POCKETS Boekhandel VAN DE SANDE Pagina T UITSLAG VERKIEZINGEN VOOR EILANDSRAAD OP BONAIRE MAO TSE-TOENG EIST MEER KRITIEK OP LIOE SJAO-TSJI DE ANTI-RAKETSYSTEMEN TORNADO'S MAAKTEN VEEL SLACHTOFFERS IN DE V. S. GEEN TRIBUNAAL-RUSSELL 1 IN FRANKRIJK komsten, tot stand gekomen met de bedoeling eftn hogere vergoeding te ontvangen, door de rechtbank zijn afgewezen. Dit is het punt, waar om het draait en deze mogelijkheid werd in feite afgesloten door het reeds beginnen van de werkzaamheden. De heer De Feijter: Mijnheer de voorzitter, het spijt me dat de heer Huijbrecht het niet goed heeft begrepen voor wat betreft de vergoedingen. Hij is daarop teruggekomen in de tweede instan tie en hij heeft gevraagd of ik die bomen heb geplant om daar een hogere vergoeding voor te krijgen. Ik weet helemaal niet of daarin een hoge re vergoeding kén zitten. Dat hangt helemaal van de omstandigheden af. Ik zal trachten het heel eenvoudig en duidelijk te zeggen. Wanneer de fruitteelt in de komende jaren zeg maar rendabel is, dan zit de fruitteler goed, maar wanneer de fruitteelt minder goed rendeert, en er zijn bedrijven die het minder goed doen, zoals b.v. de oudere, dan kan het helemaal geen voordeel opleveren. Er valt absoluut niets van te zeggen of er in de toekomst voor mij enig voordeel in zit. Ik kan nu eenmaal niet in de toe komst kijken Dat is begrijpelijk. Wat de heer Ramondt betreft, ik had toch dui delijk gesteld, dat men zijn bedrijf moet aanpas sen, of men nu raadslid is of niet. Wanneer een uitbreidingsplan ter inzage wordt gelegd, dan wordt er geen rekening mee gehouden met het feit of daarbij ook een raadslid is. Dat is ook dui delijk en dat kan ook niet. Maar dan mag ook een raadslid hetzelfde doen als ieder ander, om dat hij ook bij dit plan betrokken is. De heer Huijbrecht: Dank U wel, U hebt de bomen dus met opzet geplant De heer De Feijter: Nee, dat ligt daar niet in besloten. De heer Huijbrecht: U zegt het toch? De heer De Feijter: Nee, ik dacht dat het zo toch wel duidelijk was, als ik het zo stel. Dan is ook nog door de heer Ramondt gesproken over het feit, dat al met de werkzaamheden is begonnen. Inderdaad, van gemeentezijde is ge vraagd aan de betrokkenen of er bezwaar tegen bestond, dat men hieraan al begon, omdat de om standigheden zo lagen, dat dit op voordelige wijze kon worden uitgevoerd. Niemand van de betrok kenen heeft daartegen bezwaar gemaakt. Er was, ik mag dat toch wel zeggen, een vlotte medewerking. De heer De Vos heeft hierover nog gesproken en inderdaad is dat juist. Het algemeen belang was er mede gediend, dat deze vierbaans- weg zo spoedig mogelijk zou worden verlengd. De heer Hol: Mijnheer de voorzitter, mag ik via U de heer De Feijter eens vragen of hij concreet wil antwoorden op het volgende. Vindt U het normaal, mijnheer De Feijter, dat U land hebt ver pacht aan Uw 21-jarige zoon? Vindt het normal, mijnheer De Feijter, dat U eigenlijk bij het overgaan van deze gronden in handen van de gemeente en waarvan U zelf jaren lang eigenaar en gebruiker geweest ben, juist op dit moment die gronden gaat pachten van uw moeder? De heer De Feijter: Mijnheer de voorzitter, wat die gronden van mijn moeder betreft, die pacht ik al van 1943. Ik kan U het pachtcontract ter inzage geven. Dat contract mag U gerust zien. Vanaf het jaar dat ik getrouwd ben, heb ik die grond gepacht. Wat betreft het verpachten van het land, dat ik zelf in eigendom heb, aan mijn zoon, dat is heel normaal. De pachtersvergoeding, waarvan hier sprake is, wort in dit geval aan mijn zoon uitge keerd en niet aan mij. Dat is „alles wat ik er nog van wilde zeggen. De heer Hol: Mijnheer de voorzitter, ik verzoek U de vergadering te schorsen voor fractieberaad. De Voorzitter: Dames en heren, ik schors de ver gadering. De Voorzitter: Ik hef de schorsing van de ver gadering op. De heer Hol heeft gevraagd om schor sing; wenst de heer Hol het woord? De heer Hol: Mijnheer de voorzitter, zoeven heb ik een opmerking gemaakt in verband met dè pacht van de heer De Feijter van gronden van zijn moeder, maar ik wil eerlijk bekennen, dat ik over het hoofd heb gezien dat deze verpachting al een feit was lang voor deze transactie. Wel wil ik nogmaals benadrukken, dat het mij in hoge mate bevreemdt, dat de heer De Feijter juist dat gedeelte dat hij in eigendom heeft op dit moment aan zijn zoon heeft verpacht. Ik geloof dat alle raadsleden dit bleek ook uit het fractie- beraad het hierover met mij eens zijn. Juridisch mag het zo zijn, dat er geen aanmer kingen gemaakt kunnen worden volgens de heer Ramondt is dat zelfs nog twijfelachtig, maar daar kan ik niet inkomen want ik kan het niet beoordelen moreel is het wel zó, dat eigenlijk alje raadsleden er van overtuigd zijn, dat dit niet in orde is. Er is nog even over gedacht om een motie van wantrouwen in te dienen, maar er is besloten om dat niet te doen. Wél is het zo, dat de heer De Feijter de consequenties zal dienen te trekken uit dit gebeuren. Van beoaalde zijde is in over weging gegeven de heer De Feijter niet meer als lid van een raadscommissie toe te laten of de ge meente te laten vertegenwoordigen omdat hét vertrouwen dusdanig is geschokt. Dat was het resultaat van het fractieberaad, mijnheer de voor zitter. De Voorzitter: Er is nog gevraagd, waarom dit voorstel niet in de vorige raadsvergadering ter tafel is gebracht. Dat had een gerede oorzaak, want als het even had gekund hadden wij dat natuurlijk ook liever gedaan. De voorlopige koop overeenkomst is echter op 13 februari getekend. Indien dit voorstel in de vorige raadsvergadering zou zijn behandeld, dan was het natuurlijk uitge sloten geweest om het eerst te laten behandelen in de financiële commissie en daar hechten wij aan. Daarom is het niet in de vorige raadsverga dering gebracht. De heer Hol: Mijnheer de voorzitter, ik ben nog één belangrijk punt vergeten. De raad zou onge twijfeld dit voorstel verwerpen, daarvan ben ik heilig overtuigd, ware het niet, dat de financiële consequenties, die nog niet helemaal te overzien zijn, voor de gemeente niet aanvaardbaar zouden zijn. Dit voorstel dient min of meer met de rug tegen de muur vanwege de financiële consequen ties geaccepteerd te worden. De heer De Meijer: Indien wij dit voorstel aan vaarden, sluit dit dan uit, dat wij nog kunnen te ruggrijpen op de suggestie van de heer Ramondt om de verpachting door de heer De Feijter aan zijn zoon te bestrijden na een juridisch onderzoek? Kunnen wij dit voorstel aanvaarden met behoud van onze rechten ten aanzien van dit punt? De heer Ramondt: Mijnheer de voorzitter, ik heb er begrip voor, dat U op de financiële com missie wilde wachten, maar de importantie van een bepaald geval zou best tot een andere volg orde kunnen leiden. De Voorzitter: Die indruk heb ik na de laatste vergadering van de financiële commissie bepaal delijk niet, mijnheer Ramondt. De heer Ramondt: Er zou een spoedvergadering van d« financiële commissie bijeengeroepen kun nen zijn om deze zaak te bespreken. Het is naar mijn mening zó, dat het op dat moment nog mo gelijk geweest zou zijn deze zaak juridisch te onderzoeken. Ten aanzien van de vraag van de heer De Meijer meen ik te kunnen stellen, dat wij op dit moment niets meer kunnen doen dan een besluit te nemen zonder meer. Wij hadden dat eerder wèl gekund, althans een onderzoek in kun nen laten stellen en eventueel de gunning op kun nen schorten. De Voorzitter: Het wordt weer wat moeilijk ge maakt, want de heer De Vos heeft zojuist uiteen gezet dat we, als deze zaak nog langer was op gehouden, weer in andere moeilijkheden gekomen zouden zijn. Dat is toch duidelijk gesteld. Voor wat betreft hetgeen de heer De Meijer nog stelde wijs ik er op dat, als dit voorstel wordt aangenomen, dan neemt de raad het aan zoals het voor U ligt. Dan kan er niets meer aan ge daan worden. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 4. Idem tot het aangaan van een rechtsgeding inzake onteigening van het perceel Koedijk 34. Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 5. Idem tot verkoop van een perceel industrie terrein te Sluiskil aan de heer W. Korevaar. De Voorzitter: Dit agendapunt komt te verval len. Deze verkoop valt namelijk onder het delega tiebesluit t.b.v. hét college van burgemeester en wethouders, want de verkoopprijs ligt beneden de 10.000,—. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 6. Idem tot het verstrekken van voorschotten op de exploitatievergoedingen 1967 aan de besturen van de bijzondere kleuterscholen. Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 7. Idem tot het verstrekken van voorschotten op de vergoedingen 1967 aan de besturen van de bijzondere scholen voor G. L. O., V. G. L. O. en U. L. O. Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 9. Idem tot het verstrekken van een voorschot op de vergoeding 1967 wegens vakonderwijs aan het bestuur van de Chr. school voor U.L.O. Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 10. Idem tot het verlenen van medewerking ex artikel 72 van de Lager Onderwiiswet 1920 aan het bestuur van de Sint Willibrordus- school ten behoeve van A. de invoering van een nieuwe methode voor het verkeersonderwijs; B. de aanschaffing van leermiddelen voor handwerken; C. de aanschaffing van leermiddelen. Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 11. Idem tot vaststelling van een nieuwe wacht geldverordening. De heer Ramondt: Ik vind het nodig en nuttig dat deze wachtgeldverordening wordt herzien. Al leen had ik graag gezien dat deze verordening werd aangepast aan het tarief van de rijksrege ling. Het is nameliik zó, dat elke volgende instan tie een stapje verder gaat. Ik had graag gezien dat er enige beperking betracht werd met de ver ruiming van de wachtgeldverordening. De heer Berbers; Inderdaad behoeft de oude wachtgeldverordening vernieuwing, niet alleen omdat deze stamt uit 1951, maar bovendien om dat dit noodzakelijk is geworden door de alge mene kindertoelageregeling en de Inwerkingtre ding van de Algemene Burgerlijke Pensioenwet. Deze regeling gaat verder dan de Rijksregeling. Praktisch alle gemeenten volgen in deze het voor stel van het Centraal Orgaan en de toenmalige Minister van Binnenlandse Zaken gaf als zijn mening te kennen, dat het gewenst was dat dit model door alie gemeenten zou worden overge nomen. De heer Ramondt: Ik heb dit feit enkel willen signaleren, zonder dat dit een motief ls om tegen te stemmen. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. De Voorzitter: Ik constateer zojuist', dames en heren, dat ik punt 8 heb overgeslagen. Dat is niet juist, maar ik merk, dat geen der raadsleden er erg in gehad heeft, dus ik voel me in goed gezel schap. 8. Idem tot het verstrekken van voorschotten op de vergoedingen 1967 wegens vakonder wijs aan de besturen van de bijzondere scho len voor G. L. O. en V. G. L. O. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 12. Idem tot wijziging van: A. de begroting 1967 van het grondbedrijf; B. de gemeente-begroting 1966; C. de gemeente-begroting 1967. De heer Hol: Mijnheer de voorzitter, de 6e wij ziging van de gemeente-begroting 1967 betreft de stichting van het overdekte zwembad. Wij zijn verheugd, dat het er nu eindelijk op begint te lijken, dat we een overdekt zwembad zullen krij gen. Wij hopen dat een aanvullende uitkering uit het gemeentefonds inderdaad realiteit wordt. De heer De Vos: Dit is wel een nieuwe raming, maar overigens komt deze niet voor de eerste keer op de begroting. De post als zodanig is ook al in de begroting 1966 geraamd. Wij hebben nu dus kans gezien om binnen het raam van een sluitende begroting dit zwembad te ramen. Wij hopen op deze wijze goedkeuring te verkrijgen om tot de bouw over te gaan. Overigens meen ik dat het moeilijk zal zijn een extra uitkering uit het gemeentefonds te verkrij gen, gezien de voorwaarden die door de Minister zijn gesteld ten aanzien van de benutting van het eigen belastinggebied. De mogelijkheid daarvoor is natuurlijk niet geheel uitgesloten. Wij hopen in ieder geval dat wij dit instructiebad binnen niet al te lange tijd zullen kunnen bouwen. De heer De Meijer: Ik was voor mezelf eigen lijk al tot de conclusie gekomen, dat een extra uitkering meer een vrome wens dan realiteit zal zijn. De Voorzitter: Op het ogenblik ben ik er ook een beetje bang voor. De heer Hol: Toch wordt in deze begrotings wijziging opgemerkt, dat de raming wel verant woord is. De heer Berbers: Wij hebben hierover inlichtin gen ingewonnen bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Deze kwestie is in studie en wordt do.or experts van de Vereniging bekeken. Gesug gereerd is om dit toch door te zetten en men ver wacht dat er een uitkering zal komen op dezelfde wijze als b.v. voor de gymnastieklokalen. Het is afwachten, wat de uitslag zal worden. De heer De Vos: Ik had het over een normale extra uitkering uit het gemeentefonds. Hier wordt natuurlijk een doeluitkering bedoeld, maar dat is een ander geval en dat zit er misschien wel in. De heer Hol: Ik bedoelde, mijnheer de voor zitter, ook een doeluitkering. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform de voorstellen besloten. II. Rondvraag. De heer Verbrugge: Mijnheer de voorzitter, met belangstelling heb ik kennisgenomen van de in stelling van het Overleg Zeehavenontwikkeling Zuid-West Nederland. Alhoewel ik vertrouwen heb in de goede be doelingen van dit overlegorgaan en niet twijfel aan de oprechtheid van zijn leden, voorzie ik toch, dat een en ander in de toekomst nog de nodige problemen zal geven. Als doelstelling is het orgaan meegegeven: de havenontwikkeling in Zuid-West Nederland, in het bijzonder van zeehavens en daarmee in relatie staande Industrieterreinen en voorzieningen. Men gaat er vanuit, dat er een zeer nauwe samenwerking tussen de partners moet komen en dat men elkaar zal informeren over belangen die in het Deltagebied spelen. Weliswaar heeft het orgaan geen beslissingsbevoegdheid, doch ik vraag me af of de organen, die deze bevoegdheden wèl hebben, veelal niet te maken zullen krijgen met voldongen feiten. De uitleg van Mr. Klaasesz, Commissaris der Koningin in Zuid-Holland is letterlijk: Ten opzich te van de Regering is het van buitengewoon be lang wanneer we kunnen aantonen, dat we allen achter een bepaalde visie staan. Dan staan we sterker en schiet het vlotter op. Burgemeester Thomassen van Rotterdam zegt: Ieder van ons die nu met een grote klant te maken krijgt, zal open kaart spelen met dit gezelschap (het overlegorgaan dus Mr. J. van Aartsen, Commissaris der Koningin in Zeeland, spreekt van een gentlemen's agreement waardoor men moreel gebonden is. Mijnheer de voorzitter, ondanks al deze mooie woorden en uitspraken blijf ik het onbehagelijke gevoel houden, dat als het er op aan komt de belangen van de grote zullen prevaleren boven die van de kleine, waarbij ik Rotterdam onder de grote en Terneuzen en Vlissingen onder de kleine reken. Misschien, dat bepaalde overheidsinstanties wat te veel verblind zijn door het goud van de Delta, doch dit is zeker niet het geval in kringen waar business meer betekent dan een gentlemen's agreement. Ik vraag me verder af of het wel ge wenst is een soort trust, pressiegroep, of hoe U dit maar noemen wilt, te vormen, naast de be staande organen van de gemeenteraden, provinci ale staten, etc. Zit hierin niet het gevaar ik wees er hier voor al op dat deze door de bevolking gekozen organen min of meer bulten spel worden gezet of op zijn minst geconfronteerd worden met in feite reeds genomen beslissingen? Acht U, mijnheer de voorzitter, verder niet het gevaar aanwezig, dat de onderlinge concurrentie als ik het zo mag noemen tussen de gemeen ten onderling totaal gaat verdwijnen door een uit wisseling van Informaties in het overlegorgaan? Dat de ontwikkeling daarmede wordt bevorderd acht ik maar schijn, want voor mij geldt nog altijd de regel: Waar geen concurrentie is kan nooit een gezonde economie worden opgebouwd. Mijnheer de voorzitter, gaarne zou ik daarom van het college van burgemeester en wethouders vernemen hoe het over al deze zaken denkt en hoe in de toekomst de gang van zaken zal zijn bij het aantrekken van industrieën, scheepvaartbe drijven, havenontwikkeling, kortom welke invloed dit overlegorgaan zal hebben op de toekomst van Terneuzen. Ik dank U. De Voorzitter: Ik zal proberen te antwoorden in de volgorde waarin U uw opmerkingen gemaakt hebt. U bent begonnen met te zeggen wel vertrouwen te hebben in de goede bedoelingen van dit over legorgaan. Dat is een positief begin; als dit er niet is, kan men niets bereiken. Uw tweede opmerking is, dat U voorziet, dat een en ander in de toekomst de nodige problemen zal geven. Dat geeft het natuurlijk. Het gaat om een nieuw lichaam en deze zaken zitten vol pro blematiek en natuurlijk zal dit de nodige pro blemen gaan opleveren. U constateert dat dit or gaan geen beslissingsbevoegdheid heeft. Daar wilde ook ik de nadruk op leggen. Het zou ook niet goed ziin indien dit orgaan beslis singsbevoegdheid heeft. Al te angstig moet U er niet voor zijn. Uw derde opmerking is gemaakt naar aanleiding van hetgeen Mr. Klaasesz heeft gezegd, name lijk dat het toch van buitengewoon belang is wan neer we kunnen aantonen, dat we allen achter een bepaalde visie zouden staan. Dit slaat op de haven ontwikkeling van Nederland. Dat zou natuurlijk mooi zijn, als het mogelijk is. Hij heeft niet ge zegd, dat het zo is, maar hij hoopt dat het zo is. Het is beslist niet zo, dat wij het reeds eens zijn, maar op zichzelf bekeken zou het mooi zijn als wij allen achter één visie zouden staan. U merkt verder op dat U een onbehagelijk gevoel houdt ondanks al die mooie woorden en uitspraken. De belangen van de grote zullen prevaleren boven die van de kleine, dat is Rotterdam ten opzichte van Vlissingen en Terneuzen. Dit moet U echter aan vullen met Dordrecht, Bergen op Zoom en uit Brabant komt er nog één gemeente bij. Het over legorgaan bestaat uit 5 vertegenwoordigers van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, 5 van Zeeland, e.o. de burgemeester van Vlissingen en Terneuzen, 5 van Noord-Brabant, 3 van Rotter dam, 2 van de Rijnmond en 2 vertegenwoordigers van de Minister van Verkeer en Waterstaat. U stelt, dat één partner al de anderen zou overvleugelen. Dit constateert U dan wel erg bij voorbaat. Als nu één partner de grote meerderheid had, was het anders, maar dat is niet zo. U vraagt zich dan af of het gevaar niet bestaat U spreekt zelfs van een pressiegroep, hetgeen ik voor uw rekening laat dat de bestaande organen buiten spel worden gezet. Ik geloof dit niet, omdat het orgaan geen beslissingsbevoegd heid heeft. Dat is anders, indien er b.v. een haven schap zou komen. Dan gaan er bepaalde bevoegd heden over. Dit is echter een adviserend lichaam. De gemeenteraden houden beslist hun bevoegd heden. Van overdracht daarvan is geen sprake. U zegt verder dat onderlinge concurrentie tus sen de gemeenten geheel zal verdwijnen, hetgeen U niet goed vindt, want waar geen concurrentie is, kan nooit een gezonde economie worden opge bouwd. Met dit laatste ben ik het geheel eens. Concurrentie is op zichzelf een goede zaak. Maar ik geloof niet dat alle concurrentie tussen de havens opgeheven zal worden. U moet in dit ver band ook weer bedenken dat het om een adviserend orgaan gaat. U vraagt voorts welke invloeden dit heeft op de toekomst van Terneuzen. Op dit moment is het moeilijk daarvan al iets te zeggen. Het ligt in de bedoeling, dat dit overlegorgaan het gebied nader bekijkt. Ik meen dat het een goede zaak is, dat dit gedaan wordt, maar de praktijk zal moeten uitwijzen welke invloed dit concreet zal hebben. Ik wil U er nog op attent maken, dat het orgaan niet door de gemeenten in het leven is geroepen. Dat is gedaan door de provincies, Rotterdam en de Rijnmond en toen is gesteld, dat er een paar burgemeesters uit havenplaatsen zitting zouden moeten nemen in het orgaan. Ik dacht dat een goed ding is dat men om de tafel gaat zitten om de gehele problematiek eens met elkaar te bekijken. In België wil men dit- ook gaan doen. Er is duidelijk gesteld, dat dit orgaan ook contact met Belgische belanghebbenden zal opnemen. Dit in tegenstelling met een andere ver gadering die eens gehouden is. Dat contact moet echter via de regeringen lopen. Er is in dit ver band gesteld dat Zeeuwsch-Vlaanderen dicht bij België met Gent en Antwerpen ligt. Men kan niet net doen alsof dat niet het geval is, want de havens Gent en Antwerpen zijn van groot belang. Nederland zal in de toekomst voor een groot deel afhankelijk zijn van de havens en de indus trieën in de buurt daarvan. Daarom moet men eens van gedachten wisselen en ik ben van mening dat wij in de toekomst nog veel meer met België over deze zaken samen moeten, praten. Wij. leven weliswaar in ons eigen land, maar toch moet ge streefd worden naar een betere samenwerking met België en wij zullen dat ook wel móeten,-, want anders geloof ik dat West-Europa een zeer moeilijke tijd tegemoet zal gaan. De krachten moeten tot op zekere hoogte gebundeld worden. Gezamenlijk kunnen wij het ons niet permitteren, dat een ieder maar op eigen standpunt blijft staan. Ik ben er anders van overtuigd, dat onze kinde ren ons later zullen verwijten, dat wij allés maar apart zijn blijven doen. Wij moeten de blik op de verre toekomst richten. Dit is een start en wij zullen proberen iets te realiseren, waar Neder land in de toekomst veel aan zal hebben. De heer Verbrugge: Ik dank U zeef voor uw uitvoerig antwoord. De heer Hamelink: Ik wil nog even terugkomen op de verkeerssituatie bij de brug te Sluiskil. Daarover is uitvoerig gesproken in een vergadering van de verkeerscommissie, waar de korpschef bij was. Het is aldaar op bepaalde tijden een com plete verkeerschaos. De ene agent die er is kan het beslist niet alleen af. Ik weet wel, dat ik er geen enkel invloed op heb, maar dit is iets wat niet juist is. Ik ben blij dat de mensen van Rijks waterstaat nog iets doen, maar ik zou het op prijs stellen indien de korpschef zijn afspraken na kwam. In onze nieuwe woonwijken lopen de straten niet meer lijnrecht, maar hebben ook zijstraten e.d. dezelfde straatnaam. Voor mensen; die de situatie niet kennen is dit erg moeilijk. Er zouden wat straatnaambordjes bij geplaatst moeten wor den. Dat zou heel wat bezwaren voorkomen. De Voorzitter: Ik wil U toezeggen, dat ik de situatie bij de brug te Sluiskil nog eerts zal op nemen met de korpschef. Ik 'kan uit ervaring zeggen dat U gelijk hebt. De heer De Vos: Ik kan wat dat betreft ook uit dezelfde ervaring spreken. Het neemt echter niet weg, dat de raad, overigens op ons voorstel, de bestemmingsplannen zo heeft vastgesteld en dit zijn de consequenties daarvan. Ik wil graag toe zeggen, dat wij zullen laten bezien of door het aanbrengen van meer straatnaambordjes verbete ring zal ontstaan in de situatie. Het is inderdaad heel moeilijk te vinden op sommige punten. Wat de verkeerssituatie te Sluiskil betreft, deel ik U mede dat ik'geen klachten heb ontvangen, maar ik neem zonder imeer aan, dat het juist is zoals de heer Hamelink uiteen zette. Het moet nog maar eens door de politie worden bekeken. De heer De Meijer: Inderdaad rijzen er heel wat vragen ten aanzien van het overlegorgaan zee havenontwikkeling. Alhoewel de heer Verbrugge al de nodige vragen hierover hééft gesteld blijven er toch nog vragen en bedenkingen bestaan, maar ik acht het niet nuttig hierop op dit moment ver der in te gaan. Het is eerst van U, mijnheer de voorzitter, dat ik begrepen heb, dat U bij de op richtingsvergadering aanwezig bent geweest. Daar over zou ik toch graag iets meer willen horen, maar dat kan wellicht beter bij een andere ge legenheid. Ik heb mij wel met stomme verbazing afgevraagd, hoe men er toe is gekomen om voor een orgaan, dat niet is ingesteld voor de Nieuwe Waterweg toch Rotterdam en de Rijnmond in te doen ver tegenwoordigen. Laten wij toch bedenken, dat de' Delta-ontwikkeling zich bezig houdt met het Zeeuw se grondgebied en Noord-Brabant voor wat be treft Reimerswaal. In principe is het toch vooral een Zeeuwse aangelegenheid maar men heeft ge noegen genomen met 5 vertegenwoordigers van in totaal 22, terwijl er 3 gemeentelijke van Rot terdam en 2 van Rijnmond zijn. Dat men vanuit Zeeland met 5 vertegenwoordigers genoegen heeft moeten nemen, is dat omdat de inbreng van een bepaalde zijde toch wel interessant is of is het omdat men in Zeeland niet genoeg kapabele men sen heeft kunnen vinden? Ik vind dit een eigen aardige zaak, zodanig dat ik hierin wel dieper moet duiken. Wat heeft b.v. de Rijnmond hier mee te maken? Ik ben helemaal niet gerust over hetgeen achter dit orgaan speelt. Mijnheer de voorzitter, ik wil het hierbij van avond laten. De Voorzitter: Dit hoort ook meer thuis bij de Provinciale Staten dan bij de gemeenteraad van Terneuzen. Later kunnen wij daarover nog wel eens met elkaar discussiëren. De Voorzitter sluit de vergadering. Romans Populair-wefensehappeHJfc Sport Woordenboeken een enorme ketne ook voor de Jeugd s Bij de verkiezingen voor de eilandraad op Bonaire, die eind vorige week plaatsvonden, heeft de Bonairiaanse democratische partij een overwinning behaald met een totaal van 2131 stemmen, waardoor zij zes van de negen ze tels krijgt toegewezen. De Bonairiaanse progressieve partij krijgt 2 zetels (722 stem men) en de Bonairiaanse arbei derspartij krijgt 1 zetel (392 stemmen). Door deze uitslag verstevigde de democratische partij op Bonai re (gelieerd met de democrati sche partij op Curagao) haar po sitie en kan nu zonder coalitie hét Bonairiaanse bestuurscollege (te vergelijken met het college van wethouders in Nederland) gaan vormen. De verkiezingsdag verliep bij zonder rustig. De politie sprak zelfs van de rustigste verkiezin gen op Bonaire. Volgende maand zullen Curasao en Aruba naar de stembus gaan om de respectieve lijke eilandsraden te kiezen. Op die bovenwindse eilanden (Saba en St. Eustatius en St. Maarten) werd op ieder eiland maar 1 lijst ingediend, die van de democrati sche partij van de bovenwinden, waardoor verkiezingen niet nodig waren. De eilandsraadsleden worden dan automatisch geko zen. Partijleider Mao Tse-Toeng heeft het nieuwe revolutionaire comité van Peking zijn kritiek op het Chinese staatshoofd Lioe Sjao- Tsji, secretaris-generaal Teng Hsiao Ping en de voormalige pro- pagandachef Tao Tsjoe te ver scherpen, zo meldt de correspon dent in Peking van het Japanse blad Asahi Sjimboen. Mao verzocht het comité ver der een resolutie aan te nemen waarin het de doodstraffen tegen Peng Tsjeng, voormalig burge meester van Peking; Loe Ting Ji, vice-premier; maarschalk Loeo Joei Tsjing, vice premier en voormalig stafchef van het leger en Jang Sjang-Koeng, secretaris van het centrale partijcomité, rechtvaardigt. Het comité moet concrete feiten tegen hen verza melen, aldus muurkranten. De Sowjet-Unie heeft tot dus ver nog niet gereageerd op Ame rikaanse suggesties om te onder handelen over afschaffing van anti-raketsystemen. Volgéns be trouwbare berichten beraadt het Kremlin zich nog steeds over het Amerikaanse aanbod, dat voor het eerst 3% maand geleden door president Johnson werd gedaan. Vier weken geleden kwamen am bassadeur Thomson van de Ver enigde Staten en de Russische minister van buitenlandse zaken Gromiko bij elkaar om de proce dure voor de onderhandelingen te bespreken. Het voorstel van president Johnson behelsde samenwerking tussen de twee landen om te voorkomen dat er een geldver slindende wedloop zou ontstaan bij 't vestigen van verdedigings stelsel tegen raketten. De vorderingen zijn nu echter zo gering, dat vele waarnemers geloven dat de Sowjet-Unie niet werkelijk geïnteresseerd is zo lang de oorlog in Vietnam voort duurt. Een aantal tornado's heeft vo rige week een spoor van vernie ling door het Amerikaanse mid denwesten getrokken en zeker 60 doden en duizenden gewonden veroorzaakt. Talloze huizen en gebouwen werden vernield. Het zwaarst getroffen zijn de staten Michigan en Illinois, waar de cy clonen heftig tekeer gingen. Zeventien mensen, voor het merendeel middelbare scholieren verloren het leven in Belvedere, ten noordoosten van de stad Chi cago. De burgemeester van die stad schatte dat duizend mensen zijn gewond. 300 van hen zouden er ernstig aan toe zijn. De plaats heeft 95000 inwoners. Aan de zuidzijde van Chicago, in Oaklawn, werden 32 doden en honderden gewonden geteld. Hier kwam een vijfjarig kind om het leven toen het voor een rijdende auto werd geworpen en een man werd gedood toen een hoogspan ningskabel op straat terecht kwam. Oaklawn is tot rampge bied verklaard. Hulpploegen zoe ken tussen de resten van huizen en auto's naar slachtoffers. President De Gaulle heeft de Franse schrijver Jean-Paul Sar tre geschreven, dat 't „tribunaal- Russell", dat „de Amerikaanse oorlogsmisdaden in Vietnam" wil beoordelen, geen zitting op Frans grondgebied kan houden. Sartre had de aandacht van de president gevraagd voor het wei geren van een visum aan de Zuidslavische jurist en historicus Vladimir Dedijer, die de eerste zitting van het tribunaal in Pa rijs zou presideren. De zitting zou van 29 april tot 9 mei in Issy-les- Moulineaux worden gehouden.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1967 | | pagina 7