IK BEN DE VAKMAN, IK BEN DE BAAS...... Woensdag SO augustus 19(37 DE, VRIJE ZEEUW Pagina Ik had er genoeg van Met ijzeren vuist Het succes reist mee Kessler? ken ik nïet MAX MERKEL In Nederland zou ik niet kunnen werken Nog steeds denkt Max Merkel met zichtbaar genoegen aan de twintigste mei 1967. Op die dag versloeg FC Nürnberg, sinds januari onder zijn hoede, de ploeg van zijn ex-broodheer TSF 1860 Miinchen. Günther Baumann, de trainer van deMünche- naars, kon onmiddellijk alle illusies omtrent een eventueel kampioenschap in de Bundesliga in het donkerste hoekje van de kast opbergen. Even later hoorde hij dat München hem niet meer nodig had. Baumann stond op straat. Max Merkel, die van München 1860 een sterrenteam had gemaakt maar na een onverkwikkelijke ruzie met showman doelman Radenkovic het loodje had moeten leggen voor de dictatuur die de spelers uitoefenen en de wijste partij had gekozen door de ploeg de rug toe te keren, spert de mond wijd open als hij denkt „aan de wraak van de twintigste mei". Achter de gekleurde brilleglazen, behorend tot de „standaarduitrus. ting" van de meest besproken voetbaltrainer in de Bondsrepu bliek, twinkelen de ogen zoals die van Toon Hermans doen als hij een moeilijk mopje heeft verteld dat niettemin onmiddellijk een reactie heeft opgeroepen. „Het was geen wraak, het was voor mij ivel een genoegdoening". Op die dag was Max Merkel in de vroege ochtenduren nog in Wenen, waar hij bij Eapid Wien trainer Robert Kör- ner had losgewerkt en hem een onge twijfeld aanlokkelijk contract voor de neus had gehouden om ais assistent trainer in dienst te treden van de 1. F.C. Nurnberg. Om elf uur landde hij op het vliegveld van München, ander half uur later wag hij, jakkerend in zijn gearriveerd in Nürnberg. Daar wachtten hem enige besprekingen en om drie uur stoof hij de Kachlet- strasse in. Dat is de nieuwe naam voor Sportparkstrasse. Met grote voortva rendheid heeft de magistratuur van Nürnberg die naam maar vast veran derd, want het clubhuis van de 1. FC Nürnberg verhuist toch naar de nieu we accommodatie en dan is Sportpark strasse overbodig geworden. Op nummer 12 staat een grauw ge bouw. al meer dan vijftig jaar- Pach ter Siegfried Grimm voert er de scep ter over wat op een bord aan de voor zijde met sportparkrestaurant wordt aan gekondigd en a-an de zijkant met club restaurant- Op het parkeerterrein staan de sport- «utols van spelers en bestuursleden. Aan de zijkant boven de deur het bordje dat èangeeft'dat daar de ingang is naar hei domein van 1. Fussball Club Nürnberg. E.V.. Verein für Leibesübuhgen, Ge- schaftsstelle 1. Stock. De kromme, hou ten trap zonder loper leidt naar het kan ifllP Ik heb in het begin in Holland een fantastische tijd gehad. toor met twee typisten en Herr Sekre tar. Het enige, dat nieuw is aan het gc hele gebouw is de brievenbus. In een uitsparing is een stukje papier gescbo ven waarop met rood potlood werd ge schreven 1- F.C.N. Meer niet- Het hek je naast het terra8 is verweerd en ei zit nauwelijks verf op. Het gaat niet meer dicht want het slot is verroest. De meeste ramen staan niet meer water pas. In het gebouw is het schemerig. Ach terin is een zaaltje, waarin een vleu gel staat. Langs de muur wat vanen, die dateren uit de glorievolle jaren toen FC Nürnberg nog kampioenschappen veroverde en bekers in de wacht sleep te. Daar komen de spelers bijeen. In de keuken lopen drie kokg rond, met de armen over elkaar- De Gast- statte, waarboven het kantoor van de club is gevestigd, wordt op dit moment liet bepaald overstroomd met bezoe kers. In de Nebenzimmer, vlak achter het terras, zit Max Merkel. Het is warm. Zijn lichtblauwe sporthemd staat open ;n hij vist uit een borstzak een pakje sigaretten, merk ..Dames". De Oosten rijkse toptnainer slaat met een behaarde land op tafel als hij de naam „Neder land" hoort. Daar wil hij wel wat over «eggen. Hij is er drie en een half jaar ge weest, van 1 april 1954 af. Op die da tum trad hij in dienst van de amateur club H.B.S. tegen een salaris van ze venhonderd veertig gulden per maand, Koud geacclimatiseerd werd hem de training van het Nederlands elftal opge dragen omdat de K.N.V.B. door het ver trek van Joop van der Leek eensklaps zonder was gekomen. Zijn gedachten zweven dertien jaar terug. Hij zuigt de rook van de siga ret naar binnen en blaast die weer lang zaam uit. „H.B.S. Dat was de gezel ligste club die ik ken. Da-ar heb ik een fantastische tijd gehad. Ik denk nog dik wijls aan die aardige mensen. Maar ze zeiden zelf tegen me: „Max, je moet hier weg. Je gaat hier kapot". Zo erg was het nu ook weer niet maar het was een amateurclub en dan is er on voldoende tijd om te trainen. Je kunt Jan ook niets bereiken. Toen vroeg de I.N.V.B. me in september 1954 de trai- ,ing op me te nemen van het Neder- ,and-s elftal dat op 24 oktober in Ant werpen tegen België moest spelen- Ge weldig was dat. Er zat een inzet in da ploeg en een discipline die ongelofelijk ■waren. Het- was „bloed aan de paal" legen de Belgen. Appel, Kuys, mijn goeie vriend Abe Lenstra, Theo Timmermans, Van dei lart, het was enorm. We jiadden hard jewerkt en er was een goede sfeer. Na Irie en een half jaar ben ik weggegaan. Men weet nog wel waarom- Ik zou een azing houden voor oefenmeesters en dak daarvoor lees ik in hun blad dat luitenlandse trainers het brood uit de nond stoten van ,de Nederlanders- Toen ïad ik er genoeg van. Ik hield die le zing niet. Enfin, ik ging weg. Maar ik noet zeggen dat ik altijd fantastisch heb samengewerkt met mensen als De- nis, Pellikaan, Holboom en Steinvoorte- Ik heb met hen rooit iets onaangenaams gehad en zij met mij niet." Hij kijkt in de verte en met zijn wat hese stem mijmert hij voor zich: „Ik hang nog moet het spel achter de coulissen kennen. altijd, aan Nederland." Maar hij piekert er niet over om ooit in Nederland te komen werken. Voor Merkel is voetbal eten en drinken en de ploeg een bedrijf dat hij leidt. Een bedrijf waaraan hij verdient, zoveel mo gelijk. In ruil daarvoor stelt hij zijn ca paciteiten beschikbaar. En die worder- hogelijk gewaardeerd- in de Duitst sportbladen wordt zijn lof onomwondet. bezongen. Daarin staat met vette kop pen: „Met Max Merkel reist het suc ces mee" en „Wat Max Merkel in lui tele maanden met F.C. Nürnberg heef. bereikt, is ongelofelijk". In het begin van dit jaar bezette Nürn berg de achttiende en laatste plaati Toen verliet Max Merkel 1860 Munehei. Onmiddellijk legde Nürnberg beslag o_) 'hem. „Midden in het seizoen kwam ik bi. Nürnberg. Dat was niet eenvoudig. Nürn berg Is een vereniging met een traditie Zo gedraagt men zich ook. Je kent de sfeer in dat soort verenigingen, zo een van „ons kan niets gebeuren". Maar toen zakten ze ineens weg. Ze schrok ken zich dood en zaten te trillen op hun benen- Hopeloos onderaan met 12 punten op de helft van de competitie Ze kwamen bij mij terecht. Door een toeval, want ik was net vrij Er was voor hen maar een ding be langrijk: niet degraderen. Ik begon ei met vierentwintig contractspelers en ik had het al gauw gezien. Er was een stel dat dacht het geld, en ze verdie zien in Duitsland goed, gemakkelijk t- verdienen. Dat waren de passieven, de luien. Ei waren er ook die wel wilden- Die luien heb ik direct uit het kader gezet. Vai de vierentwintig heb ik er zo'n stuk o) tien gewoon weggedaan. Ze mochtei wel trainen maar gescheiden van hei die wel wilden werken. Ik heb een nleu ■we ploeg geformeerd en ben begonnei •met te werken aan de conditie en t< trachten hen een complete inzet, een vol komen „Begeisterung" bij te brengen We zijn op de tiende plaats geëindigd met vierendertig punten. En we hebben niet alleen 1860 München verslagen maar ook Eintrac-ht Frankfurt, met 4-1 ook Borussia Dortmund met 1-0. Die zijr alle twee in de top geëindigd. Max Merkel neemt geen blad voor at mond. Hij zegt ronduit waarop het staai Ook wat zijn eigen spelers betref! Doelman Gyüla Toth kan ervan mee praten. Hij is een goede keeper maa Merkel wenst een andere. Toth kan fan tastisehe momenten afwisselen met zeei zwakke. En Merkel heeft niets aan zwak ke momenten. Toen FC Nürnberg tegen FC Köln speelde (1-1), stond die ploeg van Merkel voor. Drie minuten voor het einde liet Toth de bal doof zijn benen glippen en was het 1-1. Ongezouten gaf Merkel commentaar: „Wat heb ik aan een doelman die twee ballen uit de hoek vist en er dan een door zijn benen laat glippen? Ik heb een klasoedoelman nodig en ook nog t.wee voorhoedespe- lew". Toth weet dus waw hij aan toe is. In de aanva-l mogen ze voorlopig onderling uitmaken wie zal vallen- Max Merkel regeert -als een heerser, met ijzeren vuist. „Ja, wat wil je. Be ben verantwoor delijk, ik alleen want ik ben de vak man- Als het verkeerd gaat, kunnen ze me roepen en dian zal ik zeggen wat er aan mankeert. Natuurlijk ben ik ver antwoording schuldig en hij rende de trap op naar het kantoor toen da president Ran Nürnberg, Walter Luther, hem even nodig had maar ik ben de baas- Daarom zou ik ook niet in Nederland kunnen werken. Daar heeft het bestuur en iedereen veel te veel te zeggen en te veel varkens maken de spoeling dun. Stel je yoor dat in een bedrijf tien mensen de baas gaan spe len. Dat kan toch niet. Alleen de ver antwoordelijke man zegt: zo of zo ge beurt het. Kijk eens naar Chelsea. Daar is Tommy Docherty helemaal alleen de baas. En ik heb altijd gedacht dat Ne derland zo Engels was ingesteld. Ik heb ook altijd, gedacht dat Nederlandiers zul ke goede handelslieden zijn. Ik weet zelfs dat ze het zijn maar op het punt van trainers zijn ze gewoon achterge bleven. Ze betalen een ton, twee ton of meer voor een sipeler maar voor een trainer hebben ze niets over. Zestigdui zend gulden bruto voor een trainer, dat is toch een Witz? Overal in de wereld hebben vooraanstaande clubs dure trai ners. In Nederland is er niet één. Het is een fijn land om te leyen maar niet om te werken, zolang de financiële zij de niet verbeterd is. Ze besteden in Ne derland hun geld verkeerd. Ik heb nu net als bij München, tus sen de elf- en twaalfduizend mark per maand, in het handje. En dian word ik niet twaalf maar veertien maanden be taald. Ze zeggen wel eens dat ik dé best betaalde trainer van Europa ben- Mis schien. ik zeg misschien, verdient He- lcnio Herrera van Inter Milaan nog meer- Dan mag hij H.H. zijn maar ik ben toevallig M-M. Ik maak een goed elftal, maar er moet wel materiaal zijn, allereerst een sta dion. Daaraan ontbrak het bij 1860 München. Daar hebben ze veertigdui zend plaatsen maar achtendertigduizend zijn staanplaatsen. De doorsneeprijs is dus laag. Bovendien hebben ze daar de concurrentie van Bayern München. Neem nou Nürnberg eens. Zeventigdui zend plaatsen, waarvan vijfentwintigdul zend zitplaatsen, en in een straal van tweehonderd km geen enkele Bundesliga club. Daar zat muziek in. Maar toen ik in januari kwam trok Nürnberg een ge middeld aantal toeschouwers van der tienduizend. Van januari tot mei waren dat er al achtentwintigduizend gewor den. Een directeur van een bedrijf, dit de omzet sterk verhoogt merkt dat in zijn salaris. Waarom een trainer dan niet? Neem nou een orkest. Die kerels spelen heus wel. Maar ze zetten er een dirigent voor. Hoe beter de dirigent, des te beter speelt dat- orkest. En die man daarvoor verdient daarom heel wat meer dan welk orkestlid ook. Ik wil maar zeg gen, dat het aan de leiding, aan de baas, de verantwoordelijke persoon ligt. En die moet betaald worden. Dat doen ze in Nederland niet" Natuurlijk ben ik verantwoording schuldig, maar ik ben de baas. Het is een keiharde theori.e die Mei- kel opbouwt. Hij is ook keihard en zal de eerste zijn om dat toe te geven. Hij geeft ook rechtstreeks toe dat het sala ris hem niet onverschillig laat. „Ik blijf nog een jaar bij Nürnberg. Dan zal ik wel zien. Ik wil wel naar Italië en Ik heb ook aanbiedingen gekregen maar er is daar een trainers- en spelersstop. Misschien volgend jaar niet meer. Van elk elftal is iets te maken, in welk land ook. En als er geen materiaal is, moe ten ze kopen. Dat dient met overleg te gebeuren. Niet domweg een goede spe ler kopen en dan maar zien wat er van terechtkomt. Toen ik bij München was. hadden ze vierentwintig contract spelers. We hebben er tien weggedaan en drie gekocht. Daar hebben ze niet op verloren. En met die spe leerd wr eis en dnie gekocht. Daar hebben ze niet op verloren. En met die spelers werd ie der jaar wat bereikt dat tot de verbeel ding Ispreekt. We werden Zuidduits kam pioen, wonnen de bekercompetitie, speel den voor de Europa Cup II op Wembley en werden Duits kampioen. Elk jaar dus wat." Max Merkel memoreert de nuchte re feiten. Het is zoals werd geschreven: „Met Max Merkel reist het succes mee". Toen hij na drie en een half jaar Ne derland verliet ging hij naar Rapid Wien dat 2-maal Oostenrijks kampioen werd, trainde hij het Oostenrijkse elftal,dat Nederland versloeg, trad hij in dienst bij Borussia Dortmund en later bij 1860 München. De naam Merkel was onver brekelijk verbonden aan successen en, als hij directeur van een „gewoon bedrijf" was geweest, had zijn naam in neon letters aan de gevel geschitterd. Dood. eenvoudig omdat hij een vakman is, omdat zijn trainerscapaciteiten nu een maal verder reiken dan die van da overgrote meerderheid. Nuchtere Max Merkel stelt vast dat ook Nederland goede trainers heeft. „Het is als in elk beroep, er zijn goede, minder goede en slechte". Voor de rest weet hij niet veel van Nederland, „Ik heb gehoord dat Ajax goed zon «pelen en dat Feljenoord aftakt, Ik kaq er nog sieeus niet goed bij wat Neder land betreft. Er zijn goede spelers maar ze stoten niet door. Er wordt een keel gewonnen en dan is het op. George Kessler? Ken ik niet. Heeft-ie gevoet bald? Is-ie international geweest? Heeft! ie ervaring? Dat is het. Je moet als trainer ervaring hebben, weten wat e» in de voetbalwereld omgaat. Je moet het spel -achter de coulissen kennen. Dan kun je wat bereiken. Overs al, ook iin Nederland. Dat is toch zeker een puur voetballand. Er zijn honderden voetbalveld, iedereen voetbalt, tot op straat toe. Dan moet er toch Iets lus komen?" Max Merkel uurt weer voor zich uit en schudt langzaam het hoofd: Hij kan er eenvoudig niet bij dat hes .voetballand Nederland zulke magere re sultaten boekt in interlandvoetbal. De man, die van 1935 tot 1954 rechtsback was in Rapid Wien en het Oostenrijkse elftal, die over de hele wereld heeft ge zworven, als speler vooral, heeft nie) voor niets Robert Kömer als' tweeds traiiner aangetrokken. Die was ook ia. ternatiomal en kan op voldoende erva ring bogen. Hij vist nog een verse „Dames" uil de borstzak van het lichtblauwe sport, hemd, dat strak om de getrainde tor» spant en zegt: „Trainen is geen kweel tie van het moment Je moet in de toe* komst kijken. Je moet daaraan ai wer. ken als het goed gaat en niet wachten tot het hoognodig is. Als we straks ons nieuwe sportcomplex hebben, hier vlak bij, wil ik daar een huis met twintig kamers hebben. En dat komt er ook, reken daarop. Daar gaan we een voetbal- school stichten voor talentvolle jan-gen» [van 14 en 15 jaar, die in de middag trainen. Ais ze een Jaar -of zestien, zei ventien zijn, moeten het voetballers zijn. Dan moeten ze alles kunnen. Ik heb niks aan een knaap van twintig dia gjflgifl maar links of rechts kan scinelen. lit heb er wel eens een gezien van twin- .tiig die nog niet eens een bal kon stop- 'pen. Die neb ik niet nodig. Met zes tien, zeventien moeten ze er al zijn, daarom moeten ze ook elke dag trai- men. Met twee- of driemaal per werf» |feom je er niet." En dan komt de „handelsman" Mer kel meteen weer boven, „Als ik elk jaar |uit die jongens er maar één ha-al, heo ■ik al verdiend voor da club. Anders imoeten ze er een kopen van een twee- .hondderdduizend mark. Die jongens ko men bij ons in huis. Ze wonen in dis ■voetbalschool, zoals ik het m/aar zal noe- >men. Maar we mogen de menselijke kant niet vergeten. Die jongens halen 'we wie weet waar vandaan. Het klinkt .een beetje week maar het is toch zo ■dat je hun moeder moet vervangen. Za zijn nog jonig. Wie poetst hun schoenen, ,wie verzorgt hen als ze ziek zijn? Dat zijn vragen die wij moeten beantwoor. den. Er zit meer achter een voetballer '.dan zoals de toeschouwers hem zien ia een wedstrijd of bij de training." Toch niet zo'n keiharde, Miax Merkel? Misschien niet. Hij denkt en doet zake lijk maar er schuilt toch heus nog wel iets anders in de sportieve body. Daas gluurt af en toe een heel andere kant van 't „keiharde hart" naar buiten. Geen sentiment ma-ar wei het menselijke ais hij het, voor hem, zakelijke trainer- schap van zich afschuift. Als hij b.v, met volle overtuiging zegt: „Ik hang nog -altijd aan Nederland. In augustus komt Feijenoord bij ons op bezoek en daarna spelen wij een return- wedstrijd. Daarop verheug ik me. Dan ben ïk weer eens in Nederland. Weet je wat Ik nou zo graag zou willen? Een invitatie voor een interland in Neder land. Al-s hij tenminste op woensdag 1», Can kan ik, Dat WW fantastisch ïila.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1967 | | pagina 7