DUIZENDEN TSJECHEN VRAGEN ASIEL IN ZWITSERLAND Nieuwsgaring op Cuba moeilijke taak Veienigingsdrukwerk DRUKKERIJ VAN DE SANDE Voor uw Bewogen geschiedenis van een ■vluchteling Duizender Speler Problemen DE VRIJE ZEEUW Vrijdag 19 septémber l989 PROTOTYPE WEER SMID WEEKEIND. PARADIJS Onprettig Niet naargeestig Vrome aandacht (Van een onzer verslaggevers) BERN Een groep Zwitserse re geringsambtenaren onderzoekt op het ogenblik 9300 gevallen van Tsjechi sche vluchtelingen, die na de Rus sische invasie-politiek asiel in Zwit serland hebben gevraagd. De helft van het aantal gevallen is al behan deld, waardoor deze op 50 mensen na politiek asiel hebben verkregen. Als dit geweigerd is, was dit meest al op grond van misdaden, die in het verleden begaan zijn of soms op verdenking van spionage-activiteiten. Hier volgt het verhaal van een ge zin, dat wel asiel heeft verkregen, maar een ongebruikelijke voorge schiedenis kent. Ln september 1943 stapte Richard Glazar, een jcmge Tsjechische stu dent op het station in Wenen uit de trein. Zijn kleren waren bijna vod den, hij had valse papieren en hield een brood onder zijn arm geklemd. Hij was 23, een jood en was juist uit het concentratiekamp Treblinka •in Oost-Polen ontsnapt. Bijna 26 jaar later, op 20 maart 1969, is Richard Glazer weer per trein in Wenen aangekomen in hetzelfde station. Maar deze kt er was hij uit Tsjechoslowakije gevlucht en was hij vergezeld van zijn vrouw Zdenka en hun twee kinderen,Paula die 1? en Richard die 14 is. Zij droe gen allemaal een koffertje met kle ren om, zoals zij beweerden, een week einde in Zwitserland te gaan skiën. Voor de tweede keer in dertig jaar tijde moet hij weer helemaal opnieuw beginnen. Na wat hij al meegemaakt heeft schijnt het bijna wonderbaar lijk dat hij dit allemaal heeft kunnen overleven. In oktober 1942 werd hij met een veewagen naar een met bossen om geven spoorwegstation langs de spoor baan naar Bialystak, 320 km ten oosten van Warschau, gebracht. Ter wijl de wagens wachtten keken de inzittenden door de ventilatie - ope ningen naar buiten en trokken de aan dacht van een jonge Poolse boer, die daar aan het werk was om hem te te vragen wat er aan de hand was. Hij keek naar hen op, maakte met een hand een wurgbeweging naar zijn keel en draaide zich toen weer om en ging door met zijn werk. Treblinka was het prototype van de zes vernietigingskampen van de Nazi's in Polen. Het was omgeven door een 2.70 m. hoge omheining van prikkeldraad en verscheidene hon derden vierkante kilometers weinig uitnodigend struikgewas. Meer dan 700.000 joden zijn daar in de gaska mers gestorven. Er was een imita tie-station met wachtkamers en een kantoortje waar je kaartjes kon ko pen. Op het perron haalden SS-be- wakers Richard Glazar uit de rij men sen, die direct naar de gaskamers door zouden gaan. Omdat hij jong en sterk was werd hij gedwongen in het kamp slavenarbeid te verrichten. Het was zijn taak om de kleren van men sen, die in Treblinka omgekomen wa ren op wagons van treinen te laden die weer terug naar Duitsland gin gen. Op de een of andere manier beeft hij het overleefd. Op 2 augustus is hij tijdens een massale opstand ontsnapt en met een andere Tsje chische student zwierf hij twee maan den rond. Anderen werden weer ge pakt door de SS, door Polen of Rus sen neergeschoten. Nu zijn er nog maar 16 mensen die Treblinka over leefd hebben in leven. De twee jonge mannen werkten twee jaar als smid in Mannheim. Met valse papieren en het verhaaJ dat ze deserteurs waren wisten ze de autoriteiten te misleiden. Uit een pakhuis stalen ze kleren die op merkelijk veel leken op die ze vanuit Treblinka weggezonden hadden overleefden de bombardementen van de geallieerden en gingen met zoveel eenzame vrouwen van Duitse solda ten naar bed als ze konden. Zij be schouwden het, zoals een Tsjechische vriend het uitdrukte als hun „histo rische zending". In 1945 werd Richard Glazar door de Amerikanen ondervraagd en met een legerkonvooi naar Praag terug gestuurd, waar hij zijn studie weer opnam en in het huwelijk trad Zijn Tsjechische metgezel is naar de Verenigde Staten geëmigreerd en staat daar nu aan het hoofd van een brouwerij in Portland, Oregon. Sinds die tijd hebben ze elkaar nooit meei gezien. In Praag weigerde Glazar in 1948 tot de communistische partij toe te treden en werd wederom ge dwongen als smid te gaan werken, totdat hij in 1950 een betrekking kreeg in het Instituut voor Bouw techniek, een betrekking die hij tol acht maanden na de Russische inval bekleed heeft. Het gezin woonde in een voorstad van Praag en slaagde er zelfs in een paar keer in het buitenland (Enge land en ons land) op vakantie te gaan In januari van dit jaar ging hij naar Londen. Het instituut waar hij werk te had wat buitenlandse valuta op gespaard en vertelde hem, dat hij dit beter aan een studiereis kon be steden voordat hem dit door de Rus sen verboden zou worden. Hij logeerde bij een zakenman in Hampstead, die voor de oorlo- zijn corresponden- tievriena was geweest. Hier nam hij tenslotte een beslissing over iets waar hij al maanden lang aan had gedacht voorgoed Tsjechoslowa kije te verlaten en zich in het wee ten te vestigen. Hij belde iemand op die vroeger in Praag een buurman van hem geweest was en al politiek asiel In Bern had verkregen en hoorde van hem het ongecensureerde verhaal van wat het vlnchten en het zich ves tigen in het westen met zich mee bracht. gene langs de grens met China ge legerd wordt. Ik denk dat ze hier een betere kans hebben". Dus besprak Glazar, toen hij wee terug in Tsjechoslowakije was, ziji plan met zijn gezin en ontving toei de geschreven invitatie van een inge nieur in de elektrotechniek, die hi nog nooit ontmoet had, om een week einde te komen skieën. Hiermee ver zocht hij in Praag om Zwitserse vis en bij het ministerie van binnenland se zaken ook om visa om het land mogen verlaten. Hij kreeg beide Zij vertrokken met de trein en z, gon op 20 maart bij dageraad de laa ste prikkeldraadversperring in de vei te verdwijnen. In Wenen stapten 2 over op de trein naar Bern waa ze om politiek asiel vroegen en braci ten de eerste tien dagen op de vkx van de flat van zijn vriend 'oor. In het Praag van voor de oorlo speelde zijn vriend altijd tennis me een Zwitserse diplomaat en had du „De moeilijkste beslissing was d< laatste beslissing", zegt Glazar, „d< beslissing om niet om te zien, niei naar het huis te kijken, niet naar hei grasveldje te kijken, niet naar d< bloemen te kijken" We moesten hei zien alsof we eigens heen gedepor teerd werden, alsof we nooit meer d< kans zouden krijgen om terug te ke ren. „Ik denk dat ik voornamelijk om de kinderen het land verlaten heb. De jongen is nu 14. Ik wil niet dat hij over twee of drie jaar jen uni form zal moeten aantrekken en er- De eerste paar dagen liepen ze wat in Bern rond en voelden zich he lemaal geen vluchtelingen. Zdenka en Paula hadden al buiten Tsjechoslo wakije gereisd, dus de contrasten verbaasden ben niet zozeer, maar voor de jongen, Richard was dit al les een schitterende droom. Hij liep uren lang in supermarkten rond en alles wat hij deed was kijken naar het schitterende kapitalistische consu- mentenparadijs. Terwijl de Zwitserse autoriteiten het geval van de Glazars bekeken, verhuisden het gezin naar twee ka mers boven in het oude hotel Natio nal in het centrum van Bern. Al hun rekeningen werden door de re gering betaald en ze kregen een maan delijks zakgeld van 260 gulden. Een paar dagen later moest Glazar zich bij de politie melden, waar hij door een ambtenaar ondervraagd werd. De ondervraging duurde vier uur en de ambtenaar was zo door het ver haal geïntrigeerd, dat hij de onder vraging halverwege afbrak en Gla zar in de stafkantine een kop koffie aanbood. Hij had bijzondere belangstelling voor de manier hoe hij na de oorlog door de Amerikanen in Mannheim ondervraagd was vermoedelijk om dat het mogelijk zou zijn het verhaal aan de hand van de dossier van CIA in Amerika te controleren. Op 9 mei kreeg Glazar eindelijk de brief waar op hij gewacht had. De Zwitsers verleenden hem politiek asiel en ston den hem toe voor onbepaalde tijd in het land te leven en te werken, op voorwaarde dat hij zich van elke po litieke activiteit zou onthouden. Hij zou twaalf jaar niet mogen itemmen maar daarna het Zwitser.» staatsbur gerschap kunnen aan vragen. nemen was het vinden van een flat en een baan. Hij benaderde het Zwitserse aannemersbedrijf Lo&in- ger in Bern en kon direct een balm krijgen met een salaris van ruim 1700 gulden per maand. Op 1 juni trok het gezin in een flat met drie slaapkamers in de voorstad Ostermun- dingen. Bü de huur van f 450 per maand is water, verwarming, elektri citeit en de diensten van de concier ge inbegrepen. Van de regering kregen ze een sub sidie van 3400 gulden om meubels te kopen. Net als alle andere leningen subsidies e.d. hoeven se dit niet terug te betalen. Nu, minder dan drie maanden na hun aankomst in Zwitserland, schij nen de Glazars de psychologische aanpassingsmoeilijkheden overwon nen te hebben. Glazar vond de taal geen probleem. Hij had vloeiend Duits van zijn bewakers in Treblinka ge leerd en een van de redenen waar om hij naar Bern wilde, was dat daar zijn accent niet op zou vallen. Tijdens schooluren volgt zijn zoon een gratis spoedcursus Duits in een talenlaboratorium, samen met 25 an dere Tsjechische jongens. Paula's, Duits gaat ook vooruit en ze begint al nieuwe vriendinnen te makèn. Hun moeder heeft nog wel eens last van heimwee, maar naar het schijnt, heeft ze zich met de gedach te verzoend dat ze daar zullen blij ven. „Voor mij was het gemakkelij ker', zegt haar echtgenoot. „Vaft- wege mijn ervaringen is er iets in mijn karakter dat me geholpen heeft. Mijn enige zorg is nu de mogelijkheid van ziekte. Dat is in al deze westerse landen iets ver schrikkelijks. Ik wil niet van lief dadigheid leven. Dat is een van de ergste dingen waar je aan ge wend moet raken." Limburgs Vrije Uren leert de mensen spelen met materiaal HEERLEN „B(j ons gebeurt het dat een chirurg met een grote faam staat te werken naast een verkoopstertje uit een warenhuis. Ze noemen elkaar bij de voor naam en het meisje geeft onom wonden kritiek op het boetseer werk van haar buurman. Als ze geweten had, wie hjj maatschap pelijk was, zou ze niet eens met hem hebben durven praten. Kijk, dat is nou een van die dingen die to heerlijk zijn in onze Vrtfe-Uren- organisatie. De mensen die eraan meedoen krijgen sociale contacten op heel andere niveaus dan in hun beroepsarbeid." J, de Laruelile (50), sinds maart j.L „vrijgestelde" van de Limburgse Federatie Stichtingen Vrije Uren, lacht erom. Hij kan wen vertellen o- ver al die doodgewone mannen en vrouwen - van 17 tot dik in de 70 - die door Vrije Uren weer hebben ge leerd met hun handen te werken, zich zelf te zijn; schilderen, boetseren, me- taalbewerken, houtsnijden, meubel maken, modelbouwen, naaldwerken, edelsmeden, koken, toneelspelen en wat al niet meer. Die cursussen worden nu in acht T ji-mhnirg.se centra gegeven. Uitbrei ding naar andere plaatsen staat voor de deur. Het is allemaal jaren gele den begonnen met de provinciale huis- vlijttentoonstellingen van de toenma lige KAB. Daar kregen amateurs de kans hun werk, dat ze voor hun ple zier hadden gemaakt, te laten zien. „Dat waren geen beroepsmensen. En fin, daaruit is de gedachte geboren, dat we die mensen die dat wensten, zouden gaan begeleiden bij hun hob by's. De culturele dienst van de KAB zorgde voor dit alles. En voorop stond dat er geen echte opleidingen zouden worden gegeven, geen diploma's geen poespas van boeken en alles wa4 daar aan vastzit. De KAB gaf een _<art- subsidie. Nou, in I960 werd dat zo'n uitgebreide bedoening, dat besloten wend er een stichting van te maken, los van het NKV. Heerlen beet de spits af". drang bestond om te tekenen, of 1* schilderen, of een beeldje te snijden, of noemt u maar op - dan vonden ze dat gek Zoiets doe je niet Dat is immers niet nuttig, dat brengt niets op. En stel je voor, zoiets moet je toch leren. Welvaart tegenover welzijn. Leven in een welvaartssamenleving en ei genlijk met veel vrije tijd, geen tijd hebben om echt te leven- Omdat de gave ontbreekt om innerlijke aan drift iets te maken de kans te geven. Onze samenleving is er gewoon niet op ingesteld". Er zijn boeken geschreven over ais ontwikkeling van de persoonlijke cre ativiteit. Talloos zijn de theorieën. „Fijn" zegt De Laruelle. „Maar wij zijn gewoon begonnen, zonder pretenties, als een soort hobbycursus. Kunste naars kweken wü beslist niet. Wel proberen wij vrouwen en mannen zich zelf te laten zijn, met alles wat ze maar willen. Niet vanuit de ivoren toren van DE kunst, DE creativiteit. Maar wel vanuit de opvatting, dat we onze samenleving best wat leef baarder kunnen maken door mensen weer te leren spelen met materiaal, met de vormen die zich in hun geest ontwikkelen, met hun gevecht om dat visioen gestalte te geven. En toen ons bleek, dat heel wat mannen het heerlijk vonden om een automotor te leren kennen, begonnen we met cur sussen autotechniek. Man, het was er <k een lieve lust ze bezig tp zien" De Laruelle vertelt dat toen ook we) duidelijk was geworden, welke kant het op zou moeten gaan. „Wij had dein doorgekregen dat heel wat men sen gewoon ongelukkig waren - en xün -> omdat ze nooit hadden geleend echt te spelen met materiaal, iets maken met de handen. Dat ontbrak. Zö waren zozeer de dupe van onze merkwaardige arbeidsfilosofie dat ze zichzelf niet durfden zijn. Alt de l Die naam „Vrije Uren" zegt eigen lijk alles. Het gaat om de mogelijk heid mensen de vrijetijdsbesteding te geven die zij wensen. Niets wordt opgedrongen, In 1960 stelde Heerlen er een oude molen voor beschikbaar. Maar zovelen wilden „wat" dat een verhuizing nodig was. Nu zit „Vrije Uren" in het gebouw van de Levens school. Op troeperige zolderruimten Want het is vreemd dat die overheid gewoon voor dit soort zaken, vaak essentiëler dan veel dat onontbeer lijk wordt gevonden, geen geld en geen ruimte heeft. De „Vrije Uren" in Limburg hebben per seizoen zekei zo'n 2500 cursisten. „Het sloeg direct enorm in. We heb ben iemand gehad, een gepensioneer de van de Spoorwegen, die elke za terdag uit Alkmaar naar Heerlen kwam! Uit Duitsland komen er ook Vanuit Heerlen breidde de activiteit zich uit. Allemaal in afzonderlijke stichtingen. Maar samenwerkend in de Federatie". Een grote stoot vooruit kreeg Vrije Uren, toen de Staatsmijnen bij de sluitingen voor de - vaak vervroegd - gepensioneerden financiële steun gaf. royaal Ook op andere wijze sprong Staatmijnen in de bres. „Daarvan hebben we enorm geprofiteerd". Een niet gering probleem is de cur susleiding. Vrije Uren begon met hulp van wat kunstenaars en wat leraren handenarbeid. Vrijwel voor niets werkten die pioniers. Maar dat gaat niet langer. De vlucht die Vrije Uren genomen heeft is er te kolossaal voor. „Ons grote probleem is de huisves ting. Afgezien natuurlijk van de fi nanciering. De deelnemers betalen iets- Verder hebb.i, v,e subsidie van de gemeenten en de provincie en van het ministerie van Cultuur, Recrea tie en Maatschappelijk Werk. De mi nister en de staatssecretaris zijn al twee maal hier geweest. Maar zelfs met een heel eenvoudige opzet kost dit werk tonnen per jaar. En onze investeringen worden niet gesubsidi eerd. Dat is een heel moeilijk te ver teren zaak". Ook het vinden van geschikte cur susleiders - „Wij krijgen vogels van diverse pluimage en willen er beslist geen schooltje van maken'' - baart zorgen. Verschillende instituten in Maastricht vinden Vrije Uren zo be langrijk, dat zij van plan zijn voor kunstenaars cursussen te gaan ge ven, opdat zij de leiding van het zelf- doen bij Vrije Uren op zich kunnen gaan nemen. „Gekke ervaringen? Man, in Hoens- broek hebben we een prachtig ge bouw, met vele apparaten. Iedereen kan er zo naar binnen lopen en aan de slag gaan. Een flop. De mensen hebben drempelvrees, durven niet. Ze vinden het gek om zo maar met je handen te gaan werken. Maar in Kerkrade hebben we een speciale cursus voor onderwijzers, zes tien. Die komen getrouw elke week. Ze willen handvaardigheid krijgen om er op school de leerlingen enthou siast voor te kunnen maken". En zo kan De Laruelle doorgaan. Heel wat mensen zoeken naar „iets", wil len „iets" gaan doen. Vrije Uren helpt z« de eerste stappen te zetten. Want die zijn vaak het moeilijkst. Niets in hun traditionele opleiding hèlpt hen immers. Als u het mij vraagt, zouden we eigenlijk overal centra moeten heb ben, waar mensen kunnen komen en bezig kunnen zijn. Die zouden steeds open moeten zijn cn geleid moeten worden door vakmensen die kunnen helpen. Handenarbeid, handvaardig heid, raakt, zo geloof ik, steeds meer in. En dan geen hoogvliegerij, gewoon actieve ontspanning. Wat een kansen biedt de vrije tijd ons. De dagtaak van velen is gemechaniseerd. Kun jé je daarin uitleven? Kom nou! De men sen moeten Ieren leven, moet z« hier ingespannen uren achtereen be zig zien. Daarvan moet een mens toch beter worden" HAVANNA (AP) „Wat doe je om hier aan nieuws te komen?", vroeg een nieuwe correspondent. „Ik kan eigenlijk geen enkele func tionaris vinden om mee te praten. Ik kan in feite zelfs niemand in zp bureau vinden". Deze klacht wordt in Havanna vaak gehoord van pas aangekomen journalisten. Na twee en een half jaar Cuba „verslagen" te hebben weet ik hoe zij zich voelen. De nieuwsgaring is bier moeilijk en teleurstellend, voor mij als de enige Amerikaanse corres pondent In Cuba misschien het meest. Maar geen enkele correspondent heeft het gemakkelijk, die uit „be vriende landen" niet uitgezonderd. Cuba „verslaan" eist volharding, tact, zorgvuldig controleren, geduld en heel veel vragen. En het resul taat komt dikwijls 1n de prullemand terecht. Maar de uitdaging rechtvaardigt de inspanning. Cuba heeft geen officiële censuur, maar „lezers" van de communisti sche partij controleren de uitgaande kopij van westerlingen en een alinea die hen om de een of andere reden minder aangenaam treft, kan uren of dagen vertraging tot gevolg hebben. Of ook een telefoontje van de persaf deling van het ministerie van buiten landse zaken, dat vermoedelijk zal beweren, dat het bericht niet objec tief is, maar niet zal eisen, dat het vernietigd wordt. Het idee dat iemand over je schou der leest is geen prettig gevoel, voor al niet, ais het premier Fidel Castro zelf kan fijn. Ik vroeg eens aan de persafdeling van het ministerie van buitenlandse zaken of Castro de van Havanna ui^rande berichten leest „Dat zal waar wezen", was het ant woord Ik zend via Western Union recht streeks naar AP in New York. Het telegraaf kanten^ in Havanna is even als le meeste regeringsbureaus dik wij Is onderbezet, doordat 'n deel van het personeel is weggestuurd om in de landbouw te werken Dat, plus het feit, dat het materieel verouderd is, verschaft een handig excuus om te beweren, dat telegrammen zijn ver traagd door technische moeilijkhe den. Als er haast bij is maak ik ook ge bruik van de telefoon. Je kunt vanuit Cuba niet naar de Verenigde Staten telefoneren maar we) gesprekken ont vangen- Dit 'eist enige voorbereiding. Voor alle redevoeringen van Castro bijvoorbeeld vraag, ik telegrafisch om een telefoongesprek. In andere gevallen houd ik mijn stof vast tot het gesprek komt. Per post gaat kopij langs een spe- ciaale route omdat het anders weken zou duren vooj. zij New York zou be reiken. Ondanks deze problemen is Cuba niet zo'n naargeestig arbeidsterrein als velen denken. Niemand loopt een journalist overal achterna. Een cor respondent mag praten met iedereen die met hem praten wil Hij mag zich zonder er iemand van in kennis te «tellen zover buiten Havana be geven als zijn benzine hem brengen wil, maar in verband met de benzine rantsoenering en omdat het niet zo'n best idea is, 1100 km buiten Ha vana op te duiken zonder dat ie mand ervan weet, is het verstandig voor langer» tochten vergunning te vragen aan het ministerie van bui- telandse zaken. Daar wordt dan de extra-benzine plus een gids beschik- haaj. gesteld. Maar de gids niet al tijd. Het ministerie regelt voor corres pondenten ook bezoeken aan projec ten, die hij anders niet zou kunnen benaderen De enige praktische re gel, waaraan ik me altijd houd, is uit de buurt van militaire installa ties te blijven. Het echte nieuwsprobleem in Cu ba is met de feiten overeenstem mende nauwkeurige inlichtingen te krijgen- Er bestaat geen centrale voorlichtingsdienst en functionary- sen praten niet graag en antwoor den veelal botweg, dat zij zich niet verplicht voelen tegen een Ameri kaans correspondent te spreken. In vele gevallen kan men functionaris- sen ook niet persoonlijk te pakken krijgen en elen van hen, die men wel kan benaderen, weten het ant woord op de vragen niet Hoe komi men dan aan nieuws? a Een zeer voorname bron voor ie dere correspondent is het orgaan van de communistischt partij „Gran» ma". Ik lees het met vrome aan* dacht. Soms betekent dit een tijdver slindende vergelijking met dat, wat het blad een week, een maand of een jaar geleden heeft geschreven- Het betekent ook dat je de oude kopy van A.P. in Havana moet raadplegen. Het opbergen van die kopij is hier een essentieel deel van je taak. Ik vergelijk ook andere pu- blikaties en alle provinciale kranten. Het bureau beluistert de Cubaanse rijksradio en de Cubaanse rijkstele» visie. Redevoeringen van Castro zijn van onschatbare waarde. Hij is een onbe twistbare nieuwsbron, omdat hjj het patroon tekent van de dingen die ko men zuilen. Ik hoor diplomatieke zegslieden van oost en west uit, bui tenlandse deskundigen, speciaal uitge nodigde bezoekers, zakenlieden, stu denten, voor- en tegenstanders van Castro, intellectuelen, jonge commu nisten, ontslagen functionarissen en gewone Cubanen. Ik ga rechtstreek^ naar het ministerie, dat bij het1 nieuws betrokken is, ofschoon die gang dikwijls tevergeefs is. Ik pro beer zoveel regeringsprojecten te be zoeken als maar mogelijk is. Je kunt nooit weten of je niet tegen Castro of een van zijn ministers aanloopt. Van tijd tot tijd vraaj» ik Castro om een formeel persgesprek. Tot dus verre heeft hij nooit geantwoord, maar als dat persgesprek ooit plaat» vindt, zaï ik op de brandende vraagt in Cuba: „Waar haai je je nieuws vandaan?" kunnen antwoorden; „Wei ga recht naar de bron".

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1969 | | pagina 10