kend worden gemaakt.
HOOFDPLAAT Hoofdplaat in
West-Zeeuwsch-Vlaanderen is be
paald niet ondersteboven van het
feit dat de nieuwe minister van
Economische Zaken, mr. R. J.
Nelissen uit dit dorp aan de Wes-
terschelde geboortig is. Vlaggen
werden er niet uitgestoken en de
naam van de nieuwe bewindsman
is ook niet op aller lippen.
In Hoofdplaat zegt de man in de
straat: „De familie Nelissen heeft
hier wel jaren gewoond, maar ze
bemoeide zich weinig met de rest van
het dorp. Misschien komt dat, omdat
de vader van Roelof geen geboren
Hoofdplatenaar is. Hij kwam in 1923
uit Haarlem naar Hoofdplaat. Moe
der Nelissen kwam van IJzendijke.
Van haar meisjesnaam heet ze Sule-
ma Melanie de Clerck".
Als jongen woonde minister Nelis
sen in het polderhuis aan het eind
van de Havenstraat, vlakbij het ha
ventje dat nu gedoemd is te verdwij
nen. Zijn vader was waterbouwkun
dig ambtenaar en architect van het
waterschap Het Vrije van Sluis. De
heer Nelissen sr. is na de bevrijding
van oktober 1944 tot juni 1966 waar
nemend burgemeester van Hoofd
plaat geweest. Kortgeleden verhuis
de de heer G. A. Nelissen met zijn
vrouw naar 's-Hertogenbosch.
Minister Nelissen is de enige zoon.
Hij heeft drie zusters.
Roelof Johannus Nelissen werd op
4 april 1931 geboren. Hij bezocht de
katholieke lagere school aan de
Schoolstraat. Het hoofd der school,
de heer A. O. Spinnewijn, herinnert
zich: „Roelof was wel een van de
betere leerlingen, maar toch ook weer
geen buitenbeentje. Ik had nooit kun
nen denken, dat hij het zover als
minister zou brengen. De Nelissens
mijn vrouw was goed bevriend
met mevrouw Nelissen waren
streng katholiek. Hun kinderen be
moeiden zich weinig met de dorps
jeugd. Roelof was geen jongen die
je veel op straat zag spelen. Het was
een serieuze jongen die het liefst
thuis met zijn neus in de boeken zat.
Toch waren de Nelissens binnenshuis
erg gezellige mensen. Daarbuiten de
den ze wat stug en terughoudend".
De heer Spinnewijn vertelt verder,
dat Roelof Nelissen aanvankelijk
priester zou worden. „Na de lagere
school is hij zes jaar op het klein
seminarie „De IJpelaar" bij Breda
geweest. Later is hij echter rechten
gaan studeren".
Mejuffrouw M. M. Verhoosel (53)
heeft de latere minister in de tweede
klas onder haar hoede gehad. „Door
dat hij in april jarig was, kon hij na
de kleuterschool niet naar de eerste
klas. Ik heb hem toen bijgewerkt,
zodat hjj meteen in de tweede klas
kon. Hij was geen opvallende, maar
wel een dankbare leerling. Nee, ik
heb hem later nooit meer ontmoet.
Ach, ik vind het wel leuk, dat een
van mijn vroegere leerlingen het tot
minister heeft gebracht. Zoiets ge
beurt immers niet alledag".
Als Tweede-Kamerlid is mr. Nelis
sen nog niet zo lang geleden op zijn
geboortegrond terug geweest. Als lid
van een K.V.P.-delegatie die een
werkbezoek aan Zeeuwsch-Vlaande-
ren bracht nam hij ook een kijkje
in Hoofdplaat, waar een recreatieter.
rein is geprojecteerd.
Op het gemeentehuis weet men, af
gezien van de gebruikelijke gegevens
uit het bevolkingsregister, weinig
over de jeugdjaren van minister Ne
lissen te vertellen. Roelof Nelissen
was per se geen veelbelovende zoon
van Hoofdplaat. „Het was geen spe
ler. Je zag hem nooit op straat met
andere jongens uit het dorp. We von
den de familie Nelissen een beetje
aan de stijve kant", aldus een van de
Hoofdplatenaren.
(Van een onzer verlaggevers)
DEN BOSCH Na zeven (zenuw)slopende dagen was Riet
S.-H. (46) uit Schijndel volkomen „kapot"; niet in de betekenis
die zij steeds aan dit woord heeft gegeven, maar psychisch.
Bijna apathisch luisterde de vrouw die gezien wordt als een
sluwe gifmengster gisteren naar het pleidooi van haar raads
man. Ze snikte gisteren bijna geluidloos een paar uur lang
voor zich heen in de rechtzaal van de Bossche rechtbank. Haar
bleke gezicht is zwaar getekend; ze heeft haar lange zwarte
haren op de laatste dag van het monsterproces niet meer
gekamd.
Het beroerde haar amper dat
haar raadsman mr. H. van der
Puti voor alle haar ten laste geleg
de punten vrijspraak vroeg. -Haar
laatste woorden tussen veel snikken
door zijn- „Edelachtbare, ik ben op
erewoord onschuldig". De officier
van justitie, mr. J. Booster, zei niet
te willen antwoorden op het pleidooi
van de raadsman. „Het is beter dat
de rechtbank het standpunt van de
raadsman en dat van mij onver-
vormd zal kunnen beoordelen". De
officier benadrukte hiermee nog
maals de zware taak die de leden
van de rechtbank hebben. Donder
dag 29 januari om half tien zal de
rechtbank uitspraak doen.
Het scheen de officier van justitie
wel te verbazen dat mr. Van der
Putt over de hele tenlastelegging
die op papier meer dan een me
ter lang was vrijspraak vroeg:
„Ook over de feiten die verdachte
heeft bekend?" Mr. van der Putt,
die voor het uitspreken van zijn plei
dooi slechts een derde van de tijd
die mr. Booster gebruikte, nodig had
antwoordde bevestigend. Hij wenste
in het geval de rechtbank toch tot
veroordeling wil overgaan een
korte vrijheidsstraf met ter beschik
kingstelling.
Het pleidooi van de jonge Eindho-
vense advocaat kwam gisteren niet
zo sterk door. Er zijn voldoende twij
fels. blijven bestaan na de verhoren
op de zitting, maar mr. van der Putt
beet zich in geen enkel twijfelgeval
vast. Hij kabbelde rustig langs de
feiten, al merkte hij op dat het re
quisitoir van de officier „op leeu-
wenvoeten gaat".
Naar de mening van de raadsman
konden op de vergiftigingssporen
met DDT op Jeanne Ruault nooit po
gingen tot moord opleveren. „DDT
is inderdaad een deugdelijk middel
om te doden, maar Iemand die het
middel gebruikt, wetend dat het on
voldoende is, kan alleen poging tot
zware mishandeling ten laste worden
gelegd" Deze wetenschap zou Riet
geput kunnen hebben uit de pogin
gen met DDT op haar eerste man
Jo van Eijnthoven, die ze al eerder
dit vergif zou hebben toegediend.
De advocaat liet na aan te geven
hoe Riet aan die ervaring is geko
men. Er moet een eerste slachtof
fer zijn geweest.
Over het aanvullende bewijs van
nu1. Booster zei de raadsman dat
„ook hier de twijfel op vele plaatsen
knaagt. Er is een grote hoeveelheid
aanwijzingen maar die vormen geen
wettig, laat staan overtuigend be
wijs". Hij noemde o.m. de verklarin
gen (tan de deskundigen dr. J. Zel-
denrust en dr. H. Janssen, waarin
exacte gegevens ontbreken, mede
doordat ei een grote tijdsruimte is
tussen data, waarop de vermoedelij
ke feiten zijn gepleegd en de dag
waarop de politie het onderzoek te
gen Riet begon.
Mr. van de Putt over de vergifti
gingsverschijnselen van Frans S.:
„De man was ziek na het nippen
van koffie en het heel voorzichtig
proeven van twee lepels soep. Daar
na kan hfj nooit zo ziek worden, ten
zij het een zwaar, snel werkend ver
gif is geweest. Maar dat is in de
verste verte niet aangetoond".
De al dan niet weer ingetrok
ken bekentenissen van Riet op
zich zijn niet voldoende als een of
ficieel bewijsmiddel. „Haar verkla
ringen zijn zelfs indien de leugen
achtigheid daarvan komt vast te
staan niet voldoende als bewijs
middel", aldus de raadsman. Hij
sprak van „de grabbelton van het
aanvullend bewijs".
In verband met de dood van Jo
van Eijnthoven zei mr. van der Putt
dat Riet toen ze haar bekentenis
deed zich in een bedreigde positie
bevond. „Er zaten vier politieman
nen en een officier van justitie om
haar heen En u weet dat ze bij el
ke aanval reageert met leugenach
tige verklaringen".
Naar zijn mening heeft de huisarts
die indertijd de ©verlijdingsakte van
Jo tekende niet getwijfeld of het een
natuurlijke of onnatuurlijke dood
betrof, maar het voor' hem de
vraag was welke natuurlijke dood jo
was gestorven. „Omdat uit te ma
ken wilde hij sectie, nergens anders
om".
„De beschuldiging van vadermoord
steekt schril af tegen wat er aan be
wijslast is", aldus vervolgde mr.
Van der Putt over de tweede moord
die Riet is toegedacht. „De officier
heeft alleen haar eigen bekentenis
en leugens. Die bekentenis is in het
geheel van haar doen en laten niet
te plaatsen. Ze is uit zichzelf naar
Schijndel gekomen om voor haar va
der te zorgen. Ze schreef indertijd
een brief aan haar zus met de woor
den: „Ik zal die arme hals wel hel
pen daar ben ik niet te beroerd
voor".
Mr. van der Putt achtte het voorts
onwaarschijnlijk dat Riets vader een
glas water met vergif er in zou ac
cepteren. „U, meneer de president
hebt zelf een proef genomen. De
reuk van het vergif stijgt boven al
les uit".
Riets raadsman was slecht te
spreken over het psychiatrisch rap
port. Hij achtte het „hoogst onbevre
digend", dat dr. Schnitzler in totaal
maar drie uur met haar heeft gespro
ken. „Een onderzoek door slechts
één psychiater in zo'n grote zaak,
waar grote belangen aan juist zo'n
rapport zijn verbonden. Ik had hier
een minitieus onderzoek verwacht".
De heer Van der Putt vond het
tenslotte ook nodig dat Riet zou
scheiden van Frans S. „Anders is
een terugkeer naar haar kinderen
niet mogelijk". Dat waren de bezwa
ren van de raadsman in een zaak,
waarmee zich zoals hjj zelf zei
„bijna onthutsend veel personen heb
ben beziggehouden". „Een onderzoek
met een ambitieus officier van jus
titie; ene publieke blootlegging van
haat 63 liefde: Een rechtszaak an
nex publieke gebeurtenis".
Bij de foto's: Op de bovenste foto
de lagete school in Hoofdplaat, waar
minister Nelissen de beginselen van
het rekenen leerde, dat hem later als
minister van Economische Zaken zo
goed van pas zou komen.
Daaronder het haventje van Hoofd
plaat, waar het geboortehuis stond
van mr. R. Nelissen, de nieuwe mi
nister van Economische Zaken. Het
polderhuis is intussen na in de
oorlog te zijn gebombardeerd ge
sloopt. In de jeugdjaren van de be
windsman heerste er in de Hoofd
plaatse haven nog een drukke activi
teit van bietenschepen.
Tenslotte mejuffrouw M. M. Ver
hoosel was de „juf" van Roelof Nelis
sen op de katholieke lagere school
van Hoofdplaat. „Het was geen opval
lende leerling", zegt ze.
(Van een onzer verslaggevers;
BRUINISSE Per 1 februari a,s.
is benoemd tot burgemeester van
Bruinisse de heer G. Hokken, wethou
der en loco-burgemeester van de ge
meente Sliedrecht. De heer Hokken is
42 jaar, Nederlands Hervormd en lid
van de C.H.U.
Met zijn benoeming wordt Nj de
opvolger van C. H. van de Linde, die
op 15 september vorig jaar burge
meester werd van Nieuwerkerk aan
de IJssel