Uithuilen en opnieuw beginnen
Veroorzaakt onrijp fruit buikpijn!
Tot last
u clat gedacht "vanVollenhove?
Er was een tijd dat het als vanzelf'
sprekend gold dat kinderen voor hun
ouders zorgden als deze het zelf niet
goed meer konden. Zó vanzelfsprekend
was dit, dat vele ouderen niet besef
ten dat er tóch iets was veranderd, dat
de kinderen geen kinderen meer wa
ren, doch volwassen, zelfstandige menr
sen waren geworden. Ze zagen niet in
dat de tijden nu eenmaal veranderin
gen en 'ontwikkelingen meebrengen,
zodat ze er zich kritisch en vijandig
tegenover stelden. Zonder zich te reali
seren hoe misplaatst dit was, bleven
ze dikwijls de lakens uitdelen en het
is begrijpelijk welke spanningen dit in
een druk gezin met kinderen moest
geven.
Wie het zelf ondervonden had nam
zich voor de eigen kinderen nooit zo
iets aan te doen. Het werd een alge
meen verkondigde overtuiging dat
men nooit z'n kinderen „tot last" zou
xoïllen zijn. De kinderen hoorden van
jongsafaan van deze opvatting. Is het
wonder dat zij het op hun beurt heel
natuurlijk vinden dat de oudjes zich
zelf maar moesten redden? Ze zijn
druk bezig met hun eigen leven en het
dringt niet eens tot ze door, dat ze
misschien toch wel wat meer zorg en
aandacht konden besteden aan die
ouders die gewoonlijk niet klagen, om
dat ze de kinderen niet „tot last" wil
len zijn.
Zo zien we, dat we met de allerbestet
meest liefdevolle en onzelfzuchtige be
doelingen toch ons doel kunnen voor
bijschieten. Door al te gemakkelijk 't
woord „last" te hanteren hebben we
bereikt, dat het gewone menselijke me
deleven, iedere zorg, iedere hulp, iede
re kleine opoffering al als een „last"
wordt aangevoeld, niet alleen tegen
over de eigen ouders, maar natuurlijk
nog sterker tegenover „vreemden", die
soms toch ook zo zeer wat hulp en
aandacht behoeven.
Hoewel de inkomens kleiner waren,
was het vroeger toch nog gemakkelij
ker over wat betaalde hulp te be
schikken. Hoe moeilijk is het nu soms
iemand te vinden die een klein kar
weitje voor ons wil opknappen? En
toch komt er een leeftijd dat men zul
ke dingen zelf niet meer kan doen.
We kunnen dus beter dat woordje
„last" maar een beetje laten rusten.
Verstandige ouders zien wel in, dat ze
het jonge gezin niet extra belasten zo
lang er nog een andere oplossing te
vinden is. Doch ten slotte moeten we
niet zélf de natuurlijke band tussen
ouders en kinderen ondermijnen door
als een „last" voor te stéllen wat uit
genegmheid spontaan gegeven zou
zijn.
JETTY
Misschien bent u van plan
nog. een laatste keer van wa-
j ter, zon en zand te gaan
V genieten, voordat het bad-
seizoen gesloten is?
j Neemt u dan eens zo'n
badcape van OBTEL saf-
fraangele wafelstof met aan-
gehechte capuchon mee,
en de „badman" zal u niet
uit het oog verliezen.
Na een paar vakantieweken
van onbezorgd nietsdoen gaan
alle geestelijk en lichamelijk
uitgeruste huisvrouwen en kan
toorhippies weer vol energie en
met nieuwe moed aan de slag,
wat die „slag" dan ook moge
zijn. Iedereen moet na al die
weken ontspanning en rust zijn
energie immers weer kwijt?
Dat is een normaal verschijn
sel; dat is een gezonde gang
van zaken. De vakantie is er
eigenlijk voor, u duidelijk te
maken dat de normale gang
van zaken toch maar je „dat"
is. Als je zo nog even verder
redeneert, moet je wel dolblij
zijn als de vakantieweken ach
ter de rug zijn. Zo denkt u er
toch ook over, nietwaar?
Nou, dat kan dan wel zijn,
maar dan bent u een van de
grote uitzonderingen. Het is
triest, maar negen van de tien
vrouwen (en mannen) hebben
het maar wat moeilijk, als ze
na de vakantie weer moeten
beginnen. De plichten rusten
zwaarder dan ooit op onze
schouders, omdat we ze in die
dagen van zorgeloos buiten de
deur eten helemaal ontwend
zijn. De garderobe, die we een
paar weken tevoren tot verve
lens toe hebben gewassen en
gestreken omdat alles brand
schoon en heel mee moest op
vakantie, ziet er bij thuiskomst
vuiler en verwaarloosder dan
ooit uit. We krijgen een gevoel
dat we alleen al weken nodig
hebben om alles weer wat toon
baar te maken. De melkboer
staat weer voor de deur en de
slager vertelt ons met een
(veel te) vrolijk gezicht, dat
er nog een rekeningetje open
staat van een paar weken ge
leden.
Ja, iedereen schijnt moeite te
doen ons het leven zo zuur mo
gelijk te maken. Niemand doet
ook maar enige moeite ons
over de gedachte heen te hel
pen, dat het nu weer vijftig
weken duurt, voordat we de
deur weer met een zucht van
verlichting voor veertien lange
dagen achter ons dicht kun
nen trekken. Maar net als we
tot de conclusie zijn gekomen,
/dat het leven niet veel meer is
dan een dagelijks sloven en af
beulen, dringt tot ons door, dat
we aan de herfstgarderobe
moeten gaan denken. En hoe
gek het klinkt, maar die ge
dachte helpt ons over het dode
punt heen en geeft ons moed
opnieuw te beginnen.
Als we aan het herfstseizoen
denken, gaan onze gedachten
het eerst uit naar de mantel,
die we ook dit jaar wel weer te
snel nodig zullen hebben om de
eerste regen en windvlagen op
te vangen. Voor zover nu be
kend blijft het gemakkelijke
tentmodel en de stoere milita
ry-look nog even in de möde,
zij het ook hier en daar mët
kleine veranderingen. Soepele,
warme stoffen zijn nog steeds
in" en de felle kleuren zijn
wat afgezwakt. Bijgaande fo
to's geven alvast een voor
proefje van wat u op dit ge
bied te wachten staat.
vrijmaking uit een toestand van afhankelijkheid
nog wel niet helemaal voltooid, maar
is
De emancipatie
van de vrou1
toch wel een eind in de goede richting. De tijd waarin de vrouw alleen
maar haar geluk mocht vinden in zo hard mogelijk zwoegen voor man en
kinderen, zonder daar veel waardering voor te oogsten, is al lang achter de
rug. De man is niet meer de alleenheerser in huis; man en vrouw nemen
samen beslissingen, hebben alle twee een stem in het kapittel, hebben bei
den dezelfde mate van vrijheid. Vrouwen kunnen openbare ambten 'be
kleden en bun arbeid wordt in vele gevallen gelijkwaardig beloond. Ja, er
is heel wat gebeurd sedert Wilhelmina Drucker in 1889 de Vrije Vrou
wenbeweging stichtte, een partij die uitsluitend voor eigen sekse begon te
ijveren: morele en wettelijke gelijkheid eiste voor de twee geslachten.
Natuurlijk is de emancipatie in som
mige opzichten ontaard in excessen.
De balans sloeg over naar de andere
kant; de aan het rollen gebrachte
sneeuwbal was niet meer te stuiten.
Maar dit is min of meer een nor
maal verschijnsel. Wie zo lang ge
knecht is en onmondig werd gehouden
kent geen maat, als de knellende ban
den verbroken zijn.
Alles bij elkaar genomen mag wel
gezegd worden dat de vrouw tevre
den kan zijn met wat ze bereikt heeft,
met de positie die zij nu inneemt.
De jongeren zijn er al aan gewend;
ze weten niet beter of het hoort zo.
De ouderen denken nog wel eens te
rug aan vroeger, aan de verhalen van
grootmoeder, die niet op de fiets mocht
zitten omdat fietsen onzedelijk was
(voor een vrouw).
„MEVROUW" EN „JUFFROUW"
Omdat we nu allemaal zo goed we
ten hoe beledigend het was niet voor
'volwaardig te worden aangezien, is het
onbegrijpelijk dat op kleine plaatsen
„door de vrouwen onderling" nog vaak
een soort discriminatie wordt toege
past, een discriminatie die in flagran
te tegenspraak is met de hang naar
gelijkheid bij alle vrouwen. We doe
len op het verschil in „aanspreekti
tel" van bijvoorbeeld de vrouw van
de dominee en de vrouw van de land
bouwersknecht. Natuurlijk, er is ver
schil en er zal altijd verschil blijven
bestaan. De domineesvrouw, dokters
vrouw en de vrouw van de hoofdon
derwijzer zullen altijd in een wat gro
ter huis wonen dan de echtgenote van
de landbouwer. Ze gaan misschien met
vakantie wel naar Spanje of Major
ca: ze eten elke dag vlees en hebben
Bndere vrienden en kennissen. Dat is
allemaal een kwestie van ontwikke
ling en geld. Hun portemonnee Iaat
het toe dat ze verre reizen maken
en waarom ook niet? Daar kan nie
mand zich aan ergeren, het ins hun
eigen geld en ieder mag met zijn
geld doen wat hij of zij wil en kan.
Maar- waarom is de vrouw van een
dokter „mevrouw", en de vrouw van
een landbouwer „juffrouw" of gewoon
Marie of Anna?
Voor de tweede wereldoorlog was
elke werkster, elke kleine winkelier
ster „juffrouw". Getrouwd of niet ge
trouwd, de eenvoudige vrouw bleef
haar hele leven juffrouw. In het bui
tenland was dit anders. In Duitsland,
Frankrijk en zelfs in het conservatie
ve Engeland werd de vrouw „me
vrouw". zodra ze getrouwd was. Maar
in Nederland kon dat er niet 'af; het
mevrouw-zijn was een voorrecht van
een betrekkelijk kleine en selecte groep.
Meen nu niet dat de gelijkschakeling,
de emancipatie op dit gebied in Ne
derland voltooid is. O, ja, we weten
allemaal, dat in grote plaatsen en
vooral in het westen van ons land dit
vraagstuk ai lang is opgelost, en men
ere geeft wie ere toekomt, iedereen
in zijn waarde Iaat. Maar in kleinere
plaatsen schijnt deze vorm van dis
criminatie nog steeds een rol te spe
len, een rol die velen ergert; die ze
als een vernedering ondergaan.
BRIEF
We ontvingen een brief uit Vollenho
ve met het verzoek aan dit probleem
eens aandacht te schenken op onze
vrouwenpagina. Een vrouw schreef
ons:
„Misschien weet u het niet, maar
in kleine steden en dorpen is er
in zeker opzicht nog niets veranderd
in de waardering van de vrouw van
de dokter, de schoolmeester en noemt
u maar op, en de vrouw van de
gewone man, de arbeider. De laatst
genoemde wordt nog steeds bij voor
keur, bijvoorbeeld in winkels, bij
haar voornaam aangesproken, of an
ders met „juffrouw", terwijl de dok
tersvrouw, de dominese, de echtge
note van de bankdirecteur enzo
voorts nog steeds, het alleenrecht op
de aanspreekvorm „mevrouw" schij
nen te hebben. Ik weet zeker dal
er onder uw lezerssen vrouwen zijn
die zich daar net zo gegriefd dooi
voelen als ik. Misschien kunt u daar
eens iets over op uw vrouwenpagi
na zetten".
Aldus dé brief, die ik om beg'rij
pelijke redenen zonder ondertekening
heb laten afdrukken. Het schrijven is,
dat zult u toegeven, gematigd, be
schaafd en zqnder emotionaliteit ge-
,.stejd. Vandaar dan ook dat ik erop
ben ingegaan, te meer daar het hier
.om discriminatie van „vrouw tegen
over-vrouw" gaat. Wel ben ik ervan
overtuigd dat er met deze gemeen
zaamheid (neerbuigendheid of ongepas
te familiariteit) in de meeste gevallen
niets kwaads wordt bedoeld. Maar de
ze houding is in deze tijd m.i. onge
paster dan ooit. We zijn er nu net
.overheen dat de dominee, de pastoor
Cn de dokter tegen elke arbeiders
vrouw ook al had ze hun moeder
Jcunnen zijn of al had ze tien kinde
ren gemeenzaam „moedertje" zei.
Dat was, óók in de tijd van onze
grootmoeders goed bedoeld en het wil
de een band van vertrouwelijkheid
scheppen, wat het zo omstreeks het
jaar 1900 misschien ook wel deed.
Maaf die tijd is voorbij, zoals ik al
zei. En noch de dokter, noch de do
minee heeft er behoefte aan tegen een
wildvreemde getrouwde vrouw „moe
dertje" te zeggen. Dan wordt het toch
al te dwaas als een winkelier nu nog
Steeds blijft volhouden zijn klanten bij
de voornaam te noemen of met „juf
frouw" aan te spreken als die klan
ten vrouwen van arbeiders zijn, terwijl
ze het niet in hun hoofd zullen ha
len hetzelfde te doen tegen de vrou
wen van doktoren, dominees, postkan
toorhouders en gaat u maar door. Het
is triest dat vele arbeidersvrouwen
zich aan deze „discriminatie" erge-
ren, zonder dat ze er „met goed fat
soen" in hun kleine woonplaats tégen
kunnen protesteren...
GEDICHT
Tot slot heb ik hier riog het ge
dicht laten afdrukken, dat de inzend
ster uit Vollenhove bij haar brief in
sloot. Het onderstreept alleszins be
"schaafd het protest,-vervat in de brief.
Ik heb er niets aan veranderd, zodat
u een paar onjuistheden in rijm en
versmaat maar voor lief moet nemen.
Tenslotte is de maakster geen „me
vrouw" Vondel. Het gedicht luidt:
Was ik maar jie vrouw van de dokter,
Of liever nog de vrouw van de dominee,
Of had mijn man een zaak,
al was 't maar een kleine,
Dan telde ik ons standje nog
wel mee.
Was ik maar de vrouw van de rector,
Óf liever nog de vrouw van een
ambtenaar,
Of was mijn man agent,
al was 't maar een lage,
Dan vond ik het in ons stadje heus
niet maar
Maar ik ben geen „mevrouw" voor
het stadje,
Want mijn man is voor hen geen
„meneer",
Maar hij houdt veel van mij en juist
daarom,
Interesseert mij de rest niet zo zeer.
Tot zover het gedicht. Wat de laat
ste regels betreft, u hebt gelijk, „me
vrouw", dat de liefde van uw man
veel belangrijker en waardevoller is
dan wat ook. Als alle vrouwen van
uw stadje u met „mevrouw" aanspra
ken, maar uw man hield niet van u,
dan was u duizendmaal armer dan
'nu. Maar of het u echt niet interes
seert dat men u hier en daar bij uw
voornaam noemt, waag ik te betwij
felen. U schrijft het wel in uw ge
dicht, maar als het zo was zou u
mij geen brief hebben gestuurd. Ik
hoop dat dit artikeltje u van uw er
gernis zal bevrijden; er zit wel een
goede kans in, want wie deze regels
leest zal zichzelf wel herkennen als
hij of zij zich „bezondigt" aan deze
onjuiste houding tegenover vrouwen
als u. En ik ben ervan overtuigd dat
de betrokkene dan verandering in zijn
houding zal aanbrengen.
EEN PIETLUTTIGE ZAAK?
Voor hen die mochten menen dat
dit „probleem" een pietluttige zaak is,
zou ik tot slot willen zeggen, dat het
hele leven bestaat uit een aaneenscha-
Het éten van onrijp fruit is over het' algemeen niet aan te bevelen. Het smaakt in
vele gevallen wrang en je moet er goede tanden en kiezen voor hebben. Vandaar
dat vooral kinderen onrijp fruit niet voldoende kauwen. En dat dus niet de
onrijpheid zelf kan buikpijn veroorzaken. In onrijp fruit zelf zit niets dat buik
pijn als gevolg kan hebben. Als het langzaam wordt gegeten en goed wordt ge
kauwd, zal de sterke maag het wel zonder protest verwerken. Natuurlijk treden
er bij onmatigheid wel onprettige gevolgen op, maar dat heeft ook niets met de
onrijpheid van het fruit te maken. Wie een paar kilo rijpe appelen achter elkaar
naar binnen slokt, zal ook geen beste nacht hebben en wie een pond pepermunt,
een pond bonbons en zo kunt u doorgaan met legio voorbeelden naar bin
nen werkt, zal ook op een grondig protest van de maag moeten rekenen. Van
onrijp fruit eten krijgt u dus geen buikpijn, mits u goed kauwt. Maar waarom
zou u^iet eigenlijk eten? Koop liever rijp fruit of laat het wat liggen totdat het
rijp is geworden. Rijp fruit is veel smakelijker, geuriger en zachter.
keling van kleinigheden en dat juist
kleine ergernissen met een beetje goe
de wil zo gemakkelijk uit de weg te
ruimen zijn. De een ergert zich over
een voortdurend blaffende hond van
de buren, de ander over een kat, die
de pas geplante bolletjes en stekjes
even hard opgraaft, als ze in de grond
zijn gezet. Prettige kleinigheden kun
nen het leven veraangenamen en on
prettige kleine dingen kunnen het tot
een hel maken.
Verder tot besluit nog dit: Wie met
soortgelijke problemen rondloopt doet
er goed aan ze op schrift te stellen
en aan onze krant te sturen. We zul
len ze, zo ze redelijk en voor alle
lezeressen interessant zijn zeker op de
ze pagina behandelen.
Witte regenmantel met ingelegd pa- Links: donkerblauwe wollen mantel met witte krijtstrepen, grote re-
troon en kleine omstaande kraag. vers en diepe zakken. Rechts: witte gabardine mantel met marine
blauwe ingezette schouderstukken.
Een overgangspak van grove zwarte
corduroy, gevoerd met witte gabardine.
De schouders van het jasje zijn ruim
aangezet.