Zomerschoenen
JAN RIEMENS
JONG ALS DE LENTE
ALS DE ZOMER
GEZELLIGE SLIPPERS
R0BISTE RAVOT SANDALEN
een gewoon
spaarboekje
is aantrekkelijker
GROTE
CAMERA
INRUIL-AKTIE
De KODAK INSTAMATIC CAMERA
Zaterdag 23 mei 1964
DE VRIJE ZEEUW
Pagina 11
b. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het aahgaan van een vaste geldlening van
211.0ÖD,
NIEUWE
KUNSTMESTFABRIEK
voor DAÜV3ES, HEREN en
KiNDEREN voor uit en thuis
De schoenenzaak die 11 't meest benadert
ANTIQUAIR
waarvan het gehete ingelegde
bedrag, zonder opzegtermijn
kan worden opgenomen
Tot 6 juni
vanaf31,—
FOTO- KIN O- KUNSTHANDEL
ternEuzen
eigenlijk nooit helemaal rijp geworden. Wij kunnen
eigenlijk zeggen ik meen dat de Voorzitter het
met mij eens is dat de motivering die door be
langhebbenden naar voren is gebracht in dit stadium,
naar onze mening niet veel meer terzake doet. Ik
geloof niet dat wij moeten spreken van: consumen
tenbelang, 'het belang van een ondernemer en per
soneelsbelang. Ik zou het anders willen zien. Wij
hebben in de laatste jaren geregeld gesproken van
de groei van onze gemeente. Een groei die, uit het
oogpunt van industrialisatie door de Overheid,, ge
stimuleerd, aardig op weg is geholpen. Wij zijn het
er wel over eens dat dit de goede richting is inge
gaan en dat wij op weg zijn om een grotere ge
meente te worden. Dat groeiproces brengt natuurlijk
spanningen en moeilijkheden met zich mee. Wij
hebben al heel veel gesproken over de begeleidende
factoren die hier tot leven moeten worden gewekt
en moeten worden geaktiveerd. Het is zo, dat de
groei van een kleinere plaats naar één die bruist
van leven en de constante groei meebeleeft en mede
leeft, dat deze niet alleen de injecties vanuit Den
Haag en vreemde industrieën nodig heeft maar dat
in deze ook een verhoogde activiteit en meerdere
terwijl dit soms hier en daar naar onze mening
initiatieven uit de bevolking van groot belang zijn
afwezig of te klein is. Ik denk hier met name, ik
durf het hier aan de aanwezige geinteresseerden
wel te zeggen, ook aan onze horecabedrijven, onze
V.V.V., onze winkelbedrijven. Ook hier valt nog
het nodige aan goed te maken. De meerderheid van
ons college ziet in deze zaak een injectie die kan
dienen tot verhoging van de activiteit, als een sti-
mulans, waarvan men niet kan eisen dat die zo
overwogen is dat men van te voren weet of het
effect zal hebben. Dit zien wij als een injectie voor
onze middenstand, die prikkelt tot verhoogde aktivi-
teit. Of het succes zal hebben durven wij U niet
te verzekeren. Dat zal afhangen van de midden
stand zelf en de bevolking en hoe het geheel aan
slaat. Wij kunnen toch nog na één of anderhalf
jaar de klok terugdraaien. Bij het horen van de
sprekers heb ik bemerkt dat degenen, die als voor
standers getekend hadden op de lijst, voornamelijk
mensen waren van de Noordstraat en omgeving.
Het zal U duidelijk zijn dat bij een koopavond
voornamelijk de Noordstraat en de naast gelegen
straten daarvan voordeel hebben. Buiten de brug
gen zie ik er ook niet veel heil in. Misschien wel na
één of twee jaar. Ik geloof dat wij het zó moeten
stellen, wat hier voorgesteld wordt is geen belang
van deze of gene, het is een belang van onze plaats
als groeiende gemeente en daar wil ik het eigenlijk
over hebben. In de grote steden bestaan geen koop
avonden, zult U zeggen. Dat is mogelijk. Als Terneu-
zen zodanig groeit en als blijkt dat de koopavond
geen- nut heeft, dan verdwijnt deze en dan Sterft
dat vanzelf af. Maar ik geloof dat wij die injeétie
voor de middenstand niet mogen achterhouden döor
overwegingen die mijns inziens niet zwaar wegen.
U bracht het belang van het personeel naar voren.
Het personeel dat in deze zaken aanwezig is zal
heus wel een behoorlijke compensatie bedingen of
krijgen, want geen enkele winkelier zal zich kunnen
permitteren om het personeel te vragen een paar
uur langer te blijven voor een kleinigheid. Dit zal
behoorlijk gehonoreerd moeten worden. Degenen die
dat niet kunnen moeten er vanzelf mee op houden.
Indien de koopavond Uw goedkeuring krijgt ik
blijf toch nog optimistisch dan kan worden af
gewacht of dit succes heeft. Ik meen dat deze sti
mulans, die mogelijke Stimulerende werking, niet de
pas mag worden afgesneden.
De heer De Vos: Mijnheer de Voorzitter, het is
wel niet zo erg noodzakelijk dat ik er nog iets over
zeg maar ik wil mijn stem toch motiveren.
Ik wil bij voorbaat stellen dat ik aan de midden
stand van Terneuzen geen enkel verwijt Wil maken.
Er zijn enkele opmerkingen gemaakt die op zich
zelf wel een kern van waarheid bevatten, maar het
is niet direkt aan mij daarop in te gaan. -Het gaat
er bij mij om of het werkelijk zo is dat er èn bij
de consumenten èn bij de meerderheid van de Win
keliers zo'n grote behoefte bestaat om een deel van
hun vrije tijd te gaan opofferen.
De heer Van Langevelde noemde een aantal cijfers
en het is ook mij opgevallen dat bij de enquete
'óp het formulier dat wij het laatst hebben ge
kregen alleen winkeliers uit het centrum zijn ver
meld. Er zijn vroeger echter, andere entjüetes ge
weest ook buiten het centrum. Laten wij dit niet
uit het oog verliezen. Alleen was het toen in een
tijd dat er nog geen vrije zaterdag was. Het gaat
er om dat men de consumenten in de gelegenheid
wil stellen om eventueel samen inkopen te doen.
Dat samen inkopen doen, behoeft alleen maar bij
die grotere stukken die men als regel samen pleegt
te kopeh. Wanneer het mogelijk was geweest alleen
maar een koopavond voor die grotere stukken in te
stellen was het mogelijk geweest dat er een één
stemmig voorstel zou zijn gekomen van het college
van Burgemeester en Wethouders. Wij hebben daar
toe in het begin een -bepaalde conceptie gemaakt.
Toen wij eens gingen kijken wat onder duurzame
stukken viel bleek, dat er heel weinig winkels ge
sloten zouden zijn. Toen heb ik mij niet meer ge
rechtigd gevoeld öm aan een éénstemmig voorstel
mede te werken. Ik voor mijzelf zie geen enkel nut
in een koopavond. Er is voor eenieder volop ge
legenheid om in de vrije tijd, eventueel op zaterdag
voor- eh -namiddag, de noodzakelijke inkopen te
doen. Een van de argumenten is dat de consumenten
uit de gemeente Terneuzen naar andere gemeenten
gaan kopen, dat doen ze beslist niet alleen op
vrijdagavond. Dat gebeurt ook op zaterdag.
Daar staat tegenover dat uit andere gemeenten
mensen naar Terneuzen komen kopen en dat zal
altijd wel zo blijven. Ik stel mij voor dat er andere
middelen zijn om de mensen in de gemeente te
houden.
Ik kan mij voorstellen dat in de zomer de ge
meente nog kan worden verlevendigd door een koop
avond, maar zeker niet in de Winter. BOVénüién is
in de Winkelsluitingswet bepaald dat er 21 dagen
mogen worden aangewezen, waarop de sluitingstijd
later kan worden gesteld. Wanneer men aanvoert
dat men de mensen dit niet mag beletten en men
aan hen zoveel mogelijk ondernemingsvrijheid moet
geVSn, dan zóu ik Willen opmerken dat dit niet aan
de orde is wartt in de wet zelf is bepaald dat de
winkels na 6 uur gesloten moeten zijn. Wij kunnen
daarvan ontheffing verlenen. Dat heeft de vraag in
principe al beantwoord en daardoor is het wel
degelijk geoorloofd, evengoed als men hiertegen ja
kan zeggen om er ook nee tegen te zeggen, als men
het nut er niet Van-inziet.
Ik wil éven in de gesöhiedenis teruggaan, bijvoor
beeld tot -vlak vóór de oorlog. Ik herinner mij best,
dat er toen nog een Winkëlsluitingstijd was van
8 uur S avonds en toen hébben de winkeliers van
Terneuzen een verzoek ingediend om te mogen
slUitBh om 7 uur en ifat verzoek werd door 75
van alle winkeliers getekend. Toen heeft de ge
meenteraad dat geweigerd. Een lid merkte toen op:
men moét de mensen vrijlaten en niet de kans
ontnemen iets te verdienen, daarbij natuurlijk ook
vólkomen over het hoofd ziende dat men een gulden,
nu eenmaal maar één keer kan uitgeven.
Er kan iets zitten in het argument van spreiding
vanwege de drukte op zaterdag. Na de oorlog werd
de winkelsluitingstijd plotseling gesteld op 6 uur.
Niemand had bezwaar. Iedereen was blij vroeger
'vrij te zijn en daarom begrijp ik niét goed dat een
gedeelte van de winkeliers sommigen hebben zich
Wellicht uit'een oogpunt Van collegialiteit niet willen
verzetten zo gemakkelijk bereid zijn deze ver
worvenheid weer prijs te géven. Ik heb mij niet
in de eerste plaats laten leiden door de belangen
van hét personeel. Ik geef toe döt dit bijzonder
zwaar moet wegen omdat -vele jeugdige personen in
de winkels staan en wanneer die verplicHt worden
op vrijdagavond ook in de Winkel -te staan en 's za
terdags ook de hele dag, dan geloof ik dat dit sociaal
toeh wel bedenkingen ontmoet. Ik -geloof dat het
ook uit het oogpunt van personeelsvoorziening ver
standig is om dit niet te doen. Op het moment zijn
'er velerlei mogelijkheden om te gaan werken. Men
is bepaald niet meer verplicht om in een winkel te
gaan staan, doch ouderen schakelen niet zo gemak
kelijk over en dat moet men niet vergeten.
Voorts is er nog aangevoerd dat men niet ge
dwongen wordt open te blijven. Dit is echter maar
schijn. Men wordt natuurlijk niet gedwongen open
te zijn, men krijgt alleen maar toestemming. Als
de concurrent acHter open is kan men moetij lk
sluiten, dus is men in wezen wel gedwongen open
te zijn. Men Vroeg ook nog, hoe moet hét met Sluis
kil. Tot mijn verbazing heb ik eerder gemerkt dat
er zélfs nog raadsleden Zijn die tot'Voor kort niet
wisten dat er in Sluiskil een koopavond is. Als zelfs
de raadsleden het niet wéten dan ziet U al van hoe
groot belang de koopavond is. Destijds is dit toe
gestaan toen er nog geen vrije zaterdag was inge
voerd. Concluderend, mijnheer de Voorzitter, kan
worden gesteld, dat er eigenlijk van een dienstver
lening aan de middenstand door het instellen van
een koopavond beslist geen sprake is. Dit is een stap
achteruit. In geen enkele grotere plaats is er éen
koopavond. Ik geloof oók niet dat men nu bij elke
gelegenheid, bij elke kleinigheid, de industrialisatie
moet gaan te voorschijn roepen om dergelijke din
gen er door te krijgen. Hiermede móeten wij onze
gemeente vooruit helpen en niet achteruit.
De opmerking is gemaakt dat men het allicht eens
kan proberen en dat dan de koopavond vanzelf
weer verdwijnt. Daar geloof ik niet in. Dergelijke
ZBken hebben een taai leven. Ik meen dat wij niet
moeten overgaan tot het instellen van deze koop
avond en ik ZB1 daaraan niet mijn medewerking
verlenen.
De Voorzitter: Ik meen dat wel ongeveer duidelijk
is hoe men hierover denkt. \Vil iemand nog in tweede
termijn het woord?
De heer Van Langevelde: Hier wordt de midden
stand nogal sterk naar voren gesehoven. Daar ben ik
zeker voorstander van. Ik zie hier echter geen voor
deel in voor de middenstanders. Ik heb hier altijd
gepleit voor de ontwikkeling van Terneuzen, voor
de wöttin'gbóUw eh voor de industriële Ontwikkeling.
Wij zijn er allen voor en als er voor de midden
standers iets gedaan kan worden dan zal het ook ge
beuren. Ik ben er echter niet van overtuigd dat het
instellen van eên koopavond doelmatig is. Men legt
zich moeilijkheden op die niet nodig zijn.
Er moet niet gedacht worden dat, Wanneer men
in dit geval tegen stemt, men dan tegen de midden
standers is.
De heer Waverijn: Mijnheer de Voorzitter, moge
lijk heeft hét op mij -geslagen toen de heer De Vos
zei dat er leden zijn die nog niet weten dat er in
■Sluiskil-een koopavond is.'Wanneer ik het niet had
geweten dan zou ik het toch uit de stukken hebben
kunnen lezen. Ik maak U er even op attent, want
daar zöüüën wél eens consequenties uit voort kun
nen komen.
De heer Brakman: Dat sloeg op mij. Ik heb in
Sluiskil op vrijdagavond eens een eindje gewandeld
en toen bleek dat in ruim de hélft van de winkels
geen lieht meer te zien was. Bovendien bleek dat
zeker de helft van de winkeliers zelf ook niet op
de hoogte waren van deze koopavond.
De heer Ollebek: Bij de stemming zal blijken dat
ikzelf in de minderheid ben -Van onze fractie, dat
komt overigens wel meer Voör. In eerste instantie
was ik van gedachte dat wanneer de mensen nu zelf
een koopavond' willen, laten we hét dan toestaan.
Ik heb mijn oor echter te luisteren gelegd en ver
schillende mensen zeiden „mijn collega's staan er
ook op. Waarom zou ik tegenstemmen". Op deze
manier zou er toch niet veel van terecht komen.
Daarvan uitgaande heb ik gedacht, laten Wij deze
mensen geen koopavond toestaan, dat is beter. rIk
meen dat ik er goed aan doe mijn stem te moti
veren.
De Voorzitter: Ik zou graag ter sluiting van de
discussie uit bestuurlijke overwegingen de vraag
aan U willen voorleggen of, wanneer U in meerder
heid mocht besluiten geen koopaVönd toe te staan,
het dan op bestuurlijke grónden gewénst kan zijn
die van Sluiskil in te trekken. Een tweede vraag,
vooral wanneer het personeelsaspect ter sprake
komt is, of wij ook de gemeenteraad 's middags
moeten laten vergaderen.
De heer Weterings: Ik moet nu ook formeel zijn.
De koopavond van Sluiskil is hier niét aan de orde
en dan kan daarover toch geen besluit genomen
worden.
De Voorzitter: U moet vanavond niet beslissen.
U kunt het eens óverwegen Voör de toekomst.
De heer Huijbrecht: Ik wou nog even ingaan op
het tijdstip van de raadsvergaderingen. Ik geloof
dat niemand Van de raadsleden er bezwaar tegen
zal hebben dat het personeel dat een vergadering
moet bijwonen dit in vrije tijd vergoed krijgt.
Het meerderheidsvoo'rstel van Burgemeester en
Wethouders wordt verworpen met 12 tegen 5 stem
men.
Vóór \stemmen de heren De Feijter, Waverijn, De
Meijer, Ramondt en Fijn van 'Draat.
Vegen stemmen, Mevr. Dööms-Ortelee én de héren
Compiet, Weterings, Ollebek, Dieleman, De Vos, Van
Langevelde, Hol, Huijbrecht, Hamelink, Brakman en
Bleijenberg.
17. Idem tot het verlenen van voorschotten op de
vergoedingen voor hét vakonderwijs over 1964
ten behoeve van het bijzonder G.L.O., -V.G.L.O.
en -U.L.Ö.-,
Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wórdt
conform -het -voorstel besloten.
A. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het verlehen van medewerking ex artikel 72
van de lagermnderwijswet 1920 aan het be
stuur van de 'V.GiL.Ö.-sCHool te Sluiskil;
Zónder bespreking en hoofdelijke stemming wordt
cotiform het voorstel besloten.
Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wordt
conform het voorstel besloten.
18. Idem tot wijziging Van:
A. De gemeente-hegrbtittg '1963 ell 1964;
B. De 'begroting 1964 van 'hét grondbedrijf;
De Voorzitter: Ik wil hiérbij hög Opmerkën dat
wij inmiddels goedkeuring hebben gekregen voör
het bouwrijp maken van het plan Zuidjpoldër -en
het plan „Industrietefrëin 'Driewegen—Mr. F. 'J.
fiaarmanweg".
De heer De Feijter: Het is mij opgevallen dat men
onder volgno. 264 van de begrotingswijziging 1964
voor de aanstelling van een deskundig ambtenaar
een post opvoert zulks in -verband mét de Voort
durende toeneming van he oppervlakte plantsoen
in het uitbreidende stadsgedeelte daar dit een des
kundig toezicht bij de aanleg en hét onderhoud van
de beplanting vereist. Ik vraag mij af of dit nood
zakelijk is. Deze vraag is nog niet in de commissie
van de openbare werken besprokéh. Ik kah aan
nemen dat men meer personeel nodig heeft, maar
is het hü nodig om toezichthoudend en technisch
personeel aan te werven. Er is wel eens opgemerkt
dat plantsoenen en beplantingen ook nu deskundig
zijn aangelegd en onderhouden. Waarom op dezélfde
weg niét voortgegaan en mét 'dezelfde functiona
rissen.
De heer De Vos: Mijnheer de Voorzitter, dit voor
stel loopt eigenlijk vooruit op de instelling Van een
eigen dienst van gemeentewerken. Wij zijn toch wel
van mening dat de oppervlakte plantsoen in de ge
meente een zodanige omvang aanneemt dat wij
daarvoor bij de Dienst Gemeentewerken een afzon
derlijke opzichter zullen moeten hebben.
Wij moeten bedenken dat het iemand möet zijn
met bepaalde kwaliteiten die in staat zal Zijn zelf
ontwerpen te maken en deze ook uit te voerCn, Het
zou misschien -béter geweest zijn dit eerst in de
commissie opehbare werken te brengen. Dat hadden
wij kunnen doen, doch het is ons ontgaan. Die com
missie is immers nog slechts kort geleden bijeen
geweest. Wij hebben echter gedacht niet èen vol
gende vergadering van deze commissie af te'moeten
wachten. Het duurt enige tijd eer men een dergelijke
functionaris heeft. Wij kunnen niet met alles wach.
ten tot 1 april van het volgend jaar. Wij moeten
geleidelijk hiermee beginnen. Dat wil niet zeggen
dat Wij hu al een technische staf moeten aanstel
len, maar deze opzichter is toch wel gewenst.
De Voorzitter: De vraag die de heer De Feijter stelt
is formeel juist. Wij hebben ons laten leidén door
de gedachte dat het moeilijk zal zijn deze functio
naris aan te trekken en wij wilden ons zó goed
mogelijk voorbereiden om de dienst zo snel mo
gelijk te equiperen. Ik zeg U toe, dat wij hiet tot
benoeming overgaan vóórdat wij de gedachte for
matie met de commissie hebben besproken.
i
De heer De Feijter: Ik dank U voor de toezegging.
Ik zal er verder nog wel iets van zeggen in de
commissievergadering.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform de
voorstellen besloten.
19. Rondvraag;
De heer Huijbrecht: Wij worden nog al benaderd
over de verbetering die uitgevoerd zal worden bij
de eerste De Feijterstraat. Er zou een sloot gedempt
worden en nieuwe riolering worden aangelegd. Mis-
séhien is het goed dat er in het openbaar een ant
woord op komt, dan wètén Wij gelijk, waar dit op
vaat zit.
De heer DC Vos: Dit is een van de projecten die
nog op goedkeuring van Gedeputeerde Staten wach
ten. Op het ogenblik zittén Wij moeilijk met de
financiering van onze werken. Ingevolge de Wet
Financiering 'Publiekrechtelijke Lichamen mogen wij
maar een bepaald basisbedrag investeren en wij
hebben daar al gedeeltelijk dispensatie voor gekre
gen.
U moet bedenken dat nog aanzienlijke bedragen
voor de aankoop van grónden wordt geëist. De
kleinere objecten blijven wel iéts langer liggen dan
wij zelf zouden wensen. Zodra goedkeuring van Ge
deputeerde Staten afkomt zullen wij een aannemer
zoeken. Een tijdstip kunnen wij daarvoor nög niet
noemen.
De heer Huijbrecht: Het zit dus vast op de be
perking van de overheidsuitgaven.
De heer De Vos: Inderdaad.
De Voorzitter: Wij -hebben de goedkeuring nog
niet gekregen.
De heer Fijn van -Draat: Een poos geleden is de
Staatssecretaris van Economische Zaken geweest.
'Kunt U ons daarover nog iets zeggen?
De Voorzitter: 'Ik gelóóf -dat de Kranten een vrij
nauwkeurig verslag hébbëh gegeven. Het was een
oriënterend bezoek, mede in verband met het aan
bieden van een nota inzake het regionaal industria
lisatiebeleid, WaBfVOOr-de Staatssecretaris zich wilde
formeren.
De heer Van Langevelde: Mijnheer de Voorzitter,
ik Wil hét college van Burgemeester en Wethouders,
en de gehele raad danken VöÖr de verschillende
attenties én bezoeken die ik tijdens -mijn ziekte heb
mogen ontvangen.
De voorzitter sluit de vergadering.
Op het S. S. B.-complex van de
staatsmijnen in Geleen is dezer
dagen een liiéüwè fabriek voor
de bereiding van kunstmeststof
fen, de nitraat-fabriek 3, in pro-
duktle genomen. De nitraat-fa
briek 3 gaöt een belangrijke rol
spelen in de uitbreiding van de
produktie en van het assortiment
van samengestelde kunstmest
stoffen'die de staatsmijnen ver
vaardigen.
De inbedrijfstelling van de
ze fabriek zal de produktiecapa-
citeit Vöor -N.P.-meststoffen met
circa 100.000 ton per jaar kun
nen vergroten, zodat de totale
capaciteit circa 250.000 tón zal
bedragen. De samenstelling van
verschillende soorten kunstmest
stoffen, die de N. F.-3 gaat léve
ren, zal variabel zijn. Binnen
veel wijdere grenzen dan voor
heen zal de N. F.-verhöuding (de
verhouding tussen stikstof en
fosfor als componenten in deze
meststoffen) kunnen variëren,
hetgeen aanzienlijke assorti-
mentsuitb'reiding betekent. Bo
vendien biedt deze fabriek de
mogelijkheid tot produktie van
samengestelde meststoffen,
waarvan niet alleen de stikstof
(en de eventuele kalium) maar
ook de fosfor 100 procent in-wa-
ter-oplosbaar is. Tot nu 'toe wor
den samengestelde meststoffen
met 50 procent in-water-oplos-
bafe fosfor geleverd.
AMBTENAAR
VÈRDÏENDE DRIE TON
Wegens het doen van onjuiste
aangiften van irikomsten voor
de inkomstenbelasting in de
jdren 195%, 1959, 1960 en 1961,
wadtdoor rUim f 33.000 te wei
nig belasting uierd betaald,
heeft de officier van justitie bij
de rechtbdiik te tiaarlem tegen
de 60-jarige geschorste hoofd
ambtenaar (van de rijksge
bouwendienst) J. M. int Over-
Veen een 'gevangenisstraf van
een jaar en een boete van
26.000 gulden, subsidiair zes
madnden gebist.
De fiscus wcis er verder dchtêr
gekomen, dat verdachte een
vermogen Van 282.000 gulden
bezat. De man had echter nog
nooit vermogensbelasting be
taald. Een Onderzoek werd in
gesteld, omdat vermoed werd,
dat de ambtenaar steekpennin
gen heeft aangenomen. Dit on
derzoek is nog niet afgesloten.
Verdachte deelde de rechtbank
mee in de afgelopen jaren han
del te 'hebben gedreven, Waar
door hij geld verdiende. Aan
de belastingen gaf hij zijn sa
laris van ambtenaar op. De
man zou 'httndel hébben gedre
ven in koelkasten, postzegel-
verzamelingen, schilderijen en
geld gewonnen hebben bij een
speelbank in 'Interlaken.
Tijdens hét onderzoek had hij
namen opgenoemd van hen
mét wie hij relaties onderhield,
maar bij navraag bleken die te
zijn overleden, niet te vinden
of geëmigreerd te zijn.
De raadsman, mr. J. W. Rutgers,
pleitte clementie, waarna de
reèhïbank de uitspraak be
paalde op 4 jiini.
om overal 's zomers te dragen, op de boot, aan
het strand, in tent of caravan en zo maar thuis,
heerlijk licht en gemakkelijk.
MOCCASIN blijft modern, soepel, sportief en
solide.
voor jongens die hun mannetje staan.
DIT ALLES VINDT U BIJ
LANGE KERKSTRAAT 14 TERNEUZEN
TELEFOON 2636
Als waardering voor uw aankopen in onze zaak ontvang U zilver- of
zevla-zegels.
C. T. VINK AXelsestïaat 10 - lel. 2165 - Terneuzen
Antieke kasten, tafels, stoelen, tin, kóper, porselein,
aardewerk, Perzische kleden en lopers, landkaarten
en goede schilderijen.
Levering door geheel Europa.
Inkoop Verkoop.
Uw oude toestel 7,50 - 10,öf 15,waard.
Reeds Vanaf 16,een niéuwe camera.
met eéhvoudige filminleg
t
Alle békende merken caméra's Voorradig.
BUT
Nöördstrairt 6 - Filiaal ZuMlandstraat 92