Gemeenteraad van Terneuzen
Pagina 5
Voetbaluitslagen
Zaterdag-Zuid
won met 4—1
van Noord
gehouden op donderdag 28 september 1967
Maandag 23/dinsdag 24 oktober 1967
DE vrije ZEEUW
BETAALD VOETBAL
EREDIVISIE
FeijenoordGVAV 00
DOSVolendam 21
TelstarDWS 1—1
Go AheadSittardia 30
ADO—MVV 2—1
Fortuna '54FC Twente 42
NAC—PSV 2—1
AjaxXerxes/DHC 50
NEC—Sparta 3—1
EERSTE DIVISIE
FC VVV—Holl. Sport 0—0
EindhovenVolewijckers 32
RCH—RBC 1—4
HeraclesWillem I 01
FC Den BoschAlkmaar/Z. 22
SVV—Haarlem 0—2
SC CambuurElinkwijk 21
Blauw WitVelox 11
HVC—DFC 2—0
TWEEDE DIVISIE
WageningenHermes DVS 30
Helm. SportBaronie 20
ZFCHeerenveen 22
EDOGooiland 10
Zwolse BoysLimburgia 20
NOAD—PEC 5—1
Roda JC—AGOVV 2—1
HilversumFortuna VI. 12
VeendamExcelsior 21
GraafschapSC Drente 70
AMATEURS
EERSTE KLASSE
Sparta '55Helmond 20
VlissingenConcordia SVD 43
TOP—Middelburg 2—2
UNA—TSC 3—1
De Valk—DESK 1—4
Veerse BoysSpechten 20
TWEEDE KLASSE B
RKVVU—Longa 1—1
RoosendaalTerneuzen 51
Uno Animo—VCW 6—1
AxelZeel. Sport 11
RACDOSKO 4—0
Rood Wit AInternos 42
DERDE KLASSE D
SteenHontenisse 12
AllianceODIO 81
NSVVogelwaarde 11
Grensw.—Steenbergen 10
METOZierikzee 22
MOC '17—HVV '24 0—1
VIERDE KLASSE H
ClingeIJzendijke 30
Hansw. BoysAardenburg 33
OostburgBreskens 02
SluiskilW alcheren 00
BiervlietRCS 24
KoewachtCorn Boys 23
RESERVE 2e KLASSE C
Axel IIZeel. Sport II 00
MOC II—Breskens II 0—2
DOSKO II—RBC III 3—0
Goes II—NAC IV 1—3
RESERVE 3e KLASSE C
Corn Boys IIHulst II 11
RCS II—METO II 2—1
Steenb. II—Middelb. III 2—2
Zierikzee IIVlissingen III 40
AFDELING ZEELAND K.N.V.B.
RESERVE 3e KLASSE
Zondagcompetitie
EERSTE KLASSE
RenesseDomburg 21
Jong AmbongHoofdplaat 22
Robur—DFS 1—4
GroedeNoormannen 25
LuctorPatrijzen 23
ZeelandiaLewed. Boys 11
RESERVE le KLASSE
Zeel. Sport IIIOostburg II 53
Tern. IllWalcheren II 30
Zeelandia II—Axel III 0—3
Vlissingen IVVogelw. II 22
Zeel. Sport IV—Steen II 0—2
TWEEDE KLASSE A
Hansw. Boys II-Aardenb. II 72
Hulsterloo ISchoond. I 43
Sluiskil IIPhilippine I 02
Schoondijke II—RIA W. I 3—2
Koewacht IIGraauw I 83
Clinge IIBiervliet II 11
DERDE KLASSÈ A
Corn Boys III—RIA W II H-l
Hulsterloo IIAxel IV 21
Steen IIIKoewacht III 100
Vogelw. IIIGraauw II 11
Hontenisse IIISluiskil III 40
DERDE KLASSE B
IJzendijke IIRCS III 26
Philippine IIHoofdpl. II 02
Vlissingen VBreskens III 12
Terneuzen VTern. IV 12
AFDELING ZEELAND Z.V.B.
Zaterdagcompetitie
EERSTE KLASSE
Arnem. IIMeeuwen II 34
BerenKloetinge 2—10
HoekBevelanders 4—3
Kats's-H. Arendskerke 04
VCK—MEVO 1—1
Zaamslag—Middelburg V 2—4
TWEEDE KLASSE B
Borssele IHeinkensz. I 32
Kapelle IIYerseke II 82
Kloetinge IIZeel. Sp. VII 02
Rillandia IIKrabbend. II 80
Spui INieuwdorp I 02
SVD ITern. Boys II 62
DERDE KLASSE F
AZVV III—Zaamslag II 1—1
Oostburg III—AZVV II 1—0
Sluis Spui II 81
Tern. Boys III—Hoek II 20
Eaterdag is op het terrein van
Heerjansdam de jaarlijkse wa
penschouw van het zaterdag
voetbal gehouden. In de traditio
nele districtswedstrijden speelde
het vertegenwoordigende weste
lijke elftal met 4—4 gelijk tegen
oost. De ontmoeting tussen de
teams van zuid en noord leverde
een 4—1 zege voor de zuiderlin-
Benop.
Aanwezig:
Voorzitter: J. C. Aschoff, burgemeester.
Wethouders: M. de Vos, F. M. Berbers en D.
Binnekamp.
Raadsleden: A. J. Verbrugge, A. C. S. van Bre
da Vriesman R. Hol, P. J. Huijbrecht, J.
M. Hamelink, H. A. Brakman, W. J. van
Driel, M. J. M. van Nispen, mevr. J. M. Dop-
pegieter—Thiel, H. A. M. A. de Meijer, D. M.
Ollebek, D. Moret en F. Dieleman.
Secretaris: A. J. van' Pagee.
Afwezig met kennisgeving: A. Ramondt.
De Voorzitter: Mevrouw, mijne heren, ik open
de vergadering. Er is bericht van verhindering
binnengekomen van de heer Ramondt.
Wethouder Berbers is onderweg en zal iets
later arriveren.
1. Vaststelling van de notulen van de verga
dering van 10 augustus 1967.
Zonder bespreking en hoofdelijke stemming
worden de notulen voor kennisgeving aangeno
men.
2. Ingekomen stukken.
a. het door Gedeputeerde Staten van Zee
land goedgekeurde raadsbesluit d.d, 27
april 1967 tot aankoop van het perceel
Schoolplein 19;
b. idem d.d. 10 augustus 1967 tot verkoop van
percelen grond aan de heer J. F. Rouw;
c. idem d.d. 10 augustus 1967 tot verkoop
van een perceel grond aan de Gerefor
meerde Kerk te Terneuzen;
d. idem d.d. 10 augustus 1967 tot verkoop
van een perceel grond aan de Stichting
„De Sterre" te Sluiskil;
e. idem d.d. 29 juni 1967 tot verkoop van
een perceel grond aan de Stichting Be
schuttende Werkplaatsen „Midden
Zeeuwsch-Vlaanderen";
f. idem d.d. 29 juni 1967 tot verkoop van
een perceel grond aan mevr. P. C. Nijzink
de Roos te Goes;
g. idem d.d. 29 juni 1967 tot verkoop van
percelen grond en weg aan het Rijk der
Nederlanden;
h. idem d.d. 29 juni 1967 inzake machtiging
tot het aangaan van vlottende schuld
voor het 3e kwartaal 1967;
i. brief van Gedeputeerde Staten van
Zeeland inzake wijziging van de bezol
digingsregeling gemeente-secretarissen
Zeeland 1965, zulks met ingang van 1
juli 1967;.
j. brief van Gedeputeerde Staten van Zee
land inzake wijziging van de bezoldi
gingsregeling gemeente-ontvangers Zee
land 1965, zulks met ingang van 1 juli
I960, zulks met ingang van 1 juli 1967;
k. controle-rapporten van het Centraal Bu
reau jjpoor Verificatie- en Financiële Ad
viezen der Vereniging van Nederlandse
Gemeenten;
1. brieven van Gedeputeerde Staten van
Zeeland, inhoudende bericht dat geen
bezwaren bestaan tegen de raadsbeslui
ten d.d. 29 juni en 10 augustus 1967 in
zake uitkering in verband met Verhaals-
besluit, wijziging arbeidsovereènkom-
stenverordening en Algemeen Ambte
narenreglement;
m. vragen van de heer A. C. S. van Breda
Vriesman, mede-ondertekend door mevr.
J, M. DoppegieterThiel, inzake het rij
den met tankauto's binnen de gemeente
grenzen en antwoorden van het college
van burgemeester en wethouders op
deze vragen;
■n. brief van burgemeester en wethouders
van Purmerend inzake een door de raad
van die gemeente aanvaarde motie om
trent de gevolgen van een begrotings
tekort;
o. afschrift van een brief, gericht aan de
Fa. Schuurmans en Van Ginneken inza
ke verontreiniging van sloten;
p. brief van de directeur van de dienst open
bare werken inzake omlegging van het
verkeer t.b.v. de aanleg van het weg
gedeelte Mr. F. J. HaarmanwegKraag-
brug;
q. correspondentie met de Directie van de
Association Cooperative Zélandaise de
Carbonisation g. a. inzake hinder van
kolenstof;
r. notulen van de vergadering van de com
missies voor gemeente-financiën en voor
het onderwijs;
s. brief van burgemeester en wethouders in
zake de situatie op Rijksweg 58.
De heer Hamelink: Mijnheer de voorzitter, ik
zou graag iets zeggen over de correspondentie
met de Directie van de A. C. Z. de Carbonisation
inzake de hinder van kolenstof.
Het verwondert me toch wel, dat het eigenlij
ke punt, waarover ik destijds de vraag gesteld
heb, in wezen in dit uitvoerige schrijven hele
maal niet wordt benaderd. Men zet de diverse
economische aspecten van hun bedrijf uiteen
en men meent zelfs, dat het gemeentebestuur
niet zou weten, dat de cokesverlading niet ge
beurt in witte overalls en witte schorten. Ik
dacht, dat een cokesfabriek ons dat niet hoefde
te schrijven en dat we dat zelf ook wel weten.
Het eigenlijke punt, dat U ook concreet stelde,
wordt in dit schrijven helemaal niet genoemd.
Het verheugt me, mijnheer de voorzitter, dat
uw N college ook hetzelfde opviel en gemeend
heeft nogmaals een schrijven te moeten rich
ten aan de directie.
Ik hoop met U, dat we nu een positief ant
woord krijgen tèn aanzien van deze, naar mijn
mening, kleinigheid, om het koolstof over de
openbare weg zoveel mogelijk tegen te houden.
De Voorzitter: Mijnheer Hamelink, U hebt wel
begrepen uit de tweede brief, die wij gestuurd
hebben, dat we uw standpunt delen. Verder ga
ik op de brief van de directie niet in.
Ik wil er alleen over zeggen, dat zorgvuldig
heid betrachten in de correspondentie met de
overheid een belangrijk ding kan zijn in deze
wereld.
De. heer Hamelink: Mijnheer de voorzitter,
ten aanzien van punt 3 deel ik U mede, dat onze
fractie reeds een brief aan uw college klaar had
met het voorstel een schrijven aan de Minister
te richten over de bèwuste Rijksweg 58. Toen
ons ter ore kwam, dat uw college hiertoe zelf
de nodige stappen genomen had, hebben wij
onze brief ingetrokken.
Wij willen graag de inhoud van uw brief
aan de Minister onderstrepen. Wij zijn ervan
overtuigd, dat deze weg mede een Zeeuws-
Vlaams belang is en wij hopen, dat dit schrijven
mede tot succes mag leiden bij de Minister, in
die zin dat besloten wordt deze Rijksweg aan
te passen aan het net van moderne wegen, dat
we op dit ogenblik elders in ons land hebben.
De Voorzitter: Het college is er uw fractie er
kentelijk voor, dat U een voorstel, dat U had
willen doen, in het licht van ons voorstel niet
hebt gedaan. Het is inderdaad een duidelijke
zaak, dat deze weg óók een Zeeuws-Vlaams be
lang is en ik geloof, dat het goed is, dat zoveel
mogelijk gemeentebesturen, particulieren en
organisaties, hiermede instemmen. We zijn het
er toch wel met z'n allen over eens, dat op deze
weg een situatie is ontstaan die totaal uit de tijd
en levensgevaarlijk is. Als we er verder nog
iets aan kunnen doen, mijnheer Hamelink,
dat is helemaal nog niet zo onmogelijk in de
toekomst zullen we dat ook niet nalaten.
Mevrouw DoppegieterThiel: Mijnheer de
voorzitter, het gaat over punt m, en speciaal
over het antwoord dat U ons dus gegeven hebt
en ten aanzien waarvan dus voorgesteld wordt
om dit voor kennisgeving aan te nemen. Ik
moet tot mijn spijt zeggen, dat ik dat eigenlijk
vrij negatief vind.
Met het oog op hetgeen U zojuist zei ten aan
zien van de brief over Rijksweg 58 heb ik me
afgevraagd, als dit voorstel niet helemaal uit
te voeren zou zijn zoals het voorgesteld is, waar
om het dan niet wordt teruggebracht tot iets wat
wèl mogelijk is?
Er zou b.v. een brief kunnen worden gericht
tot een orgaan dat het openbaar vervoer van
die vloeistoffen e.d. op het ogenblik bestudeert
met verzoek er spoed achter te zetten. Het ligt
toch ergens wel in hetzelfde vlak, want wij
kunnen aan de Rijksweg 58 op zichzelf ook
weinig doen.
De Voorzitter: Er is toch wel verschil in, me
vrouw Doppegieter. Wij hebben naar aanleiding
van de vragen over de tankauto's geantwoord
hoe de situatie is en dat een wetsontwerp is
ingediend.
Met de Rijksweg 58 is men helaas zelfs nog
niet bezig aan de voorbereidingen van het ge
deelte waar het over gaat. Het kan nog jaren
duren voordat dit aan de beurt is, als er niets
verandert.
Dat is het grote verschil. Ik geloof, dat als
wjj weten dat men bezig is met een wet, het dan
geen zin heeft een brief te schrijven. Met de
tankauto's is men bezig en dat is het verschil
met Rijksweg 58.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform
het voorstel besloten,.
3. Voorstel tot benoeming van een hoofd van
de openbare lagere school „De Vrije Vlucht"
te Sluiskil.
De Voorzitter: Ik verzoek de heren Hol en
Van Driel samen met mij het stembureau te
willen vormen.
Uitgebracht worden 16 stemmen, waarvan 15
op de heer Van As en 1 blanco. De heer Van
As is benoemd.
4. Idem inzake verkoop van percelen grond, ge
legen in het exploitatieplan „Sluiskil", aan
de Rijkswaterstaat.
Zonder bespreking en hoofdelijke stemming
wordt conform het voorstel besloten.
5. Idem tot verkocp van een perceel grond,
gelegen in het exploitatieplan „Industrie
terrein DriewegenMr. F. J. Haarman-
weg", aan Fa. De Kuijper te Kloetinge.
De heer De Meijer: Niet over dit punt als zo
danig, mijnheer de voorzitter. Ik wilde alleen
maar vragen of er nog percelen a 11,te koop
zijn.
De Voorzitter: Er zijn nog enkele. Hebt U nog
gegadigden, mijnheer De Meijer?
De heer De Meijer: Nee, ik vraag het alleen,
maar, omdat het wat lang duurt.
De Voorzitter: Er loopt nog wel wat.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform
het voorstel besloten.
6. Idem tot verkoop van een perceel grond,
gelegen in het exploitatieplan „Catspolder",
aan de heer J. P. Arnold.
Zonder bespreking en hoofdelijke stemming
wordt conform het voorstel besloten.
7. Idem inzake verhuur van het pand Leeu
wenlaan 40 aan de Stichting Verenigde
Openbare Leeszaal en -Bibliotheek te Ter
neuzen.
Zonder bespreking en hoofdelijke stemming
wordt conform het voorstel besloten.
8. Idem tot oprichting van een Stichting be
last met het beheer van de schouwburg.
De heer Hol: Mijnheer de voorzitter, ik geloof,
dat het een goede zaak is om tijdig te begin
nen met een opzet, zoals deze hierdoor het col
lege is geformuleerd. Wat betreft de inhoud zelf
van de statuten, had ik een paar opmerkingen.
Artikel 8 zegt b.v. „een lid kan slechts voor
2 achtereenvolgende perioden van 4 jaar zit
ting hebben in het bestuur".
Vindt U dat niet al te stringent bepaald?
Het is toch denkbaar, dat een lid in het bestuur
zit, dat bijzonder waardevol is voor deze stich
ting en deze zou dan door deze bepaling eigen-
lijk'worden gewipt. Dat vind ik nogal een ge
vaarlijke omschrijving.
In artikel 15 dit is een kleinigheid staat
„nog onmiddellijk"; ik denk, dat „nog" bedoeld
is met ch.
De Voorzitter: Daar kan ik U zó op antwoor
den; dat is inderdaad bedoeld en dit zal gerec
tificeerd worden.
De heer Hol: Artikel 16 opent de mogelijk
heid dat de bevoegdheid tot benoeming van
personeel gedelegeerd kan worden aan de secre
taris van de stichting, die tevens belast is met
de leiding van het personeel.
Ik vind, dat dit nogal ver gaat. De gehele be
paling luidt; „Onder goedkeuring van burge
meester en wethouders van Terneuzen kan het
bestuur deze bevoegdheden voor met name aan
gewezen categorieën van pegsonen, delegeren
aan de secretaris van de stichting, die tevens
belast is met de leiding van het personeel".
Ik vind dat, als die man alleen zeggenschap
heeft, zoals in dit geval, nogal erg bedenkelijk.
De heer Binnekamp: Mijnheer de voorzitter,
in eerste plaats ben ik het natuurlijk van harte
eens met de heer Hol, als hij zegt, dat het een
goed ding is om nu reeds te beginnen met de
stichting schouwburgbestuur Terneuzen. Ik ge
loof, dat er veel te doen is en daar kan deze
stichting nu alvast mee beginnen.
Als ik even op de twee opmerkingen van
de heer Hol mag ingaan, in de eerste plaats heeft
hy een opmerking over de verplichting om na
twee keer een vierjarige zittingsperiode af te
treden. Ik dacht dat het toch op zichzelf een
bijzonder goed ding was, omdat voorkomen
moet worden dat deze zaken te lang in dezelf
de handen blijven. Dat kan n.l. op een gegeven
moment verstarring in de hand werken en „be
drijfsblindheid" veroorzaken.
Wij dachten, dat het goed was, dat na een
periode van 8 jaar dat is een hele tijd eens
een onderbreking komt van een jaar of vier.
Betrokkene kan daarna weer benoemd worden,
eventueel weer voor 8 jaar, indien het dus in
derdaad een bijzonder waardevolle man is.
U zult het overigens met mij eens zijn, dat in
onze gemeenschap voor deze functies zo veel
waardevolle^ mensen te vinden zijn, dat dit
nooit van één man alleen kan afhangen, zoda
nig dat men kan stellen: deze éne man, zouden
we beslist niet kunnen missen.
Daarom menen wij dat deze wisseling na 8
jaar een goede zaak was.
Voor wat betreft de benoeming van personeel
wijs ik er op dat, onder goedkeuring van burge
meester en wethouders, het bestuur deze be
voegdheid voor met name aangewezen catego
rieën van personeelsleden kan delegeren aan de
secretaris.
Ik dacht dat het niet nodig was om door het
gehele bestuur de benoeming te regelen van be
paalde categorieën van het personeel, waarbij
ik b.v. denk aan mensen voor het toneel, in het
algemeen dus voor eenvoudige werkzaamheden.
De benoeming daarvan kan best door de secre
taris geschieden en ter controle is in dit artikel
de goedkeuring van burgemeester en wethou
ders opgenomen, indien het bestuur besluit tot
een dergelijke delegatie.
Wij menen dan ook, dat deze bepaling met
zoveel waarborgen is omringd dat er geen on
gewenste situatie uit kan ontstaan, terwijl deze
delegatiemogelijkheid voor een vlotte gang van
zaken een nuttige zaak kan zijn.
De heer Hol: Mijnheer de voorzitter, hetgeen
de wethouder van onderwijs heeft opgemerkt
ten aanzien van de zittingsperiode van de be
stuursleden kan inderdaad juist zijn, maar het
kan ook anders lopen. Ik zou het beter vinden
om waardevolle krachten in dit stichtingsbe-
stuur te kunnen behouden en als alternatief de
mogelijkheid te hebben, dat deze bepaling kan
worden doorbroken.
De heer Huijbrecht: Mijnheer de voorzitter ik
verwonder me wat over het antwoord van'de
wethouder van onderwijs, want als ik dan deze
lijn doortrek, zou ik bijna aan hem moeten vra
gen of hij niet van plan is om langer dan twee
achtereenvolgende perioden raadslid en wet
houder te zijn. Een dergelijk standpunt kan im
mers zowel voor het een als het ander gelden.
Ik vmd het een beetje irreëel om dat zo te stel-
len. Het is notabene toch de functie van presi-
sident van de Verenigde Staten van Amerika
met. Het gaat om een doodgewone bestuurs
functie.
De Voorzitter: Toch blijft een president
meestal niet langer dan 8 jaar.
De heer Huijbrecht: Inderdaad, maar het gaat
hier om 'n doodgewone bestuursfunctie, welke
men best langer dan 8 jaar kan blijven ver
vullen indien betrokkene dat wil. Ik vind deze
bepaling dan ook totaal overbodig en ik zou
bijna willen vragen, haalt U hem er maar uit.
De heer Binnekamp: Mijnheer de voorzitter,
dit is natuurlijk een kwestie van appreciatie op
een gegeven moment. Wat vindt men nu be
langrijker, de wisseling in het bestuur, het
nieuwe bloed of het laten zitten van een waar
devol lid. Er zijn toch nogal eens discussies,
ook ten aanzien van geheel andere terreinen,
over het erg lang lid blijven van een bestuur.
Persoonlijk ben ik van mening dat het een bij
zonder nuttige zaak kan zijn, indien van tijd
tot tijd een verplichte wisseling komt. Natuur
lijk staat mijn raadslidmaatschap en wethouder
schap daar volkomen buiten en ik geloof dat
dit een onjuiste vergelijking is. Dit is immers
een gekozen functie en ik meen dat dit anders
is dan een doodnormale functie van bestuurslid
van deze stichting.
De Voorzitter: De heer Hol zei in eerste in
stantie dat, als iemand dus 8 jaar bestuurslid is,
hij dan 4 jaar weg moet. Dat is echter niet zo,
want betrokkene kan na één jaar weer gekozen
worden. De bedoeling van de verordening is
dat er een wisseling komt. Overigens hebben
wij het er steeds over gehad dat een bijzonder
waardevol bestuurslid zitting heeft. Wij hebben
allen ervaring met organisaties en het kan na
tuurlijk ook andersom zijn, namelijk dat iemand
niet zo waardevol is, terwijl hij toch maar niet
weg wil gaan, waarbij allerlei gevoeligheden om
de hoek komen kijken. Ik ben dan ook van
mening, dat een mogelijkheid tot wisseling een
goede zaak is. Bovendien gaat het daardoor ook
meer leven onder de bevolking indien men
weer nieuwe mensen aantrekt en dat is het
streven van deze verordening, terwijl een heel
goed bestuurslid weer na 1 of 2 jaar gekozen
kan worden.
De heer De Meijer: Ik kan me indenken, dat
het toch wel bijzonder belangrijk is als een be
paalde persoon, die in het bestuur zit, langer
zijn functie kan blijven vervullen. Daarom vraag
ik me af, of we een uitzondering in deze be
paling kunnen opnemen. U zegt wel dat iemand
na een jaar weer gekozen kan worden, maar
dan moet die ene man, die er nog maar een jaar
in zit, er ook weer worden „uitgezet". Ook dat is
weer een gevoelige zaak.
De Voorzitter: Nee, dan wordt er natuurlijk
in een andere vakature voorzien, -maar niet in
die van de persoon, die nog slechts één jaar
zitting heeft in het bestuur, want deze mag
eventueel ook weer 8 jaar bestuurslid zijn.
Iedereen mag maximaal 8 jaar zitting hebben in
het stichtingsbestuur. Ik geloof dat, als men
uitzonderingen gaat maken, men dan pas wer
kelijk moeilijkheden schept. Dan moet immers
het bestuur uitmaken of iemand werkelijk zo
goed is dat hij mag blijven. Dat vind ik een
moeilijke en ook wat griezelige zaak. Een be-
paling, zoals deze thans in het ontwerp is op
genomen, acht ik het meest juist.
De -heer Hol: Mijnheer de voorzitter, om alle
discussies verder te bekorten, deel ik U mede
er graag een voorstel van te willen maken.
De heer Huijbrecht: Ik steun dit voorstel,
mijnheer de voorzitter.
De Voorzitter: Het voorstel moet nog door
één lid worden ondersteund, maar dat zal wel
niet veel moeilijkheden opleveren,vermoed ik.
Ik zie dat de heer Hamelink het voorstel even
eens ondersteunt.
Mevrouw, mijne heren, ik breng eerst het
voorstel van de heer Hol, ondersteund door de
heren Huijbrecht en Hamelink, in mondelinge
stemming. Dit voorstel houdt dus in, dat het lid
e in artikel 8 vervalt, waardoor dan automatisch
de leden f, g en h van dit artikel worden ge
wijzigd in respectievelijk e, f en g.
Dit voorstel wordt verworpen met 11 stem
men tegen en 5 stemmen voor.
Vóór stemmen de heren Hol, Huijbrecht, Ha
melink, Brakman en Van Driel. Tegen stem
men mevr. DoppegieterThiel en de heren De
Vos, Verbrugge, Van Breda Vriesman, Van Nis
pen, De Meijer, Ollebek, Moret, Dieleman, Bin
nekamp en Berbers.
De Voorzitter: Ik stel nu dus aan de orde het
voorstel, zoals dit thans voor ons ligt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform
het voorstel van burgemeester en wethouders
besloten.
9. Idem tot benoeming van bestuursleden van
de sub 8 genoemde Stichting.
Voor alle vakatures worden respectievelijk 16
stemmen uitgebracht.
Voor de le vakature worden uitgebracht 14
stemmen op de heer P. J. Huijbrecht en 2 blan
co. De heer Huijbrecht is benoemd.
Voor de 2e vakature worden uitgebracht 12
stemmen op mevr. J. M. DoppegieterThiel, 2
op de heer D. Moret en 2 blanco. Mevr. Doppe
gieterThiel is benoemd.
Voor de 3e vakature worden uitgebracht 15
stemmen op de heer Drs. R. Slot en 1 blanco. De
heer Slot is benoemd.
Voor de 4e vakature worden uitgebracht 14
stemmen op de heer G. D. Sprangers en 2 blan
co. De heer Sprangers is benoemd.
Voor de 5e vakature worden uitgebracht 14
stemmen op de heer W. van Walraven en 2 blan
co. De heer Walraven is benoemd.
Voor de 6e vakature worden uitgebracht 10
stemmen op de heer Mr. Mi N. G. Pek, 5 stem
men op de heer Mr. J. Glaser en 1 blanco. De
heer Pek is benoemd^
Voor de 7e vakature worden uitgebracht 14
stemmen op de heer W. H. Heikens, 1 stem op
de heer P. A. Lindenbergh en 1 blanco. De heer
Heikens is benoemd.
Voor de 8e vakature worden uitgebracht 11
stemmen op de heer Ir. D. J. Dorrepaal, 4 stem
men op de heer C. J. M. Jacobs en 1 blanco. De
heer Dorrepaal is benoemd.
10. Idem tot vaststelling van een verordening
houdende regelen voor het verstrekken van
geldelijke bijdragen uit de gemeentekas.
De heer Huijbrecht: Mijnheer de voorzitter,
ik wil niet al mijn bezwaren tegen dit stuk nog
eens een'keer aanvoeren. Ik heb dit al gedaan
in de vergadering van de commissie voor de ge
meente-financiën en de raadsleden hebben daar
van kennis kunnen nemen.
Ik geloof, dat één van onze fractieleden het
op een fractievergadering goed kwalificeerde,
toen hij het een onvriendelijk stuk noemde. Er
staat dus: verplichten, moeten, subsidie weige
ren en men is verplicht dit of dat te doen.
De Voorzitter: En subsidie geven natuurlijk.
De heer Huijbrecht: Nu, dat staat er dus niet
bij en hangt er nog van af. Maar, mijnheer de
voorzitter, ik dacht dat het in deze tijd toch niet
meer paste als men bij de burger begrip wil
kweken om zo'n stuk te ontwerpen, waar
voortdurend de woorden verplichten en moe
ten in staan en als men daaraan niet voldoet,
dat dan het subsidie geweigerd wordt.
Het spijt me, mijnheer de voorzitter, dat de
redactie zo is. Ik had het liever wat vriendelij
ker gesteld gezien.
De heer Hol: Ik geloof, mijnheer de voorzit
ter, dat het een goede zaak is, dat, wanneer er
gelden uit de gemeentekas worden toegekend,
er normen voor gesteld worden.
Wat ik echter mis bij deze verordening is een
overzicht van de consequenties voor de bestaan
de verenigingen en instellingen. Ik ben zelf nog
al nauw bij de Jeugdnatuurwacht betrokken en
als ik dan in artikel 37 lees, dat het subsidie
2,per deelnemer bedraagt, dan houd ik m'n
hart vast voor wat betreft het verder voortbe
staan van de Jeugdnatuurwacht.
De heer Binnekamp: Mijnheer de voorzitter,
ik wil graag eerst ingaan op de opmerkingen
van de heer Huijbrecht, die dit stuk dus on
vriendelijk vindt en voortdurend het woord
„verplichten" tegenkomt.
Het doel van deze verordening is een ver
antwoord en evenwichtig subsidiebeleid te be
vorderen en zo hebben wij dat ook gesteld in
ons voorstel aan de raad. Voor dat evenwichtig
en verantwoord subsidiebeleid zijn een aantal
elementen nodig. In de eerste plaats de admini
stratieve kant, waaronder ik versta het aan
geven van de soorten geldelijke bijdragen.
Daardoor ontstaat dus straks bij de behande
ling van de begroting een veel beter overzicht.
We kunnen dan namelijk bepaalde vergelijkbare
zaken ook inderdaad met elkaar vergelijken en
worden dan niet meer in de war gebracht door
b.v. een subsidie van 25,en een subsidie van
2.000,want nu staat alles precies in het
rijtje, waarin het thuishoort.
Een tweede element, dat we getracht hebben
in deze verordening in te brengen, is het stimu
leringselement.
We hebben niet gewerkt met vaste bedragen,
maar het. subsidie gekoppeld aan activiteiten,
het aantal deelnemers, exploitatie-tekorten en
dergelijke.
Een derde element voor een goed en verant
woord subsidiebeleid is een toezicht op de doel
matige besteding van de gelden, die verstrekt
worden.
Dit toezicht zal in verreweg de meeste ge
vallen normaal kunnen worden uitgeoefend aan
de hand van de stukken, die benodigd zijn bij
een subsidie-aanvraag, dat wil dus zeggen de
begroting voor het komende jaar en de reke
ning voor het afgelopen jaar.
Er zijn echter altijd gevallen, dat men er daar
mede niet uitkomt en daarom staat er trou
wens niet voortdurend in bepaalde artikelen
dat burgemeester en wethouders kunnen ver
zoeken en kunnen verplichten.
Ik ben van mening dat dit zaken zijn, die men
in zo'n verordening wat tenslotte een wet
gevend stuk is niet kan missen. Op een ge
geven moment moet het gemeentebestuur een
zeker toezicht uitoefenen op de doelmatige be
steding van de overheidsgelden. Ik meen voorts
ook niet, dat daardoor een te star beleid zal
ontstaan.
Overigens heeft de raad een aantal mogelijk
heden achter de hand. In de eerste plaats de por-
male verantwoordingsplicht van burgemeester
en wethouders aan de gemeenteraad. Als wij
een instelling zouden verplichten om bepaalde
dingen te doen, dan hebt U altijd het recht te
zeggen dat dit niet juist is. In de tweede plaats
kan als een bepaalde verplichting wordt opge
legd en men -er niet aan voldoet, waardoor het
subsidie zou worden geweigerd, altijd nog be-