BABY GEWURGD Woensdag 6 januari 1965 DB VRIJE ZEEUW Pagina 9 GEMEENTERAAD VAN TERNEUZEN Vorig jaar in Den Haag 73 doden door het verkeer Na vechtpartij overleden Meisje op zebrapad doodgereden BOTSINGEN MET TREINEN LIEPEN GOED AF (Vervolg van pagina 7) bij de Axelsebrug steeds omvangrijker aan het worden. De verkeerstellingen hebben uitgewezen dat nagenoeg de helft van dit verkeer gericht is op de oude kom van de gemeente, dus binnen de bruggen. In verband hiermede achten wij het belangrijk parkeerruimten aan te leggen aan de oostzijde van deze brug. Wij denken hierbij o.a. aan de Van Steenbergenlaan. Wij zijn van mening dat ook in de toekomst na de opheffing van de Axelsebrug, deze behoefte blijft bestaan, gezien de uitbreiding van het auto park. Mijnheer de voorzitter. Met voldoening consta teren wij, dat het bouwrijp maken van het Indus trieterrein bij Driewegen in snel tempo voortgang vindt, mede mogelijk gemaakt doordat de kraan der bestedingsbeperking niet te ver is dichtge draaid. Door de aanleg van de spoordijk rond het haventerrein is dit gebied wat aan de directe waarneming onttrokken. Wij hopen dat de voor bereiding hier echter onverminderd doorgang vindt. WONINGBOUW Mijnheer de voorzitter, mevrouw, mijne heren, als wij de woningbouw in onze beschouwing be trekken, mogen wij een gedeeltelijk ander geluid laten horen dan in voorgaande jaren. Ten eerste is het reëel woningtekort nog even verontrustend dan in voorgaande jaren. Bijzonder schrijnend achten wij dat met name vele aanvragen van jongeren uit onze eigen ge meente nog steeds afgewezen moeten worden, om dat de thans gereedkomende complexen groten deels bestaan uit extra contingenten ons toege wezen voor de industrie, welke deze nodig heeft om het van elders aangetrokken personeel onder te brengen. Bij de uitbreiding van de woningbouw zal dan ook de nodige aandacht besteed moeten worden aan de woningnood van de eigen bevol king; ook voor de grotere gezinnen is er een drin gende behoefte aan ruimere woningen. Ten tweede en dat achten wij, willen we tot een werkelijke oplossing komen van het huisvestings probleem zeer belangrijk, is naar onze mening het dieptepunt gepasseerd in het woningbouwbeleid. Ten eerste menen wij, dat het vorig jaar aange kondigde regeringsbeleid vruchten begint af te werpen. Op basis van de inmiddels getroffen maat regelen is het inderdaad mogelijk gebleken ook in de woningbouw produktiestromen op gang te brengen. Met dankbaarheid zien wij dat deze pro- duktiestroom ook in Terneuzen een bedding heeft. In de voorgaande jaren hebben wij er met de meeste klem op aangedrongen dat de uitbreidings plannen op grotere schaal en tijdig voorbereid zouden worden. Ook voor het komende jaar willen wij ten sterk ste aandringen op een continuering van dit beleid. Gaarne zouden wij van het college vernemen, wanneer het complex, bestemd voor de industriële bouwwijze, bouwrijp gemaakt kan worden, en hoever de voorbereiding van terreinen voor de traditionele bouw gevorderd zijn. Mijnheer de voorzitter, bij de start van de Prontobouw zijn als streefdata voor de aanvang van de bouw van 696 woningen in continubouw respectievelijk genoemd: 1964 voor het eerste complex en eind 1966 voor het laatste complex. Tevens hebben wij toen aan de hand van dia's een indruk gekregen van het tempo, waarin de in dustriële bouw verwerkelijkt kan worden. Als we ons deze mogelijkheden realiseren, dan mogen wij bij uw college aandringen op een snelle voorbe reiding en continuering van opeenvolgende plan nen, opdat traditionele bouw naast systeem- en industriële bouwwijzen voortgang kunnen vinden. Laten wij tijdig de beddingen voor de diverse bouwstromen klaar leggen. Mijnheer de voorzitter, tenslotte willen wij gaarne onze bewondering uitspreken voor dat gene, wat door U in samenwerking met de overige leden van het college in het afgelopen jaar voor de woningbouw is verricht. Hieraan de wens ver bindende, dat ook in het komende begrotingsjaar CJ de krachten en de wijsheid geschonken worden op de ingeslagen weg verder te gaan. Mijnheer de voorzitter, van welke zijde wij het grondgebied van de gemeente Terneuzen naderen, allerwegen zien wij het fascinerende beeld van de veranderingen, welke zich hier voltrekken. Ver anderingen, welke aan onze gemeente een functie in de structuur van dit gewest geven, welke vele malen uitgaat boven die waarmede wij vertrouwd zijn. Er is hier een ontwikkeling aan de gang welke zich niet kan beperken binnen de huidige ge meentegrenzen. Ja, waarin thans reeds over deze grenzen heen plannen voorbereid worden. Wij denken in dezen aan de Nieuw-Neuzenpolder. Ook voor de woonkern zal het nodig zijn op relatief korte termijn voorbereidingen te treffen buiten onze huidige grenzen. Mijnheer de voorzitter, wij hebben nog pas kort geleden van mij politiek na verwante zijde een pleidooi gelezen voor gemeentelijke samenwerking op basis van een bovengemeentelijk orgaan. Wij zijn van mening dat we hier geen gebrek aan een troïka hebben. Laat men bestuurlijk de vorm, welke hier bewezen heeft voor zijn taak berekend te zijn, handhaven, en daaraan spoedig de ruimte toedelen, welke nodig js voor de verdere ontplooi ing van dit gewest in het kader van de nationale ontwikkelingspolitiek. Tenslotte, mijnheer de voorzitter, mevrouw, mijne heren, hebben wij in het licht van het hier na volgende, het woord gevraagd en hopen wij in het komende begrotingsjaar met U allen samen te werken. Wij mogen besluiten met de wens, dat in het komende begrotingsjaar, onder beding van Gods onmisbaren zegen, verder gewerkt moge worden aan de ontwikkeling van onze stad. Dat de dank zich vermeerdere voor wat wij in het afgelopen jaar mochten ontvangen en het besef zich vermenigvuldige, dat, op welke plaats w(j hier ook leven en werken, wij een taak hebben ten dienste van onze naaste. De Voorzitter: Mevrouw, mijne heren, het is de bedoeling, dat conform de praktijk van het vorig jaar de leden van het college van burge meester en wethouders ingaan op de algemene be schouwingen uwerzijds gehouden. Ook dit jaar willen wij gewagen van onze waar dering en respect voor de wijze waarop deze al gemene beschouwingen zijn voorbereid en gehou den. Wij zijn biij dat U dit voortzet. Het heeft mij gefrappeerd dat in deze beschouwingen in grote lijnen het gemeentelijk beleid doorgetrokken is, waardoor gesignaleerd is dat de gemeenteraad van Terneuzen ten deze zélf het beleid bepaalt en het beleid onderstreept en draagt. Ik wil uiting geven aan mijn erkentelijkheid voor de waar derende woorden, die U hebt willen spreken jegens ons college en alle medewerkers van de gemeente, van wie ontzaglijk veel gevraagd is in het afge lopen jaar. Ook waardeer ik het, dat U hebt stilgestaan bij de moeilijke taak van onze tech nische dienst in oprichting in verband met de geringe bezetting, waarvan reeds veel gevraagd is in de afgelopen maanden. Wij zijn zeer gelukkig ons thans gesteund te I weten door een eigen technische dienst, waarvan |wy kunnen verwachten dat deze kapabel is. Ook onzerzijds willen wij onderstrepen de waar dering die uwerzijds is uitgesproken jegens het Provinciaal Bestuur van Zeeland, waarvan wij koveel medewerking hebben mogen ondervinden In het afgelopen jaar, alsmede ten aanzien van de Verschillende diensten van de Rijksoverheid. In het bijzonder mag ik daarbij vermelden de Staats secretaris van Economische Zakén, die ook onze gemeente weer betrokken heeft in het industriële spreidingsbeleid. Ik geloof in uw geest te han delen indien ons college gevolg geeft aan de sug gestie van de fractievoorzitter van de P. v. d. A. onze waardering jegens deze Staatssecretaris dui delijk naar voren te brengen in een dankbetuiging. De bedoeling is, mevrouw, mijne heren, dat wij als leden van het college van burgemeester en wethouders individueel ingaan op de verschillen de vragen en ik wil zelf daarmee beginnen. Daar aan voorafgaand wil ik een opmerking maken en dat is deze. Indien de heer Fijn van Draat spreekt over een alliteratie, welke hij gemist heeft in een bepaalde publicatie, dan geloof ik dat het goed is, dat hij dit zo signaleert, waaruit duidelijk moge blijken dat dit stuk is geschreven zonder beïn vloeding van degene waarop; deze van toepassing zou kunnen zijn. Dit ligt ook in de rede, gezien de zeer geringe politieke banden, welke door de betrokkene met die krant onderhouden wordt. Mevrouw, mijne heren, dan wil ik thans graag op de verschillende incidentele vragen ingaan om daarbij gelijktijdig de totaliteit van het beleid te bespreken voorzover dat mijnerzijds noodzakelijk is. Er is verzocht het plaatsen van beeldhouw werkjes in onze gemeente te overwegen. Ik kan U zeggen, dat de verfraaiing onzer gemeente in die zin al enkele malen ter sprake is geweest in ons college. Hierbij is gedacht aan beelhouwwerk- jes. verder ook aan plantsoenen en fonteinen. Wij hopen ook bij de opzet van nieuwe uitbrei dingsplannen het financieel mogelijk te maken dat op dit punt van het beleid enkele activiteiten ontwikkeld zullen kunnen worden. U kunt gerust zijn dat deze zaak onze volle aandacht heeft. De heer Kamondt informeerde naar de moeilijk heden met de plannen voor de bouw van het lyceum/schouwburg. Ik kan U zeggen, dat deze zaak ook ons ontstemd heeft en wel op zodanige wijze dat ik enkele dagen geleden hierover een onderhoud heb gehad te bevoegder plaatse, waar bij ik na moeizame onderhandeling de toezegging heb gekregen en nadrukkelijk stel ik dat ik persoonlijk pas gerust ben wanneer het zover is dat in april 1965 zal kunnen worden begonnen met het bouwen van het lyceum en de schouwburg. De plannen kunnen nu worden afgerond. Door het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen is de nodige medewerking verleend. De instelling van een culturele raad voor onze gemeente is in studie bij ons college. Ik kan U zeg gen, dat hierover overleg wordt gepleegd met het Opbouworgaan in Zeeland. Wij hebben begrepen dat voor de verschillende cultureel-sociale aspec ten voor ons beleid van grote dienst kan zijn met de directeur van dit orgaan en zijn medewerkers contact te onderhouden, waarbij ook dit punt veel aandacht zal krijgen. Onzerzijds wordt ook gedacht aan een bredere spreiding in deze sector, waardoor meer groepe ringen erbij kunnen worden betrokken. Wanneer de heer Weterings spreekt over een praktische oplossing van het sluitingsuur van hore cabedrijven en de aandacht daarvoor vraagt van het college vara burgemeester en wethouders, dan moet ik zeggen dat hij niet aan het juiste adres is. Het is zo, dat de praktische uitvoering een zaak is van het hoofd van de politie. Deze zaak heeft overigens de aandacht. Of Oost Zeeuwsch-Vlaan- deren een voorbeeld zal moeten zijn is wel zeer de vraag. Overleg wordt gevoerd met landelijke instanties op dit terrein, waarbij nagegaan wordt of wij enige achterstand hebben. Door de heer Weterings is duidelijk gesproken over liberalisatie met betrekking tot het cultureel element in onze samenleving. Ik kan U wel zeg gen dat U, en ik neem aan, dat U spreekt namens uw fractie, onze instemming hiermede heeft. Wij beseffen volledig, dat in Terneuzen een ander kli maat moet ontstaan, waarbij het voor de. ver schillende sectoren leefbaar moet zijn, doch ik wil eraan toevoegen, dat, wanneer er sprake is van liberalisatie dit niet alleen vanuit het overheids beleid zal moeten gebeuren, maar primair voor zieningen zullen moeten worden getroffen door de bedrijven die daar aanspraak op maken. Het is bij de huidige stand van zaken uitgesloten om b.v. liberalisatie uit te voeren met betrekking tot b.v. het dansen, daar bijna geen der bedrijven in Terneuzen op het ogenblik voldoet aan de eisen van het Dansbesluit. Wanneer men verruiming wil, moet dat zodanig zijn dat een en ander moge lijk wordt gemaakt zonder met de wet in conflict te komen. De herdenking van de bevrijding heeft de aan dacht van ons college. U weet dat dienaangaande een gelukkig initiatief is genomen door de ge zamenlijke personeelsverenigingen en hierdoor wordt nauw contact gehouden met de onderwijs sector, welke een vertrouwensman heeft aange steld voor dit contact, teneinde gezamenlijk tot een verantwoorde opzet te komen. Wij zullen daarbij ook het middelbaar onderwijs betrekken. Wanneer gevraagd wordt of de bezetting van leerkrachten bij de gemeentelijke scholen reden tot bezorgdheid heeft, kan ik dat negatief beant woorden. Om te spreken van bezorgdheid is niet gemotiveerd. Wij kunnen de uren, die gegeven moeten worden, zij het soms met tijdelijke voor zieningen, opvangen. Ik maak me wel zorgen over de voorzieningen van ons gemeentelijk gymnasium, met name het onderricht in de klassieke talen. Het is erg moei lijk geschikte klassïci aan te trekken. Over de uitvoering, mevrouw, mijne heren, van de jeugd- verkeerstuin kan ik U zeggen, dat deze zaak mo menteel de zorg heeft van de korpschef van de gemeentepolitie, die voorzitter is van deze Stich ting. Wanneer men iets verder is, zal contact worden opgenomen over deze zaak met de onder wijssector. Wanneer de heer Fijn van Draat spreekt over de haast oecumenische oplossing met betrekking tot de opvangscholen, zou ik willen opmerken, dat men hier eerder moet spreken van een eco nomische- dan van een oecumenische oplossing. Wanneer de heer Ramondt zijn waardering be tuigt voor het overleg met. de lagere scholen is dat waarschijnlijk omdat dit het meest de aan dacht trok en wij primair gedacht; hebben aan de lagere scholen, maar wij hebben op iets informele- re wijze overleg gepleegd over de planning van de kleuterscholen en onze gedachten gaan daarbij eveneens uit naar opvangscholen. Wij zijn met U van oordeel, en voorstellen zullen U tijdig berei ken, dat dergelijke scholen eveneens gerealiseerd zullen moeten worden in industriële bouw, waar voor van onze zijde aansluiting wordt gezocht aan het Pronto-plan, waartoe de mogelijkheid is ge schapen. Wij denken ook aan fabrieksmatige bouw van houten soholen, waar wij in de komende jaren zeker op zullen zjjn aangewezen. Ik kan er nog aan toevoegen, dat het overleg in ons college is beëindigd en dat er nog overleg plaatsvindt met de schoolbesturen, maar onze ge dachten gaan op korte termijn uit naar het plaat sen van een opvangkleutersehool in het plan Zuid- West, waarvoor wij Rijksgoedkeuring zullen krij gen voor een drietal lokalen, namelijk één voor kinderen van de R. K.-kieuterschool, één voor de openbare- en één voor de Protestants-Christelijke kleuterschool. De zaak van de planning van het onderwijs bin nen het raam van de Mammoetwet heeft de aan dacht van ons college en er vindt momenteel overleg plaats zowel met de leerkrachten als met vertegenwordigers van het Algemeen Pedagogisch Centrum. Dit zal moeilijk blijven in de eerste jaren. De wet doelt op zeer grote scholen en wan neer wij in ogenschouw nemen dat wij als een van de weinige gemeenten een z.g. Havo-klas hebben gekregen aan het Openbaar Lyceum, dan is dit een duidelijk bewijs, dat deze zaak onze aandacht heeft gevraagd en gekregen. Mevrouw, mijne heren, er is gesproken, eigen lijk wil ik wel zeggen tot mijn verbazing, over een bepaalde concentratie bij de Waterstaat, welke minder gewenst zou zijn. De concentratie-gedach te is meerdere malen in dit college genoemd en nu wij naar concentratie streven, meen ik, dat wij dit ook van andere instanties kunnen verwach ten en ik acht het niet het moment om een dui delijk uitgestippeld beleid, om wat voor reden ook, te doorkruisen. Naar mijn mening dient te worden afgewacht hoe dit zich zal ontwikkelen. Naar aanleiding van de vraag met betrekking tot het vliegveld kan ik mededelen,'dat deze zaak enkele mal en in ons college is besproken en dat wij dienaangaande ook de eerste stappen hebben gezet. Wij zijn van gevoelen dat een dergelijk vliegveld als een typisch infrastructureel-object naar voren dient te worden gebracht. Immers infrastructurele werken dienen ter ont sluiting van een gebied in breder verband. Deze zaak heeft onze aandacht, maar de problemen dienaangaande mogen niet onderschat worden, al was het alleen maar om de financiële aard, om dat naar schatting 20 hectaren grond hiertoe aan gekocht zouden moeten worden. Door de heer De Feijter is geïnformeerd naar de vertraging bij de uitbreiding van de Zevenaar- haven. Ik geloof niet dat hier direct van vertra ging is te spreken. Het optimisme is wellicht iets te groot geweest. Wij hebben toegezegd gekre gen, dat binnen enkele weken de plannen besteks- klaar zullen zijn en wij hopen in de nabije toe komst met de raad contact op te nemen. Ik wil U erop wijzen dat op dit punt grote moeilijkheden moeten worden overwonnen omdat dit zoveel mo gelijk synchroon moet lopen met de plannen van de Waterstaat. Hierover wordt intensief overleg gepleegd met de betrokken technische diensten. De oorspronke lijke ontwerper van dit plan is, naar onze mening, minder geschikt om deze plannen verder te be geleiden daar de heer Snijders zijn functie heeft verwisseld voor een functie bij het bedrijfsleven. Deze zaak vraagt ook zeer de aandacht van onze toekomstige directeur van gemeentewerken, die om de 14 dagen overleg voert met een van de ingenieurs van de aannemingsmaatschappij, die wü hebben benaderd voor het besteksklaar maken van de plannen. De vraag is gesteld wat de planning zou zijn voor de industriële arbeidsplaatsen voor het ko mende jaar. Dit wordt geschat op 600. Vooral in deze openbare vergadering wil ik hier nog iets aan toevoegen. Ons college heeft in overleg met de hoofdinge nieur-directeur van de Volkshuisvesting en de Bouwnijverheid gevraagd aan het Economisch Technologisch Instituut voor Zeeland een rapport uit te brengen over de gedachte ontwikkeling van onze gemeente en de noodzakelijke woning behoefte. Dit rapport is U vertrouwelijk toegezon den, maar het is onze bedoeling om in de ver gadering van januari a.s. dit rapport in openbare behandeling te brengen. Wij verzoeken U echter de inhoud ervan vooralsnog als vertrouwelijk te beschouwen. Er is belangstelling gevraagd Van het gemeen tebestuur voor de belangen van de bestaande oudere bedrijven. Ik vind het jammer dat er een accentsverschil wordt gelegd tussen oude en nieu we bedrijven. Dit mag naar ons oordeel geheel geen verschil maken. De taak van de gemeentelij ke overheid in de industriekern Terneuzen is deze, dat wij zowel de oude als nieuwe bedrijven steun geven waar wij dat kunnen, mits deze steun verenigbaar is met het belang van de gemeente. Dat is het enige beeld, dat ons voor ogen kan staan bij hulpverlening aan oude of nieuwe bedrij ven en ik geloof dat dit de enig-juiste bestuurlijke gedragslijn is. Er is gevraagd hoe het staat met de plannen voor het verpleeghuis voor bejaarden en chroni sche zieken. Ik kan U mededelen, dat dit tehuis in Terneuzen zal worden gevestigd. De medewerking van uw college moet nog ver kregen worden, maar door hét bestuur van de Stichting Verpleeg- en Rusthuizen Midden-Zee land is besloten om het lang gedachte plan te realiseren in Terneuzen. Er is uwerzijds gesproken over de herindeling van gemeenten. Ik moet U zeggen, dat ik het met de heer De Feijter niet eens ben wanneer hij de vrees heeft dat de plannen niet goed bestudeerd zouden zijn. Deze ervaring hebben wij geenszins opgedaan. Wanneer deze plannen vertraging zou den hebben gekregen, dan moet ik U zeggen, dat dit ongetwijfeld veroorzaakt is door het overlijden van de hoofdambtenaar ter Provinciale Griffie, die met de behandeling was belast. In de tweede plaats is enige vertraging ont staan door de grote en veel tijd eisende kadas trale opmetingen, welke in deze fase van een plan noodzakelijk zijn. U hebt vanmorgen in de krant kunnen lezen dat de gedeputeerde Mes, die primair met deze zaak belast is, mededeelde dat nog vóór het einde van dit jaar de plannen voor de gemeentelijke herindeling van de Zeeuwsch-Vlaamse gemeenten zullen worden in gediend. De heer De Feijter heeft verder een belangrijk punt aangeroerd en heeft zich afgevraagd: is het ook noodzakelijk, dat misschien het kanaalgebied eruit gehaald wordt en voorrang verkrijgt in een afzonderlijk plan? Naar mijn gevoelen is dit niet een zaak welke het gemeentebestuur of het col lege van Gedeputeerde Staten aangaat. De behandeling van een dergelijk plan is uit sluitend een zaak van Minister en de Kamers der Staten-Generaal. Wanneer de heer De Feijter spreekt over de gemeenten langs het kanaal, dan moet ik zeggen dat ik het niet geheel met hem eens ben. De uitbreiding en ontwikkeling van Ter neuzen wordt niet alleen bepaald door het kanaal, maar eveneens door de Schelde. Ik kan niet zeggen hoe het momenteel staat met de bouw van het nieuwe postkantoor. Van de zijde van de P. T. T. heeft men contact gehad met onze stedebouwkundige en in welke richting deze plan nen geëvolueerd zullen worden, moeten wij af wachten. Ik zou de beantwoording mijnerzijds hiermede willen limiteren en geef thans graag het woord aan wethouder De Vos, nadat ik nogmaals mijn waardering heb uitgedrukt voor uw algemene be schouwingen. De heer De Vos: Ik wil graag op de algemene beschouwingen, welke door de diverse fractie voorzitters zijn gehouden, ingaan en wil mij aan sluiten bij de waardering voor de constructieve wijze waarop de verschillende aspecten van het gemeentelijk beleid in deze algemene beschouwin gen zijn belicht. Er zijn verschillende vragen ge steld en ik zal mijn best doen om deze naar ver mogen te beantwoorden, voorzover zij dan op mijn terrein liggen. Door meerdere sprekers is gevraagd aandacht te schenken aan toewijzing van woningen aan eigen inwoners, hoewel de heren Ramondt en De Feijter zelf reeds hebben opgemerkt, dat vele wo ningen zijn toegewezen ten behoeve van de zich vestigende industrieën. Het spreekt vanzelf, dat deze industrieën daar aanspraak op maken. Er werd tot nu toe natuurlijk ook zoveel moge lijk aandacht besteed aan de eigen inwoners en het is zelfs zó, gelukkig nog altijd zo, dat in totaal meer woningen konden worden toegewezen aan eigen inwoners dan aan mensen die zich van elders vestigen. Het spreekt vanzelf, dat wij voor eigen inwoners gebonden zijn aan ons eigen volume wat wij hiervoor toegewezen krijgen en dat is nooit zo bijzonder groot geweest. Ik wil duidelijk stellen dat de eigen inwoners in feite toch niet benadeeld worden door de indus trieën, want deze laatste krijgen woningen toe gewezen uit het extra-volume. Anders zouden wij deze woningen helemaal niet kunnen bouwen. Overigens zult U in de krant hebben kunnen lezen, dat voor het volgend jaar aan onze ge meente 170 woningen zijn toegewezen uit het pro vinciale volume, n.l. 80 woningwet- en 70 premie woningen alsmede 20 woningen in de vrije sector, zodat wij mogen verwachten dat op deze wijze wat meer volume ten behoeve van eigen inwoners ter beschikking komt. Er is ook gevraagd om differentiatie in de wo ningbouw te brengen door niet alleen kleinere woningen te bouwen, maar ook grotere. Ik kan U zeggen, dat deze zaak de aandacht heeft, ook van het bestuur van de Woningbouwvereniging. Inderdaad zijn ook woningen nodig voor wat gro tere gezinnen. De heer Fijn van Draat heeft gevraagd om niet alleen woningwetwoningen te bouwen. Ik weet niet waarop deze vraag is gebaseerd, want dat hebben wij toch nog nooit gedaan. Wij hebben tot en met vorig jaar na de oorlog in deze gemeente ongeveer 2500 woningen gebouwd, waarvan 43 in de woningwet-sector, ongeveer 45 in de pre mie-sector en de rest in de vrije sector, wat zeg gen wil dat toch nog altijd 57 niet-woningwet- woningen zijn gebouwd en dat is toch een vrij redelijke verhouding. Overigens wil ik opmerken, wat de heren trou wens bekend is, dat in het Pronto-project een groot aantal vrije-sector-woningen opgenomen is, zodat de verhoudingen waarschijnlijk heel anders zullen worden, wellicht ten nadele van de woning- wetbouw. Dit is afhankelijk van de latere indus triële bouw, waarvan wij nog niet weten in welk contingent deze zal kunnen worden ondergebracht. De heer Hol heeft gevraagd te overwegen een adviesraad in te stellen voor de beoordeling van woningen op hun bruikbaarheid. Ik zou willen antwoorden dat een dergelijke instantie in feite nog bestaat. In 1960 is namelijk een vrouwen-ad viescommissie opgericht die tot heden nog niet is opgeheven. Deze commissie heeft vrijwel niet praktisch kunnen werken. Een dergelijke instantie kan eigenlijk alleen maar optreden wanneer de gene, die opdracht geeft voor de bouw, dit op prijs stelt. In enkele grotere gemeenten in ons land bestaat zulk een commissie. De ervaringen daarmede zijn, dat de voorzieningen die door een dergelijke instantie worden bepleit, nogal eens hoge kosten met zich brengen, wat voor de wo- ningwetbouw tot gevolg heeft, dat het niet reali seerbaar is. Wij zeggen toe dit nog eens te zullen bekijken of mogelijk dezelfde instantie bij ,de werkzaam heden kan worden betrokken dan wel of het beter is een andere instantie in het leven te roepen, wanneer behoefte daaraan zou blijken te bestaan. Dan is zowel door de heer Weterings als door de heer Hol gevraagd om in 1965 een sanerings plan te willen overleggen voor de kom der ge meente. Het is de heren wel bekend, dat er nog altijd een saneringsplan bestaat. Er is hier verschillende malen over gesproken dat dit plan eigenlijk niet helemaal meer voldoet. Het is echter nog wel geldig. Ik kan U zeggen, dat wij hiermede overigens bezig zijn. De eerste besprekingen zijn daarover al gevoerd en de eerste tekeningen zijn al op tafel gelegd, althans voor een gedeelte van de kom en voor het Java, wat wij in zijn geheel in een partiëel plan zouden willen betrekken. Het is mogelijk, dat wij te zijner tijd nog aan uw raad een bevriezingsverordening zullen voorleggen, waarmede ongewenste ontwikkelingen kunnen worden tegengegaan, al moet ik zeggen, dat m.i. met het oude plan hetzelfde effect kan worden bereikt. Er zijn echter instanties, die van mening zijn dat een bevriezingsverordening meer effectief zou zijn dan de bepalingen van het saneringsplan. Een en ander is bij ons in studie en wij zullen te zijner tijd hierover wellicht nadere inlichtingen kunnen verstrekken. Dan is door de heer Weterings nog gevraagd meer aandacht te besteden aan het verkrijgen van bouwgrond voor individuele bouw naast de bouw van grotere complexen. Wij trachten reeds in ver schillende plannen hiermede rekening te houden. In het Pronto-plan, wat in zijn geheel voor deze woningen moest worden bestemd, was het niet mogelijk. Wij denken wel aan individuele bouw in de Katspolder en in het plan „Hof Zeldenrust Ook aan de andere kant van de Axelsestraat denken wij hieraan. Ik heb het zeif altijd betreurd dat het niet mogelijk is geweest in de uitbreidings plannen een stukje grond beschikbaar te hebben waar de gewone werkman een woning kan bou wen. Wij hebben daarvoor jaren geleden eens een stukje gereserveerd, maar er is niets van terecht gekomen en het is weer in een complex opgeno- men. Het is echter ook financieel met meer te doen en degenen die zelf een enkele woning willen bouwen zijn welhaast aangewezen op een bunga low. Er is grond gevraagd voor kleinere bungalows. Daarvoor zijn grote oppervlakten grond nodig en dit is niet onbeperkt mogelijk te maken omdat nu eenmaal de grond niet onbeperkt is. Dat neemt niet weg dat in de Katspolder, die daarvoor gun- sti<- celegen is, de mogelijkheid voor bungalows toch aanwezig is. Of daar kleinere bungalows zou den kunnen worden gebouwd, die voor „gewone mensen betaalbaar zouden zijn, is bijna niet te ge loven omdat deze grond ook een grote kosten factor met zich brengt. De heer Ramondt heeft gevraagd wanneer het terrein voor industriële bouw bouwrijp is en hoe ver de voorbereiding van de terreinen voor de traditionele bouw gevorderd is. Wij hebben enige tijd geleden voor onszelf een schema opgemaakt waarin streefdata zijn opge nomen. Het bouwrijpmaken van de Zuidlandpol- der is in uitvoering. De Katspolder zal zich in de eerste helft van het volgend jaar aandienen. Voor „Hof Zeldenrust" dachten wij eveneens ongeveer op de helft van het volgend jaar het ontwerp- stratenplan klaar te hebben, wat overigens met zeggen wil, dat dan direct kan begonnen worden. Aan de andere kant van de Axelsestraat mikken wü op het eind van het volgend jaar. Ik kan niet zeggen of een en ander aangehouden zal kunnen worden, maar wij streven er naar. Er moeten nog plannen in onderdelen worden gemaakt en wij zijn daarbij afhankelijk van de stedebouwkundige, die hieraan zeker de handen vol heeft en nu eenmaal niet alles tegelijk kan doen. Hij moet bijvoorbeeld tevens ook nog op schieten met het saneringsplan en dergelijke. Er is zoveel te doen aan de uitbreiding van de ge meente, dat de rest daardoor nog wel eens even achterblijft, maar er wordt aan geiwerkt. De heer Hol heeft verder gevraagd niet alle etagewoningen in de woningwetsector te bouwen. Het is U bekend, meneer de voorzitter, dat het de bedoeling is dat in de Katspolder etagewonin gen zullen worden gebouwd, niet zijnde woning wetwoningen. Hier moeten wij echter een slag om de arm houden omdat dit nog niet definitief vast- Ik kan U zeggen, dat de besprekingen met het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten reeds hebben plaats gehad en over een paar weken komen wij opnieuw by elkaar om de mogelijkheden te be spreken. Vanzelfsprekend zal het niet zó kunnen zijn, dat die grond gereserveerd blijft, terwijl er van bou wen niets komt. Wij zullen onze vrijheid van han delen moeten behouden om daar ook eventueel andere bouw te realiseren. De heer Fijn van Draat vroeg of er in de nieu we uitbreidingsplannen rekening is gehouden met parkeergarages. Ik moet dit ontkennend beant woorden. Dat wil niet zeggen dat op bepaalde plaatsen dergelijke garages niet zouden kunnen worden gebouwd, maar ik betwijfel of Terneuzen daar reeds aan toe is. Er is in de nieuwe plannen wél rekening gehouden met zoveel mogelijk gara- gebouw, alsmede met parkeergelegenheid in de straten en op pleinen, zulks in vee] grotere opzet dan tot nu toe het geval is geweest. Bij de 25442 verkeersongeluk ken, die de Haagse politie vorig jaar ter kennis kwamen, vielen 73 doden te betreuren. In 1963 waren het er 48. Speciale oorza ken voor deze grote stijging, met bijna vijftig procent, kon de poli tie niet aangeven. Bij de ver keersongelukken in 1964 kregen 685 personen ernstig letsel. Dit aantal is in vergelijking met dat van 1963 met 5 gestegen. Dit deelde de hoofdcommissa ris van politie, de heer J. H. A. K. Gualthérie van Weezei giste ren mee in de nieuwjaarsrede, die hij voor het korps uitsprak. De Haagse politie maakte vo rig jaar 75.000 processen-verbaal op. Het aantal politiële trans acties steeg met veertig procent tot ongeveer 45.000 met een to taalbedrag aan boetes van ƒ290.000. Er werden vorig jaar bijna 700 bromfietsen in beslag genomen die de officier van jus titie ter beschikking werden ge steld. De kinderpolitie had in 1964 bemoeiing met bijna 3900 minder jarigen. De onhandelbaarheid van de meisjes was daarbij op vallend, evenals de verontrus tende toeneming van het school verzuim. De jeugdcriminaliteit daalde met plusminus vijf pro cent. 15.000 keer werd e°n misdrijf aangegeven, wat 1000 meer is dan in 1963. Deze stijging is voor namelijk te wijten aan het toe nemen van diefstallen van brom fietsen en fietsen. De 344 gesto len auto's en motoren kwamen op 19 na alle terecht. Vorig jaar werd 67.000 keer assistentie verleend via de alarmcentrale. In 39 gevallen kon onmiddellijk succes worden ge boekt. Hierbij werd in twee ge vallen door snel vervoer naar een ziekenhuis het leven van een kind gered. In het ziekenhuis te Tilburg is maandag de 24-jarige ongehuwde Turkse arbeider P. Rohat overle den aan de verwondingen die hem toegebracht waren tijdens een vechtpartij zaterdagavond op het Nolensplein te Venio. De on enigheid was ontstaan in een ca fé waar enige Venlose jongelui ruzie hadden uitgelokt met drie Turken. Op straat ontstond een vechtpartij tussen de Turken en twintig Nederlandse cafébezoe kers. De Turken sloegen op de vlucht maar werden achtervo'gd en daarbij geslagen met onder meer een autosleutel en een krik. De Venlose politie heeft vijf jongelui in arrest gestold en zet het onderzoek voort. Het Turkse slachtoffer was werkzaam bij een fabriek te Ven io. Op de Oelerweg in Hengelo is maandag de achtjarige Anneke Wessink op een zebrapad aange reden door een rijdende betonmo len en daarbij om het leven ge komen. Volgens de verklaring van de chauffeur van de wagen, de 35-jarige H. A. G., liep het meisje de oversteekplaats op toen hij die tot op enkele meters was genaderd. Hij kon toen niet meer remmen. Het kind was op weg naar school. In het gemeente ziekenhuis te Schiedam heeft de gerechtelijk patholoog anatoom dr J. Zelden rust maandag sectie verricht op het lijkje van een pas geboren meisje. Een dertienjarige jon- gen had zondag in de Polder vaart te Schiedam een bood schappentas gevonden met het lijkje. Hij waarschuwde onmid- dellijk de politie. De baby was met een touw door wurging om het leven gebracht. De sectie wees uit dat de baby pas enkele dagen oud was. De Schiedamse politie kon ver der nog geen mededelingen doen over dit gruwelijke misdrijf. Maandag zijn in Wouw (tus sen Bergen op Zoom en Roosen daal) en Barneveld respectieve lijk een fietser en een auto in botsing gekomen met een trein. In beide gevallen liep het goed af. De botsing in Wouw gebeur de op een door een automatische knipperlichtinstallatie beveilig de overweg. De fietser reed om ongeveer kwart over zeven tegen de stoptrein Vlissingen- Amsterdam. De berijder bleef ongedeerd, zijn fiets werd totaal vernield. In Barneveld botste omstreeks kwart over elf een auto tegen de sneltrein EnschedéDen Haag/Rotterdam op een door automatische halve overwegbo men beveiligde overweg. Ook hier werd niemand gewond. De machinist merkte niets van de aanrijding en reed door; zijn trein werd licht beschadigd. Eén van de afsluitbomen werd ver nield. Gistermiddag werd bij een overweg tussen Geldermalsen en Wadenoyen een afsluitboom vernield nadat er eèn bromfiets tegenop was gebotst. De brom fietser bleef ongedeerd.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1965 | | pagina 3