Nero gebruikte een zonnebril Waf eten sportmensen? VOOR VROUW ^Yïlenu Wij maken zelf een exclusieve leestafel Monnikken maakten de eerste leesbrillen ^atwdag 5 juli 1969DE VhI]F A F RUW Pagina De bril kwam in de mode - de mode kwam in de bril Belangwekkend artikel in „Geneeskundige Gids' En wat moeten ze drinken van de week Geen rommel meer in cle kamer "I We mogen Europa met recht de baker, mat van de optiek noemen, al wist men in de oudste beschaving wel iets van de vergrotende of verkleinende werking van lenzen af. Plinius schreef namelijk in 150 na Christus 'n standaardwerk, waarin hij alles wat de oudheid van optiek wist, nauwkeu rig heeft opgetekend. Uit dit werk blijkt dat de Egyptena- ren, Babyloniërs, Assyriërs en Grie ken de-kunst van het glasslijpen goed beheersten, maar nooit op de gedachte gekomen zijn de geslepen stukken glas voor optische doeleinden te gebruiken. Het verhaal dat keizer Nero de bloe dige gevechten in het Colosseum door een „bril" van smaragd bekeek, mogen we daarom niet als een bewijs voor het bestaan van de bril in die dagen opvatten „want Plinius schrijft onder andere dat „Cr voor het oog haast geen aangenamere kleur te bedenken is dan die van smaragd." Hij schrijft ook: als men reeds genoegen vindt in het aanschouwen van groene bladeren en kruiden,-hoeveel groter is het genot bij het zien van de smaragd, wiens kleur niet te evenaarden is." Keizer Nero bekeek dus de gevechten der gladiatoren in 't helwitte zand van de arena door een zonnebril. DE LEESSTEEN Ongeveer duizend jaar na Christus schreef Ibn el Heiham, een Arabische geleerde, het boek „De schat der optiek". Hierin beschreef hij de „lees- steen", een bolle lens, die men op de schrifturen legde om de letters of karakters te vergroten. Dit boek werd in het latijn vertaald en vond zijn weg naar de toenmalige centra van cultuur en wetenschap, de kloosters. In 1200 vatte men de leessteen in een houder om hem op deze wijze naar het oog te kunnen brengen. De uit vinder van die allereerste bril is niet bekend, maar we kunnen aannemen, dat de eerste bril is ontstaan door het technisch en optisch inzicht van vele begaafde handwerkslieden. Het woord „bril" is afgeleid van „beryl", de naam voor bergkristal of kwarts, omdat dit mineraal, dat een grote helderheid bezit in vroeger dagen bij voorkeur werd gebruikt voor het slijpen van brillenglazen. Echt glas werd er toen nog niet ge bruikt omdat men eenvoudig de kunst nog niet verstond om het zó te gieten, dat het over de gehele oppervlakte de zelfde dikte bezat. MONNIKENWERK De eersten die zich met het vervaar digen van brillen bezighielden waren de monniken. Later ging de republiek Venetië er zich intensief mee be moeien en weer later kwamen leergie rige en knappe ambachtslieden van ver buiten dé grenzen naar de Doge- stad om de Venetianen de kunst van het brillenmaken af te kijken. De eerste opticiens slepen eigenhandig de glazen en maakten ook de montu ren. Eeuwenlang vervaardigde men slechts leesbrillen voor ouderdoms- verziendheid en pas in het midden van de vijftiende eeuw kwam de bril voor bijzienden. Nu, in 1969, is de bril een volmaakte ogendienaar geworden. Een veel betere controle op het ge zichtsvermogen draagt er momenteel toe bjj, dat er meer brillen gedragen worden dan vroeger, brillen die aan alle vaktechnische eisen voldoen. Mèt die betere ogenzorg kwam h©t ele ment mode DE MODE Honderden verschillende brilmontu ren, eenvoudige modellen en luxe ont werpen. komen tegemoet aan het ver langen van de moderne mens. Uit die veelheid moet het niet moeilijk zijn een montuur te vjnden dat by onze gelaatsvorm en onze persoonlijkheid past. Natuuriyk is het vooral de jeugd die alleen monturen willen dragen, die voor hun gevoel in de mode zijn. De tegenwoordige brillenglazen zijn ovaal, soms zelfs rond van vorm en vaak amandelvormig, een vorm die van rond is afgeleid. Naast deze af leiding van de ovale vorm is er een tendens naar enigszins rechthoekige monturen Waar te nemen/Deze mon turen zijn een beetje sportiever. Kleur is ook een belangrijke factor in de monturenmode. D,e meest modieuze tinten zijn dit jaar groen, cognac,' havana en demi-rood. Half amber en heel amber zijn de belangrijkste kleu ren. SNUFJES Vobr zestig a zeventig procent is het materiaal waaruit de monturen ge maakt zijn doublé, zowel in wit als in goud, terwijl celluloid monturen weer; duidelijk waarneembaar, in opkomst zijn. Grappige snufjes zijn dubbele neus vleugels in doublé, gele glazen zoge- naamde mistglazen, opvouwbare zon nebrillen, brillen met lichtjes en halve brilletjes. En niet te vergeten de bril met naar boven scharnierende, dus opklapbare, glazen voor vrouwen die zich zonder bril niet goed kunnen op maken en de „dubbele" bril, dat wil zeggen de bril die voorzien is' van extra zonneglazen, die dus zonder sterkte zijn en die opklapbaar aan de correctiebril bevestigd zijn. De glazen zijn over het algemeen groot wat het voordeel heeft dat het gezichtsveld vergroot wordt. De veer van de modieuze bril zit niet meer boven aan het montuur bevestigd, maar heeft zyn plaats aan het midden van het glas. Ook de herenbril ontkomt niet aan de invloed van de mode. De heren dragen minder zware monturen met vlakke bovenkant, die overwegend rechthoe kig van vorm zyn. Heel geliefd is de zogenaamde Yves Saint Laurent-bril met grote eivormige glazen, uitge voerd in celluloid. Links 'n avondbril, uitgevoerd in cel luloid en wit doublé. De glazen heb ben geen onderrand, zij „hangen" aan het montuur. Dit is eveneens het geval bij de herenbril (midden). Rechts als derde op de foto een jeugdig montuur met grote, ronde glazen, gevat in wit doublé. Voor de avond een face-a-main in wit doublé. De steel is uitgevoerd in fraai bewerkt parelmoer. iVoor sportbeoefening bestaan geen voedingsmiddelen of gerechten die de sportbeoefenaar tot bijzondere prestaties in staat stellen. Er bestaan wel voedings- en genotmiddelen, die voor degeen die ze gebruikt tot ge ringere prestaties aanleiding kunnen geven". Dat schrijft dr. J. P. de Wijn in 'n belangwekkend artikel over „waar heid en fictie bij voeding en sport" in het medisch vaktijdschrift „De geneeskundge Gids'. Hij rekent af met de mythe dat sommige wieier- fenomenen hun topprestaties te dan ken zouden hebben aan het feit dat zij hun leven lang groentesoep heb ben gebruikt of dat zwemsters het vestigen van een nieuw wereldrecord te danken hebben aan 'het veelvuldig consumeren van honing HET IDEALE „DIEETVOORSCHRIFT" BESTAAT NIET Er is 1 magie rondom de voe ding va, sportlieden, zo meent dr. W-ijn. Suiker, dat immers „zo goed voor de spieren" is behoort daartoe. Niemand heeft ooit kunnen aantonen dat een suikerklontje, genomen vóór de sprint, tot betere prestaties zou leiden. Zo is het ook met de biefstuk, die beter zou zijn dan een runderlap, en vooral paardebiefstuk zou nog meer energie verschaffen dan run- de^biefstuk. Ook allerlei vitamine preparaten worden in dit opzicht als zaligmakend beschouwd, zonder dat het wetenschappelijk bewijs hiervoor ooit is geleverd. Voeding is ongetwijfeld een onder deel van de training. Dr. Wijn wijst er op dat gezonde voeding nodig is, maar vooral ook een standvastig en naar eigen smaak en opvoeding aan gepast voedingsregiem. Het willekeu rig en plotseling wijzigen van vaste voedingsgewoonten leidt meestal tot een minder goede conditie. Het heeft voor de sportbeoefening bijvoorbeeld geen zin om met goede voeding te beginnen een week of enkele dagen vóór de wedstrijden, hoe goed die voeding dan ook gekozen zou zijn. TEVEEL VAN HET GOEDE Er leiden vele wegen naar Rome. Dat geldt ook voor goede voeding. Men kan op zeer verschillende wij zen goed worden gevoed. Er bestaat - voor sportvoeding-beslist geen „dieet- voorschirift". Wetenschappelijke beschouwingen over voeding met betrekking tot sport handelen meestal over eiwit ten, vetten, of koolhydraten en vita minen. In de praktijk eten wij echter geen eiwitten en vetten, maar een grote variatie van voedingsmiddelen, die deze ingrediënten bevatten. Het gaat dus om een keus van deze voe dingsmiddelen. In de sportpraktijk worden op dat punt' van voeding veel fouten ge maakt, zo meent dr. Wün. Bij de be- 1 studering van de voeding van de Mexicogangers blijkt dat men van het goede eerder te veel kreeg. Eiwit rijke voeding is noodzakelijk voor 't verkrijgen van een goede conditie •(spiermassa en spierfunctie). De overdreven waarde die men evenwel hecht aan dierlijk eiwit heeft mede tot gevolg dat de voeding vetrijk wordt. Dierlijk-eiwitryke produkten als melk, kaas, vlees, vis en ei zijn meestal niet vetarm. Bovendien wordt voor de bereiding vaak olie of vet gebruikt, waardoor er nog meer vet by komt. Door vermindering van de te grote hoeveelheden dieriyk-eiwitrijke pro dukten kan een evenredige hoeveel- -héid vët- worden opgeruimd, waar door een efficiënter gebruik van o.a. zuurstof mogelijk is. Dr. Wijn pleit daarom voor een verschuiving bin nen de eiwitten. Men zal meer pjant- aardige eiwitten moeten gebruiken en minder dierlijke eiwitten. Hét aan deel van (bruin) brood en andere graanprodukten wordt aanbevolen. Dat betekent ook een royale bron van vitamine B en ijzer, die onont beerlijk zijn voor inspanning. WATER Op: wedstrijddagen moeten uitge breide maaltijden worden vermeden. Het .is evenwel niet. verstandig om dan zonder meer preparaten als aan vulling toe te dienen. Vitaminepre paraten zijn op wedstrijddagen al leen zinvol wanneer, bijvoorbeeld in het buitenland, onvoldoende groen ten of fruit beschikbaar zijn. Wel is voldoende vochttoevoer van eminent belang. Het enige, werkeiyk onmisbare vocht is water. De eisen die men aan water moet stellen zijn: het moet vers,, helder, reukloos en niet besmet met bacteriën zijn. Mineraalwater moet men niet teveel gebruiken. Het bevat behalve zouten en/of suiker meestal ook medicamenten als cof- fëïhé' en fosforzuur. Voorzichtig moe ten dorstige sportlieden zijn met ga- zeuses of frisdranken. Het koolzuur geeft een opgeblazen gevoel en bij veelvuldig gebruik kan er een uit putting ontstaan van de maagwand- klieren, met als gevolg wéinig maag- zuurproduktie. Sportlieden doen er goed aan bij kleine hoeveelheden te drinken. Gro- te hoeveelheden vocht veroorzaken zweten en o.a. zoutveriies. WELKE DRANK Met koffiedrinken moeten sportlie den voorzichtig zijn, meent dr. Wijn. Kleine hoeveelheden bevorderen evenwel de spijsvertering- en dat kan ■ook gunstig werken op de conditie. Een overdreven gebruik van cola bij warme dagen moet worden afgera den, aangezien deze drank veel fos forzuur en suiker bevat.- Een halve liter melk per dag is niet teveel. Kort vóór de wedstrijd kan men beter geen melk drinken, want dan heeft men er ongemak van. Melk blijft te lang in de maag (ca. twee uur). Warme melk is minder goed verteerbaar, ijskoude melk leidt tot verhoogde maagdarmmotofiek. Enkele vruchtensappen bevatten vitamines en zijn goed voor de stof wisseling. Alcoholische dranken vor men een omstreden punt, Italiaanse en Franse wielercracks kwamen on danks het consumeren van flinke hoeveelheden wijn soms tot fabel achtige prestaties. Maar zij zijn ge wend om veel alcohol te gebruiken. Maar ontegenzeggelijk verhoogt al- cohol de stofwisseling, waardoor er minder zuurstof voor „arbeid" over schiet. Daarom is het verstandig om het alcoholgebruik te beperken. Voor of gedurende lange-afstand- sportprestaties kunnen suikerrijke dranken het uithoudingsvermogen bevorderen. Veel suiker zonder vocht kan een tegengesteld effect hebben. Eén suikerstoot vlak voor een korte sprint heeft geen invloed op de pres tatie. Het heerlijke, nieuwe zuivelprodukt sour cream of zure room werd oor spronkelijk veel gebruikt in Oost- Europa. Joodse emigranten brachten dit gebruik over naar de Verenigde Staten, waar de consumptie van zure room van jaar tot jaar toenam. Lang zamerhand raakt 't in Nederland ook ingeburgerd. Zure room wordt veelal gebruikt in slaatjes en bij vruchten, maar ook voor het afmaken van sau- zeh en soepen. Sour cream wordt verkregen nadat room, met een vetgehalte van 20 is geënt met een reincultuur van melk zuurbacteriën. Na 1 a. 2 dagen rijping is het ge schikt voor gebruik, maar moet dan allereerst goed worden doorgeroerd. ZONDAG: gevulde tomaat met garna len, sour cream, peterselie; Pari- ser Schnitzel, komkommersla, nieuwe aardappeltjes met peter selie en boter; aardbeien met rode .Wijn en suiker. MAANDAG: andijvie a la crème, hardgekookte eieren en aardap- De hoeveelheid lectuur die wij da gelijks aan kranten en bijlagen, fol ders en tijdschriften in huis krijgen, zorgen er vaak voor dat de lectuur bak, die in menige hulskamer wordt aangetroffen, geregeld overstroomt. Als iemand dan gaat zoeken naar 'n bepaalde krant moet de hele zaak meestal overhoop wórden geihaald, met alle rommel van dien. Om daar aan een eind te maken treft u hier bij de beschryving en tekening aan van een lectuurtafel, die er voor zal zorgen dat heel wat bladen en kran ten op een keurige' manier onder uw bereik blijven, zonder veel plaats in te nemen. KRANTEN WORDEN OPGEHANGEN Inplaats van de kranten en tijd schriften neer te leggen of op te sta pelen worden ze over latjes, die aan weerszijden van deze lectuurtafel zijn aangebracht, heen gehangen. Het middenblad dient als "leestafel, waar U een aardige leeslamp'op kunt zet ten of boven kunt hangen. De constructie van de tafel is in wezen zeer eenvoudig, al moet U wel zorgvuldig te werk gaan om al les passend te maken. U hebt twee- latten nodig van twee centimeter breed. Kies een stevige houtsoort om de tafel sterk te maken. De lengte kunt U zelf bepalen. In deze twee latten komen de gleuven waarin de dunne latjes worden bevestigd waar langs de kranten komen te hangen. Deze latjes worden slechts een halve centimeter dik en twee centimeter breed. De sleuven moeten dus pre cies op maat worden ingezaagd en (het hout voorzichtig uitgestoken. Houdt u de gleuven aan de krappe kant, dan kunt u later altijd nog iets bijschaven, hetgeen beter is dan wan néér u met een ruime gleuf blijft zitten, welk verschil moeilijk weg te werken' is. BALKJES '•De ingezaagde latten worden ver bonden met twee balkjes, die elk tien centimeter dik zijn en vyf centimeter breed, even breed dus als de twee grote latten. De twee balkjes en de tw.ee grote latten vormen als het wa re het frame van de tafel. In de balk jes komen eveneens de poten. Deze pootjes worden uit een drie centimeter dikke plank gezaagd,- zoals de schets B u laat zien. In de 'béide balkjes worden schuine inzagingen gemaakt, de pootjes daarin vastge lijmd en ter versteviging met een flinke hutschroef vastgezet. Ook hier is het weer zaak nauwkeu rig te werk te gaan. Zorgt u ervoor dat de hoogte van de tafel aangepast is aan de stoel die u erby zet wanneer u aan de lectuurtafel zit om te lezen. Tenzy u in verband met uw interieur het beter vindt de tafel lager te hou den. LATJES De dunne latjes kunt u afronden door de scherpe kanten weg te vyien of te schuren. Ze kunnen in de uitge zaagde openingen worden gelymd. De latjes kunnen van ene andere hout soort worden genomen, waardoor door te beitsen of eenvoudig (by beu- kehout voor het frame) in de was zet ten, een aardig contract verkrygt. Als u heel handig bent kunnen in- pelpuree met gebakken uitjes, karnemelkpudding. DINSDAG: bloemkool gratiné met ham en kaas en aardappelvla met bieslook; vanillevla mèt rabarber. WOENSDAG: bloemkoolsoep afge maakt met geraspte kaas; gevulde paprika met gehakt, rijst, toma tensaus. DONDERDAG: spitskool spéciale, saucijsjes, aardappelen; rode bes sen met yoghurt. VRIJDAG: moten kabeljauw (in al. folie in de oven); worteltjes en peultjes, aardappelen, botersaus; muesli. 'ZATERDAG: voedzame zomersalade met stokbrood, boter, kwark, va nillevla. PARISER SCHNITZEL 4 kalfsschnitzels 1 ei, zout, peper, 1 volle lepel gerasp te kaas, 1 lepel bloem (eventueel 1 le pel melk) Maak van alle ingrediënten een dik papje en wentel de schnitzels hier goed door. Maak 150 gram roomboter heet in de koekepan en bak de schnit zels snel croquant en bruin (±4 mi nuten aan elke kant). plaats van latjes ook metalen stange tjes worden geklemd in gaten, die u dan zult moeten boren, maar tot op de helft van de latten. De stangetjes vallen dan in de latten en de buiten kant blyft ongèrept. Tafelblad - Het tafelblad biedt vele mogelijk heden om het geheel nog te verfraai en. Het kan bestaan uit meubelplaat, dat op het frame wordt vastge schroefd. De plaat kan bekleed wor den met linoleum, formica of iets an ders wat leuk by uw interieur past, en liefst ook nog afwasbaar. Ook is het mogelyk een houtsoort te kiezen die een mooie nerf heeft, die u dan nog meer naar voren kunt halen door het blad te vernissen. Tenslotte is schilde ren ook mogelyk. U moet er wel voor zorgen dat u wat de kleuren aangaat in één geheel blyft, wat betreft het olad, de latten, balken en pootjes. Nogmaals: veel hangt bij dit werk stuk af van de mate van nauwkeurig heid waarmee u te werk zul gaan. Als u hier goed op let, zult u een apart meubelstuk in uw huiskamer erbij krijgen.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1969 | | pagina 7