GEMEENTERAAD VAN TERNEUZEN Pagina 4 DE VRTfE ZEEUW Woensdag 18 maart 1964 Gehouden op donderdag 27 februari te 19.30 1964 uur k. begroting 1964 van Centraal Bouw- en Wo ningtoezicht en Dienst van Gemeentewerken in Oost Zeeuwsch-Vlaanderen; Aanwezig: Voorzitter: Mr. H. Riipstra, burgemeester. Wethouder: M. de Vos. Raadsleden: A. Ramondt, P. Fijn van Draat, R. Hol, mevr. E. DoomsOrtelee, J. M. Ha melink, H. A. Brakman, J. C. Bleijenberg, C. J. Compiet, J. A. de Feijter, D. M. Olie- bek, P. J. Huijbreeht, D. Waverijn en W. J. Weterings. Secretaris: A. J. van Pagee. Afwezig met kennisgeving: H. A. M. A. de Meijer, M. van Langevelde en F. Dieleman. De Voorzitter: Mevrouw, mijne heren, leden van de raad, ik open deze raadsvergadering en heel U allen hartelijk welkom. Bericht van verhindering is binnengekomen van de heer Van Langevelde, die helaas nog ziek is. Gelukkig gaat het goed met hem, zodat ik hoop dat hjj na een paar maanden weer in ons midden zal zijn. De heer Dieleman heeft ons laten weten, dat hij öf later óf in het geheel niet komt, dat hangt van het verloop van zijn werkzaamheden af. Ook wethouder De Meijer kan wegens vakan tie deze vergadering niet bijwonen. Het verheugt my, mevrouw, mijne heren, U welkom te mogen heten in deze opgeknapte raads zaal. U ziet, er zijn overal wat bloemen neergezet en het geheel maakt, zo meen ik, een feestelijke indruk. De heer Fijn van Draat: Meneer de Voorzitter, mag ik naar aanleiding van deze welhaast feeste lpke omgeving een paar woorden zeggen? Ik meen wel namens de raad te spreken, wanneer ik in de eerste plaats de wethouder van openbare wel ken gelukwens met dit resultaat. Ik w.i) ook graag de mensen, die daarmee bezig zijn geweest, mijn compliment maken voor dit werk. Dit prettig aandoend geheel kan niet anders dan gunstig werken op de besprekingen, die wij hier voeren. De heer De Vos: Ik wil deze lof graag door geven aan de mensen, die deze werkzaamheden hebben verricht. Ik heb er echt niet zelf aan ge werkt, doch alleen mede gezorgd dat het vlug genoeg ging, opdat het op tijd klaar zou zijn. 1. Vaststelling van de notulen van de vergade ring van 30 januari 1964. Zonder bespreking en hoofdelijke stemming worden de notulen van de vergadering van 30 januari 1964 vastgesteld. 2. Ingekomen stukken. a. het door Gedeputeerde Staten van Zeeland goedgekeurde raadsbesluit van 21 november 1963 inzake aankoop van gronden, gelegen in het uitbreidingsplan in hoofdzaak „Industrieterrein Oostelijke Kanaaloever"; b. idem van 30 mei 1963 inzake aankoop van gronden c.a. gelegen in het uitbreidingsplan in onderdelen „Zuid"; c. idem van 30 mei 1963 tot vaststelling van de partiële herziening Zuid van het uitbreidings plan in hoofdzaak; d. idem van 21 november 1963 tot aanwijzing van de plaats voor de bouw van het gymnastiek lokaal aan de Van Steenbergenlaan; e. brief van Gedeputeerde Staten van Zeeland inhoudende de mededeling, dat geen bezwaar bestaat tegen het raadsbesluit van 21 november 1963 tot ontbinding pacht van gronden, aange kocht t.b.v. de aanleg van de industriespoorljjn westelijke Kanaaloever; f. idem van 17 december 1963 tot wijziging van het Algemeen Ambtenarenreglement; g. brief van Gedeputeerde Staten van Zeeland ten aanzien van het waarschuwingssysteem stag natie veerdiensten; h. besluit van Burgemeester en Wethouders tot het aangaan van een kasgeldlening van ƒ3.000.000,—: i. controle-rapporten van het Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële Adviezen der Ver eniging van Nederlandse Gemeenten; j. jaaroverzicht over 1963 van de Gemeente lijke Dienst voor Maatschappelijke Zorg, alhier; I. Koninklijk Besluit tot verlenging van de ter mijn, binnen welke de gemeente Terneuzen de eigendom van gronden c.a. in het uitbreidingsplan „Sluiskil" bij minnelijke schikking moet hebben verkregen of de eigenaren voor de rechter moet hebben doen dagvaarden. Zonder bespreking en hoofdelijke wordt conform het voorstel besloten. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot ontbinding van pachtovereenkomsten ten aanzien van gronden, gelegen in het uitbrei dingsplan in hoofdzaak „Industrieterrein oostelijke Kanaaloever", in pacht bij respec tievelijke A. en W. van Hoeve, P. van Hoeve en S. van Hoeve. Zonder bespreking en hoofdelijke wordt conform het voorstel besloten. 4. Idem tot: A. Verkoop van een perceel grond, gelegen in het exploitatieplan „Industrieterrein DriewegenMr. F. ,T. Haarmanweg", aan de heer 3. D. Hamelink te Hoek; B. Het verlenen van optie op een aansluitend perceel Industrieterrein aan de heer 3. D. Hamelink te Hoek. De heer Huijbreeht: Meneer de Voorzitter, dit is weer een verkoop die gekoppeld wordt aan de verlening van een optie op een bijna even groot stuk grond dan dat, wat men koopt. Hiervóór is dat al enkele malen meer gebeurd. Toch zou ik bij dergelijke dingen willen vragen of uw college hierbij de nodige voorzichtigheid wil betrachten. Als iedereen een even groot stuk grond in optie verkrijgt, dan hetwelk wordt gekocht, dan bestaat de mogelijkheid dat we hiermede spaak lopen. De Voorzitter: Wij zullen daar zeker voorzich tig mee zijn en dit slechts schaars toepassen. Het is goed, dat U dit signaleert. Het is vaak een kwestie van onderhandelingen over de verkoop. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform de voorstellen besloten. 5. Idem tot verkoop van een perceel grond, gelegen in het exploitatieplan „Sluiskil", aan de heer A. Pieters, alhier. Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 6. Idem tot vaststelling van het exploitatieplan „Zuidpolder". Zonder bespreking en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 7. Idem tot verkoop van percelen grond, ge legen in het sub 6 genoemde plan, aan: A. Woningbouwvereniging „Werkmansbelang"; B. Aannemersbedrijf Griir. Van der Poel N.V, C. N.V. Bonwfonds Nederlandse Gemeenten; D. N.V. Handelmü „Terneuzen"; E. Mr. F. A. Ch. Barbé; F. A. O. S. van Breda Vriesman; G. G. F. C. Goethals; H. H. J. Haak; I. J. J. Haak; J. M. van Leemput; K. H. L. 3. Polfliet; L. L. C. Tazelaar; M. Gereformeerde Kerk; N. Afvalwaterleiding Kanaalzone Zeeuwsch- Vlaanderen. De heer Huijbreeht: Meneer de Voorzitter, ik wil er toch wel op wijzen het een gelukkige om standigheid te achten, dat wij in dezelfde vergade ring, als waarin het exploitatieplan wordt vast gesteld, al een groot aantal stukken grond kun nen verkopen. Dit is toch wel een bewijs van de aantrekkelijkheid van Terneuzen als woonplaats, in tegenstelling tot geruchten als zou dat niet het geval zijn De heer Kamondt: Ik hoop, meneer de Voor zitter, dat de realisering van deze bouwplannen in een even vlot tempo zal verlopen. Ik vraag mij af, nu hier enkele percelen verkocht worden voor woningen van een duurdere bouwklasse, hoe het zit met de mogelijkheden daarvoor en met die van de realisering van de bouw van de overige wonin gen. De heer De Vos: Ik geloof, dat wij daar weinig van kunnen zeggen. Het is bekend, dat aan Ter neuzen dit jaar een zeer beperkt aantal vrije- sector bouwvolumes is toegewezen en ieder zal zijn beurt moeten afwachten. De mogelijkheid zit er natuurlijk in dat er door extra toewijzing iets wordt gedaan, doch daar kunnen wij ons moeilijk over uitlaten, omdat wij het zelf nog niet weten. Ik verwacht niet, dat al deze woningen op korte termijn zullen kunnen worden gebouwd, al hoewel dit wel het geval zal zijn met een gedeelte daarvan. Wö zön nu eenmaal afhankelijk van het bouw volume dat ons toegewezen wordt. De Voorzitter: Daar kan ik nog'aan toevoegen dat bouwvolume aanwezig is voor b.v. de sub a, b c en d bedoelde woningbouw. De heer De Vos: Waar ik op doelde, waren de individuele bouwers. De heer Fijn van Draat: Het gaat hier dus zowel over vrije-sector woningen als andere wo ningbouw. De heer De Vos: De verkoop aan particulieren is praktisch allemaal voor de bouw van vrüe-sec- tor woningen. De heer Fijn van Draal En de verkoop aan b.v. Gebr. Van der Poel N.V.? De heer De Vos: Deze vennootschap zal begin nen met de bouw van 22 woningen op deze grond. De heer Fijn van Draat: Dat zijn toch geen vrije-sector woningen? De heer De Vos: Ja, die behoren daar wél by Dat zijn namelijk nog vervangende woningen in verband met de verbreding van het kanaal. Deze vallen buiten de premie-regeling. Zonder hoofdelöke stemming wordt conform de voorstellen besloten. 8. Idem tot het aangaan van een overeenkomst met de N.V. Nederlandsche Spoorwegen in zake de aanleg van een stamlijn naar het industrieterrein Nieuw-Neuzenpolder en het verlenen van toestemming tot medegebruik daarvan aan Dow Chemical Internationaal N.V. De heer Brakman: Meneer de Voorzitter, door de Nederlandsche Spoorwegen worden nogal tame- ïyk veel voorwaarden opgelegd. Ik zou U willen vragen of die allemaal juridisch verantwoord zijn, In de ontwerp-overeenkomst staat in artikel 2, tweede alinea: „Indien door de contractant ter plaatse van de gemeentelöke stamlün een beweegbare afsluiting wordt geplaatst, dienen door de contractant voor zieningen te worden getroffen en in stand ge houden voor het kunnen vastzetten van de beweeg-' bare delen in geopende stand. De sleutels van het slot, waarmede de beweegbare afsluiting wordt gesloten, zal berusten bö de contractanten". Kan een of andere instantie ons opleggen, dat er een beweegbare afsluiting komt, bijvoorbeeld bp de kruising van een openbare weg, en hoe stelt U zich voor de bediening daarvan te regelen? Voorts staat in artikel 7; „Het ter beschikking stellen en na lossing onderscheideniyk na belading, weer wegvoeren van wagens zal ten behoeve van de contractant en van derden plaatsvinden onder door de N. S. vast te stellen voorwaarden". Als die voorwaarden van financiële aard zön, is het dan bekend hoever deze gaan en op welke wijze die in de toekomst een rol gaan spelen bö verandering van die kosten? Dit lükt mö van belang voor gegadigden, die zich daar vestigen en tonnage per spoor gaan ver- voeren. Verder heb ik nog een algemene vraag, niet over de overeenkomst. Indien langs deze stamlün goederen worden ver voerd, die verder gaan per zeeschip of lichters, kan men dan genieten van Belgische of Neder- stemming landse speciale zeehaven-tarieven? De Voorzitter: Mevrouw, mijne heren, ik moet U zeggen, dat ik blij ben met deze vragen, die hier zön gesteld, omdat het vragen zön, die in ons college, zü het dan in meer algemene zin, bespro ken zön. Over deze zaken heeft zorgvuldig over leg plaatsgevonden tussen ons college en de be treffende afdeling van de Nederlandsche Spoor wegen. Dit overleg heeft plaatsgevonden, ener- züds in verband met de totaliteit van het contract stemming en anderzijds ook in verband met de financiële consequenties, die aan dit contract verbonden zp'n. U moet bö het bezien van dit contract het accent niet leggen op spoorlün, maar op stamspoorlpn. Daarvan uitgaande moet ik deze spoorlün ver gelijken met dergelijke stamlünen, die gelegen zön op gemeentelöke industrieterreinen, zoals die er zön in Amsterdam en Rotterdam. Wij hebben langs verschillende wegen geverifieerd, ook door onze relatie bö de haven van Amsterdam, hoe dit contract ligt en ik kan U zeggen, dat dit het landelüke contract is van de Spoorwegen. De in houd geldt dus voor alle stamlijnen. Wö kunnen dus als kleinere gemeente de Nederiaridsche Spoor wegen niet bewegen verzachtende bepalingen op te nemen. Dit is een uitgebalanceerd contract, dat al lang bij de Nederlandsche Spoorwegen be staat. Wat nu de onderhandelingen betreft, hebben wö in eerste instantie gesproken over de financiële aspecten, waarbü het mogelijk bleek een gunstige regeling te verkrijgen. Naar onze mening is het noodzakelük dat Dow het hele contract overneemt met zön financiële en andere verplichtingen. Zou onze gemeente van grotere omvang geweest zön, zo is het ook al in ons college besproken, dan zouden wij er mis schien de voorkeur aan geven een iets andere regeling te treffen, maar U begrijpt, dat de finan ciële consequenties, hieraan verbonden, voor een gemeente als Terneuzen te kostbaar zijn om deze uit de algemene middelen op te vangen Wö hebben vanaf de aanvang ernaar gestreefd een regeling te treffen, die hierop neerkomt dat de verplichtingen uit dit contract hetzü van juridische dan wel van financiële aard worden overgenomen door Dow, zodat de gemeente als tussenpersoon fungeert. Hierbü is het voorbehoud gemaakt, dat bö uit breiding van de industrialisatie aan de züde van onze gemeente waar deze spoorlün ligt, nader overleg gepleegd moet worden met de andere ge- interesseerden die gebruik willen gaan maken van deze lön. Hier heeft de gemeente een belangrijke zeggen schap in, terwöl Dow van haar zöde zal gaan stellen, dat hiertegenover een tegemoetkoming moet staan, zowel in de kosten rechtstreeks op grond van dit contract verschuldigd, alsook in de kosten, die gemaakt zön voor de totaliteit van deze industrie kosten worden gemaakt, die op genomen zön in het exploitatieplan, hetwelk eerst kortgeleden is vastgesteld. Wat nu de voorwaarde in artikel 2 betreft, moet U ervan uitgaan, dat, wanneer er sprake is van een beweegbare hekafsluiting, hier niet ge- dacht wordt aan de afsluiting welke nodig is tot het garanderen van de veiligheid bö het kruisen van de weg naar Breskens. Dat is een andere zaak. Het gaat er in dit geval alleen om, dat, in dien de gemeente bepaalde afsluitingen op het terrein zelf zou willen maken, de gemeente daar voor ook zelf een regeling treft. Voorzover wö het thans kunnen bezien, zal daar geen sprake van zön Hoe de situatie is met betrekking tot de tarie ven, welke hier gaan gelden op deze lijn, moet ik U zeggen, dat dit een kwestie is, welke betrekking heeft op de onderhandelingen tussen Dow en de Nederlandsche Spoorwegen. Er wordt natuurlijk nog onderhandeld over de totaliteit van de tarieven, waarbü bepalend zal zön de omvang van het vervoer. Zowel de te garanderen hoeveel heid van het vervoer van dit moment als het vervoer dat men verwacht. Daarvoor zal een sleutel gevonden moeten wor den. Met betrekking tot de speciale tarieven voor de zeehavens, verwacht ik dat men dit zelf wel zal voorzien, hoewel ik niet zozeer weet hoe de relatie is tussen tarieven hier en in België. Dat is overigens een zaak waar wö buiten staan. De heer Brakman: Het gaat mp' niet zozeer om de vervoerstarieven, doch om de aanvoertarieven die berekend worden vanaf het station naar het industrieterrein. Dow maakt produkten, die van een dermate hoge tonswaarde zijn, dat het daar niet zoveel uitmaakt hoeveel het transport tussen Terneuzen-station en hun bedrüf op de totale kosten drukt. Maar er kunnen industrieën komen, waarvoor dit wèl belangrijk is en het is dan toch wenselijk dat de gemeente op de hoogte is van die transporttarieven. Het zal aantrekkelijker worden, indien die tarieven laag zön. De heer Huijbreeht: Liggen die tarieven in het zelfde vlak als die welke men elders in Nederland vraagt? Komen wij niet in een onvoordelige posi tie te liggen in vergelijking met elders in Neder land? De Voorzitter: Wö zullen dit nog nagaan. Ik kreeg de indruk dat Dow over de totaliteit van het contract niet ontevreden was. De gemeente zal bö het gebruik van deze stamlün een sterke positie blijven innemen. Ik wil U toezeggen de kwestie van de tarieven uit te zullen laten zoeken. Ik betwüfel overigens of ik het te weten kan komen. De heer Bleijenberg: Ik neem aan, dat deze overeenkomst te zü'ner rijd zal worden ingebracht in een eventueel havenschap, waarbö artikel 10 zal worden toegepast. De Voorzitter: Daar kan ik U tot münspütgeen antwoord op geven. Dan zou ik mü begeven op een terrein waarvan ik niet alle consequenties kan overzien. Het havenschap heeft primair betrekking op de havens van Terneuzen. De heer Weterings: Mag ik uit uw woorden opmaken, dat de Nederlandsche Spoorwegen zelf de beveiliging van de hoofdweg naar Breskens op zich nemen? De Voorzitter: Volledig; dat is geen zaak van ons. Ik meen, dat men denkt over een beveiliging met halve bomen. Zonder hoofdelöke stemming wordt conform het voorstel besloten. 9. Idem tot het verlenen van medewerking tot elektrificatie van onrendabele gebieden in deze gemeente. De heer Ramondt: Ik ben blü, dat dit punt in deze vergadering aan de orde wordt gesteld Deze zaak loopt reeds jarenlang. Het besluit om mee te werken is al in 1961 genomen. Dat houdt overigens niet in, dat ik er niet enkele vragen over heb. In de eerste plaats wil ik vragen of het U bekend is hoe zwaar de kabel gaat worden in verband met de stroomafname. Ik heb bö geruchte vernomen, dat men ongeveer 5 kilowatt zou kun nen afnemen per perceel en ais ik de toename bezie van het elektriciteitsverbruik op het platte land, dan vraag ik mü af of hier niet een net wordt opgebouwd, waarvan vrij vlug zal blöken, dat het veel te licht zal zön. Verder vraag ik me af, of, bö eventuele ver vanging door zwaardere kabels, de kosten door belanghebbenden moeten worden betaald, of dat deze kosten voor rekening van de P. Z. E. M. wor den genomen. Voorts dient door de belanghebbenden een be langröke bü'drage te worden betaald en het zou mö persoonlijk wenselök voorkomen het verlenen van een tegemoetkoming aan de betrokkenen thans aan de orde te brengen, mede gezien het feit, dat het op dit moment nog maar voor 18 mensen mogeipk was tot aansluiting over te gaan. De Voorzitter: Vóórdat wethouder De Vos, die de onderhandelingen heeft gevoerd met de P.Z.E.M., nader op deze vragen ingaat, wil ik U in het alge meen ieggen van mening te zön, dat uw college kan spreken over het aanvaarden of niet-aanvaar. den van dit voorstel. Over dit plan is overeenstem ming bereikt tussen de zgn. standsorganisaties, de P. Z. E. M. en de afd. Zeeland van de vereniging van Nederlandse Gemeenten. Ik meen dat wö alleen kunnen beslissen of wjj deze regeling kunnen aan vaarden. Een eventuele amendering is een andere vraag. De heer De Vos: Het is heel moeilijk om op de eerste vraag van de heer Ramondt te antwoorden. Wö hebben niet vernomen van de P. Z. E. M. hoe zwaar de te leggen kabel zal zön, maar hebben aangenomen dat de P. Z. E. M. zelf er wel voor zal zorgen, dat deze zwaar genoeg zal zön om de be dreven van voldoende stroom te kunnen voorzien. Wanneer het overigens gaat om een afname van 5 kw. dan moet men bedenken, dat er velen zön, die belangrijk minder zullen gaan afnemen. Ik wil graag toezeggen, dat wö daar nog naar zullen in formeren, hoewel ik niet geloof dat eventuele ver- vangingskosten nog in rekening zouden worden ge bracht aan de mensen zelf. Wanneer de kabel er ligt en deze zou te licht blöken te zön, dan zal de P. Z. E. M. deze toch wel op eigen kosten vernieu wen. Wat de büdrage betreft wil ik mij aansluiten bö uw woorden, meneer de Voorzitter. Ik geloof niet, dat het juist is te stellen, dat de bijdragen van be langhebbenden nog zó veel te hoog zön dat het nodig is dat de gemeente nog een extra-büdrage geeft. Het is zo, dat de gemeentelöke büdrage een belangrijk bedrag uitmaakt, maar dat daarnaast nog een groot bedrag voor rekening van het elek triciteitsbedrijf zelf wordt genomen. Als ik zie, dat de hoogste büdrage, die hier door een particulier moet betaald worden ƒ2700,is voor een bedrijf van 40 ha, dan geloof ik, dat dit toch wel te dragen is. Voor de overige aan te sluiten percelen moet belangrijk minder worden betaald. Bovendien moet in het oog worden gehouden, dat de waarde van het bedrijf vermeerdert wan neer het op de centrale voorzieningen ig aange sloten. Het is bovendien niet zó, dat men derge- ljjRe bpdragen in één jaar hoeft af te schrijven. Men kan dit over een aantal jaren uitsmeren en zeker voor een landbouwbedrijf van 40 ha moet dat toch te dragen zön. Dit is een regeling, die overeengekomen is met de standsorganisaties, waar de betrokkenen zich mee hebben verenigd. Wö heb ben hier een object waar 20 percelen kunnen wor den aangesloten, 18 daarvan hebben zich met de voorstellen verenigd en 2 nog niet, en deze twee zgn juist niet de grootsten, doch een paar kleinere percelen, waarvan de büdrage, welke die mensen zouden moeten betalen, de gemeente voor haar rekening neemt en zü is bovendien nog garant voor de jaarRjkse kosten van stroomverbruik, een en ander om dit door te kunnen laten gaan. Ik geloof, dat het moeilük is om verder te gaan. dan dit voorstel. Er zön in deze gemeente nog kleine 20 die verder nog voor aansluiting in'onrecht doen. De secretaris en ik hebben een aanmerking zouden kunnen komen. Misschien benbespreking gehad niet de P. Z.E. M. Dit was het ik met dit getal al aan de hoge kant. Er is een uiterste wat eruit te halen was. aantal onder, dat voor aansluiting van een heel' Ik geloof, dat wij deze regeling ongewüzigd moe- anderekant moet worden benaderd. Er is een object ten aannemen en blü moeten zön, dat er nog zo dat zou moeten samengaan met een aantal bedrlj-,weinig percelen overblöven. Wp kunnen wei stri ven, gelegen in de gemeente Hoek. jlen, dat de mensen in de buitenwijken de^ „pak- Ik heb zelf 2 a 3 jaar geleden de vergadering ezels" zön, maar dat gaat toch niet altüd op. meegemaakt en toen was er bö de mensen nog Ook in de kom van de gemeente is niet alles altijd niet de minste belangstelling om aangesloten te even gelijk. Ook daar is groot verschil in grond- worden. Men wilde dat natuurlök wel zonder kos- prijzen in de verschillende exploitatieplannen. Ik ten, maar dat kon niet. De raad heeft zich toen zou onmiddellök akkoord gaan met een algemene bereid verklaard mede te werken, maar er waren regeling. te weinig deelnemenden. Ik geloof, dat wij er verstandig aan doen dit U weet, dat vorig jaar door Provinciale Staten te aanvaarden, ook omdat de mensen hiermee het eiectriciteitsbedrijf praktisch verplicht werd praktisch allemaal al akkoord zön gegaan. Er kan om een bedrag van 3 ton extra voor de onrendabele weliswaar nog altüd iemand zich terugtrekken en gebieden te besteden en deze 3 ton moest geheel als dat het geval is, zal de gemeentelöke büdrage ten goede komen aan de individuele personen, hoger worden. Daar mochten de gemeenten niet van meeprofi-| pe Weterings: Meneer de Voorzitter, ik teren. Alleen de garantieregeling is voor ons iets ben bet met uw zjenswijze helemaal niet eens. anders geworden. De bijdragen van de betrokkenen De raa(j .g nie(. gehend in het opstellen van dit het exploitatieplan. U zult begrijpen, dat voor enkele percelen het zön er niet veel, nog een zön belangrijk verlaagd. ontwerp en men kan dus rustig het gemeente- Ik weet niet of er gemeenten zijn, die méér aandeej hier uitlichten want dat behoort tot de zullen betalen dan hier wordt gevraagd. Wat wp bevoegdheid van de raad. Daar kan verschil van nu doen mag alleszins redelpk genoemd worden. menjng over bestaan, maar ik vind dit scherp De heer Blepenberg: Dit punt van de elektrifica- £ormele standpunt helemaal niet juist, tie van de onrendabele gebieden wordt eigenlijk al| wanneer ik zekerheid had, dat alle mensen, die voor de tweede maal besproken. In onze fractie is jn principe toegezegd hebben mee te werken, dit dit uitvoerig besproken en daar is de gedachte ook doen> dan 20U akkoord gaan, maar een naar voren gekomen, die de heer Ramondt bp principe-besluit is nog geen officieel besluit. Eerst zpn tweede vraag lanceerde, namelpk om zeif nog moet er een besluit genomen worden door de raad iets verder te gaan dan die 20 /e, die op grond van gerneen£e Terneuzen. Als er echter mensen van deze regeling van ons gevraagd wordt. Wp z^n jn pr;ncjpe akkoord gaan en zich dan terugtrekken, betekent dat voor de gemeente een verzwaring van de lasten. Het gaat er dus om dit zodanig aantrekkelijk te maken, dat iedereen van die 20 meedoet. Ik zie niet in waarom op een ge geven moment niet een hogere bijdrage kan ge geven worden. De heer Huijbreeht: Ik ben het met de Voorzit, ter eens, dat wp niet eenzijdig een ontwerp-over eenkomst kunnen amenderen. Als U deze regeling wilt veranderen, dan moet dat met de paripen worden overlegd. Een zaak van de raad is wel het al of niet aanvaarden van deze overeenkomst. Als men het een onjuiste regeling acht, dan moet men er tegen stemmen, maar amenderen kan mesi in dit geval niet. Bovendien ben ik het eens met de heer De Vos, zpn ervan overtuigd, dat wij die te accepteren hebben, maar het zou toch wenselpk zijn, omdat dit de laatste keer is, dat er kans zal zijn om aan te sluiten, dat er een toeslag kan gegeven worden van gemeentewege aan die personen, die vóór 1 ianuari 1965 een bindende aanvrage tot de P. Z. E. M. hebben gericht. De aanvragen zpn nu toch nog maar in principe gedaan. De heer Huijbreeht: De gemeente komt bij di* plan tegemoet in de kosten. Om nu bovendien een premie te geven en te vragen of men toch maar wil aansluiten, gaat toch helemaal naast de zaak. Ik zou hier nu zonder inlichtingen geen verstandig woord over kunnen zeggen. De heer Hol: Is het bekend of bp de belangheb benden de wens leeft voor verdere tegemoet koming dat, als wp het voordeliger gaan maken, dat niet De heer Ramondt: Door de heer De Vos wordt geh'gel eerlyk js tegenover degenen, die al eerder gesteld, dat een bedrüf van 40 ha 2 0, zyn aangesi0ten. Ik gun de mensen het voordeel wel, maar ik vind dat wö één lpn moeten trekken, betalen, terwijl het bedrpf daardoor aan waarde wint. Ik neem aan, dat dit zo is. Hp moet zich echter niet de illusie maken, dat het stroomver bruik van de bedrpven hoger ligt dan dat van de andere percelen. Er is nog altpd een verbruik van ongeveer 90 door de woningen en hiervoor moet men zelf op een bepaald moment een belangrijk bedrag betalen. Ik maak mij sterk, meneer de Voorzitter, dat er wel alle belangstelling was als men op dezelfde onder dezelfde voorwaarden. De heer Ramondt: Ik ben het met de heer Wete rings eens, dat op een bepaald moment de gemeen teraad kan besluiten verder te gaan dan deze regeling. Ten aanzien van de standsorganisalies merk ik op, dat zp bö de behartiging van hun belangen getracht hebben te bereiken wat moge ipk was. Dat wil niet zeggen, dat zp er tevreden voorwaarden zou worden aangesloten als binnen mee zpn. In andere gemeenten is dit op een soort- de kom en dan zou er geen onaangesloten perceel gelüke wpze opgevangen. meer zijn. Ook al in een vroeger stadium zou men Een ander punt is evenwel of het dus onredelpk hebben willen aansluiten. In de Vogelschorpolder zou zijn tegenover degenen die eerder aangesloten is het gebeurd, dat, toen men tot elektrificatie!zön. Als wij dat als norm gaan aannemen, dan overging, bleek dat het laatstgelegen bedrüf al .zullen wp in de toekomst ook op andere punten te weinig stroom had, namelpk 2/5 van de normale nog wel vastlopen, want wij zullen nog wel be spanning, waardoor men prompt een nieuwe kabel sluiten nemen, die niet. in dezelfde lön van het moest leggen, voor rekening van de P. Z. E. M.,j verleden liggen. omdat men moeilijk kon aantonen dat de fout bij Voorts is voor mp nog een punt de zwaarte van. de aanvragers lag. óe kabel. Als deze mensen dus van de kant van de De heer De Feijter: Het is al een aantal jaren Z'E/M" °P basis van de exploitatie, het meer- geleden, dat overeenstemming is bereikt tussen de dere stroomverbruik terug zouden krügen, dan ga P. Z. E. M„ de gemeenten en de standsorganisaties i er akkooid mee. Men moet van te voren een inzake de verdriing van de kosten. De standsorga- bMrage betelen en ris dan blpkt dat men méér nisaties zpn ermee akkoord gegaan, maar in de ,',i™3 loop van de jaren is er bpgekomen door de sterke kostenstijging. Het komt dus hierop neer, dat, wanneer iemand buiten de kom woont, hp heel wat meer moet betalen dan enige jaren geleden. Ik weet, dat het percentage van de gemeente uiteraard hetzelfde is gebleven, maar de büdragen worden natuurlpk wel verhoogd. Toch worden de bpdragen voor de particulieren bezwaarlpker om dat ze steeds hoger worden. Ik kan de vragen van de heren Ramondt en Blpeenberg begrijpen en kan me er mee verenigen. Is er een mogelijkheid, dat er een regeling wordt getroffen voor percelen die nog aangesloten moe ten worden, dat de kosten voor de belanghebben den wat lager zullen, komen te liggen dan tot dusverre Ik weet niet hoe het precies zou moeten. Ik ge loof, dat dit aangenomen of verworpen zal moeten worden, maar ik meen toch dat men daarnaast een andere weg zal moeten bewandelen, waardoor het mogelijk zal zpn dat de kosten voor de betrok kenen lager zullen worden. De woningen en be drijven van mensen, die buiten de stad of dorp wonen, moeten toch ook voorzien kunnen wor den van elektrische verlichting. Men is daar op velerlei gebied de pakdragende ezel van de samen leving. De Voorzitter: Ik meen dat de kwesties van de onrendabele aansluitingen in andere gemeente raden een onderwerp zön geweest van breedvoeri ge discussie en ik ben verheugd, dat deze zaak ook in Terneuzen de nodige aandacht krijgt. Uit de stukken van een paar jaar geleden heeft U dit al gezien en de ouderen onder U herinneren zich nog wel de stukken van vroeger over de onrenda bele gebieden. Ik heb gezegd, dat wij, formeel ge zien, hebben te beslissen over het al of niet aan vaarden van dit voorstel. Met het overleg met de standsorganisaties doelde ik overigens op dat van recenten datum. Ik heb vandaag gehoord van degene, die de onderhandelingen heeft gevoerd namens de P. Z. E M., dat hierbij ingeschakeld is geweest de Vereni-| ging van Nederlandse Gemeenten naar de gemeen telöke kant en de standsorganisaties naar de ande re kant. Ik zou het persoonlük onjuist vinden wan neer in afwpking van deze regeling beslissingen zouden genomen worden die verder gaan. Ik meen dat het formeel niet kan althans niet als onderdeel van deze regeling en dat het uit een oogpunt van rechtsgeiükheid niet verkieslijk zou zpn. Een gemeente met een grote financiële draagkracht zou op een gunstige regeling voor de belanghebbenden goedkeuring kunnen verkrijgen, terwijl een gemeente met zware lasten het risico zou lopen dat dit niet goedgekeurd zou worden, waardoor dus in de ene gemeente ten deze een andere regiem gevormd wordt dan in een andere gemeente. Ik heb in het begin willen ontraden dit voorstel te amenderen. Wanneer ik mij niet vergis is de vergrote bü drage van het bedrpf t.b.v. de onrendabele gebie den vastgesteld op een voorstel van die leden van Provinciale Staten, die ten nauwste relatie heb ben met de standsorganisaties uit de agrarische wereld. Dat men als gemeenteraad dit gaat amen deren, lökt mö onjuist. Kiegt dan de koninklpke weg en aanvaardt het voorstel niet. De heer De Vos: Ik heb zoeven gesproken over een büdrage van 2700,en dat is natuurlpk een hoog»bedrag, maar de daarop volgende bpdrage is 1688,en dat is nog altijd een bedrijf van 16 ha groot. Dat is dus belangrijk minder. Het is zó, dat men voor de eigen büdrage rekent een vast bedrag te vermeerderen met een bedrag per ha, dus het gaat naar de grootte van het bedrpf- Maar, afgezien van de vraag of wp een hogere büdrage goedgekeurd zouden kunnen krügen, ge zien de tekorten op de begroting, zou men tekort doen aan de reehtsgelpkheid. In het verleden hebben wö ook medewerking verleend aan dergelüke plannen en daar is iets dergelpkg nooit bij gebeurd. Toen was de eigen bpdrage relatief nog hoger dan nu. Toen werd er niet 3 ton extra in een fonds voor onrendabele gebieden gestort. Ik geloof, dat het volstrekt onjuist zou zpn, wanneer wp nu mensen, die in het verleden niet hebben aangesloten, een extra- oremie zouden gaan geven, omdat ze zo lang heb ben gewacht en omdat het nu duurder is geworden. Wö zouden daarmee al die mensen die in het verleden met de büdrage akkoord zön gegaan. Er zullen er uiteindelpk zön, die een zekere premie betalen voor degenen die niet aansluiten. Daar zal het uiteindelpk op neerkomen, omdat de ramingen van dit plan te laag zpn. Nogmaals, rrqjnheer de Voorzitter, het is hier in de eerste plaats een kwestie, niet van bedrijfsaan- sluiting, maar van woningaansluiting. De heer De'Vos: Eerst is de heer jf^Wiöndt bang' dat de kabel-niet zwaar genoeg is, eh dan zégt hü, dat het hoofdzakelpk woningen' zlflléfi üjn'j'Öie de stroom afnemen. Dan zal de kabel toch zeker wel zwaar genoeg zijn, daar het dus niet gaat om de grootte van de bedrpven. Ik kan het niet helemaal beoordelen, maar de landbouw zal in het algemeen toch ook wel elektrificeren. Ik ben het ook niet eens met het gestelde ten aanzien van de stroomprüs, want dit project wordt niet op zichzelf bekeken. Dit zön tarieven die over al gelden en wanneer men op grond van deze tarieven niet aan de garantie komt, dan moet men bpbetalen. Ik meen niet, dat men deze lijn afzon- derlük gaat exploiteren. Het staat de gemeente raad vrp, in afwpking van de door anderen te treffen regeling, alles voor rekening van de ge meente te nemen. Het hangt er van af of Gedepu teerde Staten dat zouden goedkeuren, hetgeen ik betwpfel. Maar ik blpf er bp, dat het niet juist is tegen over vroeger aangeslotenen. Dit is toch wel een heel duidelpk geval en om nu een extra-premie te geven zou niet billpk zpn. De mensen zön van de kosten op de hoogte en zp hebben zich in principe bereid verklaard aan te sluiten. Ook bp vroegere gevallen was het zo, dat er eerst alleen maar een principiële toezegging was, die dan gevolgd werd door een definitieve, na dat de raad zich bereid verklaarde mede te werken. Ik geloof, dat het verstandig zou zpn niet verder te gaan, dan hier is voorgesteld en het voorstel te aanvaarden zoals het vóór ons ligt. De Voorzitter: Mevrouw, müne heren, ik wil U vragen conform dit voorstel van ons college te be sluiten. Mocht er een bepaald amendement op dit voorstel zön, dan kan dit in stemming komen. De heer Bleijenberg: Ik zou het percentage van de gemeentelöke bpdrage willen verhogen onder voor-waarde, dat de betrokkenen vóór 1 januari 1965 een bindende aanvraag doen tot aansluiting. De Voorzitter: Als U een amendement hebt dient dit concreet te worden voorgesteld. Ik schors hier- bp een ogenblik de vergadering om gelegenheid te geven tot een formulering te komen. De Voorzitter: Ik stel dus aan de orde het voor* stel van ons college tot het verlenen van mede werking tot elektrificatie van onrendabele gebie den in deze gemeente. Verlangt iemand hierover nog het woordT De heer Bleijenberg: Meneer de Voorzitter, ik wil, los van dit voorstel een amendement indienen, in dien zin, dat er aan de personen, die vóór 1 januari 1965 tot de P. Z. E. M. een bindende aan vraag richten, door de gemeente een toeslag wordt verleend van 10 De heer De Vos: Ik zou eerst gaarne nog een toelichting hebben op dit voorstel. Er wordt voor gesteld aan die mensen, die vóór 1 januari 1963 een definitief contract tekenen, een toeslag te geven van 10 Waarvan te berekenen? De heer Ramondt: Een verhoging van de ge meentelöke bpdrage tot 30 De heer De Vos: Nu zpn wp garant voor ƒ1000 en dat zou dan worden ƒ1100, dat is voor mp 10 Dan moet men dus stellen, dat de gemeente dan een bpdrage zal geven van 30 in plaatg van 20 Als men spreekt over een toeslag van 10 fo is dat een toeslag op de gemeentelöke bü drage van 10 De heer Bleijenberg: Dan moet de toeslag wor den gesteld op 50 van de gemeentelöke bpdrage. De Voorzitter: Uw bedoeling is dus een bpdrage van 20 van de gemiddelde aanlegkosten, met dien verstande dus dat voor degene, die zich vóór 1 januari 1965 verplicht, deze bü'drage zou komen op' 30 De heer Hol: Onze fractie meent, dat wij daar tegen moeten zön. Ik wil dit ten stelligste ont raden. Hoe kan men dit verantwoorden? Dit schept toch precedenten tegenover hen, die reeds vroe»

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1964 | | pagina 4