Gemeenteraad van Terneuzen
Burgerlijke stand
Loop der bevolking
Pagina 6
DINGEMANSE'
van donderdag 13 december 1967, te 14 uur
l) E VRIJE ZEEUW
Maandag 22 Dinsdag 23 Januari 1963
Geweldig, wat een moderne
teenerbril kan doenJe ontdekt,
hoe totaal anders je kunt zijn.
Moderner, vrijer, zelfbewuster.
Machtig als je duidelijk ziet hoe
er ineens heel anders naar je
gekeken wordt. Als je weet, dat
je de laatste mode niet aan je
voorbij hebt laten gaan. En die
oude bril Gewoon, veranderd in
een fijne zonnebril.
Opticien
AXELSESTRAAT 46 - TERNEUZEN
TELEFOON 01150-3373
TERNEUZEN
Geboren: 10 jan. Janneke Cor
nelia, d van Florus C. van de
Velde en Dina A. de Meester,
won te Axel, Magrette 50; Hans
Herman Karei, z. van Ronaldus
W. I. M. Agten en Marie J. Wil-
laert, Pijnboomstr. 80. 11 jan.
Marinuè, z. van Cornelis Schoon-
akker en Magdalena P. Doorns,
won. te Zaamslag, Griete C 112b;
Jacoba Johanna, d. van Johannes
A. Faas en Janna T. de Pooter,
Nieuwediepstr. 52; Yvo Marcel,
z. van Frans C. Provoost en
Geertruida P. de Feijter, School
plein 17; Bart Ferdinand, z. van
Carl F. Gernler en Elizabeth R.
Verboom. Vine. v. Goghstr. 18;
Johnny, z. van Jozias P. Verstra
ten en Debora Verstraten, won.
te Axel, Oosterstr. 6. 13 jan. John
Margaretha Bernard, z. van Jo
seph H. A. T. Adriaansens en
Gerarda M. B. Wegman, won. te
Westdorpe. Graaf Jansdijk B 161.
14 jan. Anne-Marie, cl. van Iman
J. Hartog en Anna M. C. P. de
Smet, J. Haydnstr. 22; Patrick
George Gudie, z. van Roger J.
A. D. de Bouvré, en Maria L. de
Boeij. H. Heijermansstr. 73; Es-'
titer Jannigje Elizabeth, d. van
Hendrik J. Hardeman en Eliza
beth van Binsbergen, Koningin-
nelaan 19; Sonja Johanna Irena,
d. van Gaston J. P. de Deckere
en Rena L. R. de Moor, won. te
Zaamslag, C 51. 15 jan. Willem
Frederik, z. v»n Dirk A. Dekk-r,
en Erna M. L. van dor Donck,
Vlooswijkstr. 42. 17 jan. Bart
Alexander, z. van Johannes S.
Verheem en Jacoba A. van Gent,
Guido Gezellestr. 1; Maria Jo
hanna José Everdina, d. van
Pieter A. van Driel en Everdina
E. F. C. van Vugt. Mauvestr. 2;
Lieuwe Willems, z. van Lieuwe
W. de Jong en Suzanna Wijn
hoven, Bellamystr. 2.
Huwelijksaangiften: 12 jan.
Karei J. de Vos, 22 j., jm., won.
t.e Zaamslag en Catharina de
Jonge, 20 j„ jdi; Pieter G. Hame
link, 34 j., geh. gew.. en Dinge-
na C. Jansen, 24 j.. jd. 15 jan.
Petrus C. Hamelinck, 25 j., jm.,
won. te Hoofdplaat, en Johanna
A. M. Hooijdonk. 23 j., jd.
Huwelijksvoltrekkingen: 12 jan.
Johannes C. Fieret, 23 j., jm. en
Ebrina Meertens, 19 j., jd.; Wim
van Driel, 21 j., jm., won. te
Zaamslag, en Catharina A. Dek
ker, 20 j., jd.
Overleden: 11 jan. Mels de
Putter. 87 j., geh, gew. 12 jan.
Francina W. M. van Langevelde,
82 j., geh. gew. met L. C. Ver-
hage. 13 jan. Paulina R. Ploe-
gaert, 58 j., echtg. van v. Crae-
nenbroeck, won. te Philippine. 14
jan. Adrianus J. Verstraten, 75
j., geh. gew., won. te Oostburg.
16 jan. Tanneke J. Versluijs, 79
j., geh. gew. met J. Herrebout.
TERNEUZEN
In de week van 11 tot en met
18 januari hebben zich in deze
gemeente gevestigd:
P. J. Vasseur, Margrietstr. 33,
van Cadzand; A. R. Zwikker,
Breitnerstr. 93, van Heerlen; A.
J. Dekker, Wagnerhof 6, van
Kattendijke; P. M. van der Vel-
pen, Azaleastr. 9 a/b, van Vogel
waarde; H. A. C. Odijk, Maurits-
str. 35 (inw.), van Amsterdam!
H. van Driel, Kerkhoflaan 15,
van Dordrecht; M. G. Paagman,
Beethovenhof 12, van Tilburg;
M. C. van Overbeeke, van Steen
bergenlaan 25a, van Amsterdam;
L. C. de Meester, Bachlaan 64,
van Zaamslag; P. W. Engler
van Boven, Kerkhoflaan 9, van
Gent (B.)A. F. J. Schaalje,
Leliestr. 32 a/b, van Antwerpen
(B.); J. de Feijter, Leliestr. 27,
van Axel; R. Mulder, Brahms-
laan 20, van Sas van Gent; J. C.
Kaijser, Brahmslaan 34, van Vo-
el waarde; W. A. Albada. J. v.
lennepstr. 79, van Axel.
In dezelfde periode zijn ver
trokken; P. G. de Bruijne, Axel-
sestr. 136, naar Vlissingen; J.
Dees, Oostkade 28, naar Ermelo;
J. C. du BoisVinke, Kastanje
laan 17, naar Breskens; P. G.
Geill, Larixstr. 25, naar Capelle
a/d IJssel; M. A. Zaman, Nieu
we Kerkstr. 17, naar Boekei; J.
C. van Amersfoorth, Pijnboom
str. 88. naar Hoek; M. Groosman,
V errieatstr. 6, naar IJzendJke.
Aanwezig:
Voorzitter: J. C. Aschoff.
Wethouders: M. de Vos, F. N. Berbers en D. Bin-
nekamp.
Raadsleden: A. C. S. van Breda Vriesman, R. Hol,
P. J. Huijbrecht. J. M. Hamelink, H. A.
Brakman, W. J. van Driel, M. J, M. van
Nispen, mevr. J. M. DoppegieterThiel,
H. A. M. A, de Meijer, D. M, Ollebek, D.
Moret, A, Ramondt en F. Dieleman.
Secretaris: A. J. van Pagee.
Afwezig met kennisgeving A. J. Verbrugge.
De Voorzitter: Ik open deze vergadering. Me
vrouw, mijne heren, het college van burgemees-
ster en wethouders stelt voor tot de Provinciale
Staten van Zeeland een brief te richten met de
volgende inhoud:
„Uit persberichten is ons gebleken dat aan
Uw college een voorstel is gedaan tot verhoging
van de tarieven der veerdiensten over de Wes-
terschelde.
Wij menen hiertegen, mede in opdracht van
de gemeenteraad van Terneuzen, ernstige be
zwaren te moeten uiten.
Bij vele gelegenheden wordt, ook van de zijde
van de regering en het provinciaal bestuur, de
noodzaak van integratie van het Deltagebied be
nadrukt. met als groeipolen Vlissingen-Oost en
de Kanaalzone Terneuzen in het Westerschelde-
bekken. In deze stimuleringsgebieden worden
enorme investeringen gedaan ten behoeve van
de verdere ontwikkeling. Met de gemeenteraad
achten wij het beslist onaanvaardbaar, dat de
belangrijkste oorzaak welke een integratie als
voren bedoeld belemmert, namelijk de aanwezig
heid van de veel oponthoud opleverende veer
diensten met alle financiële gevolgen van dien,
nog zou worden verzwaard door een verhoging
van de veertarieven.
Wij zijn er ons van bewust, dat deze veer
diensten zowel van het Rijk als van de Provincie
Zeeland belangrijke investeringen vergen, waar
door öe exploitatielasten steeds hoger worden.
Niettemin achten wij het zonder meer onjuist,
dat dit voor Zeeuwsch-Vlaanderen en voor Zee
land zou moeten leiden tot een verhoging van
de veertarieven. Elders worden ook aanzienlijke
verkeersverbeteringen gerealiseerd dan wel ter
hand genomen met evenzeer grote investeringen,
vaak echter veel grotere. In die gevallen worden
daaraan echter geen soortgelijke financiële con
sequenties verbonden, terwijl dit wél het geval
is ten aanzien van de veren over de Wester-
schelde, in wezen toch een stuk „varende rijks
weg'".
Naar ons oordeel dient het exploitatietekort
der veren, hetwelk immers al belangrijk beperkt
wordt door de inning van de huidige veertarie
ven, te worden gezien als een alleszins noodza
kelijke uitgave op 't gebied van de infrastructuur
van het Westerscheldebekken in het algemeen
en voor Zeeuwsch-Vlaanderen in het bijzonder,
zoals dit evenzeer het geval is met elders in
Nederland gemaakte en nog te maken projecten,
b.v. tunnels, bruggen, wegen e.d.
Een verhoging van de veertarieven zal uit
economisch oogpunt de ontwikkeling van dit
gebied nadelig beïnvloeden, zo niet in bepaalde
sectoren onmogelijk maken.
In dit verband is immers al sprake van een
achterstelling ten opzichte van overig Nederland.
Naast een afwijzing van verhoging van de
veertarieven op grond van economische motie
ven verdient ook de sociale kant van deze zaak
de aandacht. Vele nieuwe inwoners vestigden
zich alhier, waardoor het sociale verkeer met
andere gedeelten van het land belangrijk is toe
genomen, zij het dan dat dit verkeer reeds een
ernstige belemmering ondervindt door de veer
diensten alszodanig. Deze belemmering zal on
getwijfeld nog ernstiger worden indien metter
daad tot een verhoging wordt besloten.
"Het behoeft voorts geen betoog, dat een en
ander bovendien een reden vormt zich niet in
Zeeuwsch-Vlaanderen te vestigen.
Op grond van het vorenstaande doen wij een
ernstig beroep op Uw college om het voorstel tot
verhoging van deze tarieven af te wijzen."
Deze brief, mevrouw, mijne heren, willen wij
richten tot de provinciale staten. Op welke wijze
hoop ik straks uiteen te zetten.
De heer Hol: Mijnheer de voorzitter, het be
hoeft geen betoog dat wij voor 100 achter dit
schrijven staan. Er is al heel veel over geschre
ven en heel veel over gepraat. Ik zou het hierbij
willen laten.
Ik wou alleen nog een kleine opmerking ma
ken over de redactie.
In de brief staat: in wezen toch een stuk „va
rende rijksweg". Dat doet op het eerste gezicht
een beetje eigenaardig aan. Zouden we er niet
beter van kunnen maken „natte rijksweg"?
De Voorzitter: Het staat tussen aanhalings
tekens de bedoeling is natuurlijk wel duidelijk.
Ik zou', als U het tenminste met de strekking
eens bent, toch geen veranderingen meer in
brengen, want ik zal straks nog zeggen hoe we
willen zorgen dat deze brief spoedig op de plaats
van bestemming is.
De heer Van Breda Vriesman: Mijnheer de
voorzitter, ik ben het met dit voorstel eens. Ik
sta er helemaal achter, alleen één zin zou eigen
lijk weg moeten worden gelaten, namelijk de
volgende:
„Het behoeft voorts geen betoog dat een en
ander bovendien een reden vormt zich niet in
Zeeuwsch-Vlaanderen te vestigen".
Dat lijkt me een beetje overbodig. Ik geloof
dat het ongewenst is dit er in te laten staan.
De heer De Meijer: Mijnheer de voorzitter,
Na alles, wat er over deze zaak al is geschreven
en besproken, behoeven wij hierover niet nog
eens uitgebreid te spreken.
Het is duidelijk dat wij ons hier volkomen
hij aansluiten en wü menen dat de voorstellen,
die vanuit Den Haag tot Middelburg zijn ge
richt, tot verhoging van de veertarieven, abso
luut moeten afgewezen worden.
De heer Ramondt: Mijnheer de voorzitter, ik
wou graag de inhoud van deze brief, zoals deze
vóór ons ligt, onderschrijven. Dit is een zakelijk
betoog met daarin vervat de kern waar het om
gaat. Ik ben blij dat deze brief in deze vorm aan
Provinciale Staten gericht wordt. Ik ben het niet
eens met hetgeen opgemerkt werd door de
heer Van Breda Vriesman. Ik zou hoogstens een
zodanige wijziging willen aanbrengen dat sprake
is van een belemmering.
Het staat in ieder geval naar mijn mening vast,
dat dit het minimum is wat wij hadden moeten
schrijven. Tenslotte zou ik U tevens willen vra
gen dezelfde brief te richten tot de leden van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De heer Ollebek: Mijnheer de voorzitter, wij
kunnen ons volledig verenigen met dit voorstel.
De heer Dieleman: Mijnheer de voorzitter, ik
kan eveneens volledig akkoord gaan met het
het voorstel.
De heer Hol: Mijnheer de voorzitter, onze frac
tie zou ook willen vragen deze brief tevens te
richten aan de leden van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal. Tot zover kunnen wij ons dus
verenigen met het voorstel van de heer Ramondt,
maar ik zou ook willen voorstellen deze brief
aan de Minister van Verkeer en Waterstaat te
zenden.
De Voorzitter: Eerst kom ik nog even terug
op de vraag van de heer Van Breda Vriesman.
U bent het met de strekking dus ook wel eens.
Ik doe een beroep op U de inhoud niet te ver
anderen, in verband met de haast die er bij is.
Als het een principieel verschilpunt was, is het
wat anders, maar dat is het dus eigenlijk niet.
Namens het college van burgemeester en wet
houders kan ik voorts mededelen dat wij er geen
enkel bezwaar tegen hebben aan de leden van de
Twede Kamer der Staten-Generaal en de Minis,
ter hiervan afschriften te doen toekomen.
Graag wil ik mijn bijzondere genoegdoening
er over uitspreken, eigenlijk hadden wij ook
niets anders verwacht, dat de raad unaniem ach
ter achter deze brief staat. Het is een belangrijke
zaak voor velen, maar zeker voor Zeeuwsch-
Vlaanderen. Wij zien hierin een achterstelling
van de bewoners van Zeeuwsch-Vlaanderen ten
aanzien van die in andere delen van het land
en dat staat ook duidelijk in deze brief. Wij
menen dat het zeker op de weg ligt van de
gemeenteraad van Terneuzen ook in deze zaak
een duidelijk standpunt te laten horen.
De Staten van Zeeland, waaraan deze brief ge
richt is, vergaderen vandaag of morgen, zoals
U weet. De bedoeling is, U gaat, neem ik aan,
hiermede akkoord, dat wij deze brief direct laten
wegbrengen in voldoende exemplaren naar Mid
delburg. Afgesproken is dat ieder statenlid be
halve de afwezigen uiteraard, maar een daar
van vindt hem hier vanmiddag kort na 4 uur
dit op de tafel krijgt. Dat is afgesproken met
de provinciale griffie.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform
het voorstel van burgemeester en' wethouders
besloten.
1. Ingekomen stukken.
a. verzoek van de Stichting Nederlands
Astma Fonds om subsidie;
b. verzoek van de directie van het gespro
ken weekblad „De Band" om subsidie;
c. verzoek van de Oudervereniging „Voor
het Zorgenkind" om subsidie;
d. verzoek van het Humanistisch Verbond
om subsidie ten behoeve van de geeste
lijke vorming van de jongeren in militai
re dienst;
e. verzoek van „De Poolse Oudstrijder" om
subsidie;
f. verzoek van de Contact-Commissie V.V.
V.'s Oost Zeeuwsch Vlaanderen om sub
sidie;
g. verzoek van de Ammanstichting voor
hulp bij hoor- en spraakmoeilijkheden
om subsidie;
h. diverse verzoeken om subsidie, afkom
stig van instellingen o.a. vermeld op een
hierbijgaande lijst;
i. brief van Gedeputeerde Staten van Zee
land inzake 't verlenen van een uitkering
in verband met naculculculatie „trend"
1967 aan de secretarissen en ontvangers
der gemeenten in Zeeland;
j. verzoek van de Raad der Europese Ge
meenten om toe te treden tot deze Raad.
Zonder bespreking en hoofdelijke stemming
wordt conform de voorstellen besloten.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders
tot vaststelling van de gemeentebegroting
1968 en de begrotingen 1968 van de takken
van dienst (t.w. het woningbedrijf, het
grondbedrijf, de sociale dienst en de dienst
openbare werken).
De heer Hol: Mijnheer de voorzitter, namens
de fractie van de Partij van de Arbeid zal ik
gaarne gebruik maken van de door U geboden
gelegenheid tot het houden van algemene be
schouwingen.
Mijnheer de voorzitter, sinds de laatste jaren
heeft Terneuzen, zowel de „kom", als Sluis
kil en ook Driewegen een ware gedaantewisse
ling ondergaan. U sta mij toe, in kort bestek,
even in gedachten in dit nog vrij recente ver
leden te vertoeven,
We constateren dan, dat zowel het oostelij k-
als het westelijk bolwerk met zijn prachtige sta
tige bomen zijn verdwenen. In het oostelijk
bolwerk, waar destijds de schietbaan was, ver
rees, naast een aantal grote bungalows, een
fraaie watertoren, waarin een lift, welke de jaar
lijks talrijke bezoekers zonder veel inspanning
tot boven op het terras brengt, van waaruit men
een riant uitzicht heeft op de onvolprezen Wes-
terschelde, met zijn drukke scheepvaart. Waar
op grote zeekastelen in een schier onafgebroken
stroom opgaan en afkomen naar en van Antwer
pen, Gent en Terneuzen. Waar men reuzekan
jers van zeeschepen verankerd in de zogenaam
de put kan aanschouwen, waaruit ladingen wor
den overgeslagen in binnenvaartuigen, omdat de
sluizen, na 'n technische revolutie in de scheeps
bouw, te klein van capaciteit zijn gewórden om
deze kolossen te kunnen laten passeren.
Inmiddels kwam op de plaats waar vroeger
de ijsbaan en het kleine dok van de waterstaat
was gelegen, voor reparatie en opslag van reser
ve sluisdeuren, een nieuwe binnenvaartsluis
gereed, welke omstreeks het eind van deze maand
in gebruik zal kunnen worden genomen, nadat
de laatste restanten grond van het voormalig
westelijk bolwerk zullen zijn weggebaggerd.
In de Vlooswijkpolder wordt de laatste hand
gelegd aan de grote zeesluis, volgens plan eind
december 1968 toegankelijk voor schepen van
ruim 50.000 ton. Enorme hoeveelheden grond
dienen nog verplaatst te worden om plaats te
maken voor de nieuwe grote zeehaven.
Op het separatiepunt. aan drie zijden om
geven door diep water, werd de Terneuzense
scheepswerf gebouwd, waar in de loop der jaren
al menig schip van groot tot klein te water werd
gelaten en zéér vele reparaties werden uitge
voerd.
Op het vroegere sportterrein van de H. B. S.
verrees aan de Van Steenbergenlaan het moder
ne Julianaziekenhuis, dat, evenals het inmiddels
uitgebreide St. Elizabethziekenhuis te Sluiskil,
in 't kader van onze volksgezondheid reeds zulk
een nuttige functie heeft verricht.
Op het oude, sinds 1 januari 1850 in gebruik
genomen kerkhof, aan de Kerkhoflaan, sloeg
na sluiting de in binnen- en buitenland zo
bekende Scheepvaart-, Handel- en Industrie Mij
de N.V. „De Hoop" haar vleugels verder uit.
De Noordstraat, vroeger in de volksmond al
gemeen aangeduid als de Langstraat, waarin het
vooral bij avond oppassen was bij het passagie
ren, vanwege de vele stoepen en stoepjes in di
verse afmetingen en hoogten, is in de loop der
jaren uitgegroeid tot een modern winkelcentrum
dat gezien mag worden. Op een plaats, welke
men enkele jaren terug voor onmogelijk had ge
houden, zijn de voorbereidingen voor de start
van een nieuw winkelcentrum in een vergevor
derd stadium.
Na de aanwijzing van Terneuzen tot ontwikke-
lingskern (april 1959) kwam er in de ontwikke
ling met recht een stormachtige tendens. Vele
nieuwe bedrijven kwamen het industriële-pa
troon verstevigen. Zo nam de grote petro-chemi-
sche-industrie Dow Chemical bezit van de
Nieuw-Neuzenpolder en beschikt aldaar over
niet minder dan 324 ha terrein. Diverse grote
boerderijen vielen daaraan ten offer.
Inmiddels is gunstig beschikt op 't verzoek van
Dow Chemical om uitbreiding in westelijke rich
ting, hetgeen tevens 'n grote stimulans betekent
voor de verdere industrialisatie, waarbij de
werkgelegenheid in Zeeuwsch-Vlaanderen ten
zeerste gebaat zal zijn.
Zijn wij juist ingelicht, dan zal Dow Chemical
in 1968 een aanvang maken met verdere uitbrei
ding van haar fabrieken, waarmede een investe
ring gemoeid zal zijn van ettelijke tientallen mil
joenen guldens.
Ter voorziening in de steeds stijgende water
behoefte is de PZEM, na samenwerking met
de N. V. Industriewaterleiding Mij alhier, even
eens in de Nieuw-Neuzenpolder gestart met de
bouw van een satellietcentrale annex ontziltings-
installatie momenteel nog 's werelds grootste
zoetwaterfabriek.
Aan de andere kant van Terneuzen, langs de
oostzijde van het kanaal van Terneuzen naar
Gent, is als eerste de Dordtse Meterfabriek ge
start op het terrein voor klein industrie, weldra
gevolgd door een verscheidenheid van andere
bedrijven en instellingen (o.m. U. T. S. en „De
Werkplaats"), zodat ook dit terrein nagenoeg ge
heel is volgebouwd. De laatste officiële opening
aldaar betrof 't bedrijf van de N.V. Koninklijke
Mij. De Schelde op vrijdag 27 oktober 1967, opge
zet als 'n service- en reparatiecentrum voor de
chemische en petro-chemische industrie in het
gehele gebied langs 't kanaal van Terneuzen
naar Gent en waarmde 'n investering gemoeid
was van ruim IV2 miljoen gulden.
In de Oud-Zevenaarpolder startte Philips met
een flink en fraai fabriekscomplex voor de ver
vaardiging van kleine lampjes en kreeg tevens
een groot terrein van deze polder in optie voor
eventueel verdere uitbreiding. Dit had
tevens tot gevolg dat de bij zovele oud-Terneu-
zenaren zo bekende Baandijk vrijwel geheel
van de kaart werd geveegd.
De Molendijk werd gedeeltelijk afgegraven
en maakte plaats voor bungalowbouw. Ook de
oude huisjes van de Koedijk zijn van het toneel
verdwenen en is er reeds een aanvang gemaakt
met de egalisering van dit terrein. Mogelijk kan,
het is slechts een suggestie, een gedeelte daarvan
bestemd worden als parkeerterrein, mede met
het oog op het gereedkomen in 1969 van het
nieuwe lyceum annex cultureel-centrum in de
Zuidlandstraat.
Waar eertijds de kolenschuren van Rompu
stonden verrees het grote rijkskantoren-
gebouw, huisvesting biedende voor respectieve
lijk de belastingdiensten, rijkswaterstaat en
arbeidsbureau. In 't verlengde daarvan vordert
gestaag de bouw van een nieuw politiebureau.
In het kader van de woningbouw c.q. uitvoe
ring van grote infrastructurele werken moesten
ook vele ten zuiden van Terneuzen staande
boerderijen, grote zowel als middelgrote en klei
ne, het veld ruimen.
Waar eertijds de hoeve van Huijssende
Bruijne stond, verrees het bejaardencentrum „De
Blide" met vijver. Verder vielen onder meer ten
offer aan de uitbreidingen de hofsteden
,,'t Zwaantje," „Landbouwerslust" en „Oude-
landse hoeve"( alle in de Zuidlandpolder en in de
Zeven Trinitespolder; de boerderijen van De
Kubber en Verstraten, in de Oud-Zevenaarpol
der de hofstede van de Gebrs. Dieleman en ver
der „Zeldenrust", „Vredelust" en van A. van
Hoeve.
Ook het zo bekende (en beruchte) Donker
straatje en de Catspolderdijk zijn van het toneel
verdwenen, evenals, na demping van de ooste
lijke rijkswaterleiding, het brugje naar Othene
(Noten), terwijl op de nominatie staat om'te
verdwijnen het Esschebrugje, in de omgeving
waarvan het bejaardencentrum „Bachten Dieke"
verrees.
Gebruik makende van het tracé van de Cats
polderdijk werd een fraaie dubbelbaansweg aan.
gelegd, welke vooral het nieuwe Terneuzen-
Zuid 'n nuttige ontsluiting geeft, doch waarvan
het grootst mogelijke rendement slechts zal zijn
verkregen als dit wegvak zowel naar het zuiden
als naar het noorden zal worden doorgetrokken.
Als compensatie voor het verdwenen groen
van oostelijk- en westelijk bolwerk werd het
zuidersportpark aangelegd, dat in een grote be
hoefte aan sportaccomodatie voorziet en tevens
door velen benut wordt als wandelpark. Vooral
voor kinderen vormt het daarin gelegen herten
kamp een grote attractie.
In een gedeelte van dit park werd tevens aan
gelegd de jeugdverkeerstuin. Achter dit sport
park verrees een nieuwe wijk van ééngezins
woningen en bungalows, in de volksmond „het
Amerikaanse dorp" geheten.
In de voormalige Oesterputten (Noordpolder)
werd op 17 mei 1963 het modern geoutilleerde
zwembad geopend, dat voldoet aan alle inter
nationale eisen.
In de Zuidlandpolder, onder meer op de plaats
waar Terneuzen meer dan vijf eeuwen lang zijn
doden begroef en zich de restanten moeten be
vinden van de Triniteitskerk uit het grijze ver
leden, verrezen flats en woningen met platte
daken. Vanwege deze platte daken wordt deze
wijk in de volksmond wel „Tel-Aviv" genoemd.
Een fraaie dubbelbaansweg, met 's avonds een
feestelijke verlichting, baant zich hierlangs.
Nog vele andere bouwplannen konden wor
den gerealiseerd of wachten op uitvoering.
De gedaantewisseling van Terneuzen zal ech
ter eerst volledig zijn, als straks de kanaal- en
sluiswerken geheel zullen zijn voltooid, de Axel.
sebrug reeds zeer binnenkort zal zijn ver
dwenen, het vissershaventje is gedempt, alsmede
een gedeelte van de oostelijke buitenhaven, de
middensluis en de middenkanaalarm. Als straks
de verbindingswegen zodanig zijn geconstrueerd,
dat de vele wachturen voor de bruggen tot het
verleden zullen behoren.
Te Sluiskil vielen ruim 150 woningen en
andere gebouwen ten offer aan de verbreding
van het kanaal van Terneuzen naar Gent. Nu
is het zó. dat bij avond de verlichting van het
St. Elisabethziekenhuis annex verpleegstershuis
zich weerspiegelt in het van 75 tot 150 meter ver
brede kanaal.
Een nieuw sportveld kwafn gereed en een
nieuw winkelcentrum kwam van de grond. Ten
noorden van Sluiskil nadert de afbouw van de
nieuwe brug haar voltooiing, terwijl de oude
„Minister Lelybrug" van het toneel zal verdwij
nen. Een rijkspont zal de taak van de brug ge
deeltelijk overnemen om de werkers van West
naar de grote fabrieken aan de Oostzijde te bren
gen, v.v.
Aansluitende wegen over de nieuwe brug
vorderen gestaag. Voor de bewegwijzering heeft
de A. N. W. B. reeds vroegtijdig contacten ge
legd en plannen uitgewerkt in samenwerking
met de daartoe geëigende instanties, als het ge
meente bestuur, de rijks- en provinciale water-
meentebestuur, de rijks- en provinciale water
wijzers worden geplaatst.
Blijkens het voorontwerp van het nieuwe
rijkswegenplan ligt het in de bedoeling van de
Minister van Verkeer en Waterstaat het wegvak
HoekSluiskil daarin op te nemen. Het wordt
dus een rijksweg.
Kan het college van burgemeester en wethou
ders eventueel in samenwerking met het college
te Hoek, bevorderen dat, nu de kans bestaat dat
de nieuwe brug over 't kanaal omstreeks maart
1968 voor het verkeer zal worden opengesteld,
de Minister van Verkeer en Waterstaat spoedig
opdracht geeft tot aanleg van dit wegvak?
Onder Driewegen kwam de nieuwe grote vei
ling gereed en verrezen er op het droog-indus-
trieterrein enkele bedrijven.
Ook een aantal woningen te Driewegen zal-
ten offer vallen aan het doortrekken van een
nieuw wegvak. Een voorstel van uw college
tot aankoop van een tweetal percelen komt nog
in deze zitting aan de orde.
Mijnheer de' voorzitter, vanzelfsprekend is
het mij niet gelukt alles uitputtend te memo
reren. Maar dat is ook de bedoeling niet. De
korte zin van de lange rede laat zich als volgt'
samenvatten:
In het kader van de industrialisatie zou, on
danks het zéér vele dat in luttele jaren tot
stand werd gebracht, mede gelet op de plannen
welke ook de rijksoverheid blijkens haar zee
havennota en nota ruimtelijke ordening heeft,
nog slechts gesproken dienen te worden van een
aanzet, zij het een belangrijke.
Gelet op de vele honderden miljqenen die in
kort tijdsbestek in Terneuzen zijn geïnvesteerd,
waarvan een belangrijk deel afkomstig uit de
particuliere sector, zou men m.i. gerust kunnen,
stellen „Terneuzen Gouden Stad, in Gouden
Delta 1". Ik weet het, het klinkt wellicht wat
theatraal doch de kern van waarheid schuilt er
m.i. wel in. Als nu dit goud wordt aangewend
om de welvaart, doch vooral het welzijn te be
vorderen van allen, zijn we o.i. op de goede weg.
Doch ook voor de gemeente Terneuzen geldt,
dat voor de verdere op- en uitbouw de eigen
middelen ontoereikend zijn. Zo zullen voor de
uitvoering van kostbare infrastructurele wer
ken belangrijke financiële bijdragen van het
Rijk nodig zijn.
Na voorgaande opmerkingen, meestal van al
gemene aard, kom ik thans tot de vóór ons lig
gende ontwerp-begrotingen.
Allerwege in den lande kampen talrijke ge
meenten met een groot gebrek aan financierings
middelen ter voorziening in de uitvoering van
soms zéér urgente plannen. Plannen welke er
veelal op gericht zijn het welzijn der ingezete
nen op zo velerlei terrein te bevorderen.
Er komt veel stuurmanskunst aan te pas het
beleid zodanig uit te stippelen, dat met de soms
schaars ter beschikking komende middelen een
zo hoog mogelijk rendement wordt verkregen.
Dat is niet altijd 'n gemakkelijke zaak. Meestal
wordt 't, gewild of niet, 'n kwestie van prioritei
ten.
Voor het feit, dat, ondanks de vele zorgen van
financiële aard, het college van burgemeester en
wethouders toch kans heeft gezien, evenals
't vorig jaar, de raad voor 1968 een sluitende
ontwerp-begroting aan te bieden, heeft onze
onze fractie veel waardering.
Toch zijn wij benieuwd of het «al gelukken
deze sluitend te houden.
Immers vele urgente zaken wachten nog op
aanpak en kunnen slechts van start gaan, zodra
er financieringsmiddelen beschikbaar komen. En
dat laatste is een penibele zaak. Wil de gemeente
n.l, in aanmerking komen voor een aanvullende
uitkering uit het gemeentefonds, dan is één van
de voorwaarden dat de plaatselijke belastingen
worden opgetrokken tot de hoogte die de Minis
ter van Binnenlandse Zaken noodzakelijk achL
En naar het zich laat aanzien zullen ook wij
daar noodgedwongen niet aan kunnen ontko-
men, getuige onder meer de voorstellen terzake*
welke ook in deze zitting van de raad nog ill
behandeling zullen komen.
Toch zouden wij naar aanleiding van het stel
len van 's ministers eis de volgende kantteke
ning willen plaatsén.
Uiteraard dienen ook wjj oog te hebben voor
het feit, dat de rijksoverheid eveneens met
financiële zorgen kampt.
Maar indien de meerderheid in "g Landsverga-
derzaal enerzijds verlaging van rijksbelastin
gen voorstond, doch anderzijds blijkbaar tole
reert dat via de gemeentelijke achterdeur die
belastingen toch weer worden binnengehaald,
dan is onze fractie van mening dat dit een wei
nig gelukkige correctie is en ''in* feite,
op het gebied van belastingheffing de klok ach
teruit zetten.
Tevens vragen wij ons af of op dit punt de
rijksoverheid wel uniforme eisen stelt aan de
diverse gemeenten. Indien we b.v. letten op het
tekort op de begroting van Neerlands hoofdstad,
dat circa 94,1 miljoen gulden beloopt, en we
lezen dan in de krant dat aldaar geen rioolbelas
ting wordt geheven, terwijl de rijksoverheid van
andere gemeenten welke in aanmerking wil
len komen voor een extra-uitkering uit het ge
meentefonds verlangt, welke nota bene een
sluitende of nagenoeg sluitende begroting heb
ben, deze rioolbelasting op te voeren tot een
plafond van gemiddeld 100,— per aansluitende
woning, dan vragen wij ons toch af of dit niet
in strijd is met een zo rechtvaardig mogelijke
en billijke lastenverdeling.
Hetzelfde kan ons inziens gezegd worden van
de grote verschillen in de vergoedingen die het
rijk verleend voor verschillende gemeenten, in
de kosten van onderhoud, verlichting, verwar
ming enz. van de scholen, voor welke versohil-
len een indeling in klasse mede debet is.
Het gaat hier om verschillen van circa 500,—
tot 700,per lokaal, al naar de gemeente ïi
ingedeeld in de le, 2e of 3e klasse. De vraag
werpt zich op of deze indeling naar klasse geen
verouderd systeem is en nog wel past in onze
moderne samenleving,
In de vóór ons liggende begrotingen komen
ons inziens wel enkele posten voor, welke aè
uiterste waakzaamheid vergen, doch waarop'
straks bij de postgewijze behandeling daarvan
gaarne nog nader zullen terugkomen.
Wat de algemene beleidspunten betreft lou
den wij gaarne uw aandacht willen vragen voor
het volgende;
Industrialisatie en havenontwikkeling
Kan het college mededelen of door de Minis
ter van Verkeer en Waterstaat toegezegde be
spreking tussen de toekomstige partners in haf
havenschap Terneuzen al heeft plaatsgevonden
om de opmerkingen, welke ten aanzien van de
ontwerpwet en de ontwerp-gemeenschappeljjko
regeling zijn te maken, te behandelen?
Nu in de stukken betreffende het havenschap
allerwege op spoed van behandeling werd aan
gedrongen, spreken wij de verwachting uif dat
deze nu al zo lang slepende zaak met voortva
rendheid verder zal worden behandeld.
Wat de havenaccomodatie zelf betreft, vragen
wij ons af of wel gewacht kan worden tot w
zaak van het havenschap rond is.
Met name willen wij wijzen op de wel zéér
povere verlichting van de havens en het ont
breken bij avond van verlichte naamsaanduidin.
gen van de diverse havens. 1
Volgens de Antwerpse-plannen zou het in de
bedoeling liggen een nieuw kanaal aan te leggen
van de linkeroever van de Westerschelde naar
Baalhoek. Vindt uw ooilege dit een juiste
plaats? Zou het geen aanbeveling verdienen dit
kanaal uit te laten komen ten oosten van Ter
neuzen, opdat een groot deel van Zeeuwsch-
Vlaanderen hiervan kan profiteren?
Onze fractie is van mening, dat voor de ont
wikkeling van zeehavenindustrieterreinen de
regering, in het kader van haar zeehavenbeleid,
onder meer de gemeente Terneuzen extra bé
dragen beschikbaar dient te stellen.
Bestaat bij uw college de verwachting, dat nog
vóór het openstellen van de nieuwe zeesluis ter
plaatse (omstreeks eind december 1968) de Ze>
venaarshaven uitgediept zal worden tot 10 metei
-NAP (momenteel 8,75 meter-N AP)?
Volgens persberichten hoopt de Minister var
Verkeer en Waterstaat, dat In het voorjaar van
1968 het tracé yoor de vaste verbinding ondef
en/of boven de Westerschelde «al kunnen wor
den aangewezen.
Kan uw college ons terzake nader informeren?
I