Gemeenteraad van Terneuzen Burgerlijke stand Loop der bevolking Pagina 6 DINGEMANSE' van donderdag 13 december 1967, te 14 uur l) E VRIJE ZEEUW Maandag 22 Dinsdag 23 Januari 1963 Geweldig, wat een moderne teenerbril kan doenJe ontdekt, hoe totaal anders je kunt zijn. Moderner, vrijer, zelfbewuster. Machtig als je duidelijk ziet hoe er ineens heel anders naar je gekeken wordt. Als je weet, dat je de laatste mode niet aan je voorbij hebt laten gaan. En die oude bril Gewoon, veranderd in een fijne zonnebril. Opticien AXELSESTRAAT 46 - TERNEUZEN TELEFOON 01150-3373 TERNEUZEN Geboren: 10 jan. Janneke Cor nelia, d van Florus C. van de Velde en Dina A. de Meester, won te Axel, Magrette 50; Hans Herman Karei, z. van Ronaldus W. I. M. Agten en Marie J. Wil- laert, Pijnboomstr. 80. 11 jan. Marinuè, z. van Cornelis Schoon- akker en Magdalena P. Doorns, won. te Zaamslag, Griete C 112b; Jacoba Johanna, d. van Johannes A. Faas en Janna T. de Pooter, Nieuwediepstr. 52; Yvo Marcel, z. van Frans C. Provoost en Geertruida P. de Feijter, School plein 17; Bart Ferdinand, z. van Carl F. Gernler en Elizabeth R. Verboom. Vine. v. Goghstr. 18; Johnny, z. van Jozias P. Verstra ten en Debora Verstraten, won. te Axel, Oosterstr. 6. 13 jan. John Margaretha Bernard, z. van Jo seph H. A. T. Adriaansens en Gerarda M. B. Wegman, won. te Westdorpe. Graaf Jansdijk B 161. 14 jan. Anne-Marie, cl. van Iman J. Hartog en Anna M. C. P. de Smet, J. Haydnstr. 22; Patrick George Gudie, z. van Roger J. A. D. de Bouvré, en Maria L. de Boeij. H. Heijermansstr. 73; Es-' titer Jannigje Elizabeth, d. van Hendrik J. Hardeman en Eliza beth van Binsbergen, Koningin- nelaan 19; Sonja Johanna Irena, d. van Gaston J. P. de Deckere en Rena L. R. de Moor, won. te Zaamslag, C 51. 15 jan. Willem Frederik, z. v»n Dirk A. Dekk-r, en Erna M. L. van dor Donck, Vlooswijkstr. 42. 17 jan. Bart Alexander, z. van Johannes S. Verheem en Jacoba A. van Gent, Guido Gezellestr. 1; Maria Jo hanna José Everdina, d. van Pieter A. van Driel en Everdina E. F. C. van Vugt. Mauvestr. 2; Lieuwe Willems, z. van Lieuwe W. de Jong en Suzanna Wijn hoven, Bellamystr. 2. Huwelijksaangiften: 12 jan. Karei J. de Vos, 22 j., jm., won. t.e Zaamslag en Catharina de Jonge, 20 j„ jdi; Pieter G. Hame link, 34 j., geh. gew.. en Dinge- na C. Jansen, 24 j.. jd. 15 jan. Petrus C. Hamelinck, 25 j., jm., won. te Hoofdplaat, en Johanna A. M. Hooijdonk. 23 j., jd. Huwelijksvoltrekkingen: 12 jan. Johannes C. Fieret, 23 j., jm. en Ebrina Meertens, 19 j., jd.; Wim van Driel, 21 j., jm., won. te Zaamslag, en Catharina A. Dek ker, 20 j., jd. Overleden: 11 jan. Mels de Putter. 87 j., geh, gew. 12 jan. Francina W. M. van Langevelde, 82 j., geh. gew. met L. C. Ver- hage. 13 jan. Paulina R. Ploe- gaert, 58 j., echtg. van v. Crae- nenbroeck, won. te Philippine. 14 jan. Adrianus J. Verstraten, 75 j., geh. gew., won. te Oostburg. 16 jan. Tanneke J. Versluijs, 79 j., geh. gew. met J. Herrebout. TERNEUZEN In de week van 11 tot en met 18 januari hebben zich in deze gemeente gevestigd: P. J. Vasseur, Margrietstr. 33, van Cadzand; A. R. Zwikker, Breitnerstr. 93, van Heerlen; A. J. Dekker, Wagnerhof 6, van Kattendijke; P. M. van der Vel- pen, Azaleastr. 9 a/b, van Vogel waarde; H. A. C. Odijk, Maurits- str. 35 (inw.), van Amsterdam! H. van Driel, Kerkhoflaan 15, van Dordrecht; M. G. Paagman, Beethovenhof 12, van Tilburg; M. C. van Overbeeke, van Steen bergenlaan 25a, van Amsterdam; L. C. de Meester, Bachlaan 64, van Zaamslag; P. W. Engler van Boven, Kerkhoflaan 9, van Gent (B.)A. F. J. Schaalje, Leliestr. 32 a/b, van Antwerpen (B.); J. de Feijter, Leliestr. 27, van Axel; R. Mulder, Brahms- laan 20, van Sas van Gent; J. C. Kaijser, Brahmslaan 34, van Vo- el waarde; W. A. Albada. J. v. lennepstr. 79, van Axel. In dezelfde periode zijn ver trokken; P. G. de Bruijne, Axel- sestr. 136, naar Vlissingen; J. Dees, Oostkade 28, naar Ermelo; J. C. du BoisVinke, Kastanje laan 17, naar Breskens; P. G. Geill, Larixstr. 25, naar Capelle a/d IJssel; M. A. Zaman, Nieu we Kerkstr. 17, naar Boekei; J. C. van Amersfoorth, Pijnboom str. 88. naar Hoek; M. Groosman, V errieatstr. 6, naar IJzendJke. Aanwezig: Voorzitter: J. C. Aschoff. Wethouders: M. de Vos, F. N. Berbers en D. Bin- nekamp. Raadsleden: A. C. S. van Breda Vriesman, R. Hol, P. J. Huijbrecht. J. M. Hamelink, H. A. Brakman, W. J. van Driel, M. J, M. van Nispen, mevr. J. M. DoppegieterThiel, H. A. M. A, de Meijer, D. M, Ollebek, D. Moret, A, Ramondt en F. Dieleman. Secretaris: A. J. van Pagee. Afwezig met kennisgeving A. J. Verbrugge. De Voorzitter: Ik open deze vergadering. Me vrouw, mijne heren, het college van burgemees- ster en wethouders stelt voor tot de Provinciale Staten van Zeeland een brief te richten met de volgende inhoud: „Uit persberichten is ons gebleken dat aan Uw college een voorstel is gedaan tot verhoging van de tarieven der veerdiensten over de Wes- terschelde. Wij menen hiertegen, mede in opdracht van de gemeenteraad van Terneuzen, ernstige be zwaren te moeten uiten. Bij vele gelegenheden wordt, ook van de zijde van de regering en het provinciaal bestuur, de noodzaak van integratie van het Deltagebied be nadrukt. met als groeipolen Vlissingen-Oost en de Kanaalzone Terneuzen in het Westerschelde- bekken. In deze stimuleringsgebieden worden enorme investeringen gedaan ten behoeve van de verdere ontwikkeling. Met de gemeenteraad achten wij het beslist onaanvaardbaar, dat de belangrijkste oorzaak welke een integratie als voren bedoeld belemmert, namelijk de aanwezig heid van de veel oponthoud opleverende veer diensten met alle financiële gevolgen van dien, nog zou worden verzwaard door een verhoging van de veertarieven. Wij zijn er ons van bewust, dat deze veer diensten zowel van het Rijk als van de Provincie Zeeland belangrijke investeringen vergen, waar door öe exploitatielasten steeds hoger worden. Niettemin achten wij het zonder meer onjuist, dat dit voor Zeeuwsch-Vlaanderen en voor Zee land zou moeten leiden tot een verhoging van de veertarieven. Elders worden ook aanzienlijke verkeersverbeteringen gerealiseerd dan wel ter hand genomen met evenzeer grote investeringen, vaak echter veel grotere. In die gevallen worden daaraan echter geen soortgelijke financiële con sequenties verbonden, terwijl dit wél het geval is ten aanzien van de veren over de Wester- schelde, in wezen toch een stuk „varende rijks weg'". Naar ons oordeel dient het exploitatietekort der veren, hetwelk immers al belangrijk beperkt wordt door de inning van de huidige veertarie ven, te worden gezien als een alleszins noodza kelijke uitgave op 't gebied van de infrastructuur van het Westerscheldebekken in het algemeen en voor Zeeuwsch-Vlaanderen in het bijzonder, zoals dit evenzeer het geval is met elders in Nederland gemaakte en nog te maken projecten, b.v. tunnels, bruggen, wegen e.d. Een verhoging van de veertarieven zal uit economisch oogpunt de ontwikkeling van dit gebied nadelig beïnvloeden, zo niet in bepaalde sectoren onmogelijk maken. In dit verband is immers al sprake van een achterstelling ten opzichte van overig Nederland. Naast een afwijzing van verhoging van de veertarieven op grond van economische motie ven verdient ook de sociale kant van deze zaak de aandacht. Vele nieuwe inwoners vestigden zich alhier, waardoor het sociale verkeer met andere gedeelten van het land belangrijk is toe genomen, zij het dan dat dit verkeer reeds een ernstige belemmering ondervindt door de veer diensten alszodanig. Deze belemmering zal on getwijfeld nog ernstiger worden indien metter daad tot een verhoging wordt besloten. "Het behoeft voorts geen betoog, dat een en ander bovendien een reden vormt zich niet in Zeeuwsch-Vlaanderen te vestigen. Op grond van het vorenstaande doen wij een ernstig beroep op Uw college om het voorstel tot verhoging van deze tarieven af te wijzen." Deze brief, mevrouw, mijne heren, willen wij richten tot de provinciale staten. Op welke wijze hoop ik straks uiteen te zetten. De heer Hol: Mijnheer de voorzitter, het be hoeft geen betoog dat wij voor 100 achter dit schrijven staan. Er is al heel veel over geschre ven en heel veel over gepraat. Ik zou het hierbij willen laten. Ik wou alleen nog een kleine opmerking ma ken over de redactie. In de brief staat: in wezen toch een stuk „va rende rijksweg". Dat doet op het eerste gezicht een beetje eigenaardig aan. Zouden we er niet beter van kunnen maken „natte rijksweg"? De Voorzitter: Het staat tussen aanhalings tekens de bedoeling is natuurlijk wel duidelijk. Ik zou', als U het tenminste met de strekking eens bent, toch geen veranderingen meer in brengen, want ik zal straks nog zeggen hoe we willen zorgen dat deze brief spoedig op de plaats van bestemming is. De heer Van Breda Vriesman: Mijnheer de voorzitter, ik ben het met dit voorstel eens. Ik sta er helemaal achter, alleen één zin zou eigen lijk weg moeten worden gelaten, namelijk de volgende: „Het behoeft voorts geen betoog dat een en ander bovendien een reden vormt zich niet in Zeeuwsch-Vlaanderen te vestigen". Dat lijkt me een beetje overbodig. Ik geloof dat het ongewenst is dit er in te laten staan. De heer De Meijer: Mijnheer de voorzitter, Na alles, wat er over deze zaak al is geschreven en besproken, behoeven wij hierover niet nog eens uitgebreid te spreken. Het is duidelijk dat wij ons hier volkomen hij aansluiten en wü menen dat de voorstellen, die vanuit Den Haag tot Middelburg zijn ge richt, tot verhoging van de veertarieven, abso luut moeten afgewezen worden. De heer Ramondt: Mijnheer de voorzitter, ik wou graag de inhoud van deze brief, zoals deze vóór ons ligt, onderschrijven. Dit is een zakelijk betoog met daarin vervat de kern waar het om gaat. Ik ben blij dat deze brief in deze vorm aan Provinciale Staten gericht wordt. Ik ben het niet eens met hetgeen opgemerkt werd door de heer Van Breda Vriesman. Ik zou hoogstens een zodanige wijziging willen aanbrengen dat sprake is van een belemmering. Het staat in ieder geval naar mijn mening vast, dat dit het minimum is wat wij hadden moeten schrijven. Tenslotte zou ik U tevens willen vra gen dezelfde brief te richten tot de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De heer Ollebek: Mijnheer de voorzitter, wij kunnen ons volledig verenigen met dit voorstel. De heer Dieleman: Mijnheer de voorzitter, ik kan eveneens volledig akkoord gaan met het het voorstel. De heer Hol: Mijnheer de voorzitter, onze frac tie zou ook willen vragen deze brief tevens te richten aan de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Tot zover kunnen wij ons dus verenigen met het voorstel van de heer Ramondt, maar ik zou ook willen voorstellen deze brief aan de Minister van Verkeer en Waterstaat te zenden. De Voorzitter: Eerst kom ik nog even terug op de vraag van de heer Van Breda Vriesman. U bent het met de strekking dus ook wel eens. Ik doe een beroep op U de inhoud niet te ver anderen, in verband met de haast die er bij is. Als het een principieel verschilpunt was, is het wat anders, maar dat is het dus eigenlijk niet. Namens het college van burgemeester en wet houders kan ik voorts mededelen dat wij er geen enkel bezwaar tegen hebben aan de leden van de Twede Kamer der Staten-Generaal en de Minis, ter hiervan afschriften te doen toekomen. Graag wil ik mijn bijzondere genoegdoening er over uitspreken, eigenlijk hadden wij ook niets anders verwacht, dat de raad unaniem ach ter achter deze brief staat. Het is een belangrijke zaak voor velen, maar zeker voor Zeeuwsch- Vlaanderen. Wij zien hierin een achterstelling van de bewoners van Zeeuwsch-Vlaanderen ten aanzien van die in andere delen van het land en dat staat ook duidelijk in deze brief. Wij menen dat het zeker op de weg ligt van de gemeenteraad van Terneuzen ook in deze zaak een duidelijk standpunt te laten horen. De Staten van Zeeland, waaraan deze brief ge richt is, vergaderen vandaag of morgen, zoals U weet. De bedoeling is, U gaat, neem ik aan, hiermede akkoord, dat wij deze brief direct laten wegbrengen in voldoende exemplaren naar Mid delburg. Afgesproken is dat ieder statenlid be halve de afwezigen uiteraard, maar een daar van vindt hem hier vanmiddag kort na 4 uur dit op de tafel krijgt. Dat is afgesproken met de provinciale griffie. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en' wethouders besloten. 1. Ingekomen stukken. a. verzoek van de Stichting Nederlands Astma Fonds om subsidie; b. verzoek van de directie van het gespro ken weekblad „De Band" om subsidie; c. verzoek van de Oudervereniging „Voor het Zorgenkind" om subsidie; d. verzoek van het Humanistisch Verbond om subsidie ten behoeve van de geeste lijke vorming van de jongeren in militai re dienst; e. verzoek van „De Poolse Oudstrijder" om subsidie; f. verzoek van de Contact-Commissie V.V. V.'s Oost Zeeuwsch Vlaanderen om sub sidie; g. verzoek van de Ammanstichting voor hulp bij hoor- en spraakmoeilijkheden om subsidie; h. diverse verzoeken om subsidie, afkom stig van instellingen o.a. vermeld op een hierbijgaande lijst; i. brief van Gedeputeerde Staten van Zee land inzake 't verlenen van een uitkering in verband met naculculculatie „trend" 1967 aan de secretarissen en ontvangers der gemeenten in Zeeland; j. verzoek van de Raad der Europese Ge meenten om toe te treden tot deze Raad. Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wordt conform de voorstellen besloten. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van de gemeentebegroting 1968 en de begrotingen 1968 van de takken van dienst (t.w. het woningbedrijf, het grondbedrijf, de sociale dienst en de dienst openbare werken). De heer Hol: Mijnheer de voorzitter, namens de fractie van de Partij van de Arbeid zal ik gaarne gebruik maken van de door U geboden gelegenheid tot het houden van algemene be schouwingen. Mijnheer de voorzitter, sinds de laatste jaren heeft Terneuzen, zowel de „kom", als Sluis kil en ook Driewegen een ware gedaantewisse ling ondergaan. U sta mij toe, in kort bestek, even in gedachten in dit nog vrij recente ver leden te vertoeven, We constateren dan, dat zowel het oostelij k- als het westelijk bolwerk met zijn prachtige sta tige bomen zijn verdwenen. In het oostelijk bolwerk, waar destijds de schietbaan was, ver rees, naast een aantal grote bungalows, een fraaie watertoren, waarin een lift, welke de jaar lijks talrijke bezoekers zonder veel inspanning tot boven op het terras brengt, van waaruit men een riant uitzicht heeft op de onvolprezen Wes- terschelde, met zijn drukke scheepvaart. Waar op grote zeekastelen in een schier onafgebroken stroom opgaan en afkomen naar en van Antwer pen, Gent en Terneuzen. Waar men reuzekan jers van zeeschepen verankerd in de zogenaam de put kan aanschouwen, waaruit ladingen wor den overgeslagen in binnenvaartuigen, omdat de sluizen, na 'n technische revolutie in de scheeps bouw, te klein van capaciteit zijn gewórden om deze kolossen te kunnen laten passeren. Inmiddels kwam op de plaats waar vroeger de ijsbaan en het kleine dok van de waterstaat was gelegen, voor reparatie en opslag van reser ve sluisdeuren, een nieuwe binnenvaartsluis gereed, welke omstreeks het eind van deze maand in gebruik zal kunnen worden genomen, nadat de laatste restanten grond van het voormalig westelijk bolwerk zullen zijn weggebaggerd. In de Vlooswijkpolder wordt de laatste hand gelegd aan de grote zeesluis, volgens plan eind december 1968 toegankelijk voor schepen van ruim 50.000 ton. Enorme hoeveelheden grond dienen nog verplaatst te worden om plaats te maken voor de nieuwe grote zeehaven. Op het separatiepunt. aan drie zijden om geven door diep water, werd de Terneuzense scheepswerf gebouwd, waar in de loop der jaren al menig schip van groot tot klein te water werd gelaten en zéér vele reparaties werden uitge voerd. Op het vroegere sportterrein van de H. B. S. verrees aan de Van Steenbergenlaan het moder ne Julianaziekenhuis, dat, evenals het inmiddels uitgebreide St. Elizabethziekenhuis te Sluiskil, in 't kader van onze volksgezondheid reeds zulk een nuttige functie heeft verricht. Op het oude, sinds 1 januari 1850 in gebruik genomen kerkhof, aan de Kerkhoflaan, sloeg na sluiting de in binnen- en buitenland zo bekende Scheepvaart-, Handel- en Industrie Mij de N.V. „De Hoop" haar vleugels verder uit. De Noordstraat, vroeger in de volksmond al gemeen aangeduid als de Langstraat, waarin het vooral bij avond oppassen was bij het passagie ren, vanwege de vele stoepen en stoepjes in di verse afmetingen en hoogten, is in de loop der jaren uitgegroeid tot een modern winkelcentrum dat gezien mag worden. Op een plaats, welke men enkele jaren terug voor onmogelijk had ge houden, zijn de voorbereidingen voor de start van een nieuw winkelcentrum in een vergevor derd stadium. Na de aanwijzing van Terneuzen tot ontwikke- lingskern (april 1959) kwam er in de ontwikke ling met recht een stormachtige tendens. Vele nieuwe bedrijven kwamen het industriële-pa troon verstevigen. Zo nam de grote petro-chemi- sche-industrie Dow Chemical bezit van de Nieuw-Neuzenpolder en beschikt aldaar over niet minder dan 324 ha terrein. Diverse grote boerderijen vielen daaraan ten offer. Inmiddels is gunstig beschikt op 't verzoek van Dow Chemical om uitbreiding in westelijke rich ting, hetgeen tevens 'n grote stimulans betekent voor de verdere industrialisatie, waarbij de werkgelegenheid in Zeeuwsch-Vlaanderen ten zeerste gebaat zal zijn. Zijn wij juist ingelicht, dan zal Dow Chemical in 1968 een aanvang maken met verdere uitbrei ding van haar fabrieken, waarmede een investe ring gemoeid zal zijn van ettelijke tientallen mil joenen guldens. Ter voorziening in de steeds stijgende water behoefte is de PZEM, na samenwerking met de N. V. Industriewaterleiding Mij alhier, even eens in de Nieuw-Neuzenpolder gestart met de bouw van een satellietcentrale annex ontziltings- installatie momenteel nog 's werelds grootste zoetwaterfabriek. Aan de andere kant van Terneuzen, langs de oostzijde van het kanaal van Terneuzen naar Gent, is als eerste de Dordtse Meterfabriek ge start op het terrein voor klein industrie, weldra gevolgd door een verscheidenheid van andere bedrijven en instellingen (o.m. U. T. S. en „De Werkplaats"), zodat ook dit terrein nagenoeg ge heel is volgebouwd. De laatste officiële opening aldaar betrof 't bedrijf van de N.V. Koninklijke Mij. De Schelde op vrijdag 27 oktober 1967, opge zet als 'n service- en reparatiecentrum voor de chemische en petro-chemische industrie in het gehele gebied langs 't kanaal van Terneuzen naar Gent en waarmde 'n investering gemoeid was van ruim IV2 miljoen gulden. In de Oud-Zevenaarpolder startte Philips met een flink en fraai fabriekscomplex voor de ver vaardiging van kleine lampjes en kreeg tevens een groot terrein van deze polder in optie voor eventueel verdere uitbreiding. Dit had tevens tot gevolg dat de bij zovele oud-Terneu- zenaren zo bekende Baandijk vrijwel geheel van de kaart werd geveegd. De Molendijk werd gedeeltelijk afgegraven en maakte plaats voor bungalowbouw. Ook de oude huisjes van de Koedijk zijn van het toneel verdwenen en is er reeds een aanvang gemaakt met de egalisering van dit terrein. Mogelijk kan, het is slechts een suggestie, een gedeelte daarvan bestemd worden als parkeerterrein, mede met het oog op het gereedkomen in 1969 van het nieuwe lyceum annex cultureel-centrum in de Zuidlandstraat. Waar eertijds de kolenschuren van Rompu stonden verrees het grote rijkskantoren- gebouw, huisvesting biedende voor respectieve lijk de belastingdiensten, rijkswaterstaat en arbeidsbureau. In 't verlengde daarvan vordert gestaag de bouw van een nieuw politiebureau. In het kader van de woningbouw c.q. uitvoe ring van grote infrastructurele werken moesten ook vele ten zuiden van Terneuzen staande boerderijen, grote zowel als middelgrote en klei ne, het veld ruimen. Waar eertijds de hoeve van Huijssende Bruijne stond, verrees het bejaardencentrum „De Blide" met vijver. Verder vielen onder meer ten offer aan de uitbreidingen de hofsteden ,,'t Zwaantje," „Landbouwerslust" en „Oude- landse hoeve"( alle in de Zuidlandpolder en in de Zeven Trinitespolder; de boerderijen van De Kubber en Verstraten, in de Oud-Zevenaarpol der de hofstede van de Gebrs. Dieleman en ver der „Zeldenrust", „Vredelust" en van A. van Hoeve. Ook het zo bekende (en beruchte) Donker straatje en de Catspolderdijk zijn van het toneel verdwenen, evenals, na demping van de ooste lijke rijkswaterleiding, het brugje naar Othene (Noten), terwijl op de nominatie staat om'te verdwijnen het Esschebrugje, in de omgeving waarvan het bejaardencentrum „Bachten Dieke" verrees. Gebruik makende van het tracé van de Cats polderdijk werd een fraaie dubbelbaansweg aan. gelegd, welke vooral het nieuwe Terneuzen- Zuid 'n nuttige ontsluiting geeft, doch waarvan het grootst mogelijke rendement slechts zal zijn verkregen als dit wegvak zowel naar het zuiden als naar het noorden zal worden doorgetrokken. Als compensatie voor het verdwenen groen van oostelijk- en westelijk bolwerk werd het zuidersportpark aangelegd, dat in een grote be hoefte aan sportaccomodatie voorziet en tevens door velen benut wordt als wandelpark. Vooral voor kinderen vormt het daarin gelegen herten kamp een grote attractie. In een gedeelte van dit park werd tevens aan gelegd de jeugdverkeerstuin. Achter dit sport park verrees een nieuwe wijk van ééngezins woningen en bungalows, in de volksmond „het Amerikaanse dorp" geheten. In de voormalige Oesterputten (Noordpolder) werd op 17 mei 1963 het modern geoutilleerde zwembad geopend, dat voldoet aan alle inter nationale eisen. In de Zuidlandpolder, onder meer op de plaats waar Terneuzen meer dan vijf eeuwen lang zijn doden begroef en zich de restanten moeten be vinden van de Triniteitskerk uit het grijze ver leden, verrezen flats en woningen met platte daken. Vanwege deze platte daken wordt deze wijk in de volksmond wel „Tel-Aviv" genoemd. Een fraaie dubbelbaansweg, met 's avonds een feestelijke verlichting, baant zich hierlangs. Nog vele andere bouwplannen konden wor den gerealiseerd of wachten op uitvoering. De gedaantewisseling van Terneuzen zal ech ter eerst volledig zijn, als straks de kanaal- en sluiswerken geheel zullen zijn voltooid, de Axel. sebrug reeds zeer binnenkort zal zijn ver dwenen, het vissershaventje is gedempt, alsmede een gedeelte van de oostelijke buitenhaven, de middensluis en de middenkanaalarm. Als straks de verbindingswegen zodanig zijn geconstrueerd, dat de vele wachturen voor de bruggen tot het verleden zullen behoren. Te Sluiskil vielen ruim 150 woningen en andere gebouwen ten offer aan de verbreding van het kanaal van Terneuzen naar Gent. Nu is het zó. dat bij avond de verlichting van het St. Elisabethziekenhuis annex verpleegstershuis zich weerspiegelt in het van 75 tot 150 meter ver brede kanaal. Een nieuw sportveld kwafn gereed en een nieuw winkelcentrum kwam van de grond. Ten noorden van Sluiskil nadert de afbouw van de nieuwe brug haar voltooiing, terwijl de oude „Minister Lelybrug" van het toneel zal verdwij nen. Een rijkspont zal de taak van de brug ge deeltelijk overnemen om de werkers van West naar de grote fabrieken aan de Oostzijde te bren gen, v.v. Aansluitende wegen over de nieuwe brug vorderen gestaag. Voor de bewegwijzering heeft de A. N. W. B. reeds vroegtijdig contacten ge legd en plannen uitgewerkt in samenwerking met de daartoe geëigende instanties, als het ge meente bestuur, de rijks- en provinciale water- meentebestuur, de rijks- en provinciale water wijzers worden geplaatst. Blijkens het voorontwerp van het nieuwe rijkswegenplan ligt het in de bedoeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat het wegvak HoekSluiskil daarin op te nemen. Het wordt dus een rijksweg. Kan het college van burgemeester en wethou ders eventueel in samenwerking met het college te Hoek, bevorderen dat, nu de kans bestaat dat de nieuwe brug over 't kanaal omstreeks maart 1968 voor het verkeer zal worden opengesteld, de Minister van Verkeer en Waterstaat spoedig opdracht geeft tot aanleg van dit wegvak? Onder Driewegen kwam de nieuwe grote vei ling gereed en verrezen er op het droog-indus- trieterrein enkele bedrijven. Ook een aantal woningen te Driewegen zal- ten offer vallen aan het doortrekken van een nieuw wegvak. Een voorstel van uw college tot aankoop van een tweetal percelen komt nog in deze zitting aan de orde. Mijnheer de' voorzitter, vanzelfsprekend is het mij niet gelukt alles uitputtend te memo reren. Maar dat is ook de bedoeling niet. De korte zin van de lange rede laat zich als volgt' samenvatten: In het kader van de industrialisatie zou, on danks het zéér vele dat in luttele jaren tot stand werd gebracht, mede gelet op de plannen welke ook de rijksoverheid blijkens haar zee havennota en nota ruimtelijke ordening heeft, nog slechts gesproken dienen te worden van een aanzet, zij het een belangrijke. Gelet op de vele honderden miljqenen die in kort tijdsbestek in Terneuzen zijn geïnvesteerd, waarvan een belangrijk deel afkomstig uit de particuliere sector, zou men m.i. gerust kunnen, stellen „Terneuzen Gouden Stad, in Gouden Delta 1". Ik weet het, het klinkt wellicht wat theatraal doch de kern van waarheid schuilt er m.i. wel in. Als nu dit goud wordt aangewend om de welvaart, doch vooral het welzijn te be vorderen van allen, zijn we o.i. op de goede weg. Doch ook voor de gemeente Terneuzen geldt, dat voor de verdere op- en uitbouw de eigen middelen ontoereikend zijn. Zo zullen voor de uitvoering van kostbare infrastructurele wer ken belangrijke financiële bijdragen van het Rijk nodig zijn. Na voorgaande opmerkingen, meestal van al gemene aard, kom ik thans tot de vóór ons lig gende ontwerp-begrotingen. Allerwege in den lande kampen talrijke ge meenten met een groot gebrek aan financierings middelen ter voorziening in de uitvoering van soms zéér urgente plannen. Plannen welke er veelal op gericht zijn het welzijn der ingezete nen op zo velerlei terrein te bevorderen. Er komt veel stuurmanskunst aan te pas het beleid zodanig uit te stippelen, dat met de soms schaars ter beschikking komende middelen een zo hoog mogelijk rendement wordt verkregen. Dat is niet altijd 'n gemakkelijke zaak. Meestal wordt 't, gewild of niet, 'n kwestie van prioritei ten. Voor het feit, dat, ondanks de vele zorgen van financiële aard, het college van burgemeester en wethouders toch kans heeft gezien, evenals 't vorig jaar, de raad voor 1968 een sluitende ontwerp-begroting aan te bieden, heeft onze onze fractie veel waardering. Toch zijn wij benieuwd of het «al gelukken deze sluitend te houden. Immers vele urgente zaken wachten nog op aanpak en kunnen slechts van start gaan, zodra er financieringsmiddelen beschikbaar komen. En dat laatste is een penibele zaak. Wil de gemeente n.l, in aanmerking komen voor een aanvullende uitkering uit het gemeentefonds, dan is één van de voorwaarden dat de plaatselijke belastingen worden opgetrokken tot de hoogte die de Minis ter van Binnenlandse Zaken noodzakelijk achL En naar het zich laat aanzien zullen ook wij daar noodgedwongen niet aan kunnen ontko- men, getuige onder meer de voorstellen terzake* welke ook in deze zitting van de raad nog ill behandeling zullen komen. Toch zouden wij naar aanleiding van het stel len van 's ministers eis de volgende kantteke ning willen plaatsén. Uiteraard dienen ook wjj oog te hebben voor het feit, dat de rijksoverheid eveneens met financiële zorgen kampt. Maar indien de meerderheid in "g Landsverga- derzaal enerzijds verlaging van rijksbelastin gen voorstond, doch anderzijds blijkbaar tole reert dat via de gemeentelijke achterdeur die belastingen toch weer worden binnengehaald, dan is onze fractie van mening dat dit een wei nig gelukkige correctie is en ''in* feite, op het gebied van belastingheffing de klok ach teruit zetten. Tevens vragen wij ons af of op dit punt de rijksoverheid wel uniforme eisen stelt aan de diverse gemeenten. Indien we b.v. letten op het tekort op de begroting van Neerlands hoofdstad, dat circa 94,1 miljoen gulden beloopt, en we lezen dan in de krant dat aldaar geen rioolbelas ting wordt geheven, terwijl de rijksoverheid van andere gemeenten welke in aanmerking wil len komen voor een extra-uitkering uit het ge meentefonds verlangt, welke nota bene een sluitende of nagenoeg sluitende begroting heb ben, deze rioolbelasting op te voeren tot een plafond van gemiddeld 100,— per aansluitende woning, dan vragen wij ons toch af of dit niet in strijd is met een zo rechtvaardig mogelijke en billijke lastenverdeling. Hetzelfde kan ons inziens gezegd worden van de grote verschillen in de vergoedingen die het rijk verleend voor verschillende gemeenten, in de kosten van onderhoud, verlichting, verwar ming enz. van de scholen, voor welke versohil- len een indeling in klasse mede debet is. Het gaat hier om verschillen van circa 500,— tot 700,per lokaal, al naar de gemeente ïi ingedeeld in de le, 2e of 3e klasse. De vraag werpt zich op of deze indeling naar klasse geen verouderd systeem is en nog wel past in onze moderne samenleving, In de vóór ons liggende begrotingen komen ons inziens wel enkele posten voor, welke aè uiterste waakzaamheid vergen, doch waarop' straks bij de postgewijze behandeling daarvan gaarne nog nader zullen terugkomen. Wat de algemene beleidspunten betreft lou den wij gaarne uw aandacht willen vragen voor het volgende; Industrialisatie en havenontwikkeling Kan het college mededelen of door de Minis ter van Verkeer en Waterstaat toegezegde be spreking tussen de toekomstige partners in haf havenschap Terneuzen al heeft plaatsgevonden om de opmerkingen, welke ten aanzien van de ontwerpwet en de ontwerp-gemeenschappeljjko regeling zijn te maken, te behandelen? Nu in de stukken betreffende het havenschap allerwege op spoed van behandeling werd aan gedrongen, spreken wij de verwachting uif dat deze nu al zo lang slepende zaak met voortva rendheid verder zal worden behandeld. Wat de havenaccomodatie zelf betreft, vragen wij ons af of wel gewacht kan worden tot w zaak van het havenschap rond is. Met name willen wij wijzen op de wel zéér povere verlichting van de havens en het ont breken bij avond van verlichte naamsaanduidin. gen van de diverse havens. 1 Volgens de Antwerpse-plannen zou het in de bedoeling liggen een nieuw kanaal aan te leggen van de linkeroever van de Westerschelde naar Baalhoek. Vindt uw ooilege dit een juiste plaats? Zou het geen aanbeveling verdienen dit kanaal uit te laten komen ten oosten van Ter neuzen, opdat een groot deel van Zeeuwsch- Vlaanderen hiervan kan profiteren? Onze fractie is van mening, dat voor de ont wikkeling van zeehavenindustrieterreinen de regering, in het kader van haar zeehavenbeleid, onder meer de gemeente Terneuzen extra bé dragen beschikbaar dient te stellen. Bestaat bij uw college de verwachting, dat nog vóór het openstellen van de nieuwe zeesluis ter plaatse (omstreeks eind december 1968) de Ze> venaarshaven uitgediept zal worden tot 10 metei -NAP (momenteel 8,75 meter-N AP)? Volgens persberichten hoopt de Minister var Verkeer en Waterstaat, dat In het voorjaar van 1968 het tracé yoor de vaste verbinding ondef en/of boven de Westerschelde «al kunnen wor den aangewezen. Kan uw college ons terzake nader informeren? I

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1968 | | pagina 8