Centraal-economisch
plan 1969 niet optimistisch
Nog geen beslissing over
bouw-c.a.o.
Het vierde
vietcong-offensief
Concurrentiepositie wordt zwakker
GEEN EINDE AAN LOON- EN
PRIJSSPIRAAL
RADIO DE KOCK
STANDPDNTEN IN
FRANS-WESTDUITS OVERLEG
ONGEWIJZIGD
Nixon:
Aanzienlijk
gewijzigd
anti-raketstelsel
ROND VIETNAM
HET WEER
ZATERDAG
15 MAART 1969
25e Jaargang
No. 5943
Uitgeefster N.V. v/h Fa. P. J. van de Sande, Terneuzen
Betalingsbalans
tegengevallen
Minder
Investeringen
Concurrentie
positie verzwakt
De b.t.w.
Indonesië wijst voorstel
V.N.-vertegenwoordiger
van de hand
de MUL
Gasverwarming
Weerbericht
Hoogwater
Zon- en
Maanstanden
F?«rteetfag «g mtmmt&l TIRNIUXEKI
Direcieur-Hoof4fedactenrP. 3. van de Santie
Redactie- ea AdministraïSe-adweSmidswat
Telefoon: (01150)—2079. Girommuttr: 38150
Abonnementsprijs
8,— per kwartaal; per maand ƒ2,70
Losse nummers 15 cent, inclusief 4 B.T.W.
DE VRIJE ZEEUW
Advertentieprijs: per mm 16 cent; minimum
per advertentie 2,40, exclusief 4 B.T.W.
Rubriek „Kleine Advertenties" (geen handels
advertenties) 5 regels 1,15. Iedere regel méér
23 cent. Kleine advertenties bij vooruitbetaling.
Vermelding: Brieven onder nummer, of Adres
bureau van dit blad 50 cent verhoging.
Inzending advertenties uiterlijk tot n.m. 2 uur.
Voor het gecomb. maandag/dinsdag-nummer
tot 10 uur voormiddag.
Ruim een maand later dan zijn
voorganger is gisteren het centraal
economisch plan 1969 gepubli
ceerd. In dat werkstuk van het
centraal planbureau komt 1969
tevoorschijn als een jaar met een
weliswaar niet onbelangrijke stij
ging van de wereldhandel, maar
met een internationaal toch labiel
klimaat waardoor een betrouwbare
prognose van de externe ontwik
keling wordt bemoeilijkt.
In het binnenland trekt de ver
sterking van de loon- en prijsstij
ging, beïnvloed door oplopende
spanningen op de arbeidsmarkt en
autonome prijsverhogingen het
meest de aandacht. De winst in
concurrentiepositie die in 1968
werd verkregen, kan daarbij licht
teloor gaan.
De betalingsbalanspositie blijft
wankel. Daartegenover staat voor
alsnog een hoog peil van investe
ringen en een bevredigende groei
van het volume van de produktie,
met gunstige gevolgen niet alleen
voor de totale werkgelegenheid,
maar ook voor de regionale ver
deling ervan, doch anderzijds ge
paard gaande met hernieuwde
spanningen op de arbeidsmarkt en
het westen des lands.
Daarbij doet zich, als resultaat
van de voorgenomen politiek, een
monetaire verkrapping voor waar
door de investeringen in 1969
enigszins, in 1970 sterker, zullen
worden afgeremd.
De macro-economische verken
ning 1969, die tegelijk met de mil
joenennota op de derde dinsdag
van september j.l. verscheen, pro
jecteerde voor 1969 en volgende
jaren (tot en met 1971) een vrij
evenwichtige ontwikkeling, onder
de veronderstellingen van een
jaarlijkse loonstijging van 6,5 pro
cent en een straf budgettair beleid.
Een variant daarop in die macro-
economische verkenning liet zien
hoe, ingeval van twee procent
meer loonstijging per jaar gecom
bineerd met enige budgetover
schrijding, de prijsstijging wordt
versterkt en het realiseren van
enig surplus op de betalingsbalans
illusoir wordt.
De prognose voor 1969 sluit
meer aan bij deze variant, nu de
betalingsbalans over 1968 is tegen
gevallen. Daartegenover staat
evenwel dat de werkloosheid
scherper is gedaald dan destijds
werd verwacht.
Het lijkt onder deze omstandig
heden niet uitgesloten, aldus het
centraal economisch plan 1969,
dat ook 1970 een sterke loon- en
prijsstijging kent. De kostenstijgin
gen van 1969 werken dan immers
nog gedeeltelijk door in de prijzen,
de arbeidsmarkt is krap en de
loonvorming is in beginsel vrij.
Het C.E.P. acht de kans groot
dat dan wederom een situatie van
overbesteding in de zin van tekort
op lopende rekening ontstaat, met
sterk negatieve repercussies op
investeringen, produktie en werk
gelegenheid.
De thans getroffen budgettaire
maatregelen, waaronder de beper
king van de investeringsaftrek, en
de politiek van monetaire verkrap
ping zijn gericht op het voorkomen
van een dergelijke ontwikkeling
van overbesteding en aanpassing
later.
Dit neemt niet weg, aldus het
C.E.P., dat daarmee ook verlies
aan investeringen en dus een min
der sterke stijging van de capaci
teit der produktie gepaard gaat.
Eqn globale becijfering wijst uit
dat de verlaging van de liquidi
teitsquota met anderhalve punt in
1969 (mits niet doorkruist door
kapitaalinvoer) in 1970 een half
miljard gulden minder investerin
gen van het bedrijfsleven tot ge
volg zou hebben. Daardoor wordt
de overigens verwachte stijging
ervan met vier procent afgeremd
en zou ze daarmee beneden die
van 1969 blijven.
Repercussies op andere investe
ringen woningbouw en op over
heidsinvesteringen acht het
C.E.P. evenmin uitgesloten maar
ze zijn afhankelijk van nadere be
leidsbeslissingen daarover. Onder
deze omstandigheden wordt de
dreigende overbesteding tegenge
gaan, maar dat betekent nog niet
dat de betalingsbalans op lopende
rekening na 1969 een groter sur
plus te zien zal geven. Veeleer
wordt althans ingeval van op
nieuw sterke loonstijgingen een
te grote teruggang in dat surplus
voorkomen of een tekort verkleind.
Ook na 1969 blijft de problema
tiek van de loon- en prijsstijging
dus klemmend, aldus het plan. In
de eerste plaats leidt een voortge
zette sterke loonstijging behalve
tot een hoog peil der binnenland
se bestedingen zeer waarschijnlijk
tot een achteruitgang der concur
rentiepositie ten opzichte van het
buitenland, met minder uitvoer en
meer invoer als gevolg.
Gaat daarmee een betalings
balanstekort gepaard, dan zal de
druk op de investeringen, voort
vloeiende uit de thans gevoerde
politiek van monetaire afremming,
nog worden versterkt, o.a. door
de monetaire verkrapping die het
gevolg is van dat tekort op de
betalingsbalans.
Een meer of minder belangrijke
vertraging in de produktiestïjgiag
zal daaruit op haar beurt kunnen
resulteren, ook op enigszins lange
termijn ais n.l. de achteruitgang
der concurrentiepositie ernst'ge
afmetingen aanneemt.
In de tweede plaats roept een
voortgezette sterke prijsstijging
zelfstandige repercussies op. Niet
alleen wordt daarmee de grond
slag gelegd voor loonstijgingen die
de concurrentiepositie ondergra
ven, maar ook kan een voortduren
van prijsstijgingen in een omvang
als thans voor 1969 wordt ver
wacht met name de hoogte ter be
sparingen aantasten en een gevaar
betekenen voor de overheidsfinan
ciën.
Naast het vermijden van over
besteding dient, volgens het C.E.P.,
doorbreking van de loon- en prijs-
spiraal zoals die zich nu aftekent
dus als een essentieel doel te wor
den beschouwd, niet in de laatste
plaats terwille van de werkge
legenheid en de groei.
Begin januari 1969 was de ge
registreerde arbeidsreserve op een
niveau van ongeveer vijfenzestig
duizend gekomen. Daarmee was ze
weer tot beneden het aantal open
staande aanvragen gedaald. Zo
werd een periode van toegenomen
werkloosheid na twee jaar afge
sloten. Nieuw was de periode van
twee jaar niet; ze gold ook in 1958
en ze was in 1952 slechts weinig
langer.
De loonstijging over de afge
lopen drie jaar liep, mede in sa
menhang met de wijzigingen in de
arbeidsmarktsituatie, geleidelijk
terug van elf procent in 1966, via
8,5 procent in 1967 terug tot 6,5
procent in 1968 (loonsom per
werknemer, inclusief sociale las
ten). Het accres van de arbeids-
produktiviteit kon zijn trend hand
haven en zelfs meer dan dat.
Doorslaggevend blijven voor de
concurrentiepositie van ons land
de loonkosten per eenheid produkt
in de verwerkende industrie. Die
kosten zullen in het buitenland
met twee a drie procent stijgen,
in Nederland met vier procent.
Dit percentage van vier is geba
seerd op de thans voor 1969 te
ramen loonstijging die voor het
bedrijfsleven als geheel, inclusief
sociale lasten en incidentele loon-
beweging, acht a negen procent
bedraagt, twee procent meer dus
dan het percentage van 6,5 dat in
september j.l. in de macro-econo
mische verkenning werd genoemd.
Deze loonstijging in verband ge
bracht met het feit dat het accres
der arbeidsproduktiviteit minder
groot wordt, met de overgang op
de belasting over de toegevoegde
waarde, en met de sterke reële
expansie, betekent voor 1969 een
aanzienlijke verscherping van de
loon- en prijsstijging. Opgemerkt
wordt dat de overgang op de
b.t.w. bij volledige doorberekening,
maar niet meer ditn dat, een extra
prijsstijging van ten naaste bij 1,5
procent tot gevolg zal hebben.
Noordstraat 107 - Tel. 01150-4255
TERNEUZEN
Het Frans-Westduitse topover-
leg dat donderdag en vrijdag in
Parijs is gehouden heeft de
standpunten van de twee landen
niet veel tot elkaar gebracht. In
hoofdzaak dienden de bespre
kingen ertoe dat de wederzijdse
opvattingen werden verduide
lijkt.
Tevoren had de Westduitse re
geringsleider op een persconfe
rentie de balans van zijn bespre
kingen met president De Gaulle
opgemaakt. Hij vond diens ver
zekering, dat Frankrijk aan de
E.E.G. blijft vasthouden, het be
langrijkste en concreetste resul
taat. Ten aanzien van de toela
ting van nieuwe leden tot de E.E.
G. was men echter niet verder
gekomen. Zoals ook een Franse
woordvoerder had verklaard,
verkondigde De Gaulle weer de
mening dat uitbreiding van de
E.E.G. met de landen die willen
toetreden hij noemde Enge
land, Noorwegen, Denemarken,
Ierland, Portugal, Oostenrijk,
Spanje, Zwitserland, Turkije en
Griekenland het einde van de
gemeenschap zou betekenen. Vol-
i gens hem zou een uitbreiding in
een ruimer kader dan een Euro
pese organisatie moeten worden
bezien. Voorts merkte hij op dat
Europa, zonder af te zien van de
banden met Amerika, zich op zijn
ejgeo wijze jn economisch, poli
tiek en in defensief opzicht moet
organiseren. Hierbij moest men
zich echter wel realiseren dat er
in Europa landen zijn die „hun
kracht hebben herwonnen en hun
persoonlijkheid". „Dit veegt elk
denkbeeld van supranationaliteit
van tafel", aldus de president.
Hij vond overigens dat van een
onafhankelijk „Europees Europa"
geen enkele staat zou mogen wor
den uitgesloten.
Bondskanselier Kiesinger ver
klaarde in dit verband dat de
bondsrepubliek zich zal verzet
ten tegen elke poging om „door
middel van fantasievolle plannen
en conferenties via een achter
deur te bereiken, wat alleen via
de hoofdpoort mogelijk is". Hij
doelde hier. kennelijk op de
Franse vrees, dat Engeland er op
uti zou zijn, via de Westeuropese
unie (W.E.U.) toegang tot Euro
pa te krijgen, nu dit als gevolg
van het Franse veto door middel
van het lidmaatschap van de
E.E.G. niet mogelijk is. Wel liet
Kiesinger uitkomen dat zijn re
gering zal blijven streven naar
een uitbreiding van de E.E.G.
Ook op het gebied van de W.E.
U. kwam men niet nader tot
elkaar. De Gaulle herhaalde dat
de jongste bijeenkomsten van de
permanente raad van deze orga
nisatie, die tegen de zin van
Frankrijk werden gehouden, een
schending van het verdrag be
tekenden en dat Parijs zich bijge
volg niet in de raad zal laten ver
tegenwoordigen. Hoe lang dit zal
duren, zei hij er niet bij.
De regering zal op korte termijn j
en in ieder geval vóór 24 maart
een beslissing nemen over de
bouw-c.a.o. Het bouwbedrijf heeft
zich bereid verklaard de regering
in de loop van de volgende week
een rapport te doen toekomen,
waarin de produktiviteitsbevorde-
rende maatregelen uit het ver
leden worden weergegeven en
waardoor het in de ogen van de
bouwnijverheid voor de regering
verantwoord zal zijn te beslissen
over de c.a.o., zoals werkgevers
en werknemers in de bouw dit
wensen. De beslissing van de rege
ring zal aan de hand van het te
produceren stuk v -den genomen.
Dit deelde vrijdagavond minister
B. Roolvink van sociale zaken en
volksgezondheid mee, nadat hij
met zijn collega's van economi
sche zaken en volkshuisvesting en
ruimtelijke ordening, mr. L. de
Block en ir. W. F. Schut, een ge
sprek had gehad met bestuurs
leden van de raad van bestuur
bouwbedrijf en vertegenwoordi
gers van de vakbonden.
De bouw-c.a.o. heeft gisteren in
de ministerraad onderwerp van
bespreking uitgemaakt, omdat er
hier sprake is van een „hoogst be
langrijke" zaak, zoals de bewinds
man het uitdrukte, er daarbij op
wijzend dat de bouwnijverheid met
zijn 300.000 werknemers de groot
ste bedrijfstak is. De regering is
er niet gerust op, zo zette hij ver
der uiteen, dat er voor 1970 een
zo groot mogelijke zekerheid is,
dat de kosten in de bouw zullen
blijven beperkt. Hij wees er daar
bij op dat de regering reeds eer
der, n.l. in de stichting van de
arbeid, begrip had gevraagd voor
het grote belang, dat de regering
hecht aan het feit om uit de loon-
en prijsspiraal te komen en in 1970
rust op het loonfront te krijgen.
De bespreking van gisteren is
een voortzetting van eerdere oriën
terende besprekingen, die tussen
de minister(s) en de bouwwereld
over de c.a.o. zijn gevoerd. Het
was geen bespreking, zo merkte
de minister op, waarbij „het mes
op de tafel is gelegd".
Sinds de vorige bespreking met
de minister, zo merkte de voor
zitter van de raad van bestuur
bouwbedrijf, ir. Prins, op is de
raad gaan denken aan het door de
minister aangeduide rapport, dat
volgens zijn verwachting ook wel
zal vermelden wat op het gebied
van produktiviteitsstijging in de
naaste toekomst wordt verwacht.
Hij zei te geloven dat aangetoond
kan worden, dat de loonstijging in
de bouw voor 1970, zoals over
eengekomen in de onderhavige
c.a.o., niet prijsverhogend zal wer
ken.
De voorzitter van de centrale
commissie bouwnijverheid, het or
gaan waarin de drie werkgevers
bonden samenwerken, de heer A.
Buys, noemde de ontwikkeling
„jammerlijk" gezien het tijdstip,
waarop de c.a.o. voor goedkeuring
werd voorgedragen. Hij meende
dat er zo zoetjes aan al wel een
beslissing genomen had kunnen
worden, zodat niet tot de uiterste
datum gewacht had behoeven te
worden. (Zoals gemeld is de oude
c.a.o. tot 24 maart verlengd, maar
worden er reeds lonen betaald
volgens de voorgestelde nieuwe).
Hij voegde hieraantoe, en de werk
gevers stemden hiermee in, dat de
overeengekomen c.a.o. als één
pakket moet worden gezien. „Als
er een of meer krenten uitgepikt
worden, is er geen c.a.o. meer",
aldus deze werknemersvertegen
woordiger.
President Nixon van de V. S.
heeft vrijdag zijn goedkeuring
verleend voor „een aanzienlijk
gewijzigde versie" van het om
streden Amerikaanse raketver-
dedigingsstelsel „Sentinel".
De veiligheid van de natie ver
eist dat we nu doorgaan met de
ontwikkeling en houw van anti-
ballistische raketten „volgens
een zorgvuldig opgesteld pro
gramma in fasen", aldus Nixon
in een verklaring die is gepubli
ceerd vlak voor hij zijn perscon
ferentie zou beginnen.
Amerikaanse militaire deskun
digen in Vietnam menen dat het
vierde vietcong-offensief dat
drie weken geleden begon, thans
in de derde en laatste fase is
die wellicht gepaard zal gaan
met massale infanterie-aanval-
len op talloze steden en militaire
stellingen, zoals vorig jaar bij
het „tet"-offensief.
De eerste fase duurde, aldus
de deskundigen, van 23 februari
tot 1 maart en bestond uit een
reeks beschietingen meer dan
350 van steden en militaire
doelen en infanterie-aanvallen
op Amerikaanse en Zuidvietna-
mese stellingen. In die periode
infiltreerde de tegenstander in
kleine groepen naar uitvalstel-
lingen voor aanvallen op steden.
De tweede fase eindigde 11
maart. In de periode 1 t/m 11
maart viel de tegenstander aan
op compagnie- en bataljonni
veau, vooral in het gebied van
de hoogvlakten, rond Da Gne an
Hoa en in de Mekong-delta. Deze
aanvallen zouden een snellere
infiltratie voor de grote aanval
len tijdens de derde fase tot
doel hebben gehad.
Uit doumenten en ondervra
ging van gevangenen heeft de
militaire inlichtingendienst ge
concludeerd dat de derde fase
ongeveer drie weken zal duren.
Men meent dat de tegenstander
nu in de uitvalsstellingen is ge
concentreerd. Er worden echter
zware bombardementen op uit
gevoerd.
Volgens Amerikaanse functio
narissen zijn de afgelopen twee
dagen 12.000 vietcongstrijders
via de Cambodjaanse grens ge
ïnfiltreerd. Zij zouden nu op en
kele dagmarsen afstand van de
hoofdstad Saigon zijn. Gevange
nen hebben gezegd dat de zeven
de en de negende divisie het
afgelopen half jaar in Cambod
ja zijn geoefend en uitgerust met
nieuwe wapens, w.o. vlammen
werpers van Russische makelij.
Om de infiltratie te bemoei
lijken hebben de Amerikanen op
heuveltoppen langs de route naar
Saigon zware artillerie opgesteld
waarmee de dichte bamboebos
sen worden bestookt.
Twee ""-ten in b*t
zuiden van Laos zijn aangevallen
door Noordvietnamese eenheden
waardoor minstens drie Lao-
tiaanse soldaten sneuvelden en
12 gewond raakten, zo heeft een
woordvoerder van het ministe
rie van defensie in Vientiane ge
zegd.
Om één van de posten, bij de
Thaise grens, wordt nog gevoch
ten. Volgens de woordvoerder
werden de aanvallen uitgevoerd
door eenheden van drie Noord
vietnamese bataljons van ihet
565ste regiment dat al sinds 1966
in Laos is.
Een woordvoerder van het
Noordvietnamese ministerie van
buitenlandse zaken protesteerde
donderdag tegen „Amerikaanse
inmenging en agressie in Laos".
„De Amerikanen treden de soe
vereiniteit, de onafhankelijkheid
en de neutraliteit van Laos met
voeten", zo zei hij aan aanlei
ding van minister van defensie
Lairds erkenning dat Amerika
nen mogelijk bij achtervolging in
Laos zijn doorgedrongen. „Het
Noordvietnamese ministerie van
buitenlandse zaken eist de strikte
eerbiediging van de akkoorden
van Genève en de onmiddellijke
en onvoorwaardelijke staking
van de agressie en bombarde
menten tegen Laos".
De Noordvietnamese pers
maakte vrijdagochtend onder
grote koppen melding van i
communiqué van d-=- voe
dingskrachten in Zuid-Vietnam
volgens hetwelk tussen 23 fe
bruari en 4 maart 45.000 Amen-
kanen en Zuidvietnamezen zijn
uitgeschakeld.
Indonesië heeft een voorstel
van de V.N.-vertegenwoordiger
in Djakarta om de mensen in de
dichtbevolkte kustgebieden van
West-Irian ieder voor zich te
laten stemmen over de toekomst
van hun land afgewezen op
grond van „terrein- en verbin-
dingsmoeilijkbeden", zo wordt
in Djakarta van Indonesische en
V.N.-zijde vernomen.
De V.N.-vertegenwoordiger Or
tiz ziet in, dat de primitieve be
woners in het dunbevolkte berg
gebied niet stuk voor stuk kun-
-en worden geraadpleegd, maar
's van oordeel dat de politiek
bewuste bevolking aan de kust
persoonlijk moet kunnen stem
men.
DEN HAAG: Tijdens de bespre
kingen over de Omroepwet: mi
nister M. Klompé en staatssecre
taris mr. H. van der Poel, die de
discussie volgen.
EEN BEGRIP VOOR
Erkend Gasfitter
Vlooswijbstraat 7—9
TERNEUZEN
Plaatselijk neerslag
Kenmerkend voor het weer
boven het vasteland is de aanwe
zigheid van koude lucht boven
Noord-Europa waar het midden
op de dag licht tot matig vriest en.
de zachtere lucht in het zuiden.;
De grenslijn tussen beide lucht-,
soorten strékte zich vrijdagavond
van Polen over Duitsland naar
Nederland uit en verder west
waarts naar Zuid-Engeland en
Ierland.
In de zachte lucht kwamen in
Brabant, Limburg en Zeeland^
middagtemperaturen voor van
ongeveer 14 graden Celsius.
Inmiddels wint de koude lucht
boven ons land weer terrein in
westelijke richting. Dit hangt sa
men niet een boven Skandinavië
gelegen hogedrukgebied dat zich'
naar onze omgeving en Noord-'
Duitsland uitbreidt. In het mid
den van het land wordt daarom
vandaag een daling van tempe
ratuur verwacht en elders geen
verandering. Overigens zal er
vrij veel bewolking zijn niet
plaatselijk enige neerslag.
medegedeeld door het K.N.M.I,
geldig tot hedenavond.
Plaatselijk neerslag
Vrij veel bewolking met plaat-,
selijk enige neerslag. Voorname-^
lijk in het midden van het land
daling van temperatuur, elders
weinig verandering. Matige tot
vrij krachtige oostelijke wind,
maar in het zuiden van het, land
overwegend zwakke wind met
plaatselijk mist.
ZATERDAG 15 MAART
Breskens
Terneuzen
Hansweert
Walsoorden
v.m. n.m.
11.54 12.03
12.30 12.39
1.04 1.13
1.13 1.22
ZONDAG 16 MAART
Breskens
Terneuzen
Hansweert
Walsoorden
v m. p pi
0.34 1.00
1.10 ï.3o
1.44 2.10
1.53 2.19
MAANDAG 17 MAART
Breskens
Terneuzen
Hansweert
Walsoorden
v.m. n.m.
1.19 l,o4
1.55 2.10
2.29 3 'M
2.38 3.13
ZON
MAAN
op
onder
op
onder
mrt
15
06.55
18.44
06.18
15.12
16
06.53
18.46
06.34
16.40
17
06.50
18.48
06.46
18.04
18
06.48
18.49
06.57
19.26
19
06.46
18.49
07.07
20.46
20
06.43
18.53
07.18
22.05