POCKETS
Boekhandel VAN DE SANDE
Pagina T
UITSLAG
VERKIEZINGEN
VOOR EILANDSRAAD
OP BONAIRE
MAO TSE-TOENG EIST
MEER KRITIEK
OP LIOE SJAO-TSJI
DE
ANTI-RAKETSYSTEMEN
TORNADO'S MAAKTEN
VEEL SLACHTOFFERS
IN DE V. S.
GEEN
TRIBUNAAL-RUSSELL 1
IN FRANKRIJK
komsten, tot stand gekomen met de bedoeling
eftn hogere vergoeding te ontvangen, door de
rechtbank zijn afgewezen.
Dit is het punt, waar om het draait en deze
mogelijkheid werd in feite afgesloten door het
reeds beginnen van de werkzaamheden.
De heer De Feijter: Mijnheer de voorzitter, het
spijt me dat de heer Huijbrecht het niet goed
heeft begrepen voor wat betreft de vergoedingen.
Hij is daarop teruggekomen in de tweede instan
tie en hij heeft gevraagd of ik die bomen heb
geplant om daar een hogere vergoeding voor te
krijgen. Ik weet helemaal niet of daarin een hoge
re vergoeding kén zitten. Dat hangt helemaal van
de omstandigheden af.
Ik zal trachten het heel eenvoudig en duidelijk
te zeggen. Wanneer de fruitteelt in de komende
jaren zeg maar rendabel is, dan zit de fruitteler
goed, maar wanneer de fruitteelt minder goed
rendeert, en er zijn bedrijven die het minder goed
doen, zoals b.v. de oudere, dan kan het helemaal
geen voordeel opleveren. Er valt absoluut niets
van te zeggen of er in de toekomst voor mij enig
voordeel in zit. Ik kan nu eenmaal niet in de toe
komst kijken Dat is begrijpelijk.
Wat de heer Ramondt betreft, ik had toch dui
delijk gesteld, dat men zijn bedrijf moet aanpas
sen, of men nu raadslid is of niet. Wanneer een
uitbreidingsplan ter inzage wordt gelegd, dan
wordt er geen rekening mee gehouden met het
feit of daarbij ook een raadslid is. Dat is ook dui
delijk en dat kan ook niet. Maar dan mag ook
een raadslid hetzelfde doen als ieder ander, om
dat hij ook bij dit plan betrokken is.
De heer Huijbrecht: Dank U wel, U hebt de
bomen dus met opzet geplant
De heer De Feijter: Nee, dat ligt daar niet in
besloten.
De heer Huijbrecht: U zegt het toch?
De heer De Feijter: Nee, ik dacht dat het zo
toch wel duidelijk was, als ik het zo stel.
Dan is ook nog door de heer Ramondt gesproken
over het feit, dat al met de werkzaamheden is
begonnen. Inderdaad, van gemeentezijde is ge
vraagd aan de betrokkenen of er bezwaar tegen
bestond, dat men hieraan al begon, omdat de om
standigheden zo lagen, dat dit op voordelige wijze
kon worden uitgevoerd. Niemand van de betrok
kenen heeft daartegen bezwaar gemaakt.
Er was, ik mag dat toch wel zeggen, een vlotte
medewerking. De heer De Vos heeft hierover nog
gesproken en inderdaad is dat juist. Het algemeen
belang was er mede gediend, dat deze vierbaans-
weg zo spoedig mogelijk zou worden verlengd.
De heer Hol: Mijnheer de voorzitter, mag ik via
U de heer De Feijter eens vragen of hij concreet
wil antwoorden op het volgende. Vindt U het
normaal, mijnheer De Feijter, dat U land hebt ver
pacht aan Uw 21-jarige zoon?
Vindt het normal, mijnheer De Feijter, dat U
eigenlijk bij het overgaan van deze gronden in
handen van de gemeente en waarvan U zelf jaren
lang eigenaar en gebruiker geweest ben, juist op
dit moment die gronden gaat pachten van uw
moeder?
De heer De Feijter: Mijnheer de voorzitter, wat
die gronden van mijn moeder betreft, die pacht
ik al van 1943. Ik kan U het pachtcontract ter
inzage geven. Dat contract mag U gerust zien.
Vanaf het jaar dat ik getrouwd ben, heb ik die
grond gepacht.
Wat betreft het verpachten van het land, dat ik
zelf in eigendom heb, aan mijn zoon, dat is heel
normaal. De pachtersvergoeding, waarvan hier
sprake is, wort in dit geval aan mijn zoon uitge
keerd en niet aan mij.
Dat is „alles wat ik er nog van wilde zeggen.
De heer Hol: Mijnheer de voorzitter, ik verzoek
U de vergadering te schorsen voor fractieberaad.
De Voorzitter: Dames en heren, ik schors de ver
gadering.
De Voorzitter: Ik hef de schorsing van de ver
gadering op. De heer Hol heeft gevraagd om schor
sing; wenst de heer Hol het woord?
De heer Hol: Mijnheer de voorzitter, zoeven
heb ik een opmerking gemaakt in verband met
dè pacht van de heer De Feijter van gronden van
zijn moeder, maar ik wil eerlijk bekennen, dat ik
over het hoofd heb gezien dat deze verpachting
al een feit was lang voor deze transactie.
Wel wil ik nogmaals benadrukken, dat het mij
in hoge mate bevreemdt, dat de heer De Feijter
juist dat gedeelte dat hij in eigendom heeft op dit
moment aan zijn zoon heeft verpacht. Ik geloof
dat alle raadsleden dit bleek ook uit het fractie-
beraad het hierover met mij eens zijn.
Juridisch mag het zo zijn, dat er geen aanmer
kingen gemaakt kunnen worden volgens de
heer Ramondt is dat zelfs nog twijfelachtig, maar
daar kan ik niet inkomen want ik kan het niet
beoordelen moreel is het wel zó, dat eigenlijk
alje raadsleden er van overtuigd zijn, dat dit niet
in orde is.
Er is nog even over gedacht om een motie van
wantrouwen in te dienen, maar er is besloten
om dat niet te doen. Wél is het zo, dat de heer
De Feijter de consequenties zal dienen te trekken
uit dit gebeuren. Van beoaalde zijde is in over
weging gegeven de heer De Feijter niet meer als
lid van een raadscommissie toe te laten of de ge
meente te laten vertegenwoordigen omdat hét
vertrouwen dusdanig is geschokt. Dat was het
resultaat van het fractieberaad, mijnheer de voor
zitter.
De Voorzitter: Er is nog gevraagd, waarom dit
voorstel niet in de vorige raadsvergadering ter
tafel is gebracht. Dat had een gerede oorzaak,
want als het even had gekund hadden wij dat
natuurlijk ook liever gedaan. De voorlopige koop
overeenkomst is echter op 13 februari getekend.
Indien dit voorstel in de vorige raadsvergadering
zou zijn behandeld, dan was het natuurlijk uitge
sloten geweest om het eerst te laten behandelen
in de financiële commissie en daar hechten wij
aan. Daarom is het niet in de vorige raadsverga
dering gebracht.
De heer Hol: Mijnheer de voorzitter, ik ben nog
één belangrijk punt vergeten. De raad zou onge
twijfeld dit voorstel verwerpen, daarvan ben ik
heilig overtuigd, ware het niet, dat de financiële
consequenties, die nog niet helemaal te overzien
zijn, voor de gemeente niet aanvaardbaar zouden
zijn. Dit voorstel dient min of meer met de rug
tegen de muur vanwege de financiële consequen
ties geaccepteerd te worden.
De heer De Meijer: Indien wij dit voorstel aan
vaarden, sluit dit dan uit, dat wij nog kunnen te
ruggrijpen op de suggestie van de heer Ramondt
om de verpachting door de heer De Feijter aan
zijn zoon te bestrijden na een juridisch onderzoek?
Kunnen wij dit voorstel aanvaarden met behoud
van onze rechten ten aanzien van dit punt?
De heer Ramondt: Mijnheer de voorzitter, ik
heb er begrip voor, dat U op de financiële com
missie wilde wachten, maar de importantie van
een bepaald geval zou best tot een andere volg
orde kunnen leiden.
De Voorzitter: Die indruk heb ik na de laatste
vergadering van de financiële commissie bepaal
delijk niet, mijnheer Ramondt.
De heer Ramondt: Er zou een spoedvergadering
van d« financiële commissie bijeengeroepen kun
nen zijn om deze zaak te bespreken. Het is naar
mijn mening zó, dat het op dat moment nog mo
gelijk geweest zou zijn deze zaak juridisch te
onderzoeken. Ten aanzien van de vraag van de
heer De Meijer meen ik te kunnen stellen, dat wij
op dit moment niets meer kunnen doen dan een
besluit te nemen zonder meer. Wij hadden dat
eerder wèl gekund, althans een onderzoek in kun
nen laten stellen en eventueel de gunning op kun
nen schorten.
De Voorzitter: Het wordt weer wat moeilijk ge
maakt, want de heer De Vos heeft zojuist uiteen
gezet dat we, als deze zaak nog langer was op
gehouden, weer in andere moeilijkheden gekomen
zouden zijn. Dat is toch duidelijk gesteld.
Voor wat betreft hetgeen de heer De Meijer
nog stelde wijs ik er op dat, als dit voorstel wordt
aangenomen, dan neemt de raad het aan zoals
het voor U ligt. Dan kan er niets meer aan ge
daan worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform
het voorstel besloten.
4. Idem tot het aangaan van een rechtsgeding
inzake onteigening van het perceel Koedijk 34.
Zonder bespreking en hoofdelijke stemming
wordt conform het voorstel besloten.
5. Idem tot verkoop van een perceel industrie
terrein te Sluiskil aan de heer W. Korevaar.
De Voorzitter: Dit agendapunt komt te verval
len. Deze verkoop valt namelijk onder het delega
tiebesluit t.b.v. hét college van burgemeester en
wethouders, want de verkoopprijs ligt beneden
de 10.000,—.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform
het voorstel besloten.
6. Idem tot het verstrekken van voorschotten
op de exploitatievergoedingen 1967 aan de
besturen van de bijzondere kleuterscholen.
Zonder bespreking en hoofdelijke stemming
wordt conform het voorstel besloten.
7. Idem tot het verstrekken van voorschotten
op de vergoedingen 1967 aan de besturen van
de bijzondere scholen voor G. L. O., V. G. L. O.
en U. L. O.
Zonder bespreking en hoofdelijke stemming
wordt conform het voorstel besloten.
9. Idem tot het verstrekken van een voorschot
op de vergoeding 1967 wegens vakonderwijs
aan het bestuur van de Chr. school voor
U.L.O.
Zonder bespreking en hoofdelijke stemming
wordt conform het voorstel besloten.
10. Idem tot het verlenen van medewerking ex
artikel 72 van de Lager Onderwiiswet 1920
aan het bestuur van de Sint Willibrordus-
school ten behoeve van
A. de invoering van een nieuwe methode
voor het verkeersonderwijs;
B. de aanschaffing van leermiddelen voor
handwerken;
C. de aanschaffing van leermiddelen.
Zonder bespreking en hoofdelijke stemming
wordt conform het voorstel besloten.
11. Idem tot vaststelling van een nieuwe wacht
geldverordening.
De heer Ramondt: Ik vind het nodig en nuttig
dat deze wachtgeldverordening wordt herzien. Al
leen had ik graag gezien dat deze verordening
werd aangepast aan het tarief van de rijksrege
ling. Het is nameliik zó, dat elke volgende instan
tie een stapje verder gaat. Ik had graag gezien
dat er enige beperking betracht werd met de ver
ruiming van de wachtgeldverordening.
De heer Berbers; Inderdaad behoeft de oude
wachtgeldverordening vernieuwing, niet alleen
omdat deze stamt uit 1951, maar bovendien om
dat dit noodzakelijk is geworden door de alge
mene kindertoelageregeling en de Inwerkingtre
ding van de Algemene Burgerlijke Pensioenwet.
Deze regeling gaat verder dan de Rijksregeling.
Praktisch alle gemeenten volgen in deze het voor
stel van het Centraal Orgaan en de toenmalige
Minister van Binnenlandse Zaken gaf als zijn
mening te kennen, dat het gewenst was dat dit
model door alie gemeenten zou worden overge
nomen.
De heer Ramondt: Ik heb dit feit enkel willen
signaleren, zonder dat dit een motief ls om tegen
te stemmen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform
het voorstel besloten.
De Voorzitter: Ik constateer zojuist', dames en
heren, dat ik punt 8 heb overgeslagen. Dat is niet
juist, maar ik merk, dat geen der raadsleden er
erg in gehad heeft, dus ik voel me in goed gezel
schap.
8. Idem tot het verstrekken van voorschotten
op de vergoedingen 1967 wegens vakonder
wijs aan de besturen van de bijzondere scho
len voor G. L. O. en V. G. L. O.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform
het voorstel besloten.
12. Idem tot wijziging van:
A. de begroting 1967 van het grondbedrijf;
B. de gemeente-begroting 1966;
C. de gemeente-begroting 1967.
De heer Hol: Mijnheer de voorzitter, de 6e wij
ziging van de gemeente-begroting 1967 betreft de
stichting van het overdekte zwembad. Wij zijn
verheugd, dat het er nu eindelijk op begint te
lijken, dat we een overdekt zwembad zullen krij
gen. Wij hopen dat een aanvullende uitkering uit
het gemeentefonds inderdaad realiteit wordt.
De heer De Vos: Dit is wel een nieuwe raming,
maar overigens komt deze niet voor de eerste
keer op de begroting. De post als zodanig is ook
al in de begroting 1966 geraamd. Wij hebben nu
dus kans gezien om binnen het raam van een
sluitende begroting dit zwembad te ramen. Wij
hopen op deze wijze goedkeuring te verkrijgen om
tot de bouw over te gaan.
Overigens meen ik dat het moeilijk zal zijn een
extra uitkering uit het gemeentefonds te verkrij
gen, gezien de voorwaarden die door de Minister
zijn gesteld ten aanzien van de benutting van het
eigen belastinggebied. De mogelijkheid daarvoor
is natuurlijk niet geheel uitgesloten. Wij hopen in
ieder geval dat wij dit instructiebad binnen niet
al te lange tijd zullen kunnen bouwen.
De heer De Meijer: Ik was voor mezelf eigen
lijk al tot de conclusie gekomen, dat een extra
uitkering meer een vrome wens dan realiteit zal
zijn.
De Voorzitter: Op het ogenblik ben ik er ook
een beetje bang voor.
De heer Hol: Toch wordt in deze begrotings
wijziging opgemerkt, dat de raming wel verant
woord is.
De heer Berbers: Wij hebben hierover inlichtin
gen ingewonnen bij de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten. Deze kwestie is in studie en wordt
do.or experts van de Vereniging bekeken. Gesug
gereerd is om dit toch door te zetten en men ver
wacht dat er een uitkering zal komen op dezelfde
wijze als b.v. voor de gymnastieklokalen. Het is
afwachten, wat de uitslag zal worden.
De heer De Vos: Ik had het over een normale
extra uitkering uit het gemeentefonds. Hier wordt
natuurlijk een doeluitkering bedoeld, maar dat is
een ander geval en dat zit er misschien wel in.
De heer Hol: Ik bedoelde, mijnheer de voor
zitter, ook een doeluitkering.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform
de voorstellen besloten.
II. Rondvraag.
De heer Verbrugge: Mijnheer de voorzitter, met
belangstelling heb ik kennisgenomen van de in
stelling van het Overleg Zeehavenontwikkeling
Zuid-West Nederland.
Alhoewel ik vertrouwen heb in de goede be
doelingen van dit overlegorgaan en niet twijfel
aan de oprechtheid van zijn leden, voorzie ik
toch, dat een en ander in de toekomst nog de
nodige problemen zal geven.
Als doelstelling is het orgaan meegegeven: de
havenontwikkeling in Zuid-West Nederland, in
het bijzonder van zeehavens en daarmee in relatie
staande Industrieterreinen en voorzieningen.
Men gaat er vanuit, dat er een zeer nauwe
samenwerking tussen de partners moet komen
en dat men elkaar zal informeren over belangen
die in het Deltagebied spelen. Weliswaar heeft het
orgaan geen beslissingsbevoegdheid, doch ik vraag
me af of de organen, die deze bevoegdheden wèl
hebben, veelal niet te maken zullen krijgen met
voldongen feiten.
De uitleg van Mr. Klaasesz, Commissaris der
Koningin in Zuid-Holland is letterlijk: Ten opzich
te van de Regering is het van buitengewoon be
lang wanneer we kunnen aantonen, dat we allen
achter een bepaalde visie staan. Dan staan we
sterker en schiet het vlotter op.
Burgemeester Thomassen van Rotterdam zegt:
Ieder van ons die nu met een grote klant te maken
krijgt, zal open kaart spelen met dit gezelschap
(het overlegorgaan dus
Mr. J. van Aartsen, Commissaris der Koningin in
Zeeland, spreekt van een gentlemen's agreement
waardoor men moreel gebonden is.
Mijnheer de voorzitter, ondanks al deze mooie
woorden en uitspraken blijf ik het onbehagelijke
gevoel houden, dat als het er op aan komt
de belangen van de grote zullen prevaleren boven
die van de kleine, waarbij ik Rotterdam onder de
grote en Terneuzen en Vlissingen onder de kleine
reken. Misschien, dat bepaalde overheidsinstanties
wat te veel verblind zijn door het goud van de
Delta, doch dit is zeker niet het geval in kringen
waar business meer betekent dan een gentlemen's
agreement. Ik vraag me verder af of het wel ge
wenst is een soort trust, pressiegroep, of hoe U
dit maar noemen wilt, te vormen, naast de be
staande organen van de gemeenteraden, provinci
ale staten, etc.
Zit hierin niet het gevaar ik wees er hier
voor al op dat deze door de bevolking gekozen
organen min of meer bulten spel worden gezet of
op zijn minst geconfronteerd worden met in feite
reeds genomen beslissingen?
Acht U, mijnheer de voorzitter, verder niet het
gevaar aanwezig, dat de onderlinge concurrentie
als ik het zo mag noemen tussen de gemeen
ten onderling totaal gaat verdwijnen door een uit
wisseling van Informaties in het overlegorgaan?
Dat de ontwikkeling daarmede wordt bevorderd
acht ik maar schijn, want voor mij geldt nog
altijd de regel: Waar geen concurrentie is kan
nooit een gezonde economie worden opgebouwd.
Mijnheer de voorzitter, gaarne zou ik daarom
van het college van burgemeester en wethouders
vernemen hoe het over al deze zaken denkt en
hoe in de toekomst de gang van zaken zal zijn bij
het aantrekken van industrieën, scheepvaartbe
drijven, havenontwikkeling, kortom welke invloed
dit overlegorgaan zal hebben op de toekomst van
Terneuzen.
Ik dank U.
De Voorzitter: Ik zal proberen te antwoorden
in de volgorde waarin U uw opmerkingen gemaakt
hebt.
U bent begonnen met te zeggen wel vertrouwen
te hebben in de goede bedoelingen van dit over
legorgaan. Dat is een positief begin; als dit er niet
is, kan men niets bereiken.
Uw tweede opmerking is, dat U voorziet, dat
een en ander in de toekomst de nodige problemen
zal geven. Dat geeft het natuurlijk. Het gaat om
een nieuw lichaam en deze zaken zitten vol pro
blematiek en natuurlijk zal dit de nodige pro
blemen gaan opleveren. U constateert dat dit or
gaan geen beslissingsbevoegdheid heeft.
Daar wilde ook ik de nadruk op leggen. Het
zou ook niet goed ziin indien dit orgaan beslis
singsbevoegdheid heeft. Al te angstig moet U er
niet voor zijn.
Uw derde opmerking is gemaakt naar aanleiding
van hetgeen Mr. Klaasesz heeft gezegd, name
lijk dat het toch van buitengewoon belang is wan
neer we kunnen aantonen, dat we allen achter een
bepaalde visie zouden staan. Dit slaat op de haven
ontwikkeling van Nederland. Dat zou natuurlijk
mooi zijn, als het mogelijk is. Hij heeft niet ge
zegd, dat het zo is, maar hij hoopt dat het zo is.
Het is beslist niet zo, dat wij het reeds eens zijn,
maar op zichzelf bekeken zou het mooi zijn als
wij allen achter één visie zouden staan.
U merkt verder op dat U een onbehagelijk gevoel
houdt ondanks al die mooie woorden en uitspraken.
De belangen van de grote zullen prevaleren boven
die van de kleine, dat is Rotterdam ten opzichte van
Vlissingen en Terneuzen. Dit moet U echter aan
vullen met Dordrecht, Bergen op Zoom en uit
Brabant komt er nog één gemeente bij. Het over
legorgaan bestaat uit 5 vertegenwoordigers van
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, 5 van
Zeeland, e.o. de burgemeester van Vlissingen en
Terneuzen, 5 van Noord-Brabant, 3 van Rotter
dam, 2 van de Rijnmond en 2 vertegenwoordigers
van de Minister van Verkeer en Waterstaat.
U stelt, dat één partner al de anderen zou
overvleugelen. Dit constateert U dan wel erg bij
voorbaat. Als nu één partner de grote meerderheid
had, was het anders, maar dat is niet zo.
U vraagt zich dan af of het gevaar niet bestaat
U spreekt zelfs van een pressiegroep, hetgeen
ik voor uw rekening laat dat de bestaande
organen buiten spel worden gezet. Ik geloof dit
niet, omdat het orgaan geen beslissingsbevoegd
heid heeft. Dat is anders, indien er b.v. een haven
schap zou komen. Dan gaan er bepaalde bevoegd
heden over. Dit is echter een adviserend lichaam.
De gemeenteraden houden beslist hun bevoegd
heden. Van overdracht daarvan is geen sprake.
U zegt verder dat onderlinge concurrentie tus
sen de gemeenten geheel zal verdwijnen, hetgeen
U niet goed vindt, want waar geen concurrentie
is, kan nooit een gezonde economie worden opge
bouwd. Met dit laatste ben ik het geheel eens.
Concurrentie is op zichzelf een goede zaak. Maar
ik geloof niet dat alle concurrentie tussen de
havens opgeheven zal worden. U moet in dit ver
band ook weer bedenken dat het om een adviserend
orgaan gaat.
U vraagt voorts welke invloeden dit heeft op
de toekomst van Terneuzen. Op dit moment is
het moeilijk daarvan al iets te zeggen. Het ligt
in de bedoeling, dat dit overlegorgaan het gebied
nader bekijkt. Ik meen dat het een goede zaak is,
dat dit gedaan wordt, maar de praktijk zal moeten
uitwijzen welke invloed dit concreet zal hebben.
Ik wil U er nog op attent maken, dat het orgaan
niet door de gemeenten in het leven is geroepen.
Dat is gedaan door de provincies, Rotterdam en
de Rijnmond en toen is gesteld, dat er een paar
burgemeesters uit havenplaatsen zitting zouden
moeten nemen in het orgaan.
Ik dacht dat een goed ding is dat men om de
tafel gaat zitten om de gehele problematiek eens
met elkaar te bekijken. In België wil men dit- ook
gaan doen. Er is duidelijk gesteld, dat dit orgaan
ook contact met Belgische belanghebbenden zal
opnemen. Dit in tegenstelling met een andere ver
gadering die eens gehouden is. Dat contact moet
echter via de regeringen lopen. Er is in dit ver
band gesteld dat Zeeuwsch-Vlaanderen dicht bij
België met Gent en Antwerpen ligt. Men kan niet
net doen alsof dat niet het geval is, want de havens
Gent en Antwerpen zijn van groot belang.
Nederland zal in de toekomst voor een groot
deel afhankelijk zijn van de havens en de indus
trieën in de buurt daarvan. Daarom moet men
eens van gedachten wisselen en ik ben van mening
dat wij in de toekomst nog veel meer met België
over deze zaken samen moeten, praten. Wij. leven
weliswaar in ons eigen land, maar toch moet ge
streefd worden naar een betere samenwerking
met België en wij zullen dat ook wel móeten,-,
want anders geloof ik dat West-Europa een zeer
moeilijke tijd tegemoet zal gaan. De krachten
moeten tot op zekere hoogte gebundeld worden.
Gezamenlijk kunnen wij het ons niet permitteren,
dat een ieder maar op eigen standpunt blijft staan.
Ik ben er anders van overtuigd, dat onze kinde
ren ons later zullen verwijten, dat wij allés maar
apart zijn blijven doen. Wij moeten de blik op de
verre toekomst richten. Dit is een start en wij
zullen proberen iets te realiseren, waar Neder
land in de toekomst veel aan zal hebben.
De heer Verbrugge: Ik dank U zeef voor uw
uitvoerig antwoord.
De heer Hamelink: Ik wil nog even terugkomen
op de verkeerssituatie bij de brug te Sluiskil.
Daarover is uitvoerig gesproken in een vergadering
van de verkeerscommissie, waar de korpschef
bij was. Het is aldaar op bepaalde tijden een com
plete verkeerschaos. De ene agent die er is kan
het beslist niet alleen af. Ik weet wel, dat ik er
geen enkel invloed op heb, maar dit is iets wat
niet juist is. Ik ben blij dat de mensen van Rijks
waterstaat nog iets doen, maar ik zou het op
prijs stellen indien de korpschef zijn afspraken na
kwam.
In onze nieuwe woonwijken lopen de straten
niet meer lijnrecht, maar hebben ook zijstraten
e.d. dezelfde straatnaam. Voor mensen; die de
situatie niet kennen is dit erg moeilijk. Er zouden
wat straatnaambordjes bij geplaatst moeten wor
den. Dat zou heel wat bezwaren voorkomen.
De Voorzitter: Ik wil U toezeggen, dat ik de
situatie bij de brug te Sluiskil nog eerts zal op
nemen met de korpschef. Ik 'kan uit ervaring
zeggen dat U gelijk hebt.
De heer De Vos: Ik kan wat dat betreft ook uit
dezelfde ervaring spreken. Het neemt echter niet
weg, dat de raad, overigens op ons voorstel, de
bestemmingsplannen zo heeft vastgesteld en dit
zijn de consequenties daarvan. Ik wil graag toe
zeggen, dat wij zullen laten bezien of door het
aanbrengen van meer straatnaambordjes verbete
ring zal ontstaan in de situatie. Het is inderdaad
heel moeilijk te vinden op sommige punten.
Wat de verkeerssituatie te Sluiskil betreft, deel
ik U mede dat ik'geen klachten heb ontvangen,
maar ik neem zonder imeer aan, dat het juist is
zoals de heer Hamelink uiteen zette. Het moet
nog maar eens door de politie worden bekeken.
De heer De Meijer: Inderdaad rijzen er heel wat
vragen ten aanzien van het overlegorgaan zee
havenontwikkeling. Alhoewel de heer Verbrugge
al de nodige vragen hierover hééft gesteld blijven
er toch nog vragen en bedenkingen bestaan, maar
ik acht het niet nuttig hierop op dit moment ver
der in te gaan. Het is eerst van U, mijnheer de
voorzitter, dat ik begrepen heb, dat U bij de op
richtingsvergadering aanwezig bent geweest. Daar
over zou ik toch graag iets meer willen horen,
maar dat kan wellicht beter bij een andere ge
legenheid.
Ik heb mij wel met stomme verbazing afgevraagd,
hoe men er toe is gekomen om voor een orgaan,
dat niet is ingesteld voor de Nieuwe Waterweg
toch Rotterdam en de Rijnmond in te doen ver
tegenwoordigen. Laten wij toch bedenken, dat de'
Delta-ontwikkeling zich bezig houdt met het Zeeuw
se grondgebied en Noord-Brabant voor wat be
treft Reimerswaal. In principe is het toch vooral
een Zeeuwse aangelegenheid maar men heeft ge
noegen genomen met 5 vertegenwoordigers van
in totaal 22, terwijl er 3 gemeentelijke van Rot
terdam en 2 van Rijnmond zijn. Dat men vanuit
Zeeland met 5 vertegenwoordigers genoegen heeft
moeten nemen, is dat omdat de inbreng van een
bepaalde zijde toch wel interessant is of is het
omdat men in Zeeland niet genoeg kapabele men
sen heeft kunnen vinden? Ik vind dit een eigen
aardige zaak, zodanig dat ik hierin wel dieper moet
duiken. Wat heeft b.v. de Rijnmond hier mee te
maken? Ik ben helemaal niet gerust over hetgeen
achter dit orgaan speelt.
Mijnheer de voorzitter, ik wil het hierbij van
avond laten.
De Voorzitter: Dit hoort ook meer thuis bij de
Provinciale Staten dan bij de gemeenteraad van
Terneuzen. Later kunnen wij daarover nog wel
eens met elkaar discussiëren.
De Voorzitter sluit de vergadering.
Romans
Populair-wefensehappeHJfc
Sport
Woordenboeken
een enorme ketne
ook voor de Jeugd
s
Bij de verkiezingen voor de
eilandraad op Bonaire, die eind
vorige week plaatsvonden, heeft
de Bonairiaanse democratische
partij een overwinning behaald
met een totaal van 2131 stemmen,
waardoor zij zes van de negen ze
tels krijgt toegewezen.
De Bonairiaanse progressieve
partij krijgt 2 zetels (722 stem
men) en de Bonairiaanse arbei
derspartij krijgt 1 zetel (392
stemmen).
Door deze uitslag verstevigde
de democratische partij op Bonai
re (gelieerd met de democrati
sche partij op Curagao) haar po
sitie en kan nu zonder coalitie
hét Bonairiaanse bestuurscollege
(te vergelijken met het college
van wethouders in Nederland)
gaan vormen.
De verkiezingsdag verliep bij
zonder rustig. De politie sprak
zelfs van de rustigste verkiezin
gen op Bonaire. Volgende maand
zullen Curasao en Aruba naar de
stembus gaan om de respectieve
lijke eilandsraden te kiezen. Op
die bovenwindse eilanden (Saba
en St. Eustatius en St. Maarten)
werd op ieder eiland maar 1 lijst
ingediend, die van de democrati
sche partij van de bovenwinden,
waardoor verkiezingen niet nodig
waren. De eilandsraadsleden
worden dan automatisch geko
zen.
Partijleider Mao Tse-Toeng heeft
het nieuwe revolutionaire comité
van Peking zijn kritiek op het
Chinese staatshoofd Lioe Sjao-
Tsji, secretaris-generaal Teng
Hsiao Ping en de voormalige pro-
pagandachef Tao Tsjoe te ver
scherpen, zo meldt de correspon
dent in Peking van het Japanse
blad Asahi Sjimboen.
Mao verzocht het comité ver
der een resolutie aan te nemen
waarin het de doodstraffen tegen
Peng Tsjeng, voormalig burge
meester van Peking; Loe Ting
Ji, vice-premier; maarschalk
Loeo Joei Tsjing, vice premier en
voormalig stafchef van het leger
en Jang Sjang-Koeng, secretaris
van het centrale partijcomité,
rechtvaardigt. Het comité moet
concrete feiten tegen hen verza
melen, aldus muurkranten.
De Sowjet-Unie heeft tot dus
ver nog niet gereageerd op Ame
rikaanse suggesties om te onder
handelen over afschaffing van
anti-raketsystemen. Volgéns be
trouwbare berichten beraadt het
Kremlin zich nog steeds over het
Amerikaanse aanbod, dat voor
het eerst 3% maand geleden door
president Johnson werd gedaan.
Vier weken geleden kwamen am
bassadeur Thomson van de Ver
enigde Staten en de Russische
minister van buitenlandse zaken
Gromiko bij elkaar om de proce
dure voor de onderhandelingen te
bespreken.
Het voorstel van president
Johnson behelsde samenwerking
tussen de twee landen om te
voorkomen dat er een geldver
slindende wedloop zou ontstaan
bij 't vestigen van verdedigings
stelsel tegen raketten.
De vorderingen zijn nu echter
zo gering, dat vele waarnemers
geloven dat de Sowjet-Unie niet
werkelijk geïnteresseerd is zo
lang de oorlog in Vietnam voort
duurt.
Een aantal tornado's heeft vo
rige week een spoor van vernie
ling door het Amerikaanse mid
denwesten getrokken en zeker 60
doden en duizenden gewonden
veroorzaakt. Talloze huizen en
gebouwen werden vernield. Het
zwaarst getroffen zijn de staten
Michigan en Illinois, waar de cy
clonen heftig tekeer gingen.
Zeventien mensen, voor het
merendeel middelbare scholieren
verloren het leven in Belvedere,
ten noordoosten van de stad Chi
cago. De burgemeester van die
stad schatte dat duizend mensen
zijn gewond. 300 van hen zouden
er ernstig aan toe zijn. De plaats
heeft 95000 inwoners.
Aan de zuidzijde van Chicago,
in Oaklawn, werden 32 doden en
honderden gewonden geteld. Hier
kwam een vijfjarig kind om het
leven toen het voor een rijdende
auto werd geworpen en een man
werd gedood toen een hoogspan
ningskabel op straat terecht
kwam. Oaklawn is tot rampge
bied verklaard. Hulpploegen zoe
ken tussen de resten van huizen
en auto's naar slachtoffers.
President De Gaulle heeft de
Franse schrijver Jean-Paul Sar
tre geschreven, dat 't „tribunaal-
Russell", dat „de Amerikaanse
oorlogsmisdaden in Vietnam"
wil beoordelen, geen zitting op
Frans grondgebied kan houden.
Sartre had de aandacht van de
president gevraagd voor het wei
geren van een visum aan de
Zuidslavische jurist en historicus
Vladimir Dedijer, die de eerste
zitting van het tribunaal in Pa
rijs zou presideren. De zitting zou
van 29 april tot 9 mei in Issy-les-
Moulineaux worden gehouden.