Jong leven tiert welig in het
Braakmangebied
i
I
MORGHAN DE MAGIËR
I
I
I
I
WAARSCHONENDE STEM VAN
PROFESSOR PEN
I
I
I
I
geurige Kentucky tabak en niets dan datl
zoveel mêèr aroma, zoveel béter gemélangeerd
een wereld van rookgenot kreeg, met het stempel
van „De Weduweeen wereldreputatie.
y
y
y
1
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
y
Gedateerde belastingverlaging'
past niet in het beleid
y
1
y
snow 91
TOELATINGSBELEID
VOOR
VLUCHTELINGEN
Sedert 1 januari 1957 hebben
2124 vluchtelingen om toelating
in ons land verzocht. Van hen
werden er 1902 inderdaad toege
laten. De minister van justitie,
mr. Y, Schol ten, gaf deze cijfers
tijdens het mondeling overleg
over de vreemdelingenwet met
de vaste commissie voor justitie
uit de Tweede Kamer, dat op
6 mei van dit jaar werd gehou
den. Door de commissie is hier
over inmiddels verslag, tevens
eindverslag over het wetsont
werp, uitgebracht.
Van deze vluchtelingen kwa
men de meesten in 1957, in dat
jaar waren er 1474 aanvragen
voor toelating, waarvan er 1415
werden ingewilligd. Onder de
sinds 1 januari 1957 toegelatenen
bevinden zich in de eerste plaats
Hongaren, nl. 1278, verder Joe-
goslaven, Polen, Roemenen, Rus
sen en anderen.
De vluchtelingen worden on
derscheiden in 1. verdragsvluch
telingen, die rechtstreeks af
komstig zijn uit het vluchtland.
Zij kunnen als gevolg van ver
dragsverplichtingen niet naar
dat land worden teruggezonden.
2, Verdragsvluchtelingen, die
eerst elders onderdak hebben ge
vonden. 3. Beweerdelijke vluch
telingen, die bij nader onderzoek
geen vluchteling blijken te zijn.
4. Personen die niet onder het
vluchtelingenverdrag vallen.
In het vluchtelingenverdrag
wordt gesproken over personen,
die om verschillende redenen
vrees koesteren voor vervolging
op grond van gebeurtenissen, die
voor 1 januari 1951 plaats von
den. Hongaarse vluchtelingen,
zo verklaarde de minister des
gevraagd, worden geacht ver
dragsvluchteling te zijn omdat
de opstand van 1956 voortvloei
de uitgebeurtenissen van voor
1951. Deze opvatting wordt nog
steeds gevolgd met betrekking tot
vluchtelingen uit landen achter
het ijzeren gordijn. Ook van de
beweerdelijke vluchtelingen is,
althans van degenen onder hen,
die als bonafide konden worden
aangemerkt een belangrijk deel
toegelaten.
De bewindsman vestigde er de
aandacht op, dat ons'land welis
waar bepaalde vluchtelingen niet
naar het vluchtland terugzendt,
doch dat geenszins een ver
plichting bestaat vluchtelingen
op te nemen. Het vluchtelingen
beleid wordt dan ook vrijwel
uitsluitend door humanitaire
overwegingen bepaald.
GEEN RECLAME
MAKEN VOOR
ONTWERPEN VAN
BOGAERSWONINGEN
De duidelijke beperkingen, die
zijn aangelegd voor de bouw van
de zgn. bogaerswoningen, belet
ten een grote uitbreiding van
deze bouw. Die grote uitbreiding
zou het oogmerk van reclame
maken moeten zijn. Het mapje
met ontwerpen voor bogaerswo
ningen komt tegemoet aan het
verlangen van gemeenten, aan
nemers en aspirant-opdracht
gevers om kennis te kunnen ne
men van wat zich met betrek
king tot deze woningen in de
praktijk aan het ontwikkelen is.
Dit antwoord geeft de minis
ter van volkshuisvesting en
bouwnijverheid, drs P. C. W. M.
Bogaers op vragen van het Twee
de Kamerlid de heer J. Bommer
(P.v.d.A.)
Het mapje ontwerpen kan
tfegen betaling, voorzover de be
perkte oplaag het toelaat, wor
den aangeschaft. De ontwerpen
zijn eigendom van de ontwer
pers. Daarom werd-vermeld, dat
men zich over de -voorwaarden
voor het gebrui'.t rechtstreeks
met de ontwerpers dient te var-
staan.
74. Terwijl Aram zich afvroeg
wat dit gebaar van Gahmoir te
betekenen Jiad, was Silvia- niet
minder verbaasd toen Doctor
Ambrosius woedend de kamer
van de zieke binnenkwam.
„Halt!" schreeuwde de goede
doctor met donderende stem.
„Geen onbezonnen stappen! Geen
beven van het hart noch beslui
teloosheid! Luister naar een kun
dig esculaap, alvorens een be
sluit te nemen dat ge binnenkort
zult betreuren!"
„Ik begrijp U niet helemaal,
m'n goede doctor!" zei Silvia
koel en deed enkele stappen in
zijn richting. Ik was me er niet
van bewust m'n zelfbeheersing
verloren te hebben!"
„Gij hebt erin toegestemd die
galgebrok Morghan genaamd te
huwen, teneinde het leven van
uw vader te redden!" riep de
geleerde uit en hief z'n armen
ten hemel, alsof hij een grote
massa moest overtuigen van de
belangrijkheid zijner woorden.
„Ik wil er op dit moment niet
over spreken, dat deze wanhoops
daad een bewijs van groot wan
trouwen is aan mijn eigen medi
sche talenten die boven alle lof
verheven zijn!" Hij schreeuwde
hoe langer hoe harder en sloeg
met zijn stok op de grond. „Uit
naam van Aram ben ik hierheen
gekomen om U te zeggen dat uw
offer waarschijnlijk nutteloos zal
zijn."
„Volgens Aram wat bedoelt
ge?" vroeg het meisje met zach
te stem.
„Aram is van mening dat ge
het slachtoffer geworden bent
van een duivelse samenzwering!"
brulde Ambrosius buiten zich
zelf. „Hij gelooft dat hij deze
zaak geheel door heeft en voor
dat hij het huis verliet, verzocht
hij U te waarschuwenom niet
te trouwen met Morghan alvo
rens hij terug was!"
„Ah daarom verliet Aram
dus het huis!" mompelde het
meisje nadenkend.
„Ik zag hem weggaan! Morgan
heeft hem ook gezien! En
„en wat?", riep de doctor die een
vaag vermoeden kreeg.
„En Morghan is onmiddellijk
vertrokken!" eindigde zei zacht
jes en een trek van wanhoop
verscheen op haar fijne gezicht
je. Maar Ambrosius schonk er
geen aandacht aan.
„Direct na hem vertrokken?"
brulde de geleerde woedend.
„Dat ziet er verdacht uit, dat is
zo zeker als de warme wind
koorts veroorzaakt. Ik ga er van
door! Ik moet Aram waarschu
wen! De plaats van een genees
heer is altijd daar, waar het ge
vaar het grootst is!" En met op
gestoken snor verliet onze goede
doctor de kamer op dezelfde wij
ze als hij binnengekomen was.
TWINTIG SCHOLIEREN OP EXCURSIE
Onder leiding van de jachtopziener voor het Braakmangebied, de
heer C. Riemslag, hebben een twintigtal leerlingen van scholen te Ter-
neuzen en Sluiskil, leden van de Terneuzense jeugdnatuurwacht, een
excursie gemaakt naar het Braakmangebied. Zij waren vergezeld van
twee onderwijzers en het bestuur van de jeugdnatuurwacht.
Gedurende een gehele voormiddag hebben zij met eigen ogen enkele
van de vele wonderen van d$ natuur kunnen bekijken; wonderen waar
aan zovelen achteloos voorbij gaan.
GROOT ALARM
De meeste gebieden zijn in het voorjaar
streng gesloten terrein, omdat de Vogels rus
tig moeten kunnen broeden en hun jongen
grootbrengen. Voor een enkele keer, wan
neer men zich rustig houdt en onder des
kundige leiding, kan men deze gebieden wel
eens bezoeken. Dan blijkt voor de geïnteres
seerde bezoeker hoe ongelooflijk mooi het
leven van plant en dier is.
De natuurreservaten zijn momenteel enor
me kraamkamers waar de babyvogels wor
den verzorgd. Als men het broedgebied be
treedt, wordt door meeuwen, scholeksters,
tureluurs, kieviten en kluten groot alarm
geslagen. Men komt in de buurt van de vele
nesten met drie, vier donker-gevlekte eieren
of de ontroerend-hulpeloze jongen en de
ouden vliegen onophoudelijk krijsend er bo
ven, een witte wolk van vogels waarvan er
voortdurend een paar in duikvlucht over het
hoofd van de indringer vliegen.
AANDACHT
Met gespannen aandacht lopen de jeugd
natuurwachters door het gebied op zoek naar
nesten. Zij hebben de raad gekregen nauw
keurig uit te kijken omdat men op een nest
trapt vóór men het weet. Een paar kinderen
schrikken geweldig als vlak naast hen een
wilde eend opvliegt. Negen warme eende
eieren liggen er in. Een meisje vindt het nest
van een kapmeeuw met een pasgeboren jong.
De donsveren zijn nog nat. Er liggen nog
twee donker-gevlekte eieren in. In het ene
zit al een klein gaatje en men hoort het tik
ken van de snavel aan de binnenkant. Dit is
het kritieke ogenblik voor de jonge vogel, als
hij kracht genoeg heeft om alleen uit het ei
te komen.
Op een paaltje zit een tureluur zenuwach
tig met de kop te knikken. Een tweede vliegt
schei-roepend rond en even later loopt een
jong met gestrekte pas door het gras. Als de
bezoekers weg zijn, is het luchtalarm voorbij.
Een lange, vermoeiende wandeling begint
door een aanplant. De vlier vormt een witte
muur en riekt zwaar in de warme lentemor
gen. Jachtopziener Riemslag toont allerlei
planten, kevers en kleine veelkleurige vlin
ders. Een wezeltje schiet pijlsnel de zand
weg over en verdwijnt tussen het lange gras.
Een eind verder ligt een dood konijntje en
boven de donkere bossen aan de overkant
vliegen twee blauwe reigers met trage vleu
gelslag. Zij strijken een eind verder aan de
waterrand neer en gaan ureniang naar hun
spiegelbeeld in het rimpeloze wafer staan
kijken. Met schelle kreten vliegen 'een* paar
scholeksters over. Hun witte vleugels blin
ken transparant in de zon. Eén scholekster
scharrelt maar wat rond en vliegt nauwelijks
op als de bezoekers in zijn gebied komen.
Maar hij houdt zijn nest, wat takjes slordig
bij elkaar gelegd in een kuiltje op de kale
zandvlakte, scherp in het oog. Hij maakt
weinig lawaai als er indringers in zijn ge
bied komen. Net doen of hij er maar toeval
lig zit lijkt hem de beste afleidingsmanoeu
vre.
Tussen de dichte takken zit het nest van
de houtduif met twee eieren. Een eindje
verder het nest van een merel. Een jong zit
op de grond en verweert zich angstig als hij
opgepakt en weer in het nest gezet wordt.
Straks zal hij het toch weer opnieuw pro
beren. Vier jonge lijsters heffen hun kopje
op en tonen hun wijd-opengesperde geel-
oranje bekjes als iemand nog maar even het
nest aaflraakt.
GOUD
Plotseling vraagt de heer Riemslag aan
dachtige stilte voor de roep van de wiele
waal. Hij imiteert de roep en krijgt telkens
antwoord. Even later schiet een bonk schit
terend goud door de bomen. De wielewaal
is een prachtige schuwe vogel. De mooiste
misschien, die in het Braakmangebied met
zijn stukjes natuur in nog ongerepte staat
te vinden is,
Dit melodieuse slotakkoord klinkt als de
excursie ten einde is.
De voorzitter van de jeugdnatuurwacht
spreekt hartelijke woorden van dank tot de
jachtopziener. Het gezelschap gaat weer naar
huis. In de verte, ergens op een weidepaal,
roept de koekoek zijn blijdschap uit over
deze lentedag.
y
V
t
y
I
y
y
y
y
y
Onder het opschrift „Zal de
S.E.R. standhouden?" bespreekt
prof. dr. J. Pen uit Groningen in
„Economisch-Statistisehe Berich
ten" van deze week „het pakket
van maatregelen, dat de regering
op 1 juni om bericht en raad aan
de S.E.R. heeft gestuurd" en dat
volgens de schrijver in politiek
opzicht verleidelijk in elkaar zit.
Op de meest dringende knel
punten in ons sociale bestel
wordt soelaas geboden: de be
jaarden en de weduwen zien hun
inkomens met een forse ruk ver
hoogd tot om 'en nabij het so
ciale minimum; de franchise van
de loon- en inkomstenbelasting
wordt verruimd en de pijnlijke
progressie verzacht. Voor de
huiseigenaren is er weer een
huurverhoging. De lastenver
zwaring van de A.O.W. en A.W.
W. wordt op een ingewikkelde
manier verdeeld: een stukje
wordt gecompenseerd door een
premieverlaging bij invaliditeits
wet en werkloosheidswet, één
procent komt ten laste van het
reële, loon en één procent is voor
de werkgevers. Niemand kan
zich beklagen, behalve misschien
de arbeiders, want loonpolitiek
vinden zij de hond in de pot.
Maar dat ligt voor de hand na
de ronde van 15 pet. De arbei
ders profiteren trouwens van de
belastingverlaging.
Doch het loutere feit, dat dit
programma er zo aantrekkelijk
uitziet, moet de econoom arg
wanend stemmen. De situatie
vraagt namelijk niet om prettige
maatregelen, maar om een in-
flatiebestrijding.
SLAAPLIED
Het is te hopen, dat de S.E.R.
de inflatoire betekenis doorziet
van dit samenstel van maatrege
len en dat hij, hoewel de advies
aanvrage zijn aandacht probeert
te leiden naar de loonpolitiek als
het enige overblijvende instru
ment, zal opmerken dat vooral
de gedateerde belastingverlaging
niet past in het thans vereiste
beleid.
Als de raad wil, kan hij zich
gemakkelijk in slaap laten wie
gen door sussende argumenten
zoals: het is zo erg niet, want
het gaat slechts om 1 pet van
het nationaal inkomen; de an
dere landen infleren immers ook.
Misschien komt er intussen wel
enige ontspanning etc. Hij zal
dat slaaplied zeker zingen als hij
zijn advies door de pressiegroe
pen zal laten overheersen. Dan
raakt de S.E.R. echter precies in
dezelfde positie als de regering.
Maar' nodig is zulks niet. De
S.E.R. heeft in zijn midden des
kundigen die niet uit Eindhoven
of elders kunnen worden her
innerd aan hun politieke instruc
tie. Als zij willen kunnen zij
standhouden te midden van de
inflatoire golven. Het advies
vóór augustus wordt het inge
wacht zal een toetssteen zijn
voor deze standvastigheid, aldus
prof. Pen.
i
1
y
y
I
y
y
V
I
I
(Adv.)
Zaterdagavond rond 11 uur heeft
een windhoos in twee minuten
tijd grote schade aangericht aan
drie badcentra op Texel. Aan het
Hoornder strand, het centrum
bij paal 12 en het Wester slag
werden tientallen badhokjes, die
een 700 gulden per stuk kosten,
finaal uit elkaar geslagen.
De foto geeft een beeld van
de schade, welke door de ver
zekering wordt gedekt.
Windhoos richt schade
aan op Texel