OF JUWFLFNROOF KANTONGERECHT TE TERNEUZEN Totale bouwkosten 85 miljoen gulden Consumptiemelkindustrie en melkhandel niet tevreden met prijsverhoging VLIEGTUIG VERLOOR RADIO ACTIEF ONDERDEEL Koningin Juliana opende gebouw Nederlandsche Bank (e Amsterdam Zitting van 7 mei 1968 Oorkonde Waardevast geld Zonder blijvende schade. Unieke relatie HELMA PIT Engeland wil straaljagers leveren aan Jordanië Neuskegel gevonden Onschadelijk Geigerteller GEVOLGEN VAN DE BELGISCHE BOUWVAKSTAKING Met de aanvaarding van de tegenwaarde In bankbiljetten van een baar goud van 12,5 kg tegen de officiële goudprijs heeft konin gin Juliana dinsdag het nieuwe ge bouw van de Nederlandsche Bank aan het Frederikspleln In Amster dam officieel In gebruik gesteld. Het geschenk zal ten goede komen aan het „Koningin Jullanafonds". De president van de centrale bank, prof. dr. J. Zijlstra, vroeg de koningin in een korte toespraak, hem verlof te geven het bedrag te overhandigen aan de voorzitter van het „Koningin Julianafonds", prof. Schippers, die de plechtigheid eveneens bijwoonde. Aanvankelijk was het de bedoeling geweest een baar goud aan te bieden, maar zo zei prof. Zijlstra allerlei ont wikkelingen op het gebied van het goud hadden enigszins storend op dit voornemen gewerkt. Het ge schenk in goud werd echter als symbool gehandhaafd door een baar van 12,5 kg zichtbaar voor de aanwezigen op te stellen. Na de openingshandeling ver zocht prof. Zijlstra aan koningin Juliana en prins Bernhard een oor konde te ondertekenen van de vol gende tekst: „Hare Majesteit ko ningin Juliana in tegenwoordig heid van prins Bernhard' heeft heden, dinsdag de zevende mei 1968, het gebouw van de Neder landsche Bank officieel geopend. De nieuwe hoofdbank, onder sig natuur van architect M. F. Duin- tjes gebouwd, staat op de plaats van het voormalige Paleis voor Volksvlijt, gesticht in 1864 en in de nacht van 17 op 18 april 1929 door brand verwoest. Aldus heeft vandaag het hoogste gezag in den lande de bestemming van het ge bouw tot werkplaats van de cen trale bank bevestigd. Dit zij een blijvende aansporing tot het dienen van dat eminente belang der natie, de handhaving der waardevastheid van het door volksvlijt verworven geld". De president sprak de wens uit dat het gezamenlijke personeel van de bank mag werken aan de groei en bloei, of in de taal der economisten aan welvaart en wel zijn van het goede vaderland. Prof. Zijlstra betwijfelde of de identificatie van de Nederlandsche Bank met de „mammon" als juist mag worden aanvaard. In een dis cussie over de toewijzing van het Frederiksplein aan de Nederland sche Bank werd n.l. in de Amster damse gemeenteraad het volgende gezegd: „Om het Frederiksplein ^strijden de muzen (bedoeld werd de bouw van een opera op het plein) en „mammon" en dan weet men in Nederland tevoren wel wie de sterkste is". Ik hecht eraan te zeggen, dat de directie van de bank de waarde vastheid van ons geld ziet als een middel tot een hoger doel, name lijk een rechtvaardige samenleving. Over de daartoe te gebruiken me thode kan verschil van mening be staan. Twijfel aan onze intentie behoort uitgesloten te zijn, zo verklaarde de president. Prof. Zijlstra meende dat burgemeester Van Hall destijds een moedig en juist initiatief had genomen, toen hij zijn befaamd ruilaanbod deed. Wanneer dit ini tiatief niet zou zijn ontplooid, zo meende prof. Zijlstra, was er van daag nog geen Nederlandsche Bank geweest. Broodnodige ont plooiingsmogelijkheden voor de universiteit van Amsterdam zou den er niet zijn geweest en op het Frederiksplein zou hoogstwaar schijnlijk nog geen operagebouw zijn verrezen. Bij de stijging van het voor de bouw benodigde bedrag (uiteinde lijke totale kosten 85 min), zo zei prof. Zijlstra, hebben de lonen een belangrijke rol gespeeld. Bij allerlei beschouwingen van macro- economische aard, waarmee de bank zich nu eenmaal heeft bezig te houden, is een micro-economi sche waarneming van tijd tot tijd nuttig. De bouw die de voor de binnenlandse conjunctuurontwik keling zo belangrijke periode van 1961 tot 1967 omvatte, levert daar toe een ongezochte gelegenheid, aldus de president. Het gemiddelde weekloon van een timmerman (in de zin van belastingplichtig loon) tezamen met en daarop voor de aannemer drukkende sociale lasten bedroeg in 1962 gemiddeld 158,50. Op 1 juli 1967 was dit op gelopen tot ƒ331,76, een gemiddel de jaarlijkse stijging van bijna 15 pet. Weliswaar gaat het hierbij om de bruto-loonkosten, maar ook deze micro-economische waarne ming leert, zo merkte prof. Zijlstra op, dat in de afgelopen jaren ont wikkelingen zijn opgetreden, die niet zonder blijvende schade voor 's lands welzijn kunnen worden voortgezet. In zijn welkomstwoord, gericht aan koningin Juliana, herinnerde de president aan de band die er altijd tussen het koninklijk huis en de Nederlandsche Bank heeft bestaan. Koning Willem I noemde de instel ling eens „mijn oudste dogter". De aanwezigheid van prins Bernhard noemde prof. Zijlstra een her nieuwd bewijs voor diens grote be langstelling voor de economische en financiële ontwikkeling van ons land. Ook aan de komst van minis ter Witteveen, „onze enige aan deelhouder", wijdde prof. Zijlstra een apart woord. Na prof. Zijlstra werd het woord gevoerd door minister Witteveen. Deze noemde de Nederlandsche Bank een uniek instituut in onze samenleving. Ook zijn eigen rela tie tot de president van de circula tiebank, die in de bankwet is ge regeld, achtte de minister uniek. „Terwijl de president de bewa ker is van het financiële beleid van de regering, draagt aan de an dere kant de minister van finan ciën de verantwoordelijkheid voor het beleid van de Nederlandsche Bank". Met de president was de minis- AMSTERDAM: Dit is het pano rama, dat men ziet vanaf het dak van de nieuwe Nederlandse Bank. Op de voorgrond de grote fon tein, die vanaf gisteren zijn schuimstralen in de lucht spuit. ter van mening dat de vergelijking met de „mammon" niet opgaat. „De Nederlandsche Bank heeft juist tot taak het eenzijdig streven naar materiële rijkdom in te per ken, zodat een evenwichtige ont wikkeling mogelijk wordt. Zij streeft geen materieel, maar een ideëel doel na". Namens de rege ring wenste hij prof. Zijlstra en zijn staf alle succes in het nieuwe gebouw toe. In een slotwoord zei prof. Zijl stra, dat hij eraan hecht dat de Ne derlandsche Bank een integrerend deel van Amsterdam wordt. „Wij horen erbij en willen er ook bij horen", zo zei de president. butiesektor, waar de mogelijk heden tot verdere produktivi- teitsverhoging zeer beperkt zijn. De overheid erkent dat eenma lige verpakking extra-kosten met zich brengt, maar staat doorbe rekening in de consumptieprijs niet toe. Het door de overheid ge hanteerde prijsbeleid, zo meent de A.V.M., is gebaseerd op over wegingen van algemeen politieke aard, waarmee het bedrijfsbelang van de consumptiemelkvoorzie- ning niet is gediend en waarvan het bedrijfsleven zich dan ook uitdrukkelijk wenst te distan' De "melkdetailhandel en de consumptiemelkindustrie zijn niet tevreden met hun aandeel van resp. 0,4 cent en 0,2 cent in de verhoging van de consumptie melkprijs met 2 cent die maan dag is ingegaan. Hun samenwer kingsorgaan, de algemene ver eniging voor melkvoorziening, heeft dit meegedeeld. Volgens de A.V.M. houdt de toegestane margeverhoging geen enkel verband met de door melk detailhandel en consumptiemelk fabrieken aangetoonde kosten stijgingen. Die stijgingen vol trekken zich vooral in de distri- Dinsdag was het de dag der ver gelding voor de snelheidsovertre ders op wie de boetes als een „milde" lenteregen neerdaalden... W. J. A. M. S. te Raamsdonk- veer die in Zaamslag te hard had gereden was geschrokken van het hoge schikkingsvoorstel (90 gld), waarop de officier van justitie, mr. Th. Lebret: „Dat was precies de bedoeling", „maar", zei de heer S., „dit ging boven mijn begroting: ik heb niet kunnen betalen, 't spijt me De officier wilde de schrik enigszins compenseren door nu 80 gld te vorderen en kantonrechter mr. C. J. M. van Hees was nog in schikkelijker en vonniste 60 gld. Te Kapellebrug had J. J. M. B. de rijsnelheid overschreden. Tegen hem werd 90 gld geëist. De uit spraak was 60 gld. De heer J. H. M. te Hulst kreeg op hetzelfde weggedeelte wegens te hard rijden een bekeuring, maar twijfel aan de rechtvaardigheid hiervan had hem een situatieschets doen vervaardigen, die hij ter zit ting toonde. M. stelde, dat men bij de Belgische douanepost te Kapel lebrug als automobilist met al zijn aandacht geconcentreerd wordt op het grote aantal borden dat daar is geplaatst. Het waarschuwings bord met het cijfer 50 staat ver borgen achter de grenspaal. „Men zou een zwanenhals moeten heb ben om het te kunnen zien". Voor deze verdachte was de eis 60 gld en de uitspraak 40 gld. Van het rijtje Belgen dat wegens snelheidsovertredingen terecht stond, sprak J. M. G. v. d. P. te St. Kruis zijn verwondering uit over de „exhorbitant" hoge boete- eisen in zulke gevallen. „Bij ons is dat 500 francs". De kantonrechter twijfelde aan de juistheid van deze bewering. Tegen v. d. P. had mr. Lebret 110 gld gevorderd voor de 86 km- vaart, waarmee de verdachte over de Kanaalkade te Axel had gere den. De uitspraak luidde 75 gld. Correct en loyaal gaf de koop man J. K. uit Middelburg toe, dat hij te Axel te hard had gereden. Als reden gaf hij op ziekte van zijn vrouw, waardoor hij zich haastte om thuis te komen. Ook hier was de eis 90 en de uitspraak 60 gld boete. GEEN WEGPIRAAT „Ik ben geen wegpiraat", zei de heer R. R. uit Heemstede, maar hij had wel al enkele keren op korte termijn boetes moeten voldoen wegens te hard rijden, ditmaal te Axel. Eis en boete in dit geval 50 gld. E. A. R. v. S. uit Schoten (B.) kreeg 75 gld boete na een eis van 90 gld. Plaats van handeling: Hul- sterweg te Hontenisse. J. B. de B. te Vogelwaarde bracht het er met een „zachte" boete af. n.l. 20 gld. Hij was er in Zaamslag te hard met de auto van door gegaan. Hekkesluiters waren J. A. D. te Antwerpen en L. F. M. te Mortsel (B.) die beiden 25 gld moesten be talen. door B. J. WITHUIS 18) „Twijfel je er aan?" verbaasde de inspecteur zich. „Misschien wel," zei Pit, ,,'t Is mij te veel op een presenteer blaadje aangeboden „Nou presenteerblaadje." De inspecteur haalde de schouders op. „Je bent een goede detective Pit, maar voorlopig houd ik me maar liever aan de feiten. En die wijzen dan toch wel degelijk in de richting van medeplichtig heid". „Niet de feiten," corrigeerde Pit, „wel de verklaringen van derden". De telefoon onderbrak het ge sprek. Op een wenk van de café houder beende de inspecteur naar de cel. Het gesprek düurde maar kort. „En?" vroeg Pit gespannen. „Niemand thuis," zei Jackie, „ik heb instructies achtergelaten. Er zal onopvallend worden ge patrouilleerd. Bovendien wordt elk kwartier gebeld. Als ze hem tegenkomen wordt hij onmiddel lijk naar het hoofdkwartier ge bracht". Pit onthield zich van commen taar. „Wat ga je verder doen," vroeg de inspecteur. „Ik weet het nog niet precies," aarzelde Pit. „Tegen een uur of twaalf loop ik even bij je op, als je het goed vindt. Tussen twee haakjes, Tim komt terug. O ja, dat wist je niet. Hij zat in Leeu warden. Ik heb hem gevraagd jou te bellen als hij in Amsterdam aankomt om te vragen waar ik zit. Geef als je wilt maar door, dat ik naar het kantoor ben. Dan 'zie ik hem wel komen", ft Pit nam de aantekeningen van Helnia door, bijgewerkt tot 's middags half drie. Zin voor zin bracht het rapport alle details in zijn geheugen terug. Het nam een klein half uur in beslag. Toen ging hij achter 't schrijfmachine tafeltje zitten en legde zo nauw keurig mogelijk vast wat er die middag was besproken, wat hij nadien met Helma had overlegd, plakte een afschrift van 't kran tenbericht in het dossier en stelde de gebeurtenissen rondom Lelijke Govert te boek. En over die nieuwe aantekeningen boog hij zich na een half uur om de stroom van vragen en tegenstrij digheden te verwerken, om hou vast te krijgen in deze drijfzand zaak. Het scheen dat een derde figuur, een derde groep of zoiets in elk geval een macht buiten de bekende personen om een actief aandeel had gehad in de opeenvolgende gebeurtenissen. Eén der belangrijkste vragen van het ogenblik achtte Pit het tele foongesprek, dat hem destijds, toen hij met Helma soep zat te eten, had bereikt. Wie had het gevoerd en vooral, waarom? Pit besloot tenslotte dat de be schikbare gegevens onvoldoende waren voor enige steekhoudende conclusies en zeker onvoldoende voor een actief optreden. Hij nam de telefoon van de haak en draaide de ochtendinfor matie. Hij kreeg de chef van de nachtredactie. „Hebt u dat bericht over Jopie ontvangen?" „Met wie?" ,.Met Pit. Dat bericht kan na melijk niet meer worden gepubli ceerd. Het is inmiddels achter haald." „Achterhaald? Wilt u zeggen, dat u meer nieuws hebt? We kun nen het nog ruimschoots verwer ken." „Hoe laat kunt u nog kopij heb ben?" „Tot twee uur." „Ik heb naar Leeuwarden ge beld. Waarschijnlijk spreek ik vanavond uw collega Tim .nog Die kent het eerste artikel goed. Ik zal hem straks vragen U even te bellen, dan weet u op tijd of hij nog nieuws heeft." „Graag." Pit had nauwelijks de hoorn op de haak gelegd en aanstalten gemaakt om koffie te zetten toen de bel overging. Hij liet de late bezoeker bin nen. Het was Tim, die hem ver raste door jongensachtig enthou siasme. „Gelukkig dat je me uit het hoge noorden hebt weggehaald. Niet dat Leeuwarden geen mooie stad is, maar van die landbouw en dat gebrek aqp trams krijg ik wat. Je hebt inmiddels zeker wel groot nieuws." „Ga er bij zitten," ontnuchterde Pit hem, „koffie?" „Stellen jullie eigenlijk nooit andere vragen aan bezoekers?" „Nauwelijks, andere vragen moeten worden betaald. Veel sui ker?" „Alstublieft edele. Maar vertel me het laatste nieuws even in punten. Misschien kan ik voor de eerste editie nog een verhaal ma ken." „Dat plezier zul je hebben. Re ken maar op een kolom. Ik heb met de chef-nacht afgesproken dat je hem zou bellen." „Vertel op!" Pit keek op de klok; het was kwart over elf. „Als jij nu dat rapport van Helma leest en mijn getikte aantekeningen, die er chronologisch aan vast zijn ge hecht, dan weet je alles. Ik zou tegen middernacht nog even bij Jackie langs lopen, 'k Zal even vragen of hem dat nog schikt. Dan kunnen we, als ik terug ben, overleg plegen over dat artikel." „Geheel de uwe", bromde Tim, die met de routine van kranten mensen van de koffie had over geschakeld op het nieuws en reeds halfweg de eerste bladzijde van het rapport van Helma was. Pit besloot door de late avond te wandelen. Misschien, dat de nachtlucht z'n sombere stemming zou verdrijven. Twee doden in vier en twintig uur hadden hem aangegrepen. Niet dat hij senti menteel was, eerder het tegen deel. Maar de zinloosheid van de moord en de misdaad raakten hem elke keer opnieuw. Bij 't paleis stapte hij een tele fooncel binnen, vond nog een verdwaald dubbeltje en belde het hoofdbureau. Het kostte enige overredingskracht aansluiting met de inspecteur te krijgen. (Wordt vervolgd.) KIJKGELD Iets anders was het met de heer L. J. H. te Sluiskil. Het kijkgeld voor de t.v. was niet op tijd be taald. H. was niet verschenen, zijn vrouw wèL Mr. Van Hees: „Moeder de vrouw moet er als minister van financiën voor opkomen." De eis was 30 gld, die mr. Van Hees na de bezwering van mevr. H. te heb ben verkregen dat kijken gevolgd zou worden door betalen, redu ceerde tot de helft. ACHTERUIT TEGEN BUS De heer S. J. G. te Terneuzen ^ad 'n «mge'^kie. toen hij op de Schoolweg achteruit met zijn auto tegen een bus reed. Hij gaf loyaal het foutje toe. Mr. Van Hees hield er bij zijn vonnis van 15 gld rekening mee. De vordering was 25 gld. C. L. S. te Clinge ontkende dat hij' over rijksweg 60 had gereden, met een auto waarvan één band glad was. Vaststond dat deze ont kenning hem niet glad zat, want de parketwacht snelde ijlings naar het depot om het in beslag geno men corpus delicti te halen. Nauwkeurige inspectie door offi cier en kantonrechter leverde het bewijs van het tegendeel. De eis was niet mis: 75 gld. De uitspraak was 50 gld. PORTIERKRUK IN DE HAND De heer J. L. B. te Terneuzen had in een vorige zitting verteld' dat hij op 3 februari zijn auto aan de uiterste rechterkant ter hoogte van de Arsenaalstraat had gepar keerd. Hij had hierna van buiten het achterportier geopend, toen er geen rijdend verkeer in zicht was. Hij stond nog met de portierkruk in zijn hand, toen er een auto aan kwam rijden, bestuurd door P. J. H. uit Terneuzen. De laatste reed tegen het geopende portier, hoe wel hij volgens B. voldoende ruim te had om te passeren. De heer H. zei dat het portier pas werd ge opend, toen hij op korte afstand was genaderd. Eis en uitspraak 40 guld boete. Naar in welingelichte kringen in Londen is vernomen is de Britse regering bereid een aan tal „hawker-hunter" jachtbom menwerpers aan Jordanië te leveren. Het vinden van derge lijke toestellen gaat echter moei lijk: hunters worden niet langer gebouwd, maar de Royal Air Force is er nog mee uitgerust. Koning Hoessein van Jordanië is op het ogenblik in Londen en zal besprekingen voeren met premier Harold Wilson en mi nister van buitenlandse zaken Michael Stewart. Volgens de zegslieden heeft Engeland sinds de juni-oorlog van vorig jaar acht of negen .hunters aan Jordanië verkocht, waarvan er nog twee moeten worden geleverd. Ook heeft Jor danië vorig jaar vier hunters ontvangen die nog vóór de juni- oorlog besteld waren. BOTSING J. de V. te Hoek moest terecht staan, omdat hij van de provin ciale weg te Hoek op onvoorzich tige wijze met een vrachtauto de Molendijk was opgezwenkt. Twee getuigen, bromfietsberijder met duo-passagiere, door mr. Lebret als „objectieve buitenstaanders" bestempeld, vertelden dat d. V. eerst naar rechts was afgeslagen en toen pas naar links. Een bot sing met een achteropkomende personenauto volgde. De uitspraak luidde 55 boete. STENTORSTEM Tussen de bejaarde heer C. B. uit De Klinge (B.) en zijn twee jeugdige plaatsgenoten ontspon zich voor de balie een in hoog- Vlaams gesteld' dispuut over de vraag wie er een aanrijding had veroorzaakt op het rijwielpad in de Molenstraat te Clinge, waarbij B. met zijn bromfies kwam te val len en aan zijn been werd ge wond. „Heer vrederechter, ik riep nog zo hard als ik kon: Aliez jongen,", aldus B. Het stentorgeluid van B. werd door mr. Van Hees met een be zwerend handgebaar bedwongen. De fiere oude heer kwam er niet zonder boete af en moest f 20 betalen. Dinsdagochtend even voor half tien is een „Fokker-friendship" van de koninklijke luchtmacht ge troffen door blikseminslag. Het vliegtuig vloog ongeveer 15 km ten zuiden van de vliegbasis Soes- terberg op ruim 1 km hoogte en verloor tengevolge van deze blik seminslag een gedeelte van zijn neus. In deze neus was een radar systeem geplaatst, waardoor het niet uitgesloten Is dat het gedeelte dat op de grond is gekomen, radio actief is besmet. De friendship is behouden teruggekeerd op de vliegbasis Ypenburg, waar hij was vertrokken voor een oefenvlucht naar de vliegbasis Twente. Daar de plaats waar het radio actieve onderdeel terecht is geko men, niet bekend was, konden geen bijzondere maatregelen wor den getroffen met het oog op het besmettingsgevaar, dat overigens gering zou zijn. Het betreft hier een nogal opval lend gekleurd onderdeel, dat niet al te lang buiten het gezicht zal blijven, aldus de luchtmacht. Zodra de juiste plaats bekend was, zouden de nodige voorzienin gen worden getroffen. De K.R.O.-actualiteitenrubriek „Echo" onderbrak de uitzending op Hilversum II met de mededeling, dat de neuskegel was gevonden op het land van boer H. Sturkenboom in Houten. De K.R.O. stelde de luchtmacht op de hoogte. Het voorwerp in het weiland van de heer Sturkenboom bleek inderdaad de neuskegel van de „Fokker-friendship". Het weiland ligt ten oosten van het Amster dam-Rijnkanaal tussen de Schalk- wijkse brug en het rijdende veer. Het vliegtuigonderdeel, grijs met een rode band, is inclusief de piek anderhalf a twee meter lang. Het had zich een meter in het drassige weiland geboord. De heer Sturkenboom belde Schalkwijk, opperwachtmeester J. Aanstoot. Deze stuurde wacht meester H. van den Oudenalder naar de boerderij. De wachtmeester heeft achter de tien koeien van de heer Stur kenboom aangejaagd, maar hij slaagde er niet in, ze van de neus kegel vandaan te houden. Om twee uur arriveerden offi cieren van de luchtmacht uit Soes- terberg en de marechaussee in Houten. Een kapitein en een luitenant van de civiele luchtverdediging deelde later mee dat de neuskegel onschadelijk was. Inmiddels was de veterinaire in spectie gewaarschuwd en was de meetwagen van het rijksinstituut voor de .volksgezondheid uit Bilt- hoven gearriveerd. Een onderzoek met een geiger teller heeft uitgewezen, dat er geen radioactiviteit aanwezig was. De koninklijke luchtmacht heeft 12 „Fokker friendships", waarvan er twee zijn uitgeleend aan het binnenlands luchtnet van de N.L. M. Normaal zijn deze toestellen niet uitgerust met radarapparatuur, maar het vliegtuig waarmee het ongeval is gebeurd, is de zoge naamde „flying classroom" (vlie gend leslokaal), bijgenaamd „Flip per", die was uitgerust met een neus van een starfighter, waarin zich radar bevindt. Het toestel wordt gebruikt om toekomstige starfighter-vliegers vertrouwd te maken met deze ingewikkelde ra darapparatuur en om er andere instrumenten mee te meten en te ijken. De bouwvakstaking in België, die maandag de derde week is in gegaan begint ook buiten het aannemingsbedrijf merkbaar te worden. In de Rupelstreek in Vlaanderen zijn 1500 arbeiders van steenbakkerijen werkloos ge worden, omdat het werk moest worden stilgelegd wegens gebrek aan afzet. Een poging tot bemiddeling tussen werkgevers en vakbonden, die een loonsverhoging eisen van zes procent in twee jaarlijkse etappes, is eind vorige week mis lukt, maar wordt deze week her vat. De vakbonden hebben eind vorige week geweigerd regionale of locale akkoorden te sluiten met werkgevers die daartoe be reid leken. De staking is volgens de vak bonden over het gehele land ha- genoeg algemeen. De werkge versorganisaties verklaren, dat er met name in Vlaanderen een lichte neiging tot werkhervatting is op kleine werken.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1968 | | pagina 2