Gemeenteraad van Terneuzen Pagtoa T gehouden op donderdag 30 mei 1968 Guerilla- activiteit op Java Vragen over belemmeringen voor Nederlandse schippers in Frankrijk VERZENDING ZEEPOST - AGENDA - Geen Belgische tanks naar Pakistan Vrijdag SI juni 1968. DE VBtfE'ZTSOTlf (Slot.) 18. Rondvraag: De heer Hamelink: Mijnheer de voorzitter, zo even hebben we gesproken over de luchtveront reiniging, die we dus proberen te voorkomen door metingen te gaan doen. Mijnheer de voor zitter, ik heb in deze raadszaal al verschillende malen gesproken over de luchtverontreiniging die men niet hoeft te meten en dat is ten aanzien van de cokeslading van de cokesfabriek. De stof wolken daar zijn nog nooit zo rijkelijk opgewaaid als de laatste maanden. Ik dacht dat het college nu eindelijk wel eens wat kon doen ten eerste voor Sluiskil. U zult de bewoners een groot ple zier doen als dit wordt opgeheven en er geen stofwolken meer op het wasgoed en binnen hun huizen komen. Voorts zijn er, mijnheer de voor zitter, stoplichten geplaatst tussen de fabrieken, waar rijen auto's, voetgangers en bromfietsen minuten moeten wachten en die er dan bestoven met het stof vandaan komen. Ik dacht dat het nu eens hoog tijd werd, dat via de Hinderwet, waar U daarnet over sprak, aan deze luchtverontreini ging door de Cokesfabriek een einde gemaakt wordt. De Voorzitter: U weet, mijnheer Hamelink, dat we er al eens mee bezig zijn geweest, maar blijk baar toch niet met voldoend succes. Ik zal het U zeggen, mijnheer Hamelink, dat we de raad als nog weer onder de loupe zullen nemen. U hoort daar dan nog van. De heer Verbrugge: Mijnheer de voorzitter, U zei daarstraks toen U het had over de luchtver ontreiniging: je ruikt weieens wat, ik zou er aan toevoegen, je hoort weieens wat in Terneuzen, ik bedoel daarmee explosies. Het is nog al eens de laatste tijd dat er klappen vallen, dat is natuurlijk niet doorbreken van de geluids barrière. Weet U misschien, waar die explosies vandaan komen? De heer De Meijer: Ik heb dit ook gehoord, een maand geleden was dit heel erg, maar ik wist ook niet waar het vandaan kwam, ik dacht ook eerst aan het doorbreken van de geluidsbarrière maar het blijkt een bergingsvaartuig te zijn, dat tegen over de Oosterput bezig was met het opruimen van een wrak. Ik heb ook nooit kunnen vermoe den, dat een ontploffing onder water zulke ge weldige bevingen kon teweeg brengen. Inder daad, de Scheldekade en misschien nog wel ver der op stond af en toe te schudden, maar dit is nu afgelopen. De heer Verbrugge: Ik wou nog even iets vra gen over de onderhandse aanbestedingen. Ge zegd is, dat grote aanbestedingen natuurlijk in het openbaar gebeuren. Ik heb geruchten ge hoord over de bouw van het nieuwe stadhuis, namelijk dat dit op zeer korte termijn gereali seerd zal worden. Hoe zit het met de aanbeste ding van dit stadhuis. De Voorzitter: Ik kan U daarop antwoorden dat drie jaar geleden de raad heeft besloten het stadhuis onderhands aan te besteden. Wij volgen altijd de raad. De heer De Vos: Daarvoor bent U nu eens niet verantwoordelijk, mijnheer Verbrugge. De heer Hol: Mijnheer de voorzitter, ik wil voor wat betreft het stadhuis ook graag horen hoe de stand van zaken thans is. Voorts heb ik gezien dat de minister van Verkeer en Water staat heeft toegezegd dat de Zevenaarhaven nog dit jaar zal worden uitgediept. Hebt U misschien al nader bericht wanneer met die werkzaam heden zal worden aangevangen, want we nade ren toch al de datum 31 december 1988. De Voorzitter: Eerst de tweede vraag, er is ons zeer duidelijk toegezegd dat nog dit jaar het werk klaar zal zijn. De eerste vraag is niet zo heel onschuldig natuurlijk. U bedoelt dus in welk stadium bevinden de voorbereidende werkzaam heden van het stadhuis zich. We zijn wat dit be treft nogal optimistisch, zoals U niet onbekend is. Op het ogenblik wordt het plan bekeken. Aan de buitenzijde verwachten we nauwelijks wijzi gingen, maar dit is een plan van 4 jaar geleden zodat de indeling mogelijk enige wijziging moet ondergaan Op het ogenblik vindt dit overleg plaats met de architect. Dit houdt natuurlijk nog wel even op, maar er wordt druk gewerkt. De architect is hier geweest en wij hebben wat wijzi. gingen voorgesteld, zodat hij deze eens kan be kijken. Hij komt daar zeer binnenkort weer op terug en dan hopen wij toch dat We in het voor jaar kunnen gaan bouwen, vergen de voorberei dingen, omdat het een wat ouder plan is, toch nog wel enkele maanden. De vooruitzichten zijn niettemin goed. De heer Huijbrecht: Mijnheer de voorzitter, ik wil eens terugkomen op de geschiedenis rond de Waterleiding mij. De woede is wat gedaald en wat tot rust gekomen en ik dacht dat langzamer hand de onderhandelingen zouden kunnen be ginnen om te komen tot een groter verband. Ik vind het van belang om hier in het openbaar iets van te zeggen. Niet dat ik het provinciaal bestuur of de waterleidingmij. Midden-Zeeland er van verdenk dat zij misbruik zullen maken van de situatie waarin een en ander op het ogenblik verkeert, maar ik wil toch vooral de raad van commissarissen en de aandeelhoudersvergade ring waarschuwen dat men zich niet gaat be geven in een uitverkoopstemming, dat men geen uitverkoop gaat houden van Zeeuwsch-Vlaamse belangen. Temeer dus en dat wil ik dan ook dui delijk stellen, dat Zeeuwsch-Vlaanderen zijn offer al gebracht heeft in verband met het ont zag van de 37 werknemers. Als het dus tot fusies bomt, dan zal dit ongetwijfeld weer gevolgen hebben voor het personeel, maar moet er dus aan vasthouden dat Zeeuwsch-Vlaanderen zijn offer al gebracht heeft en als er nog wat gebeuren moet. dan moet dit buiten Zeeuwsch-Vlaande ren gebeuren. Mijnheer de voorzitter, ik vind dit van belang gezien de grote belangen die Zeeuwsch-Vlaanderen heeft maar ook in ver band met de werkgelegenheid en de spreiding van bedrijven wat toch de regering voorstaat, waarbij men er in Middelburg nog een klein beetje rekening mee mag houden, dat de zetel van de nieuwe provinciale N.V. of maatschappij, of wat het dan zal worden, ook in Zeeuwsch- Vlaanderen blijft. Ik zou het dus op prijs stellen, temeer nu de afgevaardigde van de gemeente raad van Terneuzen en zijn plaatsvervanger op de a.s. aandeelhoudersvergadering niet aanwezig kunnen zijn, dat een bericht gezonden wordt naar het bestuur van de Mij., waarin de punten, zoals deze hier naar voren gebracht worden, wor den voorgelegd zodat men daar rekening mee kan houden. Voorts ben ik de wethouder van onderwijs erkentelijk voor zijn rectificatie die hij heeft gegeven, ik wilde daarop zojuist niet ingaan. Ik weet niet of hij de oplossing, die hij heeft gevonden, al openbaar kan maken gezien het feit dat hij dit nog in het college moet bespre ken, maar ik stel het toch wel op prijs daar t.z.t. iets van te vernemen. Mijnheer de voorzitter, dan Wil ik eens terugkomen op de houttoestanden in Terneuzen. Ik heb gelezen in een krant dat het college er 'achter staat en er achter blijft staan. Graag zou ik van U willen weten, waar U dan achter staat en waarom. Als dit is om de vrijheid van expositie, dan ben ik dat wel met U eens, maar als U bedoelt de culturele waarde van ik zal dit maar hout noemen dan houd ik mij op veilig terrein, dan trek ik dat dus in twijfel. Ik wil mij daar dan ook wel van distantiëren als raadslid, omdat er ook nog in de krant stond: het gemeentebestuur doet maar. Ik wil dus wel aan U vragen, als U zulke voorwerpen in de ge meente laat voorstellen, weest U dan een beetje selectief en anders moet U zich andere advi seurs aanschaffen op dit gebied. Het staat toch wel in schrille tegenstelling, mijnheer de voor zitter, met wat onze eigen jeugd mag in de plantsoenen en dat vind ik erger. Ik zou graag zien dat onze eigen jeugd de kans kreeg om van brandhout dergelijke bouwsels te maken, dat zou ik veel liever zien. Misschien dat U dit ook nog weieens zo ver zou kunnen voeren. De Voorzitter: Mijnheer Huijbrecht, U heeft gesproken over de waterleiding. U hebt daarbij tot uitdrukking gebracht, dat U het niet goed zou vinden als hier bij dit bedrijf een uitver koop zou worden gehouden. Dit wil ik heel graag duidelijk onderstrepen. We hebben het nu niet meer over de kwesties die gepasseerd zijn, daar over hebben we al gesproken. We moeten ons goed realiseren, dat dit een belangrijk bedrijf is, dat goed moet blijven func tioneren. Ik ben het met U eens, dat er geen sprake mag zijn dat dit nuttige nutsbedrijf te veel schade zou gaan ondervinden ondermeer door het houden van een uitverkoop als door U bedoeld. Er zijn offers gebracht en dat is ze ker gebeurd in de personele sector en dat moet maar eens een keer afgelopen zijn, dat wil ik graag duidelijk stellen. Er zal dus, dat weten wij allen, een ander constellatie besproken wor den. Dit is allemaal nog niet beslist, maar het gevaar zal dan bestaan, zegt de heer Huijbrecht, dat o.m. de zetel van zo'n bedrijf uit Zeeuwsch- Vlaanderen vandaan zal gaan. Hij is daar toch wel een beetje angstig over. Er is binnenkort een vergadering van aandeelhouders, dan is onze vertegenwoordiger en ook zijn plaatsvervanger met vakantie. De heer Huijbrecht vraagt dan in ieder geval een brief van het gemeentebestuur van Terneuzen aan de raad van commissarissen en een afschrift b.v. aan de aandeelhoudersver gadering te zenden, waarin een en ander dui delijk naar voren wordt gebracht. Ik ben het daarmee helemaal eens. Dit zal dan ook van zelfsprekend aan de orde komen in de commis- sarissenvergadering en daar is wel iemand van de gemeente Terneuzen aanwezig. Ik twijfel er niet aan wij hebben daarover natuurlijk geen contact met elkaar gehad dat het colle ge Uw opmerking niet alleen onderschrijft maar graag gevolg zullen geven aan Uw suggestie om dit schriftelijk alvast mede te delen. De an dere opmerking ging over de houttoestanden, iedereen wordt nu stil merk ik. De heer Huijbrecht heeft gezegd: er moet vrij heid van expositie zijn. Ik onderschrijf dit vol komen. Er moet in een gemeente, ook in gemeenten die zich niet zo snel ontwikkelen, naar mijn smaak vrijheid van expositie zijn. Als daar geen bijzonder nare dingen gebeuren moet deze vrijheid er zeker zijn. Er moet voor kunstenaars ook naar mijn mening ruimte zijn om vrij te experimenteren. Een kunstenaar ziet naar de toekomst en ziet meer naar de toekomst dan wij misschien, een kunstenaar moet in het openbaar of in een zaal, daar valt dan over te praten, van tijd tot tijd gelegenheid krijgen ook in een gemeente als Terneuzen iets van zich te laten zien. Mijnheer Huijbrecht heeft gezegd niet te zul len discussiëren over de kunstzinnige waarde van zo'n ding, ze noemen deze ook wel de enorme houltoestanden. Dat doet het college van burgemeester en wethouders ook niet, daarover doen wij helemaal geen uitspraak, dat is onze zaak ook niet. Er is ons verzocht om hier en daar enkele van deze werken neer te zetten en op een gegeven moment heeft men gekeken naar de plantsoenen. Mede dank zij de interventie, dacht ik, van mijn rechterbuurman, de wethou der van openbare werken, is dat niet gebeurd. De kunstwerken of de houttoestanden zijn ge plaatst op braakliggende terreinen, dat is ook beter geloof ik. Ik heb de omschrijving ook ge lezen en de bedoeling was dus ook dat de jeugd er naar toe zou gaan en dat heeft de jeugd overi gens ook wel gedaan. Principieel gezien, me vrouw, mijne heren, zeggen wij dus als er hele maal geen uitwassen zijn en dat is hier niet het geval, dan moeten kunstenaars, ook jonge kun stenaars, gelegenheid krijgen ergens een ex positie te plegen en als dat buiten is dan moe ten deze werken natuurlijk bewaakt worden, dat is dan ook gebeurd, zodat er geen vernie lingen in de plantsoenen worden aangericht, want dat zou natuurlijk zonde zijn dat kost al leen maar geld. Als er dan andere plaatsen zijn, die de heer De Vos dan vooral ook mede heeft gevonden, samen met openbare werken, dan moet men ze natuurlijk daar neerzetten. Maar verbieden, ik vind daar geen aanleiding toe. Er is ons toestemming gevraagd om dit neer te mogen zetten en toen hebben we doelbewust ja gezegd. Er zijn toen wat moeilijkheden ge weest, dat weet U ook helemaal, doordat er wei eens ééntje omgegooid is. Daarop is nog eens gevraagd hoe het nu zit met de toestemming en of nu die toestemming ingetrokken zou wor den. Toen hebben wij gezegd: nee, de toestem ming is verleend voor een bepaalde periode en daarom moeten ze weer opgezet worden, want het is natuurlijk voor ons geen aanleiding, als er iets vernield wordt, om dan maar te zeggen dat men de voorwerpen daar niet meer mag neerzetten. Dat kun je niet doen, die toestem ming was er. Een ander punt, dat de heer Huijbrecht daar bij aanroerde, is de speelgelegenheid voor kin deren, daarmee hebt U het vergeleken. Een speelgelegenheid voor kinderen is op zichzelf natuurlijk een heel ander punt. Ik ben daarvan met U een grote voorstander. Ik meen ook wel, misschien kan de wethouder van openbare wer ken daar nog iets meer over zeggen, dat wij daaraan wel aandacht besteden. Of er voldoen de resultaten zijn kan ik zo op het ogenblik niet beoordelen, maar principieel zijn wij het natuurlijk met U eens. De kinderen moeten ook ergens kunnen spelen, maar ik zou dit toch graag willen loskoppelen van de enorme hout toestanden, zoals in deze folder staat die ver spreid is. De heer De Vos: Mijnheer de voorzitter, ik wil alleen aan Uw opmerkingen over de hout toestanden nog wel toevoegen dat, wanneer we deze dingen van tevoren gezien hadden, dan zou het toch wel mogelijk zijn, dat we deze toestem ming niet verleend hadden. Wat nu de speelgelegenheden betreft, uiter aard wordt daar aandacht aan besteed. Ik be treur altijd nog dat niet ook elders, zoals in de Oranjebuurt gebeurd is, een Speeltuinvereni ging is opgericht. Hieraan kunnen de ouders heel veel zelf doen, er is zeker ruimte voor en dat is ook veel beter, dan is het een afgeslo ten geheel, dikwijls met bewaking daarbij. In iedere gemeente van enige omvang zijn speel tuinverenigingen, in de kom van Terneuzen is er één en ook in Sluiskil is er één, een heel mooie zelfs, we zijn er bijzonder verheugd over, maar waarom niet meerdere in de nieuwe wijken van Terneuzen. Laat de mensen zelf wat doen en dan zal de gemeente heus alle mogelijke steun daaraan geven. Aan speeltuinen heeft men eigenlijk meer dan overal speelplaatsen alhoe wel die er uiteraard ook wel moeten zijn. De heer De Meijer: Mijnheer de voorzitter, er is gesproken over de luchtverontreiniging. Dit deed mij aan iets denken. Wanneer is de lo zing in de Westkolkstraat afgelopen? Het stinkt er soms werkelijk onhoudbaar. Ik weet wel, U kunt er niets aan doen, want het wordt omge bouwd, maar ik zou graag even weten of daar van het einde in zicht is. Voorts wil ik mij aan sluiten bij hetgeen de heer Huijbrecht gezegd heeft over de waterleiding mij. In eerste in stantie zal het moeilijk zijn om de hoofdzetel van een provinciaal waterleidingbedrijf hier in Terneuzen te vestigen, maar ik geloof dat het misschien wel mogelijk is. Zeker, als de impor tantie van de werken die elders in Schouwen en in Zuid-Beveland of Walcheren op waterlei dinggebied vergeleken worden bij hetgeen nu, zij het dan met de consequenties die we al in het verleden besproken hebben, hier op water leidinggebied gedaan is. Ik geloof dat dit mis schien langs die weg toch een haalbare kaart is teneinde de hoofdzetel van dit provinciale be drijf toch in Zeeuwsch-Vlaanderen te krijgen. De Voorzitter: Op Uw tweede vraag heb ik dus eigenlijk geantwoord, naar aanleiding van de vragen van de heer Huijbrecht. De heer De Vos: Mijnheer de voorzitter, de lozing van het Roeiersgang naar de afvalwater leiding, waar het tenslotte toch inkomt, is pas mogelijk als een oversteek gemaakt is bij de kolk. De heer De Meijer: Is het b.v. niet mogelijk dat die lozing door de zandmassa daar een beetje beter wordt. De heer De Vos: Lozing door een zandmassa? Op het ogenblik wordt dit eruit gepompt. Er staat een pompgemaal. De doortrekking van de riolering zit in het bestek van de aannemer van de waterstaatwerken. Als dit klaar is, dan kan via de nieuwe rioolleiding door de Nieuwstraat via de Burg. Geillstraat en zo verder naar de afvalwaterleiding en dat duurt nog wel even, dacht ik. De heer Van Nispen: Mijnheer de voorzitter, U was dus ingelicht dat ik vanavond komen zou. Ik kan U nog wel zeggen dat, zeer tot verwon dering van mijn beide collega-raadsleden en ik, onze namen vanmorgen in de pers zijn ver schenen, we wisten er zelf helemaal niets van. Uit de pers hebben we ook kunnen vernemen dat door enige instanties uit Sluiskil aan Uw college brieven zijn gezonden waarin ongerust heid wordt geuit omtrent de huidige stand van zaken in deze gemeenschap. Ik geloof dat deze ongerustheid terecht is omdat de veranderin gen, die door de kanaalwerken zijn ontstaan, tot nu toe niet erg voordelig zijn uitgekomen. Voor al het uitblijven van woningbouw wordt hier gezien als een ernstige rem op de leefbaarheid. Daarom wil ik U vragen of er momenteel con crete plannen bestaan om in Sluiskil woningen te gaan bouwen, welke plannen ook spoedig worden gerealiseerd. En zo ja, wil Uw college dan zoveel als mogelijk is daaraan medewer king verlenen en zijn invloed aanwenden dat tot de bouw van deze woningen kan worden overgegaan. De heer De Vos: Mijnheer de voorzitter, we wisten uiteraard al dat deze vragen van de heer Van Nispen zouden komen, want dat stond in de krant. Ik neem aan dat hij het niet daarom vraagt. We zouden natuurlijk toch wel kunnen zeggen, dat wij er volledig op voorbereid zijn. Ik kan U mededelen, dat in de volgende raads vergadering een voorstel komt tot verkoop van grond aan de woningbouwvereniging voor de bouw van woningen in Sluiskil. Dit zijn er 42. Dit is niet een zaak die naar aanleiding van die brie ven aan de orde komt of omdat het in de krant gestaan heeft, want U hebt het al eens eerder gevraagd en ik heb U toen al gezegd dat de woningbouwvereniging er mee bezig was. We hebben namelijk al een brief van 31 januari 1968 van de woningbouwvereniging. Ik heb deze hier voor mij en daarin wordt gevraagd welke moge lijkheden er zijn. In. de volgende vergadering komt er dus een voorstel om deze grond te ver kopen en uiteraard vragen deze plannen nog enige voorbereiding. We zullen de woningbouw vereniging vragen of dat zoveel mogelijk bespoe digd kan worden. Overigens moet men bedenken dat de geregistreerde vraag naar woningen te Sluiskil de laatste jaren toch ook wel heel erg klein is. U weet zelf wel dat we altijd nog een perceel grond hebben verkocht aan de Handel maatschappij voor de bouw van woningen, welke nog nooit gerealiseerd zijn kunnen worden om dat er geen gegadigden voor waren. Ik geef on middellijk toe dat waren koopwoningen en dat maakt dus een verschil. Dit worden huurwonin gen en daar is wellicht wel belangstelling voor. De heer Huijbrecht: Hoeveel woningzoekenden zijn er in Sluiskil? De heer De Vos: Dat kan ik op het ogenblik niet zeggen. Minder dan 42 in ieder geval. De heer Van Nisnen: Maar ik vraag mij af, mijnheer de voorzitter, of dat voor Terneuzen ook geldt. De heer De Vos: Nee, dat geldt voor Terneuzen niet. De heer Van Nispen: Ik bedoel, als men ziet, dat op het ogenbhk mensen die vertrekken naar Terneuzen om één of andere reden, direct een sleutel krijgen en ook direct in hun flat kunnen stappen. De heer De Vos: Toch is de lijst van woning zoekenden in Terneuzen veel en veel groter dan op Sluiskil. Maar dat neemt niet weg dit speelt helemaal geen rol, ik merk het alleen maar op dat dit één van de redenen kan zijn dat de laatste jaren de bouw van woningen te Sluiskil geen voortgang had. Als de Handelmaatschappij die woningen had kwijt gekund dan hadden we on getwijfeld gebouwd dat staat vast. Wat de woningwetbouw betreft was dit de laatste jaren ook wel heel moeilijk, omdat dit allemaal in grote complexen ging, dat weet U ook wel. Deze woningen op Sluiskil kunnen ook wel premie woningen zijn. De heer Van Nispen: Ik geloof dat U mij hier mede heeft gerustgesteld. De Voorzitter: U kunt dus duidelijk stellen, als U benaderd wordt en dat zal wel eens gebeuren, dat geeft ook niets natuurlijk, dat wij in januari hierover al besprekingen hebben gehad, op ver zoek van de woningbouwvereniging. De woning bouwvereniging is actief, wij willen de bouw ook graag en dat zal dus hopelijk wel rond komen. De heer Berbers: Mijnheer de voorzitter, de artikelen die de laatste tijd over de kom Sluiskil in de pers verschenen zijn hebben niet nagelaten bij de bevolking ongerustheid te verwekken, die er in feite vroeger niet was, althans niet hij alle mensen. Ik ben natuurlijk heel blij dat ons col lege zich vanavond duidelijk heeft kunnen uit spreken over de woningbouw, maar in al deze artikelen klinkt toch ook door het tragische van het verdwijnen van de brug en daarvoor in de plaats komt het pontje. Inderdaad mijnheer de voorzitter, dat de brug verdwenen is geeft natuurlijk, als we het objectief bekijken, een heel andere situatie als die we nu kennen. Sluis kil is door het verdwijnen van het doorgaande verkeer veel rustiger geworden. Toch is door be paalde perspublicatie by veel mensen, dan be doel ik speciaal de mensen die aan de overkant van de brug wonen en die zich daar ook toen het pontje al voer betrekkelijk gelukkig voelden, de moed een beetje uit het hart genomen en ik vind dat toch wel erg jammer. Ik heb persoonlijk diverse mensen gesproken die mij vertelden dat het pontje een verbetering was. Ik wil dit ook wel een keer in het openbaar vertellen. Een groot punt is alleen al de veiligheid waarmee men op deze manier aan de overkant kan komen. Door deze publicaties zijn deze mensen aan het wan kelen geslagen en zij voelen zich in zekere zin ongelukkig. Nog hedenmorgen, mijnheer de voorzitter, heb ik al dan niet in hoedanigheid van wethouder een bespreking gehad met de directie van de Rijkswaterstaat over de pont verbinding. Dat is ook de reden waardoor ik hier iets over wil zeggen, want Rijkswaterstaat heeft ons alle medewerking toegezegd. Er wordt ge klaagd dat men heel lang bij dit pontje moet wachten. Vanaf 1 juni a.s. zal er een regeling, zij het dan een proefregeling, gaan starten. Dat wil dus zeggen dat er wordt gevaren op een schema. De hoofdlijn van dit schema, ik hoop dat U mij goed verstaat, is afgestemd op een twintig-minu ten-dienst, dus de pont zal niet heen en weer gaan, maar ik voeg daar onmiddellijk aan toe, dat er van 's morgens 5.30 tot 9.00 uur een tienminu ten-dienst zal zijn. Dat wil dus zeggen dat de pont dan continu op en neer vaart, want op het ogenblik met de nog vrij gebrekkige aanlegstei ger aan de oosteiyke kant van het kanaal is dit niet mogelijk. Het ëaat nu allemaal nog een beetje primitief en daaraan kan niemand iets doen. Van 11.30 tot 14.30 zal ook continu gevaren worden, dat wil dus zeggen op en neer, wel reke ning houdende met de busverbindingen. Ook van 15.30 tot 20.00 uur zal continu gevaren worden. Dit alles betekent dus dat gedurende de drukke perioden continu gevaren zal worden, dat men binnen tien minuten heen en terug is. De tijden zullen bekend gemaakt worden. Wanneer men weet, om 5 minuten over het uur vertrekt er een pont, dan is men, laat ik zeggen, in 7 minuten aan de overkant. Ik geloof mijnheer de voorzit ter, dat dit met de brug niet vlugger had gekund. Ik hoop dat deze berichten ook in de kranten komen, zodat ook eens de goede kanten naar voren worden gebracht, want Sluiskil is er niet mee gebaat dat men bij voorbaat alles gaat af breken. De heer Moret: Mijnheer de voorzitter, het meeste wat ik had willen vragen is reeds ge vraagd, maar ik wil graag van deze gelegenheid gebruik maken en hoop dat de pers het ook een keer zal vermelden, dat, de leefbaarheid van Sluiskil niet slecht is, maar daar, waar de heer Berbers en ik onder andere zelf wonen, buiten gewoon goed is. Ik krijg vaak bezoek van over de Schelde en juist de laatste maanden zijn er verschillende mensen die mij gevraagd hebben of er in de buurt woningen te huur zijn. Dan moest ik zeggen nee, die zijn er niet, die zijn wel te koop, maar deze mensen konden geen woning kopen en wilden er graag een huren. Ik durf hier rustig te zeggen dat de Schepenenstraat, Schout straat. Baljuwlaan enz. dus de nieuwe wijk, een bijzonder goed gedeelte is om te wonen. Ik heb zelf nooit in de Vogelbuurt gewoond, maar ik geloof niet dat het daar zo best is. Ik weet wel dat verschillende mensen uit de Vogelbuurt zou den willen verhuizen naar de kant waar wij wonen, maar daar zyn dus geen woningen. U hebt zojuist gezegd dat de woningbouwvereni ging „Werkmansbelang" dus aan het werk is en daarvoor zijn wij erg dankbaar, want het zijn de neringdoenden die zich ongerust maken, maar ook wel de eenvoudige gewone werkmensen die daar in de Vogelbuurt toch wel graag weg wil len. Er gaan al jarenlang geruchten dat de Cokesfabriek wel heel graag die Vogelbuurt zou zien verdwijnen. Zyn dat nu al die jaren maar geruchten of zit er nog een kern van waarheid in, dat dit gedeelte na verloop van 6, 8 of 10 jaar totaal van de kaart geveegd zal worden? Kunt U mij daarop een antwoord geven? De Voorzitter: Nee, dat kunnen wij niet. .Wat het eerste betreft, dat U gezegd hebt. daarvoor zijn wij U erkentelijk. Het sluit eigenlijk aan bij hetgeen de heer Berbers ook gezegd heeft. Van plannen van de Cokesfabriek, rigoreuze plannen nog wel, is ons niets bekend. De heer Van Breda Vriesman: Mijnheer de voorzitter, de verkeerstuin schijnt, een slechte bezetting te hebben. Dat is dit jaar beter. Ik wil graag van U iets meer over de jeugdverkeerstuin horen, over de bezetting van het vorig jaar en dit jaar en hoe het zit met de scholen en met de instructie, want het ene ogenblik is de instruc teur-agent Jansen wel beschikbaar en dan schijnt hij weer niet beschikbaar te zijn. Dit zijn dan mededelingen van enkele weken geleden en het schijnt nu veel beter te gaan. De Voorzitter: Ik kan U wel iets zeggen over de huidige stand van zaken. Vorig jaar zijn er ook wel eens vragen gesteld tijdens de rondvraag en toen zat het een poosje nogal moeilijk. Dit werd o.m. veroorzaakt door vakatures in het be stuur. Daarovér hebben we toen al eens iets ge zegd. Het gaat nu veel beter. Ik kan U zeggen dat er in anril 340 kinderen geweest zijn, in groe pen van 2535 kinderen uit de hoogste klassen van de lagere scholen van allerlei soorten rich tingen. In mei zijn dit er 720 geweest, dat is dus meer dan het dubbele. Nu is zeer onlangs, dat juich ik toe, een circulaire gestuurd aan alle hoofden van scholen en in die circulaire staat een heel schema - voor alle scholen met de tijden waaron men in klassenverband terecht kan. Daarbij wordt dan bericht aan de hoofden van scholen, als hun dit ongelegen komt, dat zij over leg kunnen plegen over de tijden. Voorts wordt nog de suggestie gedaan om, als de oudste klassen verkeersexamen hebben gedaan, de lagere klas sen in de verkeerstuin te brengen. Er wordt dan wel bij gevraagd of men dan in de scholen iets wil vertellen over de theorie, zodat de kinderen er al iets van weten. Ik kan constateren dat we de goede kant uitgaan, er wordt veel meer gebruik van de tuin gemaakt dan vorig jaar en ik ver wacht dat de scholen ook verder op voorstellen zullen ingaan, tot dusver is dat de laatste maan den zekerJiet geval geweest, waardoor deze nut tige verkeerstuin veel beter aan haar doel zal beantwoorden dan vorig jaar door omstandig heden, het geval is geweest. Het Saat echt weer de goede kant op. Ik moet U zeggen, dat ik voor de mensen die hier achter staan veel respect heb, want het is niet zo'n eenvoudige zaak. De Voorzitter: Meer vragenstellers zyn er niet. Tk wens U allen goede pinksterdagen toe en sluit hierbij de vergadering. Indonesische guerillastrijders op Oost-Java passen de taktiek toe die zij geleerd hebben bij de vietcong tijdens een opleiding in Vietnam, zo heeft het Indonesi sche persbureau Antara donder dag gezegd. Zij leggen ondergrondse op slagplaatsen aan en graven net werken van tunnels. Een zo'n op slagplaats, volgestouwd met mi litaire voorraden, is volgens een bekendmaking van het leger on langs bij Soerabaja ontdekt. Op Oost-Java zijn onlangs mensen vermoord en ontvoerd. Tweede-kamerleden uit vijf fracties hebben de regering vra gen gesteld over de belemmerin gen, die veel Nederlandse schip pers in Frankrijk ondervinden bij het uitoefenen van hun be- dryf, als gevolg waarvan zij in een financieel moeilijke situatie komen te verkeren. Het zijn de heren Van der Peijl (CHU), Van den Heuvel (KVP), Schlingemann (WD), Van Ben- nekom (ARP) en Van Rossum (SGP), die informeren of het de regering bekend is dat deze schippers van de Franse autori teiten geen of nauwelijks enige bijstand ontvangen en dat ook door de Nederlandse vertegen woordiging in Frankrijk in een aantal gevallen geen of onvol doende hulp werd geboden. „Is de regering niet van me ning, dat het nodig is dat inge val de moeilijkheden van de schippers voortduren, onverwijld maatregelen worden getroffen ten einde een effectieve hulp ter plaatse te verkrijgen", zo vragen de kamerleden. Zij willen voorts weten of de regering niet van mening is, dat voor deze schip pers die in hun bestaan worden bedreigd, o.m. doordat zy hun noodzakelijk bedrijfskapitaal zo ver hebben ingeteerd dat zij hun verplichtingen niet meer kunnen nakomen, een bijzondere rege ling dient te worden getroffen, waarbij zij achteraf hier te lan de worden geholpen naar maat staven die voor hen zouden gel den, indien zij in Nederland in vergelijkbare omstandigheden zouden verkeren. Zij dringen daarnaast aan op voorlichting van overheidswege over de mogelijkheid' van hulp verlening aan de betrokkenen in de onduidelijke situatie met be trekking tot de hulpverlening in Frankrijk. Met de volgende schepen kan zeepost worden verzonden. De data, waarop de correspondentie uiterlijk ter post moet zijn be zorgd, staan achter de naam van het schip vermeld. Argentinië: •57-8 m.s. „Naviero" Australië: m.s. „Willemskerk" 1,27-8 Brazilië: m.s. „Alioth" 28-6 Canada: m.s. „Beaveroak" 26-6 Chili: m.s. „Achilles" 26-8 Ned. Antillen: m.s. „Mereurius" 25-6 Nieuw-Zeeland: m.s. „Serenity" 24-6 Suriname: m.s. „Hermes" 24-6 Verenigde Staten van Amerika: s.s. „Rotterdam" 25-6 m.s. „Atlantic Song" 27-6 Zuid-Afrika (Rep.) m.i.v. Zuidwest-Afrika: m.s. „Simonskerk" 28-6 Inlichtingen betreffende de verzendingsdata van postpakket ten geven de postkantoren. Vanaf 29 MEI t/m einde JUNI Terneuzen: Bernhard Sweers- laan 31, modelwoning Woning inrichting „Eigen Haard". Da- geiyks geopend van 29 uur Middelburg: Zeeuws Museum, 1012.30 en 1417 uur: Ex positie Pieter de Bodt en Lies- beth Binkhorst (tot 28 juni, behalve 's zondags). ZATERDAG 22 JUNI Terneuzen: Luxor-Theater, 8 uur: „Daar komen de Russen, daar komen ze aan". GoesVeilinggebouw, Fruit- laan: Groot bal te geven door de P.J.G., Zeeland. ZONDAG 23 JUNI Terneuzen: Luxor-Theater, 2.30 en 8uur: „Mini, mini! Hip, hip"; 5 uur: „Daar komen de Russen, daar komen ze aan" MAANDAG 24 JUNI TerneuzenLuxor-heater, 8 uur: „Mini, mini! Hip, hip". DINSDAG 25 JUNI Terneuzen: Luxor-Theater, 8 uur: „Mini, mini! Hip, hip". De regering van India heeft België verzocht, geen overtollige NAVO-tanks aan Pakistan te le veren, aldus is door ambtenaren van het Indische ministerie van buitenlandse zaken woensdag ge zegd. Het Indische blad „Statesman" heeft vorige week gemeld, dat Italië erin heeft toegestemd, geen 100 overtollige M-47 tanks aan Pakistan te verkopen en dat Pa kistan thans vermoedelijk met België zou onderhandelen over de aankoop van tanks. De Italiaanse regering heeft tot dus ver geen commentaar gegeven op het bericht van de „Statesman".

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1968 | | pagina 7