Zomerschoenen JAN RIEMENS JONG ALS DE LENTE ALS DE ZOMER GEZELLIGE SLIPPERS R0BISTE RAVOT SANDALEN een gewoon spaarboekje is aantrekkelijker GROTE CAMERA INRUIL-AKTIE De KODAK INSTAMATIC CAMERA Zaterdag 23 mei 1964 DE VRIJE ZEEUW Pagina 11 b. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aahgaan van een vaste geldlening van 211.0ÖD, NIEUWE KUNSTMESTFABRIEK voor DAÜV3ES, HEREN en KiNDEREN voor uit en thuis De schoenenzaak die 11 't meest benadert ANTIQUAIR waarvan het gehete ingelegde bedrag, zonder opzegtermijn kan worden opgenomen Tot 6 juni vanaf31,— FOTO- KIN O- KUNSTHANDEL ternEuzen eigenlijk nooit helemaal rijp geworden. Wij kunnen eigenlijk zeggen ik meen dat de Voorzitter het met mij eens is dat de motivering die door be langhebbenden naar voren is gebracht in dit stadium, naar onze mening niet veel meer terzake doet. Ik geloof niet dat wij moeten spreken van: consumen tenbelang, 'het belang van een ondernemer en per soneelsbelang. Ik zou het anders willen zien. Wij hebben in de laatste jaren geregeld gesproken van de groei van onze gemeente. Een groei die, uit het oogpunt van industrialisatie door de Overheid,, ge stimuleerd, aardig op weg is geholpen. Wij zijn het er wel over eens dat dit de goede richting is inge gaan en dat wij op weg zijn om een grotere ge meente te worden. Dat groeiproces brengt natuurlijk spanningen en moeilijkheden met zich mee. Wij hebben al heel veel gesproken over de begeleidende factoren die hier tot leven moeten worden gewekt en moeten worden geaktiveerd. Het is zo, dat de groei van een kleinere plaats naar één die bruist van leven en de constante groei meebeleeft en mede leeft, dat deze niet alleen de injecties vanuit Den Haag en vreemde industrieën nodig heeft maar dat in deze ook een verhoogde activiteit en meerdere terwijl dit soms hier en daar naar onze mening initiatieven uit de bevolking van groot belang zijn afwezig of te klein is. Ik denk hier met name, ik durf het hier aan de aanwezige geinteresseerden wel te zeggen, ook aan onze horecabedrijven, onze V.V.V., onze winkelbedrijven. Ook hier valt nog het nodige aan goed te maken. De meerderheid van ons college ziet in deze zaak een injectie die kan dienen tot verhoging van de activiteit, als een sti- mulans, waarvan men niet kan eisen dat die zo overwogen is dat men van te voren weet of het effect zal hebben. Dit zien wij als een injectie voor onze middenstand, die prikkelt tot verhoogde aktivi- teit. Of het succes zal hebben durven wij U niet te verzekeren. Dat zal afhangen van de midden stand zelf en de bevolking en hoe het geheel aan slaat. Wij kunnen toch nog na één of anderhalf jaar de klok terugdraaien. Bij het horen van de sprekers heb ik bemerkt dat degenen, die als voor standers getekend hadden op de lijst, voornamelijk mensen waren van de Noordstraat en omgeving. Het zal U duidelijk zijn dat bij een koopavond voornamelijk de Noordstraat en de naast gelegen straten daarvan voordeel hebben. Buiten de brug gen zie ik er ook niet veel heil in. Misschien wel na één of twee jaar. Ik geloof dat wij het zó moeten stellen, wat hier voorgesteld wordt is geen belang van deze of gene, het is een belang van onze plaats als groeiende gemeente en daar wil ik het eigenlijk over hebben. In de grote steden bestaan geen koop avonden, zult U zeggen. Dat is mogelijk. Als Terneu- zen zodanig groeit en als blijkt dat de koopavond geen- nut heeft, dan verdwijnt deze en dan Sterft dat vanzelf af. Maar ik geloof dat wij die injeétie voor de middenstand niet mogen achterhouden döor overwegingen die mijns inziens niet zwaar wegen. U bracht het belang van het personeel naar voren. Het personeel dat in deze zaken aanwezig is zal heus wel een behoorlijke compensatie bedingen of krijgen, want geen enkele winkelier zal zich kunnen permitteren om het personeel te vragen een paar uur langer te blijven voor een kleinigheid. Dit zal behoorlijk gehonoreerd moeten worden. Degenen die dat niet kunnen moeten er vanzelf mee op houden. Indien de koopavond Uw goedkeuring krijgt ik blijf toch nog optimistisch dan kan worden af gewacht of dit succes heeft. Ik meen dat deze sti mulans, die mogelijke Stimulerende werking, niet de pas mag worden afgesneden. De heer De Vos: Mijnheer de Voorzitter, het is wel niet zo erg noodzakelijk dat ik er nog iets over zeg maar ik wil mijn stem toch motiveren. Ik wil bij voorbaat stellen dat ik aan de midden stand van Terneuzen geen enkel verwijt Wil maken. Er zijn enkele opmerkingen gemaakt die op zich zelf wel een kern van waarheid bevatten, maar het is niet direkt aan mij daarop in te gaan. -Het gaat er bij mij om of het werkelijk zo is dat er èn bij de consumenten èn bij de meerderheid van de Win keliers zo'n grote behoefte bestaat om een deel van hun vrije tijd te gaan opofferen. De heer Van Langevelde noemde een aantal cijfers en het is ook mij opgevallen dat bij de enquete 'óp het formulier dat wij het laatst hebben ge kregen alleen winkeliers uit het centrum zijn ver meld. Er zijn vroeger echter, andere entjüetes ge weest ook buiten het centrum. Laten wij dit niet uit het oog verliezen. Alleen was het toen in een tijd dat er nog geen vrije zaterdag was. Het gaat er om dat men de consumenten in de gelegenheid wil stellen om eventueel samen inkopen te doen. Dat samen inkopen doen, behoeft alleen maar bij die grotere stukken die men als regel samen pleegt te kopeh. Wanneer het mogelijk was geweest alleen maar een koopavond voor die grotere stukken in te stellen was het mogelijk geweest dat er een één stemmig voorstel zou zijn gekomen van het college van Burgemeester en Wethouders. Wij hebben daar toe in het begin een -bepaalde conceptie gemaakt. Toen wij eens gingen kijken wat onder duurzame stukken viel bleek, dat er heel weinig winkels ge sloten zouden zijn. Toen heb ik mij niet meer ge rechtigd gevoeld öm aan een éénstemmig voorstel mede te werken. Ik voor mijzelf zie geen enkel nut in een koopavond. Er is voor eenieder volop ge legenheid om in de vrije tijd, eventueel op zaterdag voor- eh -namiddag, de noodzakelijke inkopen te doen. Een van de argumenten is dat de consumenten uit de gemeente Terneuzen naar andere gemeenten gaan kopen, dat doen ze beslist niet alleen op vrijdagavond. Dat gebeurt ook op zaterdag. Daar staat tegenover dat uit andere gemeenten mensen naar Terneuzen komen kopen en dat zal altijd wel zo blijven. Ik stel mij voor dat er andere middelen zijn om de mensen in de gemeente te houden. Ik kan mij voorstellen dat in de zomer de ge meente nog kan worden verlevendigd door een koop avond, maar zeker niet in de Winter. BOVénüién is in de Winkelsluitingswet bepaald dat er 21 dagen mogen worden aangewezen, waarop de sluitingstijd later kan worden gesteld. Wanneer men aanvoert dat men de mensen dit niet mag beletten en men aan hen zoveel mogelijk ondernemingsvrijheid moet geVSn, dan zóu ik Willen opmerken dat dit niet aan de orde is wartt in de wet zelf is bepaald dat de winkels na 6 uur gesloten moeten zijn. Wij kunnen daarvan ontheffing verlenen. Dat heeft de vraag in principe al beantwoord en daardoor is het wel degelijk geoorloofd, evengoed als men hiertegen ja kan zeggen om er ook nee tegen te zeggen, als men het nut er niet Van-inziet. Ik wil éven in de gesöhiedenis teruggaan, bijvoor beeld tot -vlak vóór de oorlog. Ik herinner mij best, dat er toen nog een Winkëlsluitingstijd was van 8 uur S avonds en toen hébben de winkeliers van Terneuzen een verzoek ingediend om te mogen slUitBh om 7 uur en ifat verzoek werd door 75 van alle winkeliers getekend. Toen heeft de ge meenteraad dat geweigerd. Een lid merkte toen op: men moét de mensen vrijlaten en niet de kans ontnemen iets te verdienen, daarbij natuurlijk ook vólkomen over het hoofd ziende dat men een gulden, nu eenmaal maar één keer kan uitgeven. Er kan iets zitten in het argument van spreiding vanwege de drukte op zaterdag. Na de oorlog werd de winkelsluitingstijd plotseling gesteld op 6 uur. Niemand had bezwaar. Iedereen was blij vroeger 'vrij te zijn en daarom begrijp ik niét goed dat een gedeelte van de winkeliers sommigen hebben zich Wellicht uit'een oogpunt Van collegialiteit niet willen verzetten zo gemakkelijk bereid zijn deze ver worvenheid weer prijs te géven. Ik heb mij niet in de eerste plaats laten leiden door de belangen van hét personeel. Ik geef toe döt dit bijzonder zwaar moet wegen omdat -vele jeugdige personen in de winkels staan en wanneer die verplicHt worden op vrijdagavond ook in de Winkel -te staan en 's za terdags ook de hele dag, dan geloof ik dat dit sociaal toeh wel bedenkingen ontmoet. Ik -geloof dat het ook uit het oogpunt van personeelsvoorziening ver standig is om dit niet te doen. Op het moment zijn 'er velerlei mogelijkheden om te gaan werken. Men is bepaald niet meer verplicht om in een winkel te gaan staan, doch ouderen schakelen niet zo gemak kelijk over en dat moet men niet vergeten. Voorts is er nog aangevoerd dat men niet ge dwongen wordt open te blijven. Dit is echter maar schijn. Men wordt natuurlijk niet gedwongen open te zijn, men krijgt alleen maar toestemming. Als de concurrent acHter open is kan men moetij lk sluiten, dus is men in wezen wel gedwongen open te zijn. Men Vroeg ook nog, hoe moet hét met Sluis kil. Tot mijn verbazing heb ik eerder gemerkt dat er zélfs nog raadsleden Zijn die tot'Voor kort niet wisten dat er in Sluiskil een koopavond is. Als zelfs de raadsleden het niet wéten dan ziet U al van hoe groot belang de koopavond is. Destijds is dit toe gestaan toen er nog geen vrije zaterdag was inge voerd. Concluderend, mijnheer de Voorzitter, kan worden gesteld, dat er eigenlijk van een dienstver lening aan de middenstand door het instellen van een koopavond beslist geen sprake is. Dit is een stap achteruit. In geen enkele grotere plaats is er éen koopavond. Ik geloof oók niet dat men nu bij elke gelegenheid, bij elke kleinigheid, de industrialisatie moet gaan te voorschijn roepen om dergelijke din gen er door te krijgen. Hiermede móeten wij onze gemeente vooruit helpen en niet achteruit. De opmerking is gemaakt dat men het allicht eens kan proberen en dat dan de koopavond vanzelf weer verdwijnt. Daar geloof ik niet in. Dergelijke ZBken hebben een taai leven. Ik meen dat wij niet moeten overgaan tot het instellen van deze koop avond en ik ZB1 daaraan niet mijn medewerking verlenen. De Voorzitter: Ik meen dat wel ongeveer duidelijk is hoe men hierover denkt. \Vil iemand nog in tweede termijn het woord? De heer Van Langevelde: Hier wordt de midden stand nogal sterk naar voren gesehoven. Daar ben ik zeker voorstander van. Ik zie hier echter geen voor deel in voor de middenstanders. Ik heb hier altijd gepleit voor de ontwikkeling van Terneuzen, voor de wöttin'gbóUw eh voor de industriële Ontwikkeling. Wij zijn er allen voor en als er voor de midden standers iets gedaan kan worden dan zal het ook ge beuren. Ik ben er echter niet van overtuigd dat het instellen van eên koopavond doelmatig is. Men legt zich moeilijkheden op die niet nodig zijn. Er moet niet gedacht worden dat, Wanneer men in dit geval tegen stemt, men dan tegen de midden standers is. De heer Waverijn: Mijnheer de Voorzitter, moge lijk heeft hét op mij -geslagen toen de heer De Vos zei dat er leden zijn die nog niet weten dat er in ■Sluiskil-een koopavond is.'Wanneer ik het niet had geweten dan zou ik het toch uit de stukken hebben kunnen lezen. Ik maak U er even op attent, want daar zöüüën wél eens consequenties uit voort kun nen komen. De heer Brakman: Dat sloeg op mij. Ik heb in Sluiskil op vrijdagavond eens een eindje gewandeld en toen bleek dat in ruim de hélft van de winkels geen lieht meer te zien was. Bovendien bleek dat zeker de helft van de winkeliers zelf ook niet op de hoogte waren van deze koopavond. De heer Ollebek: Bij de stemming zal blijken dat ikzelf in de minderheid ben -Van onze fractie, dat komt overigens wel meer Voör. In eerste instantie was ik van gedachte dat wanneer de mensen nu zelf een koopavond' willen, laten we hét dan toestaan. Ik heb mijn oor echter te luisteren gelegd en ver schillende mensen zeiden „mijn collega's staan er ook op. Waarom zou ik tegenstemmen". Op deze manier zou er toch niet veel van terecht komen. Daarvan uitgaande heb ik gedacht, laten Wij deze mensen geen koopavond toestaan, dat is beter. rIk meen dat ik er goed aan doe mijn stem te moti veren. De Voorzitter: Ik zou graag ter sluiting van de discussie uit bestuurlijke overwegingen de vraag aan U willen voorleggen of, wanneer U in meerder heid mocht besluiten geen koopaVönd toe te staan, het dan op bestuurlijke grónden gewénst kan zijn die van Sluiskil in te trekken. Een tweede vraag, vooral wanneer het personeelsaspect ter sprake komt is, of wij ook de gemeenteraad 's middags moeten laten vergaderen. De heer Weterings: Ik moet nu ook formeel zijn. De koopavond van Sluiskil is hier niét aan de orde en dan kan daarover toch geen besluit genomen worden. De Voorzitter: U moet vanavond niet beslissen. U kunt het eens óverwegen Voör de toekomst. De heer Huijbrecht: Ik wou nog even ingaan op het tijdstip van de raadsvergaderingen. Ik geloof dat niemand Van de raadsleden er bezwaar tegen zal hebben dat het personeel dat een vergadering moet bijwonen dit in vrije tijd vergoed krijgt. Het meerderheidsvoo'rstel van Burgemeester en Wethouders wordt verworpen met 12 tegen 5 stem men. Vóór \stemmen de heren De Feijter, Waverijn, De Meijer, Ramondt en Fijn van 'Draat. Vegen stemmen, Mevr. Dööms-Ortelee én de héren Compiet, Weterings, Ollebek, Dieleman, De Vos, Van Langevelde, Hol, Huijbrecht, Hamelink, Brakman en Bleijenberg. 17. Idem tot het verlenen van voorschotten op de vergoedingen voor hét vakonderwijs over 1964 ten behoeve van het bijzonder G.L.O., -V.G.L.O. en -U.L.Ö.-, Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wórdt conform -het -voorstel besloten. A. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verlehen van medewerking ex artikel 72 van de lagermnderwijswet 1920 aan het be stuur van de 'V.GiL.Ö.-sCHool te Sluiskil; Zónder bespreking en hoofdelijke stemming wordt cotiform het voorstel besloten. Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 18. Idem tot wijziging Van: A. De gemeente-hegrbtittg '1963 ell 1964; B. De 'begroting 1964 van 'hét grondbedrijf; De Voorzitter: Ik wil hiérbij hög Opmerkën dat wij inmiddels goedkeuring hebben gekregen voör het bouwrijp maken van het plan Zuidjpoldër -en het plan „Industrietefrëin 'Driewegen—Mr. F. 'J. fiaarmanweg". De heer De Feijter: Het is mij opgevallen dat men onder volgno. 264 van de begrotingswijziging 1964 voor de aanstelling van een deskundig ambtenaar een post opvoert zulks in -verband mét de Voort durende toeneming van he oppervlakte plantsoen in het uitbreidende stadsgedeelte daar dit een des kundig toezicht bij de aanleg en hét onderhoud van de beplanting vereist. Ik vraag mij af of dit nood zakelijk is. Deze vraag is nog niet in de commissie van de openbare werken besprokéh. Ik kah aan nemen dat men meer personeel nodig heeft, maar is het hü nodig om toezichthoudend en technisch personeel aan te werven. Er is wel eens opgemerkt dat plantsoenen en beplantingen ook nu deskundig zijn aangelegd en onderhouden. Waarom op dezélfde weg niét voortgegaan en mét 'dezelfde functiona rissen. De heer De Vos: Mijnheer de Voorzitter, dit voor stel loopt eigenlijk vooruit op de instelling Van een eigen dienst van gemeentewerken. Wij zijn toch wel van mening dat de oppervlakte plantsoen in de ge meente een zodanige omvang aanneemt dat wij daarvoor bij de Dienst Gemeentewerken een afzon derlijke opzichter zullen moeten hebben. Wij moeten bedenken dat het iemand möet zijn met bepaalde kwaliteiten die in staat zal Zijn zelf ontwerpen te maken en deze ook uit te voerCn, Het zou misschien -béter geweest zijn dit eerst in de commissie opehbare werken te brengen. Dat hadden wij kunnen doen, doch het is ons ontgaan. Die com missie is immers nog slechts kort geleden bijeen geweest. Wij hebben echter gedacht niet èen vol gende vergadering van deze commissie af te'moeten wachten. Het duurt enige tijd eer men een dergelijke functionaris heeft. Wij kunnen niet met alles wach. ten tot 1 april van het volgend jaar. Wij moeten geleidelijk hiermee beginnen. Dat wil niet zeggen dat Wij hu al een technische staf moeten aanstel len, maar deze opzichter is toch wel gewenst. De Voorzitter: De vraag die de heer De Feijter stelt is formeel juist. Wij hebben ons laten leidén door de gedachte dat het moeilijk zal zijn deze functio naris aan te trekken en wij wilden ons zó goed mogelijk voorbereiden om de dienst zo snel mo gelijk te equiperen. Ik zeg U toe, dat wij hiet tot benoeming overgaan vóórdat wij de gedachte for matie met de commissie hebben besproken. i De heer De Feijter: Ik dank U voor de toezegging. Ik zal er verder nog wel iets van zeggen in de commissievergadering. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform de voorstellen besloten. 19. Rondvraag; De heer Huijbrecht: Wij worden nog al benaderd over de verbetering die uitgevoerd zal worden bij de eerste De Feijterstraat. Er zou een sloot gedempt worden en nieuwe riolering worden aangelegd. Mis- séhien is het goed dat er in het openbaar een ant woord op komt, dan wètén Wij gelijk, waar dit op vaat zit. De heer DC Vos: Dit is een van de projecten die nog op goedkeuring van Gedeputeerde Staten wach ten. Op het ogenblik zittén Wij moeilijk met de financiering van onze werken. Ingevolge de Wet Financiering 'Publiekrechtelijke Lichamen mogen wij maar een bepaald basisbedrag investeren en wij hebben daar al gedeeltelijk dispensatie voor gekre gen. U moet bedenken dat nog aanzienlijke bedragen voor de aankoop van grónden wordt geëist. De kleinere objecten blijven wel iéts langer liggen dan wij zelf zouden wensen. Zodra goedkeuring van Ge deputeerde Staten afkomt zullen wij een aannemer zoeken. Een tijdstip kunnen wij daarvoor nög niet noemen. De heer Huijbrecht: Het zit dus vast op de be perking van de overheidsuitgaven. De heer De Vos: Inderdaad. De Voorzitter: Wij -hebben de goedkeuring nog niet gekregen. De heer Fijn van -Draat: Een poos geleden is de Staatssecretaris van Economische Zaken geweest. 'Kunt U ons daarover nog iets zeggen? De Voorzitter: 'Ik gelóóf -dat de Kranten een vrij nauwkeurig verslag hébbëh gegeven. Het was een oriënterend bezoek, mede in verband met het aan bieden van een nota inzake het regionaal industria lisatiebeleid, WaBfVOOr-de Staatssecretaris zich wilde formeren. De heer Van Langevelde: Mijnheer de Voorzitter, ik Wil hét college van Burgemeester en Wethouders, en de gehele raad danken VöÖr de verschillende attenties én bezoeken die ik tijdens -mijn ziekte heb mogen ontvangen. De voorzitter sluit de vergadering. Op het S. S. B.-complex van de staatsmijnen in Geleen is dezer dagen een liiéüwè fabriek voor de bereiding van kunstmeststof fen, de nitraat-fabriek 3, in pro- duktle genomen. De nitraat-fa briek 3 gaöt een belangrijke rol spelen in de uitbreiding van de produktie en van het assortiment van samengestelde kunstmest stoffen'die de staatsmijnen ver vaardigen. De inbedrijfstelling van de ze fabriek zal de produktiecapa- citeit Vöor -N.P.-meststoffen met circa 100.000 ton per jaar kun nen vergroten, zodat de totale capaciteit circa 250.000 tón zal bedragen. De samenstelling van verschillende soorten kunstmest stoffen, die de N. F.-3 gaat léve ren, zal variabel zijn. Binnen veel wijdere grenzen dan voor heen zal de N. F.-verhöuding (de verhouding tussen stikstof en fosfor als componenten in deze meststoffen) kunnen variëren, hetgeen aanzienlijke assorti- mentsuitb'reiding betekent. Bo vendien biedt deze fabriek de mogelijkheid tot produktie van samengestelde meststoffen, waarvan niet alleen de stikstof (en de eventuele kalium) maar ook de fosfor 100 procent in-wa- ter-oplosbaar is. Tot nu 'toe wor den samengestelde meststoffen met 50 procent in-water-oplos- bafe fosfor geleverd. AMBTENAAR VÈRDÏENDE DRIE TON Wegens het doen van onjuiste aangiften van irikomsten voor de inkomstenbelasting in de jdren 195%, 1959, 1960 en 1961, wadtdoor rUim f 33.000 te wei nig belasting uierd betaald, heeft de officier van justitie bij de rechtbdiik te tiaarlem tegen de 60-jarige geschorste hoofd ambtenaar (van de rijksge bouwendienst) J. M. int Over- Veen een 'gevangenisstraf van een jaar en een boete van 26.000 gulden, subsidiair zes madnden gebist. De fiscus wcis er verder dchtêr gekomen, dat verdachte een vermogen Van 282.000 gulden bezat. De man had echter nog nooit vermogensbelasting be taald. Een Onderzoek werd in gesteld, omdat vermoed werd, dat de ambtenaar steekpennin gen heeft aangenomen. Dit on derzoek is nog niet afgesloten. Verdachte deelde de rechtbank mee in de afgelopen jaren han del te 'hebben gedreven, Waar door hij geld verdiende. Aan de belastingen gaf hij zijn sa laris van ambtenaar op. De man zou 'httndel hébben gedre ven in koelkasten, postzegel- verzamelingen, schilderijen en geld gewonnen hebben bij een speelbank in 'Interlaken. Tijdens hét onderzoek had hij namen opgenoemd van hen mét wie hij relaties onderhield, maar bij navraag bleken die te zijn overleden, niet te vinden of geëmigreerd te zijn. De raadsman, mr. J. W. Rutgers, pleitte clementie, waarna de reèhïbank de uitspraak be paalde op 4 jiini. om overal 's zomers te dragen, op de boot, aan het strand, in tent of caravan en zo maar thuis, heerlijk licht en gemakkelijk. MOCCASIN blijft modern, soepel, sportief en solide. voor jongens die hun mannetje staan. DIT ALLES VINDT U BIJ LANGE KERKSTRAAT 14 TERNEUZEN TELEFOON 2636 Als waardering voor uw aankopen in onze zaak ontvang U zilver- of zevla-zegels. C. T. VINK AXelsestïaat 10 - lel. 2165 - Terneuzen Antieke kasten, tafels, stoelen, tin, kóper, porselein, aardewerk, Perzische kleden en lopers, landkaarten en goede schilderijen. Levering door geheel Europa. Inkoop Verkoop. Uw oude toestel 7,50 - 10,öf 15,waard. Reeds Vanaf 16,een niéuwe camera. met eéhvoudige filminleg t Alle békende merken caméra's Voorradig. BUT Nöördstrairt 6 - Filiaal ZuMlandstraat 92

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1964 | | pagina 11