Toenemende sterfte bij mannen Karei te Winkel ziek Nederlandse economie in periode van herstel BEJAARDENZORG ONVOLDOENDE BIJ „GEZONDE" MANNEN OOK HARTAFWIJKINGEN Vanaf 35 jaar méér vrouwen Oorzaken Vage grenzen Bejaardenzorg Ongemerkt Liebrechts valt mogelijk in Belgische oud premier Pholien overleden Drs. Brouwers verwacht Europees De huurlingen- kwestie: Kongo dreigt met maatregelen Decembermaand bracht spaaroverschot bij R.P.S.A. De Rijkspost spaarbank in 1967 Pagina 4 De herhaalde pogingen het hart van een overlijdend verkeersslacht offer te transplanteren in het lichaam van een patiënt die lijdt aan een hartziekte, hebben in medische kringen een felle discussie op gang gebracht over de mogelijkheden van deze soort operaties. De sterfte als gevolg van hartziekten is jn onze westerse wereld onrustbarend groot. Hartziekten vormen doodsoorzaak no. 1, gevolgd door ziekten van de bloedvaten en kanker. In de „Geneeskundige Gids" betoogt prof. dr. J. H. de Haas dat het medisch arsenaal dat tegen de drie grote „killers" in de strijd kan worden gebracht, naar onze huidige kennis gering is. Tegenover tweederde deel of meer van de totale sterfte en tegenover de toeneming van de sterfte bij mannen staat de (preventieve) genees kunde vrijwel machteloos, ook al dwingt deze machteloosheid volgens de Leidse hoogleraar ons niet tot fatalisme, hoogstens tot bescheiden heid. Prof. De Haas waarschuwt dus voor fatalisme en daarvoor somt hij enkele redenen op. Van sommige ziekten en haar oorzaken weten we tegenwoordig meer af, waardoor de mogelijkheden tot bestrijding groter worden. De preventie van longtumoren is bekend, te weten beperking van sigaretten roken èn luchtverontreiniging. Een ander deel van de tumoren zal in een niet te verre toekomst wellicht te voorkomen zijn. Curatieve maatregelen kunnen het leven van lijders aan bepaalde gezwellen met vele jaren verlengen. De greep op hartziekten, ziekten van de bloedvaten etc. is nog los, maar kan onder invloed van wetenschappelijk onderzoek vaster worden. Een blik op de medische statistieken vertelt ons, dat bij mannen de sterfte aan hart- en vaatziekten toeneemt. Bij vrouwen zet de daling van de sterfte zich per leeftijdsgroep van jaar tot jaar voort. In de der tiger jaren was de sterfte van mannen van 3050 jaar lager dan van vrouwen het aantal mannen overtreft. Van 3554 jaar met enkele procenten en daarboven zelfs met 10 procent of meer! De gemiddelde levensduur van mannen neemt niet meer toe en blijft bij vrouwen stijgen. Bij mannen wordt van 14 jaar 50 procent, van 5—19 jaar 70 pro cent en vanaf 20 jafar 80 procent der sterfgevallen veroorzaakt door ongevallen, tumoren en hart-bloedvaatziekten tezamen. De laatste cate gorie ziekten domineert boven de 40 jaar. Beneden deze leeftijd domi neren ongevallen en tumoren. Volgens prof. De Haas zal de discrepantie tussen sterfte van man nen en vrouwen verder toenemen. Bij de mannen is het percentage be jaarden toegenomen van 7,4 tot 8,7 procent, bij de vrouwen van 8,1 tot 10,4 procent. Tot 1980 zal bij mannen de „vergrijzing" nauwelijks toenemen, bij vrouwen wel: tot 12 procent! Het Europese Bureau van de Wereld Gezondheids Organisatie heeft verschillende landen aangespoord om een onderzoek in te stellen naar de toenemende sterfte als gevolg van hart- en vaatziekten. De voor lopige uitkomsten van dit onderzoek suggereren dat bij' circa 315 procent van „gezonde" mannen van 4065 jaar zgn. ischemische hart afwijkingen voorkomen. Evenals bij de sterfte neemt de frekwentie toe met de leeftijd. Volgens prof. De Haas is het moeilijk om bij „gezonde" mannen aan het voorkómen van deze afwijkingen een prognose te verbinden. Het is ook nauwelijks mogelijk om in de meeste gevallen de grens tussen gezondheid en ziekte en tussen ziekte en naderende sterfte aan te geven. Voor het hartinfarct geldt hetzelfde als voor ongevallen en kraam- vrouwensterfte, stelt de hoogleraar: uit volle gezondheid kan iemand plotseling komen te sterven, al zal als regel bij de obductie blijken dat de gezondheid niet zo „vol" is geweest, als slachtoffer en omgeving dachten. Zelfs een tevoren verricht medisch onderzoek kan geen af wijkingen aan het Echt hebben gebracht. Op grond van pathologisch-anatomisch onderzoek van jong gestorve nen neemt men aan, dat de eerste veranderingen in de vaatwand die tenslotte tot het hartinfarct leiden, reeds in de adolescentie kunnen optreden. Dat wil zeggen, dat het gehele proces tientallen jaren kan duren vóór ziekteverschijnselen duidelijk worden. En de schrijver ver volgt: „De 2040-jarige man, volgens het spraakgebruik in de kracht van het leven, heeft als regel geen ongeschonden vaatstelsel meer en toont ook jn andere opzichten tekenen van regressie" Adolescentie moet daarom hoofdonderwerp van studie vormen. Helaas wordt juist deze leeftijdsgroep in de geneeskunde verwaarloosd. De adolescent raadpleegt zelden de huisarts. Maar daaruit mag, zo meent prof. dr. De Haas, niet worden afgeleid, dat hij (zij) in volmaakte gezondheid verkeert. Niet minder achtergebleven dan de adolescentenzorg is de bejaar denzorg. Niet aangepaste zorg is volgens de Leidse hoogleraar niet zelden een bijkomende factor in de bejaardensterfte. De resultaten van een te Leiden verrichte enquête bevestigen dat er een groot tekort aan alle typen institutionele voorzieningen bestaat en dat met name de behuizing van de bejaarden veel te wensen overlaat. Bovendien verhindert het toenemend tekort aan artsen de organisa tie van een rationele rrfdische zorg voor bejaarden. Toch is van de pathologie van de ouderdom voldoende bekend om te kunnen stellen, dat praktisch geen enkele bejaarde gezond is naar de maatstaf, die men aan jonge volwassenen aanlegt. Gezondheid, ziekte en sterfte gaan bij bejaarden ongemerkt in elkaar ver. De sterftekans blijft hoger voor mannen dan voor vrouwen. Het sekseverschil in sterfte leidt tot een toenemend vrouwenoverschot on der bejaarden. Uit de bevolkingsgroep van 65 jaar en ouder, die rond 10 procent van de bevolking uitmaakt, komt niet minder dan 70 procent van de totale sterfte voort. Toch zou het leven van vele mensen verlengd kunnen worden, wan neer de bejaardenzorg beter zou zijn georganiseerd. Een bedenkelijk teken is trouwens, dat we blijkbaar niet berlid zijn om veel geld aan onze gezondheid te besteden. Het jaarlijkse gezeur over de stijging van de ziekenfondspremie vormt hier een bewijs van. Wanneer de over heid de accijns op tabak verhoogt, regent het protesten. Maar als de regering niet bereid is om de zgn. Hartstichting een behoorlijke subsi die te verlenen (en ze is daartoe niet bereid) dan geeft niemand een kik. Het lijkt ons logischer dat een regering op zo'n punt valt dan ver het radio- en televisievraagstuk. De gezondheidszorg (inclusief de geestelijke gezondheidszorg) wordt tot dusverre overheerst door de ziekte als object van aandacht en zorg. De ziekte is een concreet gegeven, maar wat is precies gezond heid? Het is duidelijk dat de preventieve geneeskunde, die zich bezig houdt met het voorkómen van ziektes, niet langer stiefmoederlijk kan worden behandeld, ook niet in financieel opzicht. DE VRIJE ZEEUW Vrijdag 5 januari 1968 Voor het eerst is onlangs in Ame rika een minuscuul ■peilingsin strument via een injektie in het hart van een levend mens aange bracht om de bloeddruk te meten en andere gegevens te vergaren. Direkteur James Webb van het Amerikaanse ruimtevaartbureau zei dit in een rede die hij woens dag ging uitspreken op een bijeenkomst in het Bellevue-zie- kenhuis te New York, en waar van de tekst tevoren was ver strekt. Het meetinstrument vxts met een gewone injektiespuit in een slag ader gebracht en vervolgens aan het eind van een lange, soepele slang naar de linker hartkamer gemanoeuvreerd. Vit voorlopige gegevens bleek dat de hartwer- king de naam van de patiënt werd niet genoemd geen en kele belemmering ondervond van deze methode. Naar Webb voorts meedeelde zijn in het medisch ruimtevaartcentrum bij San Francisco de bewuste apparaatjes al enige tijd beproefd op honden. De instrumentjes zijn zó klein sommigen meten nog geen 1,3 mm in doorsnee dat ze volgens Webb bijzonder geschikt zijn voor de behandeling van baby's. Op de foto zien we het instru mentje met de uitvinder, Grant W. Coon. Regionfale loondifferentiatie kan stimuleren „Nu werkgevers en werkne mers het eens zijn geworden over de vrije loonvorming, hoop ik dat hiermee naast de mogelijk heid van bedrijfstaksgewijze loondifferentiatie ook die voor regionale loondifferentiatie wat ruimer zal worden. Dat zou sti mulerend kunnen werken op de zozeer gewenste vestiging van bedrijven in de buitenprovincies en daarnaast op de tewerkstel ling van werklozen uit dat ge bied in het midden en westen." Dit verklaarde de voorzitter van de kamer van koophandel en fabrieken voor Utrecht en om streken, ir E. D. Cartier van Dis sel in zijn nieuwjaarsrede. Hij meent, dat de wrijvings werkloosheid in sommige streken te groot is. Het is begrijpelijk al dus spreker, dat men gehecht is aan een bepaald soort werk en aan de eigen vertrouwde omge ving, maar ik geloof toch dat er dikwijls te lang gewacht wordt met een omschakeling. De Nederlandse schaatsploeg, die zaterdag en zondag op de Deventer kunstijsbaan tegen Noorwegen uitkomt, zal het zeer waarschijnlijk zonder Karei te Winkel moeten doen. Toen de Nederlandse kernploeg donder dagmiddag met hun Noorse tegenstanders op de Rotterdamse luchthaven Zestienhoven landde, genoot Te Winkel extra zorg van coach Wim de Graaf. Te Winkel, die zich tijdens de nieuwjaars wedstrijden in Oslo al niet hele maal in orde voelde, heeft waar schijnlijk angina. De Graaf hoopt, dat hij in Deventer zal kunnen beschikken over Rudie Liebrechts. „We krij gen het waarschijnlijk bijzonder zwaar tegen de Noren en ik ge loof niet qlat we revanche kun nen nemen voor de nederlaag die we vorig jaar in Moskou tijdens de vijflandenwedstrijd tegen de Noren leden. Ze hebben nu een maal betere sprinters. Kees en Ard zullen bij het Europees- en wereldkampioenschap dit keer ook aanzienlijk meer concurren tie ondervinden dan vorig jaar. De Noren hebben in Stiansen en Groenvold geduchte klassements rijders terwijl uiteraard Fred Anton Maier, die in Oslo voor zijn doen een zeer goede 500 meter De Belgische minister van staat Joseph Pholien, die van augus tus 1950 tot eind 1951 minister president is geweest, is donder dag op 83-jarige leeftijd te Brus sel overleden. Joseph Pholien, een christen democraat, was afkomstig uit Luik en studeerde rechten in Brussel. Hij kwam in 1936 door coöptatie in de senaat. Kort voor de tweede wereldoorlog was hij minister van justitie in de re gering-Spaak (1938-1939). In de oorlog heeft hij verscheidene ma len gevangen gezeten. Na zijn premierschap in 1950-1951 was hij nog gedurende acht maanden minister van justitie in de re gering-Van Houtte. Pholien trok zich in 1961 terug uit de politiek en werd in 1966 tot minister van staat benoemd. reed, door zijn grote stayerskwa liteiten zeer gevaarlijk blijft", aldus De Graaf, die verder bij zonder blij was met de defini tieve doorbraak van Nottet naar de internationale top. Peter Nottet zelf was minder tevreden: „Goed, ik heb dan wel mijn eerste grote internationale overwinning behaald, maar ik had zo graag alle vier mijn per soonlijke records verbeterd. Die 1500 meter viel weer wat uit de toon." De Noren die vrijwel onmid dellijk met de Nederlanders per bus naar Deventer vertrokken, hadden wel vertrouwen in het treffen. De lange Fred Anton Maier drukte het als volgt uit: „Onze sprinters zullen het moe ten doen." ZWARE STRAFFEN IN ITALIAANS VOETBAL De afdeling professionals van de Italiaanse voetbalbond heeft Roberto Bonisegna voor elf wed strijden, dat is ongeveer een der de gedeelte van het seizoen, ge schorst. Bonisegna, middenvoor van Cagliari, een van de hoogst geplaatste clubs uit de eerste di visie, werd afgelopen zondag uit het veld gestuurd in de wedstrijd VareseCagliari. Arbiter Ber- nardis nam deze beslissing nadat Bonisegna hem om de hals was gevallen met duidelijk andere bedoelingen dan hem te bejube len. Linksbuiten Riva, clubgenoot en collega-international van Bo nisegna en bovendien Italiaans voetballer van het jaar, kreeg een' geldboete van 200 gulden omdat hij herhaaldelijk had ge protesteerd tegen scheidsrech terlijke beslissingen in de wed strijd VareseCagliari. Cagliari verloor de wedstrijd tegen Va rese met 12 en zakte na deze nederlaag naar de zevende plaats op de ranglijst met 5 punten ach terstand op lijstaanvoerder A.C. Milaan. Verdediger Poletti van Torino moet 6.000 gulden aan de Ita liaanse bond betalen als boete omdat hij in de wedstrijd tegen Napels een ploeggenoot een vuistslag had gegeven. Traditiegetrouw heeft de secre taris-generaal van het departement, drs. G. Brouwers, bij de jaarwis seling een inleidend artikel ge schreven voor de Economisch- Statistische Berichten. Hij zegt hierin het volgende. De weerstandskracht van Neer- lands economie is opnieuw verras send groot gebleken. Produktie en i uitvoer stegen ondanks een zeer gematigde internationale conjunc- tuur meer dan het vorig jaar. De prijsstijging was met drie procent relatief beperkt. Zelfs werd sinds vier jaar voor het eerst een over schotje op de betalingsbalans ver kregen. Deze lijn schijnt zich, ter wijl de Internationale conjunctuur weer aantrekt, in het komende jaar voort te zetten. Hebben wij sinds de overbestedingsgolf zich in 1964 verhief, eindelijk vaste grond bereikt en groeien wij met een vrije loonpolitiek nu evenwichtig verder? In deze blauwe lucht toont zich een donkere wolk: een nog be perkte maar toch te grote en hard nekkige werkloosheid. Nederland wordt geconfronteerd met een nieuw probleem: de combinatie van overbesteding en structurele werkloosheid. Tot voor zeer kort was van de overbesteding een overspannen ar beidsmarkt de onafscheidelijke metgezel. Jarenlang lag het per centage van de werkloosheid op het ijzeren minimum van bijna 1. Het is nu 2 '/2. Een communis opi nio wil dat het juiste midden 1!4 2 is, het cijfer dat ook in de mid dellange termijn prognoses voor 1970 voorkomt. Op het eerste ge zicht is 2V2 dus niet iets om zich over op te winden. Althans wan neer het tijdelijk is en evenredig over het land gespreid. Noch het een noch het ander is echter het geval. In het westen is het cijfer 1Y2, in de rest van het land ge middeld 3(4 met plekken van 5 en meer. Dit wijst reeds op een struc tuurprobleem. Er is echter meer. Een ander nieuw gegeven is, dat de industrie in tegenstelling tot het verleden nog slechts in relatief beperkte mate arbeidskrachten opneemt. De bedrijfstakken die de sterkste groeikracht tonen zijn zeer kapi taalintensief. De andere, meer tra ditionele industrieën, moeten door consolidatie en efficiencyvergro- ting de sterkste kostenstijging van de laatste jaren zien op te vangen. De landbouw stoot als bekend jaarlijks omstreeks 3 van zijn bezetting af. Het bouwbedrijf heeft voor het eerst sinds de oorlog bij' een hoge produktie een overschot aan arbeid. Dit zijn problemen die In een dorpje ten noorden van Hanoi doet een niet-ontplofte, zware Amerikaanse bom dienst als waarschuwingsgong voor luchtaanvallen. ook in andere landen spelen. Met het stijgen van de welvaart neemt de dienstensector een groot deel van de overtollige arbeid op. Het bijzondere van ons land is echter, dat zijn beroepsbevolking jaarlijks met l ij 114 pet toeneemt. De dienstensector heeft zelf nog te zeer behoefte aan meer efficiency om zonder moeite dit aanbod vol ledig op te vangen. Om dit vraagstuk op te lossen is een snellere groei vereist. Deze is slechts te financieren wanneer de economie als geheel in even wicht is. Is zij dat? Nauwelijks en naar alle waarschijnlijkheid nog slechts zeer voorlopig. Het ver wachte beperkte overschot op de betalingsbalans is het resultaat van niet stijgende investeringen enerzijds en een matige toeneming van de consumptie anderzijds. Beide behoeven als gevolg van de zich herstellende internationale conjunctuur maar betrekkelijk weinig af te wijken om de beta lingsbalans weer deficitair te ma ken. Wij hebben de Jaatste 15 jaar vooral globaal conjunctuurbeleid gevoerd. De structurele problemen die ons nu daarnaast gaan con fronteren, zullen primair door de markt, door een zo vrij mogelijke functionering van het bedrijfs leven en door een activering van de concurrentie moeten worden opgelost. Ook de overheid heeft hier gen taak. De problematiek van het struc tuurbeleid staat ook Europees, al dan niet geprikkeld door le defi Americain. in het centrum van de belangstelling. Het middellange- termijnprogram van de E.E.G. dat in het voorlaar zal verschijnen, zal er in het bijzonder aan zijn gewijd. „Love in a cold climate" schijnt met dank aan Dancy Mitford voor deze geestdrift in de huidige gemeenschap een bruikbare type ring. Terwijl de hele sociaal-econo mische ontwikkeling van het mo ment om daar nu maar bij te blijven roept om een voortva rende verbreding en verdieping van de Europese integratie, houdt één man de geschiedenis op. Het ware fout het raderwerk tijdens de onvermijdelijke stagnatie te doen verroesten. Het zou onherstelbaar kunnen blijken. Wij moeten nu op twee sporen rijden. Aldus kan straks het best de noodzakelijke aansluiting tot stand worden ge bracht. Aan beide zijden van het kanaal vraagt dit standvastigheid en koelbloedigheid. Maar dat is niet de eerste keer. Hoe vaster tussen gelijkgezinden intussen de banden op het conti nent worden gesmeed, hoe beter. Een homogene Benelux is daarvoor een eerste eis. Het daagt tenslotte op dit punt. Nuchterheid behoede ons echter voor het loutere vendel- zwhaien. Het gebrek aan politieke wil tot samen handelen dreigt schuil te zullen gaan onder een profusie van organen, zodat men door het imposante gebladerte de enkele weerbarstige stammen niet meer ziet. Als men de guirlandes wil, alla, maar het centrale Bene- lux-probleem, de nog steeds niet vrije intragrens, blijve niet onop gelost. Pas dan kunnen wij ons als een werkelijk homogene machts factor in Europa op gaan stellen. Aan de horizon doemen na de inflatieperiode van de laatste 15 jaar die volgden op de zeven ma gere jaren van het herstel, nieuwe problemen op. Van sociaal-econo mische politiek, van technologische ontwikkeling, van maatschappe lijke organisatie, van vormgeving aan de Europese samenwerking. Laten wij de boel netjes aan kant brengen tot het doek opgaat voor een nieuw bedrijf. De Kongolese regering heeft woensdagavond verklaard dat zij het gebruik van het Kongolese luchtruim zal verbieden aan elke buitenlandse luchtvaartmaat schappij die vliegtuigen ter be schikking stelt voor de evacuatie van blanke huursoldaten uit het naburige Roeanda. Kongo staat op uitlevering van de ruim 120 blanken die in november j.l. uit de Oostkongo- lese stad Boekavoe naar Roeanda vluchtten. Het wil hen berechten wegens „misdaden jegens het Kongolese volk". De verklaring werd uitgegeven naar aanleiding van een uitlating van president Kayibanda van Roeanda dat de huurlingen naar zijn mening naar hun vaderland moeten terugkeren. Kongo baseert zijn standpunt in de huurlingenkwestie op een resolutie van een commissie van, Afrikaanse landen die zich in Kampala (Oeganda) met het pro bleem heeft bezig gehouden. Dit besluit houdt volgens de Kongo lese regering in dat de blanken voor berechting naar Kongo moeten worden overgebracht. Bij de rijkspostspaarbank is in december 19,5 miljoen gulden meer ingelegd dan opgenomen (in december 1966 was er een spaaroverschot van' 31 miljoen). In de afgelopen maand werd ingelegd 118,4 miljoen'(iri decem ber 1966: 132,5 miljoen) en op genomen 98,9 miljoen (in decem ber 1966: 101,5 miljoen). Het inleggerstegoed bedroeg ultimo december 4836' miljoen gulden (december 1966: 4491 miljoen). In 1967 werd bij de Rijkspost spaarbank 1501 miljoen gulden ingelegd (1966: 1411 miljoen gld.) en 1330 miljoen gulden opgeno men (1966: 1275 miljoen gld.) Het spaarverschil bedroeg der halve 171 min gld. (1966: 136 min gld.). Tezamen met de bijgeschreven rente ad 174 min gld. steeg hier door het inleggerstegoed van 4491 min gld. ultimo 1966 tot 4836 min gld. In het verslagjaar bedroeg de gemiddelde verblijftijd der spaar gelden bij de rijkspostspaarbank 3,49 jaar; in 1966 was dit 3,41 jaar. Enschedé zal het doen zonder huisvestingsbureau Het gemeentelijk huisvestings bureau te Enschedé zal met in gang van 1 februari worden opge heven. Zij die een woning zoeken, moeten zich voortaan wenden tot een van de tien plaatselijke wo ningbouwverenigingen. particu liere woningeigenaren' of make laars. Het gemeentebestuur blijft verantwoordelijk voor de woon ruimteverdeling. Vergunning zul len echter in plaats van door het huisvestingsbureau worden afge geven door de afdeling bouwza ken van het stadhuis. A.N.V.V.-actie: „Er op uit, eigen land is in!" De Algemene Nederlandse Ver eniging voor Vreemdelingenver keer (A.N.V.V.) gaat een grote actie beginnen, om het toerisme in eigen land te bevorderen. Het motto van de actie is: „Er op uit, eigen land is in." De A.N.V.V. wil vooral diege nen bereiken die, buiten het hoofdseizoen, een tweede (of der- dó) korte vakantie houden. Ver der wordt beoogd de Nederlan ders meer „in" te maken om er op hun vrije dagen op uit te trekken. Een speciale krant met de naam „Uit in eigen land!" wordt tegelijk verstuurd met het A.N.W.B.-blad „De Kam pioen". Grote V.V.V.-bureaus zullen zich ook met de verspreiding van het blad bezig houden.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1968 | | pagina 4