Officiële opening „BACHIEN DIEKE" door de minister van Maatschappelijk Werk Welkomstwoord de heer D. van Es Rede H, Ex. mevr. Schouwenaar— Franssen Een „tehuis". Drieërlei taken. Verzorgende werkzaamheden. De tarieven Bijstand een recht. Stijging lonen en kosten Beroep op besturen Goede wil De sprekers. Vrijdag 5 februari 1965 ©F VRTTV 7FFTTW /agina 3 Gistermiddag 0111 twee uur werd het bejaardenoord „Baehten Dieke" door de minister van Maatschappelijk Werk, mevrouw drs. SchouwenaarFranssen, officieel geopend. De bijeenkomst waarin dit plaatsvond droeg hierdoor en door de aanwezigheid van een groot aantal genodigden, de vele toespraken waarin het bestuur succes met zijn werk en de pensiongasten een goed wonen in het tehuis werd toegewenst en de aangeboden ge schenken, een zeer feestelijk karakter. Jammer, dat de recreatiezaal waarin de plechtigheid plaatsvond niet alle bewoners kon bevatten, de meesten van hen zullen het gesprokene wel via de eigen lijn door hun luidspreker hebben ge volgd. Het was een heterogeen gezel schap, dat bestond uit nagenoeg alle figuren, die iets met maat schappelijk werk te maken heb ben, dat zich in afwachting van de komst van de minister in de recreatiezaal bevond. Er waren de waarnemend com missaris der koningin mr. dr. A- J. J. M. Mes, het college van b. en w., gedeputeerde A. J. Kaland, ir. Poley van het architecten bureau 't Hooft, Rothuizen en Poley, mevr. Westra, inspectrice voor de bejaardenoorden, de heer Huisman, inspecteur van de volkshuisvesting en bouwnijver heid, de protestantse en r.k. gees telijkheid, medici, de gemeente raadsleden, bestuursleden van de r.k. bejaardenstichting, de ad junct-directrice van het Juliana- ziekenhuis zr. De Ridder, de directeuren van de dienst voor maatschappelijke zorg en het ge westelijk arbeidsbureau J. Sten- vert en J. v. d. Gijp, de inspec teur van de gemeentepolitie D. van Ooijen en vele anderen. De minister werd toen zij de hal betrad door een der bewo ners van „Baehten Dieke", mevr. Verplanke, die gekleed was in Cadzandse dracht, bloemen aan geboden, waarna de minister zich langs een erehaag van verpleeg hulp voor bejaarden naar de re creatiezaal begaf. De voorzitter van de protes tantse stichting voor bejaarden- Borg, de heer D. van Es, verge leek in zijn openingswoord de werkzaamheden die tot het ont staan van het bejaardenoord had den geleid met die van een groep hordenlopers. Als eerste noemde hij de horde van de financiering die men moest zien te nemen. Voor bouw en inrichtingskosten was een be drag van 1.700.000 nodig, voor waar geen sinecure, die werd ge nomen, door de duw in de rug, ffie het gemeentebestuur in wel ke de stichting sterke stimulato ren en enthousiaste supporters gevonden had. Het bestuur er voer hiermee als een verheugen de werkelijkheid dat de progres siviteit van het gemeentebestuur zich niet slechts richtte op de in dustrialisatie, doch ook op dit typische diakonale project. Het bestuur, aldus de voorzit ter, heeft iets méér van dit huis trachten te maken dan een ar menhuis, waar vroeger de ,.dia- kenhuis-manneties-mentaliteit heerste. Er verblïift hier een me lange van de gehele bevolking en mede dank zii de Algemene Bij standswet is het mogelijk ieder een op te nemen. Wat de sfeer in het oord betreft: dank zij onze charmante directrice gonst na enkele maanden van exploitatie door Terneuzen de mare: „Het is goed wonen in Baehten Dieke". De horde van de personeels- werving was eveneens een zeer zware, maar is voortreffelijk ge lukt. Sprekende over de interkerke lijke samenwerking betoogde de heer Van Es, dat de samenwer king tussen gereformeerden en hervormden symboliseert in het gebouw, waar gereformeerden en hervormden en ook buitenkerke lijken door elkaar heen leven in vriihoid. Er is zo weinig mogeliik dicipline, het is niet alleen in figuurliike. doch ook in letterlij ke zin: open. De heer Van Es eindigde met te zeggen dat hij en zijn mede bestuursleden thans na de hor- denlooo even een gevoel van moeheid hadden. „Maar, ik ver zeker u, we zijn prettig moe". Hare excellentie mevr. Schou- wenaarFranssen sorak hierna de volgende rede uit: Met genoegen heb ik gevolg gegeven aan het verzoek dit uit samenwerking van de hervormde en gereformeerde kerken alhier geboren bejaardentehuis te ope nen. Terneuzen dat thans de derde haven van Nederland is en be kend staat als een van de meest dynamische punten in de provin cie Zeeland, heeft met de bouw van dit moderne bejaardentehuis blijk gegeven zijn taak ten aan zien van de zorg voor bejaarden te verstaan. De bejaarden zijn geen aparte groep, maar behoren evenzeer in de samenleving als alle andere groepen. Hun welzijn bestaat niet ftlleen uit materieel welzijn. S Zonder overdrijving kan wor- öen vastgesteld dat in ons land Ge ontwikkeling van de bejaar denzorg op een zeer behoorlijk peil staat Van de voorzieningen in het kader van de bejaardenzorg vormt het bejaardentehuis een onderdeel. Het gaat hier essen tieel om *-en stuk verzorging waarover ik bij deze gelegenheid gaarne enige algemene opmer kingen zou willen maken. Het bejaardentehuis moet gezien worden als een dienstverlenend instituut in het kader van de maatschappelijke voorzieningen ten behoeve van die bejaarden, die zich om welke reden dan ook niet meer zelfstandig kunnen handhaven. Het beoogt deze be jaarden een verzorgd milieu te verschaffen, waarin voor hun welzijn wordt zorggedragen, maar waar zij elk zo veel moge lijk zelfstandig kunnen zijn. Men kan in het bejaardente huis drieërlei taken onderschei den, te weten: de huishoudelijke, de sociale en de verpleegkundige taak. Ik wil nu een ogenblik stil staan bij de sociale kant. Het tehuis moet voor de be jaarde diens tweede thuis zijn, afspiegeling van de samenleving waarin men zich waarlijk thuis kan voelen. Daartoe dient er niet alleen een goede verstandhou ding tussen de bejaarden onder ling en met het personeel van het tehuis te zijn, maar dient ook be vorderd te worden, dat de relaties met de familie en kennissenkring worden gehandhaafd. De bejaar de moet het gevoel hebben welis waar in een eigen gemeenschap te leven, maar niet afgezonderd van de maatschappij daarbuiten. De sociale taak van het thuis omvat dus: de opvang en intro ductie van nieuw-aangekomener, het duidelijk maken van de zin der „spelregels'' van het tehuis, de hulp bij vragen over admini stratieve zaken en omtrent socia le verzekeringen, het zorgen voor een goede communicatie tussen de bewoners en de leiding van het tehuis met het oog op een goede sfeer in het tehuis en op een afdeling ervan het helpen bij en het signaleren van moeilijkheden van sociale, gees telijke en lichamelijke aard en het inschakelen van deskundigen daarbij enz. Daar de opname-leeftijd van de bejaarden hoger is geworden en hoog-bejaarden nu eenmaal lichamelijk zwakker en sociaal kwetsbaarder zijn, behoeft deze categorie bijzondere aandacht, dus zowel in sociaal opzicht als wat de lichamelijke verzorging betreft. Voor wat de genoemde sociaal- verzorgende werkzaamheden aangaat zou men moeten bp- schikken over daartoe ongeleid deskundig personeel, zodat ook wat de sociale dimensie van de verzorging in de tehuizen betreft aan de behoeften van de bewo ners kan worden voldaan. Het is niet voldoende als er materiële en geneeskundige verzorging aanwezig is. ook aan de sociale kant dient de volle aandacht te worden geschonken. Bestudering van de functie en de opleiding van het daarvoor geëigende per soneel is daartoe noodzakelijk: onder die opleiding kunnen ook vallen taken als b.v. het bezoe ken van adspirant-bewoners met het oog op het beoordelen van de opname-urgentie en op het voor bereiden in de ruime zin (dus ook voor wat betreft mee te ne men meubilair e.d.l, op het gaan naar het tehuis. Naar buiten toe zal het tehuis contacten moeten leggen en on derhouden met het algemeen maatschappelijk werk, waarbij dus open en gesloten bejaarden- werk elkaar ontmoeten. Ik kom nu op een ander punt, dat momenteel sterk in de san- dacht staat. Ik bedoel de kwes tie van de tarieven, van de prij zen die voor de verzorging ge vraagd worden. Deze zaak raakt vele bejaarden sterk persoonliik en het is begrijpelijk, dat zij vol op in de belangstelling staat. Omdat hierover misverstanden bestaan, wil ik er iets over zeg gen: Ik stel dan voorop, dat de ver zorging die gegeven wordt ver antwoord moet zijn. Zij moet vol doen aan alle eisen, die op dit ogenblik redelijkerwijze te stellen zijn en die gesteld worden door het provinciaal toezicht: Dus: een goed ingericht gebouw. Ver volgens: voldoende bekwaam personeel. Daar zal iedereen het over eens zijn. Maar dat kost geld en daar zal ook iedereen het over eens zijn. Bij het betreden van het Bejaardencentrum „Baehten Dieke" bood mevr. Verplanke de minister van Maatschappelijk Werk. mevr. drs. J. F. SchouwenaarFranssen, bloemen aan Van links naar rechts: de heer P. Loof, mr. dr. Mes, mevr. RijpstraKnook, minister mevr. drs. SchouwenaarFranssen, mr. H. Rijp- stra (ged. zichtbaar), mevr. Verplanke, de heer D. van Es, directrice mevr. MaatDieleman, mr. G. Tichelman Dit voorop gesteld, herinner ik u eraan dat in een nog niet eens zo lang verleden tijd de verzor ging van bejaarden als een lief dewerk werd gezien. Dat bete kende, dat het personeel of gra tis werkte men denke aan re ligieuzen of dan toch tegen een beloning, die beneden dat gene lag wat normaal verdiend kon worden. Dat was voor deze mensen een erezaak. Verder be tekende dit, dat het normaal was dat o.a. van kerkelijke en parti culiere zijde werd bijgepast en dat men geen behoefte aan een zakelijk berekend beheer, maar dat men bij het ontstaan van te korten zoals b.v. door grote repa raties, verbeteringen en uitbrei dingen, een beroep deed op de milddadigheid van het publiek, kerken of anderen. De tarieven, die men zodoende kon berekenen lagen beneden de werkelijke kostprijs. In deze tarioCen was een deel bijstand verdisconteerd. Met vele andere zaken van een voorbije tijd is deze opvatting thans snel aan het verdwijnen. Niet omdat de besturen hard vochtiger zijn dan in het verle den, het publiek minder royaal is of het personeel van de beiaar dentehuizen minder toegewijd. Zeker nietMaar de publieke milddadigheid richt zich thans niet meer op geldelijke bijstand. Deze bijstand is niet meer afhan kelijk van liefdadigheid, maar is een recht geworden, een aan spraak op de burgerlijke over heid. Ik moge herinneren aan de Algemene Bijstandswet, die op 1 januari j.l. in werking is getre den. Ook is men tot de overtuiging gekomen, dat het juist is het ver zorgend personeel voor zijn toe wijding een volwaardig salaris te geven. Maar dan moeten de besturen ook een pensionprijs gaan be rekenen, die in overeenstemming is met de werkelijke kosten. Dat is geen hardvochtigheid, maar eenvoudig onvermijdelijk. Men heeft dan ook de laatste jaren de intocht gezien in het bejaarden huiswezen van accountants en bedrijfs-economen en men werkt met begrippen als afschrijving en reserve reparaties. Al deze ont wikkelingen betekenen een structurele verandering in het beheer van bejaardentehuizen en men heeft de prijsverhogingen, die daaruit zijn ontstaan wel de structurele prijsverhogingen ge noemd. Daarnaast heeft nog een ande re factor sterk prijsverhogend gewerkt: de algemene stijging van lonen en kosten van levens onderhoud. Dit heeft men wel de conjuncturele factor genoemd. Maar structureel of conjunctu reel, het gevolg waren gevoelige tariefsverhogingen. De hierdoor ontstane situatie is moeilijk voor de verzorgden, maar ook voor de besturen van de tehuizen. Ik ben er echter van overtuigd, dat met voldoende goede wil en begrip van weerszijden veel moeilijkhe den kunnen worden voorkomen Daarom doe ik een beroep op beide erbij betrokken partijen om in een geest van goede wil te trachten deze te boven te komen: in de eerste plaats op de bejaar den. Ik weet dat voor hen de prijsverhogingen van de laatste jaren bijzonder pijnlijk aankomen en dat dit voor velen van hen ernstige zorgen betekent. Noch tans wil ik een dringend beroep op hen doen om begrip te tonen voor het feit dat de verzorging die zij genieten thans hogere kosten met zich brengt. Het is dus geen kwade wil van de leiding van een tehuis als de tarieven verhoogd moeten wor den. De verzorging die wordt ont vangen, wordt verschaft tegen de kostprijs, winst wordt er n'et op gemaakt. Er is dus ook geen speling om eventuele prijsverho gingen op te vangen. Nu wordt op deze tarieven krachtens de wet op de bejaardenoorden toe zicht uitgeoefend. Deze schrijft voor dat het provinciaal bestuur er toezicht op houdt, dat een bil lijke verhouding bestaat tussen de gevraagde prijs en de geboden huisvesting en verzorging. Ik kan de verzekering geven, dat de pro vinciale besturen deze aangele genheid energiek ter hand heb ben genomen. Mocht men dus van oordeel zijn, dat de gevraag de prijs niet billijk is, dan moet. men niet aarzelen een klacht in te dienen. Ik wil echter ook een beroep doen op de besturen van de te huizen en dan denk ik ook aan de bejaardenoorden, die in het verleden tarieven beneden de kostprijs hadden en zich thans genoopt zien hun beleid te her zien. Ik waardeer het beleid, dat zij in het verleden hebben kun nen voeren en ik meen ook dui delijk te hebben laten blijken, dat ik begrijp, dat dit in de toekomst niet meer kan. Toch zou ik hen willen vragen bij hun beslissin gen terzake ook de belangen van de bejaarde verzorgden zwaar mee te laten wegen en deze aan gelegenheid ook vanuit hun ge zichtspunt onder ogen te zien. Zij hebben zich vaak niet gerea liseerd toen zjj hun intrek ln liet tehuis namen, dat de gevraagde prijs te laag was gehouden. Het is niet anders dan te waarderen, dat dit niet nadrukkelijk onder hun aandacht werd gebracht Als beleidslijn ten aanzien van de prijzen thans omgebogen wordt, tracht dit dan niet Inééns, maar in etappes te doen. Treedt tevo ren in overleg met de verzorg den, zeker als er een contactcom missie is, zoals in de meeste pro vinciale verordeningen is voorge schreven. Allicht zijn er onder de bewoners van het tehuis, die enig inzicht in boekhouden hebben, bespreek deze zaak met hen en laat hun zien hoe de kostprijs is berekend. Houdt in deze zaak contact met gedeputeerde staten Ik ben ervan overtuigd, dat bij alle betrokkenen ruimschoots goede wil aanwezig is. Het ge vaar is alleen, dat men door on bekendheid met elkanders opvat ting wrijvingen veroorzaakt, die bij een goede communicatie ach terwege hadden kunnen blijven. Ik heb deze twee onderwerpen aangesneden: de sociale taak en de prijzen, omdat een bijzonder tehuis een thuis is en als zodanig ook een afsDiegeling van de sa menleving. Men kan er dan ook zo zelfstandig zijn als men wil en de eigen bijdrage aan de goe de gang van zaken, aan de sfeer en de gezelligheid leveren. En als elk ander thuis is het een deel van de samenleving er om heen, staat het ook open naar buiten. Tegeliik geeft het ook de beschutting die een thuis moet geven. Tn Zeeland is men bezig een „all-round" bejaardenbeleid te voeren. Moge „Baehten Dieke" en dan denk ik aan de betekenis van deze naam („Achter de Dijk") voor haar bewoners zijn het be oogd beschermde milieu, doch zonder verlies van de openheid naar de gemeenschap daarbui ten. Met deze wens verklaar ik dit tehuis voor geopend. Mr. dr. Mes drukte er zijn spijt over uit, dat de commis saris hier zelf niet aanwezig kon zijn, gelukkig worden er thans gunstige berichten over zijn ge zondheidstoestand ontvangen. „Baehten Dieke" betekent een verrijking voor de bejaarden zorg in Zeeland, het is een uitstekend verzorgingscentrum, aangepast aan het Zeeuwse leven. centraal stond, de oude mens van het oude Terneuzen, die mis schien de weg is kwijtgeraakt. Het plaatselijk percentage be jaarden correspondeert met het landelijk gemiddelde. De burge meester wilde er hier dan ook op wijzen, dat het bestuur daar om reeds nu de blik op de toe komst gericht moet houden. Het verheugde hem in verband hier mee ook des te meer, dat over ongeveer drie maanden het r.-k. bejaardentehuis in gebruik zal worden genomen. Baehten Die ke, de naam, duidt wellicht op de bescherming door de dijk die achter het huis ligt. Men kan de grens echter gerust ruim stellen, want over die dijk ligt de rivier, die naar zijn mening de grootste perspectieven van alle iets mis gaat wordt men het zeer spoedig gewaar. Toch wilde hij dit gezelschap om een klein applausje verzoeken voor het be stuur. Ds. W. H. Gispen bood namens de Gereformeerde Kerk tijdens een bewogen toespraak een groot houten Hugenoten-kruis aan, dat een plaats zal krijgen in de recreatiezaal. De blijvende gasten die hier aanwezig zijn, aldus ds. Gispen, zijn de bewoners, die van dit huis een gemeenschap gaan ma ken. Deze bewoners zijn niet al leen Zeeuwen, doch velen van hen stamrr-.n van de Hugenoten. U allen behoort tot de bloedver wanten van Jezus Christus, een adeldom die verplicht tot rid derdienst aan de medemens waarvan het eerste symbool het Hugenotenkruis is. Het tweede symbool is dat van de trouw aan het koningshuis. Jezus liet zien verkopen voor de prijs van een slaaf. Het waarachtig Ko ningschap is in Hem. Het derde symbool van het kruis is de druif, het wil tot uitdrukking brengen de leiding van de Hei lige Geest die op de leiding van dit huis zal moeten rusten. Het geheel is de geest van liefde, waarachtigheid en trouw. Pastoor deken Van Mechcle» was dankbaar voor de uitnodi ging, die hij als vertegenwoor diger van de Katholieke ge meenschap had aanvaard. Hij noemde dit tehuis een sieraad. Ook hij sprak over de geest van liefde, behulpzaamheid en ver draagzaamheid als de geest van Christus. De pastoor zeide ver der blij te zijn met de contac ten die de directrices van „Der Bliede" (r.-k. bejaardentehuis) en „Baehten Dieke" onderhou den. Hij offreerde het bestuur dria siervazen met blijvend groen, waarin hij een symboliek wilde zien van de jeugd, die de be jaarden in hun hart moeten trachten te blijven bewaren. De heer Van Duivendijk bood namens de diaconie der Gerefor meerde Kerk en Hervormde Kerk een huisorgel aan, de heer G. van Hoeve, een biljart, van welke de heer Iz. Scheele een groot aan deel had gehad aan de inzame ling, die hiervoor werd gehou den. „Dat er veel op gespeeld mag worden en dat er in Baeh ten Dieke binnenkort een bil jartkampioen mag zijn", was de wens, waarmede de heer Van Hoeve de biljart overdroeg. Na hem spraken nog de heer Poley namens het architectenbu reau, mevr. Westra als inspec trice voor de bejaardenoorden, Bezichtiging van de keuken. De minister in gesprek met de chef-kok Van de Berge Gedeputeerde Kaland betoogde dat de minister een groot stuk van de verantwoordelijkheid voor het bejaardenbeleid naar de provinciale besturen heeft verwezen. De nieuwe wet op de bejaardenoorden heeft G. S. voor een grote, doch mooie taak ge steld. Sprekende over het prijzen- toezicht, stelde de heer Kaland, dat dit van geheel andere aard was dan dat van de minister van Economische Zaken. Criterium is hier een billijke verhouding tus sen het gebodene en de prijs. Het bestuur heeft tot taak een sluitende exploitatie te voeren en om hiertoe te komen, zal het nodig zijn, aldus de heer Kaland, een goede prijs te vragen. G. S. hebben hierop geen kritiek. Het element van winstbejag komt in de meeste bejaardenoorden niet voor, daarom zal het toezicht repressief kunnen zijn en de verantwoordelijkheid bij de be heerder van de exploitatie ge legd kunnen worden. Er is hier veel gesproken over het zogeheten „open bejaarden- werk". Spr. zag ook als ideaal, dat de bejaarden zolang moge lijk zelfstandig en in de eigen vertrouwde sfeer blijven. Dit neemt niets weg van de grote waardering die G. S. hebben voor wat hier tot stand is gebracht. „U hebt de hordenloop uit stekend volbracht", aldus de heer Kaland. De vrees is wel eens geuit, als zou met de sterke industrialisa tie de mens in het gedrang ko men, doch vandaag wordt het bewijs geleverd voor het tegen deel, aldus burgemeester mr. H. Rijpstra. Het verheugde hem ten zeerste, dat het nu eens een ob ject betrof, waarin de oude mens rivieren van Nederland biedt. De burgemeester zeide verder te hopen, dat de directrice met haar staf een goede tijd tege moet zal gaan ten bate van haar medemens uit Terneuzen en omgeving. Na het vertrek van minister SchouwenaarFranssen kwam het minder officiële gedeelte van het programma aan de beurt, waarin door velen het woord werd gevoerd en het bestuur, symbolisch dan wel metterdaad fraaie en nuttige geschenken voor het huis mocht accepteren. Ds- P. A. v. d. Vlugt sprak namens de Hervormde kerke- raad woorden van gelukwens en waardering. De kerk wordt krachtens de taak van haar ambtsdragers voortdurend ge confronteerd met het bejaarden probleem. In deze gecompliceer de wereld kan de Kerk dit werk, dat thans te beginnen staat, niet zelf meer ter hand nemen. Met alle respect voor wat hier verricht werd, wees de predi kant toch ook op de noodzake lijkheid de mensen zo lang mo gelijk in hun eigen omgeving te handhaven en daarnaast een open bejaardenzorg. De lange wachtlijst die er thans reeds voor Baehten Dieke is aangelegd, noemde dominee v. d. Vlugt een teken aan de wand. Hij wilde daarom niet alleen namens de Hervormde Kerk, doch ook als gewoon bur ger uiting geven aan zijn diepe dankbaarheid en het bestuur huldigen voor het enthousiasme, het geloof en de volharding, waardoor dit tehuis tot stand is gekomen. Men moet niet specu leren op dankbaarheid, aldus de spreker, wanneer alles goed gaat hoort men niets, alleen als er die wees op de grote verantwoor- lijkheid die het runnen van een bejaardentehuis op het bestuur niet alleen ten opzichte van de bewoners, doch ook ten opzichte van het personeel legt. Zich tot de bejaarden wendend zeide deze spreekster: „Alle feestelijkheden hier zijn voor U bedoeld. Het lijkt mij heel moei lijk om het besluit te moeten nemen om naar een bejaarden oord te verhuizen, doch bedenk, elke gave is ook een opgave. De uwe is een goede sfeer te schep pen". De heer Huisman sprak over het tehuis als „een bijzonder waardevol element voor de ge meente Terneuzen en tenslotte was het woord aan de directrice mevr. P. MaatDieleman. Zij dankte allen die samenge werkt hadden om Baehten Dieke leefbaar te maken en bood ge schenken namens personeel en zichzelf aan. Briljant was het slotwoord, waarin de vice-voorzitter mr. G. Tichelman aan allen, die op enigerlei wijze luister door hun aanwezigheid op dit feest had den bijgezet. Bedolven onder bloemen en geschenken, koste lijke woorden, die soms van een hartverwarmende tederheid wa ren, aldus beschreef mr. Tichel man de feestelijke middag. Iede re spreker werd door hem op een niet te evenaren wijze be dankt. Mr. Tichelman eindigde zijn toespraak met de bede, dat „Gods liefde en Zijn geest over dit huis moge zweven en moge vervullen". Hierna recipieerde het bestuur nog enige tijd voor de aanwezi gen. Zie verder paf. 3

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1965 | | pagina 3