Geen belastingverlaging vóór 1 januari 1966 A EXTRA „WEGGELD" VOOR AUTOSNELWEGEN BOUWPROGRAMMA VOOR 100.000 WONINGEN UI-VMi 6000 BOUWVAKKERS VRIJ VAN DIENSTPLICHT Pagina 2 DE VRIJE ZEEUW Norm overschreden Wegenfcïids Onderwijs duurder 43 aan salarissen Tariefsverhoging PaT.T. btécriwSfëh tofÉpat&t V&4* JSL 1 m Sociale Zaken De staatsschuld Herstel evenwicht Terughoudend Extra-ruimte Belastingheffing Slotwoord Volkshuisvesting en Bouwnijverheid .'IS ÏU Woensdag 16 september 1964 Tekort van 916 miljoen op Staatsbegroting Met een geraamd tekort van 916 miljoen (1964: ruim 1 miljard) heeft de minister van financiën gisteren de begroting 1965 aange boden. In deze miljardennota (officieel nog miljoenennota) worden de uitgaven geraamd op ruim ƒ14,7 miijard en de middelen op ƒ14 miljard. Additionele posten (voor A.O.W. etc.) leiden tot ver hoging van het geraamde begrotingstekort van ƒ719 naar ƒ916 miljoen. Het tekort op de betalings balans wordt voor 1964 op 1,25 miljard gulden geraamd. Dit noopt overheid en bedrijfsleven naar de mening van minister Witteveen tot grote terughou dendheid. De financieringsbehoefte wordt met inbegrip van het- tekort van het gemeentefonds op rond een miljard gulden geraamd. Uit de vooriftschrijf rekeningen kan daarvoor 800 min gulden wordtSh gevonden. Op de open kapitaal markt zal derhalve 200 miljoen moeten worden geleend. Voor af lossingen op de binnenlandse ge vestigde staatsschuld komt 550 min gulden beschikbaar. Het rijk zal hiermee dus netto besparin gen van de kapitaalmarkt toe voeren. Tot en met 1967'is de structu rele stijgingsnorm voor de rijks uitgaven op 470 min per jaar gesteld. Deze norm werd in het lopende jaar met ƒ134 min over schreden. De nieuwe begroting blijft er- voor 1965 echter met 34 mlr> onder, waardoor deze overschrijding gedeeltelijk wordt ingehaald. De begroting houdt alleen rekening met invoering van de '(nog bij de eerste kamer aan hangige) herzieningswetten voor vermogens- en inkomstenbelas ting per 1 januari 1965 en die voor de loonbelasting, behoudens het verhoogde tarief biizondere beloningen, op 1 juli 1965. Op vervroegde invoering van de voorgestelde algemene belas tingverlaging ad ƒ1 miljard wordt niet gerekend vóór 1 jan- 1966. De financiering van de woning bouw zal plm 1.150 min vergen. Gestreefd wordt naar een soepe ler goedkeuringsbeleid. Voor pro- duktiviteitsbevordering in de bouwsector komt ƒ25 min be schikbaar. Als gevolg van het E.E.G.- landbouwbeleid blijft de raming voor het landbouw-egalisatie- fonds met 150 min achter bij die van 1964. De Uitgaven voor structuurverbetering in de land bouw worden verhoogd. Voor 'le cultuurtechnische dienst komt ƒ58 mlri meer dan in 1964 be schikbaar, waardoor de ramir.g voor de gewone dienst stijgt tot ƒ150 min en voor de buitenge wone dienst tot 75 min. De uitgaven voor verkeer en waterstaat worden voor de ge wone dienst op ƒ635,5 min (vj 520,6) en voor de buitengewo ne dienst op ƒ777 min (vj 658,6) geraamd. Tot en met 1970 moet 800 km snelweg voor 2 miljard worden aangelegd. Daarvoor komt in 1965 190 min beschik baar. In zes jaar zal over ƒ1,4 miljard uit de schatkist kunnen worden beschikt. wordt bijna ƒ3,5 miljard (vj 2,9) op de gewone dienst en bijna ƒ168 min (vj 143,6) op de bui tengewone dienst uitgetrokken. De kleuterscholen zullen 445.000 leerlingen met 13.000 leidsters hebben, de lagere scho len 1.700.000 leerlingen met 56.000 onderwijzers. Het b.l.o. zal 65.000 leerlingen hebben met 4700 leerkrachten. Het aantal leerlingen van middelbare scho len zal oplopen tot 225.000, dat bij het nijverheidsonderwijs tot 515.000. De kweekscholen krijgen plm. 26.000 leerlingen en de in stituten voor middelbare akten 10.000 cursisten. Luister- en kijkgelden zullen in J965 netto 72,3 min opbren gen. Men verwacht een toene- Voor de verdere financiering zal een „wegenfonds" moeten worden ingesteld, gevoed uit extra „weggeld" voor autosnel wegen. Voor invoering van dit „we genfonds" zal een wetsontwerp worden ingediend. Het moet ge middeld per jaar ƒ100 miljoen opbrengen. Over 1965 zal de mo torrijtuigenbelasting plm 250 opbrengen. „Het weggeld, te storten in een nog bij de wet in te stellen rijks wegenfonds, zal in 1965 75 min moeten opbrengen. Met dit fonds wordt beoogd naast de 190 min voor de wegenbouw (1964: ƒ90 min) uit de rijksmiddelen een grotere continuïteit en doelma tigheid in de bouw der snelwegen te brengen". Het kleuteronderwijs wordt durdcr. De maandelijkse bijdrage wordt van een gulden op een rijksdaalder gebracht met hoge re vrijstelling aan de voet. Bij ontwerp van wet zal ver dubbeling van collegegelden tot 400 per jaar worden voorge steld. Voor onderwijs en cultuur ming van 300.000 televisietoestel len in 1965. Van de totale uitgaven gaat 43 percent ofwel 5,25 miljard gul den weg aan salarissen en socia le lasten- Hierbij is de vierde, laatste fase van de gedifferen tieerde salarisverhoging voor ambtenaren inbegrepen. De defensiebegroting gaat 2.596 min vergen inclusief ruim 60 min voor salarissen en 12,3 min voor civiele verdediging. Ra- ming-1964 was 2l330,3 min, doch de werkelijke uitgaver: zullen 2.667 min belopen. De land macht zal in het komende jaar, mede door voortgaande mechani satie, ƒ1.174 min nodig hebben, de luchtmacht 636,9 min en de marine 571,4 min. De kapitaalverstrekking aan P.T.T. is 67 min hoger geraamd dan de 245 min in het lopende jaar, voornamelijk ten behoeve van de telefonie. De regering heeft besloten tot geleidelijke liquidatie van de draadomroep Koslpnjs- verhogende belashngen (omzei-bel.(v ocajnsetc.) Belashngen opinkomen, winsten vermogen 7379 Winsten eta v. bed rijven 115 Opbrengst van rente 24.6 Inkomsten v. Ned.-Duits financ. ver drag 81 -uistergelder kijkeden 121 Domeinen 56 Diversen 692 (io aftr.addpid) Cijfers in miljgenen guldens ^piiiiiyiiig^ Begrotingstekort- 719 miljoen (incl.addihposlen wordt hetle- kort 916rniljoen) I INKOMSTEN KQ26mln. Nation, schuld 1259,6 Wtatersh en verkeer 1412,5 SctZaken \tolksgez 1571 bestlu 613 Justitie Politie 760,5 Landbouw visserij 638 Buiteni. betrekk. 277 Diversen 461 'noottr.adifoih over te gaan, doch overweegt in voering van het centraal anten nesysteem. Op grond van de voor 1965 te verwachten bedrijfsresultaten van P.T.T. zal in 1965 aan een verdere tariefsverhoging niet zijn te ontkomen- Op het punt van de volksge zondheid vermeldt de miljarden nota een uitbreiding met 37 man van de directie volksgezondheid. De geneeskundige inspectie zal er 13 man bij krijgen. Een on derzoek naar de functie van de huisarts wordt ingesteld, even als naar ontwikkelingsvormen van volksgezondheidzorg in de praktijk. Het inentprogramma voor kinderen en kleuters zal worden uitgebreid. Geestelijke volksgezondheid, ziekenhuizen, inspectie voor de hygiëne zullen meer personeel en kosten met zich brengen. De gewone dienst 1965 vergt voor de volksgezond heid ƒ157,6 min (vj 122,1). Voor sociale voorzieningen is 1.408,9 min gevoteerd (vj 1.167,2), waarvan ƒ803 min voor sociale zekerheid. Aan sociale hulp zal 57,9 min (vj 44,4 min) worden uitgegeven; voor maat regelen in het belang van de werkgelegenheid ƒ234,6 min (vj 216,5 min). Justitie en politie vragen voor 1965 ƒ760 min tegen ƒ653,7 min in 1964. De rijkspolitie stijgt van bijna 110 naar bijna 132 min; de gemeentepolitie van 204 naar 241 min. Voor de rechtspraak is 65,9 min (vj 55,4 min) bestemd. Voor het gevangeniswezen enz. is het begrotingsbedrag van 57 min opgelopen tot 69,7 min. En dat van de kinderbescherming van 112,4 min tot 134,6 min. De gewone dienst voor volks huisvesting vergt 303,3 min (vj 266,9 min), de buitengewone dienst ƒ1143,5 min (vj 925 min). Aan huursubsidies is 232,5 ge raamd, aan woningwetvoorschot ten 1143 min. Van genoemde huursubsidies is ƒ142 min be stemd voor wonlngwetbijdragen (vj 140 min) en ƒ86 min voor premie- en bijdrageregelingen partikuliere woningbouw (vj 65 min). Voor woningverbetering enz. is 4,5 min gevoteerd. De huurverhogingen van 1 juli 1964 en de te verwachten verho ging in 1965 oefenen verlagende invloed op de exploitatiebijslagen voor woningwetwoningen. In de periode 30 juni 196330 juni 1964 is de staatsschuld ge stegen met ƒ199 min. De totale staatsschuld bedroeg per ultimo juni 1964 ƒ19.973 min. (19.774 min per ultimo juni 1963). In de voornoemde periode zijn tot een bedrag van ƒ1.449 min nieuwe leningen geplaatst. Hier tegenover staat een verplichte schulddelging tot een bedrag van ƒ497 min en de vervroegde af lossing van het restant van de 3 procent lening 1962'64 ad 305 min. De gevestigde schuld is derhalve met een bedrag van ƒ647 min toegenomen. In een beschouwing van de miljoenennota wijst de minister van financiën oP de voortduren de spanning, die onze economie reeds een aantal jaren kenmerkt. Deze heeft zich ontladen in een ernstige evenwichtsverstoring- De stijging van de nominale in komens en van de prijzen is ver sneld. Gemeten aan de betalingsba lans op lopende rekening liggen de binnenlandse bestedingen drie pereent -boven het peil, dat bij het aanleggen van uitsluitend structurele normen aanvaard baar zou zijn. Deze ontwikkeling heeft er toe geleid, dat herstel van het even wicht als doelstelling voorop staat. Inmiddels is een periode van aanpassing begonnen. De prijs ontwikkeling remt de aanvanke lijke bestedingsvergroting, die uit de loonsverhoging is voortge vloeid, gedeeltelijk af. De beper kingen van de fiscale investe ringsfaciliteiten hebben enige tijd nodig, vóórdat hun invloed op de bestedingen merkbaar wordt. De liquiditeitsverkrapping is duidelijk merkbaar geworden. Deze ontwikkeling heeft span ning op de kapitaalmarkt veroor zaakt. Hierdoor wordt een druk gelegd op het investeringspeil. De minister merkt op, dat het beleid er thans op gericht is de ze corrigerende krachten te laten doorwerken zonder het pijnlijke effect daarvan te verzachten door het toestaan van inflatoire speelruimte. De schorsing van de fiscale investeringsfaciliteiten dient gehandhaafd te blijven. Om nieuwe inflatoire impulsen te voorkomen zal de loonbeweging zoveel mogelijk in overeenstem ming moeten worden gebracht met de produktiviteit. Het beleid ten aanzien van de overheids financiën zal door dezelfde doel stelling herstel van het even wicht worden bepaald. Door dat de hoogte van de uitkeringen van het gemeentefonds evenals in de afgelopen jaren op basis van een structurele stijging van 4 percent wordt vastgesteld, worden de gemeenten tot terug houdendheid gedwongen. De rijksbegroting 1965 voldoet aan de eis, dat de prijsstijging die thans naast de salarisstijging een extra-last vormt binnen het normale accres van 4 per cent voor de netto-uitgaven moet worden opgevangen. Het begrotingsbeeld- is mede bepaald door een aantal maatre gelen van zuiver structurele aard. Aan de uitgavenzijde liggen deze maatregelen in het sociale vlak. Tezamen belasten zij de rijksbe groting netto met ƒ125 min, dit is meer dan een kwart van het in 1965 voor alle uitgaven toe laatbare accrès. Daartegenover staat de voortgang die wordt ge maakt in het EJE.G.-landbouwbe- leid, waardoor de netto-uitgaven van het landbouw-egalisatie- fonds lager kunnen worden ge steld. Om tegenover de druk, die door de prijsstijging op de groei van het bestedingsvolume komt te rusten, enige extra-ruimte te scheppen voor die uitgaven, waaraan een hoge prioriteit wordt toegekend, is het noodza kelijk een aantal retributies en tarieven te verhogen. Een invloed in tegengestelde richting wordt aan de middelen zijde uitgeoefend door de door werking van het progressie-effect in de belastingheffing. In dit verband vestigt de minister er de aandacht op dat de belastingver laging, die dit progressie-effect zal moeten wegnemen, op zich zelf een structurele en geen con juncturele maatregel is. Deze maatregel is geboden door de eisen van een redelijke en ver antwoorde belastingheffing. Dit houdt in, dat verschuivingen in de tijd van deze belastingverla ging slechts binnen zekere gren zen aanvaardbaar zijn. Wanneer bij het bereiken van de tijdslimiet voor de invoering van de belastingverlaging nog een conjuncturele remmende werking nodig zou zijn, zouden daartoe andere maatregelen moe ten worden getroffen. Voor 1965 zal, mede door de werking van het progresstie-effect in de be lastingheffing, de conjuncturele impuls van de begroting zowel nominaal als reëel ten achter blijven bij de groei van het na tionale inkomen. Op deze wijze draagt de begroting het hard bij tot het herstel van het even wicht. De minister besluit zijn be schouwing met te wijzen op de noodzaak dat thans de even wichtsstoornis wordt overwon nen, die zich dit jaar in onze economie heeft ontwikkeld. Dit Is een moeilijke opgave, die gro te terughoudendheid op velerlei gebied zal vergen. Hij spreekt het vertrouwen uit, dat evenals in vorige perioden van overbeste- ding de bereidheid zal bestaan na de verworven belangrijke wel vaartsstijging de pas in te hou den, totdat produktie en beste dingen weer in hetzelfde tempo zijn gebracht. Het gaat er om de hogere wel vaart te consolideren en daardoor de basis te leggen voor een nieu we periode van welvaartsstijging. De aanvaarding van de rijksbe groting 1965 zal hiertoe een be langrijke bijdrage kunnen vor men. Het aantal woningen, dat dit jaar gereed kwam, vertoont een opmerkelijke stijging. Van medio 1963 tot medio 1964 werden 91.568 woningen opgeleverd. Het aantal in de eerste helft van dit jaar gereedgekomen woningen lag niet alleen 12.000 boven het cijfer van de daarmee overeenkomende periode van 1963, maar was ook ruim 4.000 hoger dan het gemiddelde van de jaren 19581962. Het systeem van rijksgoedkeu ringen zal in 1965 worden ge handhaafd. Overwogen wordt' of het mogelijk is voor de catego rieën kerkelijke gebouwen en kassenbouw de rijksgoedkeuring Deze cijfers worden vermeld in de memorie van toeliohting op de begroting 1965 van het depar tement van volkshuisvesting en bouwnijverheid. Het moet tech nisch mogelijk zijn in het lopende kalenderjaar meer dan 95.000 woningen af te leveren, aldus de memorie. Het aantal industriële en sys teemwoningen in uitvoering is eveneens toegenomen, n.l. van 20.467 per 1 juli van dit jaar tegenover 17030 een jaar geleden. Dit jaar wordt een produktie van rond 8500 industriële woningen verwacht, volgend jaar zullen naar verwachting ongeveer 13.000 woningen op deze wijze worden gebauwd. VEKLETSBESTEIJDIN G. Be verletbestrqding zal ook in het komende seizoen worden ge stimuleerd. In de jaren 1964 tot en met 1966 zullen tenminste 6.000 werknemers in de woning bouw vrijstelling verkrijgen van militaire dienst. Minister Bogaers stelt nadruk kelijk, dat het z.i. een misver stand is te menen, dat de sterke stijging van de bouwkosten ook de laatste tijd nog onverminderd zou voortgaan. De ontwikkeling van de bouwkosten blijft zijn bij zondere aandacht hebben. Mee gedeeld wordt dat voor een twintigtal saneringsprojecten ver moedelijk vóór einde van dit jaar WIJ BOUWDEN WONINGEN jaarlijks aantal vol looide woningen in Nederland 55 50- 45 40-| 35 30 25 20 15 -j 10 5- 0 1000 w.v.particuliere woningbouw 1952 1957 1963 een overheidsbijdrage zal worden toegezegd, waarmee een bedrag van ongeveer 20 miljoen zal zijn gemoeid. Voorrang zal wor den gegeven aan plannen, waar bij de eisen tot verbetering van de volkshuisvesting als gevolg van verkrotting en andere ontoe laatbare woontoestanden op de voorgrond staan. PROGRAMMA. In het bouwprogramma 1965 wordt uitgegaan van een totale produktie in de bouwnijverheid van ƒ6.150 miljoen. In de ge bouwensector zal 4.750 miljoen kunnen worden verwerkt. Voor weg- en waterbouwkundige wer ken is 1.400 miljoen in het pro gramma opgenomen. De verdeling van de produktie capaciteit is als volgt: (1ste cij fer bouwprogramma 1964 2de cijfer bouwprogramma 1965; 3de cijfer produktie 1963. Al les in miljoenen guldens.) Herstel en verbouw: 150; 190; 186. Woningen 1.825;2.515;1.625. Boerderijen: 55; 90; 73. Overige agrarische gebouwen50; 80; 67. Nijverheidsgebouwen: 570; 740 530. Gebouwen voor handel en verkeer: 290; 390 277. Ge- hygiëne: 140; 195; 141. Kerken: 35; 40; 35. Scholen: 300 345; 278. bouwen voor gezondheidszorg en Overige bijzondere gebouwen: 60; 70; 52. Overheidsgebouwen: 75; 95; 773. Totaal gebouwensectoren: 3.550; 4.750 3.337. Geraamde produktiecapaciteit voor weg- en waterbouwkundige werken: 1.150; 1.40; 1.291. Totaal: 4.700; 6.150; 4.628. WONINGBOUW. Het woningbouwprogramma voor 1965 zal gericht zijn op het in aanbouw nemen van mini maal 95.000 woningen en van maximaal 100.000 woningen, ex clusief de z.g. vrije-tijdswoningen (rond 2.500). De verdeling van deze 95.000 woningen is als volgt: 45.000 wo ningwetwoningen, 25.000 premie woningen en 25.000 ongesubsi dieerde woningen. Het ligt in het voornemen de gemeenten enige vrijheid te ge ven om een nader te bepalen deel van het bouwcontingent niet in de primair aangewezen sector, maar in een andere sector te realiseren. Het totale bouwprogramma omvat een produktie van ƒ4.750 miljoen, waarvan 53 procent is 1 gereserveerd voor de woning- j bouw en de rest (47 procent) I voor de andere bouwwerken. Dit betekent, dat ook de „overige bouw" in 1965 enige expansie zal krijgen. VK3NINGBOUWPROSRAMMA6I-65* 'gg Woningwetbouv/te^-^j-- llllllll Premiebouw etc. (afhankelg'k'v.d.situaWe eind 1964 istiet Hï mogelijk aai het totaal aantal woningen zal worden verhoogd tot 100.000 w.V.dOh, vooPdewoninaweFbouw50.000) geheel of gedeeltelijk te laten vervallen. Een nieuwe methode van toewijzing voor de industriële woningbouw, waarbij belangrijk meer ruimte wordt gelaten voor initiatief van gemeenten en an dere opdrachtgevers, wordt over wogen. BEJAARDEN, Maatregelen zjjn in voorberei ding om ook in de woningwet sector de mogelijkheid te openen voor bouw van woningen van een betere kwaliteit, bestemd voor do „voorhoede" uit de arbeidersbe volking en voor een deel van de middengroepen. In de memorie van toelichting wordt meegedeeld dat nagegaan zal worden, welke verdergaande steun nodig is om specifieke huisvestingnormen voor bejaar den meer binnen het bereik van financieel minder draagkrachti- gen te brengen. Door oprichting van nieuwe en uitbreiding van bestaande be jaardentehuizen in de gesubsi dieerde sector zullen ruim 9.000 bedden aan het totaal kunnen worden toegevoegd.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1964 | | pagina 2