Tweede Kamer over het ontslag van
hoofdcommissaris Van der Molen
472
HET PORSELEINEN MASKER
IMPS
5%
4°/o
3.48%
3.24%
RIJKSPOSTSPAARBANK
Generaals speelden de Hoofdrol in Argentinië
Vrijdag 1 juli 1966
DE vfRITE ZEEUW
5
RECHT OP ANTWOORD
MAN VAN HET BELEID
ZONDEBOK?
VERANTWOORDING
VOOR DE NOZEMS
GEGOOID
AKKOORD
MET ONTSLAG
GEZAG
r
i
„ONBILLIJK
DE MINISTER 4
AAN HET WOORD
TWEE MOTIES
VERWORPEN
Minister Diepenhorst
acht numerus clausus
onvermijdelijk
ZEEPOST
De Rijkspostspaarbank biedt u
6 mogelijkheden voor veilig en vertrouwd sparen.
Kies de spaarregeling en de rente, die passen
bij uw eigen omstandigheden.
31/2°/O
Van Baerlaslraat 27, Amsterdam, tel. (020) 7312 71
Staatsgrepen aan de orde van de dag
952 meter worst
De tweede kamer besprak gis
teren het door minister Smal-
lenbroek aangekondigde ontslag
van de Amsterdamse hoofdcom
missaris Van der Molen. Aan
het debat werd deelgenomen
door de heren Geertsema (V. V.
D), Kolfschoten (K.V.P.), Beer-
nink (C.H.U.), Bruggeman P. S.
P), Van Dis (S.G.P.), Harmsen
(B.P.), Scheps (P.v.d.A.), Scha
kel (A.R.) en Bakker (C.P.N.).
Amsterdam: De hoofdcommissaris
van politie te Amsterdam, de
heer v. d. Molen.
„Heeft de hoofdcommissaris
het beleid van de burgemeester
slecht uitgevoerd of is hij in een
goede uitvoering van zijn poli
tietaak gehinderd door een
slecht beleid van burgemeester
Van Hall", zo vroeg de heer
Geertsema, die er bij minister
Smallenbroek met klem op aan
drong op die vraag een duide
lijk antwoord te geven. „De mi
nister heeft het antwoord in zijn
zak en de kamer, de bevolking
van Amsterdam en zeker ook
de hoofdcommissaris hebben
recht op een antwoord", aldus
de heer Geertsema.
Hij concludeerde dat het in
schakelen van een commissie
van wijze mannen voor het uit
brengen van advies over het al
dan niet aan de hoofdcommissa
ris te verlenen ontslag op zijn
plaats zou zijn geweest. Nu uit
niets is gebleken. dat een derge
lijk advies is ingewonnen, heeft
de minister zich schuldig ge
maakt aan een ernstige fout, zo
oordeelde de liberale woordvoer
der.
Spreker stelde de vraag wie
verantwoordelijk is voor het po
litiebeleid in een gemeente met
gemeentepolitie. Hij citeerde
daarbij met instemming minis
ter Smallenbroek zelf, die in het
vorige kamerdebat over de ge
beurtenissen in Amsterdam had
gesteld, dat „de burgemeester
voor het beleid verantwoorde
lijk is en dat het korps aan hem
ondergeschikt is".
De heer Geertsema constateer
de dat de minister bij die gele
genheid klare taal heeft gespro
ken en hij haalde opnieuw een
uitspraak van de minister aan,
waarin deze zegt dat „de bur
gemeester de man is van het be
leid, niet de man van de uitvoe
ring".
Sprekende over het ontbreken
van de noodzakelijke homoge
niteit tussen burgemeester Van
Hall en de hoofdcommissaris
vroeg de heer Geertsema zich af
aan wie dat ligt. Spr. wees er
op dat de hoofdcommissaris nim
mer in de gelegenheid is ge
weest tot het voeren van een
gesprek onder vier ogen met
burgemeester Van Hall. Steeds
was daarbij aanwezig een amb
tenaar van de gemeentesecreta
rie. De heer Geertsema sprak
zijn verwondering daarover uit
en kwam tot de conclusie dat
ook de toekomstige hoofdcom
missaris over die ambtenaar
„altijd zijn nek zal moeten bre
ken".
Tenslotte zei de heef Geertse
ma dat het hier gaat om de
vraag of het besluit van de mi
nister rechtvaardig is of niet.
Hij wil hem niet verzoeken dit
besluit ongedaan te maken daar
het gezag van de hoofdcommis
saris hiervoor te sterk ook
door de bewindsman is on
dermijnd. _Tr
De kamer heeft zi. het recht
te weten of de ware en enige
schuldige thans wordt gestraft
dan wel of er om politieke rede
nen een zondebok wordt ge
zocht.
De heer Kolfschoten vroeg of
uit de mededeling van minister
Smallenbroek moet worden op
gemaakt dat hij bezwaren heeft
togen het beleid van burgemees
ter Van Hall. „Is het ontslag ge
baseerd op andere gronden dan
het algemeen politiebeleid", zo
wilde hij weten. Ook vroeg hij
of en zo ja wanneer de hoofd
commissaris op de hoogte is ge
steld van het voornemen hem
te ontslaan.
Spr. wil dat de minister ver
klaart dat het gezag van de bur
gemeester niet hèeft geleden en
stelt uitdrukkelijk vast dat de
verantwoording voor dit ontslag
volledig bij de minister ligt. Het
oordeel van zijn fractie (K.V.P.)
over het gevoerde beleid zal af
hangen van de antwoorden van
de minister, waarbij deze duide
lijker zal moeten zijn dan tot
dusver het geval is geweest.
De heer Beernink zou het de
bat het opschrift „hoofdcommis
saris voor de nozems gegooid"
willen meegeven.
Hij kan zich voorstellen dat
burgemeester en hoofdcommis
saris elkaar niet aanvoelen, maar
is wel nieuwsgierig naar wat
eigenlijk is voorgevallen.
Waarom greep de minister
niet onmiddellijk in na 20
maart, toen hij van de moeilijk
heden op de hoogte kwam, zo
vroeg hij.
De C.H.-fractievoorzitter vroeg
aan minister Smallenbroek of
de handhaving van de burge
meester wel in het algemeen
belang is. Hij drong aan op een
nader onderzoek naar de politie
organisatie in Amsterdam, er op
wijzend dat zich daar ongezon
de toestanden hebben voorge
daan.
De heer Bruggeman (P.S.P.)
hield de kamer voor dat ook de
regering en de minister van
binnenlandse zaken verantwoor-
dleijk zijn voor de gebeurtenis
sen. De regering Wegens het be
sluit om het huwelijk van prin
ses Beatrix in Amsterdam te la
ten voltrekken en minister
Smallenbroek omdat deze heeft
nagelaten maatregelen te ne
men die noodzakelijk waren.
De heer Van Dis (S.G.P.) vroeg
waarom alleen de hoofdcommis
saris het veld moet ruimen en
niét de burgemeester. Hij wees
er op dat burgemeester Van
Hall bij het laatste kamerdebat
over de gebeurtenissen in Am
sterdam door minister Smallen
broek in gebreke werd gesteld.
Als woordvoerder voor de boe
renpartij trad de Jieer Harmsen
op. Naar zijn mening wordt de
hoofdcommissaris niet alleen
voor de nozems geworpen, maar
wordt hij opgeofferd voor een
politieke zaak.
Spr. zei dat de tijd is geko
men dat klare wijn wordt ge
schonken. Wat heeft de hoofd
commissaris misdaan, zo vroeg
deze afgevaardigde.
De heer Harmsen merkte op
dat de overheid van het volk
respect voor het gezag verwacht.
„Mag het volk ook weten wat
gezag en waar het gezag is", al
dus spreker.
De heer Scheps (P. v. d. A.)
wees er op dat we ons op grond
van gebrekkige gegevens een
een oordeel moeten vormen over
de gebeurtenissen. Wanneer men
de burgemeester bepaalde ver
wijten doet, is dit z.i. onbillijk.
Ook 't schuiven van de schuld
op de provo's noemde hij een
gemakkelijke methode. Hij wees
in dit verband op het tekort aan
politiepersoneel.
Volgens de heer Scheps heeft
Amsterdam recht op de krach
tigst mogelijke leiding voor de
politie. Hij deed een beroep op
het betrachten van menselijk,
heid ten opzichte van de be
trokken personen.
De heer Schakel (A.R.) zei
dat het ontslag van de heer Van
der Molen zijn fractie verdriet,
omdat hierdoor de indruk kon
worden gewekt dat de provo's
en communisten succes boekten.
Als laatste spreker was het
woord aan de heer Bakker (C.P,
N.). Het besluit om de hoofd
commissaris te ontslaan noemde
hij „een van de eerste juiste be
sluiten" van minister Smallen
broek.
Minister Smallenbroek «al be
vorderen dat een diepgaand on
derzoek naar de achtergronden
van de gebeurtenissen wordt in
gesteld.
Spr. zei dat burgemeester Van
Hall reeds in '61 over de hoofd
commissaris overleg had ge
pleegd met de toenmalige com
missaris der koningin in Noord-
Holland, met de toenmalige pro
cureur-generaal en op het de
partement.
De minister deelde mee, dat
de hoofdcommissaris in 1962
had getracht een oplossing te
bewerkstelligen. In dat jaar sol
liciteerde hij in een burgemees
tersvacature in een grote plat
telandsgemeente.
„Er zijn termen geweest om
hem niet voor te dragen voor
benoeming", zo zei minister
Smallenbroek.
De minister adstrueerde zijn
mededelingen, door aan de ka
mer voor te lezen enkele aan
tekeningen gemaakt op de ach
terzijde van een sigarendoosje.
Hij citeerde de heer Van der
Molen: „Ik ben bereid in het
algemeen belang met de beslis
sing mee te werken".
De bewindsman deelde mee
met hoofdcommissaris Van der
Molen een gesprek te hebben
gehad op maandagmiddag j.l.
Bij de replieken zei de heer
Geersema niet gelukkig te zijn
met het antwoord van de minis
ter.
Spr. verweet de minister dat
deze de kamer geen gegevens
heeft verstrekt over de basis
van de ontslagbeslissing.
In een motie, die de heer
Geertsema daarop indiende,
wordt de afkeuring over deze
gang van zaken uitgesproken.
Ook de c.h.-frachtieleider Beer
nink diende een motie in. Hier
in wordt gewag gemaakt van
een ernstige teleurstelling over
het feit dat niet eerst een ob
jectief onderzoek werd inge
steld alvorens het besluit tot
ontslag te nemen.
De heer Beernink zei weinig
instemming te hebben voor de
„volzinnen" van minister Smal
lenbroek. Hij stelde hem de
vraag waarom ook niet de
hoofdcommissaris in de gelegen
heid wordt gesteld het ge
schokte vertrouwen te herstel
len.
De heer Bruggeman ging ak
koord met het door de minister
toegezegde onderzoek.
De heer Harmsen vroeg zich
af waar het nut blijft van het
debat, wanneer de minister geen
inlichtingen geeft.
De heer Scheps was tegen bei
de moties.
De heer Schakel was de eni
ge spreker die door het ant
woord werd bevredigd. Bij aan
vaarding van de motie-Beer-
nink zag hij een kabinetscrisis
dreigen. Een dergelijke conse
quentie achtte hij in geen pro
portie tot de kwestie te staan.
De heer Bakker tenslotte is
tegen beide moties omdat hier
mee rechtse politieke doelein
den zouden worden nagestreefd.
Minister Smallenbroek wees
beide moties af. Hij vond dat zij
rechtstreeks het beleid van het
kabinet aantastten en niet al
leen dat van de ministers van
binnenlandse zaken en justitie.
Hij zegde toe dat de kamer zal
worden ingelicht over de bevin
dingen van de in te stellen com
missie, Strikt persoonlijke za
ken zullen echter alleen in een
vertrouwelijke bijlage van het
rapport worden vermeld. Ook
het beleid van zijn departement
zal in het onderzoek worden be
trokken.
De motie-Oeertsema werd ver
worpen met 33 tegen 85 stem
men. De motie-Beernink met
3881 stemmen. Voor de eerste
motie stemden V.V.D., C.H.U.,
B.P., S.G.P. en G.P.V.; voor de
tweede dezelfde fracties bene
vens de heren Fievez, Weijters,
Moorman en Zwanikken enmej.
Kok (allen K.V.P.
De heer Schmelzer, fractielei
der van de K.V.P. zei dat een
meerderheid van zijn fractie
tegen de motie-Beernink was
omdat aanvaarding politieke
consequentie zou kunnen heb
ben óf de konstruktieve ontwik
keling in Amsterdam zou kun
nen bedreigen.
Minister Diepenhorst (onder
wijs) acht zijn voorstel tot het
tijdelijk invoeren van een nume
rus clausus voor het medisch
hoger onderwijs onvermijdelijk,
zo blijkt uit het verslag van het
mondeling overleg dat hij hier
over voerde met de vaste com
missie voor onderwijs en weten
schappen uit de tweede kamer.
De minister wijst op de in me
dische kringen krachtig over
heersende mening, dat invoering
van het wetsontwerp een nood
zakelijke voorwaarde is voor de
gewenste herstructuering van 't
medisch hoger onderwijs. Op een
vraag uit de commissie of de be
windsman heeft overwogen
welke maatregelen hij zou kun
nen treffen om verbetering in de
situatie aan te brengen, wanneer
het wetsontwerp niet zou wor
den aangenomen, antwoordde hij
dat het nog niet de tijd is hier
over iets te zeggen. „Het is ook
mogelijk dat deze maatregelen
voor de verantwoordelijkheid
van een andere bewindsman
komen. Dit hangt van de loop
der zaken af," zo zei hij.
Met de volgende schepen kan
zeepost worden verzonden. De
data, waarop de correspondentie
uiterlijk ter post moet zijn be
zorgd, staan achter de naam van
het schip vermeld.
Australië:
ms. „Simba" 3-7
Brazilië:
ms. „Eemland" 6-7
ms. „Graveland" 7-7
Canada:
ms. „Tindefjell" 8-7
Chili:
ms. „Stuttgart" 3-7
Ned. Antillen:
ms. „Artemis" 5-7
Suriname:
ms. „OranjeNassau" 6-7
Verenigde Staten van Amerika:
ss. „Rotterdam" 3-7
ms. „Kamperdijk" 6-7
Zuid-Afrika (liep.) m.i.v. Zuid-
West-Afrika:
ms. „Algol" 6-7
Inlichtingen betreffende de
verzendingsdata van postpakket
ten geven de postkantoren.
Beleggingsrekeningen met opzeggingstermijn van 12 maanden
Beleggingsrekeningen met opzeggingstermijn van 5 maanaen
feeleggingsrekeningen met opzeggingstermiin van 3 maanaen
Opneming binnen de opzeggingstermijn is altijd mogelijk.
Spaarbewijzen ingevolge de Algemene Premiespaarregeling:
J eugdspaarr ekeningen
Gewone spaarrekeningen
Voor nadere inlichtingen kunt u zich wenden tot ieder postkantoor en de
De staatkunde, zoals die in ver
schillende Zuidamerikaanse,
Afrikaanse en Aziatische staten
wordt beoefend, heeft dikwijls
het karakter van een politieke
operette. In die operette worden
de hoofdrollen gespeeld door
recalcitrante generaals, die met
hardnekkige onverstoorbaarheid
regeringen omverwerpen, aan de
Een portret van de Tunesische
president Habib Bourguiba
(links) en van diens zoon, Habib
Bourguiba jr, minister van bui
tenlandse zaken (rechts) die van
6 tot 11 juli in ons land zullen
verblijven voor een officieel
staatsbezoek..
vorming waarvan zij meestal
eerst met enthousiasme hebben
meegewerkt.
TEGENSTELLINGEN
Nu is het in Argentinië weer
een keer mis en dat zal weinigen
verbazen. Nieuwe staatshoofden
en gewijzigde regeringen waren
en zijn daar sinds jaren aan de
orde van de dag. Argentinië, op
één na het grootste land van
Zuid-Amerika met zijn plm. 22
miljoen inwoners, dreigt door
innerlijke tegenstellingen vast te
lopen. Peronisten, communisten
en socialisten vormen hier be
langengroepen, die regelmatig
met elkaar in de knoop liggen.
Het grootste deel van de be
volking is daar helemaal niet
daadwerkelijk bij betrokken,
doch Argentinië is nu eenmaal
geen land waar democratie
heerst en waar dus de wil van de
overgrote meerderheid bepalend
is voor de gang van zaken. De
gemiddelde Zuidamerikaan is be
rustend van aard. Hij bestaat
binnen een andere orde dan wij
westerlingen, gehoorzaamt aan
andere innerlijke wetten. Slechts
sporadisch worstelt hij met de
kiem van een keuze, het aller
eerste begin van zelfwerkzaam
heid. Deze apatische houding
maakt het de voormannen van de
politieke partijen gemakkelijk
hun hoge spel te spelen.
MILITAIRE HEERSCHAPPIJ
Maar ook die voormannen
kunnen niet zonder de steun van
het leger. In werkelijkheid zijn
het de generaals, die Argentinië
regeren. Alle politieke groe
peringen trachten hun gunst te
winnen, maar moeten dan tel
kens ervaren hoe grillig de sym
pathie van de militaire captains
is. Deze macht van het leger
vormt niet alleen in Argentinië,
maar in vele Zuidamerikaanse,
Afrikaanse en Aziatische landen
het grote probleem. Soms slaagt
het leger erin een voor het land
schadelijke opstand neer te slaan
(Nasoetion in Indonesië), doch
in de meeste gevallen staat deze
militaire heerschappij een demo
cratische ontwikkeling in de
weg. De wetenschap dat het
leger toch de feitelijke macht
vormt, verzwakt de daadkracht
van de politieke leiders, die
altijd rekening moeten houden
met de grillen van de generaals.
88.) De grote troonzaal van het
paleis was nog leeg, toen de sol
daten van de lijfwacht en dienaren
de machtige heerser van het grote
rijk naar zijn troon begeleidden.
Waardig schreed de keizer voort.
Het porseleinen masker verborg
iedere uitdrukking van zijn gelaat.
Voor zijn omgeving was het alsof
de heerser strak voor zich uit
staarde, doch achter het masker,
zochten Aram's ogen door de
kleine spleten gejaagd de zaal af.
Nauwelijks was hij gezeten, of
de ministers en andere hoogwaar
digheidsbekleders stroomden bin
nen en schaarden zich aan weers
zijden van de troon.
Aram zag de gehate Tsjeng met
een lange lijst in de handen. De
schurk ging vlak achter hem staan
en Aram voelde zich niet bepaald i gen niet te voorzien,
behagelijk. Verbeeide hij het zich. I Steeds voller werd de troonzaal
of hing er een merkbare spanning en met een schok besefte Aram,
in de zaal? Hij dacht aan Lu Nan. dat een groot gedeelte van de
die op datzelfde ogenblik rusteloos
in zijn vertrekken heen en weer
liep. Aram had hem opgedragen de
twee gevangen genomen schild
wachten zorgvuldig te bewaken,
want wanneer deze ontijdig zou
den ontsnappen, waren de gevol-
keizerlijke lijfwacht langs de mu
ren stond opgesteld. Speurend
gleed zijn oog langs de vele gezich
ten?... Wie van hen zou de moor
denaar zijn?
Een groep slagers in Scunthrope
heeft donderdag een 952 meter
lange worst voltooid, waarmee het
record worstmaken dat in 1701 in
de Duitse plaats Königsberg
werd gevestigd, is geslagen. De
worst wordt in stukjes verkocht
voor een liefdadig doel.
De worst van Königsberg werd
destijds vervaardigd ter viering
van de kroning van koning Frede-
rik de eerste van Pruisen. Die van
Scunthrope is 300 meter laneer.