per 1 januari a.s. verplicht ËÉlllléÉ i VIERKANTNUMMER DE VRIJE ZEEUW GEVARENDRIEHOEK V iMtf W 0/> /Y/ff/J*' Autowegen mogen per 1 januari 1967 alteen worden bereden door motor- voertuigen, die snelter mogen en.kunnen rijden,cfar* AO km per uur. n<y aartdui'dtna van autowegen met gescheiden rijbanen enohgelljk-. vloerse kruisingen geschiedt per t januari 1967 door een "rechthoekig '\f blauw bord (rechts onder}. Anciere autowegen worden aangeduid door een vierkant blauw bord (links onder)- *Het ronde blauwe bord (midden boven} «at na 1 januari 1967 geleide- Hik verdwijnen, VANAF 1 JANUARI IS HET VERBODEN UITZONDERLIJK LANGZAAM TE RIJDEN. DE VEILIGHEID EN DE VLOTHEID VAN HET VERKEER EISEN NU EENMAAL DAT MEN ZICH AANPAST AAN DE GEMIDDELDE SNELHEID VAN DE OVERIGE WEGGEBRUIKERS. Met ingang van 1 januari a.s. zijn bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen verplicht om buiten de bebouwde kom een gevarendriehoek in hun voertuig mee te voeren. Deze gevarendriehoek dient men te gebruiken in de volgende gevallen: BIJ DUISTERNIS a. Indien van een stilstaand voer tuig de achterverlichting defect is. De driehoek moet dan goed zichtbaar op de weg worden geplaatst op ongeveer 30 m van het voertuig in de richting van het achteropkomende verkeer, indien het voertuig rechts van de weg staat. b. Indien van een stilstaand voer tuig de voorverlichting defect is. De driehoek moet dan goed zichtbaar op de weg worden geplaatst op ongeveer 30 m van het voertuig in de richting van het tegemoetkomende verkeer, indien het voertuig links van de weg staat. OVERDAG Indien uw voertuig op een zodanige plaats stilstaat buiten de bebouw de kom, dat het niet tijdig door andere bestuurders kan worden op gemerkt, bijvoorbeeld na een bocht of vlak over een viaduct. Het verdient aanbeveling in dat ge val de voorgeschreven afstand van ongeveer 30 m ruim te nemen en de driehoek zodanig voor de bocht of op de top van het viaduct te plaatsen, dat het achteropkomende verkeer tijdig wordt gewaar schuwd. Plaats de driehoek zo mogelijk niet op de rijbaan. Want het plaatsen op de rijbaan kan ge vaar opleveren voor andere weg* gebruikers. Is dit onvermijdelijk omdat het voertuig op de rij baan staat, plaats dan de drie hoek niet verder op de weg dan noodzakelijk is om het voertuig te markeren.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1966 | | pagina 27