Hoge rode cijfers P.1.7. in 1964: Woensdag 6 januari 1965 DE VRIJE ZEEUW Pagina 11 overigens wel bekend zijn dat hier bedrijven zijn, die met bepaalde vrijstellingen werken. Ik geloof niet dat de liberalisatie een stilstand kan hebben zodat men aan al die eisen zal moe ten voldoen. Ik hoop dat dit uw volle aandacht zal hebben. Ik meen uit uw antwoord ten aanzien van de binnenvaartsluis, vooral voor wat de verbinding met de Schelde betreft, te mogen aannemen dat dus het college nog in hoogste instantie dit zal willen bepleiten, gezien het allergrootste belang, zowel voor de zeevaart als de binnenvaart, maar ook voor wat de verkeerssituatie betreft in de binnenstad. De kwestie van de brug te Sluiskil, daar kan ik, meneer de voorzitter, de heer Huijbrecht wel in antwoorden, dat dit bedoeld is als een locale geografische integratie. Ik hoop dat hij hiermede tevreden is. Wij hebben hier t.a.v. het zeemanstehuis ge noemd de Vereniging Havenbelangen. Wij hadden hier ook achter kunnen zetten de Kamer van Koophandel. Wat de luchtverontreiniging betreft, ik heb gezien dat in Sluiskil op diverse plaatsen installaties zijn geplaatst ter controle daarvan. Gebeurt dit ook in Terneuzen zelf? Ik heb hier omtrent eigenlijk nog niets gezien. Het kan zijn dat het wèl plaats vindt, maar men kan op het terrein van de Dow en Philips niet meer komen, zodat het niet valt te constateren. De heer De Vos: In tegenstelling met wat men elders beweert ruikt het hier nog heerlijk fris. De heer De Feijter: Ik dank het college voor de uiteenzettingen en ik geloof dat het een nuttige discussie is geweest. Naar aanleiding van de be sprekingen wou ik nog een paar vragen stellen, die eigenlijk nog niet precies zijn beantwoord. Er is gesproken over de opvangscholen, in de eerste plaats op de afdelingsvergaderingen en ook in de memorie van antwoord die burgemeester en wethouders gaven naar aanleiding van de op merkingen in de afdelingsvergaderingen, waarin men kan lezen dat er opvangscholen zouden komen één in het plan „Zuid-West" en drie in de Kats- polder, waarvan, naar gelang van de behoefte, lokalen ter beschikking zullen worden gesteld van 't openbaar- en 't bijzonder onderwijs. Heeft U ook enig idee wanneer begonnen kan worden met de eerste school? Als het juist is dat de eerste wo ningen in het Pronto-plan in september volgend jaar bewoonbaar zullen zijn, zal het noodzakelijk zijn om daar ook in een school te voorzien. In verband ook met het Prontoplan vraag ik me nog af wanneer men met het winkelcentrum zal beginnen, of is daar niets nader van bekend? Eigenlijk had ik in de algemene beschouwingen nog een vraag willen stellen, die nogal wat geld kost en daar heb ik maar van afgezien wegens het grote tekort, n.l. de verlichting van de Mr. F. J. Haarmanweg. Er staan al lantaarnpalen maar om financiële redenen is men nog niet overgegaan tot verlichting en het is er aarde-donker. Wij hebben begrip voor de motieven die door burge meester en wethouders naar voren zijn gebracht, namelijk dat het nogal veel kost, doch het lijkt mij wel mogelijk enige punten te verlichten. Als de heer Hol vraagt, kan men niet wat beeld houwwerkjes in de plantsoenen e.d. zetten, dan zou ik willen vragen: kan men de F. J. Haarman- weg verlichten? Als men met zo'n groot tekort zit, zal men de zaken tegen elkaar af moeten wegen. Ik persoonlijk zou liever een goede ver lichting van de Mr. F. J. Haarmanweg zien dan beeldjes in de plantsoenen. De heer Hol: Dit is een verlichtende geest De Voorzitter: Ik neem aan dat U bedoelt een verlichte geest. -.10 óp m i De heer.-De Fejjter: Dan is ook gesproken door de heer Hol over een kampeerterrein. Ik ben het ermee eens: in Terneuzen dient men ook te beschikken over een kampeerterrein als men aan recreatie wil doen. Er is indertijd gedacht aan de omgeving van het zwembad. Daar was geen ruimte meer. Zou het niet mogelijk zijn dit binnen enige tijd aan te leg gen tussen de KatspolderdiJk en de Otheense kreek. Dat terrein zou plantsoen worden. Het is betrekkelijk laag en niet ver van de Otheense kreek en de Schelde. Het is aangekocht door de gemeente. Kan daar niet een goed kampeerterrein gesticht worden? Dan is gesproken over de parkeergelegenheid van de Van Steenbergenlaan. Dat zou ik net niet doen. Ik geloof dat wij die grasstrook daar moeten behouden en ik heb eigenlijk, U weet dat wel, meneer de voorzitter, een veel betere oplossing, namelijk het dempen van de oostelijke kanaalarm. De heer Fijn van Draat: De vorige keer heb ik een grapje gemaakt over de vlag. Dit heeft, voor wat mij betreft, niets te maken met wat verder over dit onderwerp is gezegd. Ik distan- cieer mij van de opmerkingen van mijn rechter buurman. De heer Ramondt: Ik acht het denkbeeld van de heer De Meijer over de veren aantrekkelijk, maar in de tussenperiode vóórdat de brug over de Oosterschelde tot stand komt, zullen er nog belangrijke wachttijden zijn. Het is nuttig om op nieuw onder de aandacht te brengen dat het veer straks veel meer zal gaan betekenen. Ten aanzien van de parkeerterreinen is door de heer De Fejjter opgemerkt dat het beter was de kolk te dempen en het gedeelte van het kanaal. Ik had gehoopt te horen van de heer De Vos, dat deze ook eens zijn gedachten had laten gaan over de mogelijkheden die het parkeerterrein in de Van Steenbergenlaan zou bieden. De heer De Vos rakelde op, dat hij betwijfelde of het intensief zou worden gebruikt. Als wij die gelegenheid zouden scheppen dan zouden er m.i. toch wel mensen zijn die hun wagen daar laten staan en te voet over de brug gaan. Nog het punt over de humor. Mogelijk dat deze wel iets te laat kwam, doch ik wilde het toch in de geest van de humor houden. De Voorzitter: Op de kwestie van het sluitings uur hoef ik niet terug te komen. Ik zal het met de korpschef opnemen en wij zullen concreet onder ogen zien of wij faciliteiten kunnen ver lenen. Over het zeemanstehuis zou ik willen zeggen, dat ik een poos geleden ben benaderd door een instantie, die zich hiermee bezig houdt. Ik ver wacht reacties, maar dit is niet van de Vereniging voor Havenbelangen. De luchtverontreiniging is momenteel een onderwerp van, studie. Daarvoor is een Rijksin- stantie ingesteld en ik meen dat wij op dit punt gerust kunnen zijn. Wat betreft de opvangscholen. Wij hebben ge dacht aan een viertal opvangscholen. Hierover is overleg gaande met de directeur van gemeente werken. De vraag is kunnen wij het inpassen in de urgentieverklaringen van het Rijk. Te zijner tijd zullen wij omtrent de kleuterscholen met een voor stel komen in de raad. Over het winkelcentrum vindt nog overleg plaats. Dat is geen eenvoudige zaak. Er zal nog optie moeten worden verleend door uw college, hetgeen in studie is. Als wij spreken over stadsverfraaiing dan zal dit gefinancierd moeten Worden uit de exploitatie plannen en niet uit de algemene middelen. Naar mijn gevoelen is het uitgesloten dat in de Katspolder op de plaats waar een plantsoen gedacht is, een kampeerterrein zal kunnen komen. Ik ben het met de wethouder van openbare wer ken eeng dat wij onze gedachten moeten laten gaan naar het recreatieplan, waarvoor opdracht voor een schetsplan is verleend. De heer De Vos: De heer Hol vraagt om meer aandacht voor centrale verwarming in huizencom plexen. Het is zó, dat dit in hoofdzaak een zaak is voor de opdrachtgevers. De gemeente zelf is nooit opdrachtgeefster. De woningwetwoningen worden gebouwd door de Woningbouwvereniging en de andere woningen door particulieren. Het is de bedoeling dat in het Pronto-plan centrale verwarming wordt voorzien, in ieder geval t.a.v. de flats. Het laatste wat ik daarvan weet, is dat de prijsopgave nog te hoog was. Het is mij bekend, dat de Woningbouwver eniging ook bij de volgende complexen daarnaar zal streven. Het zou niet gemakkelijk zijn de ééngezinswo ningen daarin te betrekken. Ons college is zeker geen tegenstander van woningen voor alleen staanden, maar ook dat is een zaak van de op drachtgever. Misschien kan men in het bestuur van de Woningbouwvereniging dat eens bekijken, maar ik geloof niet dat het gewenst is om een flat voor alleenstaanden ergens neer te gaan zetten. Ik ben er persoonlijk vóór om in normale flats hiervoor enige ruimte te voorzien. De heer Huijbrecht deelde mede, dat de advies commissie ter beoordeling van de bruikbaarheid van woningen niet meer bestaat. Hij vraagt er een in te stellen en wij zullen dit natuurlijk over wegen. De heer Huijbrecht: Ik kom er nog wel op te rug. De heer De Vos: Wat de binnenvaartsluis be treft geloof ik niet hieraan nog iets te moeten toevoegen. De heer Huijbrecht heeft ook over de verbete ring van de vooroorlogse woningwetwoningen ge sproken en ik kan U zeggen, dat wij met het be stuur daarover zullen spreken, maar dat heb ik individueel ook al met de administrateur en de voorzitter gedaan. Het bestuur zit met de moei lijkheid dat er geen aannemers voor te vinden zijn. Wij zullen zoveel mogelijk trachten dit te stimu leren. Of dit veel resultaat zal hebben is zeer de vraag. Dit is een heel karwei en de aannemers bouwen liever nieuwe woningen. Ik begrijp niet goed wat de heer Weterings be doelt met het belang voor de integratie van Sluis kil bij de totstandkoming van de brug. De brug is een schakel in de verbindingsweg. U hebt gehoord hoe de zaak staat. De weg moet er eerst zijn vóórdat die brug effectief kan worden. De verlichting, meneer de voorzitter, van de Mr. F. J. Haarmanweg vindt de heer De Feijter niet voldoende. Waarom vindt hij de hoofdweg van Ter neuzen naar Axel niet te donker? De heer De Feijter: Op de Mr. F. J. Haarman weg is verlichting aangebracht, maar daar brandt zij niet. De heer De Vos: Wat geeft dat? Moet men nu ook de wegen buiten de bebouwing verlichten? Die verlichting is aangebracht voor straks als er industrieën zijn, want dan heeft het zin. Ook b.v. aan de invalsweg branden nog niet alle lampen. Als U zegt: het is te donker, dan zeg ik: de wegen naar Axel en Hoek zijn even donker. De heer Weterings: En de lampen bij het woon wagenkamp? De heer De Vos: De mast daarvan staat er al en deze wordt wellicht volgende week aangesloten. Ik heb dit met gemeentewerken opgenomen. De heer Ramondt vroeg of ik mijn gedachten eens wou laten gaan over een parkeerterrein aan de Van Steenbergenlaan. Ik heb dat al gedaan, maar nog niet om dat op korte termijn aan te leggen. Ik heb reeds gezegd dat niet iedereen daar zo maar zijn wagen zal neerzetten. Er kan ook nog op het Schuttershof geparkeerd worden maar dat wordt ook nog niet veel gedaan. Iedereen rijdt de stad binnen en probeert zijn wagen daar kwijt te raken. Ik ben het met de heer De Feijter eens, dat wij de groenstrook van de Van Steenbergen laan moeten behouden. Dat wil niet zeggen dat wjj geen parkeerhavens zouden kunnen maken. Het is de bedoeling in de nieuwe uitbreidingsplannen hiervoor zoveel mogelijk ruimte ter beschikking te houden. De heer De Meijer: Ten aanzien van het veer TerneuzenHoedekenskerke zijn wij diligent en wij doen wat wij kunnen. De heer Weterings: Nog een vraag, die ik ver geten heb. De kwestie Ir. Snijders, komt daar ver andering in? De Voorzitter: Wij zullen daarop terugkomen, maar deze zaak loopt wel goed. Mevrouw, mijne heren, ik wil thans graag over gaan tot de bladzijdsgewijze behandeling van de begroting. - De heer Hol: In de staat 3 worden de netto-ont vangsten van de algemene middelen in absolute cijfers en per hoofd van de bevolking vermeld. Het is goed deze cijfers eens te vergelijken. Voor Terneuzen was dit in I960 per hoofd ƒ104,63, terwijl het gemiddelde van alle gemeen ten in dat jaar 114,was, zodat het verschil niet zo geweldig groot is.' In 1961 was het voor Terneu zen 92,57 en het gemiddelde van alle gemeenten ƒ124,19. Ik heb al eens opgemerkt dat dit een fantastisch groot verschil is van ƒ31,62 per hoofd van de bevolking. Wanneer men dat cijfer naar het inwonertal beziet, en dat was op 1 januari 1962: 16.582 inwoners, dan hadden wij nu heus geen groot tekort, maar dan hadden wij nog een overschot. Ik zou het toch op prijs stellen, dat een onderzoek wordt ingesteld naar dat enorme verschil. De Voorzitter: Dat zullen wij laten nagaan. Volgnummer 44. De heer Bleijenberg: Er is een extra-post uitge trokken voor een nieuwe politieverordening en een nieuw ambtenarenreglement. De huidige bouwverordening dateert echter van 1947. Mogen wij verwachten dat vernieuwing daarvan ook nog aan de orde komt? De Voorzitter: Het is de bedoeling van ons col lege mettertijd successievelijk alle verordeningen, die daarvoor in aanmerking komen, aan te passen. Volgnummer 50. De heer Hol: Ik zie op deze post een eenheids prijs voor verwarmingsolie staan, die mij buiten gewoon hoog voor komt en dat is niet alleen voor deze post. Ik kan U de verzekering geven dat ik wel andere prijzen ken en dat zou heel wat ver schil maken. De Voorzitter: Wij ook. Dit is een raming die gemaakt is bij het ontwerpen van de begroting. Volgnummer 102. De heer Hamelink: Er is op het ogenblik in Sluiskil één agent gestationeerd. Acht U het vol doende met het drukke verkeer aan beide zijden van het kanaal, bij de fabriek en de brug? De Voorzitter: Deze vraag is ook gesteld bij het afdelingsonderzoek, waarbij toen medegedeeld is, dat de bezetting van één agent voldoende is. Dit is ook nog met de korpschef besproken. De heer Brakman: Ik had dezelfde vraag. Ik heb vanavond het „genoegen" gehad om kwart vóór zes een kwartier voor de brug te staan. In één minuut stonden er een auto of 10 en binnen een kwartier is alles verstopt, niet alleen door Belgen maar ook door Nederlanders. Tegen dat de- brug dicht is ontstaat je reinste „Wild-West- situatie". Al was het dat de agent maar in de buurt stond, want dan wordt er wel op gelet. Ik zou dus willen aandringen op een tweede agent voor Sluiskil. De Voorzitter: Ik kan dat niet toezeggen. Ik zal laten nagaan of er aanleiding toe bestaat meer aandacht te schenken aan de moeilijkheden die U signaleert, maar dat hoeft naar mijn mening niet uit te monden in het stationeren van een tweede agent. Dat kan anderzijds worden opgelost. De heer Hamelink: Ik zou in overweging willen geven dit nog eens in de verkeerscommissie te bespreken. De Voorzitter: Neen, dat kan ik U tot mijn spijt niet toezeggen. In de verkeerscommissie kan men wèl spreken over de verkeersproblemen, maar niet over het plaatsen van een tweede agent. Dat hoort niet in de verkeerscommissie thuis. Volgnummer 124. De heer Weterings: Zijn de vervoersmiddelen van de politie op het ogenblik voldoende? De Voorzitter: Ja, meneer Weterings, die zijn bij de huidige stand van zaken voldoende. Ik weet niet hoe het verder zal gaan. Wij hebben op uit breiding van het korps aangedrongen, doch er be staat dienaangaande nog geen enkele zekerheid. Volgnummer 156. De heer Hol: Ik ben verheugd, zoals blijkt uit de memorie van antwoord, dat de Axelsestraat zal worden verlicht met natriumverlichting. Ik acht dit een prima oplossing. De Voorzitter: Ik dank U, mijnheer Hol. Wij zullen hopen dat het spoedig voor elkaar is. Volgnummer 186. De heer Compiet: Onder dit volgnummer staat: subsidie en bijdragen aan Kruisverenigingen. Dit komt neer op 3,75 per lid afkomstig uit Terneu zen. Destijds is gesteld dat men de helft van de gemiddelde contributie zou verkrijgen als subsidie. Inmiddels is mij gebleken dat de contributie op getrokken is tot 12,Is het mogelijk dat dus weer de helft van de huidige contributie als de subsidie wordt gegeven? Ik weet niet of het moge lijk is, maar ik zou erop willen aandringen dit nog eens te herzien. De Voorzitter: Wij hebben deze week een brief gekregen van de vereniging waarin dienaangaan de een verzoek is gedaan, maar dat is door ons college nog niet behandeld. Wij stellen ons voor met de besturen een bespreking te hebben. De heer Compiet: Ik dank U, mijnheer de voor zitter. Volgnummer 210. De heer Hol: Ik heb gehoord dat de badmeester zijn ontslag zou genomen hebben. Is er al een oproep geplaatst voor een nieuwe badmeester? De heer De Vos: De oproep is al geplaatst en er zijn al enkele sollicitanten. Volgnummer 236. De heer De Feijter: In de afdelingsvergaderin gen is uitvoerig gesproken over de welstandscom missie. In de memorie van antwoord wordt door burgemeester en wethouders gezegd, dat de er varingen met deze commissie gunstig zijn. Voorts wordt gesteld, dat dit uiteraard niet betekent, dat deze waardering door de belanghebbenden altijd wordt gedeeld. Ik zou willen vragen om bij de beoordeling van de bouwplannen de nodige soepel heid te betrachten zodat deze laatste zinsnede over die belanghebbenden er volgend jaar niet meer hoeft in te staan. De Voorzitter: Ik kan uw gedachtengang niet helemaal volgen, mijnheer De Feijter. Ik ben van oordeel dat de commissie momenteel nog soepel is om het geheel wat ingang te. doen vinden. Ik verwacht dat er eigenlijk altijd meningsverschillen zullen blijven bestaan tussen de belanghebbenden en de commissie. Dat is in iedere gemeente zo. U moet echter wel bedenken dat het een adviescom missie is, van welk advies burgemeester en wet houders kunnen afwijken. Volgnummer 246. De heer Hamelink: Denkt U spoedig te kunnen voorzien in de functie chef reinigingsdienst? De heer De Vos: Er is al iemand benoemd. Dit was nog afhankelijk van de medische keuring, doch die is nu gebeurd. Volgnummer 268. De heer Huijbrecht: Het onderhoud van straten en pleinen staat nogal in de belangstelling en hoe wel ik daar zelf niet van overtuigd ben, wil ik U toch vragen: bestaat er werkelijk een achterstand in dit onderhoud? De heer De Vos: Ik denk dat de heer Huijbrecht doelt op het anonieme schrijven in de krant en wanneer dat zo is, wil ik erop wijzen dat het daar speciaal gaat om bouwstraten, die nog niet vol ledig zijn volgebouwd, zodat in de meeste geval len moet worden gewacht met herstrating. Bij de uitbreiding van het stratennet wordt het wel moeilijker de zaak te blijven bijbenen. In de nieuwe plannen zullen bepaalde doorgaande wegen geasfalteerd worden, zodat er geen herstrating meer aan te pas komt. Wij zullen de nieuwe opzet van de eigen dienst moeten afwachten en proberen er daarmee uit te komen en als het nodig is extra personeel aantrekken. Dat de mensen die al in die straten wonen dit niet begrijpen en ongedul dig worden, daar heb ik begrip voor. Het is geen pretje en ik kan mij voorstellen dat de mensen dan gaan schrijven. Het zou echter prettiger zijn, indien ze bij ons kwamen. De heer Bleijenberg: Onder post 268 valt ook het onderhoud van abri's. Ik zou het college in overweging willen geven om de abri bij Krijger te verplaatsen naar de nieuwe bushalte bij Meert. De heer De Vos: Er is besloten dat die wordt verplaatst naar de andere kant van het kanaal. De heer Bleijenberg: Ik denk ook aan de bus diensten. Vindt U het niet eigenaardig dat de mensen van Hoek die naar het ziekenhuis te Sluis kil moeten via Biervliet naar Sluiskil moeten reizen? De Voorzitter: Wij hopen dit te bekijken. Dit gehele probleem komt in januari wel naar voren. Volgnummer 274. De heer Fijn van Draat: Is het mogelijk dat bij het hertenkamp een bordje wordt neergezet, dat men vooral geen plasticzakken in het kamp moet gooien, want dat kan de dood van deze herten be tekenen. De Voorzitter: Er staat al een bordje over het voedsel, maar wij zullen dit laten nagaan. De heer Hol: Ik wil nogmaals de aandacht vra gen voor meer boomaanplant in Terneuzen. De Voorzitter: Wij houden dat in gedachten. Volgnummer 590. Mevr. DoomsOrtelee: Ik ben blij, dat uw col lege enigszins tegemoet komt aan de behoefte aan een speelweide, alhoewl de strook grasveld achter de sportvelden nabij de begraafplaats natuurlijk niet de ideale oplossing is. Ik hoop dat er toch nog iets komt voor de kinderen in de vorm van doel palen b.v. De Voorzitter: Wjj zullen dit na laten gaan. Volgnummer 624. De heer Weterings: Bestaat de mogelijkheid dat er nog een behoorlijk hulp-postkantoor in de nieu we buurt komt? De Voorzitter: Dat weten wij nog niet, maar het is in studie. Staat model O, bladzijde 167. De heer BIjjenberg: Is het nog nodig om het on- derhoudsfonds Molendijk en Koedijk in stand te houden? De heer De Meijer: Dit moet eigenlijk naar het grondbedrijf. De Voorzitter: Denkt U dat in de loop van het jaar te doen? De heer De Meijer: Wij kunnen het gebruiken in ■b.v. het exploitatieplan Serlippenspolder, doch wij moeten dit nog eens bezien. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming, con form het voorstel, de begroting voor inkomsten en uitgaven der gemeente voor het dienstjaar 1965 vastgesteld. Begroting van de Dienst voor Maatschappelijke Zorg. De heer Hol: In deze begroting staan ook de cij fers die betrekking hebben op de inkomsten vol gens de laatste rekening (1962), waardoor een juis te vergelijking vrijwel niet mogelijk is. De heer De Vos: Het verschil zal daardoor op het ogenblik groter lijken dan het in werkelijkheid is, omdat de uitgaven over 1963 beslist wel hoger zul len zijn geweest dan over 1962. De heer Hol: Kunnen wij daarmee geen moei lijkheden krijgen bij de goedkeuring door Gedepu teerde Staten? De heer De Vos: Tegen dat men zover is, zijn de andere cijfers al beschikbaar. Dat geeft geen moei lijkheden. De heer HolMen mist toch zodoende het verge lijkingsmateriaal De heer De Vos: Formeel moeten deze cijfers er instaan. Bij maatschappelijk zorg is een begroting altijd een slag in de lucht. Het is immers niet zo als b.v. met uitvoering van werken waarvan men de kosten kan ramen. Als er een paar gevallen van verpleging meer komen is men er al naast en ook wanneer er minder gevallen komen. De ramingen die hier in staan zijn reeds in mei/juni van dit jaar opgesteld. De heerWeterings: Is er geen rekening gehou den met de gevolgen van de algemene bijstands wet? De heer De Vos: Ook dat is een slag in de lucht. De heer Hol: Het is toch zo, dat de raadsleden niet meer kunnen vergelijken, althans niet meer op de juiste wijze. De heer De Vos: Ik zou willen opmerken dat de raad ook de rekeningen vaststelt zodat die cijfers toch ter tafel komen. De heer Hol: Die komen inderdaad ter tafel, maar heel wat later. Maar als vergelijkingsmate riaal mist men deze toch. De heer De Vos: Hoe wilt U het dan? Als U deze cijfers er in wilt hebben dan moeten de begrotin gen zes maanden later worden behandeld, dat is de consequentie. De heer Hol: Waarom kan het dan wèl in de an dere begrotingen? De heer De Vos: Omdat die later opgemaakt worden. Dit kan nu eenmaal niet anders. Volgnummer 96. De heer De Feijter: Dat toegezegde onderhoud met de Protestants Christelijke Stichting voor Maatschappelijk Werk, heeft dat plaatsgehad? De Voorzitter: Ja, wij zullen voorstellen te vol doen aan het verzoek van de Stichting. Zonder hoofdelijke stemming wordt de begroting van de Dienst voor Maatschappelijke Zorg voor 1965, conform het voorstel, vastgesteld. Begrotingen 1965 van het woningbedrijf en het grondbedrijf. Zonder bespreking en hoofdelijke stemmingen worden de begrotingen 1965 van deze bedrijven vastgesteld. 3. Idem tot het aanvragen van een aanvullende uitkering uit het gemeentefonds. Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 4. Rondvraag. De heer Weterings: Ik zou willen vragen of de bestrating aan de spoorwegovergang in de Blik- straat al bekeken is en eventueel besproken is met de Nederlandse Spoorwegen. De Voorzitter: Daar is een brief over geschreven aan de Nederlandse Spoorwegen. De Voorzitter: Ik dank U allen zeer voor de prettige en constructieve wijze van vergaderen en sluit hierbij deze vergadering. De exploitatieuitkomsten van het op 1 januari 1965 50 jaar oude staatsbedrijf der P.T.T. zul len over 1964 hoge rode cijfers te zien geven. Ondanks twee tariefsverhogingen in januari en juli moest directeur-generaal prof. ir. G. H. Bast deze consta tering in zijn nieuwsjaarsrede voor het personeel doen. In 1964 verstrekte de dalende tendens der bedrijfsuitkomsten opnieuw. Hij vermoedde, dat de belangrijke inkomsten buiten de exploitatiesfeer geen voldoende tegenwicht zullen vormen. Om aan de verplichte reserveringen te voldoen zal wellicht nog een klein beroep op de conjunctuur reserve moeten worden gedaan. Prof. Bast verwacht ondanks nieuwe tariefsverhogingen over 1965 aanzienlijk ongunstiger uitkomsten, dan de staatsbe groting kon aangeven, of schoon een iets gunstiger ont wikkeling dan over 1964 mo gelijk is. VERLIES EN WINST In zijn financiële beschouwing betrok hij de bijzonder verlies gevende positie van de post dienst en de openbare telegrafie en een weliswaar aangetaste, maar nog steeds duidelijk posi tieve positie van telefonie en telexdienst. De postchèque- en girodienst zal in 1965 de vruchten plukken van de automatisering na een verlies van 8,5 miljoen gulden in 1964. In Arnhem zijn alle rekeningen op de computor ge bracht. In Den Haag wordt deze mijlpaal over enige maanden bereikt. In 1964 werd voor bijna een miljoen rekeninghouders 220 miljard gulden omgezet. Mee vallers in de rentesector voor deze dienst en voor de rijks postspaarbank steunden de posi tie dezer bedrijven. Bij de spaar bank trad een spaarverschil van 190 min op of 20 percent min der, dan over 1963. Het tegoed steeg tot 3,9 miljard gulden. Prof. Bast wees erop, dat de tariefsverhogingen in 1964 de baten met 6 percent versterkten. De lasten stegen echter met 11,5 percent. Hij zei, dat de welkome, aanmerkelijke hogere investe ringsbegroting voor 1965 door stijging van het prijsniveau in effect afneemt. 98.000 AANSLUITINGEN De produktie van telefoonaan sluitingen werd in 1964 met ruim 15 percent opgevoerd. De vraag steeg met 8 percent. Netto nam het aantal aansluitingen met 98.000 toe. De groei van net ver keer was igts gematigder, maar leidde desondanks tot belang rijke uitbreiding van het ver- keersapparaat. Uitberiding en vernieuwing gingen in verhoogd tempo door. Prijs baconvarkens verhoogd Wegens een stijging van de prijzen op de varkensmarkt heeft het produktsohap voor vee en vlees maandag besloten de prijs voor baconvarkens met 7 ct per kg te verhogen. De prijs voor ba convarkens in de kwaliteitsklas» sen 1 t/m 4 resp. ƒ2,60, ƒ2,4S, 2,43 en 2,38 per kg koud ge slacht gewicht. Man overleden bij vechtpartij met vrienden De 32-jarige ongehuwde Jacq Engelen uit Asenray-Roermond is in de nacht van zondag op maandag bij een vechtpartij om het leven gekomen. Hij viel met zijn achterhoofd op het trottoir. Dit gebeurde toen hij met vijf vrienden terugkeerde van een uitgaansavond. De broer van het slachtoffer hoorde om half één 's nachts bui ten zijn woning lawaai. Hij ging kijken en vond zijn broer sterven de op de stoep. Diens vrienden stonden beduusd om hem heen te kijken. Er had kennelijk een korte vechtpartij plaats gehad. De justitie heef de zaak in on derzoek. De vijf vrienden worden door de gemeentepolitie te Roer mond verhoord. PENDEL NAAR DUITSLAND TOEGENOMEN De pendel van arbeiders naar Duitsland is in het afgelopen jaar weer met 200 man toege nomen. Men verwacht in Zuid- Limburg echter dat deze ont wikkeling zal worden afgeremd omdat de lonen in Nederland sterk zijn gestegen en de acti viteiten van de ronselaars wor den bemoeilijkt. De pendel van arbeiders naar België nam enigs zins af. Dit heeft de voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Maastricht en omstreken, mr. N. A. W. van Oppen vanmiddag in zijn jaar- rede opgemerkt. De werkgelegenheid is in het gebied van de Kamer toegeno men. De arbeidsreserve is van vijf tot vier promille gedaald. De spanning op de arbeidsmarkt nam toe. Over de activiteiten van de stichting voor hoger technisch onderwijs zeide de voorzitter dat het voortdurend ijveren van de stichting voor een instelling van hoger technisch onderwijs in Maastricht een gunstige ontwik keling te zien geeft.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1965 | | pagina 5