Officiële opening „BACHIEN DIEKE" door de minister van Maatschappelijk Werk
Welkomstwoord
de heer D. van Es
Rede H, Ex. mevr.
Schouwenaar—
Franssen
Een „tehuis".
Drieërlei taken.
Verzorgende
werkzaamheden.
De tarieven
Bijstand
een recht.
Stijging lonen
en kosten
Beroep
op besturen
Goede wil
De sprekers.
Vrijdag 5 februari 1965
©F VRTTV 7FFTTW
/agina 3
Gistermiddag 0111 twee uur werd het bejaardenoord „Baehten
Dieke" door de minister van Maatschappelijk Werk, mevrouw drs.
SchouwenaarFranssen, officieel geopend.
De bijeenkomst waarin dit plaatsvond droeg hierdoor en door de
aanwezigheid van een groot aantal genodigden, de vele toespraken
waarin het bestuur succes met zijn werk en de pensiongasten een
goed wonen in het tehuis werd toegewenst en de aangeboden ge
schenken, een zeer feestelijk karakter.
Jammer, dat de recreatiezaal waarin de plechtigheid plaatsvond
niet alle bewoners kon bevatten, de meesten van hen zullen het
gesprokene wel via de eigen lijn door hun luidspreker hebben ge
volgd.
Het was een heterogeen gezel
schap, dat bestond uit nagenoeg
alle figuren, die iets met maat
schappelijk werk te maken heb
ben, dat zich in afwachting van
de komst van de minister in de
recreatiezaal bevond.
Er waren de waarnemend com
missaris der koningin mr. dr. A-
J. J. M. Mes, het college van b.
en w., gedeputeerde A. J. Kaland,
ir. Poley van het architecten
bureau 't Hooft, Rothuizen en
Poley, mevr. Westra, inspectrice
voor de bejaardenoorden, de heer
Huisman, inspecteur van de
volkshuisvesting en bouwnijver
heid, de protestantse en r.k. gees
telijkheid, medici, de gemeente
raadsleden, bestuursleden van de
r.k. bejaardenstichting, de ad
junct-directrice van het Juliana-
ziekenhuis zr. De Ridder, de
directeuren van de dienst voor
maatschappelijke zorg en het ge
westelijk arbeidsbureau J. Sten-
vert en J. v. d. Gijp, de inspec
teur van de gemeentepolitie D.
van Ooijen en vele anderen.
De minister werd toen zij de
hal betrad door een der bewo
ners van „Baehten Dieke", mevr.
Verplanke, die gekleed was in
Cadzandse dracht, bloemen aan
geboden, waarna de minister zich
langs een erehaag van verpleeg
hulp voor bejaarden naar de re
creatiezaal begaf.
De voorzitter van de protes
tantse stichting voor bejaarden-
Borg, de heer D. van Es, verge
leek in zijn openingswoord de
werkzaamheden die tot het ont
staan van het bejaardenoord had
den geleid met die van een groep
hordenlopers.
Als eerste noemde hij de horde
van de financiering die men
moest zien te nemen. Voor bouw
en inrichtingskosten was een be
drag van 1.700.000 nodig, voor
waar geen sinecure, die werd ge
nomen, door de duw in de rug,
ffie het gemeentebestuur in wel
ke de stichting sterke stimulato
ren en enthousiaste supporters
gevonden had. Het bestuur er
voer hiermee als een verheugen
de werkelijkheid dat de progres
siviteit van het gemeentebestuur
zich niet slechts richtte op de in
dustrialisatie, doch ook op dit
typische diakonale project.
Het bestuur, aldus de voorzit
ter, heeft iets méér van dit huis
trachten te maken dan een ar
menhuis, waar vroeger de ,.dia-
kenhuis-manneties-mentaliteit
heerste. Er verblïift hier een me
lange van de gehele bevolking en
mede dank zii de Algemene Bij
standswet is het mogelijk ieder
een op te nemen. Wat de sfeer in
het oord betreft: dank zij onze
charmante directrice gonst na
enkele maanden van exploitatie
door Terneuzen de mare: „Het is
goed wonen in Baehten Dieke".
De horde van de personeels-
werving was eveneens een zeer
zware, maar is voortreffelijk ge
lukt.
Sprekende over de interkerke
lijke samenwerking betoogde de
heer Van Es, dat de samenwer
king tussen gereformeerden en
hervormden symboliseert in het
gebouw, waar gereformeerden en
hervormden en ook buitenkerke
lijken door elkaar heen leven in
vriihoid. Er is zo weinig mogeliik
dicipline, het is niet alleen in
figuurliike. doch ook in letterlij
ke zin: open.
De heer Van Es eindigde met
te zeggen dat hij en zijn mede
bestuursleden thans na de hor-
denlooo even een gevoel van
moeheid hadden. „Maar, ik ver
zeker u, we zijn prettig moe".
Hare excellentie mevr. Schou-
wenaarFranssen sorak hierna
de volgende rede uit:
Met genoegen heb ik gevolg
gegeven aan het verzoek dit uit
samenwerking van de hervormde
en gereformeerde kerken alhier
geboren bejaardentehuis te ope
nen.
Terneuzen dat thans de derde
haven van Nederland is en be
kend staat als een van de meest
dynamische punten in de provin
cie Zeeland, heeft met de bouw
van dit moderne bejaardentehuis
blijk gegeven zijn taak ten aan
zien van de zorg voor bejaarden
te verstaan.
De bejaarden zijn geen aparte
groep, maar behoren evenzeer in
de samenleving als alle andere
groepen. Hun welzijn bestaat niet
ftlleen uit materieel welzijn.
S Zonder overdrijving kan wor-
öen vastgesteld dat in ons land
Ge ontwikkeling van de bejaar
denzorg op een zeer behoorlijk
peil staat
Van de voorzieningen in het
kader van de bejaardenzorg
vormt het bejaardentehuis een
onderdeel. Het gaat hier essen
tieel om *-en stuk verzorging
waarover ik bij deze gelegenheid
gaarne enige algemene opmer
kingen zou willen maken. Het
bejaardentehuis moet gezien
worden als een dienstverlenend
instituut in het kader van de
maatschappelijke voorzieningen
ten behoeve van die bejaarden,
die zich om welke reden dan ook
niet meer zelfstandig kunnen
handhaven. Het beoogt deze be
jaarden een verzorgd milieu te
verschaffen, waarin voor hun
welzijn wordt zorggedragen,
maar waar zij elk zo veel moge
lijk zelfstandig kunnen zijn.
Men kan in het bejaardente
huis drieërlei taken onderschei
den, te weten: de huishoudelijke,
de sociale en de verpleegkundige
taak.
Ik wil nu een ogenblik stil
staan bij de sociale kant.
Het tehuis moet voor de be
jaarde diens tweede thuis zijn,
afspiegeling van de samenleving
waarin men zich waarlijk thuis
kan voelen. Daartoe dient er niet
alleen een goede verstandhou
ding tussen de bejaarden onder
ling en met het personeel van het
tehuis te zijn, maar dient ook be
vorderd te worden, dat de relaties
met de familie en kennissenkring
worden gehandhaafd. De bejaar
de moet het gevoel hebben welis
waar in een eigen gemeenschap
te leven, maar niet afgezonderd
van de maatschappij daarbuiten.
De sociale taak van het thuis
omvat dus: de opvang en intro
ductie van nieuw-aangekomener,
het duidelijk maken van de zin
der „spelregels'' van het tehuis,
de hulp bij vragen over admini
stratieve zaken en omtrent socia
le verzekeringen, het zorgen
voor een goede communicatie
tussen de bewoners en de leiding
van het tehuis met het oog op
een goede sfeer in het tehuis en
op een afdeling ervan het
helpen bij en het signaleren van
moeilijkheden van sociale, gees
telijke en lichamelijke aard en
het inschakelen van deskundigen
daarbij enz.
Daar de opname-leeftijd van
de bejaarden hoger is geworden
en hoog-bejaarden nu eenmaal
lichamelijk zwakker en sociaal
kwetsbaarder zijn, behoeft deze
categorie bijzondere aandacht,
dus zowel in sociaal opzicht als
wat de lichamelijke verzorging
betreft.
Voor wat de genoemde sociaal-
verzorgende werkzaamheden
aangaat zou men moeten bp-
schikken over daartoe ongeleid
deskundig personeel, zodat ook
wat de sociale dimensie van de
verzorging in de tehuizen betreft
aan de behoeften van de bewo
ners kan worden voldaan. Het is
niet voldoende als er materiële
en geneeskundige verzorging
aanwezig is. ook aan de sociale
kant dient de volle aandacht te
worden geschonken. Bestudering
van de functie en de opleiding
van het daarvoor geëigende per
soneel is daartoe noodzakelijk:
onder die opleiding kunnen ook
vallen taken als b.v. het bezoe
ken van adspirant-bewoners met
het oog op het beoordelen van de
opname-urgentie en op het voor
bereiden in de ruime zin (dus
ook voor wat betreft mee te ne
men meubilair e.d.l, op het gaan
naar het tehuis.
Naar buiten toe zal het tehuis
contacten moeten leggen en on
derhouden met het algemeen
maatschappelijk werk, waarbij
dus open en gesloten bejaarden-
werk elkaar ontmoeten.
Ik kom nu op een ander punt,
dat momenteel sterk in de san-
dacht staat. Ik bedoel de kwes
tie van de tarieven, van de prij
zen die voor de verzorging ge
vraagd worden. Deze zaak raakt
vele bejaarden sterk persoonliik
en het is begrijpelijk, dat zij vol
op in de belangstelling staat.
Omdat hierover misverstanden
bestaan, wil ik er iets over zeg
gen:
Ik stel dan voorop, dat de ver
zorging die gegeven wordt ver
antwoord moet zijn. Zij moet vol
doen aan alle eisen, die op dit
ogenblik redelijkerwijze te stellen
zijn en die gesteld worden door
het provinciaal toezicht: Dus:
een goed ingericht gebouw. Ver
volgens: voldoende bekwaam
personeel. Daar zal iedereen het
over eens zijn. Maar dat kost
geld en daar zal ook iedereen
het over eens zijn.
Bij het betreden van het Bejaardencentrum „Baehten Dieke" bood mevr. Verplanke de minister van Maatschappelijk Werk. mevr.
drs. J. F. SchouwenaarFranssen, bloemen aan
Van links naar rechts: de heer P. Loof, mr. dr. Mes, mevr. RijpstraKnook, minister mevr. drs. SchouwenaarFranssen, mr. H. Rijp-
stra (ged. zichtbaar), mevr. Verplanke, de heer D. van Es, directrice mevr. MaatDieleman, mr. G. Tichelman
Dit voorop gesteld, herinner ik
u eraan dat in een nog niet eens
zo lang verleden tijd de verzor
ging van bejaarden als een lief
dewerk werd gezien. Dat bete
kende, dat het personeel of gra
tis werkte men denke aan re
ligieuzen of dan toch tegen
een beloning, die beneden dat
gene lag wat normaal verdiend
kon worden. Dat was voor deze
mensen een erezaak. Verder be
tekende dit, dat het normaal was
dat o.a. van kerkelijke en parti
culiere zijde werd bijgepast en
dat men geen behoefte aan een
zakelijk berekend beheer, maar
dat men bij het ontstaan van te
korten zoals b.v. door grote repa
raties, verbeteringen en uitbrei
dingen, een beroep deed op de
milddadigheid van het publiek,
kerken of anderen. De tarieven,
die men zodoende kon berekenen
lagen beneden de werkelijke
kostprijs. In deze tarioCen was
een deel bijstand verdisconteerd.
Met vele andere zaken van een
voorbije tijd is deze opvatting
thans snel aan het verdwijnen.
Niet omdat de besturen hard
vochtiger zijn dan in het verle
den, het publiek minder royaal
is of het personeel van de beiaar
dentehuizen minder toegewijd.
Zeker nietMaar de publieke
milddadigheid richt zich thans
niet meer op geldelijke bijstand.
Deze bijstand is niet meer afhan
kelijk van liefdadigheid, maar is
een recht geworden, een aan
spraak op de burgerlijke over
heid. Ik moge herinneren aan de
Algemene Bijstandswet, die op 1
januari j.l. in werking is getre
den.
Ook is men tot de overtuiging
gekomen, dat het juist is het ver
zorgend personeel voor zijn toe
wijding een volwaardig salaris te
geven.
Maar dan moeten de besturen
ook een pensionprijs gaan be
rekenen, die in overeenstemming
is met de werkelijke kosten. Dat
is geen hardvochtigheid, maar
eenvoudig onvermijdelijk. Men
heeft dan ook de laatste jaren de
intocht gezien in het bejaarden
huiswezen van accountants en
bedrijfs-economen en men werkt
met begrippen als afschrijving en
reserve reparaties. Al deze ont
wikkelingen betekenen een
structurele verandering in het
beheer van bejaardentehuizen en
men heeft de prijsverhogingen,
die daaruit zijn ontstaan wel de
structurele prijsverhogingen ge
noemd.
Daarnaast heeft nog een ande
re factor sterk prijsverhogend
gewerkt: de algemene stijging
van lonen en kosten van levens
onderhoud. Dit heeft men wel de
conjuncturele factor genoemd.
Maar structureel of conjunctu
reel, het gevolg waren gevoelige
tariefsverhogingen. De hierdoor
ontstane situatie is moeilijk voor
de verzorgden, maar ook voor de
besturen van de tehuizen. Ik ben
er echter van overtuigd, dat met
voldoende goede wil en begrip
van weerszijden veel moeilijkhe
den kunnen worden voorkomen
Daarom doe ik een beroep op
beide erbij betrokken partijen
om in een geest van goede wil te
trachten deze te boven te komen:
in de eerste plaats op de bejaar
den. Ik weet dat voor hen de
prijsverhogingen van de laatste
jaren bijzonder pijnlijk aankomen
en dat dit voor velen van hen
ernstige zorgen betekent. Noch
tans wil ik een dringend beroep
op hen doen om begrip te tonen
voor het feit dat de verzorging
die zij genieten thans hogere
kosten met zich brengt.
Het is dus geen kwade wil van
de leiding van een tehuis als de
tarieven verhoogd moeten wor
den. De verzorging die wordt ont
vangen, wordt verschaft tegen
de kostprijs, winst wordt er n'et
op gemaakt. Er is dus ook geen
speling om eventuele prijsverho
gingen op te vangen. Nu wordt
op deze tarieven krachtens de
wet op de bejaardenoorden toe
zicht uitgeoefend. Deze schrijft
voor dat het provinciaal bestuur
er toezicht op houdt, dat een bil
lijke verhouding bestaat tussen
de gevraagde prijs en de geboden
huisvesting en verzorging. Ik kan
de verzekering geven, dat de pro
vinciale besturen deze aangele
genheid energiek ter hand heb
ben genomen. Mocht men dus
van oordeel zijn, dat de gevraag
de prijs niet billijk is, dan moet.
men niet aarzelen een klacht in
te dienen.
Ik wil echter ook een beroep
doen op de besturen van de te
huizen en dan denk ik ook aan
de bejaardenoorden, die in het
verleden tarieven beneden de
kostprijs hadden en zich thans
genoopt zien hun beleid te her
zien. Ik waardeer het beleid, dat
zij in het verleden hebben kun
nen voeren en ik meen ook dui
delijk te hebben laten blijken, dat
ik begrijp, dat dit in de toekomst
niet meer kan. Toch zou ik hen
willen vragen bij hun beslissin
gen terzake ook de belangen van
de bejaarde verzorgden zwaar
mee te laten wegen en deze aan
gelegenheid ook vanuit hun ge
zichtspunt onder ogen te zien.
Zij hebben zich vaak niet gerea
liseerd toen zjj hun intrek ln liet
tehuis namen, dat de gevraagde
prijs te laag was gehouden. Het
is niet anders dan te waarderen,
dat dit niet nadrukkelijk onder
hun aandacht werd gebracht Als
beleidslijn ten aanzien van de
prijzen thans omgebogen wordt,
tracht dit dan niet Inééns, maar
in etappes te doen. Treedt tevo
ren in overleg met de verzorg
den, zeker als er een contactcom
missie is, zoals in de meeste pro
vinciale verordeningen is voorge
schreven. Allicht zijn er onder de
bewoners van het tehuis, die enig
inzicht in boekhouden hebben,
bespreek deze zaak met hen en
laat hun zien hoe de kostprijs is
berekend. Houdt in deze zaak
contact met gedeputeerde staten
Ik ben ervan overtuigd, dat bij
alle betrokkenen ruimschoots
goede wil aanwezig is. Het ge
vaar is alleen, dat men door on
bekendheid met elkanders opvat
ting wrijvingen veroorzaakt, die
bij een goede communicatie ach
terwege hadden kunnen blijven.
Ik heb deze twee onderwerpen
aangesneden: de sociale taak en
de prijzen, omdat een bijzonder
tehuis een thuis is en als zodanig
ook een afsDiegeling van de sa
menleving. Men kan er dan ook
zo zelfstandig zijn als men wil
en de eigen bijdrage aan de goe
de gang van zaken, aan de sfeer
en de gezelligheid leveren. En
als elk ander thuis is het een
deel van de samenleving er om
heen, staat het ook open naar
buiten. Tegeliik geeft het ook de
beschutting die een thuis moet
geven.
Tn Zeeland is men bezig een
„all-round" bejaardenbeleid te
voeren.
Moge „Baehten Dieke" en
dan denk ik aan de betekenis van
deze naam („Achter de Dijk")
voor haar bewoners zijn het be
oogd beschermde milieu, doch
zonder verlies van de openheid
naar de gemeenschap daarbui
ten.
Met deze wens verklaar ik dit
tehuis voor geopend.
Mr. dr. Mes drukte er zijn
spijt over uit, dat de commis
saris hier zelf niet aanwezig kon
zijn, gelukkig worden er thans
gunstige berichten over zijn ge
zondheidstoestand ontvangen.
„Baehten Dieke" betekent een
verrijking voor de bejaarden
zorg in Zeeland, het is een
uitstekend verzorgingscentrum,
aangepast aan het Zeeuwse
leven.
centraal stond, de oude mens van
het oude Terneuzen, die mis
schien de weg is kwijtgeraakt.
Het plaatselijk percentage be
jaarden correspondeert met het
landelijk gemiddelde. De burge
meester wilde er hier dan ook
op wijzen, dat het bestuur daar
om reeds nu de blik op de toe
komst gericht moet houden. Het
verheugde hem in verband hier
mee ook des te meer, dat over
ongeveer drie maanden het r.-k.
bejaardentehuis in gebruik zal
worden genomen. Baehten Die
ke, de naam, duidt wellicht op
de bescherming door de dijk die
achter het huis ligt. Men kan de
grens echter gerust ruim stellen,
want over die dijk ligt de
rivier, die naar zijn mening de
grootste perspectieven van alle
iets mis gaat wordt men het
zeer spoedig gewaar. Toch wilde
hij dit gezelschap om een klein
applausje verzoeken voor het be
stuur.
Ds. W. H. Gispen bood namens
de Gereformeerde Kerk tijdens
een bewogen toespraak een groot
houten Hugenoten-kruis aan, dat
een plaats zal krijgen in de
recreatiezaal.
De blijvende gasten die hier
aanwezig zijn, aldus ds. Gispen,
zijn de bewoners, die van dit
huis een gemeenschap gaan ma
ken. Deze bewoners zijn niet al
leen Zeeuwen, doch velen van
hen stamrr-.n van de Hugenoten.
U allen behoort tot de bloedver
wanten van Jezus Christus, een
adeldom die verplicht tot rid
derdienst aan de medemens
waarvan het eerste symbool het
Hugenotenkruis is. Het tweede
symbool is dat van de trouw
aan het koningshuis. Jezus liet
zien verkopen voor de prijs van
een slaaf. Het waarachtig Ko
ningschap is in Hem. Het derde
symbool van het kruis is de
druif, het wil tot uitdrukking
brengen de leiding van de Hei
lige Geest die op de leiding van
dit huis zal moeten rusten. Het
geheel is de geest van liefde,
waarachtigheid en trouw.
Pastoor deken Van Mechcle»
was dankbaar voor de uitnodi
ging, die hij als vertegenwoor
diger van de Katholieke ge
meenschap had aanvaard. Hij
noemde dit tehuis een sieraad.
Ook hij sprak over de geest van
liefde, behulpzaamheid en ver
draagzaamheid als de geest van
Christus. De pastoor zeide ver
der blij te zijn met de contac
ten die de directrices van „Der
Bliede" (r.-k. bejaardentehuis)
en „Baehten Dieke" onderhou
den.
Hij offreerde het bestuur dria
siervazen met blijvend groen,
waarin hij een symboliek wilde
zien van de jeugd, die de be
jaarden in hun hart moeten
trachten te blijven bewaren.
De heer Van Duivendijk bood
namens de diaconie der Gerefor
meerde Kerk en Hervormde Kerk
een huisorgel aan, de heer G. van
Hoeve, een biljart, van welke de
heer Iz. Scheele een groot aan
deel had gehad aan de inzame
ling, die hiervoor werd gehou
den. „Dat er veel op gespeeld
mag worden en dat er in Baeh
ten Dieke binnenkort een bil
jartkampioen mag zijn", was de
wens, waarmede de heer Van
Hoeve de biljart overdroeg.
Na hem spraken nog de heer
Poley namens het architectenbu
reau, mevr. Westra als inspec
trice voor de bejaardenoorden,
Bezichtiging van de keuken. De minister in gesprek met de chef-kok Van de Berge
Gedeputeerde Kaland betoogde
dat de minister een groot stuk
van de verantwoordelijkheid
voor het bejaardenbeleid naar
de provinciale besturen heeft
verwezen. De nieuwe wet op de
bejaardenoorden heeft G. S. voor
een grote, doch mooie taak ge
steld.
Sprekende over het prijzen-
toezicht, stelde de heer Kaland,
dat dit van geheel andere aard
was dan dat van de minister van
Economische Zaken. Criterium is
hier een billijke verhouding tus
sen het gebodene en de prijs.
Het bestuur heeft tot taak een
sluitende exploitatie te voeren
en om hiertoe te komen, zal het
nodig zijn, aldus de heer Kaland,
een goede prijs te vragen. G. S.
hebben hierop geen kritiek. Het
element van winstbejag komt in
de meeste bejaardenoorden niet
voor, daarom zal het toezicht
repressief kunnen zijn en de
verantwoordelijkheid bij de be
heerder van de exploitatie ge
legd kunnen worden.
Er is hier veel gesproken over
het zogeheten „open bejaarden-
werk". Spr. zag ook als ideaal,
dat de bejaarden zolang moge
lijk zelfstandig en in de eigen
vertrouwde sfeer blijven. Dit
neemt niets weg van de grote
waardering die G. S. hebben voor
wat hier tot stand is gebracht.
„U hebt de hordenloop uit
stekend volbracht", aldus de
heer Kaland.
De vrees is wel eens geuit, als
zou met de sterke industrialisa
tie de mens in het gedrang ko
men, doch vandaag wordt het
bewijs geleverd voor het tegen
deel, aldus burgemeester mr. H.
Rijpstra. Het verheugde hem ten
zeerste, dat het nu eens een ob
ject betrof, waarin de oude mens
rivieren van Nederland biedt.
De burgemeester zeide verder
te hopen, dat de directrice met
haar staf een goede tijd tege
moet zal gaan ten bate van haar
medemens uit Terneuzen en
omgeving.
Na het vertrek van minister
SchouwenaarFranssen kwam
het minder officiële gedeelte van
het programma aan de beurt,
waarin door velen het woord
werd gevoerd en het bestuur,
symbolisch dan wel metterdaad
fraaie en nuttige geschenken
voor het huis mocht accepteren.
Ds- P. A. v. d. Vlugt sprak
namens de Hervormde kerke-
raad woorden van gelukwens en
waardering. De kerk wordt
krachtens de taak van haar
ambtsdragers voortdurend ge
confronteerd met het bejaarden
probleem. In deze gecompliceer
de wereld kan de Kerk dit werk,
dat thans te beginnen staat, niet
zelf meer ter hand nemen.
Met alle respect voor wat hier
verricht werd, wees de predi
kant toch ook op de noodzake
lijkheid de mensen zo lang mo
gelijk in hun eigen omgeving te
handhaven en daarnaast een
open bejaardenzorg.
De lange wachtlijst die er
thans reeds voor Baehten Dieke
is aangelegd, noemde dominee
v. d. Vlugt een teken aan de
wand. Hij wilde daarom niet
alleen namens de Hervormde
Kerk, doch ook als gewoon bur
ger uiting geven aan zijn diepe
dankbaarheid en het bestuur
huldigen voor het enthousiasme,
het geloof en de volharding,
waardoor dit tehuis tot stand is
gekomen. Men moet niet specu
leren op dankbaarheid, aldus de
spreker, wanneer alles goed gaat
hoort men niets, alleen als er
die wees op de grote verantwoor-
lijkheid die het runnen van een
bejaardentehuis op het bestuur
niet alleen ten opzichte van de
bewoners, doch ook ten opzichte
van het personeel legt.
Zich tot de bejaarden wendend
zeide deze spreekster: „Alle
feestelijkheden hier zijn voor U
bedoeld. Het lijkt mij heel moei
lijk om het besluit te moeten
nemen om naar een bejaarden
oord te verhuizen, doch bedenk,
elke gave is ook een opgave. De
uwe is een goede sfeer te schep
pen".
De heer Huisman sprak over
het tehuis als „een bijzonder
waardevol element voor de ge
meente Terneuzen en tenslotte
was het woord aan de directrice
mevr. P. MaatDieleman.
Zij dankte allen die samenge
werkt hadden om Baehten Dieke
leefbaar te maken en bood ge
schenken namens personeel en
zichzelf aan.
Briljant was het slotwoord,
waarin de vice-voorzitter mr. G.
Tichelman aan allen, die op
enigerlei wijze luister door hun
aanwezigheid op dit feest had
den bijgezet. Bedolven onder
bloemen en geschenken, koste
lijke woorden, die soms van een
hartverwarmende tederheid wa
ren, aldus beschreef mr. Tichel
man de feestelijke middag. Iede
re spreker werd door hem op
een niet te evenaren wijze be
dankt. Mr. Tichelman eindigde
zijn toespraak met de bede, dat
„Gods liefde en Zijn geest over
dit huis moge zweven en moge
vervullen".
Hierna recipieerde het bestuur
nog enige tijd voor de aanwezi
gen.
Zie verder paf. 3