'voed u goed' tip
fijne vleesjus
HOOFDSCHOTEL? VLEES!
Gemeenteraad van Terneuzen
van chef-kok Henri Eksteen,
nu met hoofdonderwerp:
GRATIS BOEKJE
DE VRIJE ZEEUW
Pagina 7
gehouden op donderdag 9 december 1965
(Slot)
,voed u goed'
't Succes van uw warme maaltijd begint bij de jus. En voor lekkere jus
heeft u vlees nodig: hetzij klein vlees dat u bakt in de koekepan of
groot vlees dat u braadt in de braadpan. Gebruik daarvoor niet alleen
margarine of boter, maar beslist ook een stukje vet (voor de geur en de
smaak!). Laat boter en vet eerst smelten en heet worden. Doe pas
dan 't vlees in de pan. Houd u aan de voorgeschreven bak- of braadtijd.
Water toevoegen bij scheutjes tegelijk. Advies: laat eerst een stukje
wortel, ui en 1/8 laurierblad meebraden. Of voeg na 't braden een
lepel tomatenpuree toe. Uw succes is verzekerd!
Maandag 7 Dinsdag 8 rebruaö 190*?
De Voorzitter: Volgnummer 243
Mevrouw, mijne heren, ik wil thans graag over- De heer Ramondt: Mijnheer de voorzitter, het is
gaan tot de bladzijdsgewijze behandeling van de
begroting.
Volgnummer 20
De heer Hol: Mijnheer de voorzitter, in deze
post is rekening gehouden met studietoelagen voor
een zevental studerenden. Hoeveel daarvan stu
deren bij de Zeeuwse Bestuursschool?
De Voorzitter: Van deze zeven studeert er mo
menteel één bij de Zeeuwse Bestuursschool. De
rest volgt nog de lessen van de oude cursussen.
Volgnummer 92
Mevrouw DoomsOrtelee: Graag wil ik ver
nemen hoe hoog het aantal inwoners moet zijn
om het politiekorps te mogen uitbreiden?
De Voorzitter: Dat kan ik U op dit moment
niet zeggen. Mijnerzijds worden voorbereidingen
getroffen een voorstel te doen aan de minister
tot uitbreiding van het korps.
De heer Hol: Wij hebben een door de inspec
teur-korpschef gemaakte studie over de handha
ving van de verkeerswetgeving ontvangen. Ik neem
aan dat dit boekwerk aan alle raadsleden is toe
gezonden. Graag wil ik daarvoor onze erkentelijk
heid uitspreken. Persoonlijk ben ik van mening
dat het een compliment waard is, dat, naast de
taak die deze functionaris heeft, hij toch nog kans
heeft gezien van deze materie, welke in de al
gemene belangstelling staat, een studie te maken
en daarmede te trachten de verkeersveiligheid te
bevorderen.
me herhaaldelijk opgevallen, dat men met een
veegwagen bezig is, terwijl bovendien nog een
aantal mensen van openbare werken meewerkt
om het straatvuil te verwijderen, dit laatste omdat
men met de veegmachine niet 'door kan werken
door geparkeerde auto's. Graag zou ik zien dat
eens onderzocht werd of op een zodanige wijze
een parkeerverbod kan worden ingesteld, dat. men
normaal met de veegmachine kan doorwerken.
De heer De Vos: Ik ben het met de heer Ra-
mondt eens, maar ik acht het moeilijk te ver
wezenlijken daarvoor parkeerverboden in het leven
te roepen. De auto's moeten toch immers ergens
geparkeerd worden. De ene dag een parkeerver
bod voor de ene kant en de andere dag voor de
andere kant, zoals men dit systeem in België kent.
kan alhier niet toegepast worden. Ik zal dit pro
bleem nog eens bespreken met de inspecteur
korpschef, maar ik ben daaromtrent niet zo op
timistisch gestemd.
Volgnummer 384
De heer Weterings: Kan het internaat voor
schipperskinderen op korte termijn gerealiseerd
worden?
De heer De Vos: Momenteel kan ik daarover al
leen maar zeggen, mijnheer de voorzitter, dat
daarover enige moeilijkheden zijn gerezen en dat
getracht zal worden deze op te lossen.
De heer Weterings: Dat meende ik al.
De Voorzitter: De rijksgoedkeuring voor de bouw
van dit internaat zal worden verleend.
De Voorzitter: Ik dank U zeer, mijnheer Hol. Ik
zal dit compliment graag overbrengen aan de heer
Van Ooijen.
Hoofdstuk IV. Volksgezondheid
De heer Huijbreeht: Mijnheer de voorzitter, bij
de beantwoording van de verschillende bij de al
gemene beschouwingen gestelde vragen is gesteld
dat de hinderwet voldoende waarborgen biedt op
het gebied van de luchtverontreiniging. Natuurlijk
ben ik terzake niet deskundig, maar ik heb ge
tracht daarover wat lectuur te verzamelen. Ver
schillende schrijvers, die deskundig geacht moeten
worden, zijn van mening dat de hinderwet onvol
doende waarborgen biedt tegen de luchtveront
reiniging. Ik zou U willen vragen de raad bij een
volgende gelegenheid concreet in te lichten om
trent de bescherming welke de hinderwet biedt.
De Voorzitter: Wy zullen daarover eens een
notitie laten maken en deze ter kennis brengen
aan de gemeenteraad.
De heer Hamelink: Mijnheer de voorzitter, ik
spreek mijn teleurstelling er over uit dat het niet
mogelijk blijkt te zijn de doorlichting ieder jaar te
doen plaatsvinden. Ik heb vernomen, dat er elders
wederom een z.g. tbc-explosie is geweest. Mij i
bekend dat in de regel de-werknemers vanwege
hun bedrijf worden doorgelicht. Sommige bedrij
ven zijn reeds overgegaan tot een doorlichting om
het halfjaar.
De echtgenoten en de kinderen worden veel
minder doorgelicht. Ik stel U voor de mogelijkheid
te bezien om elk jaar de apparatuur naar Terneu
zen te laten komen ten behoeve van een algemeen
onderzoek.
De Voorzitter: Wij zullen dit nader laten on
derzoeken. Ik ben wat dit punt aangaat niet opti
mistisch gestemd.
Hoofdstuk V. Volkshuisvesting
De heer Huijbreeht: Al vele jaren wordt de vraag
gesteld hoe hef staat met het saneringsplan. Ik
heb nu uit de beantwoording van de vragen, ge
steld tijdens de algemene beschouwingen, begre
pen, dat binnenkort nog maar een partieel plan
zal worden ingediend, doch nog niet een plan voor
het geheel. Wanneer denkt U ons een plan voor
het geheel van de kom te kunnen aanbieden?
De heer De Vos: Ik moet zeggen, dat deze vraag
mij enigszins verbaast. Wij hebben al heel lang
een saneringsplan voor het gehele gebied. Duide
lijk is wel gebleken, dat dit plan in zijn geheel
niet uitvoerbaar is.
Nu zijn wy voornemens U een bestemmingsplan
voor de gehele binnenstad aan te bieden, waarvan
een gedeelte wordt uitgewerkt, terwijl de rest
een bestemming verkrijgt, waardoor de belang
hebbenden zo weinig mogelijk worden belemmerd
in hun plannen tot verbetering van hun panden
Gaat men daadwerkelijk over tot sanering van
het nader in onderdelen uitgewerkte gedeelte, dan
kan daarna wederom een ander gedeelte op die
manier worden uitgewerkt.
Hoofdstuk VI. Openbare Werken
De heer Hol: Graag wil ik mijn waardering uit
spreken voor het plaatsen van een abri bij de
bushalte aan het Schoolplein. Met name bij slecht
wèer betekent dit een vooruitgang.
De heer Huijbreeht: Bij hoekpanden doet zich
vaak de gelegenheid voor garages te bouwen,
waardoor er weer wat auto's van de straat ver
dwijnen. De moeilijkheid is dat men door de brand
gang met een auto niet mag rijden. Kunt U geen
modus vinden om de mensen in staat te stellen
bij die woningen garages te bouwen?
De heer De Vos: In de regel behoeft men om
een garage bij een hoekwoning te bereiken, niet
door de brandgang te rijden, daar men toch een
garage op het achtererf zou kunnen bouwen.
De heer Huijbreeht: Bij huurwoningen, die geen
eigendom van de gemeente zijn, moeten zowel de
eigenaar als de gemeente daarvoor de nodige ver
gunningen afgeven en het bleek mij, dat deze
twee instanties het hierover niet eens zijn.
De heer De Vos: Mij is niet bekend, dat zich
hierover moeilijkheden hebben voorgedaan. Her
haaldelijk gebeurt het overigens dat vergunnin
gen worden afgegeven, waarbij door de brand
gang gereden moet worden. Een andere vraag is
of dat ideaal is. Persoonlijk ben ik van mening
van niet, omdat het de brandgangen onveilig
maakt. De kinderen, die op de openbare weg al
gevaar lopen, zijn dan ook niet meer veilig in de
brandgangen. De vergunningen worden overigens
altijd eerst afgegeven nadat de omwonenden heb
ben verklaard er geen bezwaar tegen te hebben
Daartoe moet door de aanvrager altijd een ver
klaring worden overgelegd.
De heer Weterings: Naar ik meen houdt de rooi
lijn hier ook mee verband. Bij vele hoekhuizen is
vaak wel ruimte om een garage te bouwen, doch
de rooilijn verhindert dat.
De hegr De Vos: Inderdaad doet zich dat wel
voor.
De Voorzitter: Ik heb de indruk, dat men naar
.lelijke maatstaven zeer bepaald soepel is.
De heer Huijbreeht: Dat betwijfel ik, mynheer
ue voorzitter.
De heer Hol: Het is toch mogelijk, met toepas
sing van artikel 20 van de Wederopbouwwet een
bouwvergunning te verlenen onder goedkeuring
van het college van Gedeputeerde Staten? Dan
is het toch mogelijk dit gebouw daar te plaatsen
Stel, dat er bezwaren worden ingebracht tegen
het verlenen van deze vergunning, is het dan zon
der meer voldoende dat die bezwaren worden
ingediend of wordt daarnaar een onderzoek inge
steld? Hoe is eigenlijk de procedure?
De Voorzitter: In het algemeen worden de in
gediende bezwaren op hun merites beoordeeld.
Volgnummer 570
De heef Hamelink: Als ik het goed heb begre
pen is het de bedoeling van het college van bur
gemeester en wethouders ten aanzien van het
open jeugdwerk een verantwoord subsidiebeleid
te voeren. Daarmede ben ik het volkomen eens.
Van alle zijden is veel lof uitgesproken ten aan
zien van de initiatiefnemers op dit gebied, maar
ik geloof niet dat men daarmede de tekorten
straks kan dekken. Wellicht is het mogelijk een
éénmalige aanloopsubsidie aan deze instellingen
te verstrekken. Later kan dan worden bezien
of dat verantwoord is. Ik zou het op prijs stellen
indien U dit eens nader zou willen onderzoeken.
De heer Weterings: Ik wil dit voorstel graag
ondersteunen.
De Voorzitter: Wij moeten dit nog in ons college
bespreken en het mede bezien in verband met de
financiële consequenties. Van dit laatste zou U
nog wel eens kunnen schrikken.
Volgnummer 588
De heer Weterings: Mijnheer de voorzitter, ik
stel voor het subsidie aan de V. V. V. te bevriezen.
De Voorzitter: Mevrouw, mijne heren, wordt dit
voorstel ondersteund?
De heer Hol: Dat houdt toch wel bepaalde con
sequenties in?
De heer Weterings: Ik zou het subsidie willen
bevriezen, dat wil zeggen, dat het subsidie niet
uitbetaald wordt, maar dat. men dat bedrag wel
kan krijgen indien men met een behoorlijk pro
gramma naar voren komt. Dit is geen kwestie
van afkappen, maar van bevriezen.
De heer Hol: Als de consequenties daarvan niet
kunnen worden overzien dan kunnen daardoor
moeilijkheden ontstaan.
De heer Huijbreeht: Het vorige jaar hebben wij
het ook al gehad over deze subsidie en toen is
door U, mijnheer de voorzitter, geadviseerd nog
even af te wachten, omdat men wellicht van de
zijde van de V. V. V. wat actiever zou worden,
Hiervan is niet veel gebleken. Ik zou dus in feite
achter het voorstel van de heer Weterings moe
ten staan, omdat, er geen meerdere activiteiten
naar voren zijn gekomen. Ziet U nog perspectie
ven?
De Voorzitter: Ik kan U daarover niets met
zekerheid zeggen.
De heer Huijbreeht: Ik vind dat men het dan
maar zonder subsidie moet stellen.
De Voorzitter: Ik weet niet of dat de oplossing
is. Indien U hiermede akkoord gaat, dan zullen wij
deze zaak nog eens in ons college bespreken en
het toekennen van het subsidie afhankelijk stel
len van de mogelijkheid, dat men meer activiteiten
aat ontwikkelen.
De heer Weterings: Dat zou ik waarderen.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming con
form het voorste! de begroting van inkomsten en
uitgaven der gemeente voor het dienstjaar 1966
vastgesteld.
Begrotingen 1966 van het woning
bedrijf en het grondbedrijf.
Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wor
den de begrotingen 1966 van deze bedrijven vast
gesteld.
Begroting 1966 Van de
dienst van openbare werken
De heer Ramondt: Ik wil graag mijn waardering
uitspreken over deze begroting, die wij dij jaar in
een geheel nieuwe vorm hebben ontvangen.
De heer Weterings: Graag wil ik mij aansluiten
bij de woorden van de heer Ramondt. Wij hebben
wel even aangekeken tegen de hoge posten hier en
daar, maar ik hoop dat wij in 1967 kunnen zeg
gen: de dienst is wel duur gestart, maar de prak
tijk is er dan ook naar.
Mijnheer de voorzitter, dan had ik nog een vraag,
namelijk of de vuilniswagens, die pas aangeschaft
zijn, voldoen aan de verlangens?
De heer De Vos: Ik meen daarop bevestigend te
kunnen antwoorden.
De heer Weterings: Is het geen bezwaar, dat
deze wagens aan de achterzijde open zijn en dat
de vuilnis in die opening moet worden gestort,
terwijl dit bij een harde wind, zoals wij die b.v.
nu hebben, in het gezicht van de mensen kan waai
en?.
wegens grote belangstelling her
drukt Bevat 32 pagina's vol tips.
Per briefkaart aanvragen bij
Hoofdschotel Vlees, Postbus
860, Den Haag. Direct doen want
.devoorraad is beperkt I
BINNENKORT WEER 'N TIP!
Publicatie van Voorlichtingsbureau Vlee», Vleeswaren, Vleesconaerven
De heer De Vos: Tot nu toe zyn daarover geen
klachten binnengekomen.
De heer Weterings: Die klachten zyn er toch
wel geweest. My persoonlijk zijn deze bezwaren
gebleken.
De heer De Vos: Bij de dienst van openbare
werken.zijn daarover geen klachten binnengeko
men. Ik heb hiernaar nog speciaal geïnformeerd.
De heer Weterings: Voldoen de tot nu toe ge
bruikte vuilnisbakken, wel voor deze wagens?
De heer De Vos: Ook daarover zijn geen klach
ten binnengekomen.
De heer Weterings: Zouden de vuilnisbakken
niet veel te lijden hebben?
De heer De Vos: Ik dacht dat dat wel meevalt.
Overigens zullen wij dat nog moeten afwachten.
U moet bedenken, dat deze bakken niet met de
kant ergens op worden geslagen, maar deze wor
den gewoon omgekeerd. Ik meen wel te mogen
zeggen, dat ook op dit punt geen klachten zijn
ontvangen.
Mevrouw DoornsOrtelee: Wel vervelend is,
dat men soms de vuilnisbak terug krijgt als deze
nog halfvol is indien deze een beetje opgeperst
zitten.
De heer De Vos: Dat kan inderdaad wel eens
voorkomen, doch men moet nu eenmaal geen
vuilnisbakken volstampen, zodanig, dat het vuil
er bijna niet meer uit kan worden gehaald. Ik
neem echter aan dat dit euvel zich slechts in inci
dentele gevallen voordoet. Ook daarover zijn bij
de dienst van openbare werken geen klachten ont
vangen en een ieder, die daarover werkelijk klach
ten heeft, doet het beste zich te wenden tbt deze
dienst. Tenslotte is dat toch de eerst aangewezen
instantie voor het indienen van klachten over het
een en ander.
De heer Weterings: Ik ben blij, dat dit zó ge
steld wordt. Ik heb het eens gezien, dat men een
vuilnisbak vol perste en toen werd door één van
de mensen van de reinigingsdienst daarover, te
recht, de opmerking gemaakt, dat deze bakker
daarvoor niet bestemd zijn.
Mijnheer de voorzitter, graag wil ik nog iei
vragen over een andere zaak, namelijk of er van
de zijde van de Vereniging voor Dierenbescher
ming nog een subsidie is gevraagd voor het uit
breiden van het asyl.
De Voorzitter: Dat is niet het geval.
De heer Hol: Mag ik, als voorzitter van de Af
deling vam de Dierenbescherming, daar een ant
woord op geven? Wij hebben deze zaak wel eens
besproken in een vergadering van de Afdeling,
waarbij tevens ter sprake kwam of wij eventueel
dan een beroep op de gemeente zouden doen. Wij
hebben echter tot dusverre, zij het onder moei
lijke omstandigheden, onze eigen boontjes kunnen
doppen en zolang wij dat kunnen doen zullen wij
niet om een financiële bijdrage vragen.
U moet mij goed begrijpen, ik zeg niet, dat dit
binnen afzienbare tijd niet toch zal gebeuren,
maar zolang wij het kunnen, zullen wij dit op
eigen kracht doen.
De heer Brakman: Mijnheer de voorzitter, een
maand of zes geleden waren er twee gemeente
werklieden te Sluiskil gestationeerd, hoewel de ene
af en toe dienst deed in de kom van Terneuzen
Bijna geruisloos is deze overgeplaatst naar de
kom van Terneuzen en zien wij in Sluiskil steed:
maar één gemeentewerkman. Is dat zo geregeld
omdat er in Sluiskil te weinig werk is?
De heer De Vos: Kan men dat zien aan de
manier waarop de openbare objecten te Sluiskil
worden onderhouden? Dat is toch het belangrijk
ste?
De heer Brakman: Het valt my wel op, dat de
laatste drie a vier weken op de straten en in de
goten in Sluiskil veel bladeren liggen. Ook zitten
de riolen nogal eens verstopt. Toen die andere man
nog in Sluiskil werkte werd daar gezamenlijk meer
aan gedaan.
De heer De Vos: Deze zaak komt nog aan de
orde bij de bespreking van het rapport van de
plantsoenendienst.
Overigens moet U wel in acht nemen dat uit
het feit, dat er maar één man is gestationeerd in
Sluiskil, niet moet worden geconcludeerd dat daar
door het nodige werk niet meer wordt gedaan.
Er worden immers evengoed mensen naar Sluis
kil gestuurd voor het verrichten van dat. werk.
Deze week zyn er b.v. weer twee straatmakers
werkzaam in Sluiskil. Dit alles vormt een kwestie
die verband houdt met de organisatie van het
werk. Het gaat er.niet om wéér de mensen zijn
gestationeerd, maar op welke wijze het werk, dat
verricht moet worden, gedaan wordt. Indien daar
over klachten zijn dan kunnen die terecht wor
den geuit.
De heer Brakman: Ik wil niet direct klachten
deponeren, maar het is mij wel opgevallen.
De h '-[■ De Vos: Ik kan mij wel voorstellen dat
het Sluiskil niet altijd en overal in orde is,
dat is ook in de kom van Terneuzen niet
I het geval, zeker niet onder de weersomstan-
.heden, zoals die zich de laatste tijd voordoen.
Zoals ik echter al gezegd heb, kan deze zaak
nog nader worden besproken zodra het rapport
over de plantsoenendienst aan de orde komt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt de begro
ting 1966 van de dienst van openbare werken,
conform het voorstel, vastgesteld.
Begroting 1966 van de Dienst
voor Maatschappelijke Zorg
De heer Hol: Mijnheer de voorzitter, daarnet is
lof toegezwaaid voor de wijze waarop de begro
ting van openbare werken Is verzorgd. Graag wil
ik daarin ook betrekken de functionarissen, die
betrokken zjjn bij het opmaken van de overige
.begrotingen.
De Voorzitter: Wij zullen dat graag aan de des
betreffende functionarissen overbrengen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt de begro
ting 1966 van deze dienst, conform het voorstel,
vastgesteld.
4. Voorstel van burgemeestter en wethouders
tot wijziging van:
A. de verordening op de heffing van leges)
B. de verordening op de heffing van rech
ten voor het gebruik van begraafplaat
sen;
C. de verordeningen inzake de classificatie
en de heffing van opcenten personele
belasting.
Zonder bespreking en hoofdelijke stemming
wordt conform de voorstellen besloten.
5. Idem tot wijziging van:
A. de begroting 1966 van de Dienst voor
Maatschappelijke Zorg;
B. de Gemeente-begroting 1966.
Zonder bespreking en hoofdelijke
wordt conform de voorstellen besloten,
6. Rondvraag
stemming
De heer Brakman: Het slopen van de panden in
Sluiskil begint al op te schieten. Tot nu toe kon
den de mensen, die bij de brug stonden te wach
ten, enige beschutting vinden bij hotel Meert en
de overige aldaar staande panden. Binnen afzien
bare tijd zal het aldaar echter een vlakte worden
en dan staat men daar zonder enige bescherming
in weer en wind. Graag zou ik zien dat men daar,
in samenwerking met de Z.V.T.M., een abri of
iets dergelijks plaatst. Bovendien acht ik het ge
wenst dat een goed toezicht wordt uitgeoefend
bij de sloopwerkzaamheden. Het is al voorgeval
len, dat brokken steen op de straten liggen soms
buiten de lichtkring van de straatlantaarns, met
alle gevaren van dien.
De Voorzitter: Wat betreft het plaatsen van
een abri kan ik U mededelen, dat dit nader zal
worden bekeken.
Indien, wat het overige aangaat, een concreet
geval zich voordoet, -mijnheer Brakman, wilt U
dat dan even doorgeven aan de dienst van open
bare werken?
De heer Van NispenIs er al iets naders bekend
over de te maken spoorwegovergang voor voet
gangers e.d.?
De Voorzitter: Over deze zaak circuleert een
nota van de directeur van openbare werken bij
de leden van het college van burgemeester en
wethouders. Deze moet nog besproken worden in
ons college.
De Voorzitter sluit de vergadering.