Eerste interim-rapport van de commissie-Enschedé De cemmissie onthoudt zich van een eigen oordeel Staatsmijnen doen beroep op open kapitaalmarkt ANTON QEESIMK WEDSTRIJDEN Van judodreumes tot judoreus STOPT MET DE NEDERLANDSE DAG OP EXPO-67 Onlusten op Amerikaanse negeruniversiteit Pagina 4 DE VRIJE ZEEUW Vrijdag 19 mei 1967 Zeven vragen Knokploeg Regeringsnota Risico De Telegraaf Nietdreigend' ,Wel nuttig' Motivering ontslag burgemeester Van Hall TERECHT STELLINGEN De knieën Op toppunt In Tokio Jammer Voetbal UITSLAGEN BEKERVOETBAL HOTELBOUW OP ARUBA VERGT RUIM 7 MILJOEN DOLLAR OVERSTROMINGEN IN SYRIË DE DUIKBOOT AFFAIRE Clay twee uur in de cel IN TUNESIE MINISTER LARDINOIS VERBIEDT ZAADONTSMETTINGS MIDDELEN KAMERLID DIENT VOORSTEL VAN WET IN Gisteren is voor publikatie vrij gegeven het eerste interim-rap port van de „commissie-Ensche dé", die opdracht had „een on dersoek in te stellen in het bij sonder met betrekking tot een aantal vraagstukken, samenhan gende met de handhaving van de openbare orde te Amsterdam. Haar naam ontleent deze com missie aan prof. mr. Ch. J. En schedé, hoogleraar aan de ge meentelijke universiteit van Am sterdam, die voorzitter van de commissie is. De commissie had tot taak: 1. Te onderzoeken welke ge dragslijnen de autoriteiten ter plaatse en alle andere autoriteiten, die met de poli tie bemoeiing hebben, in het bijzonder in het laatste jaar hebben gevolgd met betrek king tot het Amsterdamse po- litie-korps; Z. een onderzoek in te stellen naar de bevelsverhoudingen ten aanzien van de handha ving van de openbare orde in Amsterdam en van de overi ge daarmee samenhangende politietaken en naar het po litiebeleid; S. een onderzoek in te stellen naar de organisatie en struc tuur van het Amsterdamse politiekorps en naar het dien aangaande gevoerde beleid; 4. een onderzoek in te stellen naar de achtergronden van een reeks van ordeverstorin gen, welke sedert omstreeks september 1965 te Amster dam heeft plaats gehad, zo mede naar de directe aanlei ding van en het verloop van de gebeurtenissen op 13 en 14 juni 1966. De commissie zegt onder meer dat gestreefd is om het geven van een oordeel achterwege te laten. „De commissie heeft het niet ais haar taak beschouwd een oordeel uit te spreken. Zulk een oordeel is, zo meent zij, voorbe houden aan regering en volks vertegenwoordiging". De commissie wijst enige pun ten uit het voorhanden mate riaal aan, die zij van groot be lang acht. Deze samenvatting geschiedt in de vorm van vra gen en achtereenvolgens luiden deze vragen als volgt: le. Vonden de ordeverstoringen in en bij het patronaatsge bouw op de avond van 13 juni plaats volgens 'n daar toe vooraf gemaakt plan? 2e. Is de politie voldoende be dacht geweest op ordever storingen op de avond van 13 juni? 3e. Hoe dient het optreden van de hoofdcommissaris, die zich alleen en te voet in de menigte rondom het stad huis begaf, te worden be oordeeld? 4e. Hebben de voor de handha ving van de openbare orde verantwoordelijke personen, in aanmerking genomen het geen hun toen bekend was omtrent de gebeurtenissen van die avond, voldoende voorbereidingen getroffen voor de volgende dag? 5e. Was het juist, dat de hoofd commissaris op 14 juni des ochtends het bevel tot uit rukken aan zich hield? 6e. Hoe beoordeelt men het feit dat de burgemeester en de hoofdcommissaris op die ochtend tot omstreeks 12 uur op het stadhuis bijeen zijn gebleven? 7e. Was het mogelijk geweest om eerder dan in werkelijk heid is geschied tegen de or deverstoringen bij en in het gebouw van De Telegraaf op te treden en zo neen, waarom niet; zo ja, aan wie is het te wijten dat niet eer der is ingegrepen? Het rapport bepaalt zich tot de directe aanleiding tot en 't ver loop van de gebeurtenissen op 13 en 14 juni 1966. Op de orga nisatie en structuur van de Am sterdamse politie zal de com missie in een volgend rapport ingaan. Ook gaat de commissie niet in op de details van het po- litie-optreden op straat in de middag en avond van 14 juni. Wel wordt gezegd, dat de com missie de indruk heeft gekre gen, dat dit optreden „binnen de grenzen van het mogelijke en beheerst is geweest. Uitvoerig gaat de commissie in op de directe aanleiding en het verloop van de gebeurtenis sen op 13 en 14 juni 1966. „Op 13 juni '66 hebben zich 's avonds Ongeregeldheden voorgedaan bij de eerste uitbetaling van vakan tietoeslagen aan niet bij een er kende bond aangesloten werk nemers in het bouwbedrijf. De commissie stelt, dat men „uit enkele verklaringen dé indruk kan krijgen, dat een vooraf ge- initrueerda „knokploeg" onmid dellijk na opening van de deu ren van het patronaatsgebouw, waar de uitbetaling plaats zou Vinden, de zaal heeft bestormd, waarna er een handgemeen is ontstaan en vernielingen hebben plaatsgevonden". Bij het rapport van de com missie is gevoegd een regerings nota, waarin de ministers Beer- nink (binnenlandse zaken) en Polak (justitie) een oordeel ge ven naar aanleiding van de be vindingen van de commissie. In de regeringsnota wordt uit voerig ingegaan op de zeven be leidsvragen, die in het rapport worden vermeld. Uit de ant woorden in de regeringsnota blijkt o.m., dat niet is komen vast te staan, dat de ordever storingen op de avond van 13 juni plaats vonden volgens êen vooraf opgemaakt plan. De ministers zeggen, dat de politie bedacht is geweest op ordeverstoringen. Naar hun me ning was er alle aanleiding meer voorzorgsmaatregelen te nemen. Gesteld wordt o.m. dat er aan leiding zou zijn geweest een gro tere mobiele eenheid of meer mobiele eenheden in reserve te houden met een zodanige uit rusting, dat zij de situatie mees ter zouden kunnen worden. Con cluderend zeggen de ministers dat „de indruk zich opdringt, dat de leiding van de politie on danks ontvangen waarschuwin gen te gemakkelijk heeft aange nomen, dat het wel met een sis ser zou aflopen". In antwoord op de vraag van de commissie over het optreden van de hoofdcommissaris Van der Molen op de avond van de 13e juni zeggen de beide be windslieden, dat dit individuele optreden van de toenmalige hoofdcommissaris getuigt van 'n grote mate van onverschrokken heid, maar ook van het nemen van een groot risico. De ministers wijzen er op, dat „in spoedeisende gevallen" de burgemeester een vordering tot bijstand van personeel van de koninklijke marechaussee en van ander krijgsvolk rechtstreeks tot de daarvoor aangewezen commandanten kan richten zon der tussenkomst van de com missaris der koningin en de pro cureur-generaal. „Eerst de vol gende dag, toen het ten dele te laat was, is van deze gelegen heid gebruik gemaakt", aldus de ministers Beernink en Polak. Naar de mening van de minis ters „kan er geen twijfel over bestaan, dat het mogelijk is ge weest eerder en zelfs tijdig tegen de ordeverstoringen bij de Tele graaf op te treden". Op het hoofdbureau werd over voldoende personeel be schikt. Het zou mogelijk zijn ge weest bovendien nog tijdig te beschikken over de 60 man rijks politie, terwijl het rechtstreeks beroep op de marechaussee eer der had kunnen worden gedaan. De beantwoording van de vraag, aan wie te wijten is dat niet eer der bij De Telegraaf is ingegre pen, ligt in het bovenstaande besloten, zo zeggen beide mi nisters. In zijn verklaring tegenover de commissie zegt de vroegere hoofdcommissaris van politie Van der Molen, sprekende over zijn individueel optreden O.m. er stellig van overtuigd te zijn, dat „er ernstige ongelukken wa ren gebeurd, als ik anders ge handeld had". De heer Van der Molen wijst er oo het niet nodig te hebben geoordeeld in de nacht van 13 op 14 juni extra bijstand te vragen. De situatie leek hem daartoe niet dreigend genoegd. „Uiteraard", zo zegt hij, „zou extra-bijstand welkom zijn geweest, maar steeds als wij daarom gevraagd hebben, wer den er allerlei bezwaren geop perd en werd er op allerlei ma nieren door het ministerie van binnenlandse zaken beknib beld". Bovendien, aldus de heer Van der Molen, leek het niet verstandig tegenover de furieu ze menigte een groot aantal uni formen te stellen. „Dat zou haast neergekomen zijn op het uitlok ken van een rel". Blijkens de getuigen-verhoren van hoofdcommissaris Van der Molen en van burgemeester Van Hall is er verschil van mening geweest over het inzetten van een mobiele eenheid. „Was de afdeling van de mo biele eenheid, uitgerust met ka rabijnen en traangas, uitgerukt, dan zouden er zekér doden zijn gevallen", aldus hoofdcommis saris Van der Molen. Hij gaf or ders de mobiele eenheid binnen te houden en niet zonder zijn uitdrukkelijk bevel in te zetten. Burgemeester Van Hall noemt het „een vreemde zaak", dat een mobiele eenheid niet mag uitrukken, zonder dat de hoofd commissaris is gewaarschuwd. De burgemeester zegt over de bespreking op het gemeentehuis (zie vraag 6), dat de aanwezig heid van commissaris Van der Molen daarbij „wel nuttig" was, omdat „hij relaties met de ma rechaussee had en omdat hij erg goed op de hoogte was van wat er aan rijkspolitie is en wat er aan marechaussee is". Met verslag van de commissie- Enschedé bevat enkele foto's, o.m. van de ongeregeldheden bij het gebouw van het dagblad „De Telegraaf". Verder bevat het rapport niet minder dan 53 bij lagen. De burgemeester van Amster dam, mr. G. van Hall, deelt in een communiqué mede dat hij van de minister van binnenlandse zaken de volgende motivering van het hem verleende ontslag heeft ont vangen: „De regering heeft be sloten u uit uw ambt te onthef fen, aangezien de toenemende moeilijkheden bij het beteugelen van ordeverstoringen en de kri tiek, die daardoor ontstond op de leiding van de politie, het ver trouwen in de gezagshandhaving door u als burgemeester in hoge mate hebben aangetast. De gegevens, welke terzakè in het eerste interim-rapport van de commissie-Enschedé voor kwamen, zijn in 't licht van wat er later is gebeurd, zo bezwa rend voor uw positie als burge meester, dat ontheffing uit uw functie onontkoombaar was. Het tekort aan vertrouwen bij de re gering is zodanig acuut, dat het met het Oog Op de belangen van de gemeente Amsterdam niet verantwoord zou zijn geweest een door u na publikatie van het eerste en ook van het tweede interim-rapport van voornoem de commissie in uitzicht gestel de verzoek van ontheffing uit uw ambt af te wachten". NATIONAAL SCHENKTOERNOOI 1967 ROTTERDAM: In het Hilton-ho tel traden woensdag de finalisten aan in het nationaal schenktoer- nooi 1967. Onder het critisch oog van de juryleden demonstreert schaatskampioen Cêes Verkerk uit Puttershoek zijn kundighe den als kelner. „Ik vind het zelf nog het ergst, dat ik er mee moet ophouden, maar het is niet anders", aldus An ton Geeslnk, die er definitief een streep onder zet. Onder de wed strijdsport wel te verstaan. Uiter aard blijft hij zijn leerlingen in strueren op zijn sportschool en hij zal er alles aan doen om nieuw judobloed te stimuleren en als het even kan in zijn voetsporen te laten treden. Op eerste Pinksterdag nog be haalde hij in Rome zijn 21e Euro pese titel. Weliswaar kon hij de Rus Kiknadze niet binnen de voor geschreven tien minuten bedwin gen, maar zijn inzicht en souplesse waren toch zodanig, dat Geesink zich nog niet bedreigd hoefde te voelen. Waarom dan toch dit besluit? „Tja, de knieën, hé". Met deze woorden accentueerde de judo- matador de noodzaak om er mee te stoppen. Reeds eerder manifes teerde zich deze hardnekkige bles sure, maar tijdens de Europese kampioenschappen in Madrid ('65) werd hij er voor het eerst dermate door gehinderd, dat hij de strijd moest staken, terwijl hij twee Euro pese titels (in het zwaargewicht en alle categorieën) voor het grijpen had. Hij behaalde daarna nog wel een wereldtitel in het Braziliaan se Sao Paulo, maar de knieblessure bleef toch sluimeren en het risico van een ernstiger verwonding in het keiharde en ongenadige wed strijdvak was te groot. De nu 33-jarige Anton Geesink neemt dus op het toppunt van zijn rijk geschakeerde carrière afscheid. Bijna twintig jaar geleden meldde hij zich als judodreumes op de be kende sportschool van Jan van der Horst in Utrecht en weinig had men kunnen bevroeden, dat uit het schuchtere knaapje een judoreus van het allergrootste kaliber zou groeien. Op 20 april 1950 mocht hij, net 16 jaar oud, voor het eerst zijn land vertegenwoordigen in een judointerland en ér zouden vele ge legenheden volgen waarop hij de oranje kleuren mocht verdedigen. Zijn erelijst vermeldt niet alleen 21 Europese titels, maar ook 20 na tionale kampioenschappen, 3 we reldtitels en 1 Olympische titel. Verder werd hij ook nog drie keer worstelkampioen van Nederland. Maar zijn werkelijk allergrootste succes behaalde hij, toen hij in 1964 in het hol van de leeuw Tokio, hoofdstad van het judo-mekka Japan, de Olympische titel won. Het moment, dat hij zegevierend de armen omhoog stak, nadat hij zijn Japanse tegenstander in de fi nale Kaminaga vernietigend met een houdgreep bedwongen had, weerspiegelde het glorierijke doel, dat hij bereikt had. Eigenlijk vond hij het toen al genoeg, maar hij kon het nog niet laten en verover de na de Olympische spelen één wereldtitel en één Europees kam pioenschap. Ook op ander gebied was Gee sink actief: hij schreef drie boeken over de judosport en speelde in evenzovele films. Intussen vergat hij niet voor het welzijn van zijn gezin te zorgen en de bouw van zijn sportschool vormde de ver zekering van zijn toekomst als judoleraar. Ook aan onderscheidingen heeft Geesink geen gebrek; hij werd tot ridder in de orde van Oranje Nas sau benoemd en verwierf de gou- den speld van de Nederlandse sportfederatie. Ook is hij erelid van de Nederlandse judo en jiu jitsubond. Sinds 1958 heeft hij geen enkel duel meer verloren en nog hoeft hij voor niemand bang te zijn. Maar hij heeft alles al bereikt wat er maar in de judosport te berei ken valt. En toch klonk er een spijtige ondertoon in zijn stem, toen hij verzuchtte: „Wel jammer van de wereldkampioenschappen in Salt Lake City NAC—Volendam 2—1 (na verl.) DFCAjax 0—1 RCH—Go Ahead 0—1 Blauw WitHeracles 10 Op zondag 28 mei worden de vol gende halve finale-wedstrijden ge speeld: NAC—Blauw Wit AjaxGo Ahead GELIJK SPEL VOOR NED. MILITAIR ELFTAL Het Nederlandse militaire elf tal heeft woensdagavond in Ca sablanca met 00 gelijk gespeeld tegen Marokko. Onze landgeno ten hebben zich door dit resul taat samen met Marokko ge plaatst voor het eindtoernooi van het internationale militaire voet balkampioenschap, dat in juni in Bagdad wordt gehouden. De eindstand van de elimina- tiegroep luidt; Nederland 2 1 1 0 3 4—0 Marokko 2 0 2 0 2 0—0 West-Duitsland 2 0 111 04 ENGELSEN EN PORTUGEZEN OP DE VUIST Tydens het invitatietoernooi van de N.A.S.L. (de erkende Amerikaanse voetbalbond) heeft Benfica met 31 van Manches ter United gewonnen. De wed strijd werd 12 minuten na rust geruime tijd onderbroken toen na een botsing tussen Eusebio en de Engelse doelman Stepney, enige spelers met elkaar in de clinch raakten. 25 politie-agen- ten hadden vijf minuten nodig om de vechtende spelers van elkaar te scheiden. Het incident vond plaats vlak na de gelijkmaker van de Engelsman Dave Sadler (Eusebio had in de eerste helft zijn ploeg met een kopbal een 10 voorsprong bezorgd), die volgens de Portugezen in buiten spelpositie was gemaakt. Doel punten van Eusebio (strafschop) en Calato brachten Benfica toch een 31 overwinning. Er is overeenstemming bereikt over de bouw van een hotel aan de Palm Beach op Aruba door Swiss Chalet Inc. De Antilliaanse en de Nederlandse regering moeten nog goedkeuring geven aan het plan tot de bouw van dit hotel, waar mee een totale Investering van 7.400.000 dollar gemoeid zal zijn. Het eilandgebied Aruba zal hier voor een lening van maximaal 4.000.000 dollar verstrekken. Het is de bedoeling dat dit jaar nog met de bouw zal worden begonnen. Voor het winterseizoen 1969—70 zal het hotel geopend kunnen wor den. In de omgeving van Deir-ez- Zor in Syrië zijn talloze dorpen overstroomd door de buiten haar oevers getreden Eufraat. Er zijn maatregelen getroffen om de stad Deir-ez-Zor tegen het wa ter te beschermen, zo meldt het Syrische persbureau. De Eufraat heeft de hoogste stand sedert mensenheugenis. De Nederlandse dag op de wereldtentoonstelling in Mon treal is donderdagochtend fees telijk begonnen met militair en muzikaal vertoon van een deta chement van 300 leden van de Nederlandse koninklijke marine, die zich in afwachting van de aankomst van koningin Juliana en prins Bernhard hadden op gesteld voor het erepodium op de „Place des Nations" van het Expo-terrein. Toen 't vorstelijk paar in stra lend fris weer op het plein aan kwam, ging een luid gejuich op. Koningin Juliana, in donkere zomermantel en met bijpassende hoed, en prins Bernhard, in don kergrijze jacquet met lichtgrijze das en een anjer in het knoops gat, werden bij het erepodium ontvangen door de commissaris- generaal van de Expo, Pierre Dupuy, de officiële gastvrouwe voor staatshoofden, mevr. Shaw, de commissaris-generaal van het Nederlandse paviljoen, ir. S. H. Visser, de Canadese ambassa deur in Nederland, W. F. Buil, de Nederlandse ambassadeur in Canada, A. H. J. Lovink, en mi nister Luns. De belangstelling voor de Ne derlandse dag was de grootste sedert de opening van de Expo. Onder de belangstellenden be vonden zich veel Nederlanders van wie een aantal in kleder dracht die het volkslied mee zongen en later spontaan „Oran je boven" inzetten. Nadat de Nederlandse vlag was gehesen en 21 saluutschoten waren afgevuurd, inspecteerde koningin Juliana de erewacht, waarna zij onder de toejuichin gen van de menigte naar het „ere-podium" terugkeerde. Mi nister Luns beantwoordde de begroetingstoespraak van de commissaris-generaal van de Ex po, Pierre Dupuy. Na tekening van het gastenboek van de Ex po begaven de hoge gasten zich voor een kort bezoek naar het Nederlandse paviljoen. Op de schriftelijke vragen van het tweede kamerlid drs Den Uyl (P.v.d.A.) inzake eventueel ver lening van uitvoervergunningen bij levering van duikboten aan Zuid-Afrika heeft de minister president, de heer P. de Jong als minister van buitenlandse zaken a.i. mede namens de heer De Block, minister van economische zaken medegedeeld, dat de rege ring vast houdt aan het stand punt dat door vorige kabinetten deze kwestie is ingenomen. De heer De Jong verwijst in dit ver band naar hetgeen de minister van buitenlandse zaken tijdens de behandeling van de begroting van zijn departement in decem ber j.l. in de tweede kamer ter zake heeft opgemerkt. De minister van buitenlandse zaken zal, zo deelt de heer De Jong verder mede, zijn toezeg ging gestand doen, gedaan bij de behandeling van de begroting van buitenlandse zaken op 28 de cember j.l. „dat hy bereid is om, zodra er een kwestie komt van het verlenen van uitvoervergun ningen of wanneer er sprake is van een nieuwe situatie, de ka mercommissie voor buitenlandse zaken in te lichten". Wereldkampioen Cassius Clay heeft donderdag twee uur in een cel van een politiebureau in Miami doorgebracht. Er was een bevel tot aanhouding tegen hem uitgevaar digd, omdat hij een oproep om zich te verantwoorden voor een ver keersovertreding, die hij in '66 had begaan, naast zich neer had ge legd. Na enkele uren in de cel ts hebben gezeten werd hij op een borgtocht van 75 dollar weer op vrije voeten gesteld. In de gevangenis van Tunis zijn donderdag vier Tunesiërs terechtgesteld. Een van hen had zich schuldig gemaakt aan moord en schending van de eerbaar heid, de drie anderen aan moord met voorbedachten rade en dief stal. President Bourguiba had de gratieverzoeken van hun advo caten afgewezen. Te Houston in Texas hebben zwaargewapende politiemannen woensdagochtend vroeg 488 stu denten van de Texas Southern University, de belangrijkste uni versitaire instelling voor negers in deze staat, gearresteerd na een nacht van felle onlusten waarbij het haerhaalde malen tot schiet partijen kwam. Drie politiemannen en een stu dent werden gewond. Een van de agenten was er ernstig aan toe. Hij is door een kogel tussen de ogen getroffen. Er ontploften ook vier brandbommen. De politie legde na ae bestorming van de slaapverblijven der studenten beslag op een geweer, een jacht geweer en een pistool. De ongeregeldheden braken dir.tdagavond uit, nadat de stu denten kwaad waren geworden over de aanwezigheid van poli tiemannen op het universiteits terrein, waar ijveraars voor ge lijke burgerrechten de studenten opwekten deel te nemen aan een betoging bij kaarslicht op een gemeentelijke vuilnisbelt. Negers die in de buurt van deze belt wonen, eisen al geruime tijd dat die wordt verlegd. Alle beschik bare politiemannen, ongeveer 600, werden na 't uitbreken van het oproer naar de universiteit gedirigeerd. Herhaaldelijk wer den zij beschoten en aanvanke lijk bestond er rond het universi teitsterrein een niemandsland. Toen de studenten barricades gin gen oprichten en teerpotten in brand staken, drong dé politie binnen. De ongeregeldheden duurden vier uur. De zwaar ge wonde politieman is later over leden. OOK ELDERS ONRUST Vorige week zijn de negerstu denten van het Jackson State College" in Mississippi 3 dagen lang in conflict geweest met de politie. Enkele honderden leden van de nationale garde herstel den uiteindelijk de orde waarbij een jonge neger werd doodge schoten. Ook op andere Ameri kaanse universiteiten hebben zich de laatste maanden ongere geldheden voorgedaan. Vandaag zal de universiteit ge opend zijn ondanks het hoge aan tal arrestaties. Aan de universi teit zijn 7.000 studenten inge schreven. De burgemeester van Houston, Louis Welch, verklaarde na af loop van een gesprek met de po litie, de officier van justitie en het universiteitsbestuur, dat de betrekkingen tussen studenten en universiteitsbestuur volledig waren verbroken, wat volgens hem de „anarctie" in de hand heeft gewerkt. De N.V. Staatsmijnen zal in de loop van dit jaar voor het eerst in de geschiedenis van haar bestaan een beroep doen op de open kapi taalmarkt en wel in de vorm van de uitgifte van een obligatielening ter grootte van ongeveer 125 miljoen, zo heeft de president directeur, drs A, C. J. Rottier, be kendgemaakt op een persconferen tie in het hoofdkantoor in Heer- leen. De exacte datum van uitgifte en de voorwaarden waaronder die geschiedt, zijn nog niet vastge steld. De gelden zullen worden be stemd voor de gedeeltelijke finan ciering van de uitbouw van de che mische activiteiten die ook in 1967 en komende jaren met kracht zul len worden voortgezet. Voor het overige deel zullen de benodigde bedragen door de onderneming zelf worden opgebracht. Op deze ma nier denkt het bestuur de nood zakelijke investeringen voor een aantal jaren te kunnen dekken. Het investeringsplan voor" 1967 voorziet in kapitaalsuitgaven ten bedrage van ruini 150 miljoen, waarvan het overgrote deel zal worden besteed ten behoeve van de chemische bedrijven in Zuid- Limburg. De uitgaven voor kapi taalvoorziening van ondernemin gen, waarin is deelgenomen, zullen in 1967 naar verwachting ongeveer op hetzelfde niveau liggen als in 1966. „Ik heb de beslissing genomen de zaad-ontsmettingsmiddelen dieldrin, aldrin en heptachloor te verbieden om te gebruiken, ook al omdat er goede middelen als lendaan voor in de plaats zijn ge komen". Ir. P. Lardinois, minis ter van landbouw en visserij, deelde dit gisteren mede in „Bel- levue" in Assen tijdens de jaar vergadering van het „Drents landbouwgenootschap". De minister wees er op, dat niemand beter dan de boer oog heeft voor evenwicht in de natuur. Hem worden echter middelen ge geven, waarmee dit evenwicht in de natuur kan worden verbroken. Als het dan fout gaat, is het Zo, dat het niet de schuld van de boer is, aldus de minister, die onder meer wees op de grote vogelsterfte in Drenthe als gevolg van besmet zaaigraan. Het kamerlid ir. H. van Ros- sum uit Zeist, lid van de s.g.p.- fractie, heeft een voorstel van wet ingediend, dat beoogt de watervoorziening van landbouw gronden onder de werking van de waterstaatswet 1900 te bren gen. Om aan de nieuwe ontwik kelingen op tuinbouwgebied en aan de tóenemehde vraag naar water voor landbouwkundige doeleinden tegemoet te komen en om de waterschappen de mogelijkheid te bieden met de belangen van grote groepen van hun ingelanden rekening te hou den, beoogt dit initiatiefvoorstel naast de waterlozing ook de toe voer van 't water onder de wer king van de waterstaatswet te brengen.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1967 | | pagina 4