Boekhandel Van de Sande Sportnieuws Woensdag 2 maart 1908 DE VRIJE ZEEUW Pacrina 7 Haal vandaag nog wat Dames-Hockey Olympia I—Push V Schaatsen VERKERK EN SCHENK NIET NAAR HUWELIJK PRINSES BEATRIX Wielrennen De Vlaemynck wereldkampioen cyclocross Voetbal BELGISCH VOETBAL Incident bij wedstrijd Anderlecht—Daring raad van Terneuzen lijdende is aan een lust tot gebiedsuitbreiding op een dergelijke schaal. Het is onjuist te doen lijken alsof de gemeente Terneuzen de schuldige is van de herindelings plannen in Zeeuwsch-Vlaanderen. Het is eveneens onjuist te stellen dat alle industrie in Terneuzen gevestigd moet zijn en moet komen in de toe komst. Ook is het onjuist om in de eventuele grote middengemeente plaatsen als Axel en Sas van Gent, overigens geldt dit ook voor de andere ge meenten, nu reeds te beschouwen als het vijfdo wiel aan de wagen. Evenzo, dat de leefbaarheid zou beperkt worden. Mijnheer de voorzitter, dit zijn argumenten, die kant noch wal raken. Deze kunnen alleen inge geven zijn door zich thans de eigen zwakte goed te realiseren. Ik zeg dat niet graag, maar het „ge- schop rechts en links naar Terneuzen" noopt mij deze opmerking te maken. Ieder weldenkend mens zal begrijpen, dat het in de allereerste plaats gaat om de belangen van de streek en dat verschil in bevolkingsmentaiiteit een kwestie is van begrip en goede wil. Bovendien, dat het industriegebied niet alleen en uitsluitend toebedeeld is aan de huidige gemeente Terneuzen en dat de ethische en culturele uitingen zo maar niet afgekapt mogen worden. Ik zou zelfs durven stellen, dat het Terneuzen goed zou doen, wanneer hier een andere wind gaat waaien, gevoed door de andere gemeenten in het belang van de totale levenssfeer. Vanuit een oogpunt van bestuurlijk beleid, maar dan ook alleen uit deze gezichtshoek, heeft onze 'ractie bij vorige gelegenheden gepleit voor twee kanaalgemeenten. Wij hebben toen echter wel te verstaan gegeven, dat grotere verbanden, als toen geprojecteerd, niet tot de onmogelijkheden zouden behoren. Wij waren echter toen van oordeel dat de tijd nog niet rijp was. Wanneer wij nu, na bijna 3 jaar, geconfronteerd wórden met een voorstel tot vorming van één grote middengemeente, zijn wij van oordeel dat de bestuurlijke bezwaren nog niet weg te cijferen sijn, maar wèl dat zij zijn afgezwakt, evenals de nenselijke overwegingen. Deze afgelopen drie jaar is er zeer veel ten gunste veranderd. Na de hearing met de minister, alsmede na het naar voren komen van de stand punten van de diverse gemeenteraden, is het voor >nze fractie wel duidelijk, dat het huidige voor- itel van Gedeputeerde Staten oo het hoogste niveau !s bestudeerd en daarop is geïnspireerd, ook al noet dan de constructie van een zodanige gemeen- ie als een upicum in ons land worden beschouwd. Wii hebben zó het idee, althans zo kan men het stellen, dat wij als „proefkoniin" fungeren, met Ie zekerheid dat de beleidsmoeilijkheden wel zul len worden overwonnen, omdat uitgegaan kan worden van: a. een deskundig en krachtig gemeentebeleid en gemeentelijk apparaat; b. het industriële beleid en alles wat hiermede verband houdt. Ik meen dat de hogere overheid vertrouwen heeft in het oo gang brengen van het zeer zeker moeilijke beleid. Een feit is bovendien, dat de hogere overheid vertrouwen heeft in de ontwikkeling van de huidi ge gemeente Terneuzen. Dit vertrouwen is een pelangrijk gegeven, omdat wij daardoor zeker kun nen zijn te mogen rekenen op de steun van de hogere organen, welke steun noodzakeliik, en zelfs van levensbelang, is om de nieuw te vormen agglomeratie zo goed mogelijk bestuurbaar te ma ken. Wij kunnen in deze de mening van uw college, neergelegd in het pre-advies, volledig onderschrij ven. Daarom durft onze fractie een optimistische toon te laten horen, wel beseffend, dat deze be oogde samenvoeging niet lichtvaardig mag wor den opgevat. Uw college maakt bezwaar tegen een soort „Mtteriment". Aan experimenteren zijn steeds bezwjg éi verbonden, doch'' zii 'ziin noodza kelijk. Waar zou de huidige Wetenschap staan als er niet geëxperimenteerd wordt? Zouden wii ooit tot een Verenigd Europa komen als er niet ge ëxperimenteerd wordt met Europese gemeenschap pen? Dat nu juist Zeeuwsch-Vlaanderen, en dan met name het middengedeelte hiervan, een dergelijk experiment moet zijn, kunnen wij niet als een zo danig bezwaar aanvoelen om tegen het vóór ons liggende voorstel te stemmen. Het eerste en het tweede voorstel van Gedepu teerde Staten was ingesteld op een breed Schelcte- front voor onze gemeente. Het derde voorstel stelt naast een zo breed mogelijk Scheidefront van waaruit men de industriële ontwikkeling van Terneuzen, maar ook van de gehele kanaalzone moet zien een verdieping van het achterland cn een verbreding van de flanken. De verdieping acht ik momenteel zeer belangrijk in verband met het totale havengebied. Mijnheer de voorzitter, dit geeft ons, meer dan ooit in het verleden het geval is geweest, aanlei ding te pleiten, en wel met kracht van argumen ten, voor de vorming van één gemeentelijk haven bedrijf. Dit lijkt mij nu meer kansen te hebben en te prefereren boven een Havenschap. Wat Rotter dam en Amsterdam hebben, hetgeen tot nu toe goed werkt, moet ook hier mogelijk zijn. Als derde zeehaven van Nederland moet ons oog gericht zijn niet op Delfzijl, doch op Rotterdam en Amster dam. Het zal de bestuurlijkheid van het totale haven gebied van Terneuzen tot Sas van Gent, beter doen functioneren dan in Delfzijl. Daarnaast houdt dit voorstel een verbreding van de flanken in, dat enerzijds bedoeld is t.b.v. de leefbaarheidik denk aan recreatie maar anderzijds ook meer beweeglijkheid moet geven aan een gezonde opbouw en ontwikkeling van de kern Terneuzen, maar zeker en vooral voor de geheel nieuw te vormen agglomeratie. Mijnheer de voorzitter, wij zouden nog dieper op deze gehele materie kunnen ingaan, doch dit lijkt ons overbodig. Uw pre-advies aan de raad kan volledig onze goedkeuring wegdragen. Eén punt willen wii nog even aanvoeren, n.l. de naam van de eventueel nieuw te vormen middengemeente. In andere ge meenten is de wens te kennen gegeven dat deze naam niet „Terneuzen" moet zijn. Mijnheer de voorzitter, ik wil beslist niet chau vinistisch zijn, doch wel zeer uitdrukkelijk stellen, dat de naam Terneuzen de naam van de nieuw te vormen gemeente moet ziin. Terneuzen, het is al eerder gesteld, is nationaal en internationaal zon der meer een begrip. Wat zou Rotterdam zeggen als'deze havenplaats de naam kreeg ,.IJmond" en Amsterdam „Noordzee"? Laat men toch geen namen gaan zoeken, die volkomen onbekend zijn in de wereld. Ik hoop, mijnheer de voorzitter, dat, wanneer de hogere overheid deze ontwerpregeling tot wet zal verklaren, elke vorm van chauvinisme spoedig zal verdwijnen en dat men de handen ineen zal slaan om deze nieuw te vormen gemeente gezamen lijk tot grote bloei te brengen in het belang van de totale gemeenschap in Zeeuwsch-Vlaanderen. Wij moeten in deze durven vooruit zien en vertrouwen te hebben in ons zelf en in de streek waarover het thans gaat. Ik dank U voor Uw aandacht. De heer De Feijter: Mijnheer de voorzitter, in het pre-advies van burgemeester en wethouders aan de ,-aad. hetwelk wij met belangstelling tegemoet ge zien hebben, worden tal van bezwaren tegen dit nieuwe plan van Gedeputeerde Staten naar voren gebracht. Het college van burgemeester en wethouders is het niet eens, als het er om gaat, hoe groot deze bezwaren wel zijn. Er is dan een meerderheid die van mening is dat, ondanks de bezwaren, toch wel ingestemd kan worden met het voorstel van Gede puteerde Staten en een minderheid die dit plan niet aanvaardbaar acht. Evenals in het college van burgemeester en wet houders een meerderheid en een minderheid is, is dit ook in onze fractie het geval. Ook wij hebben allen bezwaren tegen dit plan. Voor mijn fractie genoten zijn die van de zelfde aard als de meerder heid van burgemeester en wethouders deze ziet. Voor mij zijn de bezwaren iets groter, zodanig dat ik niet vóór dit plan zal stemmen. Hetgeen ik ver der hierover wil zeggen is dus niet namens onze fractie als geheel bedoeld. Bij het doorlezen van de toelichting van Gede puteerde Staten op dit nieuwe plan, valt het op dat met de mening van de overgrote meerderheid van de gemeenteraad van Terneuzen, zoals deze naar voren kwam bij de behandeling van het 2e plan van Gedeputeerde Staten, geen rekening is gehou den. Toch is dit standpunt duidelijk toegelicht bij de hearing met de Minister van Binnenlandse Zaken. Er wordt blijkbaar bij Gedeputeerde Staten alleen rekening gehouden met de wensen van de gemeenteraden wanneer dit in bun beleid te pas komt. Dit zou allemaal nog te begrijpen zijn wan neer in het beleid van Gedeputeerde Staten een vaste lijn te vjnden was, maar dat is geenszins het geval. Bij het doorlezen van de toelichtingen op het eerste, het tweede en het derde plan is niet alleen geen lijn te vinden, maar Gedeputeerde Staten spreken zichzelf herhaaldelijk tegen. Dat is ook het geval met de vraag of er één of twee kanaal zone-gemeenten zullen komen, dus juist wat voor onze gemeente van grote betekenis is. In de toelichting op het 2e plan wordt door Gedeputeerde Staten gesteld: „Ongeacht het aantal in de kanaalzone te vormen gemeenten zal tot oprichting van een havenschap moeten worden overgegaan, omdat het noodzakelijk is dat rijk en provincie daarin vertegenwoordigd zijn. Hoewel wij van oordeel zijn dat louter op economische gronden de vor ming van één gemeente in de kanaalzone te verdedigen ware, verzetten andere factoren zich daartegen. Wij menen dat aan de vorming van twee ge meenten in dit gebied de voorkeur moet worden gegeven: enerzijds op grond van het feit, dat het karakter van de bevolking in de zuidelijke ge meenten van de kanaalzone in verschillende opzichten afwijkt van dat van de bevolking in de noordelijk gelegen gemeenten, anderzijds omdat de uitbreiding van Terneuzen, bij de ver wachte expansie, niet in zuidelijke richting moet worden gezocht. Bovendien zou bij vorming van één gemeente de stad Terneuzen zeer excen trisch zijn gelegen." In de toelichting op het 3de plan schrijven Gede puteerde Staten: „Na ampele overwegingen en na kennis neming van alle hierop betrekking hebbende stukken zijn wij echter nu van oordeel, dat rea lisering van een zodanig plan (liet tweede plan) geen voorkeur verdient." Dit is dus juist het tegenovergestelde van wat in het tweede plan betoogd wordt en dat, terwijl de omstandigheden ten aanzien van de bevolking niet zijn gewijzigd. Ook de gehele gemeenteraad van Sas van Gent wil twee kanaalzone-gemeenten. Wat Gedeputeerde Staten nu voorstellen blijkbaar op aandrang van de Minister van Binnen landse Zaken is dus 10 gemeenten tot één ge meente samenvoegen. Het is nog altijd mijn mening dat de bestuurskracht van een dergelijke gemeente vele malen kleiner zal zijn dan die van het Terneu zen, zoals wij dit nu kennen, zulks temeer daar verschillende aan de hierbij betrokken gemeenten deze samenvoeging niet willen... Als met samenvoegen van gemeenten iets bereikt wil worden, zal er toch een wederzijdse bereidheid gevonden moeten worden bij de desbetreffende gemeenten, anders zal het niet mogelijk zijn een goede en krachtige bestuurseenheid op te bouwen. Bij de bespreking van het tweede plan van Gede puteerde Staten heb ik in deze raad gezegd dat ik er geen bezwaar tegen had, dat Hoek en Biervliet bij Terneuzen gevoegd werden, als deze gemeen ten dit zelf wilden. Deze mening ben ik nog toe gedaan; de andere gemeenten moeten dit zelf wil len. Als alle gemeenten die bij dit nieuwe plan be trokken zijn zouden wensen samen één nieuwe gemeente Terneuzen te vormen zou ik mijn be zwaren tegen dit plan opgeven. Nu dit niet het geval is kan ik er niet vóór stemmen. Burgemeester en wethouders schrijven op de laatste bladzijde van hun pre-advies: „Mocht het plan echter gerealiseerd worden dan zal ons voltallig college daaraan op de meest loyale wijze zijn medewerking verlenen in de verwachting, dat ook alle andere partners zich positief zullen opstellen." Dat zullen wij allemaal moeten doen, zowel voor- als tegenstanders van dit plan in deze raad, maar niet alleen in onze gemeente maar ook in de andere gemeenten. Zo kunnen de vele moeilijkheden, die zich onge twijfeld zullen voordoen, zoveel mogelijk tot een oplossing worden gebracht. De here Ramondt: Mijnheer de voorzitter, wij willen onderschrijven wat in het vóór ons liggende pre-advies door burgemeester en wethouders is gesteld, namelijk dat, hoewel formeel een behande ling door de raad niet noodzakelijk is, dit nieuwe herindelingsontwerp dusdanig belangrijk afwijkt van de beide eerder aan de orde geweest zijnde voorstellen, dat het ook ons wenselijk voorkomt over dit Voorstel alsnog het gevoelen van de raad aan Gedeputeerde Staten mede te delen. Het zal U uiteraard duidelijk zijn dat het huidige plan door ons met andere gevoelens benaderd en gewaardeerd wordt dan door meerdere overige leden van deze raad. In verband hiermede mogen wij U er op wijzen dat bij de behandeling van het eerste herindelings ontwerp in de raadsvergadering van 22 juli 1963 door ons het plan, zoals dit thans vóór ons ligt, reeds in grote lijnen is bepleit. Dat destijds onze gedachtengang niet volledig werd afgewezen blijkt duidelijk uit het nu van burgemeester en wethouders ontvangen pre-advies waarin uit het toen door de raad aanvaarde voor stel geciteerd wordt: „Mochten Gedeputeerde Staten alsnog tot de overtuiging komen dat de vorming van één ge meente in de kanaalzone gewenst is; dan zouden wij aan een oplossing in breder verband de voorkeur geven boven de vorming van een lange doch vrij smalle kanaalgemeente. Als-dan kie zen wij voor één grote centrale gemeente, in het oosten begrensd door een grote gemeente Hulst en in het westen door één of twee gemeenten in West Zeeuwsch-Vlaanderen". Mijnheer de voorzitter, wij achten ons niet ge roepen de daarop volgende alinea van uw advies te bestrijden, als daar gesteld wordt dat het niet ondenkbaar is dat Gedeputeerde Staten mede ge ïnspireerd zijn tot hun huidige plan door de in het voorgaande geciteerde passage uit uw voorstel van 1963. Wij hebben er geen behoefte aan om, staande deze vergadering, het vóór en tegen van het hui dige plan opnieuw in discussie te brengen. Tijdens de hearing, gehouden met de Minister van Binnen landse Zaken en het college van Gedeputeerde Sta ten, hebben wij voor het huidige plan gepleit en daarbij een aantal argumenten opgesomd welke naar onze mening dusdanig belangrijk waren dat zij zwaarder wogen dan de ook thans in het raads voorstel genoemde nadelen en mogelijke risico's. Ons standpunt in deze is de gehele raad bekend. Met waardering hebben wij kennis genomen van verschillende positieve suggesties in het huidige voorstel. Wij zijn er van overtuigd dat, zodra de gemeentebesturen in hun gedachtengang er van overtuigd zijn dat de plannen in hun huidige vorm doorgang vinden, van meerdere zijden deze reac ties zullen volgen. Ook wij wensen geen naams verandering, maar willen graag de wettelijke mo gelijkheden voor een binnengemeentelijke decen tralisatie en contactversteviging tussen de bevol king en het bestuursapparaat helpen bevorderen. Resumerend zouden wij nog dit ter motivering van onze instemming met het huidige voorstel wil len stellen, namelijk dat, met begrip voor de vele praktische bezwaren welke deze herindeling onge twijfeld zal hebben, wij deze herindeling in een groter perspectief zien, zodanig dat de gemeente lijke herindeling en de toekomstige ontwikkeling van Zeeuwsch-Vlaanderen in de eerste plaats ge zien moet worden in een nationaal kader, waar in verdisconteerd dient te worden boe en waar wij onze snel groeiende bevolking werkgelegenheid tn leefruimte kunnen geven. Wij zijn er van overtuigd dat in de nabije toekomst geheel de ruimte rond de kanaalzone hierbij betrokken zal worden. Wij mogen met voldoening vast stellen dat Terneuzen een schoolvoorbeeld is van de enorme betekenis van een sterk gemeentelijk beleid voor de plaatselijke ontwikkeling. Wij zijn daarom dan ook van mening dat schaal vergroting van de gemeentelijke bestuursvorm op weegt tegen de anders onontkoombare constructies van bovengemeentelijke bestuursvormen en be- stuursdelegaties. De heer Van Breda Vriesman: Mijnheer de voor zitter, mevrouw, mijne heren raadsleden, naar aan leiding van de herindeling zou ik gaarne in uw midden onze visie hierover willen geven. In diverse raadsvergaderingen wordt kritiek ge leverd op de wisselende voorstellen van Gedepu teerde Staten. Vergeten wordt hierbij in beschou wing te nemen de explosieve industriële ontwikke ling, die sinds het eerste ontwerp heeft plaatsge vonden. Wat destijds juist bleek, zou nu niet toe reikend zijn. De juiste bestuurlijke houding moet zijn: bijblijven en vooruitzien. Dit is de taak van Gedeputeerde Staten. Het is m.i. onaannemelijk dat een lichaam als Gedeputeerde Staten er op uit is om verschillende gemeenten in Zeeland dwars te zitten. Het getuigt van durf en visie om een destijds gemotiveerd plan terug te nemen en daarbij bepaalde, destijds juiste inzichten, terug te nemen en door een moedig plan te vervangen. De ontwikkeling der industrie, zoals we die nu hebben gezien, is nog maar een begin van wat ko men gaat. Wij kunnen de klok niet meer terug zetten. Terneuzen is wat zijn ligging betreft, aan de Schelde, aan het spoedig verbrede kanaal naar Gent een ontwikkelingskerngemeente, centrum van bijna alle Rijksdiensten de aangewezen plaats waar bestuurlijk beslissingen kunnen worden genomen over vestigingsmogelijkheid voor industrie, behui zing en recreatie. Het gebied van Scheldehaven Terneuzen tot aan de Belgische grens samengevoegd als één bestuu:- lijk gebied, werkt sneller, voorkomt doublures en maakt het voor onderhandelingen ideaal werken. Het gebied is zeer ruim genomen, zodat er voor woningbouw en recreatie een keus gemaakt kan worden naar ieders behoefte. Indien deze grote bundeling tot stand zou komen, dan zal onze ge meente ook anderen laten delen in zijn snelle ont wikkeling. Niet het persoonliike eewin, dat dit plan zal op leveren voor de enkeling door bozere waarde van grond en huizen mag in het sp.el zijn, wèl de grote en snelle ontwikkeling die dit gewest hierdoor zal gaan beleven. Ik hoop hiermede een kort overzicht te hebben gegeven van de redenen die mij doen besluiten om te stemmen vóór het meerderheidsvoorstel van burgemeester en wethouders. Er werd nog gespro ken over het verschil in geaardheid. Ik meen dat dit wel te overkoepelen is. U. mijnheer de voorzitter, heeft daarmede in Smilde ook s' ervaringen mee opgedaan. Onderling in de verschillende delen kwamen wel eens, naar ik meen, mo"''liilrheden voor, maar naar buiten vormde men één front. Dat zal ook in de nieuwe, grote gemeente wel eens het ®eval zijn. Waar men sen ziin krijgt men tegenstellingen. Mijnheer de voorzitter, met opzet heb ik een tere zaak als laatste wilen bewaren: de naam. Het is verwarmend te horen, hoe ieder zijn eigen gemeente trouw i« en ook vindingrijk is in het noe men van historische namen. Waarom? Een vrouw die in het huwelijk treedt geeft vaak een heel mooie naam on, voor een soms minder mooie, waar zij niettemin in de toekomst trots on hoopt te zijn. In 30 jaar huisoraktiik heb ik nooit een vrouwe lijke patiënte gehad, die psvchische moeilijkheden had over haar verloren meisjesnaam. U weet allen, dat de naam Terneuzen overal ter wereld een gekende klank heeft gekregen. De naam staat bij loodsd.iensten, Quarantaine, landkaarten en op aile drukwerk, briefhoofden, vracht- en be stelauto's genoemd Het opgeven van deze naam zou financieel zeer kostbaar worden. Bovendien kan ik de noodzaak niet zien. Natuurlijk zouden na de herindeling de verschil lende namen blijven bestaan en gemakshalve zou er toch een oplossing moeten worden gecreëerd door de vorming van voorzieningen voor plaatse lijke aangelegenheden, zoals voor geboorte-aangif ten enz. Rijswiik is b.v. Den Haag, Hoek van Hol land is Rotterdam. Ook zijn er gemeenten die meelok hun blik iets teveel in zuidelijke richting hebben gewend, met de rug naar de Schelde. Hopelijk zullen zij Gedeputeerde Staten volgen. Ik dank U voor Uw aandacht. De heer Dieleman: Mijnheer de voorzitter, nu de raadsleden in de gelegenheid gesteld worden hun mening te geven over het voorstel tot gemeente lijke herindeling, wil ik in het kort hierover iets zeggen. Dat de gemeente Terneuzen een snelgroeiende gemeente is kunnen wii zien en is met vele feiten te bewijzen en ik zou dit een natuurlijke groei wil len noemen. Wanneer we echter de plannen voor de gemeentelijke herindeling regelmatig volgen dan is de groei van de gemeente Terneuzen nog sneller en is dat naar mijn gevoelen geen natuurlijke groei meer. Ik weet wel dat men in een tijd leeft van concentreren en samenvoegen en dat men dit als het ware ziet als iets waaraan niet te ontkomen is. Men wordt als het ware gedrongen alles in grotere verbanden te zien. De motiveringen van Gedepu teerde Staten om te komen tot steeds groter wor dende verbanden heeft mij niet overtuigd van de noodzaak om tot dit vóór ons liggende plan te komen. Ik ben van mening dat de afstand tussen be stuurders en bestuurden te groot wordt, zodanig dat dit dan weer allerlei voorzieningen vraagt, wat ook weer voor vele zaken vertragend kan worken en bovendien weer extra-kosten meebrengt, zodat er dus wat de financiële kant betreft geen voordeel in zit. Bovendien meen ik dat, wat de bestuurbaar heid van deze nieuwe combinatie betreft, deze vele moeilijkheden zal opleveren, waardoor de beoogde besluitvaardigheid niet zal bevorderd worden. Be halve de genoemde zaken spreken nog andere be zwaren mij aan. Voor de gemeenten die door deze herindeling moeten verdwijnen vind ik deze zaak toch wel zo ingrijpend dat het voor mij principieel nog wel de vraag is of dit alies wel verantwoord is. Men moet zich ook eens even in de plaats stellen van die gemeenten die vele jaren een hechte gemeenschap vormen, welke naar mate die gemeenten kleiner zijn evenwel als het ware sterker zijn. Dit alles wordt opgeofferd aan een meer en meer veld win nende gedachte van concentratie naar steeds gro tere verbanden. Ik vind dat deze herindeling veel overeenkomst heeft met het maken van een grote jas uit verschil lende kleine jasjes. Wanneer men daar een kleer maker opdracht voor zou geven dan zou hij zeg gen dat het moeilijk is om daar iets goeds van te maken, omdat men te veel eenheden aan elkaar moet zetten en de kans is dan groot dat dit geen sterke jas wordt. Ik zou er vóór kunnen wezen om de grenzen van de gemeente uit te breiden, want ik meen dat dit een redelijke behoefte is en dat is door overleg en samenwerking wel te be reiken. Mijnheer de voorzitter, ik kan mijn stem echter aan dit voorstel niet geven. De heer Huijbrecht: Mijnheer de voorzitter, het woord voerende namens het andere deel van onze fractie, dus mede namens de heer Brakman, zou ik met betrekking tot het vóór ons liggende informele voorstel van Gedeputeerde Staten het volgende willen opmerken. Bij het afwegen van de verschillende factoren welke vóór of tegen dit herindelingsplan zouden pleiten zijn er toch wel die ook wij als een bezwaar op bestuurlijk gebied moeilijke constructie, welke ontstaat na de realisering van dit plan. aanvoelen. Daarbij is het voornaamste bezwaar de Het ware ons dan ook liever geweest als dit plan eni;tijd later aan de orde was gekomen, nadat er enig structureel patroon in de streek was ontstaan. In feite staan wij nu nog maar aan het prille begin van een onwikkeling en de plannen zoals deze er nu uitzien hadden wij gedacht in een tweede fase. Gezien echter dit voorstel moet deze gang van zaken als uitgesloten worden geacht. Er van uigaande da alle argumenten welke zowel vóór als tegen het voorstel kunnen worden inge bracht eigenlijk veronderstellingen zijn, is het dus zaak er voor te zorgen dat een te nemen besluit niet wordt beïnvloed door emotionele overwegingen of andere psychologische factoren. In engere zin bezien zijn wij gekozen om Ter neuzen te besturen, voor de belangen van Terneu zen te waken en voor die taak alleen. Niettemin zijn wij bereid ons niet te beperken tot het be schouwen van dit engere gebied alleen, temeer om dat het hier niet gaat om een uitsluitend Terneu- zens belang, zelfs niet of een Zeeuwsch-Vlaamse of een Zeeuwse zaak maar om een zaak die in de toekomst ruimtelijk en economisch van nationale of nog verdere betekenis wordt. Waarbij komt de dwingende noodzaak dat dit gebied ten behoeve van de ruimtelijke ordening als één geheel wordt beschouwd zodat een evenwich tige en verantwoorde structuur wordt verkregen. Hierdoor ontstaat een grotere waarborg voor het verkrijgen van een leefbaar milieu, in tegenstelling tot de chaotische toestanden welke elders wel wor den aangetroffen. Ten behoeve van de economische factor is het voorspel gewenst doch niet noodzakelijk. Indien bet echter niet wordt gerealiseerd, zal men echter reke ning dienen te houden met het feit dat de instelling van een bovengemeentelijk bestuursorgaan of ge meenschappelijke regelingen noodzakelijk zal zijn. In het licht van deze laatste factoren bezien 'S het voorstel van Gedeputeerde Staten aanvaard baar. De andere mogelijkheden betekenen een uit holling van de normale taak van de verschillende gemeenteraden, waardoor meer afstand ontstaat tussen inwoner en bestuur. Dat deze afstand ook zou ontstaan door realisering van het voorstel van Gedeputeerde Staten is o.i. niet overtuigend. Niet in de eerste plaats de geografische afstand is in dit geval bepalend doch het aantal inwoners. Hoe groter de massa, des te groter zal de afstand tussen kiezer en bestuur zijn. De nieuwe gemeente zal in het begin geen har monisch geheel vormen; dat is ons ook duidelijk en wij voelen het als een nadeel. Wij zijn echter van mening dat in de toekomst de z.g. lokale belangen zullen wijken voor de druk van de bevolkingsaan was en de daarmede samengaande economische expansie. Een gemeente, als bedoeld in de brief van Gede puteerde Staten, zal in ieder geval een groter draagvlak opleveren om de centrale voorzieningen te financieren, zodat deze druk niet alleen zal rus ten op de oude gemeente Terneuzen en zijn inwo ners. Dit plan van Gedeputeerde Staten, in grote lijnen overeenkomende met een plan dat in 1963 ontworpen is door de stedebouwkundige van de gemeente Terneuzen, is reeds op 22 juli 1963 door ons aanvaardbaar genoemd indien het college van Gedeputeerde Staten dit zou voorstellen. Al deze factoren afwegende komen wij tot de conclusie dat, hoewel ook wij bezwaren veronderstellen, wij toch met het plan kunnen instemmen, omdat er grotere dan de lokale belangen mede gediend zijn. Tenslotte, mijnheer de voorzitter, is het teleur stellend te moeten lezen dat zelfs de naam van de nieuwe gemeente reeds een punt van discussie is geworden. Ik zou in dit verband willen besluiten met hetgeen een bekend Frans schrijver en mora list uit de 17e eeuw eens heeft gezegd: „Hoe schitterend een daad ook moge zijn, men mag haar slechts voor groot houden, indien er een grote bedoeling aan ten grondslag lag". De heer Waverijn: Mijnheer de voorzitter, net is in onze fractie bijna regel geworden dat, wanneer wij het eens zijn, de fractievoorzitter het woord voert. Nu er verschil van mening is willen de heer Ollebek en ik onze stem nader motiveren. Bij de heer De Feijter liggen de bezwaren iets zwaarder dan bij ons. Graag wil ik nog even duidelijk stellen dat dit plan nimmer is uitgegaan van Terneuzen. Vaak denkt men dat deze gemeente een en ander ver oorzaakt heeft, doch dat is niet het geval, althans op een enkele uitzondering na. De conclusie van de heer Ollebek en mij is, dit plan te aanvaarden en niet nodeloos langer te rekken. (Slot volgt) (Adv.) cms Romans Fopulair-wetennehappeUj» Sport Woordenboeken een enorme keuze ook root do jaugd Na een lange gedwongen rust periode speelden de dames van Olympia I de eerste wedstrijd van de tweede helft der competitie tegen de dames van Push V uit Breda. Niet onder de indruk van de le plaats op de ranglijst van Push V trok Olympia direct na de aan vang met overtuiging ten aanval. Dit resulteerde reeds na drie mi nuten in een doelpunt, gescoord door de rechtsbuiten Liesbeth Terschuren (10). Ongeveer 17 minuten later maakte Push V ge lijk (1—1). Na tien minuten in de tweede helft scoorde de spil van Olym pia M. J. de Coninck (21). En kele minuten later maakte Push V voor de tweede maal gelijk (22). Midvoor R. Mullaert van Olympia nam hier echter geen genoegen m.ee en bracht de stand op 3—2. Deze tegenslag was te veel voor Push V, want korte tijd daarna bracht R. Mullaert de stand op 42, hetgeen tevens de einduitslag werd. De dames van Olympia hebben hiermede een nuttige zege be haald op een beter spelend en beter geplaatst Push V. Wereldkampioen Kees Verkerk en Ard Schenk, houder van de Euro pese titel, zullen geen gehoor kunnen geven aan de uitnodiging aanwezig te ziin bij het huwelijk van prinses Beatrix en de heer Von Amsberg. Deze uitnodiging, zo bijzonder eervol voor de jon gens en uiteraard ook voor de Koninklijke Nederlandse Schaat send jdersbond. is aanleiding geweest tot pogingen om van de reeds aangegane verplichtingen af te komen. Getracht is de wedstrijd waarvoor Kees en Ard hadden toegezegd te zullen starten, één dag te ver vroegen. Dit bleek niet mogelijk. Evenmin was het mogelijk huis waarts te keren vóór die wed strijd, omdat de gehele groep in het hoge noorden gezamenlijk per vliegtuig reist en het verlaten van de groep door de beide Ne derlanders het nodig zou hebben gemaakt een afzonderlijke ma chine te charteren teneinde hen naar Nederland te kunnen terug brengen. Dat alle pogingen van de rijders en van de bond om op 10 maart aanwezig te kunnen zijn in Amsterdam zijn mislukt wordt uiteraard door allen betreurd. Het is prettig te weten, 'hld js voegt dé K. N. S. B. er aan toe, dat voor de afwezigheid vol komen begrip bestaat, zowel bij het hof als bij de Nederlandse regering. De Belg Eric de Vlaemynck beeft zondag in Beasain de we reldtitel cyclocross voor zich op geëist De Italiaan Renato Longo, houder van de titel, kwam aan het eind van de derde ronde ten val, waarna hij de strijd staakte. De Vlaemynck legde de 23 km af in 1 uur 2 min. 57 sec. De Zwitser Hermann Gretener werd tweede en de sterke Duitse crosser Rolf Wolfshohl derde. De Nederlandse kampioen Huub Harings ging als vierde over de streep. De uitslag luidt: 1. De Vlaemynck (Belg) de 23 km in 1.02.57 2. Gretener (Zwits.) op 12 sec. 3. Wolfshohl (W. Did.) op 40 sec. 4. Harings (Ned.) op 55 secon den. Een wel zeer ongebruikelijk slot kreeg de Brusselse derby AnderlechtDaring. Enkele mi nuten voor het einde kreeg An derlecht bij de stand 00 een strafschop toegewezen wegens hands van een Daring-verdediger. Vanaf de elfmeterstip schoot Jurion raak. Iedereen kon zich verenigen met de scheidsrechter lijke beslissing, behalve Daring- voorzitter Marcel Fluche. Deze verhief zich van zijn zetel op de eretribune en schreeuwde zijn spelers toe, dat zij niet verder moesten spelen. De Daring-elf gehoorzaamde en kwam niet meer op het veld terug. Anderlecht zag Standard, dat met 10 van FC Luik won, twee punten dichterbij komen, maar het verschil ;s bij een gelijk aan tal wedstrijden nog altijd zes punten. De uitslagen BeerschotAntwerp 21 BerchemRacing White 1—1 AnderlechtDaring 10 ge staakt. BeeringSt. Truiden 11 FC LuikStandard 01 TilleurLa Gantoise 11 FC Brugge—CS Brugge 3—1 MechelenLflerse SK 0—0

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1966 | | pagina 7