Jtaliaanóe
mantel-mode
Snel handelend
b'\j verslikken
IN BEWEGING
BLIJVEN!
enu van de week
f J
Vooral van belang
bij het ouder worden
Af te wisselen met de nodige rustpauzes
Zaterdag 1 november 1969
DE VRITE ZEEUW
l^yvy^vr,;,.
Van deze effen zwarte mantel zeg
gen we zeker niet, dat hij keurig en
onopvallend is. Hij is inderdaad niet
extravagant, maar wel klassiek ele
gant en hij volgt de mode, die voor
overdag nogal streng en somber is,
op de voet.
Deze comfortabele, tijdloze namid
dag mantel, die door Antonelli ver
vaardigd werd van een luxueuze re
versible, drievoudig weefsel van
dacron met wol, is zelfs zeer gekleed.
Het model is perfect van coupe. Het
is smal en slank omdat de lange, door
gestikte verticale naden soepel en
vloeiend de lijnen van het lichaam
volgen en accentueren. De schouders
zijn eveneens smal,-de rok is gerend.
Een matig getailleerde lijn dus, die
zeer afkleedt.
De sluiting is double-breasted met
zes knopen die goudkleurig omrand
zijn en waarvan de onderste twee
even boven taillehoogte geplaatst
zijn. De kraag is klein, maar valt op
doordat hij staat, een officierskraag
je dus dat iets van de hals afstaat.
De mouwen hebben geen manchet
ten, maar zijn evenals het voorpand
en het kraagje doorgestikt.
Deze mantel, getuigend van een
voudige chique, is een jas met moge
lijkheden wat betreft bijpassende hoe
den, handschoenen, tassen, schoenen
1 II-
1 1
Het is heel goed mogelijk dat
iemand die zich verslikt daar maar
heel weinig hinder van ondervindt. Zo
nu en dan komt het echter voor, dat
er na het verslikken al dadelijk een
vrij alarmerende situatie ontstaat.
Het slachtoffer kan dan plotseling
geen lucht meer krijgen. De ogen pui
len uit en de ongelukkige grijpt wan
hopig naar zijn keel. In dergelijke om
standigheden is het zaak snel hulp
te bieden. Hoe eerder we hier hande
lend optreden, hoe beter.
Wanneer we treuzelen totdat de pa
tiënt door gebrek aan lucht bewuste
loos omvalt e.i tussen stoel en tafel
op de grond zakt, ontstaat een toe
stand waarbij het moeilijk wordt doel
treffend hulp te verlenen.
tn het bekende Oranje-Kruisboekje,
die voortreffelijke Nederlandse hand
leiding tot het verlenen van eerste
hulp bij ongelukken, vinden we op
heldere wijze beschreven wat we op
zulke ogenblikken dienen te doen.
REDDENDE HANDGREEP
Steek twee vingers in de keel van
de patiënt en tracht het verkeerd in
geslikte voorwerp te verwijderen.
Soms zal het daartoe nodig zijn de
mond van het slachtoffer te openen.
Bij het uitvoeren van deze handgreep
moet worden voorkomen dat we door
de in nood verkerende patiënt in de
vingers worden gebeten.
Daarom verdient het aanbeveling
op het ogenblik dat we de vingers
van de hand, die redding moet bren
gen, naar achteren en naar beneden
schuiven, tezelfdertijd met de andere
hand de wang van buitenaf enigszins
tussen de kaken te drukken.
Het is bij dit alles niet van door
slaggevende betekenis of we het de
ademhaling belemmerende voorwerp
ook daadwerkelijk bereiken. Door de
bij deze handelwijze optredende
braakbewegingen komt het vaak van
zelf van zijn plaats en de patiënt krijgt
daardoor dan al lucht.
ANDERE MAATREGELEN
Wanneer deze pogingen geen suc
ces mochten hebben, kunnen we
onze toevlucht nog tot andere maat
regelen nemen. Dan grijpen we de pa
tiënt met de ene hand stevig bij de
borst en met de andere hand geven
we hem een paar harde slagen op de
rug tussen de schouderbladen. De op
deze manier stootsgewijze uit de lon
gen geperste lucht zal het voorwerp
misschien van z(jn plaats brengen.
Een kind kunnen we bij deze laatst
genoemde handelwijze met het hoofd
naar beneden houden, dan hebben
we de zwaartekracht ook nog tot
bondgenoot. Jn verreweg de meeste
gevallen hebben we met één van bei
de methoden succes.
Is zulks onverhoopt niet het geval,
dan meat iemand, die weet hoe dat
toegaat, bij de bewusteloze patiënt
kunstmatige ademhaling toepassen.
Door de samendrukking van de borst
kas, die hierbij plaats vindt, is er kans
dat het in de weg zittende voorwerp
alsnog naar buien wordt gedreven.
DOKTER AANWEZIG
Is er toevallig een dokter aanwe
zig, dan kan deze in noodgevallen
nog met een puntig mes de luchtpijp
onder de verstopte plaats openen,
hetgeen de zo hoog nodige lucht ver
schaft en het stikkingsgevaar tegen
gaat.
Dit laatste is uiteraard een hande
ling die slechts door ter zake kundige
kan worden uitgevoerd; de in het be
gin van dit artikel genoemde maatre-
en shawls. Voor strenge winterdagen
zullen deze accessoires nog aange
vuld kunnen worden met een bont-
hoed en een mof.
Antonelli koos als accessoires voor
haar ontwerp een zwart, strak om het
hoofd sluitend muts-hoedje, witte le
deren handschoenen, zwart-witte ge
makschoenen met hoog opgesneden
klep op de voorvoet en drie centime
ter hoge hak, en grove, lichtgekleur
de wollen kousen.
GEZELLLIGE MANTEL
Brengen de Italiaanse couturiers óf
stijf staande, vrij smalle modellen, óf
juist ruim vallende kleuren, André
Laug, die eertijds ontwerper van An
tonelli was, brengt afwisselend beide
stijlen. Hij ontwierp daarom ook de
redingotelijn in vele variëteiten.
Zijn eerste collectie heeft bijzon
der goede modellen en vondsten, wat
vooral in zijn cocktailjaponnen tot
uiting komt.
Voor vrouwen die zich deze winter
zeker niet in een lange pantalon met
half lange jas of jack zullen hullen,
ontwierp Laug de hierbij afgebeelde
gezelige mantel van double-face stof,
anthraciet met een grafisch of zo u
wilt spinneweb-achtig dessin in wit,
met pluizig zwart ratiné aan de bin
nenzijde. Deze stof is een weefsel
van dacron, een polyestervezel en
wol.
De jas, smal in de schouders en
met een hoge taille, aangegeven door
een Iedere., ceintuur, is double-
breasted. Het rokgedeelte loopt naar
onderen toe wijd uit. De iets van de
hals afstaande kraag is hoog geslo
ten, de mouwen lopen naar onderen
toe ook enigszins wijd uit. Steekzak-
ken zijn in de zijnaden verwerkt.
Een eenvoudige, niet erg vernieu
wende mantel die er toch juist even
uitspringt door goede snit en zeer
apart dessin.
Achter op het hoofd draagt de
mannequin een baretje, aan haar
voeten semi-geklede schoenen met
hoog opgesneden voorblad en ge
makkelijke hak, in zwart en wit.
gelen kan een ieder echter treffen.
U moet ze goed in u opnemen, opdat
u er in noodgevallen naar kunt han
delen.
Natuurlijk beschikken mensen van
zestig jaar en ouder niet over de zelf
de krachten als jeugdige personen.
Daarom moeten zij die nog aan het
arbeidsproces deelnemen, veelvuldig
kleine rustpauzen kunnen inschake
len. Wie zijn gewone beroepsbezighe
den niet meer verricht, dient even
eens eventuele perioden van lichame
lijke inspanning af te wisselen met
korte rustpozen. Bovendien moeten
mensen die wat ouder worden
's avonds tijdig naar bed gaan, want
nachtbraken bekomt hen bijzonder
slecht.
Dat wil echter niet zeggen, dat ge
zonde mensen van middelbare leef
tijd of gezonde bejaarden het groot
ste deel van de dag in bed moeten
doorbrengen. Dat is beslist verkeerd
en toch gebeurt dit helaas nog maar
al te vaak.
RUST ROEST!
Niet voor niets zeggen de Fransen:
„Le mouvement e'est la vie" (vrij ver
taald; beweging is leven); trouwens,
wij hebben daar ook wel een zegs
wijze voor en die luidt: „rust roest".
Wanneer men zonder noodzaak zijn
bestaan gaat beperken tot een kamer
hoek die gestoffeerd is met een bed
en een nachtkastje, zijn de soepel
heid van lichaam en geest snel ver
dwenen. Met een radio- of een tele
visietoestel kan men dan misschien
nog wel een beetje op de hoogte blij
ven van het wereldgebeuren, maar
dan is zulk een toestand toch altijd
nog fnuikend voor de lichamelijke
conditie.
Het komt ook voor, dat iemand van
gevorderde leeftijd in bed terecht ge
komen is wegens de een of andere
ziekte en daarin nu verder maar dag-
in, dag-uit, weken-, maanden- of zelfs
jarenlang verblijft, omdat niemand,
d.w.z. noch de patiënt zelf, noch de-
geèn die hem verzorgt, op het idee
komt weer eens wat beweging, oefe
ning, activiteit en functieherstel van
spieren en van hersens te beproeven.
Achteruitgang van het lichaam en af
takeling van het verstand zijn daar
van dan het gevolg.
OMGEKEERDE WERELD
In een algemeen ziekenhuis is het
natuurlijk moeilijk vroegtijdige en rui
me mobilisering te verschaffen aan
bejaarde patiënten. Men vindt daar
de vreemde toestand, dat zieken die
al een beetje mochten opstaan, weer
naar bed moeten om te eten, om be
zoek te ontvangen en soms zelfs om
te urineren of te defeceren; allemaal
verrichtingen dus waarvoor een nor
maal mens onder normale omstandig
heden zijn bed juist verlaat!
Dit kan in een ziekenhuis tot nu
toe blijkbaar moeilijk anders, omdat
de organisatie van de verpleging dit
meebrengt. Maar in een speciale kli
niek voor bejaarden zal men toch al-"
lereerst zijn uiterste best doen om
de vooral voor oude mensen zo fu
neste langdurige immobilisatie te
voorkomen. Men activeert de patiën
ten daar dus zodra het maar even
mogelijk is en het centrum van zo'n
■kliniek of geriatrische afdeling zal de
ocfenzaal moeten zijn; bewegings
therapie is het voornaamste wapen
tegen blijvende invaliditeit.
Met de uitzonderlijke hoge tempe
raturen van de afgelopen herfst nog
vers in het geheugen is het nogal
moeilijk wennen aan het koude jaar
getijde. Mét het dalen van de tempe
ratuur stijgt echter tegelijkertijd de
belangstelling voor de echt winterse
stamppotten. Jammer genoeg gaat er
door het stampen van deze winterse
gerechten wel wat van het vitamine-C
gehalte van de groente verloren.
Daarom is het verstandig om ter af
wisseling eens een stoofschotel op ta
fel te brengen. Deze bestaat namelijk
uit fijngesneden groente en dobbel
steentjes aardappel, die in één pan
worden gaargemaakt. Het aanhangen
de vocht wordt met iets maizena ge
bonden. Om er een „volledige maal
tijd" van te maken worden er stukjes
vlees, vis of kaas doorgedaan. Vis en
vlees worden samen met de aardap
pelen en de groente gaargemaakt,
doch de kaas mag er pas van het vuur
af aan worden toegevoegd.
ZONDAG; bouillon met kaasomelette
(in reepjes); hazepeper, aardap
pelpuree, cranberries; gehal-
veerda peer met druiven.
MAANDAG: slaatjes van bleekselde
rij, appel, witlof, rijst en eieren
met kerriesaus; vla-flip.
DINSDAG; kloosterstoofpot;
appelmoes.
Deense
WOENSDAG: gebakken lever, rode
kool, aardappelen; griesmeelpud
ding met puddingsaus.
JNDERDAG: erwtensoep met vlees
en worst; drie-in-de-pan met ap
pel.
RIJDAG: stoofschotel van kabel
jauw met roomsaus, rijst, ge
mengde sla; muesli.
■ZATERDAG: dikke groentesoep met
stokbrood; wentelteefjes.
DEENSE APPELMOES
Doe een klein potje appelmoes in
een schaal en bedek deze met stijf-
geslagen, gezoete room. Strooi er ten
slotte een grof geraspte reep choco
lade of chocoladevlokken over.
KLOOSTERSTOOFPOT
Neem capucijners uit een blik of
glazen pot. Snipper 400 gram witte
kool en kook deze samen met 1 kg
in stukjes gesneden aardappelen in
ongeveer een half uur gaar. Doe de
capucijners er bij, warm ze even door
en bind het vocht (zorg dat er njet té
veel is) met iets aangemengde maize
na. Maak de stoofpot op smaak af
met zout, peper en aroma. Roer er
van het vuur af 200 gram in blokjes
gesneden belegen kaas door.
In „Medisch Contact", officieel or
gaan van de Koninklijke Nederlandse
Maatschappij tot bevordering der Ge
neeskunde, heeft de geriater
ouderdomsarts) dr. J. Th. R. Schroe-
der enige tijd geleden de nadelige ge
volgen van overdreven bedrust voor
bejaarden uitvoerig beschreven. Een
gedeelte van zijn belangwekkende be
schouwing volgt hieronder.
HET BEENDERSTELSEL
Wat betreft het beenderstelsel: dit
gaat achteruit wanneer de gewone
prikkels voor opbouw en herstel van
beenweefsel zoals die worden ge
geven door druk en tractie van de
spieren bij het maken van bewegin
gen ontbreken. De afbraak in de
beenderen gaat dan overheersen bo
ven de opbouw; daard.oor worden de
beenderen bros.
De patiënt gaat dan klagen over
pijn in de rug; de zieke die met steeds
meer kussens wordt gesteund krijgt
langzamerhand verkrommingen van
de wervelkolom. Verder heeft de
overheersing van het afbraakproces
tot gevolg, dat er veel kalk het lichaam
met de urine verlaat en dat zich hier
door gemakkelijk stenen vormen in
nieren en blaas.
Wat de gewrichten betreft: langdu
rige rust geeft verstijving. Dit geldt
niet alleen voor de voetgewrichten
(bekend is het optreden van de zo
genaamde spitsvoet), maar ook voor
de knieën, de heupen en de schou
ders. Dat kan oorzaak worden van de
toestand dat de patiënt, na genezing
van de oorspronkelijke ziekte zich
niet meer voldoende kan bewegen, ja,
dat het lopen misschien geheel on
mogelijk blijkt te zijn geworden!
DE SPIEREN
Ook het spierstelsel ondervindt een
nadelige invloed van langdurige im
mobilisatie. De spieren die niet wor
den gebruikt gaan astrofiëren: ze wor
den dun en zwak. Om dit tegen te
gaan moet dus, voorzover de gezond
heidstoestand dat tenminste toelaat,
geregelde oefening plaats hebben.
Gebeurt dat niet, dan wordt het spier
stelsel steeds zwakker en de persoon
in kwestie wordt steeds spoediger
vermoeid.
En wat betreft de huid: doorliggen
(decubitus) van bedlegerige patiën
ten is een schrikbeeld voor alle ver-
plegenden. Terecht leert men hun op
nauwgezette wijze de nodige maatre
gelen te nemen ter voorkoming hier
van.
Onnodig te zeggen, dat de huid
veel gemakkelijker gaaf te houden is
wanneer van begin af aan een acti
verende behandeling wordt toege
past, indien de ziekteverschijnselen
dit tenminste mogelijk maken.
GEESTELIJKE ACHTERUITGANG
Spijsverteringskanaal en urinewe
gen gaan bij langdurige volstrekte
bedrust ook minder goed functione
ren: zeer dikwijls komt het tot onzin
delijkheid. Pas als de zieke wat meer
in beweging komt, nadat oefeningen
in het zitten en het opstaan zijn ge
maakt, mag men verwachten, dat aan
die incontinentie een einde komt.
Ook ernstige obstipatie een
klacht die bij patiënten met langdu
rige bedrust nogal eens wordt verno
men kan voor oude mensen een
zeer hinderlijke en zelfs schadelijke
complicatie van hun ziekte vormen.
Wanneer lichaamsbeweging kan
wórden genomen, dient zulks ook te
worden gedaan: het bevordert de
stoelgang.
Tot slot iets over de geestelijke
functies. De psychische achteruit
gang, die zo veelvuldig bij bedlege
rige bejaarden optreedt, is veelal niets
anders dan een gevolg van de isola
tie waarin de bedpatiënt verkeert. Hij
of zij merkt vrijwel niets van de bui
tenwereld: belangstelling, geheugen
en oriëntatie gaan achteruit, al was
het maar door gebrek aan oefening!
Het zal duidelijk zijn, dat de op deze
wijze ontstane dementie psychi
sche aftakeling) kan blijken van voor
bijgaande aard te zijn, namelijk als het
mogelijk is, dat de patiënt het bed
en misschien zelfs de kamer eens mag
verlaten, enige eenvoudige activitei
ten kan ontplooien en enige contac
ten kan onderhouden, waardoor op
nieuw de belangstelling- gaande
wordt gemaakt.