RADIO EDI
TELEVISIE
Pagina 10
DE VRIJE ZEEUW
Woensdag 6 ianuari 1965
De heer Weterings vroeg de aandacht voor aan
leg plantsoenen conform het uitbreidingsplan Sluis
kil. Het is niet mogelijk te zeggen wanneer daar
mee kan worden begonnen. Dat is eveneens het
geval met het herstraten van de nieuwe straten.
Zolang er in een bepaalde straat gebouwd wordt
heeft men daar niets aan. In ieder geval zal het
door onze eigen dienst van gemeentewerken moe
ten worden bekeken en wjj geven U de verzeke
ring dat, zodra de mogelijkheid aanwezig is, hier
mede zal worden begonnen.
De heer De Feiiter vroeg naar de kwaliteit van
de baggerspecie van de Serlippenspolder en of de
overeengekomen hoogte wordt aangehouden. De
heer De Feijter heeft gelijk als hij zegt dat het
tempo waarin dit opspuiten wordt gerealiseerd
heel wat langzamer gaat dan oorspronkelijk de be
doeling was.
Volgens het contract, wat de heer De Feijter
nog heeft aangehaald, moet deze opspuiting ge
schieden met grond en baggerspecie uit het kanaal
en dit gebeurt. Er zal goede en minder goede
grond onder zijn, maar in ieder geval is het de
volgens het contract overeengekomen grond. Wij
hoeven niet bang te zijn dat de slechte grond
wordt ingebracht en de goede naar elders gaat.
Er zijn wat vertragingen, maar ik kan U zeggen,
dat het volgens het bestek half augustus volgend
jaar klaar zou moeten zijn. Men denkt dat men
dat wel halen kan.
Wat de hoogte betreft, het is U misschien be
kend, dat de grond in drie hoogten zal worden
opgespoten, 4, 6 en 8 meter. Het oorspronkelijke
plan was 3,50 m, 6 en 8 meter. Het zal thans zo
worden dat het oorspronkelijke plan zal worden
uitgevoerd en dat is voor de gemeente geen
enkel bezwaar. Integendeel deze 50 cm minder
is door de stedebouwkundige geaccepteerd en hij
is er zelfs blij mee. Men meende eerst zoveel
grond over te hebben, wat nu niet het geval blijkt
te zijn.
De heer De Feijter kan formeel gelijk hebben,
dat een wijziging van de overeenkomst nodig is.
Overigens gaat het om zó'n kleinigheid, dat het
wellicht niet de moeite waard is daarvoor een
wijziging aanhangig te maken.
De heer Ramondt vraagt bijzondere aandacht
te besteden aan de efficiëncy van het gemeente
lijk apparaat. Hij kan verzekerd zijn dat dit in
de bedoeling ligt. Het is een van de reden dat
wij bijzonder veel prijs erop hebben gesteld een
eigen dienst van gemeentewerken te krijgen,
waardoor wij zelf de zaken meer in handen kun
nen houden.
De heer De Feijter zei, dat wij waardering kun
nen hebben voor de Centrale Dienst en ik wil mij
daar bij aansluiten. Wij zijn er niet uitgegaan om
dat wij deze dienst niet waardeerden, maar wèl
omdat de gemeente te groot werd voor zo'n dienst.
Wij meenden dat wij over een eigen apparaat moe
ten beschikken. De eigen dienst in oprichting moet
zich natuurlijk nog volledig inwerken. Enkele men
sen zijn reeds in dienst, die daarmede bezig zijn,
maar zij kunnen pas op volle kracht werken wan
neer de dienst voltallig is en over de nodige appa
ratuur zal beschikken. Wij zijn nu nog tot 1 april
1965 aangesloten bij de Centrale Dienst.
De heer Hol heeft bijzondere aandacht gevraagd
voor de totstandkoming van een kampeerterrein
alsmede van een jachthaven. Zoals de heer Hol
weet is in de vorige raadsvergadering aan de
Nederlandse Heide Maatschappij opgedragen een
plan te maken voor de omgeving van de Otheense
kreek. Wellicht dat daar ook een kampeerter
rein kan komen.
Het lijkt mij daar wel mogelijk, maar in ieder
geval zal dit bekeken worden. Voor een jacht
haven zijn volgens de Rijkswaterstaat ook wel
mogelijkheden. Hoe groot die plaats wordt is nog
niet bekend, maar men meent dat bij de demping
van de middenkanaalarm aan de westkant van
het eilandje wel enige mogelijkheid aanwezig is.
De heer Fijn van Draat vroeg attentie voor ver
ontreiniging van lucht en water, waarbij contact
met de'Raad voor de luchtverontreiniging gewenst
zou zijn. Bij de procedure voor Ket verkrijgen van
een Hinderwetsvergunning moet het advies wor
den gevraagd van de Arbeidsinspectie en tevens
van de Inspectie Volksgezondheid. Ik neem aan,
dat deze instanties, wanneer zij dat nodig vinden,
de Raad voor de Luchtverontreiniging die, naar
ik meen, eerst kortgeleden is ingesteld rullen
consulteren, zodat wij niet ongerust behoeven
te zijn.
De heer Hol vroeg aandacht voor de verlichting
in de Pierssenspolderstraat. Ik kan U zeggen dat
daarover op het ogenblik meer klachten zijn, maar
er worden werken uitgevoerd en deze straat wordt
intensief bereden. De toestand is nu inderdaad niet
ideaal, maar ik geloof dat er bijzonder weinig
aan te doen is zolang de werken niet klaar zijn.
Wij zullen dit nog eens bekijken.
De heer Weterings heeft ook nog gevraagd om
te bevorderen dat de binnenvaartsluis zo spoedig
mogelijk in gebruik kan worden genomen. Ik kan
U zeggen dat wij die bezorgdheid delen en ook
wij achten deze zaak van het allergrootste belang
omdat b.v. de verbetering van de verkeerssituatie
aan de Axelsebrug daar eigenlijk van afhankelijk
is.
De heer Hol vroeg waarom niet een brug kan
worden gelegd over het buitensluishoofd, zoals
dit ook in de periode van 19401945 is gebeurd.
Door Rijkswaterstaat is gezegd dat dit nu niet
mogelijk is omdat de constructie van het sluis-
hoofd daar niet meer voldoende voor is. Het ver
keer is enorm toegenomen en dat is dus niet
alleen een bezwaar voor de brug, maar ook voor
de toegangswegen. Ook met de verkeerscommissie
is dit besproken.
De heer Weterings vraagt te informeren naar
de realisering van de brug ten noorden van Sluis
kil. Ik weet niet of het opportuun is dit nu te
doen. Deze brug vormt immers een schakel in
de verkeersweg HoekKraagbrug. Zolang deze
weg er niet is, heeft men ook aan de brug niet
veel. Ik verwacht dat binnenkort het definitieve
tracé van de weg zal worden vastgesteld.
Enige weken geleden was hierover een bespre
king waarbij ook ons college was vertegenwoor
digd. Uit wat ik daar heb beluisterd meen ik te
mogen aannemen dat, alvorens met de aanleg
kan worden begonnen, nog wel een drietal jaren
zal verstrijken, zodat wij nog enige tijd zullen
moeten wachten.
Wij mogen wel aannemen, dat de Rijkswater
staat en de Provinciale Waterstaat hun plannen
op elkaar af zullen stemmen, zodat ongeveer tege
lijkertijd de weg en de brug klaar zijn.
Dan is er nog de vraag van de heer Ramondt
of het mogelijk zou zijn de grondgebruikers die
dit wensen, bij aankoop van hun grond schade
loos te stellen door beschikbaarstelling van ande
re grond en dit te overleggen met de landbouw
organisaties en de Dienst der Domeinen.
Hoe stelt de heer Ramondt zich dit voor? De
grote oppervlakten die wij nodig hebben kunnen
moeilijk vervangen worden door andere grond.
Wij hebben eens de mogelijkheid gehad iemand
een hofstede te bezorgen in de Braakman. Wij
hebben dit ook verscheidene keren geprobeerd in
de Flevopolders, maar er is tot nu toe niet veel
succes mee bereikt.
De bereidheid van belanghebbenden was tot dusver
ook niet zo bijzonder groot. Aan mensen,die daar
een hofstede krijgen toegewezen, worden bepaal
de eisen gesteld, waaraan niet iedereen kan vol
doen. Dit zijn b.v. eisen van opleiding en vakbe
kwaamheid. Zoals U weet moeten in Nederland,
ook de nieuwe polders een getrouwe afspiegeling
zijn van de volkssamenstelling: zóveel van dit ge
loof en zóveel van dat geloof en wanneer men er
dan niet precies in past lukt het ook weer niet.
Er zijn allerlei bezwaren. Het is niet eenvoudig
dit voor elkaar te krijgen en in deze omgeving
zelf een andere hofstede te krijgen is praktisch
ook niet mogelijk. Ik kan U de verzekering geven
dat, wanneer een mogelijkheid zich voordoet om
vervangende grond beschikbaar te stellen, betrok
kenen op medewerking van het gemeentebestuur
kunnen rekenen, omdat het ook in het belang
van de gemeente is.
Gevraagd is verder nog naar de bouw van het
nieuwe stadhuis, politiebureau, openbare leeszaal
en sporthal en ook of daar eventueel in 1965 al
mee begonnen zal kunnen worden. Het is beslist
niet te verwachten dat met de bouw van het stad
huis zal kunnen worden begonnen in 1965. Moge
lijk wèl met het politiebureau. Ten aanzien van
de bouw van de openbare leeszaal en bibliotheek
zijn de eerste stappen gezet en men hoopt daar
voor zo gauw mogelijk een plan te hebben. Als
dat plan er is zal het nog wel enige tijd duren al
vorens tot uitvoering kan worden overgegaan, om
dat men afhankelijk is van de rijksgoedkeuring.
De noodzaak van dergelijke voorzieningen ziet ons
college ten volle in en wij zullen ons best doen
dit zo spoedig mogelijk te realiseren.
Hetzelfde geldt voor de sporthal en het over
dekte instructiebad. Over die sporthal kunnen wij
nog weinig zeggen. Met betrekking tot de bouw
van een instructiebad zijn de eerste, ik mag wel
zeggen wankele stappen gezet en wij hopen dat
dit binnen niet al te lange tijd tot realisering zal
leiden.
Ook is er nog gevraagd de plaatselijke aanne
mers zoveel mogelijk bij de bouw in te schakelen.
Ik kan de verzekering geven, dat het streven
van ons college daarop volledig is gericht en wij
zullen trachten deze aannemers ook in onze ge
meente bij de woningbouw te betrekken. Wij zijn
daarmee bezig in verband met het volume 1965,
dat ons is toegewezen en waarop overigens al een
klein voorschot is genomen. Wij hebben n.l. al
prijsopgave gevraagd.
Er is ook' nog gevraagd naar de verbetering
van de vóóroorlogse woningwetwoningen in de
kom van Terneuzen. U weet dat dit tot dusverre
een lijdensweg is geweest. Een aannemer is op het
moment dat hij met de verbetering zou beginnen,
komen te overlijden en er is nog geen andere aan
nemer kunnen gevonden worden.
Het bestuur van de Woningbouwvereniging is
hiermede druk bezig en zal trachten de zaak toch
nog voor elkaar te krijgen. Er is ook nog ge
vraagd om coördinatie, ik meen door de heer Hol,
van de werken van gemeente- en nutsbedrijven.
Het spreekt vanzelf dat dit van het allergrootste
belang is. Ik meen dat deze coördinatie er al is.
Het is nog nooit zo geweest, dat woningen gereed
waren en dan nog niet op deze voorzieningen
waren aangesloten.
Eén project levert enige moeilijkheden op, doch
wij hopen dat deze zullen kunnen worden over
wonnen.
Er is ook nog opgemerkt, door de heer Wete
rings, dat de stijging van de grondprijs niet alleen
een gevolg is van het intrekken van de Wet op
Vervreemding van Landbouwgronden, omdat er,
als gevolg van deze intrekking, van veel zwart
wit gemaakt is. Ik ben het daarmee wel eens. Ik
zou echter willen aanvoeren dat de gemeenten
nooit zwart hebben betaald en nu moeten zij toch
zwart wit betalen. Wat de invloed op de prijs voor
de gemeente dus betreft is dat toch wel een ge
volg van de intrekking van de Wet op de Ver
vreemding van landbouwgronden. Wanneer de
wet er wèl was, kon men tegen een redelijke prijs,
eventueel door onteigening, aan de grond komen.
Dat is nu niet meer mogelijk. Het heeft overigens
weinig zin zich af te vragen wat de oorzaak is; de
grondprijzen zijn nu eenmaal verhoogd.
De heer Ramondt heeft nog gevraagd om par
keergelegenheid te maken aan de Van Steenber
genlaan. U weet dat ik zelf al eens een keer ge
zegd heb, toen het ging over het dempen van de
Herengracht, als men parkeerruimte wil maken
kan men het net zo goed aan de Van Steenbergen
laan doen, maar het is de vraag of de behoefte
al zo groot is dat de mensen, die in de stad moe
ten zijn, hun wagen in de Van Steenbergenlaan
zouden laten staan. In de verkeerscommissie is
kort geleden nog gesproken over de parkeerge
legenheid en wfl hebben besloten om successieve
lijk hier en daar parkeergelegenheden te maken.
U moet vooral bedenken dat dit ook een kwestie
is van financiële aard, omdat deze kosten uit de
algemene middelen moeten worden betaald. Deze
kunnen niet drukken op een exploitatieplan, zo
dat wij ons ook gezien het tekort op de begro
ting zekere beperkingen zullen moeten opleg
gen.
Meneer de voorzitter, ik geloof de verschillen
de vragen hiermede beantwoord te hebben, doch
ik neem aan dat men van mij verwacht dat ik
nog iets zal zeggen over de opmerkingen van de
heer Ramondt ten aanzien van de vlag van Ter-
neuzen. Ik heb m}j erover verbaasd, dat de heer
Ramondt aan deze toch eigenlijk onbelangrijke
kwestie zoveel energie heeft willen verspillen.
De heer Ramondt: Ik was nog fris op dat ogen
blik.
De heer De Vos: Hieruit kan men zien, dacht
ik, dat niet alleen sommige dieren wild worden
wanneer zij een rode kleur zien, maar dat er ook
mensen zijn die schrikken en op hol slaan wan
neer zij die zien. Ik heb begrepen, dat de heer
Ramondt de bedoeling van mijn opmerking in
de vorige vergadering verkeerd heeft opgevat. Hij
heeft immers in zijn beschouwingen een verwron
gen voorstelling ervan gegeven. De heer Fijn van
Draat heeft namelijk in de vorige vergadering
gevraagd: „heeft de kleur van die leeuw iets te
maken met de grootte van de fractie in de raad".
Ik heb daarop geantwoord, dat de vlag identiek
is aan het gemeentewapen en dat wapen bestaat
al tientallen jaren, zodat dus, uitgaande van de
stelling van de heer Fijn van Draat, degene die
dit jaren geleden ontworpen heeft, een vooruit
ziende blik moet hebben gehad. Hij moet dan im
mers toen reeds hebben voorzien dat ook de groot
ste fractie in de raad de rode kleur zou voeren.
De heer Ramondt gaat ervan maken, dat ik dat
zou zien als een symboliek voor een bepaalde ont
wikkeling in de gemeente. Ik heb deze symboliek
echter niet gezien, maar de heer Fijn van Draat
meende die te zien.
Overigens heb ik de opmerking van de heer
Fijn van Draat beschouwd als een grap en die
als zodanig gewaardeerd en ik hoop dat de heer
Fijn van Draat mijn reactie daarop evenzeer op
deze wijze heeft gewaardeerd, want zó kennen
wij elkaar goed genoeg. Ik wil er nog aan toe
voegen, dat, wanneer de heer Ramondt in de vori
ge vergadering deze opmerkingen zou hebben ge
maakt, wij dat ook als een grap zouden hebben
beschouwd. Maar nu hetgeen hij vanavond zegt
de vrucht is van enige weken overdenking en hij
komt er nu pas mee af, is het grappige er af.
Ik wou er bovendien aan toevoegen wie kaatst
moet de bal verwachten dat, wanneer hij een
zekere parallel ziet in het met lucht gevulde
Michelin-mannetje en onze fractie in deze raad en
het dan weer kleiner en dan weer groter ziet
worden, hij dan blijk geeft van gebrek aan histo
rische kennis. Onze fractie is in deze raad nooit
kleiner geworden, maar alleen groter.
Wat de heer Ramondt zelf betreft, zou ik hem
eraan willen herinneren, dat het feit dat hij dit
hier zeggen kan, hij heeft te danken aan stem
men van anti-revolutionaire kiezers in deze ge
meente. Wanneer hij deze steun niet zou hebben
gehad zou er in zijn plaats nog minder dan lucht
zijn geweest. Hij had zich tevoren moeten afvra
gen of iemand, die zelf in politiek opzicht niet op
eigen benen kan staan, de meest gerede persoon
is om grapjes te maken over andere politieke
fracties.
Ik geloof, meneer de voorzitter, dat ik het hier
bij kan laten. Indien er nog vragen onbeantwoord
zijn overgebleven, dan wil ik die straks nog gaar
ne beantwoorden.
De heer De Meijer: Ik kan mij natuurlijk vol
ledig aansluiten aan hetgeen vorige sprekers reeds
hebben gezegd ten opzichte van de algemene be
schouwingen van de raad en ik verheug me er
over, dat deze in grote Hjnen het beleid onder
schrijven. Ik heb er dit jaar nog meer dan andere
jaren een vooruitstrevend element in mogen horen
en ik geloof dat dit ons allen tot vreugde mag
stemmen.
Vooraleer ik op verschillende vragen inga, wil
ik natuurlijk op de allereerste plaats een antwoord
wijden aan hetgeen men in het algemeen op ver
schillende manieren heeft aangeroerd ten aanzien
van de eigenlijke begroting en laat ik het met
name noemenhet grote tekort.
Dit tekort bedraagt 286.000,Er is gezegd,
dat het niet onrustbarend is. Wij vinden dat ook
niet, want in 1961 hadden wij zelfs een tekort van
326.000,— en later is dat ook sterk verminderd.
Met deze begroting gaat dat niet helemaal op,
omdat 1961 het laatste jaar was waarin wij onder
het systeem van de voormalige Wet op de Finan
ciële Verhoudingen leefden en de uitkeringen uit
het Gemeentefonds aan de gemeenten op een an
dere wijze geschiedden dan nu.
Het is interessant te zien, dat het aanvankelijke
tekort van 1961 van ruim 3 ton eindigde in een
batig saldo van ƒ82.870,
De vermindering van het tekort 1963 ontstond
voornamelijk doordat in de begroting opgenomen
voorzieningen naar volgende jaren verplaatst
werden.
Er is gevraagd: kunt U al iets zeggen over het
werkelijke tekort op de uitgaven van 1963. Dat
kan ik inderdaad, zij het met enig voorbehoud en
in vrij algemene lijnen. In de laatst door U voor
lopig vastgestelde en gecontroleerde rekening van
1962 was het nadelig saldo ongeveer ƒ16.000,—.
Het laat zich aanzien, dat de rekening over het
jaar 1963, die in het komende jaar ter controle
zal worden voorgelegd, waarschijnlijk zal resulte
ren in een tekort van 8000,— a 10.000,—, maar
zoals U wel al min of meer zult hebben voorzien,
is dit voor 1964 beslist niet meer te verwachten
en in nog mindere mate voor 1965 en komende
jaren. Wij zitten in een stroomversnelling. Wat wij
hebben meegemaakt dat de aanvankelijk gemaak
te begroting door het niet uitvoeren van bepaalde
zaken in een voordelig saldo resulteerde, zal zich
niet meer zó herhalen, gezien de geraamde pos
ten. Ik ben daarom verheugd met punt 3 van deze
raadsagenda, zijnde het voorstel om aan de cen
trale overheid te vragen om een extra-uitkering
uit het gemeentefonds, uit hoofde van onze bij
zondere positie van groeiende gemeente, een ge
meente, zoals door sprekers is gezegd, die in een
overgangstijdperk zit van betrekkelijk kleine ge
meente naar een gemeente, die structureel belang
rijk groter is dan het aantal inwoners te zien
geeft.
Het eventueel verhogen van de gemeentelijke
belastingen zal niet erg veel helpen. Want als wij
zien dat deze nu ongeveer ƒ193.000,— opbrengen,
retributies uitgezonderd, dan voelt U wel, dat een
verhoging van deze belastingen niet veel soelaas
kan brengen.
Door de heer Weterings zijn enkele cijfers ge
geven van wat verschillende posten van de be
groting te zien geven. Ik heb het interessant ge
vonden. Wij hebben dit zelf ook al eens gedaan,
maar het is goed dat dit in een openbare vergade
ring ook eens naar voren wordt gehaald. Dit werkt
immers verduidelijkend. Het tekort van ƒ286.000,
resulterend in 15,63 per inwoner, is niet hele-
maal juist. Dat is natuurlijk ook niet de bedoeling
van spreker geweest, doch er zitten nog andere
facetten in.
Maar het is duidelijk dat wij dit tekort nooit
uit eigen middelen kunnen dekken. Dat is ook de
opinie van uw raad. Wij kunnen proberen dit
tekort zoveel mogelijk te verminderen door op
voering van het eigen belastingareaal en retribu
ties. Het is een zeker feit, dat de inkomsten van
de centrale overheid uit de Rijksbelastingen een
geweldige verhoging te zien geven. Dit wordt niet
uitsluitend besteed tot dekking van de algemene,
van de lopende uitgaven, maar de regering dekt
hier ook mede bijna volledig de kapitaalslasten.
Ik ontveins mij niet, dat in de loop van het
jaar aan ons toch de vraag zal worden gesteld:
met het oog op uw begrotingstekort maken wij U
er op attent, dat U eens uw gemeentelijk belas
tingareaal zult moeten gaan bekijken. Vooraleer
wjj hier op enigerlei wijze toe overgaan en met
plannen of ideeën zullen komen, zullen wij de
financiële commissie in ieder geval tijdig tevoren
raadplegen en advies vragen.
De vraag is ook nog gesteld of het college in
ieder geval er voor wil zorgen dat het verzor-
gingspeil van de gemeente gehandhaafd blijft.
Het is duidelijk, dat dit het allereerste is wat
wij in het oog moeten houden en terwille daar
van zijn op de begroting posten geraamd die nodig
zijn om dit peil op behoorlijke hoogte te houden.
Het is wel interessant om even te zien, dat in
het tekort de post openbare werken alleen al
figureert met een verhoging van 553.000,tot
ƒ860.000,-waarin het gros van het verzorgings-
peil van de gemeente zit. De oorzaak daarvan is
mede het op gang brengen en inrichten van de
eigen dienst van gemeentewerken. Deze bestaat
uit de posten voor personeel met 151.000,
(vorig jaar ƒ16.000,aanleg straten en plant
soenen, welke allemaal zijn opgelopen, zodat wij
tenslotte aan een verschil komen van ongeveer
3 ton. Daartegenover staan ontvangsten geboekt
voor het zelf verzorgen van plannen, gegevens,
enz. Dat zorgt ook voor een inkomen van onge
veer 150.000,Belangrijk is ook het niet meer
voorkomen van tekorten bij het Juliana-ziekenhuis.
Wij kunnen niet anders zeggen, dan dat het tekort
van 286.000,dat nu wordt geraamd en wat
zeer zeker in de eerstkomende maanden niet zal
verminderen, maar vergroten U kent de ont
wikkeling vrij hoog genoemd kan worden.
Wellicht komen er nog correcties ten goede en
wordt het tekort mogelijk iets gereduceerd, doch
U moet er rekening mee houden dat de uiteinde
lijke resultaten van 1964 en 1965 zeer zeker gaan
resulteren in aanzienlijke tekorten.
De heer Fijn van Draat vraagt een fonds voor
stadsverfraaiing in te stellen o.m. ten behoeve
van de omgeving van het stadhuis, terwijl de heer
Hol aandacht vraagt voor de plaatsing van beeld
houwwerkjes e. d.
Ik heb jaren geleden, toen ik nog geen wet
houder was, eens een brief geschreven over het
geen o.a. in de oude stad kon worden gedaan. Dat
kostte alles bij elkaar een hoop goede wil van de
inwoners van de gemeente, fantasie van de zijde
van de gemeente en aan financiën 2.000,5
3.000,Ik heb daarop geen reactie gekregen.
Dit schoot me juist te binnen en ik wil hiermee
zeggen, dat zulks mogelijk is zowel bij het stad
huis als bij alle andere openbare gebouwen en
elders, mits er natuurlijk ruimte voor is aan het
gebouw of in de naaste omgeving daarvan. Ik ge
loof dat daarvoor een bepaalde som zou kunnen
worden uitgetrokken voor verfraaiing in welke
vorm dan ook.
Als wij eenmaal beschikken over onze eigen
dienst van gemeentewerken wij hebben een
man aangetrokken, die naar mijn mening zijn
sporen heeft verdiend t.a.v. plantsoenen en water
partijen moet het mogelijk zijn heel wat aan
de verfraaiing van onze stad te doen.
Een andere vraag van de heer Hol, die de aan
dacht vraagt, is het realiseren van een hotel aan
het Scheldefront. Hij bedoelt daar waarschijnlijk
in eerste instantie mee aan de dijkzijde van onze
toekomstige verhoogde Serlippenspolder, mogelijk
ook het plein, gelegen ten westen van het ge
plande raadhuis waar nu nog water is, maar wat
binnen een jaar of zeven zal worden gedempt. Wij
hebben in ons college al herhaalde malen hierover
van gedachten gewisseld. Wij hebben wel eens
plannen gehad, maar deze konden niet doorgaan
omdat de dijk nog niet verhoogd was en wij boven
dien niet met de juiste mensen geconfronteerd
werden om dit op te zetten.
Als er werkelijk een serieus iemand op dit ge
bied komt, iemand die op het gebied van de exploi
tatie zijn sporen heeft verdiend en waarvan wij
zeker zijn dat hij de zaak goed zal kunnen run
nen, dan zullen wij hieraan gaarne onze mede
werking verlenen. Het is niet voldoende dat een
of andere financieringsmaatschappij ergens een
groot of klein gebouw neerzet en met een exploi
tant aankomt, die zijn sporen op dat gebied nog
moet verdienen.
Een vraag van de heer Weterings is of wij wil
len stimuleren de totstandkoming van een zee
manstehuis. Ik geloof dat de gemeente hier enkel
stimulerend kan werken. De opzet moet komen
van een of andere stichting of vereniging. Wij
moeten ons niet vergelijken met Rotterdam of
Amsterdam hooguit wèl met Delfzijl. Gesteld is
de Vereniging voor Havenbelangen, maar ik kan
mij moeilijk indenken dat het daarvan uit zou
kunnen gaan, of van een vereniging van reders.
Als wij daartoe worden gevraagd, dan kunnen wij
wel medewerking verlenen bij b.v. de plaatsbepa
ling maar of wij op dit moment kunnen overgaan
tot financiële steun is zeer de vraag.
Dan is er de vraag van de heer Ramondt, die
vraagt te bevorderen dat de veerdienst Terneuzen
Hoedekenskerke wordt uitgebreid.
Ons eerste doel is dit veer in ieder geval te
behouden en dat stellen wij ons al jaren, en dat
zien wjj steeds met succes bekroond. De schepen
voor dit veer zijn niet overweldigend groot, doch
vooral bij mist en slecht weer bewijst dit veer
goede diensten. Ik vraag mij af of er mogelijk
heden zijn om bij dit veer, in afwachting van de
uit te voeren uitbreiding van het veer Perkpolder
Kruiningen, de boten van b.v. de Oostersehelde
in te leggen, zodanig dat het een één-uur dienst
zou kunnen worden, hetgeen een tijdelijke ont
lasting kan vormen voor het veer Perkpolder. Ik
weet niet of hiervoor plannen bestaan en of deze,
zo zij bestaan, financieel uitvoerbaar zijn.
De heer Weterings vraagt in overleg met de
Nederlandse Spoorwegen een plaats te reserveren
voor een station voor reizigersvervoer in de toe
komst. Wij hebben ons al afgevraagd of en tegen
welke tijd, misschien binnen 15 a 20 jaar, mis
schien ook vroeger, er reizigersvervoer van en
naar Terneuzen zal komen. Wij moeten dit nog
eens in zijn geheel bezien.
Wat de faciliteiten betreft voor het grensover
schrijdend verkeer kan ik U zeggen dat wat het
goederenvervoer betreft op de weg er in principe
in de Beneluxraad besloten is bij het vervoer tus
sen België en Nederland binnen 3 of 5 jaar het
in- en uitklaren van goederen van en naar België
en omgekeerd te doen vervallen, wat erop neer
komt, dat tussen deze landen wat dit betreft
geen grens meer zal bestaan.
Wat het goederenvervoer per trein betreft moet
ik er op wijzen, dat er door de Nederlandse Spoor
wegen, in overleg met de Belgische Spoorwegen,
al regelingen zijn toegepast en ook al concessies
zijn gedaan, waardoor een gedeelte van de spoor
wegtarieven lager is geworden. Toch blijft er nog
te veel te wensen over. Door België worden nog
lasten opgelegd, die eigenlijk verkapte tariefsver
hogingen zijn.
Het heeft onze aandacht, maar of wij als ge
meente hieraan iets kunnen doen, is voor mij de
vraag.
Ik ben op dit gebied niet optimistisch.
Gevraagd is wanneer de Scheldekade versterkt en
de Vissershaven gedempt wordt. Men dacht aan
19661967. Voorzover mij bekend is zal dat niet
zo zijn. Het verhogen van de Scheldekade en het
dempen van de Vissershaven is de laatste fase van
dit gebied. Vóór 1971 moet U er niet op rekenen.
Wat uw angst betreft dat deze twee punten in
de zeewering zó zwak zijn, dat het een gevaar zou
vormen voor de achterliggende polders, meen ik
dat dit niet nodig is. Vorige week is er een be
perkte dijkwacht ingesteld, maar het water kwam
niet zo erg hoog aan de Scheldekade.
Ook de Vissershaven vormde geen enkel pro
bleem.
Ik meen hiermede de verschillende vragen op
mijn terrein gesteld, grotendeels beantwoord te
hebben. Wanneer ik vragen vergeten heb zal ik
deze nog graag in tweede instantie beantwoorden.
De Voorzitter: Mevrouw, mijne heren, ik wil
graag gelegenheid geven in de tweede instantie
iets te zeggen, terwijl ook daarna weer zal ge
tracht worden de vragen te beantwoorden.
De heer Hol: In de eerste plaats dank ik het
college hartelijk voor de uitvoerige beantwoor
ding van de gestelde vragen. Het was een hele
lijst en ik heb 'mij erover verwonderd dat eigen
lijk vrijwel alle vragen die gesteld zijn in behan
deling zijn gekomen. Toch had ik nog iets aan
die lijst willen toevoegen. Allereerst meen ik te
mogen aannemen, meneer de voorzitter, dat de
raad ermede akkoord gaat dat wij aan de Staats
secretaris van Economische Zaken onze waardering
zullen kenbaar maken.
De Voorzitter: Dat zullen wij graag doen.
De heer Hol: Ten tweede heb ik de vraag ge
steld aandacht te schenken aan de centrale ver
warming van huizencomplexen.
Tenslotte verzoek ik U te bezien of er mogelijk
heden zijn de bouw te bevorderen van woningen
voor alleenstaanden, wanneer daaraan behoefte
bestaat.
De heer Huijbrecht: De K. V. P. heeft gesproken
over de nieuwe brug in Sluiskil, die zo nodig
zou zijn voor de integratie van Sluiskil. Ik zou
graag weten of dat de integratie is van Sluiskil
ten opzichte van Terneuzen. Ik hoop niet dat men
bedoelde de gedeelten van Sluiskil ten oosten en
ten westen van het kanaal, want dat zou ik be
treuren.
Ten aanzien van de adviescommissie voor de
toetsing van de woningen op hun bruikbaarheid,
waarvan wethouder De Vos heeft gezegd, dat die
commissie nog bestaat, wijs ik er op, dat dit niet
meer het geval is.
De heer De Vos: Dat is ons niet bekend.
De heer Huijbrecht: Ik hoop dat het college
tot spoedige instelling van een nieuwe commissie
zal willen overgaan.
Gevraagd is verder over de kwestie van ver
betering van de oude woningwetwoningen of dit
in de toekomst in het beleid van de gemeente
kan worden betrokken. Dit is tot dusverre een
kwestie geweest van de Woningbouwvereniging
zelf, maar die hebben blijkbaar tot nu toe niet
de gelegenheid gekregen om die verbetering door
te voeren.
Ik dacht, dat wanneer het college dit in haar
beleid betrekt er dan met meer kracht naar zal
worden gestreefd.
De heer Weterings: Meneer de voorzitter, ik
ben blij van U te hebben gehoord dat U, voor wat
de horecasector betreft de liberalisatie daarvan,
het met ons voorstel eens bent. Voor wat het
verlenen van ontheffingen van het sluitingsuur
betreft, weet ik heel goed dat ik niet aan het
juiste adres was, maar ik meende het onder de
aandacht te moeten brengen omdat juist bij het
publiek nogal enige deining is ontstaan, vooral
in verband met het feit dat de laatste keer na
de voorstelling van Sonneveld er praktisch ner
gens nog gelegenheid was iets te gebruiken en
men van de zijde van de politie geen toestem
ming wou geven om iets later open te zijn. Ik
heb hierbij ook de mensen van buiten Terneuzen
op het oog.
Wat het dansen betreft ben ik blij, dat U het
zo met ons eens bent en ik begrijp heel goed
dat er vanuit het college van burgemeester en
wethouders weinig aan gedaan kan worden, wan
neer geen initiatieven komen vanuit de horeca
sector en er bovendien niet kan worden voldaan
aan de bepalingen van de Drankwet. Het zal U
DONDERDAG 7 JANUARI 1965
HILVERSUM I: 7.00 Nieuws;
7.10 Ochtendgym.; 7.20 Lichte
gram.; 7.50 Dagopening; 8.00
Nws; 8.10 Lichte gram.; 8.50
Ochtendgym.; 9.00 De groente
man; 9.05 Klass. gram.; 9.35 Wa
terstanden; 9.40 Morgenwijding;
10.00 Lichte gram.; 10.50 Voor de
kleuters; 11.00 Nws; 11-02 Huis
houdelijke zaken, praatje; 11.15
Pianoduo: klass. en moderne
muz.; 11.45 Moderne gram.; 12.00
Licht orkest; 12.27 Meded. t.b.v.
land- en tuinbouw; 12.30 Metro-
pole orkest; 13.00 Nws; 13.10
Meded., event, actueel of gram.;
13.25 Beursber.; 13.30 Licht ens.;
14.00 Stereof. uitz.: Sopraan en
piano: moderne liederen; 14.30
De geschiedenis van een boek,
literair progr.; 15.10 Zang en
piano: lichte muz.; 15.35 Om
roeporkest: klass. muz.; 16.00
Nws; 16.02 Voordracht; 16.20
Lichte gram.; 17.00 Voor de
jeugd; 18.00 Nws; 18.15 Event.
actueel; 18.20 Uitz. van de V.V.
D.; 18.30 Licht orkest; 19.00 Voor
de kleuters; 19.05 Sportparade;
19.30 Voor de jeugd; 20.00 Nws;
20.05 Radiophilh. orkest: klass.
muz.; 21.25 Een wonderlijk ge
sprek, hoorspel; 22.10 Licht in-
str. kwintet; 22.30 Nws en mede
delingen; 22.40 Actualiteiten;
23.05 Nieuwe gram.; 23.55-—24.00
Nws.
HILVERSUM II: 7.00 Medita
tie; 7.05 Klass. gram.; 7.30 Nws;
7.40 Klass. orkestwerken (gr.);
8.30 Nws; 8.40 Voor de huis
vrouw; 9.40 Schoolradio; 1000
Klass. gram.; 11.00 Voor de zie
ken; 11.45 Januari, een progr. in
de toonsoort van de louwmaand;
12.10 Leven op het land, gespr.;
12.37 Meded. t.b.v. land- en tuin
bouw; 12.30 Nws; 12.40 Deze
week; 13.00 Amusementsmuz.
(opn.); 13.45 Voor de vrouw;
14.05 Lichte gram.; 14.40 Evoca
tie van een stad: Rotterdam in
de ogen van schrijvers en dich
ters; 15.10 Stereof. uitz.: Licht
instr. kwintet; 15.30 Radiophilh.
sextet: moderne muz.; 16.00 Bij-
beloverdenking; 16.30 Licht vo
caal ensemble en licht instr.
kwartet (opn.); 17.00 Voor de
jeugd; 17.30 Kinderzang (gr.)
17.45 Lichte gram.; 17.55 Sport-
rubriek; 18.10 Meisjeskoor en
licht instr. sextet; 18.30 Sociaal
perspectief, lezing; 18.40 Latüns-
Amerikaanse klanken gr.19.00
Nws en weerpraatje; 19.10 Ra
diokrant; 19.30 Geestelijke liede
ren; 19.45 Op de man af, praatje;
19.50 Lichte gram.; 20.10 Boeren
en burgers in Buitenveen, hoor
spel; 20.40 Samen uit - samen
thuis, gevar. progr.; 22.00 Ron
dom het kind: pedagbgische
etherleergang; 22.30 Nws; 22-40
Avondoverdenking; 22.55 Boek-
bespr.; 23.00 Kerkorgelconcert:
oude muz. (opn.)23.35 Klass.
gram.; 23.5524.00 Nws.
BRUSSEL (VI.): 12.00 Nws;
12.03 Gram.; 12.15 Lichte muz.
(12-25 Weerber. en meded. Voor
de schippers): 17 50 Beursber. en
progr.overz.; 13.00 Nws en weer
ber.; 13.20 Kamermuz.: 14 00
Nws; 14.03 Amusementsmuz.
om 15.00 Nws)16.00 Nws1c "3
Beursber.; 16 IQ Vre"se les; 1" n
Liederen: 16.55 Gram.: 17 "0
Nws; 17.15 Gram.; 17.30 7aug en
dans; 18.00 Nws: 18 03 Voer de
soldaten; 18-28 Psardeseovu-or.
18.30 Moderne muz.: 18 45 S-ort-
kronieb: 18 53 Gram.: 19.00 Vws
en radiokroniek; 19.40 Lichte
muz.; 19.50 Politiek praatje; 20.00
Klass. en moderne muz.; 21.40
Klass. muz.; 22.00 Nws; 2215
Jazzmuz. en poëzie; 22.45 De
zeven kunsten; 23.00 Nws; 23.05
Opera- en belcantoconcert; 23.55
—24.00 Nws.
Televisieprogramma's
NEDERLAND I: 15.00—15.45
Voor de vrouw; 16.0016.15 Voor
de kleuters; 19.00 Int. agrarisch
nieuws; 19.30 Venus, ponpen-
film; 19.40 Van gewest tot ge
west, regionaal journaal; 20.00
Journaal; 20.20 Achter het nws;
20-45 Uit, tv-spel; 21.10 Woorden
zijn maar woorden, tv-spel: 22.20
Fiesta Gitana in El Patio: Spaan
se dans en zang; 22.4022.45
Journaal.
NEDERLAND II: 20.00 Nws
in 't kort; 20.01 De Lucy Ball-
show; 20.30 Muzikaal program
ma van Nederlandse en andere
volksliedjes; 20.45 Balletprogr.
21.10 Alvorada, filmimpressie
over Brazilië; 21.50 Samenzang;
21-5522.10 Attentie.
BELGIË (VI.): 19.00 Zandman
netje; 19.05 De gordel van slan
geleder, tv-feuilleton; 19.20 Sport
kroniek; 19.55 Hier spreekt men
Nederlands; 19.59 Weerbericht;
20.00 Nieuws; 20.25 Dorus' beeld
roman, tv-verhaal; 21.20 Nieuws
uit de filmwereld; 22.10 Progr.
voor het gezin; 22.40 Nieuws.
Gevecht om gewonde
Twee mannen, werkend voor
elkaar beconcurrerende am
bulancediensten, gingen maan
dag te Nashville, in de Ame
rikaanse staat Tennessee, met
elkaar op de vuist nadat ze
ruzie hadden gekregen over
de vraag, wie van beiden een
bij een ongeluk zwaar gewon
de vrouw naar het ziekenhuis
zou brengen. De politie arres
teerde hen wegens wangedrag.