Eerste interim-rapport van de
commissie-Enschedé
De cemmissie
onthoudt zich van
een eigen oordeel
Staatsmijnen doen
beroep op open
kapitaalmarkt
ANTON QEESIMK
WEDSTRIJDEN
Van judodreumes
tot judoreus
STOPT MET DE
NEDERLANDSE
DAG OP EXPO-67
Onlusten op
Amerikaanse
negeruniversiteit
Pagina 4
DE VRIJE ZEEUW
Vrijdag 19 mei 1967
Zeven vragen
Knokploeg
Regeringsnota
Risico
De Telegraaf
Nietdreigend'
,Wel nuttig'
Motivering ontslag
burgemeester
Van Hall
TERECHT
STELLINGEN
De knieën
Op toppunt
In Tokio
Jammer
Voetbal
UITSLAGEN
BEKERVOETBAL
HOTELBOUW
OP ARUBA VERGT
RUIM 7 MILJOEN
DOLLAR
OVERSTROMINGEN
IN SYRIË
DE DUIKBOOT
AFFAIRE
Clay twee uur
in de cel
IN TUNESIE
MINISTER LARDINOIS
VERBIEDT
ZAADONTSMETTINGS
MIDDELEN
KAMERLID
DIENT VOORSTEL
VAN WET IN
Gisteren is voor publikatie vrij
gegeven het eerste interim-rap
port van de „commissie-Ensche
dé", die opdracht had „een on
dersoek in te stellen in het bij
sonder met betrekking tot een
aantal vraagstukken, samenhan
gende met de handhaving van
de openbare orde te Amsterdam.
Haar naam ontleent deze com
missie aan prof. mr. Ch. J. En
schedé, hoogleraar aan de ge
meentelijke universiteit van Am
sterdam, die voorzitter van de
commissie is.
De commissie had tot taak:
1. Te onderzoeken welke ge
dragslijnen de autoriteiten
ter plaatse en alle andere
autoriteiten, die met de poli
tie bemoeiing hebben, in het
bijzonder in het laatste jaar
hebben gevolgd met betrek
king tot het Amsterdamse po-
litie-korps;
Z. een onderzoek in te stellen
naar de bevelsverhoudingen
ten aanzien van de handha
ving van de openbare orde in
Amsterdam en van de overi
ge daarmee samenhangende
politietaken en naar het po
litiebeleid;
S. een onderzoek in te stellen
naar de organisatie en struc
tuur van het Amsterdamse
politiekorps en naar het dien
aangaande gevoerde beleid;
4. een onderzoek in te stellen
naar de achtergronden van
een reeks van ordeverstorin
gen, welke sedert omstreeks
september 1965 te Amster
dam heeft plaats gehad, zo
mede naar de directe aanlei
ding van en het verloop van
de gebeurtenissen op 13 en
14 juni 1966.
De commissie zegt onder meer
dat gestreefd is om het geven
van een oordeel achterwege te
laten. „De commissie heeft het
niet ais haar taak beschouwd een
oordeel uit te spreken. Zulk een
oordeel is, zo meent zij, voorbe
houden aan regering en volks
vertegenwoordiging".
De commissie wijst enige pun
ten uit het voorhanden mate
riaal aan, die zij van groot be
lang acht. Deze samenvatting
geschiedt in de vorm van vra
gen en achtereenvolgens luiden
deze vragen als volgt:
le. Vonden de ordeverstoringen
in en bij het patronaatsge
bouw op de avond van 13
juni plaats volgens 'n daar
toe vooraf gemaakt plan?
2e. Is de politie voldoende be
dacht geweest op ordever
storingen op de avond van
13 juni?
3e. Hoe dient het optreden van
de hoofdcommissaris, die
zich alleen en te voet in de
menigte rondom het stad
huis begaf, te worden be
oordeeld?
4e. Hebben de voor de handha
ving van de openbare orde
verantwoordelijke personen,
in aanmerking genomen het
geen hun toen bekend was
omtrent de gebeurtenissen
van die avond, voldoende
voorbereidingen getroffen
voor de volgende dag?
5e. Was het juist, dat de hoofd
commissaris op 14 juni des
ochtends het bevel tot uit
rukken aan zich hield?
6e. Hoe beoordeelt men het feit
dat de burgemeester en de
hoofdcommissaris op die
ochtend tot omstreeks 12 uur
op het stadhuis bijeen zijn
gebleven?
7e. Was het mogelijk geweest
om eerder dan in werkelijk
heid is geschied tegen de or
deverstoringen bij en in het
gebouw van De Telegraaf
op te treden en zo neen,
waarom niet; zo ja, aan wie
is het te wijten dat niet eer
der is ingegrepen?
Het rapport bepaalt zich tot de
directe aanleiding tot en 't ver
loop van de gebeurtenissen op
13 en 14 juni 1966. Op de orga
nisatie en structuur van de Am
sterdamse politie zal de com
missie in een volgend rapport
ingaan. Ook gaat de commissie
niet in op de details van het po-
litie-optreden op straat in de
middag en avond van 14 juni.
Wel wordt gezegd, dat de com
missie de indruk heeft gekre
gen, dat dit optreden „binnen
de grenzen van het mogelijke en
beheerst is geweest.
Uitvoerig gaat de commissie
in op de directe aanleiding en
het verloop van de gebeurtenis
sen op 13 en 14 juni 1966. „Op
13 juni '66 hebben zich 's avonds
Ongeregeldheden voorgedaan bij
de eerste uitbetaling van vakan
tietoeslagen aan niet bij een er
kende bond aangesloten werk
nemers in het bouwbedrijf. De
commissie stelt, dat men „uit
enkele verklaringen dé indruk
kan krijgen, dat een vooraf ge-
initrueerda „knokploeg" onmid
dellijk na opening van de deu
ren van het patronaatsgebouw,
waar de uitbetaling plaats zou
Vinden, de zaal heeft bestormd,
waarna er een handgemeen is
ontstaan en vernielingen hebben
plaatsgevonden".
Bij het rapport van de com
missie is gevoegd een regerings
nota, waarin de ministers Beer-
nink (binnenlandse zaken) en
Polak (justitie) een oordeel ge
ven naar aanleiding van de be
vindingen van de commissie.
In de regeringsnota wordt uit
voerig ingegaan op de zeven be
leidsvragen, die in het rapport
worden vermeld. Uit de ant
woorden in de regeringsnota
blijkt o.m., dat niet is komen
vast te staan, dat de ordever
storingen op de avond van 13
juni plaats vonden volgens êen
vooraf opgemaakt plan.
De ministers zeggen, dat de
politie bedacht is geweest op
ordeverstoringen. Naar hun me
ning was er alle aanleiding meer
voorzorgsmaatregelen te nemen.
Gesteld wordt o.m. dat er aan
leiding zou zijn geweest een gro
tere mobiele eenheid of meer
mobiele eenheden in reserve te
houden met een zodanige uit
rusting, dat zij de situatie mees
ter zouden kunnen worden. Con
cluderend zeggen de ministers
dat „de indruk zich opdringt, dat
de leiding van de politie on
danks ontvangen waarschuwin
gen te gemakkelijk heeft aange
nomen, dat het wel met een sis
ser zou aflopen".
In antwoord op de vraag van
de commissie over het optreden
van de hoofdcommissaris Van
der Molen op de avond van de
13e juni zeggen de beide be
windslieden, dat dit individuele
optreden van de toenmalige
hoofdcommissaris getuigt van 'n
grote mate van onverschrokken
heid, maar ook van het nemen
van een groot risico.
De ministers wijzen er op, dat
„in spoedeisende gevallen" de
burgemeester een vordering tot
bijstand van personeel van de
koninklijke marechaussee en van
ander krijgsvolk rechtstreeks
tot de daarvoor aangewezen
commandanten kan richten zon
der tussenkomst van de com
missaris der koningin en de pro
cureur-generaal. „Eerst de vol
gende dag, toen het ten dele te
laat was, is van deze gelegen
heid gebruik gemaakt", aldus
de ministers Beernink en Polak.
Naar de mening van de minis
ters „kan er geen twijfel over
bestaan, dat het mogelijk is ge
weest eerder en zelfs tijdig tegen
de ordeverstoringen bij de Tele
graaf op te treden".
Op het hoofdbureau werd
over voldoende personeel be
schikt. Het zou mogelijk zijn ge
weest bovendien nog tijdig te
beschikken over de 60 man rijks
politie, terwijl het rechtstreeks
beroep op de marechaussee eer
der had kunnen worden gedaan.
De beantwoording van de vraag,
aan wie te wijten is dat niet eer
der bij De Telegraaf is ingegre
pen, ligt in het bovenstaande
besloten, zo zeggen beide mi
nisters.
In zijn verklaring tegenover
de commissie zegt de vroegere
hoofdcommissaris van politie
Van der Molen, sprekende over
zijn individueel optreden O.m.
er stellig van overtuigd te zijn,
dat „er ernstige ongelukken wa
ren gebeurd, als ik anders ge
handeld had". De heer Van der
Molen wijst er oo het niet nodig
te hebben geoordeeld in de
nacht van 13 op 14 juni extra
bijstand te vragen. De situatie
leek hem daartoe niet dreigend
genoegd. „Uiteraard", zo zegt
hij, „zou extra-bijstand welkom
zijn geweest, maar steeds als wij
daarom gevraagd hebben, wer
den er allerlei bezwaren geop
perd en werd er op allerlei ma
nieren door het ministerie van
binnenlandse zaken beknib
beld". Bovendien, aldus de heer
Van der Molen, leek het niet
verstandig tegenover de furieu
ze menigte een groot aantal uni
formen te stellen. „Dat zou haast
neergekomen zijn op het uitlok
ken van een rel".
Blijkens de getuigen-verhoren
van hoofdcommissaris Van der
Molen en van burgemeester Van
Hall is er verschil van mening
geweest over het inzetten van
een mobiele eenheid.
„Was de afdeling van de mo
biele eenheid, uitgerust met ka
rabijnen en traangas, uitgerukt,
dan zouden er zekér doden zijn
gevallen", aldus hoofdcommis
saris Van der Molen. Hij gaf or
ders de mobiele eenheid binnen
te houden en niet zonder zijn
uitdrukkelijk bevel in te zetten.
Burgemeester Van Hall noemt
het „een vreemde zaak", dat
een mobiele eenheid niet mag
uitrukken, zonder dat de hoofd
commissaris is gewaarschuwd.
De burgemeester zegt over de
bespreking op het gemeentehuis
(zie vraag 6), dat de aanwezig
heid van commissaris Van der
Molen daarbij „wel nuttig" was,
omdat „hij relaties met de ma
rechaussee had en omdat hij erg
goed op de hoogte was van wat
er aan rijkspolitie is en wat er
aan marechaussee is".
Met verslag van de commissie-
Enschedé bevat enkele foto's,
o.m. van de ongeregeldheden bij
het gebouw van het dagblad „De
Telegraaf". Verder bevat het
rapport niet minder dan 53 bij
lagen.
De burgemeester van Amster
dam, mr. G. van Hall, deelt in een
communiqué mede dat hij van de
minister van binnenlandse zaken
de volgende motivering van het
hem verleende ontslag heeft ont
vangen: „De regering heeft be
sloten u uit uw ambt te onthef
fen, aangezien de toenemende
moeilijkheden bij het beteugelen
van ordeverstoringen en de kri
tiek, die daardoor ontstond op de
leiding van de politie, het ver
trouwen in de gezagshandhaving
door u als burgemeester in hoge
mate hebben aangetast.
De gegevens, welke terzakè in
het eerste interim-rapport van
de commissie-Enschedé voor
kwamen, zijn in 't licht van wat
er later is gebeurd, zo bezwa
rend voor uw positie als burge
meester, dat ontheffing uit uw
functie onontkoombaar was. Het
tekort aan vertrouwen bij de re
gering is zodanig acuut, dat het
met het Oog Op de belangen van
de gemeente Amsterdam niet
verantwoord zou zijn geweest
een door u na publikatie van het
eerste en ook van het tweede
interim-rapport van voornoem
de commissie in uitzicht gestel
de verzoek van ontheffing uit
uw ambt af te wachten".
NATIONAAL
SCHENKTOERNOOI
1967
ROTTERDAM: In het Hilton-ho
tel traden woensdag de finalisten
aan in het nationaal schenktoer-
nooi 1967. Onder het critisch oog
van de juryleden demonstreert
schaatskampioen Cêes Verkerk
uit Puttershoek zijn kundighe
den als kelner.
„Ik vind het zelf nog het ergst,
dat ik er mee moet ophouden,
maar het is niet anders", aldus An
ton Geeslnk, die er definitief een
streep onder zet. Onder de wed
strijdsport wel te verstaan. Uiter
aard blijft hij zijn leerlingen in
strueren op zijn sportschool en hij
zal er alles aan doen om nieuw
judobloed te stimuleren en als het
even kan in zijn voetsporen te laten
treden.
Op eerste Pinksterdag nog be
haalde hij in Rome zijn 21e Euro
pese titel. Weliswaar kon hij de
Rus Kiknadze niet binnen de voor
geschreven tien minuten bedwin
gen, maar zijn inzicht en souplesse
waren toch zodanig, dat Geesink
zich nog niet bedreigd hoefde te
voelen.
Waarom dan toch dit besluit?
„Tja, de knieën, hé". Met deze
woorden accentueerde de judo-
matador de noodzaak om er mee
te stoppen. Reeds eerder manifes
teerde zich deze hardnekkige bles
sure, maar tijdens de Europese
kampioenschappen in Madrid ('65)
werd hij er voor het eerst dermate
door gehinderd, dat hij de strijd
moest staken, terwijl hij twee Euro
pese titels (in het zwaargewicht en
alle categorieën) voor het grijpen
had. Hij behaalde daarna nog wel
een wereldtitel in het Braziliaan
se Sao Paulo, maar de knieblessure
bleef toch sluimeren en het risico
van een ernstiger verwonding in
het keiharde en ongenadige wed
strijdvak was te groot.
De nu 33-jarige Anton Geesink
neemt dus op het toppunt van zijn
rijk geschakeerde carrière afscheid.
Bijna twintig jaar geleden meldde
hij zich als judodreumes op de be
kende sportschool van Jan van der
Horst in Utrecht en weinig had
men kunnen bevroeden, dat uit het
schuchtere knaapje een judoreus
van het allergrootste kaliber zou
groeien. Op 20 april 1950 mocht hij,
net 16 jaar oud, voor het eerst zijn
land vertegenwoordigen in een
judointerland en ér zouden vele ge
legenheden volgen waarop hij de
oranje kleuren mocht verdedigen.
Zijn erelijst vermeldt niet alleen
21 Europese titels, maar ook 20 na
tionale kampioenschappen, 3 we
reldtitels en 1 Olympische titel.
Verder werd hij ook nog drie keer
worstelkampioen van Nederland.
Maar zijn werkelijk allergrootste
succes behaalde hij, toen hij in 1964
in het hol van de leeuw Tokio,
hoofdstad van het judo-mekka
Japan, de Olympische titel won.
Het moment, dat hij zegevierend
de armen omhoog stak, nadat hij
zijn Japanse tegenstander in de fi
nale Kaminaga vernietigend met
een houdgreep bedwongen had,
weerspiegelde het glorierijke doel,
dat hij bereikt had. Eigenlijk vond
hij het toen al genoeg, maar hij
kon het nog niet laten en verover
de na de Olympische spelen één
wereldtitel en één Europees kam
pioenschap.
Ook op ander gebied was Gee
sink actief: hij schreef drie boeken
over de judosport en speelde in
evenzovele films. Intussen vergat
hij niet voor het welzijn van zijn
gezin te zorgen en de bouw van
zijn sportschool vormde de ver
zekering van zijn toekomst als
judoleraar.
Ook aan onderscheidingen heeft
Geesink geen gebrek; hij werd tot
ridder in de orde van Oranje Nas
sau benoemd en verwierf de gou-
den speld van de Nederlandse
sportfederatie. Ook is hij erelid
van de Nederlandse judo en jiu
jitsubond.
Sinds 1958 heeft hij geen enkel
duel meer verloren en nog hoeft
hij voor niemand bang te zijn.
Maar hij heeft alles al bereikt wat
er maar in de judosport te berei
ken valt. En toch klonk er een
spijtige ondertoon in zijn stem,
toen hij verzuchtte: „Wel jammer
van de wereldkampioenschappen
in Salt Lake City
NAC—Volendam 2—1
(na verl.)
DFCAjax 0—1
RCH—Go Ahead 0—1
Blauw WitHeracles 10
Op zondag 28 mei worden de vol
gende halve finale-wedstrijden ge
speeld:
NAC—Blauw Wit
AjaxGo Ahead
GELIJK SPEL VOOR
NED. MILITAIR ELFTAL
Het Nederlandse militaire elf
tal heeft woensdagavond in Ca
sablanca met 00 gelijk gespeeld
tegen Marokko. Onze landgeno
ten hebben zich door dit resul
taat samen met Marokko ge
plaatst voor het eindtoernooi van
het internationale militaire voet
balkampioenschap, dat in juni in
Bagdad wordt gehouden.
De eindstand van de elimina-
tiegroep luidt;
Nederland 2 1 1 0 3 4—0
Marokko 2 0 2 0 2 0—0
West-Duitsland 2 0 111 04
ENGELSEN EN PORTUGEZEN
OP DE VUIST
Tydens het invitatietoernooi
van de N.A.S.L. (de erkende
Amerikaanse voetbalbond) heeft
Benfica met 31 van Manches
ter United gewonnen. De wed
strijd werd 12 minuten na rust
geruime tijd onderbroken toen
na een botsing tussen Eusebio en
de Engelse doelman Stepney,
enige spelers met elkaar in de
clinch raakten. 25 politie-agen-
ten hadden vijf minuten nodig om
de vechtende spelers van elkaar
te scheiden. Het incident vond
plaats vlak na de gelijkmaker
van de Engelsman Dave Sadler
(Eusebio had in de eerste helft
zijn ploeg met een kopbal een
10 voorsprong bezorgd), die
volgens de Portugezen in buiten
spelpositie was gemaakt. Doel
punten van Eusebio (strafschop)
en Calato brachten Benfica toch
een 31 overwinning.
Er is overeenstemming bereikt
over de bouw van een hotel aan de
Palm Beach op Aruba door Swiss
Chalet Inc. De Antilliaanse en de
Nederlandse regering moeten nog
goedkeuring geven aan het plan
tot de bouw van dit hotel, waar
mee een totale Investering van
7.400.000 dollar gemoeid zal zijn.
Het eilandgebied Aruba zal hier
voor een lening van maximaal
4.000.000 dollar verstrekken. Het is
de bedoeling dat dit jaar nog met
de bouw zal worden begonnen.
Voor het winterseizoen 1969—70
zal het hotel geopend kunnen wor
den.
In de omgeving van Deir-ez-
Zor in Syrië zijn talloze dorpen
overstroomd door de buiten haar
oevers getreden Eufraat. Er zijn
maatregelen getroffen om de
stad Deir-ez-Zor tegen het wa
ter te beschermen, zo meldt het
Syrische persbureau. De Eufraat
heeft de hoogste stand sedert
mensenheugenis.
De Nederlandse dag op de
wereldtentoonstelling in Mon
treal is donderdagochtend fees
telijk begonnen met militair en
muzikaal vertoon van een deta
chement van 300 leden van de
Nederlandse koninklijke marine,
die zich in afwachting van de
aankomst van koningin Juliana
en prins Bernhard hadden op
gesteld voor het erepodium op
de „Place des Nations" van het
Expo-terrein.
Toen 't vorstelijk paar in stra
lend fris weer op het plein aan
kwam, ging een luid gejuich op.
Koningin Juliana, in donkere
zomermantel en met bijpassende
hoed, en prins Bernhard, in don
kergrijze jacquet met lichtgrijze
das en een anjer in het knoops
gat, werden bij het erepodium
ontvangen door de commissaris-
generaal van de Expo, Pierre
Dupuy, de officiële gastvrouwe
voor staatshoofden, mevr. Shaw,
de commissaris-generaal van het
Nederlandse paviljoen, ir. S. H.
Visser, de Canadese ambassa
deur in Nederland, W. F. Buil,
de Nederlandse ambassadeur in
Canada, A. H. J. Lovink, en mi
nister Luns.
De belangstelling voor de Ne
derlandse dag was de grootste
sedert de opening van de Expo.
Onder de belangstellenden be
vonden zich veel Nederlanders
van wie een aantal in kleder
dracht die het volkslied mee
zongen en later spontaan „Oran
je boven" inzetten.
Nadat de Nederlandse vlag
was gehesen en 21 saluutschoten
waren afgevuurd, inspecteerde
koningin Juliana de erewacht,
waarna zij onder de toejuichin
gen van de menigte naar het
„ere-podium" terugkeerde. Mi
nister Luns beantwoordde de
begroetingstoespraak van de
commissaris-generaal van de Ex
po, Pierre Dupuy. Na tekening
van het gastenboek van de Ex
po begaven de hoge gasten zich
voor een kort bezoek naar het
Nederlandse paviljoen.
Op de schriftelijke vragen van
het tweede kamerlid drs Den Uyl
(P.v.d.A.) inzake eventueel ver
lening van uitvoervergunningen
bij levering van duikboten aan
Zuid-Afrika heeft de minister
president, de heer P. de Jong als
minister van buitenlandse zaken
a.i. mede namens de heer De
Block, minister van economische
zaken medegedeeld, dat de rege
ring vast houdt aan het stand
punt dat door vorige kabinetten
deze kwestie is ingenomen. De
heer De Jong verwijst in dit ver
band naar hetgeen de minister
van buitenlandse zaken tijdens
de behandeling van de begroting
van zijn departement in decem
ber j.l. in de tweede kamer ter
zake heeft opgemerkt.
De minister van buitenlandse
zaken zal, zo deelt de heer De
Jong verder mede, zijn toezeg
ging gestand doen, gedaan bij de
behandeling van de begroting
van buitenlandse zaken op 28 de
cember j.l. „dat hy bereid is om,
zodra er een kwestie komt van
het verlenen van uitvoervergun
ningen of wanneer er sprake is
van een nieuwe situatie, de ka
mercommissie voor buitenlandse
zaken in te lichten".
Wereldkampioen Cassius Clay
heeft donderdag twee uur in een
cel van een politiebureau in Miami
doorgebracht. Er was een bevel tot
aanhouding tegen hem uitgevaar
digd, omdat hij een oproep om zich
te verantwoorden voor een ver
keersovertreding, die hij in '66 had
begaan, naast zich neer had ge
legd. Na enkele uren in de cel ts
hebben gezeten werd hij op een
borgtocht van 75 dollar weer op
vrije voeten gesteld.
In de gevangenis van Tunis
zijn donderdag vier Tunesiërs
terechtgesteld. Een van hen had
zich schuldig gemaakt aan moord
en schending van de eerbaar
heid, de drie anderen aan moord
met voorbedachten rade en dief
stal.
President Bourguiba had de
gratieverzoeken van hun advo
caten afgewezen.
Te Houston in Texas hebben
zwaargewapende politiemannen
woensdagochtend vroeg 488 stu
denten van de Texas Southern
University, de belangrijkste uni
versitaire instelling voor negers
in deze staat, gearresteerd na een
nacht van felle onlusten waarbij
het haerhaalde malen tot schiet
partijen kwam.
Drie politiemannen en een stu
dent werden gewond. Een van de
agenten was er ernstig aan toe.
Hij is door een kogel tussen de
ogen getroffen. Er ontploften ook
vier brandbommen. De politie
legde na ae bestorming van de
slaapverblijven der studenten
beslag op een geweer, een jacht
geweer en een pistool.
De ongeregeldheden braken
dir.tdagavond uit, nadat de stu
denten kwaad waren geworden
over de aanwezigheid van poli
tiemannen op het universiteits
terrein, waar ijveraars voor ge
lijke burgerrechten de studenten
opwekten deel te nemen aan een
betoging bij kaarslicht op een
gemeentelijke vuilnisbelt. Negers
die in de buurt van deze belt
wonen, eisen al geruime tijd dat
die wordt verlegd. Alle beschik
bare politiemannen, ongeveer
600, werden na 't uitbreken van
het oproer naar de universiteit
gedirigeerd. Herhaaldelijk wer
den zij beschoten en aanvanke
lijk bestond er rond het universi
teitsterrein een niemandsland.
Toen de studenten barricades gin
gen oprichten en teerpotten in
brand staken, drong dé politie
binnen. De ongeregeldheden
duurden vier uur. De zwaar ge
wonde politieman is later over
leden.
OOK ELDERS ONRUST
Vorige week zijn de negerstu
denten van het Jackson State
College" in Mississippi 3 dagen
lang in conflict geweest met de
politie. Enkele honderden leden
van de nationale garde herstel
den uiteindelijk de orde waarbij
een jonge neger werd doodge
schoten. Ook op andere Ameri
kaanse universiteiten hebben
zich de laatste maanden ongere
geldheden voorgedaan.
Vandaag zal de universiteit ge
opend zijn ondanks het hoge aan
tal arrestaties. Aan de universi
teit zijn 7.000 studenten inge
schreven.
De burgemeester van Houston,
Louis Welch, verklaarde na af
loop van een gesprek met de po
litie, de officier van justitie en
het universiteitsbestuur, dat de
betrekkingen tussen studenten
en universiteitsbestuur volledig
waren verbroken, wat volgens
hem de „anarctie" in de hand
heeft gewerkt.
De N.V. Staatsmijnen zal in de
loop van dit jaar voor het eerst in
de geschiedenis van haar bestaan
een beroep doen op de open kapi
taalmarkt en wel in de vorm van
de uitgifte van een obligatielening
ter grootte van ongeveer 125
miljoen, zo heeft de president
directeur, drs A, C. J. Rottier, be
kendgemaakt op een persconferen
tie in het hoofdkantoor in Heer-
leen. De exacte datum van uitgifte
en de voorwaarden waaronder die
geschiedt, zijn nog niet vastge
steld. De gelden zullen worden be
stemd voor de gedeeltelijke finan
ciering van de uitbouw van de che
mische activiteiten die ook in 1967
en komende jaren met kracht zul
len worden voortgezet. Voor het
overige deel zullen de benodigde
bedragen door de onderneming zelf
worden opgebracht. Op deze ma
nier denkt het bestuur de nood
zakelijke investeringen voor een
aantal jaren te kunnen dekken.
Het investeringsplan voor" 1967
voorziet in kapitaalsuitgaven ten
bedrage van ruini 150 miljoen,
waarvan het overgrote deel zal
worden besteed ten behoeve van
de chemische bedrijven in Zuid-
Limburg. De uitgaven voor kapi
taalvoorziening van ondernemin
gen, waarin is deelgenomen, zullen
in 1967 naar verwachting ongeveer
op hetzelfde niveau liggen als in
1966.
„Ik heb de beslissing genomen
de zaad-ontsmettingsmiddelen
dieldrin, aldrin en heptachloor te
verbieden om te gebruiken, ook
al omdat er goede middelen als
lendaan voor in de plaats zijn ge
komen". Ir. P. Lardinois, minis
ter van landbouw en visserij,
deelde dit gisteren mede in „Bel-
levue" in Assen tijdens de jaar
vergadering van het „Drents
landbouwgenootschap". De
minister wees er op, dat niemand
beter dan de boer oog heeft voor
evenwicht in de natuur. Hem
worden echter middelen ge
geven, waarmee dit evenwicht in
de natuur kan worden verbroken.
Als het dan fout gaat, is het Zo,
dat het niet de schuld van de
boer is, aldus de minister, die
onder meer wees op de grote
vogelsterfte in Drenthe als
gevolg van besmet zaaigraan.
Het kamerlid ir. H. van Ros-
sum uit Zeist, lid van de s.g.p.-
fractie, heeft een voorstel van
wet ingediend, dat beoogt de
watervoorziening van landbouw
gronden onder de werking van
de waterstaatswet 1900 te bren
gen. Om aan de nieuwe ontwik
kelingen op tuinbouwgebied en
aan de tóenemehde vraag naar
water voor landbouwkundige
doeleinden tegemoet te komen
en om de waterschappen de
mogelijkheid te bieden met de
belangen van grote groepen van
hun ingelanden rekening te hou
den, beoogt dit initiatiefvoorstel
naast de waterlozing ook de toe
voer van 't water onder de wer
king van de waterstaatswet te
brengen.