BEGIN VAN REVOLUTIONAIRE ONTWIKKELING Geslaagde proeven in Wageningen Twee methoden Natuurkundig Waar gaat het om Twee jaar proeftijd Niet radio-actief Weer groter Schapenleer Reptielenleer Imitaties DE VRIJE ZEEUW ZATERDAG 1 MAART 1069 Pagina 13 Bestraalde levensmiddelen blijven voortaan verst „Bestraalde" aardappelen zijn nosmaar een berin... Het ziet er naar uit dat binnenkort ook aardbeien en champignons die met ioniserende stralen behandeld rijn, op de markt zullen komen. Een geheel nieuw tijdperk van conserven wordt met deze nieuwe techniek ingeluid. Want er komt on dit gebied nog veel meer. In de, op initiatief van officiële Instanties overheid en zes produktschapnen in de voedingssector inge richte proeffabriek te Wageningen zijn onderzoekingen over het bestralen van andere consumptiemiddelen voor mens en dier in een vergevorderd stadium. Al of niet in samenwerking met andere wetenschappelijke instituten, zoals het Instituut voor toepassing van atoomenergie in de landbouw door in siders kortweg het Ï.T.A.L. genoemd dat ook in Wageningen is gevestigd, heeft men al heel wat ervaring opgedaan met artikelen die dagelijks in de klein- en grootwinkelbedrijven in de boodschappentassen terecht komen. Wie de opsomming bekijkt van de voedingsmiddelen waar men in de proeffabriek mee bezig is, krijgt een goede indruk van de technische revolu tie die zich denkelijk met grote spoed zal voltrekken. Dat wordt een omwen teling voor de industrie en ook voor de consument: wat vers wordt bestraald en blijft dan verder ook vers, allemaal volgens een geheel nieuw procédé. Behalve met aardappelen, aardbeien en champignons zijn er al uitgebreide proefnemingen gedaan met kuikenhoutjes, garnalen, verse vis en voeder voor vee en proefdieren. Voorts is er ook al een zekere ervaring opgedaan met het bestralen van roggebrood, cake, kaas, vlees, slaatjes en eieren. Aan de wetenschappelijke onderzoekers zal het dus niet liggen. Nu is het de bedoeling dat de mensen van het bedrijfsleven in deze proef fabriek hun. licht komen opsteken over de mogelijkheden en kosten van deze allernieuwste conserveringsmethode. Zij kunnén daar dan zien dat er keus is uit twee mogelijkheden: de gammabron (Kobalt 60) en de èlektronen- generator. Beide soorten apparatuur vergen een investering van vele tonnen. We kennen al Heel wat verschillende manieren van e#iservefen. Allereerst de bekende chemische methoden zoals roken, zouten, pekelen en konfijten. Daar zijn in de laatste jaren nog allerlei chemische toevoegingen aan de voedingsmiddelen bijgekomen. Toevoegingen die tot doel hadden bederf van de betrokken produkten tegen te gaan en van overheidswege had men het er zeer druk mee om er een wakend oog op te houden dat deze scheikundige verbindingen geen nadeel voor de consument meebrengen. Naast deze chemische conserveringsmethoden zijn er ook fysische. De ver lengde houdbaarheid van het voedingsmiddel wordt dan nagestreefd (en ook bereikt) met middelen van natuurkundige aard. Tot nu toe waren als fysische manieren van conserveren in gebruik pasteuriseren, steriliseren en invriezen. Aan deze natuurkundige methodieken is nu een nieuwe toege voegd: bestralen. Of men daarbij de gammabron of de elektronenversneller wil gebruiken hangt af van verschillende factoren. De Kobaltbron levert een gammastraal van hoge energie met een zeer diep doordringingsvermogen. De elektronen generator heeft een minder grote dieptewerking. De afmetingen van het te bestralen produkt en hetgeen men met de bestraling precies wenst te be reiken, zullen bij de keuze van de stralingsbron bepalend zijn. Zo gaat het er bij de aardappelen voornamelijk om spruitvorming tegen te gaan, bij de aardbeien is het doel meer gelegen in het bestrijden van schim melvorming. Bii andere voedingsmiddelen gaat het weer om de vernietiging van bacteriën, die zich op den duur van het geheel meester dreigen te maken. In ieder geval zijn er heel wat oorzaken die aanleiding kunnen geven tot „bederf". Per geval zal weer een iets andere aanpak gewenst zijn om het voedingsmiddel in zijn oorspronkelijk goede staat te houden. De ontsmetting van voedsel door bestraling heeft ook al weer een zij het betrekkelijke korte geschiedenis. In juni 1966 was er een bijeenkomst in het Nuclear Research Centre te Karlsruhe, waar over dit onderwerp niet minder dan 69 voordrachten werden gehouden en waar 23 landen door 200 deelnemers waren vertegenwoordigd. Tot dit symposium was besloten door de International Atomic Energy Agency in samenwerking met de Food and Agriculture Organisation van de Verenigde Natie*. Het was op deze vergadering dat van Nederlandse rijde mededeling werd' gedaan over de proefinstallatie die „binnenkort" in ons land in bedrijf zou komen. Men heeft in Wageningen dus twee jaar gelegenheid gehad onder zoekingen te verrichten over de toestand van de produkten zo spoedig mo gelijk na de bestraling alsook na opslagperiodes van ongeveer 3, 6 en 12 maanden. In juni 1968 kon staatssecretaris Kruisinga (sociale zaken en volksgezond heid) op vragen van 't lid-van de Tweede Kamer, ir. C. N. van Dis (S.G.P.), antwoorden dat van voedselbestraling op het menselijk organisme geen nadelige invloed te verwachten is. Bij een andere gelegenheid heeft diezelfde staatssecretaris zich vorig jaar wat minder afgemeten en heel wat positiever uitgelaten over deze vorm van voedselconservering. Het ging toen ook niet om een vra%g die met ja of nee beantwoord moest worden. Dat was toen hij een bezoek aan het Ï.T.A.L. te Wageningen bracht. De bewindsman heeft zich toen zeer optimistisch uitge laten over de grote voordelen die de „Wageningse methode" heeft, verge leken bij de traditionele wijzen van conserveren, zoals diepvries, pasteurisa- tie entoevoeging van chemische bestanddelen. Want zoals gezegd, het zijn deze z.g. „food-additives" waarvan het zo moei lijk is om na te gaan of zij op de (lange) duur soms nadelig voor de gezond heid zijn. Van het bestraalde voedsel weet men na talrijke onderzoekingen heel zeker dat in het behandelde produkt geen spoor van radio-activiteit achterblijft, zélfs niet wanneer er een stralingsdosis wordt gebruikt die hon derd maal groter is dan de gewenste of toelaatbare. Wellicht heeft bezorgdheid hierover de volksvertegenwoordiger Van Dis zijn vragen aan de regering meegegeven, wellicht ook zal de consument zich met zulke bezorgde gedachten bezighouden. Het is immers bekend dat voor werkers met ioniserende stralen ook in Wageningen uitgebreide vei ligheidsmaatregelen genomen moeten worden ter bescherming van hun ge zondheid. Daarom is het goed te weten dat er in het bestraalde voeding®» middel op geen enkele manier radio-activiteit meer aan te tonen is. Dr AUREDA BRIEDft. MEER LEREN TASSEN VflW een vrouw hu een tas onmisbaar, wart een tas gebruik je bij het winkelen, als je uitgaat, als je op visite gaat en als je naar je werk gaat Een vrouw heeft nu eenmaal veel mee te nemen, veel meer dan in een zak van de mantel gestopt kan worden. Maar daar hebben we dan ook hele maal geen behoefte aan want we vinden het heerlijk een mooie tas te bezitten en er zo af en toe eens een te kopen of cadeau te krijgen. Ja, wij vrouwen houden van tassen, want het rijn en blijven belangrijke accessoires. Echt leer speelt een hoofdrol in de tassenmode, varkens leer, glad boxcalfs, shuffle, nappaleer, rundleer, aniline ge looid wildleer, exotische leersoorten en lakleer. Bruin en zwart zijn de meest voorkomende modekleuren. Meer bruin dan zwart maar dat ligt voor de hand omdat er nu eenmaal meer mogelijkheden met bruin zijn door de vele nuances, van santos tot cognac. Dit neemt niet weg dat wie een groene, liguster tas zoekt of een rode of een baltisch blauwe, zeer goed zal kunnen slagen omdat ook deze kleuren in de handel zijn. De tassen hebben dit seizoen weinig, metalen gameringén, wel versieringen van imitatie hoorn en slangeleer. De beu gels zijn in de meeste gevallen bekleed. Na de kleine tassen van de laatste paar jaar is er vraag naar een wat grotere tas. Vlot is zo'n grote nappatas, ruim gerimpeld aan een met leer overtrokken, brede beugel. Een heerlijke tas om veel in te doen, een tas die toch elegant blijft omdat het niet hindert dat hij vol is. Modieus is een tas met overslag. Overslagtassen zijn er met één of met twee handvaten. Een exemplaar met twee handvaten is praktischer, maar zeker niet zo sjiek. Vleugeltassen en klassieke beugelmodellen zijn eveneens volop in de belangstelling. VUugeltaa van bruine kunststof met een garnering van slangeleer. En een enkelvakstas van rnndboxcalfs met gesp. Schildpadtassen nemen een belangrijke plaats in bij de exotische leersoorten, ze liggen immers dichter in het be reik dan het veel kostbaarder krokodillenleer. Bij kroko dillenleer geldt hoe kleiner de schubben hoe duurder de tas. Babykroko heeft heel kleine schubben.... Voor hagedis geldt juist weer dat hoe groter de schubben hoe kostbaarder de tas. Hagedis is een exotische leersoort, die houdbaar en duurzaam is. Vanzelfsprekend is een tas uit één stuk het allermooist. Andere soorten reptielleder die bij de tassenindustrie gebruikt worden zijn nog slangen- leer, o.a. python, cobra, goedkoper door de smalle velletjes, en de hagediskwaliteiten lizard en acochra. Hoewel reptiel eigenlijk niet past voor de avond, is een klein, gekleed tasje van deze exotische leersoort niet te versmaden. Wie zich echter aan de regels van het spel wil houden, kiest voor de laatste uren van de dag 'n goud- of zilverkleurig tasje of bijvoorbeeld een snoezig gevalletje van chamoagnekleurige satijn. Bij vrijwel alle soorten tas jes zijn bijpassende handschoenen verkrijgbaar. Ook tasjes van zijde met kraaltjes bewerkt zijn beeldschoon. Nieuw rijn de schapenleren tassen snef lakfinteh in xwart, bruin, blauw en andere modetlnten, die aangerimpeld of geplooid verwerkt worden. Het rijn jeugdige tassen, dl® veelal gedragen worden in combinatie met laarzen van de* zelfde leersoort. Maar eigenlijk vraagt lakleer een strakke verwerking. Sportief en dus ook jeugdig zijn de tassen in Rococostijl, tassen van grof rundleer met stiksels, extra vakken aan de buitenzijde en riempjesgarneringen. Voor de tieners zijn er de drie tasjes-aan-elkaar, die door een „buitentas" omgeven zijn. Het geheel is oen tas met soufflet-effekt en. deze tasjes hebben twee handvaten. Voor dé jeugd van negen tot dertien jaar worden er héél aardige minigrote tasjes gebracht in vrolijke kleuren, Kinderlijke tasjes, die bepaald niet kinderachtig zijn. Shuffle, gekrompen kalfsleer, is een geliefd materiaal voor elegante, semi sportieve tassen, tassen met heel veel vakken en dus veel ruimte. Analine gelooid wildleer is vooral voor spc.e model len geschikt. De aanduiding „aniline geiooiubetekent dat de verf bij dit toegepaste proces in de huid dringt, zodat de natuurlijke structuur van de huid, bijvoorbeeld de aderen van het leer en alle kleine en grote fouten zichtbaar zijn. Voor stadstassen nemen rundleer tassen met imitatie wild krokoprint een belangrijke plaats in. De stadstassen zijn over het algemeen wat kleiner van formaat geworden en ze hebben voorzakjes met ritssluitingen of riempjes met gespen aan de buitenzijde. Kunstleer is aantrekkelijk voor de vrouw die van tassen houdt, maar er toch niet al te veel geld aan wil of kan uitgeven. Als leervervangend materiaal maakt vistram. velours met een laagje polyurethaan, grote opgang. Het, is een vederlichte stof, die wasbaar is en in vele kleuren gebracht wordt. Verder is er skai, de combinatie van p.v.c. op textiel; skai-flor voor visitetassen en het stuggere skai-dur voor boodschap- en reitassen. Men maakt ook 'n „antiek look" in vestram, heel mooi in roodachtig bruin, en er zijn kleurige tassen, niet duur, van echt skai, ge garneerd met een rand van echt slang De beauty-case, ook een onmisbaar attribuut, heeft tegen woordig vaak een dubbele functie, namelijk die van beauty-case èn handtas. Nieuw is het toiletkoffertje met aan de buitenkant twee extra „open" vakken, net zo groot als het koffertje zelf, en twee vrij lange handvaten. Naast de bekende vierkante modellen zijn er nu ook exempla ren met afgeronde bovenkanten. Nieuw is ook de demon teerbare, opvouwbare beauty-case, die met behulp van drukkers in elkaar wordt gezet. Het enige wat wij ons nu nog afvragen is, of het, wat de tassen betreft, volgend seizoen nog praktischer en nóg mooier kan.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1969 | | pagina 13