Onschuldige „handel in blanke slavinnen" Voor Hollandse zomers Kaiserschmarrn Werken Au Bain Marie Weet U wat een bedsprongis? Iedereen weet nu zo lang zamerhand wel dat handel in hlanke slavinnen ook in onze tijd geen fabeltje is en dat men zijn dochter niet zonder meer ongestraft naar Parijs of een van de andere grote steden kan laten gaan voor een „goed betaalde be trekking", als huisgenote, als kin dermeisje, kapster en vooral niet als hulp in een bar of café. Iedere moeder weet maar al te goed, dat dit vaak ronselarij is voor verdachte huizen in Algerije, Tunesië en andere oriëntaalse lan den. Er kan dan ook niet genoeg tegen gewaarschuwd worden. Laat de jonge meisjes nooit via ad vertenties opgescharrelde adressen naar 't buitenland vertrekken, zon der eerst terdege geïnformeerd te hebben met wie ze in zee zijn ge gaan. Toch bestaat er bij wijze van spre ken vlak naast de deur nog een „on schuldige handel in blanke slavinnen". Deze handel wordt bedreven door jon ge mannen uit het „Bergische land" in het Roergebied. Wil een jongeling uit een van de naburige steden een romantische wandeling gaan maken met een dorpsschone uit een van de plaatsjes van het Bergische land, dan doet hij er goed aan een biljet van 20 mark in zijn portefeuille te steken. Dit bedrag moet geofferd worden voor een speciaal doel: een soort brand schatting of tolheffing op het meisje in kwestie. Aan deze meisjeshandel komt Inter pol noch de UNO-commissie ter be strijding van de handel in blanke sla vinnen te pas. Het is een oud ge bruik, niet helemaal vrij van ernsti ge achtergronden, maar in de loop der jaren toch meer de kant van de luim opgegaan. „IN VREEMD RIVIER JAGEN" Wil een jongeman uit het dorp een afspraakje maken met een meisje uit het dorp, dan kost hem dat niets. Maar o wee, wanneer een vreemde ling op vrijersvoeten komt, of zoals men het daar noemt in „vreemd re vier komt jagen". Dan werkt de in lichtingendienst van de dorpsvrijgezel- len zo snel als de trommels in het oerwoud. In vroeger tijden werd in de kleine dorpjes geen pardon gebruikt. De dorpsschonen werden behoed als kost bare edelstenen. Een fatsoenlijk meis je „liet zich niet in" met jongens van elders, maar trouwde alleen met een jongen uit haar dorp. Iedere boeren dochter die met een man van elders trouwde, betekende immers verminde ring van de huwelijkskansen van de dorpszonen. Vandaag de dag eindigt het bezoek van een vrijlustige vreem deling weliswaar niet meer in het dichtstbijzijnde ziekenhuis, maar hele maal zonder strubbelingen gaat het ook niet. „JACHTAKTE" Wie het als vreemdeling met een jonge dochter in het Bergische land wil aanleggen moet in vele kleine dor pen van deze streek eerst een „jacht akte" verwerven. Dat kost het een en ander. Hjj behoeft niet altjjd in harde marken te betalen, hij kan het ook met „vloeibaar" geld doen met een paar kisten bier, of een paar fles sen sterke drank, waarmee de dorpse vrijgezellen hun verdriet over een dorpsmeisje dat met een vreemde „gaat" wegspoelen. In enkele dorpen is de heffing voor deze „vrijvergunning" uitermate straf georganiseerd. Er bestaan verenigin gen die met mooie dikke zegels ver sierde „jachtaktes" verkopen en daar mee hun kas spekken. Tussen luim en ernst bestaan vele nuances. Men kan natuurlijk geen vrij er dwingen te betalen. Maar wel kan men hem op meer of minder nadruk kelijke wijze dwars zitten dat va rieert van kleine plagerijtjes tot re gelrechte chicanes. Wie vindt het pret tig als hij op de thuisweg zijn ban den moet wisselen, omdat de vrijge zellen ze hebben laten leeglopen? En wie koopt niet liever de hardnekkige spionnen uit de dorpsjeugd om opdat hij eindelijk ongestoord met zijn dul cinea kan wandelen en niet telkens een ijverig „controleur" tegenkomt? Af en toe spreken ook de harde boe- renvuisten en wordt er gevochten. Toch betaalt lang niet iedereen. Niet zonder bekommernis moeten de vrij gezellen in het Bergische land vast stellen, dat vele jonge mannen van elders, vooral die uit de grote ste den, er niet aan denken aan die oude gebruiken gevolg te geven en dat dor stige mannekelen hen koud laten. Het komt ook al herhaaldelijk voor, dat zij liever hun twintig mark in hun zak houden en de dorpsschonen versmaden. Een „bedsprong" heeft niets met springen te maken. Het is een middel eeuws gebruik bij vorstenhuweljjken. Het bruidspaar ging in vol ornaat op een praalbed zitten, omgeven door een kring hoogwaardigheidsbekleders. Het was een symbool van de geldigheid van het huwelijk. Deze geldigheid moest geaccentueerd worden, als de echtverbintenis niet op normale wijze kon worden voltrokken, bij voorbeeld nis de bruid en de bruidegom nog kinderen waren, of als een van tweeën nog een baby was, wat ook voor kwam. In dat geval nam een plaatsvervangster of plaatsver vanger in bed plaats met de echte bruidegom of bruid. Het „met de handschoen trouwen" bij afwezigheid van de bruidegom, een gebruikelijke uitdrukking voor het trouwen bij volmacht, waarbij de vrouw het huwelijk sluit met de gemachtigde van de afwezige bruidegom, zou in zekere zin met de middeleeuwse „bedsprong" vergeleken kunnen worden. Dene zonnige badpakken een twee-delig en een eenrdelig mo del vertegenwoordigen een ge matigde Jeans.stijlvoor tieners en jonge sportieve vrouwen. Ze zijn van bijzonder elastischsnel drogend en glanzend materiaal gemaakt. (Model: Happy days van Triumph International) 'n Goede of een slechte zomer? Verregend, winderig of lekker „vast", oostenwind en hoge temperatuur? Het is echter in Holland nooit te voorspellen. Sommigen geven elk voorjaar alweer de hoop op en blazen de beroemde zo mer van '47 op tot een 6 maanden durende hit tegolf en denken: zoiets komt nooit meer. Met gretigheid worden kranteartikelen gelezen Complet met Kleurige blouse, waarvan de stof in de voering van het jasje en in de grappige Garbo-hoed terugkomt. Links: Chique tailleur m zomers rose en oranje. Rechts: Zuiver wollen, robe-manteau (of-tewel jas-jurk) van Jean Louis Scherrer in trapeze-lijn met asymetri- sche sluiting. over Oorzaken, die van invloed kunnen zijn op het weer. Kernproeven, die de dampkring ver giftigen? Of komen we in een periode met ge middeld warmer en vochtiger weer? Hoe het ook zij, we rekenen de laatste jaren met onze garderobe altijd op wat minder zonnige dagen, op temperaturen die nauwelijks de 15 graden passeren en een stevig westenwindje. Voor on ze zomer is helaas vaak de kleding geschikt die in andere landen ontworpen is voor de vroege lente. Een jasjurk met lange of halve mou wen of een tailleur, waaronder een mouwloze blouse gedragen wordt komt dan nog vaak 't meest van pas. Gelukkig is de mode zo kleu rig geworden dat het straatbeeld toch nog op gevrolijkt wordt, ondanks de grauwe hemel er boven. Zo'n Hollandse zomer wordt dan op eens minder erg. Vooral nu vrijwel iedereen in de gelegenheid is elders een bruin huidje te „kweken", staan die kleuren nóg beter. De waardering van het begrip „wer ken" is langzaam maar zeker bezig een wijziging te ondergaan. Er was 'n tijd dat het spreekwoord gold: een vrouwenhand en een paardetand mo gen nóóit stilstaan! Geen wonder dat een vrouw het gevoel kreeg pas wer. kelijk te deugen als ze altijd maar be zig was en verdienstelijker zou worden gevonden naarmate ze harder werkte. Dit gevoel dreef sommige vrouwen ertoe inderdaad werk te zoekenook toen ze door de vele moderne hulpmid delen eindelijk de handen eens een beetje vrij kon krijgen. De verbinding van werken en deugd zat zó diep in geworteld dat ze zich niet op haar ge mak voelde als ze eens rustig wat voor zichzelf zou doen of eens lekker sou zitten niksen. Er kwam een over waardering van het begrip werken en er werd vergeten dat de verdienste van de arbeid toch grotendeels in het te bereiken doel ligt. Er groeide een inzicht dat er ook heel wat „onzinnig" werk werd verricht dat óf totaal over bodig was óf heel wat gemakkelijker en praktischer kon worden gedaan. Doch ook nu sloeg de schaal vaak weer naar de andere zijde door. Er kwamen mensen die iedere arbeid zo'n beetje als een noodzakelijk kwaad gin gen beschouwenwaarvan we ons maar liefst op de gemakkelijkste wijze moesten afmaken. Bierdoor verdwijnt de natuurlijke arbeidslust en arbeids voldoening. Dan krijgen we het onge ïnteresseerde, slordige, knoeierige „be zig zijn", waardoor alles zo'n tweede rangs effect krijgt dat ergernissen op roept en niet de minste voldoening geeft. Dit fnuikt ook iedere spontane behulpzaamheid, waarmee we weder, zijds elkaar het leven zo kunnen ver aangenamen. Er ontstaat een angst, een remming iets te moeten „doen" en de onderlinge verhoudingen verliezen heel wat aan natuurlijke hartelijkheid De kunst is tussen de verschillende klippen door te zilen. Als we een om vangrijke taak hebben moeten we een zo goed mogelijk evenwicht zien te vinden tussen werk en rust en ont spanning. We hoeven het heus niet als een zonde te voelen na volvoerde taakt eens ongeremd wat van het leven ld Hebben we werkelijk de neiging werk te gaan „zoeken" omdat we td weinig om handen hebben aan dingeri die werkelijk noodzakelijk zijn, lateri, we dan ook inderdaad zoeken naar ietd, dat onze inspanning waard is en zitj heeft. Er is heel wat maatschappelijk werk waarvoor maar moeilijk krachi ten te vinden zijn. En over de voldoe ning van déze arbeid hoeven we niet eens te spreken. JETT'Ï —O— In kookboeken staat wel eens da| spijzen „au bain Marie" bereid mosij ten worden. Voor hen die niet Pre<| oies weten wat dat betekent, volgt hiejf een verklaring: Au bain Marie is eert wijze van verwarmen of warmhoudeif van spijzen of stoffen, die niet bloot* gesteld mogen worden aan directq verhitting, dus door de pan op het gas of op de elektrische kookplaat t$ zetten. In plaats daarvan wordt da pan met inhoud in of op een pai( met kokend water geplaatst. De twee* de pan moet wel op het vuur staan, als de spijzen gekookt moeten wori den. Men gebruike hiervoor bij voor* keur twee op of in elkaar passende pannen. Hebt u uw vakantie al eens in Oostenrijk doorgebracht, dan hebt u daar. ongetwijfeld wel genoten van de heerlijke luchtige Kaiserschmarrn. Maar niet alleen voor de „ingewijden" geven wij hier dit Tiroolse recept, ook voor hen die nog nooit een voet in Oostenrijk hebben gezet. Want ook zij zullen ervan smullen. Het gerecht dient meestal als toetje, maar wordt door de boeren ook als hoofdmaaltijd gegeten. U hebt ervoor nodig: 250 g bloem, 50 g suiker, 4 eieren, 'L 1 melk, 50 g gesmol ten boter, 100 g amandelen rozijnen (of een van beide), wat zout. Vermeng de bloem in een kom met iets zout, de voorgeschreven hoeveel heid suiker, de eierdooiers en een kwart liter melk. Als het beslag mooi glad is, met nog een kwart liter melk verdunnen en er bovendien de boter, de gesnipperde amandelen en de rozijnen doorheen doen. Het beslag daarna door de stijfgeslagen eiwitten scheppen. In 'n koekepan boter laten smelten, wat van 't beslag erin doen en steeds omscheppend (als bij roerei) bakken. Op een verwarmde schotel overdoen en de rest van het beslag op dezelfde manier bakken. Met poedersuiker bestrooid opdienen. I

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1967 | | pagina 9