Bete» 9th<4er 4*h ?Me> fokt WON1NGTIENDAAGSE - DE VRIJE ZEEUW WON1NGTIENDAACSE - DE VRIJE ZEEUW WAT IS ER BESCHIKBAAR ESTHETISCH GENOT EN RUST HOE HET VROEGER GING MODE IN DE TOEPASSING VAN HOUTSOORTEN VOOR HET INTERIEUR INTERESSANTE VERSCHEIDENHEID MASSIEF HOUT IN VERBAND MET DE HOUTPRODUKTEN (John Evelin 1620—1706) houtsoorten kies ik voor mijn interieur? tl ooi- Dr. W. BOERHAVE—BEEKMAN directeur van de Nederlandse Hout Academie Welke Het is zonder twijfel een verblijdend feit van deze tijd, dat alleenstaanden en jonggehuwden zich hoe langer hoe meer inte resseren voor kleur en lijn in hun woon-interieur. Dikwijls hoor ik zeggen: „We zijn blij dat vader en moeder zich in hun interieur, met de indertijd door hen met zorg uitgekozen meubelen etc. thuis gevoelen. Maar zij waren kinderen van hun tijd, wij van de onze. Wij willen onze eigen sfeer scheppen." Dat de keus van de toe te passen materialen daarbij een voor name rol speelt ligt voor de hand. Afgezien van het extremisme van sommigen, die het meest moderne nog ouderwets vinden en het meest bizarre nog conven tioneel, om daardoor vooral op te vallen en in zeker opzicht terug te vallen tot de primitieve mens, de holbewoner, kan men toch in het algemeen rustig en met grote zekerheid constateren, dat er ook bij de verbruikers, de consumenten, een groeiend esthe tisch kunnen en kennen bereikt wordt. Dat daarbij de toepassing van fraaie houtsoorten naar eigen keus in het interieur een grote rol speelt en gelukkig steeds groei- einde is, mag als een vaststaand feit worden beschouwd. Het enige wat dit doel en streven wat belemmertin de weg ataat en soms tot grote teleurstelling aanleiding kan geven, is de onvoldoende kennis van het materiaal hout. Enerzijds ontstaat dit gebrek dikwijls door het ontbreken van goede voorlichtingander- zijds wordt het bevorderd door te groot vertrouwen in eigen in zicht en vakkennis. Gezien deze factoren acht ik het een voorrecht als internationaal expert, met een vakkennis veertig jaar lang in vele delen van de wereld opgedaan, in dit verband velen van advies te mogen die nen, al zal ik mij met die voorlichting tot het voornaamste moe ten beperken. Zelfs voor deskundigen is hel soms moeilijk geheel „bij" te Wijven. Steeds maar weer geheel nieuwe houtsoorten, die onder zocht en beproefd moeten worden, voordat men ze kan aanbe velen (of afkeuren). Daar komt nog bij, dat de westerse wereld, na de tweede wereldoorlog geleidelijk overstroomd is met nieuwe houtsoorten, vooral uit West-Afrika. Het is dan ook zeer begrijpelijk, dat vele verbruikers op be paalde momenten „door de bomen het bos niet meer zien'. In dit verband is het misschien wel interessant even in kort bestek een overzicht te geven van de hoeveelheid, de rijkdom aan soorten, die ons mensen van het tweede gedeelte van de twintigste eeuw ter beschikking staat. Niet om U daarbij met statistische gegevens lastig te vallen, die men toch spoedig ver geet, doch wel om U een idee te geven van datgene wat de natuur ons op dit gebied schenkt. Het zal liefhebbers van hout in het interieur goed doen te zien, hoe interessant deze voornaamste grondstof van de wereld wel is. Om te beginnen: elk uur van de dag groeit er over de ge hele wereld ongeveer één miljoen kubieke meter hout aan. De F.A.O. (Voedsel en Landbouw Organisatie van de Verenigde Naties te Rome) heeft dit uitgerekend. En nu het aantal soorten. De Yale-University in de U.S.A. heeft een verzameling van 55.000 verschillende houtsoorten. Toen wij, Nederlanders, in de vorige eeuw in het voormalig Nederlands-Indië eens een studie van de houtsoorten op Java wilden maken, kwamen we aldaar op ruim 2000 soorten. In de diverse boeken, die ik na de tweede wereldoorlog betreffende de diverse houtsoorten schreef, heb ik in totaal 2500 behandeld. De bosdienst in voormalig Ned. Nieuw-Guinea, thans West-Irian, zond mij 1310 verschillende houtmonsters uit die bossen. Voordat het U begint te duizelen, deel ik tot geruststelling direct mede, dat handel en industrie in Nederland in totaal maximaal slechts ca. 230 soorten verwerken en in hoofdzaak slechts 80 soorten. Bij deze voorlichting betreffende toe te passen soorten ligt zelfs niet in mijn bedoeling al die 80 de revue te laten passeren. Overdaad schaadt. Wel was het even noodzakelijk uw aandacht te vestigen op de rijke verscheidenheid, die de boom de mens, vanaf het begin van de menswording bood en biedt. Hout is altijd de vriend van de mens geweest en gebleven. De Oosterse wijsgeer Tagore zei eens: „De houthakker vroeg de -boom om een steel voor zijn bijl. De boom gaf die." Kortge leden zei een Nederlandse bouwkundige: „Als heden ten dage hout zou worden uitgevonden, stond de gehele bouwwereld tien jaar lang op zijn kop." Bij dit alles is nog geen woord gezegd van de schoonheid, het esthetisch genot, hetwelk het hout de mens kan schenken. We leven in een gejaagde wereld. Als we het voorrecht heb ben thuis te zijn of in de naaste toekomst het voorrecht hebben een tehuis te mogen verwachten (soms zelf te mogen mede- inrichten) hebben we er geen behoefte aan, deze onrust van de weg, de straat of het plein mee naar huis te nemen. Anderzijds mogen en moeten we ons hoeden voor Verveling, eentonigheid. Kent U iemand, die het een genoegen vindt tegen een stuk plastic of een andere kunststof aan te zien en daarin behagen schept om zijn verveling te verdrijven? Hout in uw interieur, hetzij toegepast aan uw meubelen, het zij aan de wandbetimmering of aan de vloer, zorgt wel, dat die verveling niet behoeft te ontstaan. De Farao's van Egypte bepaalden, in overleg met hun am bachtslieden de toe te passen houtsoorten. Het land zelf was arm aan soorten en hoeveelheden. Vooral het duurzame Ebbehout o.a. aangevoerd uit Abessinië, het rode Grenadille uit de Soedan alsmede het Libanon-Ceder- hout en Cypressehout uit Syrië waren zeer geliefd voor meubelen. Koningin Hatsjepsoet, 14 a 15 eeuwen v. Chr. liet zelfs com plete mirrebomen uit Abessinië invoeren, en in haar paleistuin planten, om zodoende fijne reukwerken „bij de hand te hebben". Toetanchamon, ruim dertig eeuwen geleden, liet fraaie meubelen van Cederhout (Wilde Vijgebomenhout) en Ebbehout maken o.a. een toiletkast en een speeltafel. „Niets nieuws onder de zon", zei koning Salomo, die zelf o.a. voor zijn tempel en paleis veel Ceder- en Cypressehout" gebruikte. In Herculanum en Pompei is veel Cypresse- en soms Olijfhout toegepast aan meubelen en betimmeringen, die teruggevonden zijn. Met een sprong gaan we naar de Middeleeuwen en lang nadien, waar voor sacrale doeleinden in kerken en kloosters Eike- en Notehout hoogtij vierden. De Oost- en Westindische Compagnie zorgde er nadien wel voor, dat Palissander en Mahonie uit Zuid- en Centraal Amerika beschikbaar kwamen. Wie heeft niet gehoord van d Cuba-Maho- nie linnenkasten van onze groot- en overgrootmoeders? In het begin van deze eeuw moest in Nederland bij meubelen en betimmering alles zonder meer in Eiken, Noten of Mahonie worden uitgevoerd. Dat behoorde nu eenmaal zo, als men dege lijk en fraai werk wilde maken. De elite nam wel eens Palissander of Ebben. Frankrijk deed ongeveer hetzelfde, doch als toonaan gevend modeland begon men aldaar die toepassing wat eentonig te vinden. Men lanceerde nieuwe soorten, zoals Teak, Bombay Palissander, Japans Tamo etc. Hoe deed men dat? De handelaren en fabrikanten staken de hoofden bijeen. De hulp van de grote Parijse dagbladen werd ingeroepen en interes sante gegevens betreffende de nieuw te lanceren houtsoorten werden verstrekt. Een griezelverhaal over een geraamte in een holle teakhoutboom ontbrak zelfs niet. Daarna kwam het commerciële gedeelte. Monsieur Zo en Zo, de beroemde Parijse kapper en Madame Die en Die, de wereld vermaarde modiste, hadden hun interieur van die bepaalde (te lanceren) houtsoort laten maken en waren er verrukt over. In derdaad kregen kapper en modiste een dergelijk interieur van handel en industrie cadeau. Vooral toen de gevierde toneelspeler Monsieur X eveneens betreffende een bepaalde houtsoort een enthousiaste ontboezeming ten beste gaf, toen hij werd geïnter viewd, welke houtsoort hij prefereerde voor zijn bed en gemak kelijke stoel, was het pleit beslist. De advertenties, met aanbie dingen van meubelen in die bepaalde houtsoorten, zorgden voor een daverend succesvol slot van de eomedie. Gelukkig hebben Duitsland, België en Nederland aan de opvoering van een derge lijk toneelspel geen behoefte gehad, doch de vraag naar dit op zichzelf zeer interessante modehout ging, ook in die landen, ge leidelijk doorwerken. Denemarken zorgde ca. 10 jaar geleden, dat Teak als meubel hout in de mode kwam. Zelf arm aan fraai hout, begon een groep eerste klas meubelmakers geleidelijk restanten Teakhout, afkomstig van de scheepsbouw (sch-epsdekken) voor dit doel te benutten. Hun fraai handwerk en het Teakhout viel zo in de smaak, dat het over de gehele westerse wereld een succes werd. Onze hedendaagse Europese deelnemers aan meubelbeurzen en onze woninginrichters zorgen tegenwoordig wel, dat de vele nieuwe soorten door industrie en consument bewonderd en ge kocht kunnen worden. Geen twee mensen hebben hetzelfde gezicht. Wist U, dat er op de wereld ook geen twee lucifers bestaan, die, wat de anatomische opbouw van het hout betreft, geheel gelijk zijn? Wat de tekening in het hout betreft (die natuurlijk ook elke leek direct en duidelijk kan zien en onderscheiden en waarvoor men geen wetenschapsmens behoeft te zijn) kunnen we de vol gende grotendeels wel bekende twaalf onderscheidingen maken: effen gemoireerd gevlamd gemoest gespiegeld gebloemd geaderd geappeld gewolkt geworteld gestreept gedrapeerd Doch ook hier is niets eentonig, beperkt, afgebakend. De ene tekening in het hout loopt vaak in een andere over, het ene figuur verloopt geleidelijk harmonisch om in een ander facet weer te voorschijn te komen. Er is een tijd geweest, dat velen van oordeel waren, dat mas sief hout voor meubelen boven alles ging. Men vergat soms, dat duizenden gefineerde meubelen in de vele musea bewezen heb- ben, dat ook vakkundig gefineerde meubelen honderden jaren goed zijn gebleven. Vooral in deze moderne tijd, met centrale verwarming etc. is het onnodig, vaak zelfs onverantwoord, m1 nog steeds aan „massief' voorkeur te geven. Spanningen in mas sief hout zijn ook veel groter dan die in houtprodukten. Houtprodukten zoals fineer, triplex, multiplex, meubelplaat en spanplaat hebben bewezen uitermate doeltreffend en degelijk te zijn bij de solide opbouw van meubelen en deels ook vaa betimmeringen. Voor vloeren (parket) verdient massief hout nog wel de voor keur. Wil niet vergeten, dat fineer reeds in de praehistorie var»" Egypte, dus vóór de dynastieën, werd toegepast. Eveneens dat ééa van de houten sacrofagen, teruggevonden in een Egyptisck» pyramide, was vervaardigd vanMultiplex.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1966 | | pagina 16