BETAAL NIET
KIAKKEIOOS TE VEEL!
PRUSSIA©
Na Hans van Z. nu „Ouwe Nol
voor de rechtbank
76-jarige „bajesklant" bracht
33 jaar in de gevangenis door
Daags vóór het proces
nam hij een advocaat
VACUO.
KOFFIE
JAN
HAGEL
mkwhrst
IMENTOS
SUPER
MOCCA
\w«WIT BROOD.....70
PINDA
KAAS
SET-ZU0R
grappige figuur
pyAMA-ZAK^lf
R0D8
BIETJES
TOMATEN- KETCHUPfggl
HOOG6RHEID6
SAR
DINES
SCHOUDER
KARBONADE
3AC. HERMANS
|l^
DE VBTTE ZEEÜW
IVoensdag Ï9rfét»ruari 1969
Oog in oog
„Een hyena"
Ge-irriteerd
„Het brandt
nog niet"
Probleem opgelost
Harder praten
Verpleger
In dronken bui
Verwijderd
In sterke mate
gesuggereerd
Moeilijkheden
Geschreeuw
Schorsing
Belangrijke
getuige
BU 3AC. HERMANS GEEN
PRIJSVERHOGING DOOR DE B.T.W.
Uitgezonderd- Brood- "Suiker
en Cacaoprodi/ikten
DUIZENDEN NIEUWE KLANTEN
[KOPEN VOORTAAN HUN LEVENS-
MIDDELEN BU VAC. HERMANS
LOGISCH....It SCHEELT NU AL
I MINSTENS PER WEEK
HALF NP
400qfam
GROTS VACUUM OIBA
'b soheelb dufofoelbjes
!>R0lieN
V) bestseller
'bbetende liktoelóe
'b SCHEELT MINSTENS i4ct PER BROOD
GRJTE POt
QKTISHANDK
PAT/S VöORD&L/G.' JXpm
dUS
loïORANGT
GIAAS3E
(Wilièfcube
TAND
PASTA
PAT IS PR'JSSIAG
MASSA INKOOP MASSA VERKOOP
PAKOES „PROVr
I dubbel blik
grobe pob
zoeb-zuur
teper WITTE PEPER SS^i
JJks nootmuskaat JSP#
Th!S VLEESKRUIDBN Wm
VRIES - VERS-VLEES
HEEL POND SDD3«wn
&/A/&/.
de echbe.delWQnbe" nu voor
NU OOK IN
Spoedig
weer goedkope
koelhuisboter
«gras 8
De officier van justitie bij de
Utrechtse rechtbank heeft twee
gevallen van uitlokking tot
moord, één geval van uitlokking
van een poging tot moord en
heling van een televisietoestel
ten laste gelegd aan de 16-jarige
Utrechtse bajesklant Arnoldus
Johannes R., beter bekend als
„ouwe Nol", die de berucht ge
worden meervoudige moorde
naar Hans van Z. zou hebben
aangezet tot het vermoorden van
de feestartikelenwinkelier Don-
se in Utrecht en de landbouwer
Reijer de Bruin en tot poging
tot roofmoord op mevr. Woort-
meijer.
Hij staat bij politie en justitie
bekend als een „lastige klant",
die 33 jaren in de gevangenis
doorbracht, vrij zelden een be
kentenis over zijn lippen kreeg
en gewend is geraakt 'n kat-en-
muis-spelletje te spelen met
rechter en officier.
„Ouwe Nol" heeft er van het
moment van zijn aanhouding af
geen geheim van gemaakt, dat
hij ten onrechte wordt vastge
houden. Wat Hans van Z. heeft
gedaan, daar wenst hij niets mee
te maken te hebben. In zijn
boosheid was ouwe Nol zo ver
gekomen, dat hij geen vertrou
wen meer had in de advocatuur.
„Die spelen toch onder één
hoedje met het gebefte gajes",
was zijn redeneertrant.
Met mr. B. F. J. Simon, een
van de bekendste strafpleiters,
brak hij twee weken geleden.
Maar maandag kwam hij opeens
op dit besluit terug. Hij zocht
contact met mr. Simon en liet
weten, dat hij op zijn verdedi
ging prijs zou stellen. Mr. Si-
'tnon, die vele malen contact had
met „ouwe Nol" en zich gron
dig op de verdediging had voor
bereid, stemde meteen toe.
Deze week zal de hoogbejaar
de man die sinds de dood van
zijn vrouw ongeveer 'n maand
geleden sterk is afgetakeld,
oog-in-oog komen te staan met
Hans van Z.
„Ouwe Nol" gekleed in een
donkerbruin jasje met 'n bont
kraag trad bij het binnenkomen
agressief op tegen het publiek
in de hal. Zwaaiend met zijn
wandelstok (die hem werd afge
nomen door een adjudant van
de rijkspolitie) stapte „Ouwe
Nol" naar de zaalingang.
Direkt daarna kwam ook Hans
van Z. binnen.
Hij komt deze week niet meer
als getuige terug.
„U bent Arnoldus Johannes
Rietbergen?", vroeg mr. Van
Zeben bij het begin van de zit
ting. „Ja, Nollie", beaamde de
bejaarde Utrechter. ,,U vindt het
niet erg als ik u tijdens de be
handeling als dat nodig is, Nol
of Nollie zal noemen", wilde de
president weten. „Helemaal
niet", antwoordde „ouwe Nol"
die goedgemutst en vrolijk ach'
terom kijkend tussen twee par
ketwachters op de voor hem be
stemde bank ging zitten.
Het voorlezen van de beschul
diging duurde twintig minuten,
waarna de president de officier
verzocht het „getuigenappèl" te
houden.
„Ouwe Nol." sprong opeens op
en vroeg waarom „de Engelse
vrouw" (Caroline Gigli) niet als
getuige was opgeroepen.
Hij noemde nog enkele na
men, die als getuigen dienden te
worden gedagvaard. „Al moet
ik mijn leven lang zitten, ik
vecht ervoor schreeuwde
de grijze verdachte, die meteen
omringd was door enkele par
ketwachters, die vreesden dat
„ouwe Nol" op het podium in
de rechtzaal zou gaan klimmen.
Het is een hyena", ging „ouwe
Nol" verder, daarbij wijzend in
de richting van de met de ar
men over elkaar voor zich uit
kijkende Hans van Z. „Als u
hem tegenover een 76-jarige als
getuige plaatst, heb ik ernstige
bezwaren", voegde „ouwe Nol"
de rechtbank toe. Hij maakte
geen uitzondering met de vorige
rechtzittingen, waar hij als ver
dachte verscheen: hij voerde op
nieuw obstructie en hield hard
nekkig vol onschuldig te zijn.
President: „U weet dat de ge
tuigen, die u noemt, door de po
litie en de reehter-commissaris
zijn gehoord. Ze kunnen alleen
door de officier- en uw raads
man worden gedagvaard. U
heeft de gelegenheid gehad ge
tuigen op te roepen en
Verdachte: „Ik heb bij de po
litie vier getuigen genoemd en
later nog twee, maar mijn getui
gen worden niet gehoord. Die
Engelse vrouw moet komen, die
dag en nacht met die man heeft
samengewoond".
Duidelijk geïrriteerd probeer
de mr. Van Zeben de verdachte
het woord te ontnemen, maar
steeds interrumpeerde „ouwe
Nol" weer.
„Het is moeilijk voor u maar
nog moeilijker voor mij, want
mijn getuigen zijn er niet en ik
heb met de zaak niets te maken",
ging „ouwe Nol" verder. De pre
sident zei dat de rechtbank ook
van niets weet, omdat zij er niet
bij is geweest. Verdachte: „Ik
ben er helemaal niet bij ge
weest". President: „Toe nou, u
heeft toch een beetje ervaring".
Tegenpruttelend ging „ouwe
Nol" weer op de bank zitten.
Tijdens de beëdiging van de
getuigen riep „ouwe Nol" ver
ontwaardigd uit: „Ik kan het
niet horen", daarbij onderstre
pend dat hij doof is.
„U hoeft zich geen zorgen te
maken. Het zijn formele kwes
ties. Als het vuur gaat branden,
waarschuw ik u wel", voegde
mr. Simon zijn cliënt toe.
Aan de orde kwamen de moor
den op de heer Donse en de
landbouwer Reijer de Bruin, die
door „ouwe Nol" zouden zijn
uitgelokt. Opnieuw werden de
gruwelijke details opgesomd uit
de verhalen, terwijl dr. J. Zel-
denrust koel en zakelijk een
bèeld gaf van de aard der dode
lijke verwondingen.
„Ouwe Nol" probeerde wat op
te vangen, maar deed tenslotte
alsof het hem niet interesseerde,
wanneer zijn raadsman met
zijn hoofd schuddend te kennen
gaf, dat het niet terzake doende
feiten betrof.
Op de vraag van de raadsman
mr. Simon of hij bij de sectie
had geconstateerd dat Reijer de
Bruin was gedood door iemand,
die kennelijk in staat van razer
nij verkeerde, antwoordde de
arts bevestigend noch ontken
nend.
Daarna volgde de confrontatie
tussen de „getuige" van Z. en de
verdachte.
Op voorwaarde dat hij van in
terrupties zou afzien, mocht
„ouwe Nol" vlak bij de plaats
zitten, waar Hans van Z. zijn
getuigenis aflegde.
Na het uitspreken van de eed
formule door Van Z. vond de
president een oplossing voor het
probleem van de doofheid van
„ouwe Nol": Hans van Z. werd
op een stoel vlak bij de tafel
van de president geplaatst, ter
wijl „ouwe Nol" een zetel toe
gewezen kreeg voor het hekje.
„U moet wel oppassen, dat u
zich rustig houdt, anders valt u
met stoel en al van de verho
ging", waarschuwde de presi
dent „ouwe Nol", „dit is alles
wat de rechtbank voor u kan
doen".
Hans van Z. bevestigde dat hij
Donse volgens een tevoren met
„ouwe Nol" beraamd plan heeft
vermoord. Er was geld te halen
en afgesproken werd, dat Donse
zou worden gedood.
„Hij moet wat harder praten",
interrumpeerde „ouwe Nol", die
vernietigende blikken op getui
ge Hans van Z. wierp.
Hans van Z. gaf toe dat hij
tien doosjes met los geld en en
kele bosjes bankpapier in de tas
heeft gestopt en meegenomen.
Het verhoor over de moord op
Reijer de Bruin leverde weinig
nieuwe feiten op. Hij bevestigde
wat hij vorige week als verdach
te al had bekend. Alleen was nu
geen sprake meer van „een re
latie" zoals vorige week. „Ouwe
Nol" werd nu bij name genoemd
als tipgever en als de man die
Van Z. opdroeg ervoor te zor
gen, dat beide slachtoffers niets
zouden navertellen.
Vervolgens stelde de president
vragen aan de verdachte over de
reeks verhoren bij politie en
reehter-commissaris. De presi
dent herinnerde eraan, dat
„ouwe Nol" alle voorgaande ver
klaringen heeft ingetrokken, ook
een verklaring bij de rechter
commissaris.
Verdachte: „Wilt u die eens
voorlezen?"
President: „U kunt het krij
gen zoals u het hebben wilt".
Na enig rumoer vroeg de pre
sident aan Van Z. wanneer hij
„ouwe Nol" had leren kennen.
Van Z. zei dat hij „ouwe Nol" in
de winter van 1962—'63 voor het
eerst had ontmoet. Deze riep
weer, maar de president wuifde
de woorden achteloos weg. Mr.
Simon leek af en toe meer op
een verpleger die zijn bejaarde
„patiënt" voor diens eigen best
wil tot stilte en rust maande.
Hans van Z. bestreed dat hij
„ouwe Nol" al van zijn zestien
de jaar kende.
„Is u bekend dat de vrouw
met wie u heeft samengeleefd,
Caroline of Camela, aan „ouwe
Nol" heeft gezegd dat zij wist
dat u Coby van der Voort heeft
vermoord?". „Ik heb iets op het
politiebureau gehoord, maar ik
weet dat niet precies", zei Van
Z.
De president citeerde uit Hans'
verklaringen: „Ik ging over de
dood van Coby eens praten met
een oude kennis die wist hoe
iemand het zwijgen moest wor
den opgelegd". Die kennis was
„ouwe Nol" geweest.
Hans van Z. getuigde dat hij
„ouwe Nol" niet had gezegd, dat
hij de moord op de Amsterdam
se vrouw overwoog.
„Nol zei dat dat het best met
een loden pijp kon gebeuren of
een zak meel. Ik weet niet pre
cies meer wie het eerst over de
loden pijp is begonnen", zo zei
hij toit de ademloos toeluisteren
de rechtbank.
Terwijl „ouwe Nol" het hoofd
schudde en gezichten trok in de
trant van „hoor hem nu toch
eens aangetuigde Van Z.
dat hij in 't gesprek met „ouwe
Nol" niet had gesproken in de
zin van „iemand vermoorden,
maar over iemand uitschake
len". Van Z. had de oude man
gesuggereerd dat hij een bank-
loper wilde overvallen. „We heb
ben er over gesproken, zonder
dat ik de naam van Coby noem
de", zei Hgns van Z. op een ef
fen toon.
Pas na de moord op Coby
kwam „ouwe Nol" te weten dat
Hans van Z. de dader was, toen
Hans hem dat in een dronken
bui vertelde.
President: „Heeft u toen ver
teld hoe dat is gegaan?"
Getuige: „Ik denk van niet".
President: „Wist Caroline dat
u Coby van der Voort had ge
dood.
Van Z.: „Neen, ze kan het
hooguit vermoed hebben. Ze
wist dat ik haar kende; ik heb
het haar nooit gezegd
Van Z. verklaarde verder in
tegenstelling tot „ouwe Nors"
visie dat de grijze recidivist hem
heeft getipt over een flinke hoe
veelheid geld, die te halen zou
zijn bij Donse, De Bruin en me
vrouw Woortmeijer.
Hans van Z. verklaarde dat
hij nooit eerder van Donse, De
Bruin of mevrouw Woortmeijer
had gehoord. „Ouwe Nol" had
hem die namen genoemd. Hij
kreeg o.m. te horen, dat de huis
houdster van de heer Donse pas
was overleden en dat er bij „de
oude Cupido" flink wat geld zat.
Ik beloof je Leontien
Er komt niets anders in ons huis dan Seven-Up
Nauwelijks drie minuten van
de middagzitting heeft „ouwe
Nol" nog meegemaakt. Daarna
werd hij de zaal uitgeleid. Mr.
Van Zeben had daartoe opdracht
gegeven, omdat hij niet wilde
luisteren naar de vermaningen
van de president.
„Ik roep je op het matje'
voegde „ouwe Nol" vóór de her
vatting van de zitting de politie-
getuige Groenen toe.
„Ouwe Nol" trachtte 'n schrif
telijk stuk te produceren onder
de uitroep „Daar zit mijn beste
getuige", waarbij hij naar de
officier wees. „Ik zweer het dat
ik als ouwe man al veertien
maanden onschuldig zit", ging
hij ziedend van woede verder.
De president maande hem tot
rust, maar „ouwe Nol" trok zich
daar niets van aan. Hij stond op
en schreeuwde: „Ik zal je kapot
slaan". Daarbij green hij de voor
hem staande microfoon en hief
die op om in de richting van
Hans van Z. te slaan. „Het is
een schandaal deze hyena te la
ten getuigen", aldus „ouwe
Nol", die door zes parketwach
ters en rijkspolitiemannen in de
kraag was gegrepen maar niet
tót bedaren waf te brengen. „Ik
maak je kapot", riep hij nog
eens nadat de president al op
dracht had gegeven hem uit de
zaal te verwijderen. „Laat me
los, ik heb niets met jullie te
maken, het gaat om hem, om die
hyena daar", schreeuwde hij bij
het verlaten van de zaal.
Na de verwijdering van „ouwe
Nol" vroeg de president aan Van
Z. hoe tussen hem en „ouwe
Nol" was gesproken over de
dood van de 80-jarige Donse.
„Moest hij worden uitgeschakeld
zodat hij niets meer kon naver
tellen?"
„Jawel", antwoordde Hans van
Z.
President: „Het was dus geen
kwestie van tijdelijk uitschake
len? Het was tussen u beiden
duidèlijk dat hij moest worden
gedood?"
„Ja", zei Hans van Z. weer.
President: „U vertelde dat u
vóór 1967 al contact had met
„ouwe Nol". Toen zou hij u ver
teld hebben dat hij een oude
kennis had die Donse heette en
die een zaak in feestartikelen
had
Hans van Z.: „Ja, „ouwe Nol"
TOULOUSE: Maandag was het
de grote dag voor de Nederland
se luchtvaartmaatschappij
Transavia, als eerste Nederland
se maatschappij gaat men met de
Franse Caravelle vliegen. Op de
foto, op het vliegveld van Tou
louse, de oude DC-6 naast de
nieuwe Caravelle.
zei dat die man toch al aan zijn
einde was".
Hoe was ovemd" o-
de landbouwer Reijer de Bruin
gesproken, wilde oe p, t
weten. Volgens Hans van Z. was
de suggestie van „ouwe Nol" om
deze man te vermoorden niet zo
sterk geweest als bij „opa Cu
pido" en later bij de weduwe
Woortmeijer. „Ouwe Nol" heeft
me er niet zozeer voor bena
derd, maar in de gesprekken
was een sfeer waarvan je wist,
als ik naar Heeswijk zou gaan
en De Bruin zou overvallen, dan
zou hij ook gedood worden".
Volgens Hans van Z. heeft
„ouwe Nol" hem ook in sterke
mate gesuggereerd, de weduwe
Woortmeijer te doden.
Hoe wist Van Z. dat bij zijn
slachtoffers geld te halen viel?
„Ouwe Nol" heeft me dat ver
teld. Hij wist het bij Donse
waarschijnlijk via een familie
relatie en dat mevrouw Woort
meijer een tas met geld had,
was „ouwe Nol" bekend omdat
de vrouw die tas eens had ver
geten in een huisje in de Johan-
napolder.
Hoe „ouwe Nol" wist, dat ook
in Heeswijk geld te halen viel,
kon Van Z. niet verduidelijken.
Moeilijkheden tussen de ge
tuige en de raadsman mr. Si
mon ontstonden, toen de laatste
Hans ondervroeg over de her
komst en het merk van de auto,
die hij bezat, toen hij in begin
'63 „ouwe Nol" voor het eerst
ontmoette.
Met een vijandige blik zei
Hans van Z.: „Ik zal uw vraag
beantwoorden; het was een Ford
Perfect", maar als uw vragen
bedoeld zijn om verwarring te
stichten, dan zeg ik u dat ik
daar niet op zal ingaan".
Mr. Simon vroeg Hans van Z.
of hij met „ouwe Nol" wel eens
in de „Lindenbar" in Utrecht
was geweest. Hans van Z. riep
met nauwelijks ingetoomde drift:
„U probeert er met uw vragen
een rotzooi van te maken". De
raadsman reageerde daarop: „Ik
ben uw vijand niet. Ik stel u
vragen en u moet die beant
woorden".
Later schoot Hans van Z. uit:
„U stelt mij vragen, waarop ik
geen antwoord kan geven en u
weet, dat ik dat niet kan".
Daags na de moord op Donse
las Van Z. iii de kranten dat de
buit 25.000 bedroeg. ,jlk ging
meteen met een huurauto naar
Nol, maar de politie stond te
wachten", aldus Van Z. met
schorre en trillende stem.
Op verzoek van de raadsman
werd de bejaarde verdachte de
rechtszaal weer binnengeleid.
„Als er maar niet met micro
foons wordt gesmeten", instru
eerde mr. Van Zeben.
Het volgende kwartier werd
het onstuimigste van het hele
proces. Een fel heen en weer
geschreeuw tussen verdachte,
president en raadsman vulde de
zaal.
President: „Heeft u nog vra
gen te stellen aan getuige Van
Z".
Verdachte: „Ik kan aan een
gek geen vragen stellen".
President: „Dan constateer ik
dat u geen vragen heeft".
Maar dat vond „ouwe Nol" te
gortig. „Laat die vent met die
kale kop dan maar eens komen",
schreeuwde hij, in de richting
van rechercheur Groenen wij
zend.
Het bleek dat de heer Groe
nen een proces-verbaal zou heb
ben beëindigd met de gebruike
lijke zin „aldus aan verdachte
voorgelezen", hetgeen volgens
„ouwe Nol" niet het geval is
geweest.
De president liet blijken dat
hij er genoeg van kreeg: „Als
we zo doorgaan, zitten wij hier
volgend jaar nog en daar voel
ik niets voor".
Raadsman mr. Simon meeade
een oplossing te hebben gevon
den: „Laat u rrifjii cliënt eens
horen wat de getuige heeft ver
klaard", waarop „ouwe Nol"
woedend opstond en de recht
bank toeschreeuwde: „Daar
komt mijn rechtsgevoel tegen in
opstand".
„Ouwe Nol" werd steeds woe
dender en niemand bleek nog
enige invloed op hem te kunnen
uitoefenen, ook zijn raadsman
niet, die hij verontwaardigd van
zich wegduwde.
Mr. Van Zeben maakte een
eind aan het geharrewar. „Wilt
u uw cliënt duidelijk maken dat
ei' grenzen bestaan. Als hij nog
eens een opmerking maakt, gaat
hij de zaal uit en komt er niet
meer in terug. Op deze manier
kan de rechtbank zich geen oor
deel vormen".
De zitting werd daarna tien
minuten geschorst.
Tijdens de persconferentie na
afloop van de zitting verklaarde
de raadsman van „ouwe Nol",
mr. Simon, dat hij de rechtbank
vanmorgen direkt bij de aan
vang van de zitting zal verzoe
ken de Engels-Italiaanse vrien
din van Hans van Z., Caroline
G. (ook wel Camela genoemd)
op de lijst van getuigen te plaat
sen.
Mr. Simon acht de verklarin
gen van de vrouw van groot be
lang voor een goed verloop van
het proces. De vrouw zal, als de
rechtszaal aanwezig kunnen zijn.
Simon inwilligt, vrijdag in de
rechtzaal aanwezig kunnen zijn.
1 normale r^pr
pl-LjS Jg' I
augurkjes
zilveruitjes
en pikkels
laab iavü kinderen zeip uitzoeken
Nederland heeft in de Europese
ministerraad in Brussel toestem
ming gevraagd om vóór 1 april
3.000 ton koelhuisboter tegen ver
laagde prijs op de Nederlandse
markt te mogen brengen. De vijf
partners bleken er in beginsel geen
bezwaar tegen te hebben. De Euro
pese commissie zal een officieel
besluit uitwerken.
Het Nederlandse verzoek ging
gepaard met de verzekering, dat
ervoor zal worden gezorgd dat de
goedkope koelhuisboter alleen de
Nederlandse consument ten goede
komt, dit ter voorkoming van
zorgen in België, waar men vreest
dat deze goedkope boter een nieu
we prikkel voor botersmokkel zou
kunnen oDleveren.
Kort vóór Kerstmis heeft Neder
land ook reeds toestemming gen
kregen om 3.000 ton koelhuisboter
tegen verlaagde prijs aan de man
te brengen. Verwacht wordt dat de
prijsverlaging ongeveer even groot
zal zijn als omstreeks Kerstmis