Gemeenteraad van Terneuzen
Zaterdag 5 februari 1965
DE VRIJE ZEEUW
Pagina 9
gehouden op donderdag 9 december 1965
(Vervolg)
COMMUNISTISCHE
GEVANC-ENEN
IN INDONESIË
NEERGESCHOTEN
PROTEST TEGEN
HERVATTING
BOMBARDEMENTEN
OP NOORD-VIETNAM
DE
VOEDSELSCHAARSTE
IN INDIA
IN
BELGISCH-LIMBURG
IS HET RUSTIG
TWEETALIGE PREKEN
IN KERKEN AAN
BELGISCHE KUST?
De heer Ribben» vervolgt:
Gemeentelijke diensten
Het is een goede gewoonte om jaarlijks onze
grote waardering uit te spreken over de wijze
waarop het personeel in dienst der gemeente haar
taken vervult.
Een snel groeiende gemeente vraagt extra in
spanning van de mensen, die daarvoor werkzaam
zijn. Wij menen dankbaar te mogen constateren,
dat die bereidheid om aktief mee te werken, bij
ons gemeentepersoneel wordt gevonden.
De dienst van openbare werken is nog niet zo
lang zelfstandig. Met alle waardering overigens
voor wat de Centrale Dienst voor bouw- en
woningtoezicht de laatste jaren voor onze ge
meente heeft gepresteerd, mogen we toch zeker
wel verwachten dat aan allerlei taken nu meer
zorg kan worden besteed.
Door uw college werd medegedeeld dat het
aantal personen in dienst van de gemeente voor
1966 is geraamd op 265, terwijl momenteel in
dienst zijn 246 tegen geraamd voor 1965 op 240
personen.
Bij groeiend werk zijn natuurlijk meer mensen
nodig. Is het niet mogelijk door centralisatie be
paalde werkzaamheden met minder personen te
kunnen uitvoeren, waardoor een besparing op
personeels-uitgaven kan worden verkregen?
Onderwijs en culturele zaken
Het is verheugend te mogen vernemen dat met
de bouw van twee opvangscholen voor het lager
onderwijs in de nieuwe woonwijken een begin kan
worden gemaakt, waardoor het toenemend aan
tal leerlingen onderdak zal kunnen vinden. Jaar
op jaar is door ons gevraagd naar de mogelijkheid
om nieuwe R. K. en Chr. U. L. O.-scholen te bou
wen.
Daar de eerste jaren hierop blijkbaar nog geen
kijk is, hebben de schoolbesturen hiervoor begrip
getoond en gedaan wat mogelijk is om de oude
scholen in bruikbare staat te houden.
Niettemin blijft de wens bestaan om de ver
ouderde gebouwen te kunnen vervangen door
nieuwe, welke aan de eisen van deze tijd zijn aan
gepast.
De verwachting dat in 1965 met de bouw van
een nieuw lyceum zou kunnen worden begonnen,
is niet in vervulling gegaan.
Wij hopen dat U in 1966 niet opnieuw zult
worden teleurgesteld en de bouw inderdaad kan
worden aangevangen en daarbij ook het cultu
reel centrum van de grond kan komen.
Mijnheer de voorzitter, het is U bekend dat er
gegronde hoop is dat binnen afzienbare tijd de
vestiging van een Christelijke H. B. S. tegemoet
kan worden gezien.
Wij zouden het zeer op prijs stellen tijdig de
ontwerp-besluiten voor de bouw hiervan te mogen
ontvangen en uw college willen vragen of er tijdig
terrein gereed is voor de stichting van tijdelijke,
eventuele definitieve gebouwen.
De verkeerstuin is inmiddels gereed gekomen.
Kunt U ook mededelen of de belangstelling aan
de verwachting heeft voldaan?
Wordt er reeds voldoende gebruik van gemaakt?
Maatschappelijke zorg
Mijnheer de voorzitter, zoals in de memorie van
antwoord wordt toegelicht, zijn de sterk gestegen
uitgavep van de dienst voor Maatschappelijke Zorg
voor een belangrijk gedeelte het gevolg van
het in gebruik nemen van twee bejaardente
huizen. U verwacht dat voor de toekomst het be-
grpte tekort geleidelijk zal kunnen inlopen.
ZUllën de lasten opnieuw stijgen wanneer t.z.t.
een verpleeghuis voor bejaarden en chronische
zieken in gebruik kan warden genomen of mogen
wij verwachten dat daar nieuwe inkomsten
tegenover staan?
Kunt U ons mededelen in welk stadium de
plannen voor een verpleeghuis zich bevinden?
Grondbedrijf
Mijnheer de voorzitter, het doet ons genoegen
te mogen constateren dat uw college dit jaar
belangrijke terreinen, bestemd voor woningbouw,
heeft kunnen aankopen en men aktief bezig is
deze terreinen bouwrijp te maken.
Wij hopen dat door voldoende toewijzing van
bouwvolume de bouw van nieuwe woningen ge
lijke tred zal kunnen houden met de toenemende
vraag in verband ook met de industrialisatie.
Is het reeds mogelijk om te bepalen wanneer
de opgespoten terreinen in de Serlippenspolder
bouwrijp zullen zijn?
Industrie, havens en verkeer
Mijnheer de voorzitter, voor een buitenstaander
lijkt het mogelijk wel, dat de industriële ontwikke
ling de laatste tijd niet meer zo snel gaat omdat
zich, voor zover ons bekend is, de laatste tijd
niet veel nieuwe industrieën voor vestiging hebben
aangemeld.
Het is toch wel bekend hoe spectaculair de
grote bedrijven als Philips en Dow Chemical uit
groeien en nog verder zullen blijven uitbreiden.
Mogen we niet verwachten, dat, wanneer de
insteekhavens in het kanaal eens gegraven zijn,
de vestiging van nieuwe industrieën eerst goed
op gang zal komen?
Is er reeds kijk op, wanneer deze havens er
kunnen komen?
In verband met het voorgaande zouden wij uw
college willen vragen wanneer de bestaande
spoorlijn van Terneuzen naar Sluiskil van het
nieuwe tracée rondom het haventerrein gebruik
kan maken en in hoever dit het begin van de uit
voering van de havenuitbreiding nog kan belem
meren.
Ook zouden wij gaarne geïnformeerd worden
over de totstandkoming van het havenschap en in
hoever dit voor uitvoering van de werken nog
vertragend kan werken.
Het is toch wel zó, dat de kosten hiervoor jaar
op jaar hoger worden. Begrotingen worden steeds
belangrijk overschreden.
Ook de kosten van de kanaalwerken, wat we
dezer dagen nog in de dagbladen konden lezen.
Enige jaren geleden heeft onze fraktie in de
algemene beschouwingen sterk gepleit voor een
aanpak op grote schaal en met grote voortvarend
heid van de woningbouw, gezien de grote behoefte
hieraan.
Wij menen thans te mogen signaleren dat de
vestigingsmogelijkheden en het bevorderen van
nieuwe industrievestigingen in de eerstvolgende
jaren in het bijzonder de aandacht van uw college
zal vragen.
Wat de verkeersproblemen betreft, moeten wij
vaststellen dat telkens weer gewag wordt gemaakt
van de onvoldoende capaciteit van de Schelde-
veren.
Er wordt momenteel wel hard gewerkt aan ver
betering, maar het blijkt dat men de ontwikkeling
niet kan bijhouden. De oplossing blijft een vaste
oeververbinding ook in verband met de verdere
ontwikkeling van de industrialisatie. Het zal zeker
nodig zijn op dit punt diligent te blijven.
Dat het verkeer in onze stad een steeds groter
probleem wordt is algemeen bekend en zal uit
eindelijk eerst kunnen worden opgelost als de
nieuwe sluiswerken gereed zijn. De vraag rijst of
mogelijk door verdere doorvoering van het één
richting-verkeer tot die tijd enig soulaas kan
worden verkregen, hoewel dit zeker wel tegen
stand zal oproepen. Hoe denkt de verkeerscommis-
sie daarover?
Voor de ontwikkeling van het industrieterrein
in Driewegen hopen wij, dat spoedig een verbin
ding vanaf de Provinciale weg bij Driewegen tot
stand zal komen.
Woningbouw.
Mijnheer de voorzitter, mevrouw, mijne heren.
Over de voortgang van de woningbouw in onze
gemeente kan o.i. alleen maar veel goeds gezegd
worden al moeten wij wel opmerken, dat ondanks
de vele woningen welke gereedkomen er nog
steeds een behoorlijke achterstand is en nog niet
aan de vraag naar woonruimte kan worden vol
daan.
Bekijken we de plannen welke op stapel staan,
dan mogen wjj toch zeker wel verwachten dat
binnen niet te veel jaren de toestand verbeterd
zal zijn.
Zou een doorstroming, van hen die dit kunnen
betalen, naar duurdere woningen niet te bevorde
ren zijn?
Met name voor de gezinnen met de laagste in
komens zou in dat geval woonruimte gevonden
kunnen worden in de enige jaren geleden gebouw
de woningen, waarvan de huren niet onbelangrijk
lager liggen dan bij de nu te bouwen woningen.
Mogen we hier ook de bouw verwachten van 2-
of 3-kamer-woningen of flats met centrale ver
warming, speciaal bestemd voor bejaarden die zich
nog goed zelf kunnen helpen en nog geen verzor
gingshuis nodig hebben?
Sanering oude binnenstad.
Mijnheer de voorzitter.
uw college heeft in uitzicht gesteld om spoedig
met gewijzigde plannen te zullen komen voor de
sanering van de oude binnenstad. Zal er hierbij
ook rekening mee gehouden worden, dat de be
staande winkels kunnen uitbreiden en verbeteren
en eventueel de mogelijkheid wordt geschapen om
nieuwe winkelzaken te vestigen, waardoor het
winkelcentrum niet aan aantrekkelijkheid zal ver
liezen?
De handeldrijvende middenstand is in beweging
gekomen en toont weer nieuwe aktivite'ten.
Wij hopen dat uw college, waar dit nodig is, met
haar belangen voldoende rekening zal houden.
Ik wil het hierbij laten.
Moge God uw college en de raadslden ook in het
nieuwe jaar de kracht en de wijsheid schenken
om in eensgezindheid samen te werken om onze
stad tot steeds groter bloei te brengen.
De heer Dieleman: Mijnheer de voorzitter, ik
wil geen algemene beschouwingen houden, maar
ik merk op, dat deze begrotingen in grote lijnen
mijn instemming hebben. Tegen enkele posten
heb ik bezwaar, met name die, welke betrekking
hebben op de sport, het toneel en vermaak. Ik
verzoek aantekening, dat ik geacht wil worden
tegen deze posten te hebben gestemd.
De Voorzitter: Mevrouw, mijne heren, graag wil
ik mijn waardering uitspreken voor de wijze, waar
op ook dit jaar wederom de algemene beschou
wingen zijn gehouden. Ik meen dat het goed is,
dat in een vergadering van de gemeenteraad wordt
stilgestaan bij bepaalde punten en bovendien de
grote lijnen van het algemene beleid in onze ge
meente naar voren worden gebracht en nader
worden gedefinieerd. Bij de ontwikkeling, welke
de gemeente Terneuzen doormaakt, dient voort
durend het oog gevestigd te zijn op de grote lijnen
van ons beleid, waarvan de verantwoordelijkheid
toch primair berust bij uw college. Dat U dit op
deze duidelijke wijze hebt willen accentueren
heeft mij gefrappeerd.
Mevrouw, mijne heren, ik wil U allen, namens
ons college, hartelijk danken voor de zo juist uit
gesproken woorden van waardering jegens ons
college. Daarin zullen wij ongetwijfeld een stimu
lans vinden om door te gaan met het werk dat op
onze schouders ligt. Graag wil ik hierbij betrekken
de dank die U hebt uitgesproken jegens de func
tionarissen van de gemeente. Met U meen ik, dat
wij voor het ogenblik een goed geëquipeerd amb
telijk apparaat hebben, hetwelk uiteraard voort
durend aanpassing zal vragen bij de toename van
de problemen in deze gemeente.
Het heeft mij goedgedaan, dat U, naast de be
staande problemen, welke reeds aan de orde kwa
men, ook aandacht hebt willen schenken aan zeer
veel nieuwe voorzieningen, welke in het komende
jaar aan de orde zouden moeten komen. Ik meen
dat dit juist temeer betekenis krijgt indien dit be
zien wordt in het licht van de verantwoordelijk
heid, die uw college in financieel opzicht steeds
heeft willen dragen, zoals U ook zo treffend heeft
gedemonstreerd bij de behandeling van de bouw
van een cultureel centrum. Deze verantwoordelijk
heid zult U ongetwijfeld ook willen dragen bij de
vele andere naar voren gebrachte wensen.
Mevrouw, mijne heren, er zijn een groot aantal
concrete vragen gesteld, waarvan ik degene, be
horende tot mijn taak, zal trachten te beantwoor
den.
De wethouder van financiën zal straks nader
ingaan op de vraag gesteld door de heer Hol, be
treffende een prioriteiten-schema. Mijnerzijds zij
opgemerkt, dat in het algemeen een dergelijk sche
ma een moeilijke, doch zeker nuttige zaak is, mits
dit niet de slagvaardigheid van een gemeente
bestuur schaadt. Persoonlijk meen ik, dat een ge
meentebestuur een grote mate van manoeuvreer
baarheid moet hebben om daarbij te kunnen uit
gaan van verschillende posities. Een al te strenge
binding aan vaste schema's, hoe nuttig op zich
zelf ook, kan gevaren in zich hebben.
Het probleem van de nieuwe industrieterreinen
aan vaarwater, hetwelk de heer Hol stelde, wil
ik graag met een enkel woord belichten. Het is
bijzonder verheugend, dat wij door een samen
werking met het gemeentebestuur van Hoek zo
danige voorzieningen hebben kunnen treffen, dat
de terreinen, grenzende aan de eigendommen van
de Dow Chemical Internationaal N. V., een indus
triële bestemming hebben kunnen krijgen. Het
streven is te trachten op zeer korte termijn die
terreinen aan te kopen voor een verdere industriële
ontwikkeling van onze gemeente.
Meerderen uwer, mevrouw, mijne heren, hebben
geïnformeerd naar de stand van zaken ten aan
zien van uitbreiding van de kanaalhavens en naar
het Havenschap.
Het standpunt van uw en ons college is, dat de
realisatie van een havenschap, voorzover de uit
voering betreft, gecombineerd moet worden met
de plannen voor een gemeentelijke herindeling. Het
voorbereiden van dit havenschap is zo ver gevor
derd, dat de plannen, waarvan U inzage hebt kun
nen nemen, aan de orde zijn gesteld bij de Minis
ter van Verkeer en Waterstaat.
Kortgeleden hebben wij het complete bestek
voor de verlenging van de Zuidelijke Kanaalhaven
ontvangen en wij verwachten dat het bestek voor
de verlenging van de Zevenaarhaven medio januari
1966 geheel gereed zal zijn. Door ons college is
het bestek voor de Zuidelijke Kanaalhaven inmid
dels toegezonden aan de Dienst van de Rijkswater
staat, welke ten nauwste betrokken zal worden
bij de uitvoering van deze werken. Eenzelfde ge
dragslijn hopen wij ook te volgen met betrekking
tot het bestek voor de Zevenaarhaven. Wij spelen
met de gedachte, dat het goed zou zijn, indien deze
plannen vanaf het begin besproken worden in de
studiecommissie voor het havenschap, waaraan,
naar U bekend is, wordt deelgenomen door de
Rijkswaterstaat, het Ministerie van Economische
Zakien, het Ministerie van Financiën, het provin
ciaal bestuur en het gemeentebestuur. Het ligt
daarbij voor de hand, dat men zich tegelijkertijd
zal bezinnen over de terreinen, welke reeds een
bestemming hebben verkregen en welke natuur
lijk een nauwe relatie hebben met de nieuwe ter
reinen.
Graag wil ik de mening van de heer Hol onder
schrijven dat het noodzakelijk is voortdurend aan
dacht te schenken aan een differentiatie in de
werkgelegenheid. Ik ben met hem van mening,
dat dit de economische kwetsbaarheid van de ge
meente vermindert, terwijl het bovendien naar mijn
mening bijzonder aantrekkelijk is indien een werk
nemer in de gelegenheid wordt gesteld dat werk
te kiezen hetwelk past bij zijn aard en karakter.
U moet overigens wel bedenken, mevrouw, mijne
heren, dat wij geen ongelimiteerde keuze hebben.
Waar het in ons vermogen ligt, zullen wij uiter
aard de differentiatie in de werkgelegenheid zo
veel mogelijk bevorderen.
Ten aanzien van de vraag van de heer Ribbens
over het tracé van de spoorlijn kan ik U mede
delen, dat de aanleg van het z.g. spoorliehaam
inmiddels in een vergevorderd stadium is. Wij ver
wachten niet, dat deze spoorlijnwerkzaamheden een
belemmering zullen zijn voor het begin van de
werken aan de Zuidelijke Kanaalhaven.
De heer De Feijter heeft gevraagd naar nieuwe
industrievestigingen. Ik neem aan dat hij niet van
mij verwacht dat ik hier ga vertellen wie er zo
nu en dan ,,aan de deur klopt".
Wél kan ik U zeggen te verwachten, dat in de
komende paar jaren een aanzienlijke Uitbreiding
zal worden gegeven aan het industriële complex,
hetwelk in de Nieuw-Neuzenpolder wordt gerea
liseerd.
Ik kan de heer De Feijter op zijn desbetreffen
de vraag voorts nog mededelen, dat in het indus
trieterrein nabij Driewegen inmiddels 71.655 m2 is
verkocht en 60.405 m2 in optie is gegeven, totaal
dus 132.060 m2. Het zal U bekend zijn, dat het ge
hele terrein ongeveer 50 ha omvat en U hebt in
het afgelopen jaar kunnen merken dat voortdu
rend incidentele verzoeken worden ingediend tot
verkoop van grond in dit vooral in de toekomst
gunstig gelegen industrieterrein.
De heer De Feijter informeert bovendien of het
mogelijk is kleinere kavels dan van 5000 m2 uit
te geven in dit industrieterrein. Mijnerzijds zij er
op gewezen dat door de gemeenteraad de grootte
van de kavels is bepaald op 5000 m2. Meerdere
malen is echter gebruik gemaakt van de mogelijk
heid kleinere kavels te verkopen, waarbij voldaan
werd aan het verlangen van belanghebbenden, die
soms liever een wat kleiner terrein willen hebben.
Uiteraard zullen wij, overeenkomstig het ver
langen van de heer Ribbens, diligent blijven ten
aanzien van de vaste oeververbinding over de Wes-
terschelde. Ik meen echter dat het niet veel zin
heeft daaraan momenteel grote bespiegelingen
mijnerzijds te wijden.
Ik merk alleen op, dat deze zaak in studie is
genomen door de Rijkswaterstaat, hetgeen een
stap voorwaarts is.
De suggestie van de heer Hol het veer Terneu
zen—-Hoedekenskerke uit te breiden door inschake
ling van de boten van de veerdienst KatsZierik-
zee zullen wij gaarne doorgeven aan het provinci
aal bestuur. Op welke wijze men dat wil doen, zal
natuurlijk moeten worden bekeken.
De hinderwet, mevrouw, mijne heren, blijft naar
mijn mening een belangrijk middel tot bestrijding
van de luchtverontreiniging. Ik kan U zeggen, dat
de luchtverontreiniging bij de diverse aanvragen
om hinderwetsvergunningen bijzonder minitieus,
in samenwerking met deskundigen van de rijks
overheid wordt onderzocht. Ook worden metingen
verricht aangaande de luchtverontreiniging van
bestaande bedrijven. Enige tijd geleden antwoord
de een schepen van de stad Gent op mijn vraag,
hoe het daar met de luchtverontreiniging gesteld
was: „Dat is tegenwoordig prima voor elkaar, men
merkt er niet veel meer van".
In dat licht bezien meen ik dat deze zaken
zich in deze gemeente nog niet zo ongunstig ont
wikkelen. Niettemin kan ik U verzekeren dat dit
de oprechte belangstelling van ons college heeft.
De omschakeling van de rioleringen in deze ge
meente in verband met de gereedkoming van de
afvalwaterleiding heeft onze volledige aandacht.
In het kader van de Delta-wet zijn bij de Rijks
waterstaat stappen ondernomen tot het verkrijgen
van een bepaalde financiële tegemoetkoming.
Graag wil ik in algemene zin antwoorden op
de vragen, betrekking hebbende op het sanerings
plan. De heer De Feijter meende de beeldspraak
te moeten gebruiken, dat dit plan in het moeras
ligt. Ik ben blij, dat. hij niet vermoedde, dat het
plan in het water van de kolk bij het rijkskanto
rencomplex is gevallen
In het begin van het komende jaar zullen wij
een technisch en juridisch afgerond saneringsplan
aan de orde stellen in een vergadering van uw
raad. De gedachten van ons college gaan in dit
verband primair naar een sanering van het z.g.
Java en' het gedeelte van de binnenstad rondom
de Noordstraat. Het verheugt mij U te kunnen
mededelen, dat de Rijksoverheid medegedeeld
heeft, dat wij in principe op een financiële tege
moetkoming dienaangaande kunnen rekenen. Dit
maakt het vermoedelijk mogelijk dit plan ook
financieel rond te krijgen.
De vraag van de heer De Feijter, wanneer be
gonnen zou kunnen worden met de bouw van de
opvangscholen kan ik nog niet concreet beant
woorden. Op de agenda voor de eerstvolgende
raadsvergadering zal een voorstel van ons college
worden vermeld tot onderhandse aanbesteding van
een tweetal opvangscholen.
Wij zullen doen wat wij kunnen om de bouw
van scholen gelijke tred te doen houden met de
woningbouw. Dit blijft overigens een zeer moei
lijke zaak, omdat zowel het aantal kinderen als
het tempo van de bewoning van de nieuwe wo
ningen getaxeerd moet worden. Wij streven er
echter naar aan de lokalenbehoefte van de school
besturen te voldoen door de bouw van opvang
scholen, waarvoor zelfs al in principe de rijks
goedkeuring is verleend voor de eerste twee scho
len.
Met betrekking tot de bouw van kleuterscholen
moet ik mij tot mijn spijt nog wat voorzichtiger
uitdrukken. Wij hebben de directeur van open
bare werken gevraagd ons college op korte ter
mijn te adviseren over permanente kleuteropvang-
scholen.
Ook deze zaak heeft onze volledige aandacht,
doch dit gaat minder gemakkelijk dan de bouw
van opvangscholen voor lager onderwijs, mede
omdat de minister streeft naar een semiperma
nent karakter voor de kleuterscholen.
Ik ,kan de heer Weterings, die hiernaar vroeg,
mededelen, dat gewoekerd dient te worden met de
aanwezige gymnastiekruimte. Wij hopen echter
dat binnenkort kan worden begonnen met de bouw
van een nieuw gymnastieklokaal. Zoals U bekend
is, wordt dit lokaal gebouwd volgens een pre
fabricated systeem nabij de Jeugdverkeerstuin.
Graag zeg ik U, naar aanleiding van een vraag
van de heer Hol toe, dat onzerzijds bij voortduring
contact wordt gehouden met het onderwijs in het
algemeen omtrent de toewijzing van de lokalen
in de opvangscholen, ook voor wat betreft de Ver
eniging van Volksonderwijs.
In antwoord op de vraag van de heer Ribbens
hoe het staat met het terrein voor de bouw van
een Chr. H. B. S., kan ik mededelen, dat ons col
lege naar aanleiding van een desbetreffend ver
zoek van het provinciale orgaan een terrein daar
voor heeft aangewezen alwaar deze H. B. S. in de
toekomst gerealiseerd kan worden. Indien wordt
gevraagd wanneer het perceel gekocht kan wor
den, kan ik antwoorden: hoe eerder hoe liever.
Als U, mijnheer Ribbens, een dergelijke in fi
nancieel opzicht voor de gemeente aantrekkelijke
grondverkoop zou kunnen bevorderen, dan hebt
U altijd onze sympathie.
Wat betreft de plannen voor een sporthal en
een overdekt instructiebad, waarnaar de heren
Hol en Weterings informeerden, deel ik U mede,
dat in overleg met de wethouder van openbare
werken aan ons college een advies zal worden uit
gebracht over de plannen, welke in een vergevor
derd stadium van voorbereiding zijn.
De gedachte, gelanceerd door de heer Weterings,
of het mogelijk is de aula in sommige scholen be-
schikbaar te stellen voor exposities tijdens de
vakanties zal door ons college nader worden be
zien. Uiteraard is daarvoor overleg nodig met de
betreffende schoolbesturen.
Op vrij korte termijn hopen wij met uw college
een nadere bespreking te hebben over de instel
ling van een culturele raad in deze gemeente en
wel vóórdat wij een definitief voorstel richten tot
uw raad.
De suggestie om het informatiecentrum en een
museum onder te brengen in één gebouw spreekt
mij bijzonder aan. Ook onze gedachten gaan in die
richting. Alleen is het bijzonder moeilijk daarvoor
een geschikte ruimte te vinden. Immers, wanneer
wij er iets aan gaan doen, moet het mogelijk zijn
de grote maquette onder te brengen. Deze zaak
heeft onze aandacht, waarbij ik nog wel even het
financiële aspect, hieraan verbonden, wil accen
tueren.
Mevrouw, mijne heren, ik zal het ten zeerste
waarderen indien het mogelijk zal zijn, een sub
sidie-regeling voor het open jeugdwerk te creëren.
Men moet overigens wel bedenken, dat een der
gelijke subsidie-regeling alleen dan goed zal zijn,
wanneer daarin tot uitdrukking komt het samen
spel tussen de rijksoverheid en het gemeentebe
stuur. Dit betekent dus dat er een zekere coördi
natie moet bestaan.
Deze gehele aangelegenheid wordt concreet be
sproken in gezamenlijk overleg met de verschil
lende instanties, die daarin geïnteresseerd zijn. Ook
ons college is dankbaar voor hetgeen op dit ter
rein in het verleden gedaan en kortelings bereikt is.
Persoonlijk meen ik, dat, als de stap tot subsidi
ering gezet zou worden, deze een radicale moet
zijn, zodat ook de continuïteit verzekerd is.
Wat de kwestie van de openbare leeszaal en
bibliotheek betreft, wijs ik er op, dat ons college
met het provinciaal bestuur overleg pleegt om
trent de mogelijkheid het gebouw van de Provin
ciale Waterstaat alhier als nieuwe ruimte voor
deze voorzieningen aan te wijzen. Ik ben het in
dit verband eens met de heer Weterings, die stelde
dat een samengaan van de beide leeszalen in deze
gemeente gewenst zou zijn. Hiervoor moet uiter
aard overleg gepleegd worden, hetwelk initiëel
reeds gevoerd is. Persoonlijk kwam bij mij de ge
dachte op van een statuut als bij de muziekschool,
waardoor toch een nauwe samenwerking blijft be
staan met de particulieren en bovendien een finan
ciële basis wordt gevonden voor verdere uitbouw
van dit werk, hetgeen van eminent belang is voor
het Terneuzen van nu en de toekomst. Beoogd
wordt daartoe een gemeentelijke stichting te cre
ëren, welke bij de muziekschool goed functioneert.
Gevraagd is aandacht te besteden aan de tot
standkoming van een dorpshuis in Sluiskil. Ik zeg
U gaarne, namens ons college, toe dat wij deze
zaak in het oog zullen houden en in het verdere
overleg zullen betrekken.
Ten aanzien van de vraag of door centralisatie
bepaalde werkzaamheden met minder personeel
kunnen worden uitgevoerd, ben ik niet zo erg
optimistisch. De verschillende afdelingen en dien
sten zullen zelfs nog wel moeten worden uitge
breid, waarbfj gelijke tred moet worden gehou
den met de ontwikkeling van de gemeente.
De heer Ribbens informeerde naar de stand van
zaken bij de voorbereidingen van het plan voor
de bouw van een verpleeghuis voor bejaarden en
chronisch zieken. Ik meen dat de betreffende in
stelling in principe mag rekenen op een urgentie
van de plannen, maar hoe het precies staat met
de voorbereidingen kan ik U op dit moment niet
zeggen. Er kan wel op gerekend worden dat het
actieve bestuur op dit punt diligent is en dit plan
zal realiseren. 1
Op de vraag, wanneer een aanvang zal worden
gemaakt met het dempen van de daarvoor in aan
merking komende gedeelten van de kanaalarmen,
kan ik antwoorden, dat rekening gehouden wordt
met februari 1968.
Met betrekking tot de hotel-accommodatie in
deze gemeente zij medegedeeld dat ons college in
vérgaande onderhandelingen is gewikkeld met per
sonen, die op dit punt representatief mogen worden
geacht. Ook op dit gebied is het nodig gelijke
tred te houden met de ontwikkeling van de ge
meente. Men moet overigens wel bedenken, dat
de investeringen in deze sector bijzonder hoog zijn
en de voorbereiding van bepaalde plannen veel
tijd vergt.
Mevrouw, mijne heren, ik meen hiermede in
eerste instantie te kunnen volstaan. Gaarne geef
ik nu het woord aan wethouder De Vos.
De heer De Vos: Mijnheer de voorzitter, er zijn
al vrij veel vragen door U beantwoord. Toch zijn
er nog een aantal vragen gesteld, betrekking heb
bend op openbare werken, welke ik zal trachten
te beantwoorden.
Uit het feit, dat er geen enkele vraag is gesteld
aangaande de dienst voor maatschappelijke zorg,
meen ik te mogen afleiden, dat men daarop geen
aanmerkingen heeft of daarover een toelichting
behoeft.
De heer De Feijter heeft gevraagd of de aan
te schaffen materialen voor de reinigingsdienst al
aangekocht en in gebruik zijn. In antwoord daar
op kan ik mededelen dat alles reeds is besteld en
voor een groot gedeelte al gearriveerd is. Geleverd
moet nog worden één perswagen, één grote zand-
strooier, één sneeuwploeg en 30 containers. Wij
hopen deze materialen nog dit jaar te ontvangen.
Ik kan U voorts zeggen, dit in antwoord op een
informatie van de heer De Feijter, dat het rap
port over de plantsoendienst, hetwelk enige tijd
geleden is toegezegd, inmiddels gereed is geko
men. Wij stellen ons voor een nota van ons col
lege in eerste instantie aan de commissie van
openbare werken voor te leggen. De betreffende
vergadering zal in januari a.s. plaats hebben. Bin
nenkort zult U dus al iets meer daarover horen.
Meerdere leden hebben gesproken over de wo
ningbouw in deze gemeente. De heer Hol vroeg
daarbij of het college van burgemeester en wet
houders de nodige aandacht schenkt aan de
werkelijk te verwachten behoefte, vooral in de
woningwet- en premiesector. Het is U bekend, dat
de komende bouwplannen voornamelijk die beide
sectoren betreffen. Binnenkort zal kunnen wor
den aangevangen met een complex van 312 wo
ningen in het plan „Oudelandse Hoeve", terwijl er
ook reeds bouwplannen zijn voor woningen in de
premie-sector. Verder ligt nog in het verschiet
de bouw van de z.g. Bouwvlietwoningen, waar
over de onderhandelingen overigens nog in een
aanvangsstadium verkeren. Wij menen er wel op
te mogen rekenen, dat in de loop van 1966 zal
kunnen worden begonnen met het bouwrfjpmaken
van de daarvoor benodigde terreinen.
De heer Weterings heeft in dit verband gevraagd
of het probleem van de bouw van woningen voor
mensen met lage inkomens de aandacht heeft. Het
zal de heer Weterings ook uit andere hoofde be
kend zijn hoe moeilijk het is in de tegenwoordige
tijd woningen te bouwen met een lage huur. Ik
meen zelfs, dat tegenwoordig bijna geen wonin
gen meer gebouwd kunnen worden met een lage
re huur dan die van de woningwetwoningen.
Mocht er niettemin een mogelijkheid daartoe
ontstaan, dan zal ongetwijfeld ook de Woning
bouwvereniging deze trachten te benutten.
De heer Ribbens vroeg de bouw van 2- of 3-
kamerwoningen of -flats met centrale verwar
ming te bevorderen voor bejaarden, die nog geen
verzorgingstehuis nodig hebben. Daarnet heb ik
er al op gewezen dat reeds in vrij ruime mate in
de vrije- en in de premiesector bejaardenflats e.d.
zijn of worden gebouwd. In dit verband wijs ik
er ook nog op, dat kortgeleden aangevangen is met
de bouw van een viertal flats in de Serlippens
polder, welke wellicht ook voor dit doel geschikt
zijn. Ook deze flats zullen worden voorzien van
centrale verwarming. Wellicht doelt de heer Rib
bens op de bouw van meer luxueuze flats voor
beter gesitueerden, zoals deze elders in den lande
wel worden gebouwd. Ik vraag me af of de be
hoefte daaraan wel zodanig is, dat de bouw daar
van gewettigd en mogelijk is. Ik meen bovendien,
dat de bouw van dergelijke flats te allen tijde een
gevolg is van particulier initiatief. Indien dit zich
(Zie verder volgende pagine)
Negenenveertig communis
tische gevangenen zyn doodge
schoten toen zij uit de gevange
nis van Rembang, op midden-
Java, trachtten te ontsnappen.
Dit is vrijdag meegedeeld in een
bulletin van het Indonesische
leger.
De ontsnappingspoging werd
gedaan toen een tweehonderdtal
gev; ngenen buiten de gevangenis
aan het werk was. De vluchten
den sloegen geen acht op de
waarschuwingsschoten van de
bewakers, aldus het bulletin.
Vijfenveertig vrachtauto's vol
studenten verschenen vrijdag
voor de Amerikaanse ambassade
in Djakarta. De studenten over
handigden de Amerikaanse am
bassadeur, Marshall Green, een
protest tegen de hervatting van
de bombardementen op Noord-
Vietnam. Voorts eisten zij te
rugtrekking van alle Amerikaan
se militairen uit Vietnam. Am
bassadeur Green beloofde de
nota aan zijn regering te zullen
doorzenden. De studenten ver
lieten hierop in kalmte de am
bassade.
In het district Cannanore in
het noorden van de Indische
staat Keralla zijn 134 pro-Chine-
se communisten gearresteerd,
die betogingen hielden uit soli
dariteit met de communistenlei
der Gopalan, die op het ogen
blik in de gevangenis in hon
gerstaking is. In Cannanore de
den zich vorige week ernstige
incidenten voor bij betogingen
tegen de voedselschaarste.
De Indische premier, mevrouw
Indira Gandhi, heeft donderdag
meegedeeld dat ze, zolang de
voedselnood in Kerala voort
duurt, geen rijst meer zal ge
bruiken. Zij nam dat besluit na
een oproep van een pas opge
richt comité tot de inwoners van
Nieuw Delhi, hun dagelijkse
portie rijst of althans een deel
daarvan ter beschikking van de
bevolking van Kerala te stellen.
In het kolenbekken in Bel-
gisch-Iimburg hebben zich na de
begrafenis van de twee, bij de
botsingen met de ordepolitie, om
gekomen stakende mijnwerkers
geen incidenten meer voorge
daan. De nacht is rustig verlopen
in de driehoek Waterschei-Win-
lerslag-Zwartberg nadat donder
dagmiddag de rijkswacht met
traangasbommen een einde had
gemaakt aan een betoging van
studenten in Hasselt,
De staking in de tot sluiting
gedoemde mijn van Zwartberg
duurde echter vrijdagochtend
nog voort en zowel de para-com
mando's als de ordë-polltie zijn
nog niet uit de streek terugge
trokken.
In de loop Van vrijdag zullen
ed arbeiders van de mijn van
Zwartberg door hun vakbondslei
ders op de hoogte worden gesteld
van de draagwijdte van het ak
koord met de regering, waarin
woensdagavond werd besloten de
sluiting van de mijn aan te pas
sen aan de mogelijkheid van her
scholing en overplaattsing van de
arbeiders, die zonder werk zullen
komen.
In de mijnen van Waterschei
en Winter&lag is volgens de Bel
gische radio vrijdag het werk
hervat.
In de gemeenteraad van de
Belgische badplaats is het „ei
van Columbus" ter tafel gekomen
voor de oplossing van de taal
moeilijkheden in de kerken. Een
der vroede vaderen stelde don
derdagavond voor in enkele ker
ken apparatuur te doen aan
brengen voor een gelijktijdige
vertaling van de te houden preek
in de tweede landstaal.
In het bisdom Brugge gold de
afgelopen zomer een tijdelijke
regeling, waarbij in de kerken
aan de kust ook in het Frans
mocht worden gepredikt. De Bel
gische kust behoort volgens de
taalwetten tot 't Nederlandstalig
gebied van België. Toen na het
touristenseizoen in enkele kerken
talrijke protesten van Vlamingen
toch nog Franstalige diensten
werden gegeven kwam het tot
en tot verstoring van de kerk
diensten.
Een simultaan-vertaling van
een in het Nederlands gehouden
preek in het Frans zou de Vlaam
se kerkganger niet in zijn rechten
aantasten en de Franssprekende
gelovige in staat stellen zijn ker
kelijke verplichtingen na te ko
men, aldus het Oostendse ge
meenteraadslid.
Het is nog niet bekend wat de
kerkelijke overheid van het voor
stel denkt