Hoge rode cijfers
P.1.7. in 1964:
Woensdag 6 januari 1965
DE VRIJE ZEEUW
Pagina 11
overigens wel bekend zijn dat hier bedrijven zijn,
die met bepaalde vrijstellingen werken.
Ik geloof niet dat de liberalisatie een stilstand
kan hebben zodat men aan al die eisen zal moe
ten voldoen.
Ik hoop dat dit uw volle aandacht zal hebben.
Ik meen uit uw antwoord ten aanzien van de
binnenvaartsluis, vooral voor wat de verbinding
met de Schelde betreft, te mogen aannemen dat
dus het college nog in hoogste instantie dit zal
willen bepleiten, gezien het allergrootste belang,
zowel voor de zeevaart als de binnenvaart, maar
ook voor wat de verkeerssituatie betreft in de
binnenstad.
De kwestie van de brug te Sluiskil, daar kan
ik, meneer de voorzitter, de heer Huijbrecht wel
in antwoorden, dat dit bedoeld is als een locale
geografische integratie. Ik hoop dat hij hiermede
tevreden is.
Wij hebben hier t.a.v. het zeemanstehuis ge
noemd de Vereniging Havenbelangen. Wij hadden
hier ook achter kunnen zetten de Kamer van
Koophandel. Wat de luchtverontreiniging betreft,
ik heb gezien dat in Sluiskil op diverse plaatsen
installaties zijn geplaatst ter controle daarvan.
Gebeurt dit ook in Terneuzen zelf? Ik heb hier
omtrent eigenlijk nog niets gezien. Het kan zijn
dat het wèl plaats vindt, maar men kan op het
terrein van de Dow en Philips niet meer komen,
zodat het niet valt te constateren.
De heer De Vos: In tegenstelling met wat men
elders beweert ruikt het hier nog heerlijk fris.
De heer De Feijter: Ik dank het college voor
de uiteenzettingen en ik geloof dat het een nuttige
discussie is geweest. Naar aanleiding van de be
sprekingen wou ik nog een paar vragen stellen,
die eigenlijk nog niet precies zijn beantwoord.
Er is gesproken over de opvangscholen, in de
eerste plaats op de afdelingsvergaderingen en ook
in de memorie van antwoord die burgemeester
en wethouders gaven naar aanleiding van de op
merkingen in de afdelingsvergaderingen, waarin
men kan lezen dat er opvangscholen zouden komen
één in het plan „Zuid-West" en drie in de Kats-
polder, waarvan, naar gelang van de behoefte,
lokalen ter beschikking zullen worden gesteld van
't openbaar- en 't bijzonder onderwijs. Heeft U ook
enig idee wanneer begonnen kan worden met de
eerste school? Als het juist is dat de eerste wo
ningen in het Pronto-plan in september volgend
jaar bewoonbaar zullen zijn, zal het noodzakelijk
zijn om daar ook in een school te voorzien.
In verband ook met het Prontoplan vraag ik
me nog af wanneer men met het winkelcentrum
zal beginnen, of is daar niets nader van bekend?
Eigenlijk had ik in de algemene beschouwingen
nog een vraag willen stellen, die nogal wat geld
kost en daar heb ik maar van afgezien wegens het
grote tekort, n.l. de verlichting van de Mr. F. J.
Haarmanweg. Er staan al lantaarnpalen maar om
financiële redenen is men nog niet overgegaan
tot verlichting en het is er aarde-donker. Wij
hebben begrip voor de motieven die door burge
meester en wethouders naar voren zijn gebracht,
namelijk dat het nogal veel kost, doch het lijkt
mij wel mogelijk enige punten te verlichten.
Als de heer Hol vraagt, kan men niet wat beeld
houwwerkjes in de plantsoenen e.d. zetten, dan
zou ik willen vragen: kan men de F. J. Haarman-
weg verlichten? Als men met zo'n groot tekort
zit, zal men de zaken tegen elkaar af moeten
wegen. Ik persoonlijk zou liever een goede ver
lichting van de Mr. F. J. Haarmanweg zien dan
beeldjes in de plantsoenen.
De heer Hol: Dit is een verlichtende geest
De Voorzitter: Ik neem aan dat U bedoelt een
verlichte geest.
-.10 óp m i
De heer.-De Fejjter: Dan is ook gesproken door
de heer Hol over een kampeerterrein. Ik ben
het ermee eens: in Terneuzen dient men ook te
beschikken over een kampeerterrein als men aan
recreatie wil doen.
Er is indertijd gedacht aan de omgeving van het
zwembad. Daar was geen ruimte meer. Zou het
niet mogelijk zijn dit binnen enige tijd aan te leg
gen tussen de KatspolderdiJk en de Otheense
kreek. Dat terrein zou plantsoen worden. Het is
betrekkelijk laag en niet ver van de Otheense
kreek en de Schelde. Het is aangekocht door de
gemeente. Kan daar niet een goed kampeerterrein
gesticht worden?
Dan is gesproken over de parkeergelegenheid
van de Van Steenbergenlaan.
Dat zou ik net niet doen. Ik geloof dat wij die
grasstrook daar moeten behouden en ik heb
eigenlijk, U weet dat wel, meneer de voorzitter,
een veel betere oplossing, namelijk het dempen
van de oostelijke kanaalarm.
De heer Fijn van Draat: De vorige keer heb
ik een grapje gemaakt over de vlag. Dit heeft,
voor wat mij betreft, niets te maken met wat
verder over dit onderwerp is gezegd. Ik distan-
cieer mij van de opmerkingen van mijn rechter
buurman.
De heer Ramondt: Ik acht het denkbeeld van
de heer De Meijer over de veren aantrekkelijk,
maar in de tussenperiode vóórdat de brug over
de Oosterschelde tot stand komt, zullen er nog
belangrijke wachttijden zijn. Het is nuttig om op
nieuw onder de aandacht te brengen dat het veer
straks veel meer zal gaan betekenen.
Ten aanzien van de parkeerterreinen is door de
heer De Fejjter opgemerkt dat het beter was de
kolk te dempen en het gedeelte van het kanaal.
Ik had gehoopt te horen van de heer De Vos,
dat deze ook eens zijn gedachten had laten gaan
over de mogelijkheden die het parkeerterrein in
de Van Steenbergenlaan zou bieden.
De heer De Vos rakelde op, dat hij betwijfelde
of het intensief zou worden gebruikt. Als wij die
gelegenheid zouden scheppen dan zouden er m.i.
toch wel mensen zijn die hun wagen daar laten
staan en te voet over de brug gaan.
Nog het punt over de humor. Mogelijk dat deze
wel iets te laat kwam, doch ik wilde het toch in
de geest van de humor houden.
De Voorzitter: Op de kwestie van het sluitings
uur hoef ik niet terug te komen. Ik zal het met
de korpschef opnemen en wij zullen concreet
onder ogen zien of wij faciliteiten kunnen ver
lenen.
Over het zeemanstehuis zou ik willen zeggen,
dat ik een poos geleden ben benaderd door een
instantie, die zich hiermee bezig houdt. Ik ver
wacht reacties, maar dit is niet van de Vereniging
voor Havenbelangen.
De luchtverontreiniging is momenteel een
onderwerp van, studie. Daarvoor is een Rijksin-
stantie ingesteld en ik meen dat wij op dit punt
gerust kunnen zijn.
Wat betreft de opvangscholen. Wij hebben ge
dacht aan een viertal opvangscholen. Hierover is
overleg gaande met de directeur van gemeente
werken. De vraag is kunnen wij het inpassen in de
urgentieverklaringen van het Rijk. Te zijner tijd
zullen wij omtrent de kleuterscholen met een voor
stel komen in de raad.
Over het winkelcentrum vindt nog overleg
plaats.
Dat is geen eenvoudige zaak. Er zal nog optie
moeten worden verleend door uw college, hetgeen
in studie is.
Als wij spreken over stadsverfraaiing dan zal
dit gefinancierd moeten Worden uit de exploitatie
plannen en niet uit de algemene middelen.
Naar mijn gevoelen is het uitgesloten dat in
de Katspolder op de plaats waar een plantsoen
gedacht is, een kampeerterrein zal kunnen komen.
Ik ben het met de wethouder van openbare wer
ken eeng dat wij onze gedachten moeten laten
gaan naar het recreatieplan, waarvoor opdracht
voor een schetsplan is verleend.
De heer De Vos: De heer Hol vraagt om meer
aandacht voor centrale verwarming in huizencom
plexen. Het is zó, dat dit in hoofdzaak een zaak
is voor de opdrachtgevers. De gemeente zelf is
nooit opdrachtgeefster.
De woningwetwoningen worden gebouwd door
de Woningbouwvereniging en de andere woningen
door particulieren. Het is de bedoeling dat in het
Pronto-plan centrale verwarming wordt voorzien,
in ieder geval t.a.v. de flats. Het laatste wat ik
daarvan weet, is dat de prijsopgave nog te hoog
was. Het is mij bekend, dat de Woningbouwver
eniging ook bij de volgende complexen daarnaar
zal streven.
Het zou niet gemakkelijk zijn de ééngezinswo
ningen daarin te betrekken. Ons college is zeker
geen tegenstander van woningen voor alleen
staanden, maar ook dat is een zaak van de op
drachtgever.
Misschien kan men in het bestuur van de
Woningbouwvereniging dat eens bekijken, maar ik
geloof niet dat het gewenst is om een flat voor
alleenstaanden ergens neer te gaan zetten. Ik ben
er persoonlijk vóór om in normale flats hiervoor
enige ruimte te voorzien.
De heer Huijbrecht deelde mede, dat de advies
commissie ter beoordeling van de bruikbaarheid
van woningen niet meer bestaat. Hij vraagt er
een in te stellen en wij zullen dit natuurlijk over
wegen.
De heer Huijbrecht: Ik kom er nog wel op te
rug.
De heer De Vos: Wat de binnenvaartsluis be
treft geloof ik niet hieraan nog iets te moeten
toevoegen.
De heer Huijbrecht heeft ook over de verbete
ring van de vooroorlogse woningwetwoningen ge
sproken en ik kan U zeggen, dat wij met het be
stuur daarover zullen spreken, maar dat heb ik
individueel ook al met de administrateur en de
voorzitter gedaan. Het bestuur zit met de moei
lijkheid dat er geen aannemers voor te vinden zijn.
Wij zullen zoveel mogelijk trachten dit te stimu
leren. Of dit veel resultaat zal hebben is zeer de
vraag. Dit is een heel karwei en de aannemers
bouwen liever nieuwe woningen.
Ik begrijp niet goed wat de heer Weterings be
doelt met het belang voor de integratie van Sluis
kil bij de totstandkoming van de brug. De brug
is een schakel in de verbindingsweg.
U hebt gehoord hoe de zaak staat. De weg moet
er eerst zijn vóórdat die brug effectief kan worden.
De verlichting, meneer de voorzitter, van de Mr.
F. J. Haarmanweg vindt de heer De Feijter niet
voldoende. Waarom vindt hij de hoofdweg van Ter
neuzen naar Axel niet te donker?
De heer De Feijter: Op de Mr. F. J. Haarman
weg is verlichting aangebracht, maar daar brandt
zij niet.
De heer De Vos: Wat geeft dat? Moet men nu
ook de wegen buiten de bebouwing verlichten?
Die verlichting is aangebracht voor straks als er
industrieën zijn, want dan heeft het zin. Ook b.v.
aan de invalsweg branden nog niet alle lampen.
Als U zegt: het is te donker, dan zeg ik: de wegen
naar Axel en Hoek zijn even donker.
De heer Weterings: En de lampen bij het woon
wagenkamp?
De heer De Vos: De mast daarvan staat er al en
deze wordt wellicht volgende week aangesloten.
Ik heb dit met gemeentewerken opgenomen.
De heer Ramondt vroeg of ik mijn gedachten
eens wou laten gaan over een parkeerterrein aan
de Van Steenbergenlaan. Ik heb dat al gedaan,
maar nog niet om dat op korte termijn aan te
leggen.
Ik heb reeds gezegd dat niet iedereen daar zo
maar zijn wagen zal neerzetten. Er kan ook nog
op het Schuttershof geparkeerd worden maar dat
wordt ook nog niet veel gedaan. Iedereen rijdt
de stad binnen en probeert zijn wagen daar kwijt
te raken. Ik ben het met de heer De Feijter eens,
dat wij de groenstrook van de Van Steenbergen
laan moeten behouden. Dat wil niet zeggen dat
wjj geen parkeerhavens zouden kunnen maken. Het
is de bedoeling in de nieuwe uitbreidingsplannen
hiervoor zoveel mogelijk ruimte ter beschikking
te houden.
De heer De Meijer: Ten aanzien van het veer
TerneuzenHoedekenskerke zijn wij diligent en
wij doen wat wij kunnen.
De heer Weterings: Nog een vraag, die ik ver
geten heb. De kwestie Ir. Snijders, komt daar ver
andering in?
De Voorzitter: Wij zullen daarop terugkomen,
maar deze zaak loopt wel goed.
Mevrouw, mijne heren, ik wil thans graag over
gaan tot de bladzijdsgewijze behandeling van de
begroting. -
De heer Hol: In de staat 3 worden de netto-ont
vangsten van de algemene middelen in absolute
cijfers en per hoofd van de bevolking vermeld.
Het is goed deze cijfers eens te vergelijken.
Voor Terneuzen was dit in I960 per hoofd
ƒ104,63, terwijl het gemiddelde van alle gemeen
ten in dat jaar 114,was, zodat het verschil niet
zo geweldig groot is.' In 1961 was het voor Terneu
zen 92,57 en het gemiddelde van alle gemeenten
ƒ124,19. Ik heb al eens opgemerkt dat dit een
fantastisch groot verschil is van ƒ31,62 per hoofd
van de bevolking. Wanneer men dat cijfer naar
het inwonertal beziet, en dat was op 1 januari
1962: 16.582 inwoners, dan hadden wij nu heus
geen groot tekort, maar dan hadden wij nog een
overschot. Ik zou het toch op prijs stellen, dat
een onderzoek wordt ingesteld naar dat enorme
verschil.
De Voorzitter: Dat zullen wij laten nagaan.
Volgnummer 44.
De heer Bleijenberg: Er is een extra-post uitge
trokken voor een nieuwe politieverordening en
een nieuw ambtenarenreglement. De huidige
bouwverordening dateert echter van 1947. Mogen
wij verwachten dat vernieuwing daarvan ook nog
aan de orde komt?
De Voorzitter: Het is de bedoeling van ons col
lege mettertijd successievelijk alle verordeningen,
die daarvoor in aanmerking komen, aan te passen.
Volgnummer 50.
De heer Hol: Ik zie op deze post een eenheids
prijs voor verwarmingsolie staan, die mij buiten
gewoon hoog voor komt en dat is niet alleen voor
deze post. Ik kan U de verzekering geven dat ik
wel andere prijzen ken en dat zou heel wat ver
schil maken.
De Voorzitter: Wij ook. Dit is een raming die
gemaakt is bij het ontwerpen van de begroting.
Volgnummer 102.
De heer Hamelink: Er is op het ogenblik in
Sluiskil één agent gestationeerd. Acht U het vol
doende met het drukke verkeer aan beide zijden
van het kanaal, bij de fabriek en de brug?
De Voorzitter: Deze vraag is ook gesteld bij het
afdelingsonderzoek, waarbij toen medegedeeld is,
dat de bezetting van één agent voldoende is. Dit
is ook nog met de korpschef besproken.
De heer Brakman: Ik had dezelfde vraag. Ik
heb vanavond het „genoegen" gehad om kwart
vóór zes een kwartier voor de brug te staan. In
één minuut stonden er een auto of 10 en binnen
een kwartier is alles verstopt, niet alleen door
Belgen maar ook door Nederlanders. Tegen dat
de- brug dicht is ontstaat je reinste „Wild-West-
situatie". Al was het dat de agent maar in de
buurt stond, want dan wordt er wel op gelet. Ik
zou dus willen aandringen op een tweede agent
voor Sluiskil.
De Voorzitter: Ik kan dat niet toezeggen. Ik
zal laten nagaan of er aanleiding toe bestaat meer
aandacht te schenken aan de moeilijkheden die
U signaleert, maar dat hoeft naar mijn mening niet
uit te monden in het stationeren van een tweede
agent. Dat kan anderzijds worden opgelost.
De heer Hamelink: Ik zou in overweging willen
geven dit nog eens in de verkeerscommissie te
bespreken.
De Voorzitter: Neen, dat kan ik U tot mijn
spijt niet toezeggen. In de verkeerscommissie kan
men wèl spreken over de verkeersproblemen, maar
niet over het plaatsen van een tweede agent. Dat
hoort niet in de verkeerscommissie thuis.
Volgnummer 124.
De heer Weterings: Zijn de vervoersmiddelen
van de politie op het ogenblik voldoende?
De Voorzitter: Ja, meneer Weterings, die zijn
bij de huidige stand van zaken voldoende. Ik weet
niet hoe het verder zal gaan. Wij hebben op uit
breiding van het korps aangedrongen, doch er be
staat dienaangaande nog geen enkele zekerheid.
Volgnummer 156.
De heer Hol: Ik ben verheugd, zoals blijkt uit
de memorie van antwoord, dat de Axelsestraat zal
worden verlicht met natriumverlichting. Ik acht
dit een prima oplossing.
De Voorzitter: Ik dank U, mijnheer Hol. Wij
zullen hopen dat het spoedig voor elkaar is.
Volgnummer 186.
De heer Compiet: Onder dit volgnummer staat:
subsidie en bijdragen aan Kruisverenigingen. Dit
komt neer op 3,75 per lid afkomstig uit Terneu
zen. Destijds is gesteld dat men de helft van de
gemiddelde contributie zou verkrijgen als subsidie.
Inmiddels is mij gebleken dat de contributie op
getrokken is tot 12,Is het mogelijk dat dus
weer de helft van de huidige contributie als de
subsidie wordt gegeven? Ik weet niet of het moge
lijk is, maar ik zou erop willen aandringen dit nog
eens te herzien.
De Voorzitter: Wij hebben deze week een brief
gekregen van de vereniging waarin dienaangaan
de een verzoek is gedaan, maar dat is door ons
college nog niet behandeld. Wij stellen ons voor
met de besturen een bespreking te hebben.
De heer Compiet: Ik dank U, mijnheer de voor
zitter.
Volgnummer 210.
De heer Hol: Ik heb gehoord dat de badmeester
zijn ontslag zou genomen hebben. Is er al een
oproep geplaatst voor een nieuwe badmeester?
De heer De Vos: De oproep is al geplaatst en
er zijn al enkele sollicitanten.
Volgnummer 236.
De heer De Feijter: In de afdelingsvergaderin
gen is uitvoerig gesproken over de welstandscom
missie. In de memorie van antwoord wordt door
burgemeester en wethouders gezegd, dat de er
varingen met deze commissie gunstig zijn. Voorts
wordt gesteld, dat dit uiteraard niet betekent, dat
deze waardering door de belanghebbenden altijd
wordt gedeeld. Ik zou willen vragen om bij de
beoordeling van de bouwplannen de nodige soepel
heid te betrachten zodat deze laatste zinsnede
over die belanghebbenden er volgend jaar niet
meer hoeft in te staan.
De Voorzitter: Ik kan uw gedachtengang niet
helemaal volgen, mijnheer De Feijter. Ik ben van
oordeel dat de commissie momenteel nog soepel
is om het geheel wat ingang te. doen vinden. Ik
verwacht dat er eigenlijk altijd meningsverschillen
zullen blijven bestaan tussen de belanghebbenden
en de commissie. Dat is in iedere gemeente zo. U
moet echter wel bedenken dat het een adviescom
missie is, van welk advies burgemeester en wet
houders kunnen afwijken.
Volgnummer 246.
De heer Hamelink: Denkt U spoedig te kunnen
voorzien in de functie chef reinigingsdienst?
De heer De Vos: Er is al iemand benoemd. Dit
was nog afhankelijk van de medische keuring, doch
die is nu gebeurd.
Volgnummer 268.
De heer Huijbrecht: Het onderhoud van straten
en pleinen staat nogal in de belangstelling en hoe
wel ik daar zelf niet van overtuigd ben, wil ik U
toch vragen: bestaat er werkelijk een achterstand
in dit onderhoud?
De heer De Vos: Ik denk dat de heer Huijbrecht
doelt op het anonieme schrijven in de krant en
wanneer dat zo is, wil ik erop wijzen dat het daar
speciaal gaat om bouwstraten, die nog niet vol
ledig zijn volgebouwd, zodat in de meeste geval
len moet worden gewacht met herstrating.
Bij de uitbreiding van het stratennet wordt het
wel moeilijker de zaak te blijven bijbenen. In de
nieuwe plannen zullen bepaalde doorgaande wegen
geasfalteerd worden, zodat er geen herstrating
meer aan te pas komt. Wij zullen de nieuwe opzet
van de eigen dienst moeten afwachten en proberen
er daarmee uit te komen en als het nodig is extra
personeel aantrekken. Dat de mensen die al in
die straten wonen dit niet begrijpen en ongedul
dig worden, daar heb ik begrip voor. Het is geen
pretje en ik kan mij voorstellen dat de mensen
dan gaan schrijven. Het zou echter prettiger zijn,
indien ze bij ons kwamen.
De heer Bleijenberg: Onder post 268 valt ook
het onderhoud van abri's. Ik zou het college in
overweging willen geven om de abri bij Krijger te
verplaatsen naar de nieuwe bushalte bij Meert.
De heer De Vos: Er is besloten dat die wordt
verplaatst naar de andere kant van het kanaal.
De heer Bleijenberg: Ik denk ook aan de bus
diensten. Vindt U het niet eigenaardig dat de
mensen van Hoek die naar het ziekenhuis te Sluis
kil moeten via Biervliet naar Sluiskil moeten
reizen?
De Voorzitter: Wij hopen dit te bekijken. Dit
gehele probleem komt in januari wel naar voren.
Volgnummer 274.
De heer Fijn van Draat: Is het mogelijk dat bij
het hertenkamp een bordje wordt neergezet, dat
men vooral geen plasticzakken in het kamp moet
gooien, want dat kan de dood van deze herten be
tekenen.
De Voorzitter: Er staat al een bordje over het
voedsel, maar wij zullen dit laten nagaan.
De heer Hol: Ik wil nogmaals de aandacht vra
gen voor meer boomaanplant in Terneuzen.
De Voorzitter: Wij houden dat in gedachten.
Volgnummer 590.
Mevr. DoomsOrtelee: Ik ben blij, dat uw col
lege enigszins tegemoet komt aan de behoefte aan
een speelweide, alhoewl de strook grasveld achter
de sportvelden nabij de begraafplaats natuurlijk
niet de ideale oplossing is. Ik hoop dat er toch nog
iets komt voor de kinderen in de vorm van doel
palen b.v.
De Voorzitter: Wjj zullen dit na laten gaan.
Volgnummer 624.
De heer Weterings: Bestaat de mogelijkheid dat
er nog een behoorlijk hulp-postkantoor in de nieu
we buurt komt?
De Voorzitter: Dat weten wij nog niet, maar het
is in studie.
Staat model O, bladzijde 167.
De heer BIjjenberg: Is het nog nodig om het on-
derhoudsfonds Molendijk en Koedijk in stand te
houden?
De heer De Meijer: Dit moet eigenlijk naar het
grondbedrijf.
De Voorzitter: Denkt U dat in de loop van het
jaar te doen?
De heer De Meijer: Wij kunnen het gebruiken in
■b.v. het exploitatieplan Serlippenspolder, doch wij
moeten dit nog eens bezien.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming, con
form het voorstel, de begroting voor inkomsten en
uitgaven der gemeente voor het dienstjaar 1965
vastgesteld.
Begroting van de Dienst voor Maatschappelijke
Zorg.
De heer Hol: In deze begroting staan ook de cij
fers die betrekking hebben op de inkomsten vol
gens de laatste rekening (1962), waardoor een juis
te vergelijking vrijwel niet mogelijk is.
De heer De Vos: Het verschil zal daardoor op het
ogenblik groter lijken dan het in werkelijkheid is,
omdat de uitgaven over 1963 beslist wel hoger zul
len zijn geweest dan over 1962.
De heer Hol: Kunnen wij daarmee geen moei
lijkheden krijgen bij de goedkeuring door Gedepu
teerde Staten?
De heer De Vos: Tegen dat men zover is, zijn de
andere cijfers al beschikbaar. Dat geeft geen moei
lijkheden.
De heer HolMen mist toch zodoende het verge
lijkingsmateriaal
De heer De Vos: Formeel moeten deze cijfers er
instaan. Bij maatschappelijk zorg is een begroting
altijd een slag in de lucht. Het is immers niet zo
als b.v. met uitvoering van werken waarvan men
de kosten kan ramen. Als er een paar gevallen van
verpleging meer komen is men er al naast en ook
wanneer er minder gevallen komen. De ramingen
die hier in staan zijn reeds in mei/juni van dit
jaar opgesteld.
De heerWeterings: Is er geen rekening gehou
den met de gevolgen van de algemene bijstands
wet?
De heer De Vos: Ook dat is een slag in de lucht.
De heer Hol: Het is toch zo, dat de raadsleden
niet meer kunnen vergelijken, althans niet meer
op de juiste wijze.
De heer De Vos: Ik zou willen opmerken dat de
raad ook de rekeningen vaststelt zodat die cijfers
toch ter tafel komen.
De heer Hol: Die komen inderdaad ter tafel,
maar heel wat later. Maar als vergelijkingsmate
riaal mist men deze toch.
De heer De Vos: Hoe wilt U het dan? Als U deze
cijfers er in wilt hebben dan moeten de begrotin
gen zes maanden later worden behandeld, dat is
de consequentie.
De heer Hol: Waarom kan het dan wèl in de an
dere begrotingen?
De heer De Vos: Omdat die later opgemaakt
worden. Dit kan nu eenmaal niet anders.
Volgnummer 96.
De heer De Feijter: Dat toegezegde onderhoud
met de Protestants Christelijke Stichting voor
Maatschappelijk Werk, heeft dat plaatsgehad?
De Voorzitter: Ja, wij zullen voorstellen te vol
doen aan het verzoek van de Stichting.
Zonder hoofdelijke stemming wordt de begroting
van de Dienst voor Maatschappelijke Zorg voor
1965, conform het voorstel, vastgesteld.
Begrotingen 1965 van het woningbedrijf en het
grondbedrijf.
Zonder bespreking en hoofdelijke stemmingen
worden de begrotingen 1965 van deze bedrijven
vastgesteld.
3. Idem tot het aanvragen van een aanvullende
uitkering uit het gemeentefonds.
Zonder bespreking en hoofdelijke stemming
wordt conform het voorstel besloten.
4. Rondvraag.
De heer Weterings: Ik zou willen vragen of de
bestrating aan de spoorwegovergang in de Blik-
straat al bekeken is en eventueel besproken is met
de Nederlandse Spoorwegen.
De Voorzitter: Daar is een brief over geschreven
aan de Nederlandse Spoorwegen.
De Voorzitter: Ik dank U allen zeer voor de
prettige en constructieve wijze van vergaderen en
sluit hierbij deze vergadering.
De exploitatieuitkomsten van
het op 1 januari 1965 50 jaar
oude staatsbedrijf der P.T.T. zul
len over 1964 hoge rode cijfers
te zien geven. Ondanks twee
tariefsverhogingen in januari en
juli moest directeur-generaal
prof. ir. G. H. Bast deze consta
tering in zijn nieuwsjaarsrede
voor het personeel doen.
In 1964 verstrekte de dalende
tendens der bedrijfsuitkomsten
opnieuw. Hij vermoedde, dat de
belangrijke inkomsten buiten de
exploitatiesfeer geen voldoende
tegenwicht zullen vormen. Om
aan de verplichte reserveringen
te voldoen zal wellicht nog een
klein beroep op de conjunctuur
reserve moeten worden gedaan.
Prof. Bast verwacht ondanks
nieuwe tariefsverhogingen over
1965 aanzienlijk ongunstiger
uitkomsten, dan de staatsbe
groting kon aangeven, of
schoon een iets gunstiger ont
wikkeling dan over 1964 mo
gelijk is.
VERLIES EN WINST
In zijn financiële beschouwing
betrok hij de bijzonder verlies
gevende positie van de post
dienst en de openbare telegrafie
en een weliswaar aangetaste,
maar nog steeds duidelijk posi
tieve positie van telefonie en
telexdienst.
De postchèque- en girodienst
zal in 1965 de vruchten plukken
van de automatisering na een
verlies van 8,5 miljoen gulden
in 1964. In Arnhem zijn alle
rekeningen op de computor ge
bracht. In Den Haag wordt deze
mijlpaal over enige maanden
bereikt. In 1964 werd voor bijna
een miljoen rekeninghouders 220
miljard gulden omgezet. Mee
vallers in de rentesector voor
deze dienst en voor de rijks
postspaarbank steunden de posi
tie dezer bedrijven. Bij de spaar
bank trad een spaarverschil van
190 min op of 20 percent min
der, dan over 1963. Het tegoed
steeg tot 3,9 miljard gulden.
Prof. Bast wees erop, dat de
tariefsverhogingen in 1964 de
baten met 6 percent versterkten.
De lasten stegen echter met 11,5
percent. Hij zei, dat de welkome,
aanmerkelijke hogere investe
ringsbegroting voor 1965 door
stijging van het prijsniveau in
effect afneemt.
98.000 AANSLUITINGEN
De produktie van telefoonaan
sluitingen werd in 1964 met ruim
15 percent opgevoerd. De vraag
steeg met 8 percent. Netto nam
het aantal aansluitingen met
98.000 toe. De groei van net ver
keer was igts gematigder, maar
leidde desondanks tot belang
rijke uitbreiding van het ver-
keersapparaat. Uitberiding en
vernieuwing gingen in verhoogd
tempo door.
Prijs baconvarkens
verhoogd
Wegens een stijging van de
prijzen op de varkensmarkt heeft
het produktsohap voor vee en
vlees maandag besloten de prijs
voor baconvarkens met 7 ct per
kg te verhogen. De prijs voor ba
convarkens in de kwaliteitsklas»
sen 1 t/m 4 resp. ƒ2,60, ƒ2,4S,
2,43 en 2,38 per kg koud ge
slacht gewicht.
Man overleden
bij vechtpartij
met vrienden
De 32-jarige ongehuwde Jacq
Engelen uit Asenray-Roermond
is in de nacht van zondag op
maandag bij een vechtpartij om
het leven gekomen. Hij viel met
zijn achterhoofd op het trottoir.
Dit gebeurde toen hij met vijf
vrienden terugkeerde van een
uitgaansavond.
De broer van het slachtoffer
hoorde om half één 's nachts bui
ten zijn woning lawaai. Hij ging
kijken en vond zijn broer sterven
de op de stoep. Diens vrienden
stonden beduusd om hem heen
te kijken. Er had kennelijk een
korte vechtpartij plaats gehad.
De justitie heef de zaak in on
derzoek. De vijf vrienden worden
door de gemeentepolitie te Roer
mond verhoord.
PENDEL
NAAR DUITSLAND
TOEGENOMEN
De pendel van arbeiders naar
Duitsland is in het afgelopen
jaar weer met 200 man toege
nomen. Men verwacht in Zuid-
Limburg echter dat deze ont
wikkeling zal worden afgeremd
omdat de lonen in Nederland
sterk zijn gestegen en de acti
viteiten van de ronselaars wor
den bemoeilijkt. De pendel van
arbeiders naar België nam enigs
zins af. Dit heeft de voorzitter
van de Kamer van Koophandel
en Fabrieken voor Maastricht
en omstreken, mr. N. A. W. van
Oppen vanmiddag in zijn jaar-
rede opgemerkt.
De werkgelegenheid is in het
gebied van de Kamer toegeno
men. De arbeidsreserve is van
vijf tot vier promille gedaald.
De spanning op de arbeidsmarkt
nam toe.
Over de activiteiten van de
stichting voor hoger technisch
onderwijs zeide de voorzitter dat
het voortdurend ijveren van de
stichting voor een instelling van
hoger technisch onderwijs in
Maastricht een gunstige ontwik
keling te zien geeft.