ZIJ HEBBEN
HET GEKLAARD
„Er is maar
één man
die praat"
Kof lie en 'n sigaartje
Hij zette
de koffie
„Waar we nodig zijn
gaan we heen"
Zij
legde een
nieuwe
combinatie
„Toen begon
ik aan mijn
hobby-werk'
\rfjdag 20 december 1968 DE VRIJE ZEEUW - Ib
- f
(Van onze correspondent)
TERNEUZEN De heer J. Cas-
teleyn, uitvoerder bij de HAM, de
Hollandse Aannemingsmaatschap'
pij, kan boelend over zijn werk ver
tellen. Hij zorgt er voor dat de zin
kers op hun plaats komen. „En",
legt hij. „dat is een nauwkeurig
werkje, waarbij al degenen die ei
aan meehelpen de nodige spanning
mdergaan".
„Voordat er zoals dat heet
gezonken kan worden, heeft iedere
man zijn plaats ingenomen en kent
ie zijn taak nauwkeurig. Dan is het
«over. Je hoort alleen het gekraak
van draden, het zachte stampen van
de machines en in de vert.e de
stadsgeluiden. Op het werk zelf is
het nagenoeg stil. Er is maar één
man die praat, de baas, de uitvoer
der. Je geeft tekens met je handen
en zo rustig mogelijk geef je de
vereiste commando's. Het is team
work, waarbij elke man op zijn
plaats onmisbaar is".
„Geloof maar, dat iedereen een
zucht van verlichting slaakt als het
werk geklaard is, als de zinker er
ligt Ik ben vanuit Terneuzen nog
een keer „uitgeleend" om zo'n kar
weitje in Duitsland op te knappen,
maar verder denk ik in pijpleidin
gen, in cutterzuigers en in miljoe
nen kubieke meters grond".
„■Want ook over de cutterzuigers
heb ik het toezicht Aan één stuk
dooi hebben ze via de brede pijpen
de grond uit de havens naar elders
getransporteerd. 's Nachts kon je
het stampen van de machines in
heel de omtrek van Terneuzen ho
ren Ja, ik ben blij dat ik aan dit
veelzijdige waterwerk heb kunnen
meedoen".
„Het had trouwens nog een ande
re. boeiende kant: we werkten hier
als Combinatie Havens Terneuzen
met verschillende maatschappijen
samen. Er moest worden samenge
werkt en er werd heel wat overleg
gepleegd Maar het liep gesmeerd.
Iedereen hield met de ander reke
ning. Een goede teamgeest is een
voorwaarde voor het goede verloop
van het werk. En zo was het ook
plezierig werken met de mensen uit
de streek: het zijn openhartige lui.".
„Onze planning is goed geweest,
we zijn op tijd klaar. Dat is ook een
prettige gedachte. Om veel redenen
zal ik nog vaak "San dit werk terug
denken, ook al omdat dit. mijn eer-
sta grote karwei was".
(Van onze correspondent)
TERNEUZEN „Ik vind de sluis-
werken prachtig, maar a>s ik hei
rvoor het zeggen had, dan zou er nog
Iwel iets anders gebeurd zijn. Ja,
kijk, ik zeg dat als oud-schipper, dat
begrijpt u, niet als de man van de
koffie". Dat laatste is hij heel de
sluisbouw lang geweest. Oud-schip
per E. de Bakker heeft vanuit zijn
keukentje ruim zicht op de nieuwe
zeevaartsluis, waarover hij zo zijn
eigen mening heeft. Dat heeft h{j
over de binnenvaartsluis trouwens
ook.
Hij zegt: „Ik geloof dat het niet
zo'n vaart zal lopen straks met die
grote schepen. Voor de Sidmar mis
schien, maar verder zullen er wel
heel wat op de rede van Terneu
zen blijven overslaan. In de Put",
voegt hjj er ter verduidelijking aan
toe.
„Kijk, ik denk dat het voor de re
derijen voordeliger is. Niet als je
ïiaar de Sidmar moet. Daar wordt
de lading rechtstreeks verwerkt.
Maar als je met lading naar het
achterland moet, dan zal het toch in
lichters moeten worden overgeslagen
en dat kan zeker zo voordelig in de
Put gebeuren. Dat spaart namelijk
de kosten, die je anders aan sleep
boten kwijt bent en het spaart je ha
vengelden en de vaarrisico's (want
al is dat ding breder, het blijft
altijd een kanaal) zijn minder groot"
En over de binnenvaartsluis: „Er
is een prachtige steiger in de bui
tenhaven, dat wel, maar ik vind
dat de schepen te ver van de ingang
moeten liggen. Dat komt door de
bocht in die steiger. Bij het opvaren
naar de sluis brengt dat nogal tijd
verlies met zich mee. Ik. had bet
liever gezien zoals bij de sluis bij
Vreeswijk. Ais ik het voor het zeg
gen had, dan zou er een vluchthaven
komen. Schepen die af moeten schut
ten, maar door slecht weer of mist
de Schelde niet kunnen oversteken,
zijn nu verplicht om boven de sluis
te blijven. Toen de oude sluizen er
nog waren kon je bijvoorbeeld bij
mist afschutten en in de haven me
ren. Dan wachtte je het moment
af dat er een gaatje kwam of dat
de wind afnam en daar kon je dan
van profiteren. Nu moet je eerst af
schutten; dat kost je een paar »ur
en tijd is geld, meneer".
Een overzicht van het fabriekscom
plex van de Nederlandse Stikstof-
maatschappij In Sluiskil.
(Foto K.L.M. Aerocarto).
(Van onze correspondent,!
TERNEUZEN „Laten we maar
naar de keet gaan, daar is het warm
er is koffie en we kunnen er een
sigaartje bij roken". Een uitnodi
ging van de 61-jarige beer J. Rij-
pelink, opzichter bij de kanaalwer-
ken van ge eerste tot de laatste dag.
Hij hoort tot het geslacht Pijpelink,
dat naam heeft gemaakt als steen
zetter en dijkwerker. Niet voor niets
is ook deze Pijpelink vanaf het be
gin ingezet bij het gigantische ka-
naalwerk.
„Ik ben hier in '61 begonnen",
zegt hij, „maar ik heb eerst een cur
sus gevolgd om grondboringen ta
kunnen doen. Er is geboord van Zei-
zate tot Terneuzen om de samenstel
ling en de ligging van de verschil
lende lagerzoals die zich al vanaf
de prehistorie hebben gevormd, vast
te stellen. Zo ken ik nagenoeg de lig
ging van alle lagen, waarin voor d»
verbreding en uitdieping van het ka
naal en voor de bouwputten van
de nieuwe sluizen moest worden ge
werkt".
„En toen dat afgelopen was ben
ik begonnen aan mijn werk-hobby.
Ik ben steenzetter, maar in dat vak
is wel heel wat veranderd sinds ik
er als jongen mee. begon. Toen
moest de steen uit het zogenaamde
steenschip op een kruiwagen worden
overgeladen en dan kon je met die
kruiwagen over een zwiepend plank
je van dertig centimeter breed, de
stenen aan wal kruien. Je wist wél
dat je gewerkt had als je er dan een
dag van zo'n uur of tien op had
zitten."
Nu komen ladingen met verschil
lend soort materiaal per schip of
trein op het werk aan. En voor het
overladen komen er geen kruiwagens
meer aan te pas. Mensenhanden ifa-
ken alleen nog maar de handles aan
van de machines, waarmee de ma
terialen worden verplaatst. Maar
een handwerk, waaraan geen machi
ne te pas komt, is gebleven: het in
passen van de steen, waarmee dijk-
glooiingen en dergelijke ontstaan.
Het is een werk dat je pas door
jaren lange ervaring echt onder
de knie krijgt".
„Bij het werken met stortsteeu
komt het niet zo nauw. Je kunt er
natuurlijk niet met de pet naar
gooien, maar het. is wat gemakke
lijker omdat de gaten toch worden
opgevuld met gietasfalt. Zoiets kan
dus bjj wijze van spreken iedereen.
Maar ook in de werkmethoden ko
men nu eenmaal veranderingen. Ge
lukkig is er veel veranderd. Vroeger
gingen we op ons fietsje naar het
werk, nu word je van en naar ja
werk gebracht. En wat deze kanaal-
werken betreft: ik ben er een beetje
trots op, dat ik eraan mee mocht
doen".
(Van onze correspondent)
TERNEUZEN „Waar we nodig
zijn gaan we heen", aldus de heer
A. Trensdorff, opzichter bij de di
rectie Sluizen en stuwen van rijks
waterstaat. „Ik hoor by de zwerven
de waterstaatsmensen. Op verhuizen
na is dat leuk, vooral als je nog in
de zomer van Je leven bent en
niet in de winter hoeft te verhuizen.
Maar met dit werk kom je nog eens
ergens en je ontmoet allerlei men
sen. Zoiets vind ik belangryk, voor
mezelf bedoel ik, want elke streek
is anders en de mensen eveneens.
Zo leer je dat je overal ook een
beetje anders moet zijn, want met
dit werk moet je je natuurlijk naar
mensen en omstandigheden leren
"voegen".
Na zijn filosofie zijn werk met
kijkertje op statieven en rood-witte
stokken, waar zijn helpers langs kij
ken. „Onmisbare zaken voor ons
work", zegt hij. „Met die waterpas
instrumenten en teodolieten kunnen
we er voor zorgen dat er precisie
werk wordt geleverd. Nu liggen we
stil, want door de dikke mist kunnen
wo moeilijk de plaats vaststellen
waar de heipalen moeten komen in
de voorhaven. En op het water kun
je natuurlijk geen stokjes slaan,
maar dan meten we vanaf de wal"
„Hoe dat gaat? Je meet twee
punten en al rekenend bepaal je de
plaats. Je moet de plaats van die
palen van 2.25 meter doorsnee op de
centimeter en ik mag wel zeggen
op de milimeter nauwkeurig aan
geven. En voor de uitvoering zorgen
de mannen op de wal met de drie
poten en de mensen op de bok, de
heiers. Ook weer een samenspel,
waarbij de walkie-talkies als verbin
dingsmiddel een belangrijke rol spe
len". Ja, er moet heel wat gepast en
gemeten, gewalkie-talkied en mei
armen gezwaaid worden voordat
zo'n gigantisch werk voor elkaar is.
En dan zijn wij nog maar een on
derdeeltje."
(Van onze correspondent)
TERNEUZEN „Ik type, telefo
neer, zet koffie en veeg de boel
aan". En dat doet mejuffrouw An.
ne-Marie Buysrogge in de directie,
keet van de Combinatie Havent
Terneuzen. „Je voelt je er op den
duur helemaal bij horen", zegt ze.
„Je hoort over de ups en downs
vaa het werk en je leeft mee. Het
is een enorm werk en boeiend".
„Zelf heb ik hier heel wat. erva
ring opgedaan, maar wat ik dóé is:
brieven en staten en werkrapporten
typen; van alles dus, maar wel leuk
en afwisselend. Als telefoniste moet
ik ervan op de hoogte zijn, waar da
verschillende mensen zijn of waai
ze küninen zijn of alsnog kunnen ko
men. Ik vind het altijd prettig op
die manier de mensen te kunnen
helpen".
„Nu begint het werk zo langza
merhand af te lopen. Ik heb het
van het begin af aan meegemaakt.
Ik heb het wat je noemt zien groei
en.
Veel bekenden zijn al vertrokken en
het zal me echt wel wat doen als
we straks allemaal „uit elkaar" ge
gaan zijn. De sfeer was zo prettig.
Er werkten er hier heel wat, maar
iedereen was eigenlijk even vriende
lijk en behulpzaam. Je had echt het
gevoel, samen aan een groot werk be
zig te zijn".
„Het lijkt me moeilijk, straks weel
een andere baan te moeten nemen.
Dan ben je weer gewoon typiste op
eer of ander kantoor, denk ik zo
dan ben je die afwisseling van hier
kwijt. Maar misschien va.lt het alle
maal wel mee en ik heb in ieder ge
val prima herinneringen aan de Ter-
neuizense havenwerken. Trouwens,
zelf ga ik heel iets anders doen: als
de sluiswerken geopend worden,
hoop ik al in het huwelijksbootje te
zijn gestapt, op 6 december. Inder
daad, ook een combinatie, een heel
plezierige hoop ik!"