DUIZENDEN TSJECHEN VRAGEN ASIEL IN ZWITSERLAND
Nieuwsgaring op Cuba
moeilijke taak
Veienigingsdrukwerk
DRUKKERIJ VAN DE SANDE
Voor uw
Bewogen
geschiedenis
van een
■vluchteling
Duizender
Speler
Problemen
DE VRIJE ZEEUW
Vrijdag 19 septémber l989
PROTOTYPE
WEER SMID
WEEKEIND.
PARADIJS
Onprettig
Niet naargeestig
Vrome aandacht
(Van een onzer verslaggevers)
BERN Een groep Zwitserse re
geringsambtenaren onderzoekt op het
ogenblik 9300 gevallen van Tsjechi
sche vluchtelingen, die na de Rus
sische invasie-politiek asiel in Zwit
serland hebben gevraagd. De helft
van het aantal gevallen is al behan
deld, waardoor deze op 50 mensen
na politiek asiel hebben verkregen.
Als dit geweigerd is, was dit meest
al op grond van misdaden, die in
het verleden begaan zijn of soms op
verdenking van spionage-activiteiten.
Hier volgt het verhaal van een ge
zin, dat wel asiel heeft verkregen,
maar een ongebruikelijke voorge
schiedenis kent.
Ln september 1943 stapte Richard
Glazar, een jcmge Tsjechische stu
dent op het station in Wenen uit de
trein. Zijn kleren waren bijna vod
den, hij had valse papieren en hield
een brood onder zijn arm geklemd.
Hij was 23, een jood en was juist
uit het concentratiekamp Treblinka
•in Oost-Polen ontsnapt.
Bijna 26 jaar later, op 20 maart
1969, is Richard Glazer weer per
trein in Wenen aangekomen in
hetzelfde station. Maar deze kt er
was hij uit Tsjechoslowakije gevlucht
en was hij vergezeld van zijn vrouw
Zdenka en hun twee kinderen,Paula
die 1? en Richard die 14 is. Zij droe
gen allemaal een koffertje met kle
ren om, zoals zij beweerden, een week
einde in Zwitserland te gaan skiën.
Voor de tweede keer in dertig jaar
tijde moet hij weer helemaal opnieuw
beginnen. Na wat hij al meegemaakt
heeft schijnt het bijna wonderbaar
lijk dat hij dit allemaal heeft kunnen
overleven.
In oktober 1942 werd hij met een
veewagen naar een met bossen om
geven spoorwegstation langs de spoor
baan naar Bialystak, 320 km ten
oosten van Warschau, gebracht. Ter
wijl de wagens wachtten keken de
inzittenden door de ventilatie - ope
ningen naar buiten en trokken de aan
dacht van een jonge Poolse boer, die
daar aan het werk was om hem te
te vragen wat er aan de hand was.
Hij keek naar hen op, maakte met
een hand een wurgbeweging naar
zijn keel en draaide zich toen weer
om en ging door met zijn werk.
Treblinka was het prototype van
de zes vernietigingskampen van de
Nazi's in Polen. Het was omgeven
door een 2.70 m. hoge omheining van
prikkeldraad en verscheidene hon
derden vierkante kilometers weinig
uitnodigend struikgewas. Meer dan
700.000 joden zijn daar in de gaska
mers gestorven. Er was een imita
tie-station met wachtkamers en een
kantoortje waar je kaartjes kon ko
pen. Op het perron haalden SS-be-
wakers Richard Glazar uit de rij men
sen, die direct naar de gaskamers
door zouden gaan. Omdat hij jong en
sterk was werd hij gedwongen in het
kamp slavenarbeid te verrichten. Het
was zijn taak om de kleren van men
sen, die in Treblinka omgekomen wa
ren op wagons van treinen te laden
die weer terug naar Duitsland gin
gen.
Op de een of andere manier beeft
hij het overleefd. Op 2 augustus is
hij tijdens een massale opstand
ontsnapt en met een andere Tsje
chische student zwierf hij twee maan
den rond. Anderen werden weer ge
pakt door de SS, door Polen of Rus
sen neergeschoten. Nu zijn er nog
maar 16 mensen die Treblinka over
leefd hebben in leven.
De twee jonge mannen werkten
twee jaar als smid in Mannheim.
Met valse papieren en het verhaaJ
dat ze deserteurs waren wisten ze
de autoriteiten te misleiden. Uit een
pakhuis stalen ze kleren die op
merkelijk veel leken op die ze vanuit
Treblinka weggezonden hadden
overleefden de bombardementen van
de geallieerden en gingen met zoveel
eenzame vrouwen van Duitse solda
ten naar bed als ze konden. Zij be
schouwden het, zoals een Tsjechische
vriend het uitdrukte als hun „histo
rische zending".
In 1945 werd Richard Glazar door
de Amerikanen ondervraagd en met
een legerkonvooi naar Praag terug
gestuurd, waar hij zijn studie weer
opnam en in het huwelijk trad Zijn
Tsjechische metgezel is naar de
Verenigde Staten geëmigreerd en
staat daar nu aan het hoofd van een
brouwerij in Portland, Oregon. Sinds
die tijd hebben ze elkaar nooit meei
gezien. In Praag weigerde Glazar
in 1948 tot de communistische partij
toe te treden en werd wederom ge
dwongen als smid te gaan werken,
totdat hij in 1950 een betrekking
kreeg in het Instituut voor Bouw
techniek, een betrekking die hij tol
acht maanden na de Russische inval
bekleed heeft.
Het gezin woonde in een voorstad
van Praag en slaagde er zelfs in een
paar keer in het buitenland (Enge
land en ons land) op vakantie te gaan
In januari van dit jaar ging hij naar
Londen. Het instituut waar hij werk
te had wat buitenlandse valuta op
gespaard en vertelde hem, dat hij
dit beter aan een studiereis kon be
steden voordat hem dit door de Rus
sen verboden zou worden. Hij logeerde
bij een zakenman in Hampstead,
die voor de oorlo- zijn corresponden-
tievriena was geweest. Hier nam hij
tenslotte een beslissing over iets
waar hij al maanden lang aan had
gedacht voorgoed Tsjechoslowa
kije te verlaten en zich in het wee
ten te vestigen.
Hij belde iemand op die vroeger
in Praag een buurman van hem
geweest was en al politiek asiel In
Bern had verkregen en hoorde van
hem het ongecensureerde verhaal
van wat het vlnchten en het zich ves
tigen in het westen met zich mee
bracht.
gene langs de grens met China ge
legerd wordt. Ik denk dat ze hier een
betere kans hebben".
Dus besprak Glazar, toen hij wee
terug in Tsjechoslowakije was, ziji
plan met zijn gezin en ontving toei
de geschreven invitatie van een inge
nieur in de elektrotechniek, die hi
nog nooit ontmoet had, om een week
einde te komen skieën. Hiermee ver
zocht hij in Praag om Zwitserse vis
en bij het ministerie van binnenland
se zaken ook om visa om het land
mogen verlaten. Hij kreeg beide
Zij vertrokken met de trein en z,
gon op 20 maart bij dageraad de laa
ste prikkeldraadversperring in de vei
te verdwijnen. In Wenen stapten 2
over op de trein naar Bern waa
ze om politiek asiel vroegen en braci
ten de eerste tien dagen op de vkx
van de flat van zijn vriend 'oor.
In het Praag van voor de oorlo
speelde zijn vriend altijd tennis me
een Zwitserse diplomaat en had du
„De moeilijkste beslissing was d<
laatste beslissing", zegt Glazar, „d<
beslissing om niet om te zien, niei
naar het huis te kijken, niet naar hei
grasveldje te kijken, niet naar d<
bloemen te kijken" We moesten hei
zien alsof we eigens heen gedepor
teerd werden, alsof we nooit meer d<
kans zouden krijgen om terug te ke
ren.
„Ik denk dat ik voornamelijk om
de kinderen het land verlaten heb.
De jongen is nu 14. Ik wil niet dat
hij over twee of drie jaar jen uni
form zal moeten aantrekken en er-
De eerste paar dagen liepen ze
wat in Bern rond en voelden zich he
lemaal geen vluchtelingen. Zdenka
en Paula hadden al buiten Tsjechoslo
wakije gereisd, dus de contrasten
verbaasden ben niet zozeer, maar
voor de jongen, Richard was dit al
les een schitterende droom. Hij liep
uren lang in supermarkten rond en
alles wat hij deed was kijken naar het
schitterende kapitalistische consu-
mentenparadijs.
Terwijl de Zwitserse autoriteiten
het geval van de Glazars bekeken,
verhuisden het gezin naar twee ka
mers boven in het oude hotel Natio
nal in het centrum van Bern. Al
hun rekeningen werden door de re
gering betaald en ze kregen een maan
delijks zakgeld van 260 gulden. Een
paar dagen later moest Glazar zich
bij de politie melden, waar hij door
een ambtenaar ondervraagd werd.
De ondervraging duurde vier uur en
de ambtenaar was zo door het ver
haal geïntrigeerd, dat hij de onder
vraging halverwege afbrak en Gla
zar in de stafkantine een kop koffie
aanbood.
Hij had bijzondere belangstelling
voor de manier hoe hij na de oorlog
door de Amerikanen in Mannheim
ondervraagd was vermoedelijk om
dat het mogelijk zou zijn het verhaal
aan de hand van de dossier van CIA
in Amerika te controleren. Op 9 mei
kreeg Glazar eindelijk de brief waar
op hij gewacht had. De Zwitsers
verleenden hem politiek asiel en ston
den hem toe voor onbepaalde tijd in
het land te leven en te werken, op
voorwaarde dat hij zich van elke po
litieke activiteit zou onthouden. Hij
zou twaalf jaar niet mogen itemmen
maar daarna het Zwitser.» staatsbur
gerschap kunnen aan vragen.
nemen was het vinden van een flat
en een baan. Hij benaderde het
Zwitserse aannemersbedrijf Lo&in-
ger in Bern en kon direct een balm
krijgen met een salaris van ruim
1700 gulden per maand. Op 1 juni
trok het gezin in een flat met drie
slaapkamers in de voorstad Ostermun-
dingen. Bü de huur van f 450 per
maand is water, verwarming, elektri
citeit en de diensten van de concier
ge inbegrepen.
Van de regering kregen ze een sub
sidie van 3400 gulden om meubels
te kopen. Net als alle andere leningen
subsidies e.d. hoeven se dit niet terug
te betalen.
Nu, minder dan drie maanden na
hun aankomst in Zwitserland, schij
nen de Glazars de psychologische
aanpassingsmoeilijkheden overwon
nen te hebben. Glazar vond de taal
geen probleem. Hij had vloeiend Duits
van zijn bewakers in Treblinka ge
leerd en een van de redenen waar
om hij naar Bern wilde, was dat
daar zijn accent niet op zou vallen.
Tijdens schooluren volgt zijn zoon
een gratis spoedcursus Duits in een
talenlaboratorium, samen met 25 an
dere Tsjechische jongens. Paula's,
Duits gaat ook vooruit en ze begint
al nieuwe vriendinnen te makèn.
Hun moeder heeft nog wel eens
last van heimwee, maar naar het
schijnt, heeft ze zich met de gedach
te verzoend dat ze daar zullen blij
ven.
„Voor mij was het gemakkelij
ker', zegt haar echtgenoot. „Vaft-
wege mijn ervaringen is er iets
in mijn karakter dat me geholpen
heeft. Mijn enige zorg is nu de
mogelijkheid van ziekte. Dat is in
al deze westerse landen iets ver
schrikkelijks. Ik wil niet van lief
dadigheid leven. Dat is een van
de ergste dingen waar je aan ge
wend moet raken."
Limburgs Vrije Uren
leert de mensen
spelen met materiaal
HEERLEN „B(j ons gebeurt
het dat een chirurg met een grote
faam staat te werken naast een
verkoopstertje uit een warenhuis.
Ze noemen elkaar bij de voor
naam en het meisje geeft onom
wonden kritiek op het boetseer
werk van haar buurman. Als ze
geweten had, wie hjj maatschap
pelijk was, zou ze niet eens met
hem hebben durven praten. Kijk,
dat is nou een van die dingen die
to heerlijk zijn in onze Vrtfe-Uren-
organisatie. De mensen die eraan
meedoen krijgen sociale contacten
op heel andere niveaus dan in hun
beroepsarbeid."
J, de Laruelile (50), sinds maart
j.L „vrijgestelde" van de Limburgse
Federatie Stichtingen Vrije Uren,
lacht erom. Hij kan wen vertellen o-
ver al die doodgewone mannen en
vrouwen - van 17 tot dik in de 70 -
die door Vrije Uren weer hebben ge
leerd met hun handen te werken, zich
zelf te zijn; schilderen, boetseren, me-
taalbewerken, houtsnijden, meubel
maken, modelbouwen, naaldwerken,
edelsmeden, koken, toneelspelen en
wat al niet meer.
Die cursussen worden nu in acht
T ji-mhnirg.se centra gegeven. Uitbrei
ding naar andere plaatsen staat voor
de deur. Het is allemaal jaren gele
den begonnen met de provinciale huis-
vlijttentoonstellingen van de toenma
lige KAB. Daar kregen amateurs de
kans hun werk, dat ze voor hun ple
zier hadden gemaakt, te laten zien.
„Dat waren geen beroepsmensen. En
fin, daaruit is de gedachte geboren,
dat we die mensen die dat wensten,
zouden gaan begeleiden bij hun hob
by's. De culturele dienst van de KAB
zorgde voor dit alles. En voorop stond
dat er geen echte opleidingen zouden
worden gegeven, geen diploma's geen
poespas van boeken en alles wa4 daar
aan vastzit. De KAB gaf een _<art-
subsidie. Nou, in I960 werd dat zo'n
uitgebreide bedoening, dat besloten
wend er een stichting van te maken,
los van het NKV. Heerlen beet de
spits af".
drang bestond om te tekenen, of 1*
schilderen, of een beeldje te snijden,
of noemt u maar op - dan vonden ze
dat gek Zoiets doe je niet Dat is
immers niet nuttig, dat brengt niets
op.
En stel je voor, zoiets moet je toch
leren.
Welvaart tegenover welzijn. Leven
in een welvaartssamenleving en ei
genlijk met veel vrije tijd, geen tijd
hebben om echt te leven- Omdat de
gave ontbreekt om innerlijke aan
drift iets te maken de kans te geven.
Onze samenleving is er gewoon niet
op ingesteld".
Er zijn boeken geschreven over ais
ontwikkeling van de persoonlijke cre
ativiteit. Talloos zijn de theorieën.
„Fijn" zegt De Laruelle. „Maar wij zijn
gewoon begonnen, zonder pretenties,
als een soort hobbycursus. Kunste
naars kweken wü beslist niet. Wel
proberen wij vrouwen en mannen zich
zelf te laten zijn, met alles wat ze
maar willen. Niet vanuit de ivoren
toren van DE kunst, DE creativiteit.
Maar wel vanuit de opvatting, dat
we onze samenleving best wat leef
baarder kunnen maken door mensen
weer te leren spelen met materiaal,
met de vormen die zich in hun geest
ontwikkelen, met hun gevecht om
dat visioen gestalte te geven. En toen
ons bleek, dat heel wat mannen het
heerlijk vonden om een automotor te
leren kennen, begonnen we met cur
sussen autotechniek. Man, het was er
<k een lieve lust ze bezig tp zien"
De Laruelle vertelt dat toen ook we)
duidelijk was geworden, welke kant
het op zou moeten gaan. „Wij had
dein doorgekregen dat heel wat men
sen gewoon ongelukkig waren - en
xün -> omdat ze nooit hadden geleend
echt te spelen met materiaal, iets
maken met de handen. Dat ontbrak.
Zö waren zozeer de dupe van onze
merkwaardige arbeidsfilosofie dat ze
zichzelf niet durfden zijn. Alt de
l
Die naam „Vrije Uren" zegt eigen
lijk alles. Het gaat om de mogelijk
heid mensen de vrijetijdsbesteding
te geven die zij wensen. Niets wordt
opgedrongen, In 1960 stelde Heerlen
er een oude molen voor beschikbaar.
Maar zovelen wilden „wat" dat een
verhuizing nodig was. Nu zit „Vrije
Uren" in het gebouw van de Levens
school. Op troeperige zolderruimten
Want het is vreemd dat die overheid
gewoon voor dit soort zaken, vaak
essentiëler dan veel dat onontbeer
lijk wordt gevonden, geen geld en
geen ruimte heeft. De „Vrije Uren"
in Limburg hebben per seizoen zekei
zo'n 2500 cursisten.
„Het sloeg direct enorm in. We heb
ben iemand gehad, een gepensioneer
de van de Spoorwegen, die elke za
terdag uit Alkmaar naar Heerlen
kwam! Uit Duitsland komen er ook
Vanuit Heerlen breidde de activiteit
zich uit. Allemaal in afzonderlijke
stichtingen. Maar samenwerkend in
de Federatie".
Een grote stoot vooruit kreeg Vrije
Uren, toen de Staatsmijnen bij de
sluitingen voor de - vaak vervroegd -
gepensioneerden financiële steun gaf.
royaal Ook op andere wijze sprong
Staatmijnen in de bres. „Daarvan
hebben we enorm geprofiteerd".
Een niet gering probleem is de cur
susleiding. Vrije Uren begon met hulp
van wat kunstenaars en wat leraren
handenarbeid. Vrijwel voor niets
werkten die pioniers. Maar dat gaat
niet langer. De vlucht die Vrije Uren
genomen heeft is er te kolossaal voor.
„Ons grote probleem is de huisves
ting. Afgezien natuurlijk van de fi
nanciering. De deelnemers betalen
iets- Verder hebb.i, v,e subsidie van
de gemeenten en de provincie en van
het ministerie van Cultuur, Recrea
tie en Maatschappelijk Werk. De mi
nister en de staatssecretaris zijn al
twee maal hier geweest. Maar zelfs
met een heel eenvoudige opzet kost
dit werk tonnen per jaar. En onze
investeringen worden niet gesubsidi
eerd. Dat is een heel moeilijk te ver
teren zaak".
Ook het vinden van geschikte cur
susleiders - „Wij krijgen vogels van
diverse pluimage en willen er beslist
geen schooltje van maken'' - baart
zorgen. Verschillende instituten in
Maastricht vinden Vrije Uren zo be
langrijk, dat zij van plan zijn voor
kunstenaars cursussen te gaan ge
ven, opdat zij de leiding van het zelf-
doen bij Vrije Uren op zich kunnen
gaan nemen.
„Gekke ervaringen? Man, in Hoens-
broek hebben we een prachtig ge
bouw, met vele apparaten. Iedereen
kan er zo naar binnen lopen en aan
de slag gaan. Een flop. De mensen
hebben drempelvrees, durven niet.
Ze vinden het gek om zo maar met
je handen te gaan werken.
Maar in Kerkrade hebben we een
speciale cursus voor onderwijzers, zes
tien. Die komen getrouw elke week.
Ze willen handvaardigheid krijgen
om er op school de leerlingen enthou
siast voor te kunnen maken".
En zo kan De Laruelle doorgaan. Heel
wat mensen zoeken naar „iets", wil
len „iets" gaan doen. Vrije Uren helpt
z« de eerste stappen te zetten. Want
die zijn vaak het moeilijkst. Niets in
hun traditionele opleiding hèlpt hen
immers.
Als u het mij vraagt, zouden we
eigenlijk overal centra moeten heb
ben, waar mensen kunnen komen en
bezig kunnen zijn. Die zouden steeds
open moeten zijn cn geleid moeten
worden door vakmensen die kunnen
helpen. Handenarbeid, handvaardig
heid, raakt, zo geloof ik, steeds meer
in. En dan geen hoogvliegerij, gewoon
actieve ontspanning. Wat een kansen
biedt de vrije tijd ons. De dagtaak
van velen is gemechaniseerd. Kun jé
je daarin uitleven? Kom nou! De men
sen moeten Ieren leven, moet z«
hier ingespannen uren achtereen be
zig zien. Daarvan moet een mens
toch beter worden"
HAVANNA (AP) „Wat doe je om hier aan nieuws te komen?",
vroeg een nieuwe correspondent. „Ik kan eigenlijk geen enkele func
tionaris vinden om mee te praten. Ik kan in feite zelfs niemand in
zp bureau vinden". Deze klacht wordt in Havanna vaak gehoord
van pas aangekomen journalisten.
Na twee en een half jaar Cuba
„verslagen" te hebben weet ik hoe
zij zich voelen. De nieuwsgaring is
bier moeilijk en teleurstellend, voor
mij als de enige Amerikaanse corres
pondent In Cuba misschien het meest.
Maar geen enkele correspondent
heeft het gemakkelijk, die uit „be
vriende landen" niet uitgezonderd.
Cuba „verslaan" eist volharding,
tact, zorgvuldig controleren, geduld
en heel veel vragen. En het resul
taat komt dikwijls 1n de prullemand
terecht.
Maar de uitdaging rechtvaardigt
de inspanning.
Cuba heeft geen officiële censuur,
maar „lezers" van de communisti
sche partij controleren de uitgaande
kopij van westerlingen en een alinea
die hen om de een of andere reden
minder aangenaam treft, kan uren of
dagen vertraging tot gevolg hebben.
Of ook een telefoontje van de persaf
deling van het ministerie van buiten
landse zaken, dat vermoedelijk zal
beweren, dat het bericht niet objec
tief is, maar niet zal eisen, dat het
vernietigd wordt.
Het idee dat iemand over je schou
der leest is geen prettig gevoel, voor
al niet, ais het premier Fidel Castro
zelf kan fijn. Ik vroeg eens aan de
persafdeling van het ministerie van
buitenlandse zaken of Castro de van
Havanna ui^rande berichten leest
„Dat zal waar wezen", was het ant
woord
Ik zend via Western Union recht
streeks naar AP in New York. Het
telegraaf kanten^ in Havanna is even
als le meeste regeringsbureaus dik
wij Is onderbezet, doordat 'n deel van
het personeel is weggestuurd om in
de landbouw te werken Dat, plus het
feit, dat het materieel verouderd is,
verschaft een handig excuus om te
beweren, dat telegrammen zijn ver
traagd door technische moeilijkhe
den.
Als er haast bij is maak ik ook ge
bruik van de telefoon. Je kunt vanuit
Cuba niet naar de Verenigde Staten
telefoneren maar we) gesprekken ont
vangen- Dit 'eist enige voorbereiding.
Voor alle redevoeringen van Castro
bijvoorbeeld vraag, ik telegrafisch
om een telefoongesprek. In andere
gevallen houd ik mijn stof vast tot
het gesprek komt.
Per post gaat kopij langs een spe-
ciaale route omdat het anders weken
zou duren vooj. zij New York zou be
reiken.
Ondanks deze problemen is Cuba
niet zo'n naargeestig arbeidsterrein
als velen denken. Niemand loopt een
journalist overal achterna. Een cor
respondent mag praten met iedereen
die met hem praten wil Hij mag
zich zonder er iemand van in kennis
te «tellen zover buiten Havana be
geven als zijn benzine hem brengen
wil, maar in verband met de benzine
rantsoenering en omdat het niet
zo'n best idea is, 1100 km buiten Ha
vana op te duiken zonder dat ie
mand ervan weet, is het verstandig
voor langer» tochten vergunning te
vragen aan het ministerie van bui-
telandse zaken. Daar wordt dan de
extra-benzine plus een gids beschik-
haaj. gesteld. Maar de gids niet al
tijd.
Het ministerie regelt voor corres
pondenten ook bezoeken aan projec
ten, die hij anders niet zou kunnen
benaderen De enige praktische re
gel, waaraan ik me altijd houd, is
uit de buurt van militaire installa
ties te blijven.
Het echte nieuwsprobleem in Cu
ba is met de feiten overeenstem
mende nauwkeurige inlichtingen te
krijgen- Er bestaat geen centrale
voorlichtingsdienst en functionary-
sen praten niet graag en antwoor
den veelal botweg, dat zij zich niet
verplicht voelen tegen een Ameri
kaans correspondent te spreken. In
vele gevallen kan men functionaris-
sen ook niet persoonlijk te pakken
krijgen en elen van hen, die men
wel kan benaderen, weten het ant
woord op de vragen niet Hoe komi
men dan aan nieuws? a
Een zeer voorname bron voor ie
dere correspondent is het orgaan
van de communistischt partij „Gran»
ma". Ik lees het met vrome aan*
dacht. Soms betekent dit een tijdver
slindende vergelijking met dat, wat
het blad een week, een maand of
een jaar geleden heeft geschreven-
Het betekent ook dat je de oude
kopy van A.P. in Havana moet
raadplegen. Het opbergen van die
kopij is hier een essentieel deel van
je taak. Ik vergelijk ook andere pu-
blikaties en alle provinciale kranten.
Het bureau beluistert de Cubaanse
rijksradio en de Cubaanse rijkstele»
visie.
Redevoeringen van Castro zijn van
onschatbare waarde. Hij is een onbe
twistbare nieuwsbron, omdat hjj het
patroon tekent van de dingen die ko
men zuilen. Ik hoor diplomatieke
zegslieden van oost en west uit, bui
tenlandse deskundigen, speciaal uitge
nodigde bezoekers, zakenlieden, stu
denten, voor- en tegenstanders van
Castro, intellectuelen, jonge commu
nisten, ontslagen functionarissen en
gewone Cubanen. Ik ga rechtstreek^
naar het ministerie, dat bij het1
nieuws betrokken is, ofschoon die
gang dikwijls tevergeefs is. Ik pro
beer zoveel regeringsprojecten te be
zoeken als maar mogelijk is. Je kunt
nooit weten of je niet tegen Castro
of een van zijn ministers aanloopt.
Van tijd tot tijd vraaj» ik Castro
om een formeel persgesprek. Tot dus
verre heeft hij nooit geantwoord,
maar als dat persgesprek ooit plaat»
vindt, zaï ik op de brandende vraagt
in Cuba: „Waar haai je je nieuws
vandaan?" kunnen antwoorden;
„Wei ga recht naar de bron".