Gemeenteraad van Terneuzen
Pagina 4
DE VRIJE ZEEUW
Vrijdag 6 januari 1967
Twee Nederlanders gedood
en een gewonde bij een
auto-ongeluk in België
Twee Nederlanders zijn don
derdagmiddag om het leven ge
komen en een derde werd ernstig
gewond bij een auto-ongeluk te
Deurle, op de weg van Gent naar
Kortrijk.
Hun wagen slipte op de met
sneeuw bedekte weg en botste
tegen een vrachtauto, die uit de
tegenovergestelde richting kwam.
De 49-jarige mevr. A. van den
BenRemelink en de 29-jarige
K. van de Graef, beiden uit Haar
lem, zijn kort na hun overbren
ging naar een ziekenhuis te Dein-
ze overleden. De derde inzitten
de, een 41-jarige inwoner van
Alkmaar, die de auto bestuurde,
is ernstig gewond.
Vrouw na 14 dagen
dood gevonden
Op verzoek van een zuster uit
Amsterdam heeft de Haarlemse
politie zich begeven naar de wo
ning van de alleenwonende
mevrouw de weduwe W. Pethke-
Keisers, omdat zij de afgelopen
veertien dagen niets van haar
gehoord had. De politie vond de
weduwe die 74 jaar was, dood in
de achterkamer. Uit kranten en-
post bleek dat zij daags voor
Kerstmis is overleden. Ook vond
men nog een niet gebraden kip
en een taart die ter gelegenheid
van Kerstmis gemaakt moet zijn.
Volgens een verklaring van een
arts is mevrouw Pethke een na
tuurlijke dood gestorven.
Treinreizigers krijgen
belangrijk nieuws te horen
De Nederlandse Spoorwegen
zullen met ingang van 5 januari
via de omroepinstallaties op de
grote stations bepaalde zeer be
langrijke nieuwsfeiten aan de
wachtende reizigers bekend ma
ken. Het wordt beslist geen
eigen nieuwsdienst, zo verzeker
de een woordvoerder van de
Nederlandse Spoorwegen. Het
gaat om korte aanduidingen van
bijv. de uitslag van Liverpool
Ajax en andere uitschieters in
het binnen- en buitenlandse
nieuws, waarvoor algemene be
langstelling bestaat. De N.S. be
schouwen deze korte informaties
over belangrijke nieuwsfeiten
als een uitbreiding van de ser
vice aan de treinreizigers. Het
gaat om een proefneming. Inci
denteel hebben de spoorwegen al
eens ervaring opgedaan, onder
meer met het bericht dat Anton
Geesing wereldkampioen judo
was geworden.
Vonnis in havenfraudezaak
De rechtbank in Rotterdam
heeft donderdagmorgen de 69-
jarige ex-directeur van 't scheep
vaart-, expeditie- en controlebe-
drijf Globus in Rotterdam J. P. T.
veroordeeld tot een gevangenis
straf van twaalf maanden met af
trek, waarvan zes maanden voor
waardelijk en een geldboete van
4.000,Veertien dagen gele
den had de officier van justitie
teeen T. anderhalf jaar gevange
nisstraf met aftrek van voorar
rest gevorderd. Oud-Globus-direc-
teur T. moest terecht staan om
dat hij ervan werd verdacht een
aantal van zijn ondergeschikten
te hebben aangezet tot het ver
valsen van zogenaamde stuur
mansbriefjes, waardoor de
Duitse rederij Hansa uit Bremen
werd benadeeld voor een bedrag
van ongeveer 700.000,De
malversaies bestonden uit 't aan
de rederij in rekening brengen
van niet door Globus verrichte
wadht- en controlediensten en uit
het in rekening brengen van niet
gewerkte manuren. De knoeie
rijen ten nadele van de Duitse
rederij begonnen in 1959 en ein
digden begin van het vorige jaar.
Toen het Globus-komplot door de
Rotterdamse rivier-politie werd
opgerold. Al eerder stonden vier
Globus-werknemers voor de Rot
terdamse rechtbank terecht in
verband met hun aandeel in de
malversaties. Evenals T., die
door de officier van justitie de
hoofdverdachte werd genoemd,
werden zij ook tot vrijheidsstraf
fen veroordeeld.
Tankwagen met giftige stof
lek
De Rotterdamse politie heeft
in het middaguur het gehele
Botlekgebied tot verboden ter
rein verklaard, toen nabij de
Essoraffinaderij een Franse tank
auto, gevuld met de giftige che
mische stof acrynitril, van de
weg was geraakt en een dun
straaltje van deze op water ge
lijkende vloeistof uit een stop
in een leiding onder de auto
weg ging lekken.
Geleidelijk aan werden de
wegen in de Botlek weer voor
het verkeer opengesteld. Met
kraanwagens heeft men in het
begin van de middag de tank
auto weer op de weg gezet, een
operatie, die nauwlettend is ge
volgd door politie, brandweer
en arbeidsinspectie.
Acrynitril één van de ge
vaarlijkste stoffen die in het
Rotterdamse havengebied wor
den vervoerd wordt onder
meer toegepast bij de fabricage
van de kunststof Orlon. Bij aan
raking leidt acrynitril tot ver
brandingen op de huid, maar na
brand of explosie ontstaat het
zeer giftige blauwzuur.
Deze chemische stof zorgde
vorig jaar reeds voor hoogspan
ning in het Rotterdamse haven
gebied, toen de deels met deze
stof geladen tanker „Anco State"
vastliep op de pier bij Hoek van
Holland. Ook toen namen politie
en brandweer uitgebreide voor
zorgsmaatregelen.
gehouden op donderdag 8 december 1966
(2 vervolg)
Sanering oude stad
Kunt U ons iets mededelen over de verdere uit
werking van het saneringsplan rondom de Noord
straat? Wij begrijpen dat wij enkel op grotere
schaal kunnen saneren met hulp van hiervoor gel
dende Rijksregelingen.
Het is niet te verwachten dat hierover in de
loop van 1967 veel uit de bus zal komen. Wel moe
ten wij onze plannen, althans op papier, doorzetten.
Naar onze mening moeten wij binnen 5 a 10
jaar werkelijk in de oude stad ingrijpen, wil deze
niet gedeeltelijk onbewoonbaar, cn ook werkelijk
onbewoond raken. Bebouwing in de hoogte zal
ook hier, gezien de te verwachten hoge grondprijs,
de enige oplossing zijn. Deze zal bovendien aan de
„kern", die o.i. toch ergens „kern" zal blijven, de
nodige steedse allure moeten geven.
Elders ziet men steeds meer grote gebouwen,
die op kolommen of pijlers opgetrokken zijn, waar
door er onder het gebouw een grote parkeerruimte,
vrij van de straat, ontstaat. Een dergelijke bouw
lijkt ons voor de oude stad, vooral daar waar er
een niveauverschil tussen vóór en achterzijde nu
al aanwezig is, een voor de hani liggende oplos
sing. Hierdoor kunnen direct westelijk van Noord
en Nieuwstraat lange parkeerstroken in de onmid
dellijke nabijheid van het winkelcentrum en zaken
centrum ontstaan, zonder dat kostbare grond aan
de bebouwing onttrokken wordt.
Aanpassing rondom de oude stad aan de laatste
fase van de kanaalwerken
Uw definitieve plannen voor de vervanging van
de Axelsebrug, de Herengracht en Rosegracht, en
de Oostkolk, zullen wij gaarne in de loop van vol
gend jaar tegemoet zien. Tevens de definitieve
wegenloop tussen de westelijke stadsrand en het
nieuwe sluizencomplex. Wij vragen ons nog steeds
af, of er niet al te ver van deze sluizen verwijderd,
geen kansen geboden kunnen worden voor die be
drijven langs Oost- en Middensluis, die hoofdzake
lijk van de schipperij leven en die hun nering dus
noodgedwongen moeten verleggen. Wij moeten
voor de belangen van deze mensen opkomen.
En hoe staat het met de plannen voor de omleg
ging van de riolering, die nu bij de Middensluis
uitmondt en de aansluiting op het Scheldegemaal?
Tenslotte ons Scheldefront
Wij weten allen dat er aan de Scheldekade het
nodige gedaan moet worden. Maar dit is ook een
zaak, waarmee de gemeente gemoeid is. De oor
spronkelijke plannen hadden ons Scheldefront en
de bewoonbaarheid van de Scheldekade niet in
hose mate aangetast.
Er schijnen nu echter plannen in voorbereiding
te zijn, die van het Scheldefront niet zo bijster
veel meer overlaten en van Terneuzen, zowel
voor bezoekers die van buiten aankomen, als voor
de oeverbewoners zelf, een dorp aan de rivier ma
ken verscholen achter een geweldige dijk, waar
de daken ter nauwemood boven uit komen.
Enkele jaren geleden is, om deze desatxeuze toe
komst te ontwijken de westelijke bavendam flink
verhoogd en gereconstrueerd.
Gezien deze maatregel, die toen door de Rijks
waterstaat doelbewust, en natuurlijk met al haar
technische kennis, is genomen om de Scheldekade
op 6.20 m a 6.30 m -1- N.A P. te houden bii de toen
bepaalde Deltahoogte, liikt het ons ook thans, nu
deze Deltahoogte met 50 of 70 cm is verhoogd,
voor de Rijkswaterstaat die voor een Noordooster
orrkaan (die echter nooit een hoge waterstand
geeft) bevreesd is, doenlijk naast de westdam ook
de oostelijke dam aan te passen, en daardoor de
waterkering binnen deze zodanig beschutte mid
denhaven op 6.20 a 6.30 m te houden.
Deze werken zullen geld kosten, het kan mis
schien één of twee miljoen zijn, en ook de aan
sluiting aan de hoger gelegen weg oosteliik en
westelijk van de middenhaven zal nader bekeken
moeten worden maar hiervoor is zeker een op
lossing mogelijk.
Is het behoud van een behoorlijk Scheldefront
aan de oude stad dit niet waard?
Wij hopen dat Uw college ten deze diligent zal
zijn en het aanzicht van onze stad aan de Schelde
zal weten te verdedigen, zonder dat daarbij com
promissen ten aanzien van de bescherming van
binnenstad en achterland nodig zullen zijn.
Nu ik het toch over ons Scheldefront heb wilde
ik nog een lans breken voor de mogelijkheid om
t.z.t. ook langs het Oostelijk Bolwerk, ons zwem
bad, en de Serlippenspolder te komen tot een be
bouwing in of tegen de zeewering, die in de loop
der jaren de allure van een werkelijke rivier bou
levard, als die in Vlissingen, of langs de noorde
lijke oever van de rivier te Rotterdam, zal kunnen
kriigen.
Hieraan zal ongetwijfeld een uitgebreid overleg
met de Rijkswaterstaat moeten voorafgaan. Maar
wat elders mogelijk is gebleken, zal ook hier met
tertijd wel kunnen en de fundering van een forse
bebouwing is wel zo solide, dat ze in plaats van
een verzwakking, een versteviging van de binnen-
ziide van de reeds zeer brede Deltadijken kan be
tekenen. Ik verwacht nauwelijks deze Sohelde-
boulevard nog met eigen ogen te zien, maar een
dergelijk toekomst-perspectief heeft soms vele
jaren van voorbereiding en bespreking nodig. Zaak
is er tijdig aan te beginnen.
Onderwijs
Onze fractie wil hierbij haar waardering uit
spreken over de voortreffelijke wiize, waarop U
de behoeften van het openbaar en bijzonder lager
onderwijs in de nieuwe stadsuitbreidingen heeft
weten op te lossen.
Ook voor het kleuteronderwijs heeft U gedaan
wat mogelijk was. Wij willen nog wel Uw bijzon
dere aandacht vragen voor een extra kleuterschool
of kleuterscholen in de zuideliikste stadswijken.
Ten aanzien van het middelbaar onderwijs ho
pen wii dat de start van de christelijke H. B. S.
geen al te nadelige gevolgen zal hebben op ons
lyceum. Wij hopen dat een behoorlijke mate van
verstandhouding tussen beide inrichtingen moge
lijk zal zijn, waardoor het mogelijk zal blijken bei
den op een bevredigend peil te houden, resp. te
brengen.
Ten aanzien van het nijverheidsonderwijs ver
wachten wii dat zowel de L. T. S. als U. T. S. nu
spoedig zullen worden uitgebreid met een afdeling
voor de opleiding van bedienings-vaklieden in de
chemische- en procesindustrie.
Verder menen wij dat wij ons streven voor een
Hogere Technische School te Terneuzen, ten ge
rieve van heel Zeeuws-Vlaanderen, niet op moeten
geven maar integendeel dóór moeten zetten. De
beste aanzet is misschien om deze door uitbreidin
gen en verhoging van het studiepeil van onze
U. T. S. voor te bereiden. Hoe staat het met de
Levensschool voor de werkende jeugd? Een uiterst
belangrijke zaak, zowel sociaal als educatief
Aanpassing van ons woningenbestand aan de
daadwerkelijke behoeften van de bevolking
Wij zijn van mening dat heel veel gedaan is om
een zo groot mogelijke diversiteit in ons woning
bestand te verkrijgen. Natuurlijk blijft er wel iets
over dat voor verbetering vatbaar is, maar ieder
tevreden stellen is nu eenmaal niet mogelijk.
Wij vragen ons af of er naast de grotere woning
wet-woningen, die thans gebouwd worden, en die
tot ieders verdriet vrij hoog geprijsd zijn, geen
plaats meer is voor een kleinere eensgezinswoning
voor diegenen, die niet in een „flat" willen, een
niet zo'n groot gezin hebben, of dit ook niet in
het vooruitzicht hebben. Of is er voorlopig geen
alternatief tussen een flatwoning en de nieuwere,
vrij ruime, woningweteenheden, die niet iedereen
ambiëert?
Ik weet dat er door opschuiving mogelijk oudere
en dus kleinere en goedkopere volkswoningen vrij
komen, maar zal dit voldoende zijn. Wij menen te
hebben vernomen dat de doorstromingsfaciliteiten
dit jaar goed benut zijn. Wij waren hierin meen
ik aan een maximum van ruim f 37.000,voor
dit jaar gebonden.
Weet U al iets over de vooruitzichten voor vol
gend jaar?
In verband hiermede kom ik op de huurbelas
tingmaatregelen. Ik kan mij voorstellen dat deze
niet over de gehele lijn met instemming worden
ontvangen.
Kunnen wij degenen, die binnenkort in deze
huurbelasting vallen, hetzij zelf, hetzij via de Wo
ningbouwvereniging, niet tijdig waarschuwen,
waardoor zij gestimuleerd worden van de door
stromingsregeling gebruik te maken.
Dit doet ons denken aan een vraag, die, ik meen
twee jaar geleden, gesteld werd naar aanleiding
van een ministeriële circulaire over de verkoop
van woningen van de Woningbouwvereniging aan
de huurders. Wij hebben dit toen afgewezen. Elders,
ook in andere gemeenten van Zeeuws-Vlaanderen
heeft men het wel gedaan.
Wij vragen ons af of wij deze zaak niet nog eens
opnieuw moeten bekijken, mede in het licht van
deze huurbelasting.
Dit zou weer een begin kunnen zijn om de oude,
traditionele, en naar mijn overtuiging, gezonde
aspiratie van de Nederlandse bevolking (buiten de
grote steden) naar het verkrijgen van een eigen
woning, nieuw leven in te blazen. Het is o.i. ook
de gezondste poging tot het stimuleren van spaar
zin en bezitsvorming.
Verkeer
Ik wil mij hier beperken tot een vraag over de
Axelsestraat. Zullen wii, niettegenstaande de kos
ten, die wij helemaal zelf moeten dragen, deze toch
niet moeten moderniseren door de rijwielpaden bij
de straat te voegen en het aanbrengen van enkele
verkeerslichten of heeft het college een behoor
lijk, en vrij prompt te verwezenlijken alternatief
via een invalsweg op het oog.
Sport en recreatie
Wij kunnen hier natuurlijk vragen gaan stellen
over sporthal en overdekt zwembad. Ook wij heb
ben deze natuurlijk zeer graag, maar wij zullen TJ
hierover, gezien de huidige omstandigheden, in de
eerste tijd maar geen vragen stellen. Wel echter
over een paar punten, die wel veel gemakkelijker
kunnen worden aangepakt.
Bijv. een eerste aanzet voor beplanting en aan
leg van een wandelpad op de westelijke oever van
de Otheense Kreek in de Katspolder. Verder plan
nen voor een beheersvorm voor jachthaven en
daarbij behorende accommodatie aan deze kreek.
En een vraag over de sportvelden. We bezitten
in ons sportpark een prachtige accommodatie,
waarom vele en grotere gemeenten ons kunnen
benijden. Maar zijn wij er niet een beetje te zuinig
op.
Wij hebben 9 voetbalvelden, die toch niet alleen
voor voetbal in clubverband zijn aangelegd. Zou
het nu werkelijk zo erg ziin, als wij er hiervan eens
5 of 6 uitsluitend voor club- en competitievoetbal
gereserveerd hielden, en de overige 3 of 4 veel
intensiever lieten bespelen, zelfs door buurtvoet-
balclubjes of zoiets.
Natuurlijk zou er van een mooie grasmat na
enkele jaren niet zo heel veel overblijven, en zou
hieraf en toe wat opnieuw ingezaaid moeten wor
den. Maar is dit nu werkelijk zo era. nu alle vel
den, door een flinke beplanting, toch al aan het
oog van de wandelaars op de wegen onttrokken
zijn.
Wij hebben deze velden toch op de eerste plaats
voor onze jeugd en de sport, en dat er nu enkele
een heel stuk in kwaliteit en toonbaarheid achter
uitgaan. lijkt mij toch niet zo erg.
Ik weet dat de wethouder van openbare werken
zuinig is op zijn sportvelden.
De Voorzitter: Hij niet alleen, mijnheer De
Meijer.
De heer De Meiier: Neen. eigenlijk wij allemaal
Dit is zeker in principe prijzenswaardig.
Maar in een huishouden met veel kinderen
en zo moeten wii ons in dit verband beschouwen
wordt het netjes houden van een mooi en kost
baar meubilair ook een compromis met de natuur-
liike behoefte van de kinderen tot zich bewegen,
spelen en leven in het ouderlijk huis.
Zoudt U, en in het bijzonder de wethouder van
onenbare werken, zich eens mild over deze vraag
willen bezinnen. Wij komen immers zoveel speel
ruimte tekort en wii houden er onze opgroeien
de jeugd mee van de straat. Nu wij het toch over
de jeugd hebben, wil ik nog een lans breken voor
het open jeugdwerk. Een woord van lof voor de
genen die het initiatief hebben genomen en voor
het werk in het „Kotie" en de „Molen".
Wij zouden over de hoofden van uw college
en de raad heen, een dringend beroen willen doen
od heel onze bevolking om, ongeacht de verschil
lende gezindten, alle handen ineen te slaan om
onze operoeiende jeugd op te vangen en on ver
antwoorde wijze bezig te houden, te begeleiden en
een genaste ontsoanning te bieden. Wii moeten
ons als gemeentebestuur, hier ook financieel
achterstellen.
Cultuur
Ons cultureel centrum ligt dus binnen ons be
reik. Wij hebben echter verontrustende berichten
gekregen over de bouw- en inrichtingskosten.
Mogen wij hierover, zodra de hele opzet voorbereid
is, iets meer vernemen?
Gezien de ervaring, enige dagen geleden opge
daan, met een eerste poging om een zaal voor een
zeer aardig en ontsnannend toneelstuk vol te krii
gen, vraag ik mij af, of onze culturele adviesraad,
eerst en vooral op het praktische vlak, middels per
soonlijke reclame enz. niet meer interesse moet
gaan kweken voor muziek, toneel, enz. en méér en
tiidige bekendheid moet gaan geven aan komende
culturele evenementen. Het blijkt dat er in Terneu
zen op dit gebied nog alles, maar dan ook alles te
doen is, en wij zelfs een stuk achterliggen, ik ben
helemaal niet beschaamd om het te zeggen, bij
kleinere plaatsen in onze omgeving.
Hoe staat het met de plannen van het Provin
ciaal Instituut voor Kunstzinnige vormgeving voor
Terneuzen en de voorbereiding voor een Stichting
tot Exploitatie van het Culturele Centrum? De
tegenvallers, die hiermede elders in Zeeland zijn
geïnkasseerd, kunnen voor ons een aanwijzing
zijn hoe het niet moet.
De Temeuzense winkelstand en het
winkelcentrum In het Zuidpolderplan
Mijnheer de voorzitter, geheel afgezien van de
vraag, door wie, hoe, en wanneer er op de plaats
die voor een winkelcentrum in onze nieuwste wij
ken voorzien is, iets zal worden gebouwd, staat
er het feit, levensgroot, dat er voor honderden ge
zinnen in Terneuzen-Zuid binnen zeer korte tijd,
en in hun directe omgeving, winkels nodig ziin;
winkels voor de aankopen van elke dag: de Krui
denier, de groenteman, de bakker, de slager en
de melk en het zuivel-
Eigenlijk kunnen wij hen deze winter, die dat
zien wij de laatste weken, al zeer bemoedigend is
ingezet, zonder deze allernoodzakelijkste voor
zieningen niet laten ingaan.
Vijf tot tien minuten fietsen, of zoveel langer
lopen, is veel te ver en U weet dat het huis-
aan-huis-bezorgen van deze dagelijkse levens
behoeften stilaan aan het het verdwijnen is.
Wij zijn er allen debet aan, dat wij ons teveel
hebben blind gestaard op het winkelcentrum
zelfs daarnaast zouden in de nieuwe wijken op
enkele plaatsen dagwinkels moeten zijn voorzien.
Als ik het goed voor heb is er tussen de Fred, van
Eedenlaan en Driewegen geen enkele winkel te
vinden.
U bent nu aan het bezien of de ons bekende
aannemers vóór eind 1967 hun optie op het winkel
centrum los willen laten of niet, en met of zonder
hen de georganiseerde Temeuzense middenstand
daar op korte termijn iets van de grond kan krij
gen. Maar zelfs als dit lukt, duurt het nog een
jaar of langer, voordat deze eerste winkels er zijn.
Ik geloof dat het duidelijk is dat hierop niet kan
worden gewacht. Geheel onafhankelijk van het
winkelcentrum moeten wij toestaan, dat in Ter
neuzen-Zuid enkele noodwinkels worden geves
tigd, en dat direct, dus in noodgebouwen.
Het zal niet fraai ziin, er kunnen moeiliikheden
verwacht worden, als men deze bijv. uiterlijk bin
nen 3 a 5 jaar wil laten verdwijnen en toch zullen
wii het moeten doen!
Bovendien zal in de nog te bouwen blokken in
Zuid- en Katspolder en in het olan Oudelandse
Hoeve met name in de onderbouw van de
„flats", die in het laatste plan binnenkort van de
grond zullen komen, plaats voor enkele winkels
moeten worden voorzien. Ik weet niet of dit al
het geval is zoniet, zal dit prompt moeten ge
beuren. Het is ons bekend dat iedere bewoner van
deze wijken met smart op onze medewerking, en
via deze, op winkels zit te wachten. Ik laat de
honderden toekomstige bewoners neg maar buiten
beschouwing.
Nu het winkelcentrum
Het is, lijkt mij, wel gebleken, dat van de grote
verwachtingen, die wij hadden van een groot
steedse aanpak van dit centrum, door een groot
bouwbedrijf, financiering maatschappijen, enz. niet
veel overblijft.
Onze eigen winkelstand uit de oude stad, geor
ganiseerd in het H. C. T. wil het wèl aanpakken,
zij het niet alles ineens. Deze partiële opzet schijnt
zich alleszins te lenen tot verdere uitbouw, waar
door het geheel er mettertijd even acceptabel zal
uitzien als hetgeen ons op maquettes is getoond.
Wel schijnen de grondkosten voor hen onover-
komenlijk hoog te liggen. De oorzaak schijnt indien
ik goed ben ingelicht voor een groot gedeelte de
grote parkeerruimte te zijn. Onze fractie wilde U
zeer ernstig in overweging geven om, als werkelijk
zou blijken dat het onbebouwde oppervlak voor de
winkeliers een niet te forceren barrière is, een deel
van deze grond als openbare parkeerplaats, die
toch ook de winkels, en zelfs de kerk daarachter
zal gerieven, voor rekening van de gemeente aan
te leggen. O.i. zou het fonds „stadsuitleg" voor
zulk een bijzonder geval moeten worden aange
sproken.
Mijnheer de voorzitter, ik hoop dat wij over de
dagwinkels, en over het winkelcentrum binnenko.-t
iets van U zullen vernemen.
Nu wij het over winkels hebben, meen ik niet
te mogen nalaten, na de kritiek, die de laatste
jaren nu en dan op onze winkelstand in het stads
centrum werd geuit, nu een woord van waardering
uit te spreken over hetgeen deze winkelstand in
het stadscentrum, de laatste paar jaar onder de
impuls van het „Handelscentrum", te zien geeft.
Mede door de permanente verlichting is onze
„Noordstraat" een gezellige winkelstraat in opti
ma forma geworden, en de etalages en het assor
timent dat geboden wordt, kunnen een vergelijking
met grotere plaatsen doorstaan. De stroom van
vreemde kopers, waaronder veel zuiderburen, is
dan ook sterk toegenomen. Ik geloof dat wij ons
daar allen over kunnen verheugen.
Dit brengt mij terug tot de discussies, die tot
tweemaal toe gevoerd zijn over de „koopavond".
Bij geruchte heb ik gehoord dat enquettes, die
zouden zijn gehouden enerzijds onder de win
kelstand, anderzijds onder het kopende publiek
niet onverdeeld ten gunste van de „koopavond"
waren uitgevallen.
Als dat waar zou zijn, ben ik daar toch wel over
verwonderd. Hoe ziin deze enquettes gehouden?
Ik kan mij voorstellen dat, als alle winkels, ook
deze die ver buiten de Noord- en Nieuwstraat zijn
gelegen, er aan mee gedaan hebben, de stemming
negatief voor een koopavond is uitgevallen. Maar
ik geloof dat men dan niet het juiste uitgangspunt
genomen heeft. En is de enquette onder het kopend
publiek wel zeer ruim, en niet enkel binnen het
kader van verenigingen, gehouden?
Ik ben ergens beslist een voorstander van een
koopavond, alhoewel ik in het verleden deze voor
keur beslist niet door dik en dun heb willen ver
dedigen. Ik zou daarom graag iets meer over deze
enquettes vernemen en tevens hoe het H. C. T.
thans zelf nog over een koopavond denkt.
Mijnheer de voorzitter, last but not least: Sluis
kil
Wii weten allen hoe lang men daar al in de
ellende van afbraak, modder en puin zit. Het besef
dat men door deze ellende van afbraak heen naar
een mooier toekomstig Sluiskil toe moet. vervaagt
wel eens door het lange wachten op dit mooier
verschiet.
Het wegbaggeren van de kanaalverbreding moet
nog beginnen en men zou in Sluiskil nu ook eens
het eind willen zien van het egaliseren van Sta
tionsemplacement en leiding, die als een barrière
Sluiskil al generaties in twee stukken heeft
verdeeld. Over het modderige tegelpaadje dat er
nu overheen leidt, kan nog moeilijk een gejuich
opgaan.
Wanneer kan de demping van de leiding, en wat
daarmee verband houdt klaar komen?
Kunt U iets zeggen over de afwerking van de
Invalsweg langs de ziide van de nieuwe Kerkstraat?
De Sluiskilse bevolking is U dankbaar voor de
sportvelden daarbij ligt een landelijk met
flinke bomen beplant dijkje, dat bij mooi weer een
geliefkoosde wandelplaats is voor vele Sluiskille-
naren. Ook bij de opgroeiende jeugd is het in trek
ik neem aan „eveneens voor het wandelen".
U zou er Sluiskil een groot Diezier mee doer,
als U ó&ér door een kleine parkaanleg, met wat
beplanting en misschien wat jonge dieren, die wij
hier te veel krijgen, iets levendigs van zoudt kun
nen maken.
Mijnheer de voorzitter, ik slaak een zucht van
verlichting U waarschijnlijk ook.
Ik ben mij ervan bewust mij niet aan de goede
raad „In der Beschrankung zeigt sich der Meister"
te hebben gehouden. Het was mij eenvoudig niet
mogelijk.
Er staan ons inderdaad in het komende jaar een
massa dingen te doen. Ik heb er een hele serie, in
de ogen van onze fractie de belangrijkste, uitge
licht, maar ik ben er zeker van dat er nog andere
zijn.
De voornaamste, of die waarover ik zelf goed
ben ingelicht, heb ik wat meer accent gegeven en
breder besproken. Ik hoop dat U mij deze uit
wijdingen ditmaal zult willen vergeven.
Onze fractie en ik verwachten uiteraard op al
deze punten beslist geen prompt antwoord of com
mentaar voor enkele zelfs niet op korte termijn.
Maar de allerbelangrijkste en zeer urgente, die
ik duidelijk heb onderstreept, dulden noch voor
het college van burgemeester en wethouders, noch
voor ons, enig uitstel. Wij wachten dus hiervoor
op prompte initiatieven.
Ik hoop verder dat in de loop van het komende
jaar een flink aantal yan de genoemde problemen,
ofwel opgelost, ofwel hun oplossing nabij zullen
zijn.
Mijn betoog zal dan vanzelf zoveel korter wor
den.
Ik dank U voor Uw aandacht.
De heer De Feijter
Mijnheer de Voorzitter,
Het is begrijpelijk, dat in de loop van de jaren
de gewoonte is ontstaan bij de behandeling van de
gemeente-begroting het gehele beleid van het ge
meentebestuur in ogenschouw te nemen, wat dan
het houden van algemene beschouwingen genoemd
wordt. De verschillende fracties in de raad kunnen
hiertoe het hare bijdragen. Dat kan de duidelijk
heid in de gemeentepolitiek alleen maar ten goede
komen. Maar dat niet alleen. Het college van bur
gemeester en wethouders heeft ook de gelegenheid
zijn zienswijze uiteen te zetten ten aanzien van de
begroting, maar vooral ook wat betreft het alge
meen beleid, dat het in het komende jaar denkt
te kunnen voeren.
Ook wij als fractie van de C. H. U in deze raad
willen deze middag van de geboden gelegenheid
tot het houden van algemene beschouwingen gaar
ne gebruik maken. Wij zullen ons zoveel mogelijk
beperken tot de zaken van onze eigen gemeente,
alsmede tot de problemen van onze streek, waar
het gemeentebestuur nauw bij betrokken is. Daar
zijn wij als gemeenteraad deze middag ook voor
bijeengekomen.
Wat de begroting zelf betreft, bet verheugt ons,
dat deze sluitend is. Het is in de loop der jaren
lang niet altijd mogelijk geweest de inkomsten en
uitgaven van de gemeente in evenwicht te krijgen
bij het indienen van de begroting. Voor de ge
meentelijke huishouding is het zeer. gewenst dat
men zonder een geraamd tekort het nieuwe jaar
kan ingaan. Mogelijk zal het gemeentebestuur ge
makkelijker kunnen werken, vooral ten opzichte
van toezichthoudende instanties. Met de uitbrei
ding der gemeente is ook de begroting meege
groeid. Dat kan ook niet anders en het is in de
loop der jaren een lijvig boekdeel geworden.
De begroting is uitvoerig en met zorg samenge
steld. Wij willen hiervoor onze dank en waarde
ring uitspreken en hierbij allen betrekken, die aan
de opstelling hebben meegewerkt. Wij hopen, dat
de geraamde uitgaven-posten zo doelmatig moge
lijk zullen worden aangewend.
De eigenlijke behandeling van de begroting, na
de algemene beschouwingen dus, heeft de laatste
jaren in onze raad niet veel tijd in beslag genomen,
althans de openbare behandeling niet.
De afdelingsvergaderingen daarentegen waren
van lange duur. Een gemeenteraad zal altijd moe
ten oppassen, dat de afdelingsvergaderingen, die
niet openbaar zijn, niet uitgroeien tot de eigenlijke
behandeling van de begroting. Openbaarheid van
het gemeentelijk beleid, ook rondom de begroting,
blijft noodzakelijk.
Wij maken ons echter, wat onze gemeente be
treft, hierover geen zorgen. Bij de eerste nota van
wijziging van deze begroting worden onder meer
verschillende subsidies verhoogd. Wij willen hierbij
in het bijzonder onze instemming betuigen met de
instelling van een subsidie voor de nieuwe vormen
van jeugdwerk. Wij zijn er van overtuigd, dat het
hier om een belangrijke zaak gaat en wij hopen
dan ook, dat de thans voorgestelde subsidie een
stimulans zal zijn om in onze gemeente dit jeugd
werk op verantwoorde wijze te organiseren en uit
te bouwen.
Ook zijn wij verheugd met de verhoging van de
subsidie voor culturele zaken. Wil de leefbaarheid
van Terneuzen niet bij de ontwikkeling van de be
volkingsgroei ten achter blijven, dan zal aan het
culturele leven de nodige aandacht moeten worden
geschonken. Deze verhogingen van subsidies zijn
mogelijk gebleken binnen het raam van een slui
tende begroting. Als wij verder enige algemene
opmerkingen willen maken, dan is dat allereerst
wel over de economische situatie in onze gemeen
te. Kunnen burgemeester en wethouders iets mee
delen over de ontwikkeling van de werkgelegen
heid in 1966 in onze gemeente? Hoeveel nieuwe
arbeidsplaatsen zijn er bij gekomen in dit jaar?
Welke verwachtingen leven bij het college van
burgemeester en wethouders voor 1967 ten aan
zien van de industriële bedrijvigheid in onze ge
meente?
Mogen naast uitbreidingen van bestaande indus
trieën nog vestigingen van nieuwe bedrijven wor
den verwacht?
Volgens persberichten zouden er plannen be
staan tot uitbreiding van het industrie-terrein in
de Nieuw-Neuzenpolder in westelijke richting, door
het leggen van een dijk van de noord-westpunt van
de Nieuw-Neuzenpolder naar de Paulinapolder
onder Biervliet. Dit zou niet alleen een behoorlijke
uitbreiding kunen betekenen voor het industrie
terrein van „Dow", maar ook een belangrijk betere
beveiliging tegen het water voor heel het gebied
tussen het kanaal GentTerneuzen en Biervliet.
Immers, een nieuw aan te leggen dijk zou meteen
op delta-hoogte gebracht worden en een goede
beveiliging zijn voor het achterland.
In hun commentaar op de zeehavennota, waar
wij straks op terugkomen, brengen burgemeester
en wethouders ook deze zaak onder de aandacht.
Zij merken daarbij op, dat deze zaak momenteel
nog in studie is, onder meer in het kader van een
provinciaal structuurplan en een streekplan voor
Zeeuwsch-Vlaanderen. Wii hopen alleen maar, dat
die „studies" niet lang zullen duren en dat activi
teiten van ondernemende industrieën niet onnodig
en zinloos afgeremd worden. Hoewel dit betrokken
gebied niet tot het grondgebied van onze gemeen
te behoort, is de ontwikkeling hiervan voor Ter
neuzen van zeer grote betekenis. Willen burge
meester en wethouders het komende jaar hier de
nodige aandacht aan besteden?
Sinds Terneuzen in 1959 kerngemeente werd, is
er veel tot stand gebracht. Uitbreiding van be
staande industrieën en vestiging van nieuwe be
drijven hebben het aanzien van onze gemeente
sterk veranderd. Alleen de haven is met dit alles
niet meegegroeid. Als wij zien, dat vlak na de
eerste wereldoorlog het noorder- en het zuiderdok
gegraven ziin en dat in 1935 de zevenaarhaver,
tot stand kwam, dan is het duidelijk, dat ook vóór
de laatste wereldoorlog de gunstige ligging van
Terneuzen door de rijksoverheid erkend werd. Na
1939 is niets meer aan de uitbreiding van de ka
naalhavens gedaan. Eerst was het de oorlog, daar
na het noodzakeüik herstel en de wederopbouw,
hier en elders. Vervolgens is men plannen gaan
maken voor de uitbreiding van twee kanaalhavens
en het graven van een nieuwe haven. In 1962 heeft
de gemeenteraad het ontwikkelingsplan van Ir.
Snijders voor de uitbreiding der kanaalhavens en
de daarbij behorende industrie-terreinen met alge
mene instemming aanvaard. Toen leefde bij de ge
meenteraad nog de verwachting, dat de eerste
fase van het plan Snijders uitgevoerd zou zijn
tegen de tijd, dat de nieuwe zeesluis en de kanaal
verbreding gereed zouden ziin. De werken aan het
kanaal GentTerneuzen hebben voortgang gevon
den en het is nu wel duidelijk, dat van een gereed
komen van het plan Snijders geen sprake zal zijn
als de kanaalwerken voltooid zullen zijn. Er is
misschien nog niet aan begonnen.
In de inleiding van de begroting voor 1963, vier
jaar geleden dus, schrijven burgemeester en wet
houders aan de raad, dat zij het komende jaar met
nadere concrete voorstellen zullen komen met be
trekking tot de uitvoering van het plan Snijders-
Het is blijkbaar niet mogeliik geweest.
De gemeente kan een dergelijk plan zelf niet
financieren, het rijk wenst dit evenmin te doen,
maar wil daarvoor een havenschap oprichten,
waarin het riik, de provincie en de gemeente
samenwerken. Dat lijkt wel aanvaardbaar, als dit
havenschap maar werd opgericht en het vele werk,
dat daarop ligt te wachten, kon aanaakken, Er