Gemeenteraad van Terneuzei Donderdag 8 September '66 DE VRIJE ZEEUW Pagina 5 BOERENPARTIJ BUSSUM NIET IN RAADSCOMMISSIES TIENTALLEN MENSEN IN HET GOOI OPGELICHT Gemeente Terneuzen Gehouden op donderdag 25 augustus 1966 Aanwezig: Voorzitter: M. de Vos, loco-burgemeester. Wethouder: H. A. M. A. de Meijer. Raadsleden: H. Ribbens, A. Ramondt, A. C. S. van Breda Vriesman, R. Hol, mevr. E. Dooms Ortelee, P. J. Huijbrecht, J. M. Hameiink, H. A. Brakman, M. J. M. van Nispen, C. J Compiet, W. J. Weterings, J. A. de Feijter, D. Waverijn, D. M. Oliebek en F. Dieleman. Secretaris: A. J. van Pagee. De Voorzitter: Mevrouw, mijne heren, ik heet u allen hartelijk welkom en open deze vergadering. Eén eventuele mondelinge stemming zal aanvan gen bij de heer Hol. 1. Vaststelling van de notulen van de vergade ring van 28 juli 1966. Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wor den deze notulen vastgesteld. 2. Ingekomen stukken. a. het door Gedeputeerde Staten van Zeeland goedgekeurde raadsbesluit van 26 mei 1966, tot aankoop van het perceel Lange Kerk straat 50/52; b. idem van 26 mei 1966 tot verkoop van grond aan J. F. de Bruijne en P. de Lege; c. idem van 26 mei 1966 tot ruiling van grond met de N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven; d. idem van 26 mei 1966 tot verkoop van grond aan de N.V. Zeeuwse Gasmaatschap pij ZEG AM; e. idem van 30 juni 1966 tot verhuur van grond aan de Vereniging voor Christelijk Middelbaar en Voorbereidend Hoger On derwijs voor Zeeland; f. besluiten van Gedeputeerde Staten van Zeeland tot goedkeuring van: de gemeentebegroting dienstjaar 1965, met inbegrip van de le t/m de 19e wijziging; de begroting 1965 van de dienst voor maatschappelijke zorg, met inbegrip van de le t/m de 3e wijziging; de begroting 1965 van het grondbedrijf, met inbegrip van de le t/m de 8e wijzi ging; de begroting 1965 van het woningbedrijf, met inbegrip van de le wijziging; g. brief van Gedeputeerde Staten van Zeeland met bijbehorend ontwerp-besluit tot wijzi ging van de bezoldigingsregeling gemeente ontvangers Zeeland 1965; h. regelen omtrent aansluiting van de ge meentelijke rioleringsnetten op de Afval waterleiding Kanaalzone Zeeuwsch-Vlaan- deren; 1. jaarverslag 1965 van de Afvalwaterleiding Kanaalzone Zeeuwsch-Vlaanderen; j. brief van Gedeputeerde Staten van Zeeland inzake het Meerjarenplan objecten open luchtrecreatie en toeristische plannen; k. rapport van de directeur van openbare werken inzake het vrachtvervoer; verslag van de gecombineerde vergadering d.d. 12 augustus 1966 van de commissies voor de gemeente-financiën en openbare werken. De heer Huijbrecht: Naar aanleiding van de brief van Gedeputeerde Staten inzake het meerjarenplan voor openluchtrecreatie en toeristische plannen verzoek ik U mede te delen of wij op korte termijn voorstellen van Uw college kunnen verwachten betreffende deze onderwerpen, met name voor de ontwikkeling van het gebied rondom de Otheense Kreek en de watersportrecreatie binnen en buiten de sluizen. De Voorzitter: Het is U bekend dat opdracht is gegeven voor de Otheense Kreek een plan te ont werpen. De mogelijkheden voor de jachthaven zul len overigens nog nader moeten worden bekeken. De heer Van Breda Vriesman: Ik heb de indruk dat Gedeputeerde Staten een groter plan bedoelen dan een voor een jachthaven. De Voorzitter: De realisering van een groter plan in zijn geheel is toch wel erg dubieus. Ik dacht de jachthaven met accomodatie toch wel een object dat op zich zelf kan worden behandeld. Wel dient deze gehele zaak te passen in de plannen, die ont wikkeld worden door de Nederlandse Heidemij. Ik wijs er nog op dat er eerst een plan moet zijn, alvorens een berekening van de kosten kan worden gemaakt, en dit laatste is het wat Gedeputeerde Staten verlangen. Onzerzijds menen wij dat wij tevreden kunnen zijn over het antwoord van Gede- utteerde Staten. Daaruit blijkt immers, dat dit college bereid is reële voorstellen te steunen. Men noet wel bedenken dat dit een zaak is van langere duur en er een is waarmede vele miljoenen gemoeid zijn. De heer Huijbrecht: Ik spreek meer over de voor zieningen voor de watersport in de oostbuitenhaven en de vluchthaven. Daarvoor zijn voorzieningen iodig. De Voorzitter: Wij moeten, in verband met de uitvoering van werken door het Rijk, afwachten op welke wijze dit kan worden gedaan, afgezien nog van de vraag, of dit een gemeentelijke aan gelegenheid is. Wij moeten dan b.v. toch weten, hoe de zaak rond de Scheldekade precies gaat wor den. Ik verzeker U dat ook dit een zaak is die aan ae orde komt. Als er mogelijkheden zijn om be paalde objecten uit te voeren en daarvoor subsidie te verkrijgen, zullen wij zeker trachten daarvan gebruik te maken. De heer Weterings: Er zijn dus nog twee onzekere factoren. Wij moeten overigens wel rekening hou den met de toekomst. Dergelijke werken kunnen plotseling gaan „spelen" en vaak is het dan te 'aat om daarop te kunnen inhaken. Ik vind dat wij moe ten mededelen dat er belangrijke werken op het gebied van de recreatie zijn te verwachten. De Voorzitter: In onze brief hebben wij daarop juist gewezen. Dergelijke werken worden zeker niet verwezenlijkt. Onze ervaring is, dat er nog al eens wat tijd over heen gaat. Zodra wij weten, wat het Rijk gaat doen kunnen wij onze plannen aanpassen. Wij zijn bezig aan de weet te komen wat de plannen van het Rijk precies inhouden. Zodra zulks mogelijk is kunnen wij onze plannen voorleggen en ik ben er zeker van, dat Gedepu teerde Staten bereid zullen zijn deze objecten voor subsidie voor te dragen. De heer De Meijer: Het ligt in het voornemen voor de buitenhaven en het kanaal een accomoda tie te scheppen voor de grotere en kleinere jachten. Voorwat betreft de buitenhaven weten wij niet wat de plannen zijn van de Rijkswaterstaat ten aanzien van de Scheldekade. Zodra dat bekend is, kan worden bezien hoe de situatie verder is. Wij hebben voorts gevraagd wat de plannen zijn met de steigers aan de Oostkolk. Wellicht is het moge lijk deze tegen een aannemelijke prijs over te nemen. De plannen met betrekking tot het eiland zijn nog vrij vaag. Daarover is ons verder niets bekend. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform de orstellen besloten. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van de percelen Baandijk 14, 22, 26. 41. 4en SI. Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 4. Idem tot aankoop van grond, gelegen in de 3e wijziging „Zuid" van het bestemmingsplan in hoofdzaak. Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 5. Idem tot onbewoonbaarverklaring van het perceel Tholensstraat 85. Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 6. Idem tot onderhandse aanbesteding van riolerings- en bestratingswerken met bijkomen de werken in het exploitatieplan „Oudelandse Hoeve" (2e gedeelte). Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 7. Idem tot onderhandse aanbesteding van de bouw van een gemeentelijk politiebureau. De heer Hol: Wij wachten al heel lang op de rijksgoedkeuring en ik onderschrijf hetgeen burge meester en wethouders in het voorstel opmerken, dat zij hopen dat thans de rijksgoedkeuring spoedig zal afkomen. De Voorzitter: Die hoop wordt door ons gedeeld. De heer Weterings: Dus het is niet zo dat, zoals in de pers wordt gesteld, deze goedkeuring er al zou zijn. De Voorzitter: Dat heeft inderdaad al tweemaal in de kranten gestaan, doch het is beslist niet waar. De heer Ramondt: Hoeveel zullen de totale kosten bedragen wanneer dit gebouw geheel is ingericht? De Voorzitter: De exacte cijfers nebben wij hier niet bij de hand, doch het totaal bedrag zal naar ik meen ruim één miljoen gulden zijn. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 8. Idem tot onderhandse aanbesteding van de bouw van een tweetal opvangscholen. De heer Weterings: Het is, zoals wij ook vanmor gen in een vergadering hebben kunnen constateren, weer zo, dat ondanks systeembouw deze scholen niet goedkoper zijn dan de traditionele bouw. Wij hebben dat wel altijd gedacht, doch dat blijkt nu wel niet juist te zijn. De Voorzitter: U hebt vanmorgen ook wel ge hoord dat alle projecten die in systeembouw wor den uitgevoerd, eerder duurder dan goedkoper zijn. Alleen gaat het iets vlugger en voor traditionele bouw zouden wij geen volume krijgen. Dat zijn dan ook de redenen, waarom wij op deze wijze menen te moeten bouwen. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 9. Idem tot vaststelling van de vergoeding 1965 voor het vakonderwijs ten behoeve van het bijzonder U.L.O. Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 10. Idem tot vermeerdering van het aantal open bare lagere scholen met één. Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 11. Idem tot het verlenen van medewerking ex artikel 72 van de Lageronderwijswet 1920 aan het bestuur van de H. Familieschool, Korte Kerkstraat 19. Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 12. Idem tot wijziging van: a. de begroting 1966 van de dienst Openbare werken; b. de begroting 1966 van het Grondbedrijf; c. de Gemeentebegroting 1966. Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wordt conform de voorstellen besloten. 13. Rondvraag. De heer De Feijter: Wij hebben gezien, dat de verbindingsweg van Driewegen met het industrie terrein Driewegen-Mr. F. J. Haarmanweg aange legd wordt. Ik verzoek Uw college te willen bezien of ook de Driewegenstraat zou kunnen worden verbeterd en de bochten eruit kunnen worden ge haald. omdat er in die straat meer verkeer te ver wachten is. De Voorzitter: Ik ben het met U eens dat er op die weg meer verkeer zal komen. Wij zullen bezien of er mogelijkheden tot verbetering zijn. De heer Weterings: In de raadsvergadering van 30 juni j.l. is gesproken over de plannen van de Woningbouwvereniging en de Algemene Stichting Bejaardenzorg om te komen tot de bouw van een centrum voor de huisvesting van bejaarden. Kan Uw college mededelen of er op korte termijn hier over een beslissing kan worden genomen. De Voorzitter: Ik geloof te kunnen zeggen, dat inderdaad binnen niet al te lange tijd hierover een voorstel kan worden tegemoet gezien. De heer Weterings: Ten aanzien van de Alge mene Stichting? De Voorzitter: Daarover sprak U toch? De heer Weterings: Inderdaad. De Voorzitter: Ik kan U thans wel mededelen hetgeen U overigens wel weet, want dat merk ik aan Uw vraag dat er ook nog een andere stich ting een dergelijk verzoek heeft ingediend, zelfs nog van vroegere datum. Deze week hebben wij met vertegenwoordigers van die stichting een be spreking gehad, waarbij hun is geadviseerd om eens te proberen met de Algemene Stichting Be jaardenzorg een onderhoud te hebben om te bezien of op de een of andere wijze tot overeenstemming kan worden gekomen. Wij hopen dat dit overleg daartoe zal leiden. Het is immers voor ons bijzon der moeilijk op korte termijn medewerking te verlenen voor nog eens twee bejaardentehuizen, terwijl er al drie van dergelijke tehuizen in deze gemeente zijn. Het is eerlijk tegenover iedereen, dat althans getracht wordt een ieder zijn recht te geven. De heer Weterings: Daar ben ik het direct mee eens. Persoonlijk sta ik overigens wel op het stand punt, dat indien er tot een eigen stichting moet worden gekomen, een stichting vanuit Terneuzen zelf voorrang heeft boven een stichting van buiten deze gemeente. De Voorzitter: De andere aanvraag behoeft toch niet van buiten Terneuzen afkomstig te zijn? Er zijn twee aanvragen om in deze gemeente een bejaardentehuis te mogen stichten. Beide verzoe ken zijn nu in behandeling. Wij hebben hierover gesproken in een vergadering van de financiële commissie. Deze behandeling vraagt tijd. Bij het forceren van een beslissing heeft niemand belang. Ik kan U wel toezeggen dat binnen niet al te lange tijd een voorstel hieromtrent bij de raad zal worden ingediend. Mevr. DoomsOrtelee: Wanneer deze besprekin gen vast moesten lopen, komt er dan toch een voorstel voor het een of het ander De Voorzitter: Het is wel moeilijk om daarop een antwoord te geven. Mevr. DoornsOrtelee: Het verzoek van de Woningbouwvereniging en de Algemene Stichting ligt er. De Voorzitter: Als men gaat vragen of dan toch aan de een of de ander medewerking wordt ver leend dan is het onderhandelen wel erg moeilijk. Burgemeester en wethouders zullen aan de hand van het resultaat van de besprekingen deze zaken weer gaan beoordelen. Mevr. DoomsOrtelee: Dan zal het wellicht lang gaan duren. De Voorzitter: Wat vindt U lang? Het wordt wellicht toch een kwestie van enige jaren voor er gebouwd kan worden. Wanneer dacht U, dat er begonnen kon worden aan de bouw van een der gelijk tehuis in welke sector en door welke stich ting dan ook? Voor dit jaar is er al geen volume meer. Natuurlijk hoeft dit niet langer te blijven liggen dan noodzakelijk is. Om echter alle partijen gelijk te behandelen menen wij de besprekingen te moeten afwachten. Wii hopen dat er overeenstem ming wordt bereikt. Persoonlijk kan ik mij niet voorstellen dat er zo veel aanleiding zou bestaan medewerking te verlenen voor nog eens 2 beiaar dentehuizen naast de bestaande. De heer Van Breda Vriesman: Ik zou een reëel voorstel, komende van een groep uit deze gemeen te, willen steunen, speciaal als men een verzor gingsgedeelte wil bijbouwen voor mensen, die blijvend invalide zijn en die nog niet zo zijn, dat zij „de Schelde over moeten". Wij hebben in Zeeuwsch-Vlaanderen een enorm gebrek aan te huizen, waar geestelijk gestoorde mensen kunnen worden opgenomen. Indien in Zeeuwsch-Vlaan deren dergelijke tehuizen zouden kunnen komen, dan is dat alleen maar toe te juichen. Wanneer er 2 verzoeken zijn, dan zou ik die aanvraag steunen, die op de breedste basis berust. De Voorzitter: Een verpleegtehuis voor invaliden is op het ogenblik niet aan de orde, het gaat hier om bejaardentehuizen. De heer Van Breda Vriesman: Bij dat ene tehuis zou een gedeelte voor verpleegtehuis worden inge richt. De Voorzitter: Dat zijn zaken die nog niet hele maal vast staan. Men moet overigens niet denken dat wij tegen de stichting van een algemeen be jaardentehuis zijn. Wij willen alleen alle verzoeken op gelijke wijze behandelen. Ons college is van mening dat er een mogelijkheid moet bestaan tot samenwerking. Dan kan er voorlopig worden vol staan met de stichting van één tehuis. U moet ook bedenken dat nog niet te bepalen is hoeveel er nodig zijn in deze streek, terwijl ook in de omlig gende gemeenten dergelijke tehuizen worden ge bouwd. De heer Van Breda Vriesman: Het kan zijn dat de wachtlijsten hiervoor een aanduiding geven. De Voorzitter: Dat zegt niet zoveel; dat is een kwestie van opnamebeleid, vooral ook omdat er waarschijnlijk mensen op de lijst staan, die zich meer uit voorzorg laten inschrijven om te zijner tijd voor een plaats in aanmerking te kunnen komen. Deze lijsten geven dus geen juist beeld van de behoefte. Dit neemt overigens niet weg dat er zeker nog wel behoefte is aan ruimte. De heer De Meijer: Wij kunnen wel zeggen dat wij er niet erg gelukkig mee zijn dat er twee aan vragen zijn. Wij hadden het prettiger gevonden indien er maar één verzoek lag. Het verwezenlijken van beide aanvragen naast elkaar mist naar onze mening elke realiteit. Wij proberen dan ook om de ene groep, die U wel bekend is, te bewegen alsnog met de Algemene Stichting tot een bespreking te komen en te bezien of er een mogelijkheid is om samen te gaan. Wat daarvan zal komen wachten wij af. Zowel de ene zijde als de andere, die beiden spreekbuizen hebben vanavond, zal ons wel laten weten wat er uit voortkomt. Ik dacht dat wij in dit geval niet anders kunnen doen. Mevr. DoornsOrtelee: Wij hopen dat deze be spreking spoedig plaats vindt. De Voorzitter: Ik geloof niet, dat het steeds j nodig is om over de andere partij te spreken. Het gaat hier om een verzoek van de Nederlandse Vereniging voor Maatschappelijk Werk „Humani- tas" en men moet niet denken dat deze vereniging in de gemeente Terneuzen niet een stichting zou kunnen Vormen. De heer Van Breda Vriesman: De vereniging voor Joodse Invaliden hebben toch ook nog geen plan nen? j De Voorzitter: Ik dacht dat dat een vergelijking is die niet op gaat. De heer Van Breda Vriesman: Dat is toch ook een kleine groep. De Voorzitter: Ik dacht, dat de groep, die Huma- nitas vertegenwoordigt, overwegend buitenkerke lijken betreft en dat zijn er altijd nog meer dan U denkt. De heer Weterings: U wilt toch niet zeggen dat „Humanitas" het opvangcentrum is voor alle buitenkerkelijken? De Voorzitter: Het is zelfs mede een opvangcen trum van kerkelijken. Ik heb er overigens geen behoefte aan „Humanitas" te verdedigen of iets dergelijks. Ik zeg alleen, dat deze vereniging een bejaardentehuis wil bouwen voor mensen, die zich daar naar men meent beter zullen t.huisvoelen dan in een tehuis van een confessionele richting. Wan neer wij medewerking verlenen voor een Prot. Christelijk of een Katholiek bejaardentehuis, dan is er evenveel aanleiding om dat te doen voor een humanistisch of algemeen bejaardentehuis. Het gaat er bij ons niet om, de voorkeur te geven aan een of andere richting. Voor mij behoeft er ook geen Prot. Christelijk of Katholiek bejaardentehuis te zijn, maar dat is een zuiver persoonlijke mening. Ik kan mij echter wel voorstellen dat er tehuizen van elke zijde kunnen komen. Als iemand daar anders over denkt, dan is dat zijn goed recht. De heer De Meijer: De vertegenwoordigers van „Humanitas" hebben ons gezegd, dat zij aan hun eventuele stichting een uitgesproken humanistische signatuur willen geven. De Voorzitter: Het is logisch dat een dergelijk tehuis wordt beheerd door mensen, die die richting zijn toegedaan, zo goed als dat ook bij het Katho liek en het Prot. Christelijk tehuis geschiedt. Daar naast kan er ook een algemeen tehuis zijn. De heer De Meijer: Het is alleen de vraag of het in Terneuzen noodzakelijk is. De Voorzitter: Als er niet tot samenwerking kan worden gekomen, dan moet men in principe daar aan meewerken. De heer De Meijer: Het is niet als bij het onder wijs, namelijk dat men een school kan verlangen voor een bepaald aantal kinderen. Wel moet er worden nagegaan of er een groep is, die groot genoeg is. De Voorzitter: Er is natuurlijk geen enkele wet telijke verplichting, maar er zijn morele verplich tingen, dat men elke groep gelijke rechten moet geven. Natuurlijk moet dat niet een kleine groep zijn, want daarvoor kan, men niet dergelijke voor zieningen treffen. Mevrouw, mijne heren, deze zaken zijn nog niet direct aan de orde, maar het is wel goed, dat ieder 4 een weet, waar het precies om gaat. U kunt er in ieder geval van verzekerd zijn, dat deze verzoeken niet langer blijven liggen, dan per se noodzakelijk is. De heer Weterings: Ik ben blij dat laatste van U te horen. De Voorzitter: Mevrouw, mijne heren, nu nie mand meer het woord wil tijdens deze rondvraag zijn wij hiermede aan het eind gekomen van de laatste werkvergadering van deze raad. Wij komen weliswaar volgende week nog eens in deze samen stelling bijeen, maar dan hebben wij als enig punt op de agenda de installatie van de nieuwe burge meester, de heer Aschoff. Ik wil op dit moment een woord van afscheid spreken tot diegenen, die in de nieuwe samenstelling van de raad niet meer terugkomen. Dat zijn de heren Compiet, Ribbens, Waverijn en Weterings. Van deze raadsleden is de heer Weterings het langste lid geweest. Nadat hij van 9 augustus 1945 tot september 1946 in de noodgemeenteraad zitting had, maakte hij opnieuw deel uit van de raad vanaf 6 mei 1953 tot heden. Gedurende die tijd had hij onafgebroken zitting in de raad, dat is dus 13 j/> jaar. De heer Compiet is bijna 9 jaar raadslid. Hij werd indertijd gekozen in de vakature van de heer De Waal. De heer Waverijn is 8 jaar lid geweest, dat zijn 2 zittingsperioden. De heer Ribbens is 2 maal lid geweest, namelijk van 6 februari 1957 tot seDtember 1958 en vanaf 21 september 1965 tot heden. In de tijd van Uw aller raadslidmaatschap zijn er zeer belangrijke besluiten genomen. U hebt aan vele belangrijke beslissingen Uw medewerking ver leend. Ik wil U dan ook hartelijk danken voor alles, wat U in het belang van de gemeente gedurende deze jaren hebt gedaan. Ik hoop dat U nog vele jaren van het werk van de raad en van de ontwik keling van Terneuzen in goede gezondheid zult mogen kennisnemen en getuige zijn en ik wens U in Uw verdere leven het allerbeste toe. Mevrouw, mijne heren, dit zal ook de laatste raadsvergadering zijn, die onder mijn leiding wordt gehouden. Wel zal ik nog een klein gedeelte van de vergadering van de volgende week als voor zitter optreden. Ik stel er prijs op U allen te danken voor de wijze waarop U mij in de burgemeesterloze periode bent 'tegemoetgetreden. Dit heeft voor mij het waarnemen van het burgemeesterambt licht gemaakt en in het bijzonder het leiden van de raadsvergaderingen. De heer Weterings: Er is mij verzocht namens de afscheidnemende raadsleden te spreken; niet van wege het feit, dat ik het oudste raadslid ben, maar wel omdat ik het langste in de raad heb vertoefd. Afscheid nemen betekent in de meeste gevallen „een spoorloos verdwijnen". Zeker, als het een af scheid is als gemeenteraadslid. Het betekent voor ieder van ons een verdwijnen uit een belangrijk gemeentelijk bestuursapparaat, waarin ieder op zijn eigen wijze getracht heeft de gemeente zo goed mogelijk en naar beste krachten te helpen besturen en leiden. Door ieders persoonlijke inbreng, op gewetens volle wijze, heeft men de gemeente en de gemeen schap willen dienen, zonder persoonlijke aspiraties. Raadslid zijn kon vroeger wel eens beschouwd worden als een erebaantje; wie dit op de dag van vandaag nog zo ziet, is ongeschikt om raadslid te zijn. Ik geloof niet, mijnheer de voorzitter, dat de afscheidnemende raadsleden er ooit zo over ge dacht hebben. Wij hebben gepoogd een steentje bij te dragen aan 't bestuurlijk apparaat van onze ge liefde gemeente. Wij hebben ook getracht, ieder vanuit zijn eigen gezichtshoek, bepaalde verlan gens te realiseren. Natuurlijk zijn wij daar nooit voor de volle 100 in geslaagd. Dit zou feitelijk tegen-natuurlijk zijn, gezien vanuit de samenstel ling der bevolking van onze gemeente. Wij hebben respect op weten te brengen voor eikaars standpunten, zonder verloochening van eikaars principes. Er is een spreekwoord dat zegt, „uit de botsing der meningen kan 't goede worden geboren". Mijnheer de voorzitter, ik geloof te mogen zeggen, dat uit de botsing der meningen in deze raad, reeds veel goeds is geboren. Wie Ter neuzen kent van voor de oorlog en van thans, zal moeten toegeven, dat de raad van Terneuzen vooral na de laatste wereldoorlog, zeer belangrijke be sluiten heeft genomen. Besluiten die soms van verstrekkende aard waren, waarvan men zelfs op dat moment de consequenties niet kon overzien. Er is met voortvarendheid gewerkt, meermalen zetfs met voorbijzien van eigen partijbelangen. Want, mijnheer de voorzitter, het ging om het welzijn van de totale gemeenschap, waarvoor be paalde partijbelangen moeten wijken, wil men deze gemeenschap niet te kort doen en het risico lopen, dat het nageslacht ons zou verwijten het algemeen belang niet te hebben laten domineren voor het partijbelang. Wij zijn er trots op afscheid van deze raad te mogen nemen, welke bestaat uit bonafide landelijke partijen, die hier een afspiegeling zijn van de landelijke en plaatselijke verhoudingen. Daardoor is het werken aanzienlijk vergemakke lijkt. De belangentegenstellingen, zoals wij die helaas elders zo vaak zien en horen, bevorderen beslist niet het zo belangrijke politieke leven, maar zijn zelfs funest om bij het publiek voldoende be langstelling te wekken voor de belangrijke over- heidbestuursorganen. Laat onze publieke tribune niet altijd vol be langstellenden zijn, toch is het een algemeen bekend feit, dat de raadsverslagen en vooral de notulen van de raadsvergaderingen van onze ge meente, in zeer grote kring met belangstelling worden gelezen. Aan dit alles een steentje te hebben mogen bij dragen, verzacht het afscheid van deze raad. Wij worden weer doodgewone inwoners, die uiteraard de verdere ontwikkeling van de gemeente zullen blijven volgen en ook zeer zeker kritisch zullen zijn omtrent het toekomstige beleid van de nieuwe raad. De Voorzitter: Vanaf de publieke tribune De heer Weterings: Of dat vanaf de publieke tribune zal zijn is een grote vraag. Want, mijnheer de voorzitter, en dat zal U wel met ons eens zijn, in de afgelopen jaren is de basis gelegd voor een nog verdere en grootsere ontwik keling van deze gemeente. En juist het leggen van een goede basis, een goede fundering, is het moei lijkste en ook het belangrijkste om tot verdere uit bouw te kunnen geraken. Wij hebben gaarne meegewerkt om onze ge- Het werk is echter nog niet voltooid, doch wij meente een groter aanzien te geven op elk gebied, kunnen met een gerust hart afscheid nemen, weten de, dat de nieuwe raad zeker de voetsporen van deze raad zal blijven volgen. Een belangrijk punt hiervoor is echter, dat de menselijke verhoudingen die nu aanwezig zijn, niet zullen worden afgezwakt. Respect voor eikaars standpunten, vriendschappelijk verkeer en houding zijn in ieder bestuursapparaat enorm belangrijk. Wij hopen, dat dit zo moge blijven, dan zijn wij er zeker van, dat de gemeente Terneuzen op bestuur lijk terrein een homogene eenheid zal blijven in het belang van de gemeenschap, waarin wij leven, wonen en werken. Moge God U allen de kracht en gezondheid geven nog vele jaren Uw beste krachten te wijden aan deze prachtige gemeente, die ik beslist zou durven noemen „de parel der Zeeuwse gemeenten". Graag wil ik nog mijn dank betuigen jegens de secretaris, de hoofden van dienst en de afdelings chefs en al hun medewerkers, alsmede de gemeen telijke sociale dienst, de dienst van openbare wer ken en zeker niet in de laatste plaats aan de politie. De Voorzitter: Dank U wel, mijnheer Weterings. Mevrouw, mijne heren, dan sluit ik hiermee de vergadering. De raadsfractie van de Boe renpartij te Bussum zal in zeer geringe mate kunnen deelnemen in de bestuurlijke taak van de gemeenteraad. Dinsdagavond is namelijk na een langdurige en emotionele vergadering besloten om de drie leden van de Boe renpartij uit te sluiten van het lidmaatschap van alle raads commissies. Tot deze uitspraak is de raad gekomen na een felle aanval van 't socialistische raadslid Meijer- Sluyzer op G. G. Gerkens, die tien jaar uitgesloten is geweest van het uitoefenen van 't kies recht. Aangezien de overige leden van de Boerenpartij-frac tie tot dusver geen blijk hebben gegeven zich van hun fractiege noot te zullen distanciëren zijn ook zij uitgesloten van het lid maatschap van enige commissie. Door de fractie-voorzitters van de vijf overige partijen is een verklaring opgesteld waarin het onverantwoord tegenover de kie zer wordt genoemd om iemand die het vertrouwen van zijn mederaadsleden niet waard is te benoemen in voor de gemeen te zo gewichtige commissies. De heer Gerkens heeft geweigerd in te gaan op de tegen hem ge uite beschuldigingen. Zijn voor stel om de discussie te verdagen tot de volgende raadsvergade ring waarin hij met bewijsstuk ken zou komen om de aantijgin gen te weerleggen werd met 23 tegen 3 stemmen verworpen. De politie van Driebergen heeft een 31-jarige inwoner van die plaats aangehouden. De man, G. W., wordt er van verdacht tientallen mensen in het Gooi en omgeving te hebben opge licht. Hierbij ging het vaak om aanzienlijke bedragen. De man gaf zich uit voor tuinman en slaagde er bij veel „klanten" op twaalf verschillende plaatsen in de tuin te mogen aanleggen. Voor de aankoop van verschil lende benodigdheden vroeg en kreeg hij vaak een voorschot, dat vaak in de honderden gul dens liep. Daarna liet hij dan niets meer van zich horen. BESTEMMINGSPLAN „MAURITSSTRAAT". De burgemeester van Terneu zen maakt, 'ingevolge het be paalde in artikel 31 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, be kend, dat met ingang van heden op de gemeente-secretarie voor een ieder ter inzage ligt het be stemmingsplan „Mauritsstraat", zoals dit is vastgesteld door de gemeenteraad in zijn vergade ring van 27 januari 1966 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Zeeland d.d. 18 juli 1966, nr. 295/260, 4e afdeling. Terneuzen, 5 september 1966. De burgemeester voornoemd, J. C. ASCHOFF. HINDERWET Burgemeester en Wethouders van TERNEUZEN brengen ter openbare kennis, dat ter ge meente-secretarie ter inzage ligt een verzoek met bijlagen van Shell Nederland N.V., Wasse- naarseweg 80 te 's-Gravenhage, om vergunning ingevolge de Hinderwet tot het uitbreiden/ wijzigen van een motorbrand stoffen-installatie op het perceel plaatselijk bekend Axelsestraat 165, kadastraal bekend gemeen te Terneuzen, sectie E, no. 1519. Gedurende tien dagen na de dagtekening van deze bekend making bestaat voor een ieder de gelegenheid schriftelijk be zwaren tegen het verlenen der vergunning in te brengen bij het gemeentebestuur. Bovendien zal op vrijdag 23 september a.s., des vóórmiddags 10.00 uur, in het gemeentehuis een openbare zitting worden gehouden, waarin mondeling be zwaren tegen de inwilliging van dit verzoek kunnen worden in gebracht. Een ieder kan ter secretarie der gemeente kennis nemen van de ter zake ingekomen schrif turen. De aandacht van belangheb benden wordt er op gevestigd, dat tot beroep gerechtigd zijn de aanvrager van de vergunning en degene, die in persoon of bij gemachtigde op de bovenbedoel de zitting is verschenen. Mede is tot beroep gerechtigd degene die, zonder op de openbare zit ting te zijn verschenen, binnen de gestelde termijn schriftelijk bezwaren heeft ingebracht, in dien hij niet woonachtig is in deze gemeente of in een aan grenzende gemeente, waar open bare kennisgeving wordt ge daan. Terneuzen, 7 september 1966. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. C. ASCHOFF, burgemeester. A. J. VAN PAGEE, secretaris.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1966 | | pagina 5