Gemeenteraad van Terneuzen GRUWELIJKE OUDERSMOORD IN TEXAS Pagina 10 DE VRIJE ZEEUW Zaterdag 26 juni 1965 Onderzoek naar de kwaliteit van eieren NOTULEN van de openbare vergadering' van de raad der gemeente Terneuzen, gehou den op vrijdag 28 mei 1965, te 19.30 uur, ten gemeentehuize alhier. Aanwezig: Voorzitter: Mr. H. Rijpstra. Wethouders: M. de Vos en H. A. M. A. de Meijer. Raadsleden: M. van Langevelde, A. Ramondt, P. Fijn van Draal. R. Hol, P. J. Huijbrecht, J. M. Hamelink, H. A. Brakman, M. J. M. van Nispen, C. J. Compiet, W. J. Weterings, J. A. de Feijter, mevr. E. DoomsOrtelee, D. M. Ollebek en F. Dieleman. Secretaris: A. J. van Pagee. Afwezig met kennisgeving: de heer D. Waverijn. De Voorzitter: Mevrouw, mijne heren, ik heet U allen hartelijk welkom. Bericht van verhindering is binnengekomen van de heer Waverijn, die in het ziekenhuis verblijft. Een eventuele mondelinge stemming vangt aan bij nr. 14, de heer Dieleman. 1. Vaststelling- van de notulen van de vergade ring van 29 april 1965. Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 2. Ingekomen stukken. a. het door Gedeputeerde Staten van Zeeland goedgekeurde raadsbesluit van 24 maart 1965 tot wijziging van het garantiebesluit t.b.v. de bouw van het bejaardentehuis door de Stichting Protestantse Bejaarden zorg in Oost Zeeuwsch-Vlaanderen b. brieven van Gedeputeerde Staten van Zee land, inhoudende de mededeling dat tegen de raadsbesluiten van 27 november 1964 en 26 februari 1965 tot wijziging van de bezoldigingsverordening werkclassificatie geen bedenkingen bestaan: c. controle-rapporten van het Centraal Bu reau voor Verificatie en Financiële Advie zen der Vereniging van Nederlandse Gemeenten. d. verslagen van de bijeenkomsten van de commissies voor openbare werken en voor de gemeente-financiën op 10 en 17 mei 1965. Zonder bespreking en hoofdelijke stemming worden deze ingekomen stukken conform het voor stel voor kennisgeving aangenomen. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot herbenoemen van een tweetal leden van het bestuur van de Stichting Beschuttende Werk plaatsen „Midden Zeeuwsch-Vlaanderen". De voordrachten luiden: le vacature: de heer W. J. Weterings, Gera niumstraat 10 te Terneuzen; 2e vacature: de heer H. de Jonge, Nieuw- Neuzenpolder A 9 a te Hoek. De Voorzitter verzoekt de heren Fijn van Draat en Hol samen met hem het stembureau te willen vormen. Voor de eerste vacature worden uitgebracht 16 stemmen, waarvan 15 op de heer Weterings en 1 stem op de heer C. J. Compiet. De Voorzitter: De heer Weterings is herbe noemd; wil de heer Weterings zijn benoeming aanvaarden? De heer Weterings: Ja, mijnheer de voorzitter. De Voorzitter: Dan feliciteer ik U hiermede en ik mag de wens uitspreken dat U in deze over weldigende meerderheid een nieuwe impuls zult vinden tot het trouw bezoeken van de vergade ringen. Voor de tweede vakature worden uitgebracht 16 stemmen, alle op de heer H. de Jonge. De heer De Jonge is benoemd. 4- Idem tot voorziening in de vakature in de Commissie van Advies ingevolge de Algeme ne Bijstandswet, ontstaan door het overlij den van de heer J. C. Bleijenberg. De heer Weterings: Mijnheer de voorzitter. Ik zou willen voorstellen de heer Van Nispen in de plaats van wijlen de heer Bleijenberg te benoemen. Uitgebracht worden 16 stemmen, waarvan 15 op de heer M. J. M. van Nispen en 1 op de heer C. J. Compiet. Desgevraagd door de voorzitter verklaart de heer Van Nispen deze benoeming te aanvaarden. 5. Idem tot verkoop van een perceel bouwgrond, gelegen in het exploitatieplan ..Zuidpolder", aan mevr. M. A. E. DijkgraafGheeraert te Terneuzen. Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wordt coriform het voorstel besloten. 6. Idem tot vaststelling van het exploitatieplan „Oudelandse Hoeve". De heer Van Langevelde: Mijnheer de voor- ziter, ik wil opmerken dat voor de eensgezinswo ningen de grond ƒ4.000,per perceel zal gaan kosten. Ik vind dat op het ogenblik zeer veel voor Terneuzen. Voorts vraag ik mij af of er ook gelegenheid is in de nieuwe wijken voor de bouw van een wijk- gebouw of een vergaderlokaliteit? De heer De Vos: In het uitbreidingsplan „Zuid polder" is daarvoor plaats, namelijk tussen de plaats waar de Pronto-woningen gebouwd worden en dit plan, waar een strook is gepland voor open bare gebouwen en waar ook een wijkgebouw zou gebouwd kunnen worden. De heer Van Langevelde: Er is daarover een opmerking gemaakt in een commissie-vergadering. Er moet daarvoor een gelegenheid zijn. De heer De Vos: In de totaliteit van de uitbrei dingsplannen is plaats voor openbare gebouwen. Overigens wordt er natuurlijk nooit afzonderlijk bepaald dat het een plaats is voor een wijkgebouw. Of er voldoende plaats is, valt moeilijk te zeggen Men komt vaak plotseling voor aanvragen te staan voor openbare gebouwen, die eigenlijk nauwelijks te voorzien waren en waarvoor dan weer een plaats moet worden gezocht. De heer Weterings: Ook in dit exploitatieplan zijn openbare gebouwen geprojecteerd. De heer De Vos: Inderdaad, er zijn openbare gebouwen in dit plan geprojecteerd. Naar ik meen is ruim één hectare in dit plan bestemd voor open bare gebouwen. De heer Fijn van Draat: In aansluiting op wat de heer Van Langevelde vroeg wil ik vragen of er ook rekening gehouden wordt met de bouw van een postkantoor. Hebt U daarover al nadere inlich tingen gekregen van de P.T.T.? De Voorzitter: Wij kunnen natuurlijk moeilijk een perceel grond reserveren voor een postkantoor omdat de P. T. T. primair moet laten weten of zij daar een kantoor wil laten bouwen. Maar op de terreinen, aangewezen voor openbare gebouwen, kunnen allerlei gebouwen verrijzen. Of er een nieuw postkantoor komt weet ik niet, omdat een en ander op het ogenblik nog in studie is bij de P. T. T. De heer Weterings: Houdt men bij deze studie ook rekening met al deze uitbreidingen? De Voorzitter: Volledig. De heer Weterings: Dus ook met dit uitbrei dingsplan De Voorzitter: De P. T. T. heeft onlangs een bespreking met het gemeentebestuur gehad en men heeft daarbij een volledig inzicht gekregen van de plannen van nu en de komende jaren en men zal aan de hand daarvan bepalen of er een centraal of een gedecentraliseerd postkantoor moet verrijzen. De heer Dieleman: In dit plan is o.m. 2900 m2 voor bedrijfsbebouwing opgenomen. Is het moge lijk aldaar b.v. een garage te bouwen? De Voorzitter: Dat is inderdaad de bedoeling. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 7. Idem tot onderhandse aanbesteding van de aanleg van bestratings- en rioleringswerken met bijkomende werken in het exploitatie plan „Oudelandse Hoeve" (le gedeelte). Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 8. Idem tot het verlenen van het recht van optie tot koop van een perceel bouwterrein, gelegen in het exploitatieplan „Zuidpolder", voor de bouw van een winkelcentrum aan Van Vliet en Van Dulst's Bouwbedrijf N. V. te Rotterdam. De Voorzitter: Een schets van een gedachte opzet ziet U hier rechts van ons staan. De heer Huijbrecht: Mijnheer de voorzitter, het besluit, dat wij nu gaan nemen, is eigenlijk maar een eerste stap naar de realisering van het win kelcentrum, maar wij vinden dit toch belangrijk, omdat het vinden van bouwers en ook de finan ciering essentiële voorwaarden zijn voor het reali seren van dit winkelcentrum, behorend bij de structurele opbouw van onze gemeente. Wij menen dat de plaats van dit centrum plano logisch wel goed gesitueerd is. Hoewel over de to tale kosten en de rentabiliteit nog niets te zeggen valt, zien wij toch de realisering met vertrouwen tegemoet, omdat bij de voorbereiding bepaalde studies zijn gemaakt met gefundeerde prognoses. Direct zichtbare voordelen, b.v. de ligging aan de hoofdweg, voldoende parkeergelegenheden, enz. wijzen ook in die richting. Onze fractie is dan ook een groot voorstander van medewerking aan dit voorstel. Dat neemt niet weg, dat ik hierover enkele vragen heb. Uw college ziet, naar ik meen, het winkelcen trum als een wijkcentrum, en als dat zo is, houdt dit dan ook in, dat er geen verkoopvoorzieningen in andere nieuwe wijken zullen komen? Verder wil ik U nog vragen of U reeds beschikt over bepaalde inlichtingen omtrent de opzet, na melijk welke branches gewenst zijn in zo'n wijk en hoeveel? Tenslotte vind ik. mijnheer de voorzitter, dat er een facet onvoldoende belicht is en dat is het winkelcentrum in de oude stad binnen de kanaal- armen. De investeringen, die in dit gedeelte van de stad zijn gedaan, zijn bepaald hoog te noemen en er zuilen bepaalde voorwaarden aanwezig moeten zijn om dit kapitaal rendabel te maken. Het is naar mijn mening noodzakelijk dat gelijktijdig, of nagenoeg gelijktijdig, met het gereedkomen van dit nieuwe winkelcentrum het winkelcentrum Zuidpolder de oude stad beter wordt ontsloten. Daarvoor is nodig, dat er een ruimere par keergelegenheid in de directe omgeving van de oude stad komt. Daarbij denk ik beslist niet aan demping van de oostelijke kanaalarm, dat wil ik wel even duidelijk stellen. Verder zijn daarvoor nodig betere aan- en afvoerwegen voor de oude binnenstad en een goede stedebouwkundige aansluiting via het Oos telijk Bolwerk, met de daaraan grenzende woon wijken. zodanig dat dit één geheel vormt. U kunt daarbij b.v. de Noordstraat nog wat aantrekkelijker maken door er een straat van te maken, die alleen voor voetgangers bestemd is. Dit laatste is overigens van secundair belang. Zijn deze vraagstukken al bekeken in uw col lege? De heer Van Langevelde: Mijnheer de voorzit ter, ik kar. in grote lijnen met dit voorstel in stemmen en ik hen dankbaar dat de middenstand in Terneuzen ook ingeschakeld is bü de besprekin gen. die over dit plan zijn gevoerd, en ook later daaraan zullen deelnemen. Ik hoop dat de plaatselijke middenstand hier volledig in mee zal spelen en dat niet alleen, maar ook actief tot daden zal kunnen komen en zijn plannen ook zal kunnen verwezenlijken. Ik meen. dat dit beslist noodzakelijk is. De heer Weterings: Mijnheer de voorzitter, ik kan mij met hetgeen de heer Huijbrecht heeft ge zegd volledig verenigen. Ik had eigenlijk dezelfde vragen. Ik zou vooral dei nadruk willen leggen op het geen de heer Huijbrecht zei omtrent de oude bin nenstad. waar behoorlijk gemoderniseerde winkels zijn, waarvoor in de allernaaste toekomst en in de verdere toekomst, deze ontsluiting van grote betekenis is. Ik geloof wel dat dit wijkcentrum een gelukkig idee is, want de afstand wordt op den duur te groot. Maar het oude gedeelte met goede aan- en af voerwegen en ruime parkeergelegenheid moet toch wel 'de kern van onze gemeente blijven. Dit zal ook betekenen dat wij op de kortst mogelijke ter mijn moeten bezien wat er in de komende jaren aan de sanering zal moeten gebeuren. Of dit ge lijktijdig zal kunnen gaan met de opbouw van dit winkelcentrum is mij niet bekend. Ik wil het college in overweging geven te be studeren of al gedeelten kunnen gesaneerd wor den, zodat er ruimte komt om de binnenstad een ander aanzicht te kunnen geven en om degelijke, goed geoutilleerde middenstandszaken te kunnen presenteren aan de bevolking. De heer De Feijter: Mijnheer de voorzitter, in de toelichting op het voorstel staat dat hij het overleg ook ingeschakeld werd het Centraal Or gaan tot bevordering van de bouw van Midden standsbedrijfspanden te 's-Gravenhage en dat over leg werd gepleegd met de Stichting Handelscen trum te Terneuzen. Hebben deze óók instemming met het plan be tuigd? Ik meen ook, dat de gemeente dit nieuwe win kelcentrum op gang zal moeten helpen en dit is misschien dan ook de beste wijze waarop dit kan gebeuren. Anderzijds ben ik het eens met de vorige sprekers, dat de binnenstad en de naaste omgeving toch altijd het winkelcentrum van Terneuzen zal moeten blijven. De heer Huijbrecht pleitte voor meerdere par keergelegenheid. Dat heb ik al jarenlang gedaan en ik ben blij, dat de heer Huijbrecht dit ook doet. In tegenstelling met de heer Huijbrecht denk ik juist wél aan de oostelijke kanaalarm. Ik zou het dwaas vinden wanneer men in de binnenstad aller lei panden zou moeten gaan afbreken om parkeer ruimte te scheppen, terwijl er daar een stuk water blijft liggen, dat niet nodig is. De heer Fijn van Draat: Mijnheer de voorzitter, is het niet mogelijk dat van de zijde van burge meester en wethouders eens een rapport wordt gemaakt van hetgeen op dit gebied te doen valt? De Voorzitter: Op welk gebied, mijnheer Fijn van Draat? De heer Fijn van Draat: Op het gebied van de ontsluiting van de binnenstad. De Voorzitter: Graag wil ik in eerste instantie antwoorden op de gestelde vragen. Ik kan U zeggen, dat gisteren nog overleg heeft plaatsgevonden met de N. V. Van Vliet en Van Duist en het Ministerie van Economische Zaken over een mogelijke realisatie van dit plan. Er is een groot aantal van dergelijke projecten in ons land, zodat het geruime tijd zal duren vóórdat een en ander van de grond kan komen. Wij hopen, dat het mogelijk zal zijn tot een oplossing te komen, doordat er een relatie is tus sen de winkelpanden en de huizen, die daar komen. Dat zou een procedure kunnen zijn die de bouw van het winkelcentrum wat zal kunnen versnel len, hoewel U moet bedenken, dat de hele voorbe reiding nog geëntameerd moet worden. Hiermede hangt samen de kwestie van de finan ciering van deze zaak. Hierover heeft men al in tern bij de N. V. Van Vliet en Van Duist overleg gepleegd, terwijl verder contact is gezocht met de Nederlandse Middenstands Financierings Mij voor bedrijfsobjecten, waarmede de financierings- mogelvjkheden in het vlak van de Middenstand bekeken zullen worden, hetgeen, naar wij hopen, tot een oplossing zal leiden, waarbij met de be langen van de plaatselijke Middenstand wel dege lijk rekening zal worden gehouden, zoals ook in het voorstel gesteld wordt. Het gaat hier om een wijkcentrum. Voor een verdere planning en in deling naar branches, zal overleg worden gepleegd met het Centraal Orgaan ter bevordering van de bouw van Middenstandsbedrijfspanden, welk or gaan ook in het preadvies vermeld is. Hetzelfde geldt voor het Handelscentrum Ter neuzen. Ik kan U zeggen dat de sanering van de situatie in de oude binnenstad de volledige aandacht heeft van ons college. Wanneer wij nog gewacht hebben met primaire maatregelen, hangt dit samen met het feit dat binnenkort van kracht wordt de nieuwe wet op de ruimtelijke ordening. Wij menen te mogen aannemen, dat wij alle medewerking kunnen verwachten van Rijkszvjde voor de sanering van de binnenstad en ik meen wel te mogen zeggen, dat er een reële basis is om ook in de financiering van dit belangrijke sa neringsproject een tegemoetkoming te krijgen, het geen kan betekenen dat de sanering versneld zal kunnen worden. Met deze sanering hangt natuurlijk samen de juiste situering van de aan- en afvoerwegen, zoals de heer Huijbrecht heeft gezegd, alsmede een juis te stedebouwkundige aansluiting met het nieuwe gedeelte van onze stad. Wat betreft de kwestie van de oostelijke kanaal arm, meen ik te kunnen volstaan met de opmer king, dat ik niet nog eens op deze, zaak inga. Tenslotte ben ik blij te hebben kunnen beluiste ren dat uw waardering voor de plaatselijke mid- denstad zo ruim is en ik hoop dat wij rond St. Nikolaas en Kerstmis ook een brede activiteit zul len bemerken. De heer De Vos: Wij hebben inderdaad overleg gepleegd met het Handelscentrum Terneuzen en ik geloof wel te mogen zeggen dat men begrip heeft voor de totstandkoming van een winkelcen trum op deze plaats. Ik meen ook te mogen zeg gen, dat dit ook het geval is met het Centraal Orgaan ter bevordering van de bouw van Midden standsbedrijfspanden. De heer Huijbrecht heeft nog gezegd dat hij graag een soort planning zou hebben over de ver schillende branches, die in het winkelcentrum zul len moeten worden ondergebracht. Men staat echter op het standpunt dat het beter is dit nog niet direct te doen omdat het nog ge ruime tijd kan duren vóór dit centrum gereali seerd zal zijn, terwijl ook bij de handeldrijvende middenstand de zaken aan verandering onderhevig zijn. Dit kan beter later bekeken worden wanneer het plan vastere vormen heeft aangenomen. Helaas zal het nog wel geruime tijd duren vóór het winkelcentrum gerealiseerd is, maar ik meen persoonlijk dat dit niet zo erg is, alhoewel er wel binnen afzienbare tijd aan zou moeten worden be gonnen. Wanneer men er echter direkt aan zou kunnen beginnen en het centrum zou er binnen twee jaar staan, dan zijn er nog onvoldoende wo ningen in de huurt. Wél ben ik het er mee eens, dat de plannen van te voren moeten worden opge steld, doch de realisering kan naar mijn mening het beste étappegewijze geschieden. Naar ik aanneem zijn wij het er allemaal over eens, dat de ontsluiting van de binnenstad ontzet tend veel moeilijker ligt dan wanneer men ergens op een maagdelijk stuk grond iets nieuws projec teert, want in het laatste geval kan men dit, zo als men het zelf wil, projecteren. Maar saneren van een bestaand gebied betekent, dat men soms op een bijzonder regoureuze wijze moet gaan afbreken en dat is zeer kostbaar. Het spreekt vanzelf dat hier aandacht aan moet worden besteed en in Terneuzen verkeren wij, dacht ik, toch wel in de gunstige omstandigheid dat er tengevolge van de kanaalwerken ruimere moge lijkheden komen, ook wat de toegangswegen be treft. Wanneer de Axelsebrug vervangen wordt door een bredere dam en indien ook aan het eind van de kolk de dam gereed is met de aldaar ge projecteerde weg, dan hebben wij belangrijker mo gelijkheden om de binnenstad te bereiken dan op het ogenblik het geval is. Dan zal in ieder geval op de voornaamste toe gangsweg niet meer het obstakel van een herhaal delijk openstaande brug aanwezig zijn. Dat is een voordeel waar wij lang van zullen kunnen profi teren. Daarnaast zullen wij moeten zorgen, dat er nog ruimere parkeergelegenheden komen. Op welke wijze is nog niet te zeggen. De heer De Feijter komt ook nu weer terug op demping van de oostelijke kanaalarm. De ge meenteraad heeft nu eenmaal besloten dat dit water blijft bestaan. Ik meen dat het niet veel zin heeft elke vergadering daar weer op terug te komen. De heer De Meijer: Op één punt wou ik nog ingaan, wat ik eigenlijk als het voornaamste zie in de relatie tussen het bestaande centrum in de binnenstad tegenover het toekomstige centrum. Ik meen te kunnen stellen dat de betere ontslui ting van de binnenstad door het aanleggen van een dam op de plaats waar nu de Axelsebrug is, op zijn laatst eind 1968 gerealiseerd zal kunnen zijn. Zo optimistisch kunnen wii niet. zijn t.a.v. dit winkelcentrum. Ik meen te moeten betwijfelen of het op dat moment ook zelfs maar voor een ge deelte zal zijn gerealiseerd. Ik geloof dat de be staande middenstandszaken op dat tijdstip eigen lijk geen concurrentie of buitensporige concurren tie van dit winkelcentrum zullen ondervinden. De heer Huiibrecbt: Miinheer de voorzitter, wat ik niet heb kunnen beluisteren in het antwoord van uw college, is of het college naar gelijktijdige of nagenoeg gelijktijdige ontsluiting zal streven. Wanneer dit nieuwe winkelcentrum gerealiseerd is, wat ik overigens niet zie als een concurrent van het oude centrum, hoop ik dat er zoveel in woners van Terneuzen zullen zijn, dat al deze be drijven er van kunnen bestaan. De Voorzitter: Namens ons college meen ik te kunnen zeggen, dat wij op zo kort mogelijke ter mijn de kwestie van de sanering verder zullen afhandelen. Plannen zijn al in concept gereed ge maakt. Wij wachten echter op de inwerkingtreding van de nieuwe wet. De heer De Vos: De heer Huijbrecht heeft ook nog gevraagd of daar in de buurt nog andere winkels komen. In die buurt ligt dat niet in de bedoeling. De heer Huijbrecht: Er is gezegd, dat het een wijkcentrum wordt en dan is het toch vrijwel De heer De Vos: De stedebouwkundige denkt nog wel aan een paar winkels verderop, maar dat uitgesloten, staat nog niet vast. Dë heer De Feijter: De zaak van het al of niet dempen van de oostelijke kanaalarm kwam alleen maar naar voren omdat de heer Huijbrecht er niet aan wilde denken en ik dacht er wèl aan. Dan wil ik verder nog vragen of de gemeente raad op de hoogte kan worden gehouden van deze ontwikkelingen. De Voorzitter: Dat wil ik U graag toezeggen en ik heb verder begrepen dat uw reactie volgde op een actie. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 9. Idem tot wijziging van de verordening, rege lende de uren waarop het bureau van de bur gerlijke stand voor het publiek geopend zal zijn. Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 10. Idem tot het verlenen van medewerking ex artikel 50 van de Kleuteronderwijswet aan het bestuur van de Chr. Kleuterschool, Sehoolweg 19. alhier. Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 11. Idem tot het verlenen van medewerking ex artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920, aan: A. Het bestuur van de Chr. Lagere School te Driewegen; B. het bestuur van de Sint Willibrordschool (voor aanschaffing van leermiddelen) C. het bestuur van de Sint Willibrordschool (voor aanschaffing van leermiddelen t.b.v. nuttige handwerken) D. het bestuur van de Chr. Lagere School, Leeuwenlaan 19. De heer Weterings: Ik wou eigenlijk in het al gemeen hier even iets over zeggen. Bestaat er nu voldoende contact met de school besturen omtrent de uitbreidingen, die men voor nemens is uit te voeren. Ik bedoel hiermede te voorkomen, dat wij iedere keer geconfronteerd worden met aanvragen om medewerking, en dat men eens op langere termijn met een prognose komt van wat men denkt in b.v. een jaar nodig te hebben. Ik ben niet altijd even gelukkig met al deze aanvragen. De heer Huijbrecht: Dezelfde vraag is ook bij mij gerezen. Het üjkt wel of het bijzonder onder wijs helemaal niet aan een planning toekomt en men te hooi en te gras maar vraagt 'wanneer men iets nodig heeft. Men weet toch we] wat men in een jaar nodig heeft en om dan toch 5 a 6 keer met een aanvraag te komen, getuigt toch niet van een goed beleid. De heer De Feijter: Ik heb indertijd wel eens gevraagd naar een rapport in het algemeen over het onderwijs. Dat is blijkbaar nog niet verschenen. Maar ook al was er een rapport, dan geloof ik toch nog niet dat men het euvel, als hier naar voren komt, daarmee zou opvangen, want als er een aantal leerlingen bijkomt, moet men toch telkens een aanvraag doen voor leermiddelen e.d. De heer Huijbrecht: Die leerlingen komen er toch geen zeven keer per jaar bij? De heer De Feijter: Zeven keer is nogal veel gezegd. De Voorzitter: Formeel gesproken is de zaak geheel in orde, maar ik kan U zeggen dat deze zaak al enige malen in ons college besproken is, en wij hebben ook al een brief aan de schoolbe sturen doen uitgaan, dat het bijzonder interessant zou zijn, wanneer van de zijde van de besturen een bepaalde gedragslijn zou worden gevolgd, dat men de aanvragen b.v. zou verzamelen om deze bij de behandeling van de begroting in te dienen. Ik kan U wel zeggen, dat een behandeling van al deze aanvragen intern van de zijde van de ad ministratie bijzonder veel tijd vraagt en dat het bovendien voor ons vaak moeilijk is om door al deze incidentele aanvragen ook nog de juiste lijn te blijven volgen. Deze kleine incidentele aanvragen vergen een onderzoek ter plaatse en b.v. een nagaan van de jurisprudentie. Wij zouden het ook bijvoorbeeld gecomprimeerd tweemaal per jaar kunnen behandelen. Dat zou voor ons administratieve apparaat een bijzondere verlichting zijn. Zoals gezegd, wij hebben het al eens gevraagd en het zou, naar ik meen, uit een oogpunt van beleid niet juist zijn dit nog eens te vragen, om dat de schoolbesturen nu eenmaal vrij zijn in deze zaak. Het is overigens goed dit hier nog eens in het openbaar te stellen, dat het, ook in het belang van het onderwijs, in breder verband beter zou zijn. Dan kunnen wij met ons apparaat ook meer aandacht schenken aan de problemen op langere termijn. Een zekere ordening van aanvragen van de schoolbesturen zou door ons college in zijn totaliteit bijzonder worden toegejuicht. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform de voorstellen besloten. 12. Idem tot het voor het geineentepersoneel van overeenkomstige toepassing verklaren Aan nadere salarismaatregelen 1965 voor het Rijkspersoneel. Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 13. Idem tot wijziging van: A. de begroting van het GrondBedrijf 1965; B. de begroting 1965 van de Dienst voor Maatschappelijke Zorg; C. de Gemeente-begroting 1964; D. de Gemeente-begroting 1965. Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wordt conform de voorsteilen besloten. 14. Rondvraag. Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt. De Voorzitter sluit de vergadering. De politie van Houston in de Amerikaanse staat Texas is op zoek naar een „rustige man" van 43 jaar, die zijn vader en moeder van respectievelijk 81 en 79 jaar in het afgelopen weekeinde met hamerslagen om het leven heeft gebracht. Na - deze dubbelmooi'd ont hoofdde hij zijn slachtoffers. De hoofden stak hij in papieren zakken, die hij in de koelkast deponeerde. Hetzelfde deed hij met de ledematen van de ver moorden, nadat hij hun lijken in de badkamer met een zaag, een schaar en een mes had ontleed. De zoon, Charles Frederick Rogers, is verdwenen. Buren verklaarden dat hij elke dag zeer vroeg uit het huis, dat hij met zijn ouders deelde, vertrok, om daar eerst 's avonds laat in te rug te keren. Hij verzorgde zijn eigen maaltijden. De buren zei den nog dat hij nooit met iemand ook maar een woord wisselde. Uit het door de politie inge stelde onderzoek is gebleken dat Charles Rogers is afgestudeerd aan de universiteit van Houston. Hij trad daarop in dienst van een oliemaatschappij in Texas, waarbij hij tot 1957 bleef. Daar na schijnt hij niet meer te heb ben gewerkt. Het Nederlandse eiercontrole- bureau zal op verzoek van de publiekrechtelijke bedrijfsorgani saties op het gebied van de pluimveehouderij een onderzoek instellen naar de kwaliteit van de eieren die bij de handel wor den aangevoerd. De kwaliteit van de eieren kan ongunstig worden beïnvloed door een onjuiste bewaring van de eieren bij de producent of door de wijze van vervoer. Men wil met het oog daarop beginnen met waar nodig een inten sieve voorlichting door de rijks voorlichtingsdienst voor de pluimveeteelt op de grote leg- bedrijven. De controleurs van het N.E.B. zullen om na te gaan welke be drijven hierdoor in aanmerking komen, de kwaliteit van de eieren die bij de handel binnen komen, aan een onderzoek on derwerpen en eventueel.na over leg met de handelaar „verder doorwerken naar de verzame laar of de producent van wie de minder goede eieren afkom stig zijn. De handelaren kunnen ook zelf rechtstreeks het N.E.B. vragen sommige van hun leve ranciers in het kader van deze voorlichtingsactie te bezoeken. Rechtbankpresident maakt uitzondering voor N.V.S.H. De vico president van de Am sterdamse rechtbank, i»r B. van der Waerden, heeft een uitzonde ring gemaakt voor de Nederland se vereniging voor sexuele her vorming, zo blijkt uit „Verstan dig Ouderschap", het maandblad van deze vereniging. In het gis teren verschenen nummer is hot eerste van twee verslagen gepu bliceerd over zedenzaken die al tijd met gesloten deuren worden bshancteld. Mr Van der Waerden blijkt ae medewerker van hel N.V.S.H.blad Dick P. J. van Reeuwijk speciale toestemming te hebben gegeven enkele zeden zaken bij te wonen ten behoeve van „Verstandig Ouderschap". Het is een uitzondering als in ons land zedenzaken uit pre ventieve overwegingen met open deuren worden behandeld. Uniek is het feit dat een rechter een uitzondering maakt voor een bepaald blad. Hotel goedkoper dan ziekenhuis De verpleegprijs stijgt zó hoog dat de administratie van het zie kenhuis te Jönköping in Zweden patiënten, wier behandeling dat toelaat, in een hotel onderbrengt. Als voorbeeld noemt men patiën ten die buiten de stad woonach tig zijn en voor observatie wor den opgenomen. Dit schrijft dr J. .1. van Log- hem sr in het Ned. tijdschrift voor geneeskunde. Europese spoorwegen hebben 4 min automatische koppelingen noclig In ons land is de eerste goede rentrein gearriveerd met auto matische koppelingen. Deze trein, een proeftrein, was samen gesteld uit wagens van verschil lende nationaliteit waaraan ver schillende typen automatische koppelingen zijn aangebracht. Zij werden ontwikkeld onder auspi ciën van de O.R.E., het onder zoek en beproevingsbureau van de internationale spoorwegunie. Het is de bedoeling dat dit jaar een definitieve keus wordt ge maakt. Alle Europese spoorwe gen zullen hetzelfde type gaan gebruiken. Dit betekent dat er niet minder dan vier miljoen kop pelingen vervaardigd zullen moe ten worden, aldus meldt „De Koppeling", personeelsorgaan van de Nederlandse spoorwegen.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1965 | | pagina 6