Gemeenteraad van Terneuzen RADIO EN TELEVISIE van donderdag 28 maart 1968 •Vfïpag 26 april 1965 DE VRIJE ZEEUW Pagina 9 -»■ (Vervolg.) De heer Hnïjbrecht: Mijnheer de voorzitter, ik wil even terugkomen op het voorstel. Het is namelijk zó dat de gemeenteraad van Terneu zen beslist over het al dan niet verlenen van ontslag. Zó zwart, als U het afschildert, is het natuur lijk niet. Het betekent echt niet dat degenen die het aangaat, volgende week aan het kuieren zijn, zoals men dat hier noemt. Nee, de aandeelhou dersvergadering beslist daar pas over en ik Vind dat wij rustig de positie van deze mensen in de aandeelhoudersvergadering discutabel mo gen stellen, méér wordt er dus niet gevraagd. We zouden helemaal niet besluiten tot dat ont slag, want dat 'kunnen we niet eens. De Voorzitter: U bedoelt dus dat de vertegen woordiger van de gemeente Terneuzen dit voor stelt. De heer Huijbrecht: Ja, zodanig dat heel die zaak discutabel komt. De Voorzitter: Ik ga niet alles herhalen, maar ik wil er wél aan toevoegen, want U haalt er ook de directeur bij, dat U helemaal nog niet weet wat er gaat gebeuren met de directeur. Wacht U nu eerst eens af, want er is nog niet eens een voorlopig besluit genomen, en dan zou U nu al zeggen tegen de vertegenwoordiger van de gemeente Terneuzen, dat er een vergadering moet komen, waarin hij naar voren brengt wat U voorstelt. Ik acht het beter eerst af te wachten tot er meer klaarheid is. U kunt dan altijd nog zien of een en ander goed of verkeerd gedaan is. Ik heb U duidelijk gezegd dat de kwestie van het pesoneel op het ogenblik zwaar in discussie is. En dan moet men in die tussentijd niet een vergadering bij elkaar roepen om een bepaald persoon weg te sturen, want daar komt het eigenlijk op neer. Dat vind ik niet juist en niet elegant ook. U zegt het juist, de raad kan natuurlijk niet ontslaan, maar U wil wel de vertegenwoordi ger, het raadslid, de opdracht meegeven dat hij, zonder dat bekend is wat men wil gaan doen bij dit bedrijf op dit punt, dat hij een aparte vergadering moet aanvragen en daar bepaalde punten gaat voorstellen. Dat vind ik in deze situatie en in dit stadium bezwaarlijk. De heer Huijbrecht: Dan verschillen wij nog even van mening daarover. De Voorzitter: Dat vind ik echt jammer. De heer De Meijer: Mijnheer de voorzitter, ik heb nog geen antwoord gekregen en dat zult U op dit moment ook nog niet kunnen geven, op mijn vraag in hoeverre het vast ligt of de ge meente Terneuzen ja of niet ook verantwoorde lijk is voor de geldleningen in de U bekende kolommen 2 en 3 van de staat die wij woensdag allemaal gekregen hebben. De Voorzitter: Dat kan ik wel zeggen. Ik heb dit in die vergadering per interruptie gezegd. Het gaat alleen om kolom 1, niet om de kolom men 2 en 3. De heer De Meijer: Mijnheer de voorzitter dan had ik nog even willen terugkomen op hetgeen U geantwoord hebt op het voorstel dat ingediend is door dè hèer Huijbrecht. Ik ben het met tl eens dat men op dit moment beslist de nodigé topmensen moet aanhouden. Wie dat zijn, laat ik even buiten beschouwing ik kan er niet achter komen en ik twijfel er enigszins aan in hoeverre buiten de directie of commissarissen er nog top mensen in de waterleiding zijn die eigenlijk het fijne van de zaken weten, b.v. de econoom en de administrateur zouden er zeker zoveel van moe ten weten als de directeur zelf, maar ik twijfel hier een beetje aan. De Voorzitter: U weet toch nog meer dan dat U het doet voorkomen, geloof ik. De heer De Meijer: Dat laat ik buiten beschou wing, maar ik ben ermede akkoord en ik kan het volledig onderschrijven dat men geen vol ledig vacuum mag scheppen. Ik heb, veórdat dit voorstel ingediend werd, al duidelijk laten doorschemeren dat voor mij de grote schuldige de raad van commissarissen is en wel degene die aan deze besluitvorming hebben meegewerkt, namelijk die nog in de raad zitten of er mis schien al uit verdwenen zijn. Ik vind dat men niet moet afwachten, totdat bekend is of de directie en commissarissen van deze waterlei ding, die natuurlijk op zal gaan in een provin ciaal bedrijf, al of niet in het bestuur en de directie van het provinciale waterleidingmij. worden opgenomen. Ik ben wat dat betreft niet erg optimistisch. Het zal wel niet zijn, maar ik zou toch ook niet willen zien dat de bewuste 'heren worden ontslagen met dank voor de be wezen diensten, zoals dat misschien zou kunnen gebeuren en dat risico lopen we als we hier niet ergens een uitspraak doen en het punt van de morele verantwoordelijkheid ergens vaststellen. Als dit gewoon in de ambtelijke sfeer gebeurt dan hebben we nog volop kans dat ze bedankt worden voor de bewezen diensten en naar huis gestuurd worden en dat zou ik toch wel een aan fluiting willen vinden. Ik heb duidelijk gezegd, dat voor mij de commissarissen de grote ver antwoordelijken zijn. Ik zou ergens kunnen be grijpen dat de directeur voor een gedeelte van zijn beleid nog wel vaarwel gezegd wordt met dank voor de bewezen diensten, want afgezien van de financiële kant van zijn leidersschap, heeft hij zeer grote verdiensten op technisch ge bied en op het gebied van de ontwikkeling van de hele waterwinning hier in Zeeuwsch-Vlaan deren. Als men echter een voorstel doet om de raad van commissarissen te ontslaan, dan kan men dit onmogelijk onafhankelijk zien van het ontslag van de directeur. Men kan zich niet per mitteren een raad van commissarissen te ont slaan en de directeur te laten zitten, ook al zou men dat ergens om bepaalde redenen van prak tische aard willen doen. Zoals U aanhaalde dat de directie daar moet blijven zitten om de lopen de zaken af te wikkelen. Men kan dit nu een maal niet doen, men kan geen voorstel indienen om de commissarissen naar huis te sturen en de directeur er buiten te laten. Ik wil duidelijk stel len. toen ik dat voorstel van de heer Huijbrecht onderschreven heb, dat ik dit met deze persoon lijke achtergrond gedaan heb. Dit is een voorstel dat van onze zijde komt. Er komen misschien wel stemmen uit de vergadering van aandeel houders die dat enigszins nuanceren, b.v. om dit nu nog niet te doen, misschien binnen 'n maand of binnen twee maanden. Dat is mij best, maar ik wil ereens vastleggen dat de zittende heren, vooramelijk van de raad van commissarissen, niet naar huis kunnen gaan zonder een behoor lijke blamage. Of ze voorlopig moeten blijven zitten, voor mij hoeft dat niet. Wat ik van hen "ehoord heb en hoe weinig ze van de zaak af weten, dan geloof ik dat we ze kunnen missen, aHhans wat de commissarissen betref^ en dan «Heen degene die aan deze besluitvorming heb ben meegewerkt De heer Ramaadt: Mijnheer de voorzitter, de opmerking van de heer De Meijer ten aanzien van ontslag van de directeur èn de raad van "mmivariHtn heiden .vind ik heslist een punt dat eventueel voorstemmen niet helemaal on mogelijk maakt. Ik heb zopas nog gezegd, dat ik eerst eens de zaken goed moet weten, eer ik hiermee akkoord kan gaan. Een tweede punt is, ik heb zelf een bepaald idee over deze hele zaak, dat hierdoor speciaal de commissarissen voor een taak geplaatst zijn heel Zeeland riep om water waar ze nog niet op ingespeeld waren. Dan vind ik het dus geen reden om iemand on eervol te ontslaan omdat hij daar als commissa ris zit en voor een taak staat die op.een bepaald moment boven het hoofd gegroeid is. De heer Huijbrecht: Zou U het in Uw eigen bedrijf ook zo doen. De heer Ramondt: Ik heb in mijn eigen bedrijf herhaaldelijk fouten gemaakt en ik geef daar over nog weieens een boodschap aan mijn vrouw, maar die wordt dan gelukkig nog niet in de pers gebracht. Ik dacht toch dat wij er vanavond niet uitkomen. Ik heb nog wel deze vraag: kunnen wij de Industriewaterleiding voorstellen een vergadering bijeen te roepen, want ik vraag mij af wat wij als raad hier mede rechtstreeks te maken hebben. Als wij hier als raad van Ter neuzen besluiten nemen dan wil ik toch hebben dat we besluiten nemen over zaken waar we over te spreken hebben. We moeten toch beslist geen besluiten gaan nemen over zaken waar we formeel geen recht hebben besluiten over te nemen. De heer Berbers: Mijnheer de voorzitter, ik wil me toch ook wel even in het koor mengen van de raadsleden. Ik heb met aandacht de dis cussies beluisterd, maar zowel uit het, beloog van de heer Huijbrecht als van de heer De Meijer en ook uit het betoog van de heer Hol, is naar voren gekomen dat toch nog zeer veel onduidelijk heden bestaan. Ook de persberichten spreken elkaar op sommige punten tegen. Als wij dit be sluit nemen, dan vind ik dat. alles bij elkaar, toch wel prematuur. Uzelf hebt de hele perso- neelsafvloeiing uitvoerig toegelicht. In feite weten wij officieel nog helemaal niets, en toch menen wij hier als raad een oordeel te moeten vellen over personen. Mijnheer de voorzitter, ik ben het met het merendeel van de sprekers eens, dat de verantwoording ligt bij de raad van com missarissen, maar toch, mijnheer de voorzitter, vraag ik mij in gemoede af, waar ligt dan de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Economische Zaken. Uit hetgeen we hoorden van de president-commissaris van de Waterlei dingmij. deze week, is toch zonder meer geble ken dat het Ministerie van Economische Zaken oo geen enkele wijze een halt heeft toegeroepen. We hebben zelfs vernomen en ook gelezen uit de stukken, dat het Min. van Economische Zaken aandrong op een voorziening voor 50 miljoen m3 water per jaar. Mijnheer de voorzitter, al deze plannen zijn mede ontwikkeld onder het toe ziend oog van G. S. Ook hier ligt een verant woordelijkheid, mijnheer de Voorzitter, en ik meen dat het on dit moment, nu wij niet vol ledig zijn ingelicht, onjuist is om hier in het openbaar schuldigen aan te wijzen. Ik wil mij dus gaarne distantiëren van het tweede deel van de motie. De heer Dieleman: Mijnheer de voorzitter, ten aanzien van hetgeen de heer Berbers naar voren gebracht heeft, betreffende de verantwoorde lijkheid. ben ik een zelfde mëning 'toegedaan. Ik geloof niet dat het mogelijk is bier vast te stel len wie precies de verantwoordelijke personen zijn en daarom vind ik het voorbarig en ook niet eerlijk en rechtvaardig om nu deze mensen te ontslaan. Ik zal daarom het laatste gedeelte van die motie ook niet kunnen ondersteunen. De heer De Vos: Mijnheer de voorzitter, we debatteren vanavond voor de zoveelste maal over de waterleiding. 20 jaar geleden is dat eigenlijk al begonnen- en dat is in die afgeloDen 20 jaar nog enige ma'en herhaald. Er is in deze raad al heel wa+ kritiek gespuid over de wijze waarop dit bedrijf werd gedreven, op de royale wijze, zou ik bijna zeggen. Het was nooit groots, nooit mooi en nooit duur genoeg en we hebben nog maar weinig jaren geleden van onze toen malige vertegenwoordiger een uitvoerig rapport daarover gekregen en behandeld. Naar aanlei ding daarvan zijn toch wel b°naaide voorzienin gen getroffen o.a. een beperking van de garan tiestelling. Zoals U uiteraard weet, waren aan vankelijk de gemeenten bij de oprichting van de waterleidingmij. garant voor een beperkt bedrag maar in de oorlogsjaren hebben de toenmalige burgemeesters, die toen de taak van de raad uit oefenden, deze beperking doen vervallen, zodat de gemeenten onbeperkt garant, waren. In 1963 is daar een eind aan gemaakt. We hadden toen nog wel de verwachting, dat de zaak weer on een gezondere, althans voor de gemeenten minder risico meebrengende basis, werd gesteld. Nu wil ik direct zeggen, dat natuurliik na 1960 in deze streek het een en ander is gebeurd. Het is heel gemakkelijk achteraf kritiek uit te oefenen op hesluiten, die genomen zijn toen men uitging en ook wel uit kon gaan van verwachtingen en nroenoses die achteraf blijken niet met de wer kelijkheid overeen te stemmen. Laten we eer lijk zijn, er zijn in die tijd wel meer mensen ge weest in Zeeuwsch-Vlaanderen, die een beetje door de toenmalige ontwikkeling het hoofd heb ben verloren en gedacht hebben dat het nu niet meer op kon. Het blijkt wel anders te gaan. Ove rigens, persoonlijk heb ik niet geloofd dat dit allemaal zo snel zou gaan ais de prognostiekers verwachten en dat zal ook heus in de toekomst wel op een andere manier gaan. Meestal komen prognoses niet uit, soms worden ze overtroffen en soms komt men er veel aan te kort. Ik geloof toch wel dat bet als een fout moet worden aan gemerkt dat men miljoenen investeert, zonder dat men enige garantie heeft dat deze tot althans een zeker percentage kunnen worden gedekt. Wanneer men voarzieningen scheut om 50 mil joen ms water naar Zeeuwsch-Vlaanderen te brengen en daar staat geen enkele zekerheid tegenover dat dit tot een bepaald^ percentage daarvan een zekere overcapaciteit daarvan mag men wel hebben zal worden afgenomen, dan geloof ik toch wel dat men zijn doel voorbij schiet. Ik vind het dan ook bijzonder jammer dat we in het verleden van andere gemeente raden, bij de kritiiek welke hier in de gemeen teraad geuit werd. maar weinig medewerking hebben gekregen. Er is maar weinig adhesie aan betuigd, enkele gemeenten hebben dat wel ge daan, maar in het algemeen dacht men. dat de zaak wel goed zat. Die zaak zat natuurlijk niet goed. Ik bedoel, de instelling was fout en dat is toch ook wel een van He redenen dat wii op het ogenblik voor deze zaak komen te staan. Nu vind ik het een nare zaak dat deze tekorten er ziin, maar ik geloof dat het voor Zeeuwsch-Vlaande ren even belangriik is en misschien nog wel be langrijker dat wij in opspraak gekomen zijn. Deze zaak gaat uiteraard door het gehele land en dat doet deze streek beslist geen goed. Dat vind ik toch ook iets wat bijzonder belangrijk is. Een andere nare bijsmaak hieraan is nog, dat dit be drijf als het ware als een overrijpe appel in han den van de Provincie wordt gespeeld. U moet mij goed verstaan, ik ben geen tegenstander van een provinciaal bedrijf, ik ben zelfs voorstander van een provinciaal energiebedrijf, maar geen voorstander van een provinciaal bedrijf met een meerderheidsbelang van de provincie. Daar ben ik beslist tegen, want dat betekent uiteraard dat de beslissingen genomen worden in het college van Gedeputeerde Staten en dan spreekt het ook weer vanzelf, dat de gedeputeerde, die hier over gesteld is, een bijzonder grote zeggenschap heeft. Wanneer wij nu ergens geen behoefte aan hebben, dan dacht ik, dat het is aan een provin ciale energiedictator of zo iets. Ik zou willen dat de gemeenten een zeer grote zeggenschap blij ven behouden. Ik zou dan ook de gemeenten in Zeeuws-Vlaanderen, die tenslotte toch nog al tijd de aandeelhouders zijn van de huidige waterleidingmij., er voor willen waarschuwen, dat ze niet zomaar zonder meer dit bedrijf af staan, maar dat ze zekere voorwaarden verlan gen waardoor de zeggenschap van de gemeenten voldoende blijft, zodat er althans op een demo cratische wijze bestuurd' kan worden. Men kan wel zeggen dat dit óbk kan als het gezelschap klein is, maar dat kan niet. Ik vind dat de ge meenten in ieder geval ook bij het provinciaal bedrijf een meerderheidsbelang moeten blijven behouden. Wat nu die motie betreft, ik had per soonlijk deze vanavohd' misschien nog niet inge diend, maar ik kan er inkomen dat men stelt dat dit toch wel bijzonder sneu is en moeilijk be grepen zal kunnen worden door een aantal lager geplaatste mensen bij dit bedrijf, die aan deze ontwikkeling helemaal geen schuld hebben en nu ontslagen worden, terwijl degenen die wer kelijk verantwoordelijk zijn maar zonder meer zouden blijven zitten. Ik dacht dat deze mensen eigenlijk zelf de consequenties haddes moeten trekken uit deze gang van zaken en hun zelf functie ter beschikking had moeten stellen. Dan had men nog kunnen zien of de vergadering van aandeelhouders dit zou hebben geaccepteerd. Nu dat niet gebeurd is, dacht ik, moet er toch wel ergens een uitspraak zijn. Er moet dan in de ver gadering van aandeelhouders wel degelijk een voorstel komen, waarin deze zaak aan de orde wordt gesteld en waarover gediscussieerd kan worden. We kunnen nu wel zeggen, we weten nog niets en het zijn nog maar allemaal geruch ten, we weten natuurlijk wel genoeg en het zijn geen geruchten. Deze zaak zit volkomen fout en we weten ook best laten we er geen doekjes om winden wië daarvoor verantwoordelijk is. Dat weten we best. Natuurlijk, juridisch is dat de raad van commissarissen, maar feitelijk is het minstens een gedeelde verantwoordelijkheid van de raad van commissarissen en de directeur. De heer Kaland heeft vorige week in de provinciale staten een uiteenzetting gegeven en als de kran tenverslagen juist zijn en die zijn er heus niet altijd naast, dan heeft hij de directeur van dit bedrijf een dominerende figuur genoemd en op gezag van de heer Kaland wil ik dan wel aan nemen, dat dit zo is. Ik neem dan toch wel aan, dat er hier werkelijk van een gedeelde verant woordelijkheid gesproken kan worden. Mede verantwoordelijk zijn misschien ook het departe ment van Economische Zaken, dat kan best zijn, en mede-verantwoordelijk is zeker de Gedepu teerde, die vanaf' de oprichting van dit bedrijf, in de raad van commissarissen heeft gezeten. U ziet dus wel dat ook het toezicht van Gedepu teerde Staten, op deze wijze uitgeoefend, geen waarborg is voor een juist beleid, dat is wel ge bleken. Dit kan dus op dezelfde manier spelen bij een provinciaal bedrijf, dat uitsluitend, of vrijwel uitsluitend door Gedeputeerde Staten wordt beheerd. Ik zeg nogmaals, ik had mis schien met dit voorstel nog even gewacht, maar nu het er eenmaal ligt, kan ik toch geen vrij heid vinden om er tegen te stemmen. Ik vind dat deze zaak in de vergadering van aandeel houders aan de orde moet komen. De heer De Meijer: Mijnheer de voorzitter, ik wilde nog even ingaan op hetgeen de heer Ber bers zei. Over de hoogte van de gemeentelijke garanties bestonden, zelfs ook in de raad van commissarissen meningsverschillen. U hebt nu een duidelijke uitspraak gedaan, dat hebt U natuurlijk terdege onderzocht en daarover heb ben wij nu wat ons betreft zekerheid. Wat de verdere cijfers betreft, er zijn nog een paar cijfers, die voor mij niet duidelijk waren, maar ik neem aan dat de boeken van de waterleidingmij. in orde zullen zijn, daar twijfel ik geen ogenblik aan. Indien deze eventueel aan een bureau voor onderzoek worden voorgelegd, dan kunnen we binnen een maand absolute duidelijkheid heb ben over alles wat de financiële positie van de waterieidingmij. aangaat. Er moet geen greintje onduidelijkheid meer overblijven, het kan een kwestie van interpretatie en het kan een.kwes- tie van motivering zijn, maar de cijfers spreken een duidelijke taal en daarvoor heeft een goed bureau heus niet langer dan een maand nodig. Ik geloof en daar zou ik sterk op willen aan dringen, dat op de kortst mogelijke termijn een accountantsonderzoek plaats vindt en dat aan de hand daarvan duidelijke en definitieve cijfers worden voorgelegd. Op dat moment kan dan de vergadering van aandeelhouders worden gehou den. Dat kan ongeveer binnen een maand mis schien iets langer of iets korter. Die vergadering heeft dan volledige openheid van stukken. Door accountants moet dit duidelijk van tevoren worden uitgezocht en daaruit zal zonder twijfel een bepaalde mening naar voren komen, waar door wij weten, hoe t.a.v. de directeur, de com- missarisssen, de Gedeputeerde Staten en Econo mische Zaken, de juiste situatie is. Ik geloof, dat daar blijf ik bij door een voorstel tot ont slag van de verantwoordelijke personen, in ieder geval op zijn minst een morele veroordeling wordt uitgesproken voor wat ik nu niet wil noe men een volledig fout beleid maar op zijn minst van een zeer onvoorzichtig beleid, waarbij licht vaardig is omgesprongen met overheidsgelden. Er is natuurlijk ook de verantwoordelijkheid van Economische Zaken. Als Economische Zaken aangedrongen heeft op het beschikbaarstellen op korte termijn van 50 miljoen m3 water per jaar dan is het voor mij zo duidelijk als wat, dat de waterleidingmij. daar tegenover had moe ten stellen: U verlangt dit en wij begrijpen dit verlangen van U, U moet immers de industrie uitbreiding mogelijk maken, maar dan is deze zaak te beschouwen als een stuk infrastructuur, waarover U misschien niet met ons als N.V. kunt praten, maar dan willen wij U uitnodigen dit bij G.S. bij de gemeente Terneuzen of bij de omliggende gemeenten ter sprake te brengen, zodat de zekerheidsstelling, die wij tegenover Uw gerechtvaardigd verlangen moeten stellen om 40 of 50 miljoen m3 water per jaarhier te gaan produceren, daar wordt „overdekt", want de streek als zodanig kan dit niet opbrengen. Dat was op dat moment bij de directie en de commis sarissen, volgens mij, al een heel duidelijke zaak. Want Dow heeft nooit over meer gesproken dan 24 miljoen m3 water. De Voorzitter: Ik zal de vragen in tweede in stantie beantwoorden. Er is gesproken over de verantwoordelijkheid van de raad van commis sarissen en met name over het voorstel. Ik moet er wel een ding bij zeggen en dat is nog niet ge zegd, alhoewel ik dat toch wel verwachtte. Er is natuurlijk een hele reeks mensen die juridisch of moreel verantwoordelijk zijn. Eén instantie is nog steeds niet genoemd en die is ook mede verantwoordelijk, namelijk de aandeelhouders vergadering. Om alle misverstanden te voorkomen, dit slaat niet op de vertegenwoordiger van Ter neuzen, de heer Brakman, die nu vertegenwoor diger is van de gemeente Terneuzen, want die is dat ook nog maar kort. Ik heb dit nog even nagegaan, mijnheer Brakman, opdat ik niet ver keerde mensen iets in hun schoenen schuif. Ik zeg dit er expres bij anders zouden ze U aan zitten te kijken en dat is dus niet juist. Ook de vorige vertegenwoordiger kan men dit niet aanwrijven, want die is er tegen geweest. Het gaat beslist niet over die twee personen, maar wel in het algemeen. Bepaalde voorstellen van de raad van commissarissen zijn in de verga dering: van aandeelhouders geweest, ook deze grote investeringen. Dit voeg ik er dus aan toe, om het helemaal af te ronden. De heer De Meijer: Mijnheer de voorzitter, U zegt dat de investeringen aan de aandeelhou ders zijn voorgelegd. Staat daar iets over in de statuten van deze N.V.? Het is namelijk een ongebruikelijke gang van zaken. Investeringen worden door de directie ter beoordeling voor gelegd aan de raad van commisasrissen. Ik heb nog nergens gezien dat een bepaalde investering alszodanig de goedkeuring van aandeelhouders nodig heeft. De oorzitter: Ik heb niet gesDroken over goedkeuring, maar men was er toch van op de hoogte. Of zij nu individueel precies alles wis ten, laat ik in het midden. Ik laat ook in het midden of er een goede procedure is gevolgd. Wij hebben nu zoveel instanties genoemd, Ge deputeerde Staten, Economische Zaken, de raad van commissarissen, de directeur en een college van wijze mannen dat de laatste jaren adviseer de. Zij hebben allemaal ergens hun plaats ge had, ergens passen zij in het schema en ik wil nu er op wijzen dat er ook nog aandeelhouders zijn geweest, vertegenwoordigers van gemeen ten. Nu heb ik dus zojuist gezegd, ik wil het nog een keer herhalen, dat de huidige raad van com missarissen, naar mijn smaak nog steeds terecht maar dat bent U wel met mij eens, ook een rood licht zag branden. Deze raad van commissaris sen heeft toen ook gezegd wat de heer De Meijer nu stelde, namelijk dat er goede cijfers op tafel moesten komen, oodat men zich een goed oordeel kan vormen. Toen zijn alvast die twee maatregelen genomen, die ik zoëven heb genoemd, t.w. de personeelsstop en geen inves tering meer. Uiteraard is er heus wel een ac countant aan te pas gekomen, terwijl ook het verificatiebureau er aan te pas is gekomen.Ik heb ook in een krant gelezen dat een accountant uit Den Haag een onderzoek had ingesteld en toen belde een journalist hij is niet hier in de zaal, maar dat doet er niet toe mij op, want hij dacht aan fraude. Als je dat zo leest, dan lijkt het daar ook op, maar dat is beslist niet het geval, dat wil ik toch wel even duidelijk stellen. We moeten het niet somberder maken dan het al is, want als men over accountants uit Den Haag begint gaat men al gauw iets „ruiken". Ik wil duidelijk stellen, dat ik niets weet van enige fraude die gepleegd zou zijn. Als er over ac countants wordt gesnroken, moet men dit dus niet dat heeft mijnheer De Meijer ook niet bedoeld, maar ik maak van de gelegenheid ge bruik om dit nu duidelijk te stellen zien met de gedachte aan fraude. De heer De Vos heeft nog een opmerking ge maakt waar ik mij achter wil stellen. Hij heeft gewezen op het karakter van een provinciale N.V. Er zijn twee soorten provinciale bedrijven een tak van dienst, waarop de gemeente geen invloed heeft en de N.V.-vorm, waarin de ge meente tot op zekere hoogte wat in te vertel len heeft. Nu ben ik het natuurlijk met de heer De Vos eens en we zullen daar ook ons best voor doen dat, als de zaak veranderd wordt en hij zal dus wel veranderd worden, de gemeente een zeer bepaalde invloed zal verkrijgen. Het zou zo kunnen worden dat de provincie met alle waardering natuurlijk, de heer De Vos heeft er ook geen kwaad woord van gezegd, dat de provincie 90 van de aandelen heeft en de ge meenten misschien 10 Nu stel ik het heel zwart-wit, maar met iets dergelijks ben ik het helemaal niet eens. Wij moeten er met zijn al len ernstig naar streven, dat de gemeentelijke invloed sterk, niet zwak, maar sterk is en dat niet de provincie de dienst helemaal uitmaakt, daar zou ik beslist niet voor zijn. Dit is een van de punten, die nog aan de orde moeten worden gesteld. De Minister moet zijn zegje zeggen, even als de provincie en de gemeenten. Ik sta dus op het standpunt, ik wil mij me nu niet direct over percentages uitlaten, dat er een sterke invloed van de gemeenten komt en dan niet zodanig ge ring, dat men er maar wat bij zit, want dan kan men net zo goed thuisblijven. Terugkomende op het voorstel, ik heb daar mijn mening al over gezegd. Ik geloof dat het in deze situatie in ieder geval prematuur is om dit nu als opdracht mee te geven aan de vertegenwoordiger, terwijl deze zaak nog in beweging is. Indien nu een verkeer de beslissing op dit gebied zou worden geno men, dan zou ik dit nog wat anders vinden. Al les is nog in beweging en het gaat mij te ver om nu al tegen de vertegenwoordiger te zeg gen, er moet een vergadering komen en dan moet U dit daar voorstellen. Dat gaat mij in deze situatie te ver en ik zou dus een beroep op de heer Huijbrecht willen doen om dit voor stel in te trekken want in deze situatie vind ik het geen goed ding. We kunnen daar van me ning over verschillen, dat geeft natuurlijk niet maar in deze situatie moet ik U dit voorstel ontraden, maar als U dit handhaaft, dat is Uw goed recht natuurlijk, dan moet ik de overige leden van de raad ontraden hier hun stem aan te geven. Mevrouw, mijne heren, het onderwerp is zo uitvoerig mogelijk behandeld en dat is ook goed. Het gaat om belangrijke zaken. Ik breng eerst in stemming het voorstel van de heer Huij brecht. De heer De Meijer: Wanneer is het dan wel opportuun? De Voorzitter: Dat is het probleem. Zojuist heb ik gezegd in het licht van de hele perso neelsbezetting dat ontslag per 1 mei niet kan. Dat is een ernstige zaak, voor iedereen, van hoog tot laag, die daarbij betrokken zijn. De proble men moeten goed worden uitgezocht en dan duurt het desnoods maar iets langer, maar het voornemen moet goed worden uitgevoerd, met deskundige mensen erbij. Dit moet wel zo gauw mogelijk gebeuren, want er is onzekerheid voor de betrokkenen, maar we mogen dit niet forceren en beslissin gen gaan nemen die misschien voor bepaalde mensen wie dan ook, niet verantwoord zouden zijn. Er moet een goede procedure worden met overleg met dè vakbonden en daarvan hangt het dus af hoe lang alles duurt. Er dienen ver antwoorde beslissingen te worden genomen. De heer De Meijer: U zou dus wel akkoord zijn met het naar voren brengen van dit voor stel op het moment dat bekend is welke per soneelsleden, hoeveel en op welke wijze, af moeten vloeien. De Voorzitter: Ik had het zo willen stellen, mijnheer De Meijer, dat, als er iets niet goed gaat, dan weet iedereen dat en dan kan het best zijn dat de raad van Terneuzen een andere mening heeft en dan hebt U natuurlijk via Uw vertegenwoordiger gelegenheid dat aanhangig te maken. Daar heeft de raad het recht toe. U hebt een vertegenwoordiger in de aandeelhou dersvergadering. Wel gaat het om een N.V. die natuurlijk haar eigen verantwoordelijkheid heeft, maar U hebt natuurlijk altijd de gelegen heid. net zo goed als vanavond, om bepaalde zaken aan de orde te stellen. De heer De Meijer: We kunnen er nog aan toevoegen, als derde punt bij het voorstel, dat dit voorstel ter stemming kan komen op het moment dat de afvloeiing van het personeel bekend is. (Zie verder pag. 11) ZATERDAG 27 APRIL 1968 HILVERSUM I: 7.00 Nieuws; 7.10 Het levende woord; 7.15 Ste reo: Klassieke strijkkwartet (gr.); 7.30 Nieuws; 7.32 Actualiteiten; 7.45 Stereo: Moderne kamermuziek (gr.); 8.00 Nieuws; 8.11 Stereo: Gewijde muziek; 8.30 Nieuws; 8.32 Voor de vrouw; 9.15 Muzaiek: gevarieerd muziekprogramma en kunstnieuws; 11.00 Nieuws; 11.02 Leren leven met de oecumene, lezing; 11.17 Solistenkamer: ge sprek met muzikale illustraties; 12.00 Stereo: Country and Western express; 12.14 Marktberichten; 12.16 Overheidsvoorlichting: Ex- portiviteiten. Nieuws, wenken en adviezen op exportgebied; 12.26 Mededelingen voor land- en tuin bouw; 12.30 Nieuws; 12.41 Actua liteiten; 12.50 Zonder grenzen: ru briek over missie en zending; 13.00 Vliegende schijven: verzoekplaten voor onze militairen; 14.00 P.M.: licht programma; 16.30 Franse les; 17.00 Homoeopathie; 17.30 Voor de tieners; 18.30 Nieuws; 18.46 Actua liteiten; 19.05 Stereo: Harmonie orkest; 19.30 Sjook: programma voor de twintiger; 20.00 In ant woord op uw schrijven...: verzoek- platenprogramma; 21.50 Wegen door de wildernis, lezing 22.00 Cursief: een programma dat schuin tegen de dingen aankijkt; 22.30 Nieuws; 22.40 Overweging; 22.45 Goal...: muzikaal sportprogram ma met kommentaren, reportages en gekruide nieuwtjes; 23.55 24.00 Nieuws. HILVERSUM II: 7.00 Nieuws en ochtendgymnatsiek; 7.20 Socialis tisch strijdlied; 7.23 Lichte gram- mofoonmuziek; 7.54 Deze dag; 8.00 Nieuws; 8.11 Van de voorpagina, persoverzicht; 8.15 Z.O. 135: geva rieerd programma; 10.30 Werkge- ven en nemen, veertiendaagse ru briek over arbeid en arbeidsver houdingen; 10.50 Wegwijs: tips voor trips en vakanties; 11.00 Nws; 11.02 Stereo: Licht instrumentaal ensemble; 11.25 Afrikaanse kro niek; 11.45 Stereo: Salonorkest met zangsolist; 12.10 Een nieuw ge luid: jong talent; 12.26 Mededelin gen voor land- en tuinbouw; 12.29 Actueel sportnieuws; 13.00 Nieuws; 13.11 VARA-varia; 13.15 Tijd voor teenagers; 14.00 Uitlaat: program ma voor twintigers; 14.40 Radio Jazzmagazine; 15.00 Wat biedt de mammoetwet uw kind?, lezing; 15.10 Twintig jaar wereldgezond heidsorganisatie, klankbeeld; 15.30 Volksmuziek uit West-Oeganda (opn.); 16.00 Nieuws; 16.02 Zestig jaar jazz!: exotische invloeden in de jazz; 16.30 Moderne operamu ziek (opn.); 17.10 Elektronisch or gelspel; 17.30 Radioweekjournaal; 18.00 Nieuws; 18.16 Commentaar op het nieuws; 18.22 Stereo: Melo dieën-expres: licht gevarieerd mu ziekprogramma; 18.45 Stereo: Feest der herkenning: verzoekpla- tenprogramma van moderne mu ziek; 19.30 Nieuws; 19.35 Artistie ke staalkaart; 20.15 Stereo: Tango rumba orkest en zangsolisten; 20.45 Eddie, m'n zoon, hoorspel; 22.00 Harprecital: klassieke en mo derne muziek; 22.30 Nieuws; 22.40 Loco, een programma zonder mo tief; 23.05 Bis: hoogtepunten uit de programma's van de afgelopen 14 dagen; 23.5524.00 Nieuws. HILVERSUM III: 9.00 Nieuws; 9.02 Djinn: gevarieerd programma (10.00 en 11.00 Nieuws); 12.00 Nieuws; 12.03 Chansons; 13.00 Nieuws; 13.03 Licht instrumentaal sextet en solisten; 13.30 Zuidr.ee- serenade; 14.00 Nieuws; 14.03 T(w)ienerara: magazine voor tie ners; 15.00 Nieuws; 15.03 Halte: programma voor twintigers; 15.30 Country and wester-muziek; 16.00 Nieuws; 16.03 Actualiteiten; 16.07 Licht gevarieerd platennrogram- ma; 17.00 Nieuws; 17.0218.00 Hier en nu, wekelijkse sportshow met lichte grammofoonmuziek. BRUSSEL (Ned. uitz.): 12.00. Nieuws; 12.03 Amusementspro gramma; 12.40 Weerbericht, mede delingen, programma-overzicht en SOS-berichten voor de schippers; 12.45 Lichte muziek; 12.55 Buiten lands persoverzicht; 13.00 Nieuws en weerbericht; 13.15 Gevarieerd proaramma (14.00 en 15.00 Nws); 17.00 Nieuws, weerbericht en me- delingen; 17.10 Noord en zuid; 17.35 Jazz en poëzie; 18.00 Nws; 18.03 Voor de soldaten; 18.28 Paardesportuislagen; 18.30 Franse les; 18.32 Lichte muziek; 18,45 Sportkroniek; 18.52 Taalwenken; 18.55 Lichte muziek; 19.00 Nieuws, weerbericht en radiokroniek; 19.40 Actualiteiten uit de show-business; 20.00 Showprogramma: 21.00 Sportprogramma: 21.45 Nieuws en berichten; 22.00 Internationale jazzquiz 1968 in Stockholm: 23.00 Jazzconcert; 23.402345 Nieuws. TELEVISIEPROGRAMMA'S NEDERLAND I: 13.30—15.00 Teleac: herh. 21 april; 15.15 Lente parade 1968: reportage van het bloemencorso te Lisse; 16.00 Jour naal: 16.01 Onder de loep: post- zegelkroniek; 16.20 Ahbott en Cos- tello, tv-film: Oom Bozzo komt!; 16.4517.30 Zienderogen: pro gramma over de pottenbakkers kunst; 18 50 Pipo de clown: 18 56 Reclame: 19.00 Journaal: 19.03 Re clame; 19 06 Kop on, Swiebertie!: deel 6: Cowboy-Swiep; 19.56 Re clame; 2000 Journaal; 20.16 Re clame; 20.20 In kleur: Wat nou weer?, show; 21.05 In kleur: De gevangene, tv-film; 21.55 Brand alarm, komische eenakter van George S. Kaufman: 22.10 Hier en nu: actualiteiten; 22.35 Evangelie; 22.4022.45 Journaal. (Zie verder pagina 11.)

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1968 | | pagina 9