UNIEKE KOLLEKTIE UIT HET MAIERKABINET ZANDBAK, EIGEN TUINTJE EN KWEEKKAST De waaiercultuur Kunstzinnig eiement Vuurschermpjes Gebruikte materialen FRANSE MODE VOOR KOMENDE WINTER en voorstellingen Bij- de foto's Zaterdag6mei 1967 DE VRIJE ZEEUWPagina 13 Parijs: Mode voor winter 1967/'68 van Mademoiselle Basta. Links een ensemble van bewerkte roze en gele zijde. Midden: een tailleur in wit en goud lamé met geplisseerde rok. Rechts: een creatie van drievoudig wit linnen. Foto onder: Een stel haard- waaiers met de geschilderde portretten van Frederik Hen drik en Amalia van Solms met houten handvatten. Vermoe delijk Nederlands in de stijl van Paulus Moreelse (1571— 1638) uit de 2de kwart van de 17de eeuw. Foto boven: Japans waaier blad uit de 18de eeuw in goud beschilderd met een vogel en met blad- en bloemmotieven. Kopenhagen: Zelfs de deftigste Spaanse Grande zou moeilijk deze lieftallige „Senorita" en haar ogen kunnen weerstaan. Het betreft hier overigens slechts een Deense mannequin die een hoed in Spaanse stijl toont.' Kinderen in de tuin! ZODRA de zon doorbreekt, zul len onze kleintjes de schommel en hun zandbak weer opzoeken. Men dient de kinderen hun vrijheid te geven, maar daarnaast echter ook zoveel mogelijk te zorgen voor 't welzijn van de planten. Daar om vandaag enkele raadgevingen hoe te handelen, opdat dit alles kan samengaan, zonder de tuin te her scheppen in een wildernis. Een zandbak moet in de zon liggen, niet te dicht bij bloemen en planten, en in het gezicht van het wakend oog der oudere huisgenoten. Een terrasje dichtbij huis is het meest geschikt. Om de bloemen zoveel mogelijk te beschermen tegen de „kleine hand jes" planten we een ligustrumheg om de zandbak heen met een open ruimte naar het huis. De zandbak kan van steen of hout worden gebouwd. Hout is echter aan rotting onderhevig, steen niet Men behoeft waarlijk niet zo gauw be vreesd te zijn voor bezering bij steen- bouw, de kinderen weten er zeer goed mee om te gaan. Bovendien kan met steen een aardig geheel worden ver kregen, dus passende bij de omgeving. Kleurencombinatie maakt veel goed. ZORG VOOR BERGRUIMTE In de directe omgeving wat glad geschaafde houten speeltafels, een enkel zitbankje en zonodig een hou ten bergruimte (voor tijdelijk) voor het speelgoed voltooit het geheel. Een kind heeft immers graag zijn gelief koosd bezit in zijn onmiddellijke om geving, het zal graag nu eens dit doen en dan dat. Laat tussen beplanting en bak een vrij ruim pad open, zodat de kinderen zich ook buiten de bak kunnen be wegen, zonder afbreuk te doen aan de tuin. Zorg er zoveel mogelijk voor, dat de zandbak niet door hoge bomen overschaduwd wordt. Zon is nodig en de regendruppels van de bomen be hoeven er niet aan te pas te komen. Hebt u er de gelegenheid voor, dan is er voor wat grotere kinderen even eens wel wat te maken om eventuele verveling te verdrijveneen schom mel, rekstok, ringen, wellicht zelfs nog een plaatsje voor 'n kleine draai molen. Ze zullen dit beslist waarde ren. ZELF LATEN KWEKEN Een kweekkastje in de omgeving is meestal een gewild iets, vooral als vader of moeder de kleine behulp zaam is. Een gewone houten omraste ring met aan de bovenrand een paar luchtgaten is al voldoende, plus een glazen dekplaat, die zonodig door een stuk riet kan worden afgedekt tegen al te felle zonnestralen. En het is nu de juiste tijd om wat te zaaien. Radijsjes bijvoorbeeld kunnen er nog wel gekweekt worden, eventueel wat andere kleine groente. U dient er wel voor te zorgen, dat de rietmat niet direct op het glas ligt, maar een centimeter of 6 er boven. Goed luchten is ook een vereiste, ter wijl te droge lucht oorzaak kan zijn van ziekten, aangezien insekten en zwammen hierdoor grotere levens kansen krijgen. Dat de grond wat voedzaam moet zijn, spreekt vanzelf. In de handel is voor dit doel kunstmest te verkrijgen. Tegen het najaar verzamelt u ook bladeren van bomen, die u door de grond werkt, waardoor u een luchtige, goede, voedzame aarde verkrijgt. In dien men gieten moet in de bak, dan niet met al te koud water uit de lei ding, maar met water dat een paar uur in de zon heeft gestaan, opdat het verschil in temperatuur niet al te groot is. SCHOONHEID VAN DE WAAIER De waaiers hebben eigenlijk al een heel oude geschiedenis. Ze waren al bekend lang voordat in het opgegra ven graf van de Egyptische koning farao Toet-Anch-Amon een van zijn waaiers werd gevonden. Oorspronke lijk komt de waaier uit de warme, oos terse landen. De waaier diende om zich koelte toe te wuiven én werd in die streken dan ook het eerst in ge bruik genomen. Vanuit het oosten kwam de waaier naar onze streken en werd daar een onmisbaar onder werp van de manlijke zowel als de vrouwelijke garderobe. Langzamerhand is de waaier in de 20ste eeuw in onbruik geraakt,' om dat de moderne mens alles wat maar enigszins romantisch is, uit zijn leven wilde bannen. Niettemin is de gemid delde mens in onze eeuw veel roman tischer dan men zou denken. Dit be wijst alleen al het grote aantal bezoe kers dat naar de expositie van Felix Tal komt kijken. Ogenschijnlijk lijken wij nuchter en zakelijk, maar op de keper beschouwd grijpen wij allen verlangend naar het geringste stuk je romantiek. Het zou ons daarom niets verwonderen als die tijd van de geheime taal der waaiers nog eens terugkwam. In de verzameling van de heer Tal komen waaiers voor die drie eeuwen oud zijn. Het maken van waaiers was in de 18de eeuw in Frankrijk zo'n be langrijke bezigheid dat de makers er van in speciale gilden waren verenigd, die er nauw op toe zagen dat aan de kwaliteit de hoogste eisen werden gesteld. Aan het Franse hof ontstond door het gebruik van de waaier op den duur een heel ceremonieel. Heel grappig is het verhaal uit de hofkringen van Louis XIV en Marie Antoinette, ons overgeleverd door madame d'Ober- kirch. Zij reikte de .koningin op haar verzoek een bracelet aan, dat een miniatuurportret bevatte van de Rus sische grootvorstin Maria Feodorow- na. De waaier brak door het gewicht van de bracelet (het was verplicht, wanneer men de koningin iets aan reikte, dit op de dichtgevouwen waaier te doen) en madame d'Ober- kirch bukte zich toen, onder de vlijm scherpe blikken van de hofdames, on danks alle baleinen waarmee haar lichaam was ingeregen, om het sie raad op te rapen. Zij kon het nu al leen met de hand aan de koningin aanreiken, maar redde zich uit de ne telige situatie van een inbreuk tegen de etiquette door aan de koningin te zeggen, dat bij deze de grootvorstin zelve naderde tot Hare Majesteit Voor de waaier in gebruik kwam om koelte toe te wuiven en ook om vlie gen te verjagen, werden zogenaamde haardwaaiers gebruikt om de warmte tegen te houden en geen rode koon tjes te krijgen indien men bij het vuur zat. Deze haardwaaiers zijn niet ge plooid en hebben doorgaans een blad- vormig, hoekig of rond model. Ze worden ook wel vuurschermpjes ge noemd. De waaiers hebben verschillende vormen en modellen en er is niet één identiek aan de andere. Zo zijn er (mini) bruidswaaiertjes die gelijktijdig als balhoekjes dienst deden waaraan een klein potloodje is bevestigd uit de 18de eeuw. Briséwaaiers heten de exemplaren met aaneengesloten ba leinen. De cabrioletwaaiers (ook wel waaiers la galerie genoemd) heb ben verschillende stroken van schil derwerk, terwijl ertussen weer een stukje van het montuur zichtbaar is. Bijzonder exclusief zijn de vernis Martin-waaiers. Ze zijn zo genoemd naar de broeders Martin, die een mooie doorschijnende laag vernis op het schilderwerk van de waaiers aan brachten om ze tegen beschadigin gen en andere invloeden van buiten af te beschermen. Deze vernislaag bootste het Japanse lakwerk na. In de verzameling van de heer Tal bevinden zich exemplaren van perka ment, zeer fijn hout, papier, ivoor, kant en geprepareerde huiden van jonge geiten. Voor decoratie werd vaak gebruik gemaakt van inlegwerk met bladgoud, parelmoer, zilverblad, pailletten en half-edelstenen. Eén waaier heeft zelfs een diamanten slui ting. „Een gebaar met de waaier tegen de rechterwang wil zeggen „ja", tegen de linkerwang „neen"; legt men de waaier op het hart: „Ik leef en lijd"; het schil derwerk op de waaier beschouwen betekent „Gij behaagt mij". Dit zijn enkele regels uit de waaiertaai die direkt opvallen bij het betreden van het Centraal Museum te Utrecht, waar momenteel de waaiercoliectie van Felix Tal (75) ten toon wordt gesteld. Felix Tal is al 50 jaar een fervent verzamelaar van waaiers en heeft, steeds weer geboeid door de schoonheid en de romantiek van de verschillende waaiers, een fantastische verzameling opgebouwd. Talrijke unieke exemplaren zijn door hem bijeengebracht in het „waaierkanbinet" op de Prinsengracht in Amsterdam. Thans is een gedeelte van deze verzameling tot 21 mei te bezichtigen in het Centraal Museum. Aari de voorstelingen op de waaiers is wel te zien uit welk land ze komen en in welke tijd ze gemaakt zijn. Zo zijn de waaiers uit de 18de eeuw dui delijk te onderscheiden van de andere omdat er meer zorg werd besteed aan de kleurcombinaties, fijne details en perspectief. Ook onderscheidt men onmiddellijk de waaiers die werden beschilderd in de Franse revolutietijd. Op de waaiers werden toen assigna ten afgebeeld en soms zeer scherpe opmerkingen over het toenmalige re giem. Wie zelf de zeldzame collectie aan schouwt zal begrijpen wat er verloren is gegaan aan dit wonderbaarlijk stukje kunsthistorie. J. H. KLEIN.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1967 | | pagina 13