Dat was Sint Nicolaas ook!
ZWARTE-
PIETPUDDING
TIPS VAN SINT
LESJE
in
FOLKLORE
Zaterdag 26 november 1966
DE VRIJE ZEEUW
Pagina 13
DIT JAAR EEN
ST. NICOLAASPUZZEL
MET ELKAAR
OVERLAPPENDE
WOORDEN
HORIZONTAAL:
VERTICAAL:
HOE
LAPT
U
'M
DAT?
Folklore is de „lore" van het volk. Wat is „lore"? In het
Oud-Engels ss bet „lar" en het betekent niets anders dan
ons „leer", maar het is een bijzonder soort van leer, n.l,
een die uit overgeleverde wijsheid bestaat. Vanouds had
den wij een keurige indeling: de letterkundige folklore
(sagen, legenden, sprookjes, liederen, raadsels, rijmen,
moppen, spreelavoorden, uitdrukkingen enz.), de stoffe
lijke folklore (klederdrachten, huisinrichting, gebruiks
voorwerpen, sieraden enz.) en tenslotte de beschoitwe-
iijke (zeden, gewoonten, gebruiken, bijgeloof enz.).
Maar wat is daarbij „het voik"? Ook dat wist men vroe
ger nauwkeurig: dat was iedereen op het ogenblik
dat hij iets doet, maakt of denkt op grond van .overlcva-
ringen. Duidelijk gezegd: zodra uw dochtertje zich achter
de piano zet om de. opgedragen notenladders en vinger
oefeningen te spelen is niets. Maar zodra ze een liedje
zingt of speelt dat ze. van moeder of grootmoeder heeft
geleerd, zodra ze'kinderspelletjes gaat doen van vroeger;
oude raadsels en rijmen zegt enz. dan hoort ze tot het
„volk".
Vandaar dan ook. dat de oude folkloristen veel meer be-
langstelling hadden voor traditioneel ingestelde lieden
(plattelandsbewoners, vissers, zwervers vooral) dan bij
voorbeeld voor geleerden, ambtenaren of andere nette
burgers. Dat „volk", daar gir.g het om. En daarom sprak
men bii voorkeur van volkskunde in plaats van folklore,
want het ging echt niet alleen om de vertellingen, de ge
bruiken, de voorwerpen enz. op zichzelf, al keken velen
niet verder. Het ging wei degelijk oin de mens, die ze ge-
bru'kte, vertelde, geloofde of afdankte.
EN WAT NU?
Tiet „volk" in deze zin verdween steeds sneller, vooral
ra de laatste oorlog. Bovendien was het verre van pret
tig om tot dat soort volk gerekend te worden. De volks
kundige onderzoeker kon het nóg zo mooi inkleden en de
ondervraagde kon nóg zo lang betogen dat hij er nu ver
hoven stond, het was en bleef iets uit de oude doos, iets
v/at in onze tijd niet meer paste en waar veel mensen om
lachten.
Van de weeromstuit begonnen de volkskundigen te beto
gen, dat er óók bij de geleerden, de ambtenaren e.a. nette
burgers nog genoeg „folklore" stak. Is de groentijd van
de studenten, plus alle ge- en misbruiken daaromheen,
geen folklore? Zijn ambtenaren altijd vrij van bijgeloof,
dialect of oude gebruiken? Houdt tenslotte niet ieder
mens bepaalde gei/ruiken in ere, al was het maar bij ge
boorte, dcop, huwelijk, dood en begrafenis?
Op t ogenblik weten wij het niet meer zo nauwkeurig.
Nationaal gezien willen wij niet in de sociologie terecht
komen en internationaal niet in de ethnologie of volken
kunde. Maar wii komen er steeds in terecht. Wij maken
elkaar wijs, dat het verschijnsel van het verloren gaan
van oude folklore nc-t zo belangrijk is als dat van het in-
fitandblijven maar wij zouden registratiemachines zijn
en geen mensen, als wij dat laatste niet duizend maal
leuker vonden. Wij zeggen, dat het gedoe van de tegen
woordige tieners nèt zo goed belangrijk is om te bestu
deren) als de jeugdgebruiken van vroeger, maar wij
speuren veel naarstiger naar de overblijfsels van dat laat
ste dan naar de lawaaierige, commerciële tienerbusiness
van nu.
OM 'T GEWIN
Desondanks raakt óók de volkskunde in de ban van de
commercie. Slechts heel weinig lieden stellen belang in
haar... totdat zij belangrijk wordt voor het toerisme. Dan
wordt zij opgepoetst en uit de kast gehaald en te pronk
gezet. Hopelijk brengt zij dan nog wat op.
Helaas gaat dit met Sinterklaas niet meer. De kwestie is,
dat dit familiefeest zieh ten plattelande in niets meer
onderscheidt van dat bij u thuis, op enkele uitzonderingen
na. Die uitzonderingen betreffen dan de datum (Grouw),
een enkel onbegrijpelijk liedje en wat in gebruik zijnde
koekplanken. Oud en Nieuw zijn veel belangrijker in de
volkskunde. De reden ligt voor de hand: zij markeren
een vanouds aanvaarde tijdsindeling. Sinterklaas niet.
Kort en goed: er zijn zeer veel streken in Nederland waar
Sinterklaas nog geen 40 jaar oud is. Daar is dit heuglijke
feest pas doorgedrongen na 3930, onder invloed van de
zieh steeds verder uitbreidende contacten met dorp en
stad, waar Sint wèl in c-re was. Met name was dit het
geval in streken, waar men er bezwaar tegen had om een
feest te vieren ter nagedachtenis aan een katholieke kerk-
heilige.
Ook dat bezwaar werd overwonnen, toen men zag, dat de
herkomst van Sint hoogst twijfelachtig was en zich in elk
geval verloor in een bijzonder ver verleden en land, dat
niemand in ernst aan een echte bisschop dacht, zo die ooit
bestaan mocht hebben en alles toch óók overlevering en
ppet tegelijk was.
DE STRIJD
UW schrijver heeft het doordringen van Sint in zo'n
streek meegemaakt en hij kan u verzekeren, dat dit bij
zonder vermakelijk was. Het speelde zich af in de jaren
rond 1930. Omdat het in de buurt nog een omstreden
feest was, waren er voor- en tegenstanders. De voorstan
ders organiseerden een schimmel, dosten een berijder uit
als de goede Sint en kleedden één jongeman voorzichtig
aan als zwarte helper. Paar en paard trokken de buurt
langs om pepernoten te strooien en wijze lessen uit te
delen. Maar de tegenstanders brulden zó hard, dat het
paard schichtig werd, zijn berijder afwierp en er vandoor
ging. Dat was meer dan verenigbaar met de waardigheid
van een heilige en onder hoongelach moest deze afdein
zen.
Het jaar daarop hadden de voorstanders het beter voor
elkaar. Gezien de ervaring en de niet altijd ideale weers
omstandigheden rond 5 december had men een boeren-
sjees georganiseerd en 'n paard dat zó oud was, dat geen
krijgsgeschreeuw het ras op hol zou brengen. In plaats
van één had men nu vier Zwarte Pieten geronseld, ieder
uitgerust met een rniniatuurberkenbezem als roede. Wie
het nu waagde de pret te verstoren kon een striemende
oplawaaier met de berkentakken in ontvangst nemen. De
ronde door de anti-Sintbuurt scheen te lukken en na af
loop klommen de vier zwarte helpers voldaan bij Sint in
de sjees, want de terugreis was ver en de weg vol kuilen
met modder en water.
Daarop hadden de tegenstanders echter gerekend. U moet
-veten, dat een sjees een tweewielig wagentje is met een
kap. Een wiel draait om een as, maar het zou er aflopen
als aan elk eind van de as geen pen zat. U begrijpt het al:
rchijnheilige tegenstanders die vol aandacht hadden staan
luisteren haar de zedepreek van Sint, hadden kans gezien
om één zo'n pen uit de as te trekken en in hun zak te ste
ken. Het gevolg was, dat Sint precies honderd meter ver
kwam na zijn laatste zedepreek. Toen rolde één wiel naar
de sloot en de sjees sloeg ondersteboven. De inzittenden
rolden er uit en door de modderplassen heen.
DE KINDEREN
Helemaal onbeschadigd kwamen ze er hiet van af, maar
dat was niet het ergste. Veel erger was, dat zij de berken
bezems hadden weggegooid en nu geen wapen meer had
den tegen de van alle kanten opkomende belagers, die
bleven uitjouwen tot de modderige en natte figuren weer
lopend op de terugtocht waren, want het wiel lag ergens
onder water en de sjees werd ter plaatse tot kachelhout
verwerkt...
Natuurlijk hadden de voorstanders een volgend jaar de
slag kunnen winnen door grotere voorzorgen' te nemen
en op te letten. Maar zij waren verstandig en deden iets
heel anders: ze organiseerden een Sinterklaasfeest voor
kinderen. Natuurlijk kwamen de eerste jaren lang niet
alle nakomelingen uit de buurt. Maar het waren er toch
elk jaar meer. Wie er riet heen mocht was toch echt niet
gelukkig. De versjes, de sfeer, de muziek, de traetaties
en de vrolijkheid overwonnen. Thans viert ook in die
streek iedereen Sinterklaas zoals elders. In zulke streken
is echter geen echte sinterklaastraditie meer ontstaan,
zoals bijvoorbeeld op Ameland, waar de Sünderklazen be
staan uit een groot aantal verklede mannen, die geen
vrouw op straat dulden.
Met dat laatste zijn wij tóch weer in de folklore verzeild
geraakt. Waaruit u ziet, dat het uitzonderlijke en oude
tóch altijd weer boven kdmt. Wij hebben getracht het dit
maal te vermijden. Afgezien van Ameland is er n.l. ner
gens meer een plekje Sn Nederland waar het de moeite
is om er heen te gaan om Sinterklaas te zien vieren En
dat is geen wonder. Het jaargetijde brengt mee, dat men
het binnenshuis viert. Doet u dat óók maar, dan hebt u
zelf er het meeste aan. En laat u de problematiek (is die
heilige die te paard over de daken rijdt een herinnering
aan Wodan die op zijn wagen door de wolken rijdt of
riet?) maar over aan folkloristen. De oude strijdvraag
doet trouwens al heel weinig ter zake. Belangrijker is
wat wij zélf van het feest maken.
W. GELDOF
Voor de pudding:
liter melk, 70 g griesmeel
(6 eetlepels50 g suiker
(3'h eetlepel), zout, een
stukje citroenschil, een grote
kom of 4 kleine kommetjes
met ronde bodem.
Voor de vla:
3 dl melk, 18 g cacao (2 eet
lepels), 18 g maizena, 30 g
suiker (2 eetlepels) en wat
zout.
Voor de garnering:
een stukje wit en een stukje
rood of groen papier. Twijg
jes van een boom.
De melk aan de kook brengen
met de citroenschil. De griesmeel
vermengen met de suiker en het
zout en onder roeren in de ko
kende melk strooien.
De massa 5 minuten zachtjes
laten koken. Deze moet zo dik
zijn, dat 'n straal, die van de lepel
afloopt in de pan nog net gelijk
vloeit. De citroenschil verwijde
ren en de brij overdoen in de met
koud water omgespoelde kom of
kommetjes. De pudding geheel
koud laten worden en op een
schaal of op 4 bordjes omkeren.
DE VLA
De vla maken door de maizena
te vermengen met de suiker, de
cacao en wat zout en deze met
een scheutje melk tot een glad
papje aan te roeren. De rest van
de melk aan de kook brengen en
het papje er, onder roeren, in
schenken. De vla even laten door
koken. De massa moet zo dik zijn,
dat zij op een omgekeerde lepel
blijft liggen.
De vla over de pudding gieten
en een weinig laten afkoelen. Met
een lepeltje ogen, neus en mond
er in tekenen, zo dat het wit van
de pudding te zien komt. De
overgebleven vla verdunnen met
een scheutje koude gekookte
melk, op smaak afmaken met
suiker en als saus bij de pudding
geven.
DE VERSIERING
De versiering bestaat uit
kraag en veer. De kraag maken
we door van het witte papier een
strook af te knippen en deze te
plooien. De reep om de onderste
helft van het gezicht leggen. Een
veer knippen we van het gekleur
de papier door er met een schaar
knipjes in te geven. De reepjes
omhoog halen en een beetje om
krullen met behulp van de
schaar.
Als dit toetje wordt opgediend,
leggen we een roe naast de pud-
dingschaal.
De maaltijd wordt feestelijk
als de kinderen er limonade bij
krijgen en de groten bier of wijn.
Sint Nicolaas komt uit Spanje en
houdt 't meest van zoete Spaanse
wijn.
De pakketpost heeft het al druk genoeg met het verzenden van de aan
geboden Sint-Nicolaas-pakketten. Stuur daarom ook eens wat per brief.
U bent wel gebonden aan afmetingen, maar deze zijn nog vrij behoorlijk.
Een brief mag ten hoogste 500 g wegen, de grootste afmeting mag 60
cm bedragen, terwijl de lengte, breedte en hoogte samen niet meer mo
gen bedragen dan 90 cm. En verzend vroeg!
Een boterletter moet als volgt worden verzonden; een passende doos,
bekleed met vetvrij papier, een stuk karton zo groot als de bodem van
de doos, eveneens bedekken met vetvrij papier, de letter met een gekleurd
lintje vastbinden, de overschietende ruimte opvullen met papier.
Om zoekraken van het pakket te voorkomen, legt u binnen in de doos nog
een extra papiertje met het volledige adres van bestemming. Gebruik geen
visitekaartje als label, doch een stevig stukje karton en bevestig dit met
een behoorlijk touwtje aan de doos. Plakt u het adres op de doos, dan
niet alleen maar de hoeken bestrijken met lijm, maar het gehele etiketje.
Vraag inlichtingen op het postkantoor, welk papier een Sint-Nicolaas-
pakket naar het buitenland moet vergezellen. Vraag ook, of hetgeen u
verzenden wilt, wel mag worden uitgevoerd. Voor het buitenland zijn
altijd nodig: een buitenlandse adreskaart en een aantal (soms 1, vaak
echter méér) douaneverklaringen
Eventuele vloeistoffen moet men verzenden in een goed gesloten fles,
In een stevige kist. De fles in papier wikkelen en de ruimte opvullen met
ruim houtwol. Op het pakket dient u een aantekening te stellen van
„Brsekbaar" «n „Deze kant boven".
Bloembollen voor kamergebruik kan men tegenwoordig in de handel ver
krijgen, verpakt in aardige doosjes, vergezeld van cultuurbeschrijving. De
mooie „amaryllis" is meestal in december juist leverbaar en is een mooi
geschenk voor hen, die niet van het traditionele snoepwerk houden of
op dieet staan.
Verse melkvlekken kunt u verwijderen met verdunde zeepspiritus.
Als men een zeer dun laagje vet vooraf op gezicht en handen smeert,
kan men naderhand de zwarte laag gemakkelijk verwijderen. Houtskool
of een gebrande kurk zijn zeer geschikte middelen, om lichaamsdelen
tijdelijk zwart te maken.
Warm water en (gele) zeep zijn nog altijd de beste middelen om roet
e.d. van gezicht en handen te verwijderen.
Hebt u uw beste verchroomde theeservies voor deze dag te voorschijn
gehaald, gebruik dan geen poetsmiddelen om dit eens extra op te doffen.
Gewoon heet water is het allerbeste middel. Na zorgvuldig afdrogen,
goed nawrijven met een zachte doek.
Marsepein kunt u lang bewaren in gesloten dekschalen,
Een banketletter houdt u verscheidene dagen goed in de groenteniade
van uw koelkast.
Als Sint Nicolaas geen tijd heeft om gedichten te maken, schrijft hij toch
graag 2 regeltjes die rijmen op de label van het pakjel
9
3
- -
2
3
to
1
2
1
T AyWygS
1|
1
6
1
3
1
10
'1
1.
2.
9.
10.
31.
Spaanse stad
berg op Kreta
bloeiwijze
vogel
karakter:
gard
plaats op de Veltiwe
boom
Europees land;
Anno Domini
inhoudsmaat
briefaanhef
uitroep van pijn
vogel;
voegwoord
kern;
kledingstuk
voorzetsel
pluis;
slecht
wandversiering;
deel van een sdhip
keukengerei;
deel van een huis;
rein
rekening
vaartuig
paardje;
omheining
omroepvereniging
overrijp
uitdrukking
kleed;
schil
smalle weg
tooi
vreemde muat
voorzetsel
hoge stand.
1. roe
insekt
lichaamsdeel
familielid
verbrandingsrest
trap;
2. gek
laatstleden
insekt
spa;
oorlogsgod
vaartuig
heilige
technische school
dierenverblijf
voertuig;
4. hetzelfde
plaats;
5. plaats op de Veluwe
niet even
nummer
zintuig;
6. spil
klip;
7. snel
plaats
telwoord;
8. dwarshout
losgeraakt stiksel;
9. kerel
vaatwerk
vis;
10. bolgewas
internationaal
insekt
vogel
Anno Domini;
3.1. groente
idem
het lot werpen
noot
voorzetsel
keurig
voedsel.