Zateaxlag 9 november 196S
DE VRIJE ZEEUW
Pagina 7
Gemeenteraad van Terneuzen
(Vervolg van pagina 4)
kap. Wanneer ik naar de maquette kijk is deze
kap grijs geverfd. Wordt dit een pannendak of jets
anders? Ik zou het heel mooi vinden wanneer het
een glad dak zou worden dat te zijner tijd een beet-
je groen wordt.
De heer Weterings: Meneer de voorzitter, ik heb
niets gehoord over de ruimte onder het gebouw.
Een politiebureau is zeer belangrijk en als er zich
een kalamiteit voordoet, dan moet er toch een
voorziening getroffen zijn. Onder alle omstandig
heden moet de dienst toch blijven funktioneren.
De Voorzitter: Het is zeer terecht dat U dit op
merkt, maar met. betrekking tot de omstandig
heden, waaraan U denkt, is het de bedoeling dat
in het nieuwe stadhuis een bestuurskommando-
post wordt gebouwd met ruimte voor de politie.
De heer De Feijter: In het voorstel staat dat de
kosten van het bestedingsgereedmaken ongeveer
43.000 zullen bedragen. Daarin zvjn niet begrepen
de kosten van toezicht houden. Komt dat er later
hij?
De Voorzitter: Inderdaad, die kosten komen
later tijdens de bouw.
De heer De Feijter: Waaraan is het bedrag van
het honorarium ontleend?
De Voorzitter: Dat is een percentage van de ge-
Schatte bouwkosten.
De heer De Vos: In het bedrag van 43.000 zit
ten bovendien de kosten voor adviezen die ge
vraagd moeten worden aan verschillende instan
ties, b.v. voor de fundering.
Dc heer De Feijter: Ik vind het bedrag wel aan
de hoge kant.
De heer Dc Meijer: Alleen het honorarium van
dc architekl is al ongeveer 6 van de totale
bouwsom.
De heer De Feijter: Ik begrijp dat het toezicht-
houden ook aan dezelfde architèkt moet worden
opgedragen. Maar kunnen wij opdrachten als de
onderhavige te zijner tijd aan de eigen dienst geven?
De heer De Vos: Bij voorkeur niet. Men moet
niet alles willen laten ontwerpen door dezelfde men-
sen. Wanneer men van de stad iets maken wil
moet men gebruik maken van verschillende archi-
lekten met verschillende ideeën. De gemeente kan
ook wel eens een gebouw laten ontwerpen door de
eigen dienst, maar het zou fout zijn alles aan die
dienst op te dragen.
De heer De Feijter: Bij een goede dienst is dat
toch niet zo'n bezwaar?
De heer De Vos: Ik zou niet willen dat alles ont
worpen wordt door dezelfde architèkt.
De heer Dc Feijter: Het gaat hier om gemeente-
gebouwen.
De heer De Vos: Die zijn ook belangrijk en daar
bij is ook van belang dat niet altijd dezelfde deze
ontwerpt. Tenslotte heeft ieder zijn eigen stijl en
op den duur zou men te veel dezelfde stijl zien.
Wij moeten hier niet naar streven. Daar kan een
eigen dienst nooit voldoende voor geëquipeerd
worden. De dienst zou dan veel omvangrijker moe
ten zijn dan de normale bezetting. Met deze op
dracht is al ongeveer een jaar gemoeid. Dan blok
keert men het personeel te veel. Het is veel ver
standiger daar een apart bureau voor in te scha
kelen.
De heer De Feijter: Overigens geloof ik dat dit
gebouw groot genoeg zal zijn voor tientallen jaren,
als wij de korpschef horen zeggen dat het voor
45 a 50 personeelsleden geschikt is.
De lieer Van Langevelde: Ik acht het verstandig,
dat een krediet wordt gevraagd voor verschillen
de doeleinden, dus niet alleen voor architekten-
ïionorarium, want het is niet goed dat aannemers
nu al weten op welk bedrag de bouwkosten wor
den geraamd.
De Voorzitter: Het is inderdaad de bedoeling dat
de geraamde aanneemsom niet bekend wordt.
De heer Hol: Iedereen die ter plaatse bekend
Is niet. de huisvesting van de politie zal wel van
mening zijn dat het niet vóór zijn tijd is dat er
een nieuw politieburau komt. Dit is zeer urgent,
terwijl het architektenbureau één jaar nodig heeft
voor het bestedingsgereedmaken. Is het mogelijk
de tijd van voorbereiding wat te bekorten? Wel
licht ook uit financiële overwegingen.
De Voorzitter: Deze termijn is al zeer krap ge
steld. Een dergelijk gebouw vraagt intensief on
derzoek zoals voor de fundering, installaties, enz.
Het is nauwkeurig met de architèkt besproken. Ik
heb overigens niet de illusie dat, wanneer het ont
werp klaar is, wij direkt dc rijksgoedkeuring zul
len hebben.
Ik dank de inspekteur hartelijk voor zijn duide
lijke uiteenzetting.
Zonder hoofdelijke stemming wordt konform hel
voorstel besloten.
De heer Van Ooijen verlaat de vergadering.
13. Idem inzake onderhandse aanbesteding van
de bouw van het hoofdsportgebouw met tri
bune in het Zuidersportpark alhier.
De heer Weterings: Ik wil hier mijn buitenge
wone erkentelijkheid uitspreken dat het plan nu
eindelijk rond is en dat het sportterrein zijn vol
ledige akkomodatie zal verkrijgen. Het is wel duur,
maar ik ben er toch zeer bl\j mee.
Mevr. DoornsOrtelee: Ik sluit mij bij de woor
den van de heer Weterings graag aan. Binnen en
kele jaren is het misschien nog veel duurder.
De heer Fijn van Draat: Hoe groot is de rijks
bijdrage voor dit object?
De Voorzitter: Wij verwachten dat er nog on
geveer 35.000 voor rekening van de gemeente
blijft.
De heer Dieleman: Ik ben principieel tegen dit
voorstel. Bovendien vind ik het niet verantwoord
om aan een dergelijk object zulk een bedrag te be
steden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt konform het
voorstel besloten, waarbij de heer Dieleman wordt
geacht legen te hebben gestemd.
14. Idem tot de bouw van een noodlokaal ten
behoeve van de Zuidlandschool en tot onder
handse aanbesteding daarvan.
De heer Fijn van Draat: Is de konstruktie van
het noodlokaal zó, dat er later, bij de mogelijkheid
van liet bouwen van een stenen lokaal, dit nog een
andere bestemming zal kunnen krijgen?
De Voorzitter: Daar is inderdaad rekening mee
gehouden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt konform het
voorstel besloten,
15. Idem tot het beschikbaar stellen van een
tweede lokaal van de „Zonncschool" alhier
ten behoeve van het geven van onderwijs
aan Amerikaans© kinderen.
Zonder bespreking en hoofdelijke stemming
wordt konform het voorstel besloten.
16. Idem tot het verlenen van een vergoeding
voor het vakonderwijs over 1963 aan het
bestuur van de Hèrvorinde School alhier.
Zonder bespreking en hoofdelijke stemming
wordt konform het vorstel besloten.
17. Idem inzake het geven van vakonderwijs aan
de openbare Uloschool alhier.
Zonder bespreking en hoofdelijke stemming
wordt konform het voorstel besloten.
18. Idem tot het verlenen van medewerking ex
artikel 73 van de Dager Onderwijswet 1920
aan:
a.) Het bestuur van de vereniging tot het
verstrekken van Lager Onderwijs op
Geref. grondslag, ten behoeve van de
school aan de Schoollaan;
b.) Het bestuur van de U.K.Lagere Sint
Antoniussschool te Sluiskil (voor aan
schaffing leermiddelen voor 15 leerlin
gen):
C.) Het bestuur van de R. K. Lagere Sint
Antoniussschool te Sluiskil (voor aan
schaffing van een methode voor het vak
natuurkunde)
d.) Het. bestuur van de Christelijke Lagere
School te Sluiskil.
De heer Fijn van Draat: wy hebben het er al
eens vroeger over gehad. Ik ben niet tegen deze
voorstéllen, maar is het niet mogelijk de besturen
te vragen dat zij met dergelijke veranderingen aan
het begin van het jaar komen?
De Voorzitter: Wij hebben hier al eens op ge~-
wezen. U moet echter bedenken dat het vragen om
medewerking voor dergelijke voorzieningen vaak
samenhangt met bezoeken van de inspekteur. Er
zijn dus omstandigheden waarin dit niet kan. Overi
gens kunnen wij er in principe geen invloed op
uitoefenen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt konform het
voorstel besloten.
19. Idem inzake het verlenen van machtiging
tot het aangaan van vlottende schuld.
Zonder bespreking en hoofdelijke stemming
wordt konform het voorstel besloten.
20. Idem tot wijziging van de gemeente-begro
ting 1963 en dc begroting 1963 van het
grondbedrijf.
De heer Van Langevelde: Bp volgnummer 576 is
een subsidie opgenomen voor de watersportvereni
ging „Neusen". Het js toch gewoonte dat de sub
sidies verleend worden bij de vaststelling van de
begroting en nu wordt er weer een tussentijdse
subsidie verleend. Is dit nu juist? Wij hebben al
eens een verzoek afgewezen omdat dat tussentijds
kwam.
De Voorzitter: Dit is een reeds lang lopend ver
zoek, waarvan de behandeling door burgemeester
en wethouders vertraging heeft ondergaan omdat
eerst overleg moest plaatsvinden met de Rijks
waterstaat, die medewerking moest verlenen voor
het maken van deze aanlegsteiger.
De heer De Vos: Ik geloof, dat wij dit ook niét
zozeer moeten zien als een subsidie. De heer Van
Langevelde zegt terecht, dat wij die niet tussen
tijds moeten verlenen. Het. gaat in dit geval ech
ter om een éénmalige büdrage zoals indertijd ook
is gegeven aan de andere jachtclub voor een aan
legsteiger. Alleen was die bijdrage groter. Maar
aangezien hier dus een precedent ligt, kunnen wij
toch moeilijk dit verzoek afwiizen, temeer daar
wij hier sympatiek tegenover kunnen staan gezien
het doel waarom deze vereniging is opgericht,
namelijk het voor mensen met een smalte beurs
mogelijk maken dat zij de watersport beoefenen.
Als wij bedenken dat er op ander gebied voor
sportvelden, zwembaden en dergelijke ook be
langrijke bedragen worden geïnvesteerd, dan ge
loof ik dat het juist is, dat wij ook voor deze
sport een bijdrage verlenen.
De heer Van Langevelde: Ik heb er geen be
zwaar meer tegen.
De heer Fijn van Draat: Voor de levering van
het houten noodlokaal werd (post 776 b) geen
vrije inschrijving gehouden door bijzondere om
standigheden, Ik wil nu nog even vragen of de
inrichting ook bij een onderhandse aanbesteding
geschiedt of wordt dit een vrije aanbesteding?
De Voorzitter: Ik meen niet dal zulks de be
doeling is, gezien de geringe omvang van het
werk.
De heer De Meijer: Wij vragen wel meerdere
prijsopgaven. Deze worden dan vergeleken.
De lieer Huijbrecht: Ik wil nog even terug
komen op volgnummer 576 ten aanzien van de
aanlegim'ichting voor pleziervaartuigen. Ik zie dit;
nog maar als een begin. Ik zal het op prijs stellen
om te zijner tyd de zienswijze van uw kollege te
vernemen over de ontwikkeling van de jacht
haven in Terneuzen. Deze steiger is maar een
heel eenvoudig dingetje en ik voorzie,"bij de ver
dere ontwikkeling, dal wij er zó niet mee klaar
zijn.
De Voorzitter: Ik kan U mededelen, dat reeds
meerdere malen in ons kollege gesproken is over
het gehele probleem van de jaehthaven-akkomo-
datie in onze gemeente. U zult begrppen dat hier
voor een nauwkeurig overleg nodig is met. Rijks
waterstaat en dat is onzerzijds op gang gebracht.
Aan liet totale probleem wordt zeker aandacht
besteed.
De heer De Meijer: Het gaat om de oostelyke
binnenhaven en de buitenhaven, welke laatste dan
alleen nog gebruikt wordt voor de veerdienst Ter
neuzenHoedèkenskerke.
De heer Weterings: Wij mogen toch, hoop ik,
aannemen dat nog vóór het zomerseizoen uitbag-
gering van de buitenhaven plaats vindt. Ik vind
het een ongelukkige ligging in verband met de
binnenvaartschepen die daar nog liggen.
De heer De Vos: Dat is een aangelegenheid van
de Rijkswaterstaat. Ik neem aan, dat de belangheb
benden met die dienst daarover overleg plegen.
De heer De Meijer: Bij de jaarlijkse uitbagge
ring zijn, meen ik, de mogelijkheden om aan te
leggen al iets vergroot.
De heer Huijbrecht: De scheepvaart neemt ont
zettend toe. Het zal steeds moeilijker worden de
zaken dusdanig te regelen dat ieder aan zijn trek
ken komt en als men moet kiezen tussen handels-
echeepvaart en plezierscheepvaart, dan wordt de
keuze wel bijzonder moeilijk.
Zonder hoofdelijke stemming wordt konform het
voorstel besloten.
21. Aanbieding van de gemeente-begroting 19G4
en van de begrotingen 1964 van de takken
van dienst als bedoeld in artikel 253 van
de Gemeentewet.
De Vooratter: Naar U weet is deze aanbieding
een formele kwestie. De begrotingsvergadering is
gepland op 29 november en het afdelingsonderzoek
op woensdag 13 en vrijdag 15 november. Wij zullen
de afdelingen nog laten weten hoe die samenge
steld zijn. De gewone raadsvergadering is voorlopig
gesteld op 21 november.
22. Rondvraag.
De heer Van Langevelde: Ik zou willen vragen
hoe het zit met de aankoop van grond voor
woningbouw in verband met het nieuwe uitbrei
dingsplan.
De heer De Vos: Hiermede zijn wij druk bezig
en het is niet onmogelijk dat in de volgende raads
vergadering reeds een voorstel komt voor een
niet onbelangrijke aankoop. Er wordt nog voort
durend onderhandeld.
De heer Van Langevelde: Dat boekje over de in
dustrialisatie vind ik zeer mooi. Is het de bedoeling
van de minister om Terneuzen ook na 1964 als
kerngemeente te beschouwen?
De Voorzitter: Ik kan U hierop nog geen ant
woord geven. Het beleid van de regering op dit
punt moet nog bepaald worden, maar ik heb goede
hoop, dat men zal begrijpen, dat het niet mogelijk
is eèn in gang zijnde ontwikkeling ineens af te
kappen.
De heer Fijn van Draat: Ik wil ook graag mijn
waardering uitspreken voor degene die dit hoekje
heeft gemaakt. Het is met recht een visitekaartje
van de gemeente Terneuzen. Aan wie wordt dit
boekje verstrekt?
De Voorzitter: Dit boekje zal gezonden worden
naar de daarvoor in aanmerking komende leden
van de regering: naar de verschillende fracties in
de Staten-Generaal, aan de leden van Gedeputeer
de Staten en een aantal instanties waarvan wij
kunnen verwachten dat men hiervoor een passende
plaats zal hebben. Op ruime schaal wordt hieraan
publiciteit gegeven.
De heer Fijn van Draat: Een poos geleden heb
ik een vraag gesteld naar aanleiding van de ver
zakkingen van diverse gebouwen. Ik heb toen ge
vraagd of het hekend is of de gemeentelijke gebou
wen ook schade hebben geleden. Ik heb op deze
vraag nog geen antwoord gekregen.
De heer Dc Vos: Het was de bedoeling hierop
terug te komen, maai- ik kan nu reeds zeggen dat
aan gemeentelijke gebouwen tot nu toe geen
schade van betekenis is gekonstateerd, ook niet
aan de riolering en niet aan gas- en waterleiding
buizen.
De heer Ramondt: Mijn vraag ging in feite over
hetzelfde. Overigens wil jk gaarne bü vorige spre
kers aansluiten en mün dank uitspreken voor dc
zorgen aan dit boekje besteed.
De heer Brakman: Kunt U zeggen hoe ver het
staat met de voorbereiding van het plan voor de
sportterreinen in Sluiskil en voor de bouw van de
kleuterschool.
De heer De Vos: Wat het sportveld betreft is
het plan op papier klaar; er is een begroting van
die nog door burgemeester en wethouders dient
te worden behandeld. De plannen zijn uitgewerkt.
De uitvoering is echter een andere zaak. Het is de
bedoeling geweest om dit sportveld te doen uit
voeren als D. A. C. W.-werk. De kansen daarvoor
zijn echter zeer gering. Wij overwegen of er een
mogeiykheid is deze op een andere manier uit te
voeren. Voor de gemeente zal dat veel duurder
zijn en het zal de vraag zijn of dit kan worden
'ingepast en of de mogelijkheid bestaat dit goedge
keurd te krijgen. Ook in verband met de beste
dingsbeperking die door de regering voor de over
heidsuitgaven is aangekondigd, is het mogelijk dat
dergelijke objecten langer moeten wachten dan
onder normale omstandigheden het geval zou zijn.
De Voorzitter: Hei, plan voor de kleuterschool
ligt ten departemente op goedkeuring te wachten.
De heer Blejjenbei'g: Meneer de Voorzitter, op
8 februari 1961 heeft de vorige Minister van Volks
huisvesting en Bouwnijverheid aan de kolleges
van burgemeester en wethouders een circulaire
gericht over de mogelijkheid van overdracht van
woningwetwoningen aan de bewoners. Aangezien
hieraan een advies van burgemeester en wethou
ders gekoppeld is neem ik aan dat. U hiervan een
en ander weet en zou ik willen vragen of die re
geling in onze gemeente effekt gesorteerd heeft.
De heer De Vos: Ik kan er dit van zeggen, dat
in de eerste plaats de gemeente Terneuzen
geen woningwetwoningen heeft. De woningwet
woningen die in de gemeente Terneuzen worden
gebouwd zijn eigendom van de bouwvereniging en
wanneer er mensen zyn die .hiervoor interesse
hebben, dan doen zy het beste zich te wenden tot
het bestuur van deze vereniging, zijnde de eige
naresse van deze woningen. Overigens herinner
ik mij dat hier indertijd al over gesproken is, maar
dat er beperkende bepalingen in zijn opgenomen
waardoor niet iedereen zijn woningwetwoning kan
overnemen. Dat ia elders overigens ook nog maar
in zeer geringe mate het geval geweest.
Bovendien bevat deze beschikking ook geen en
kele verplichting voor een bouwvereniging of ge
meente om deze woningen over te dragen. Ik
meen niet dat er in deze gemeente verzoeken ziin
ingediend. Ik zou mjj kunnen voorstellen dat de-
bouwverenigingen weinig voelen voor het over
dragen van woningen. Ik meen mij te herinneren
dat in deze circulaire overigens de voorkeur wordt
uitgesproken voor het. overdragen van woningwet
woningen met, blokken gelijk. Niet zo maar hier
en daar een woning er van tussen.
Ik kan mij voorstellen dat het voor de exploi
tatie van een komplex woningen niet doenlijk is
hiér en daar éép wqjpmg Jte,,vei:kapfin-- Van ver
koop van woningwetwoningen is tot nu toe niet
veel terecht gekomen, niet alleen in deze gemeen
te, doch ook elders.
De heer Blcijenberg: Meneer de Voorzitter, is
het U bekend of de bewoners per circulaire van
deze mogelijkheid op de hoogte zijn gesteld? En
zal voorts het advies van burgemeester en wet
houders positief zijn? Dit is een belangrijk onder
deel van de bezitsvorming, waarnaar toch ge
streefd wordt in het. algemeen en ik geloof niet
dat een bouwvereniging er bezwaar tegen mag
maken, want zo'n vereniging is niet opgericht
voor het verhuren van woningen, maar met het
algemeen doel verbetering van de volkshuisvesting
en hiermede wordt het belang van de volkshuis
vesting toch gediend.
De heer Huijbreeht; Op welke manier dan?
De heer Bleijenberg: Het is toch wei bekend, dat
de eigenaar/bewoner in de regel zijn woning goed
onderhoudt.
De heer Huijbrecht; Ik meen dat het sociaal
gezien niet juist is om woningwetwoningen te ont
trekken aan het doel waarvoor rij gezet zijn, na
melijk voor mensen die. eigenlijk niet zelf kunnen
bouwen of kopen. En wanneer men ze gaat ver
kopen dan is dat hoofdzakelijk aan mensen die
daartoe in staat zijn en die zullen dit op een an
dere wijze ook wel kunnen doen. Ik hoop dat het
advies van burgemeester en wethouders negatief
zal zijn.
Mevr. DoomsOrtelee: Ik wil hier nog aan
toevoegen dat de woningbouwvereniging indertijd
toch in principe besloten heeft om geen woning
wetwoningen te verkopen.
De heer Van Langevelde: Wat mevrouw Doorns
zégt is juist. Deze kwestie is besproken en de
woningbouwvereniging heeft gezegd: wij bouwen
woningen om te verhuren en niet om te verkopen.
Overigens zit achter deze regeling geen dwang. Er
zijn zoveel praktische bezwaren aan verbonden
dat het bijna ondoenlijk is. Een vereniging elders
heeft haar hele bezit gelijk verkocht en is daar
mede gelikwideerd, maar voor de rest komt het
bijna niet voor. In de opmerking van de heer
Huijbrecht zit veel waarheid en met hem geloof
ik niet dat het op de weg van de woningbouw
vereniging ligt woningen te verkopen. Mensen die
willen kopen moeten op een andere wijze trachten
een woning in eigendom te verkrijgen.
De heer De Vos: Op de vraag van de heer
Bleijenberg zou ik nog willen zeggen, dat het een
beetje prematuur is om te vragen positief te zijn.
Wanneer zo'n geval zich voordoet, er is overigens
niet veel kans op, dan zal men elk geval op zich
zelf moeten beoordelen.
Er zijn allerlei beperkingen aan verbonden b.v.
ook een inkomensgrens. Eigenlijk gaat het heus
niet zo eenvoudig als het lijkt en ik kan mij voor
steilen dat er in Terneuzen geen aanvragen bin
nengekomen zijn omdat in de afgelopen jaren de
mensen die wilden kopen, in de gelegenheid zijn
.geweest om een woning in huurkoop te nemen. In
Terneuzen zijn er meer premie- dan woningwet
woningen gebouwd en dat is wellicht ook één van
de redenen dat geen aanvragen zijn ingediend. Ik
heb reeds gezegd dat een woningbouwvereniging
niet is opgericht om woningen te bouwen en dan
te verkopen, maar om deze te verhuren. Dat het
een verbetering van de volkshuisvesting zou be
tekenen wanneer de woningen werden verkocht,
kan ik niet zonder meer onderschrijven. Ieder zal
zijn eigen woning behoorlijk onderhouden maar de
bouwvereniging doet dit binnen de grenzen van
het mogelijke toch ook en bovendien moeten die
bewoners hun woning ook gebruiken alsof die van
henzelf is. Een lid is in wezen mede-eigenaar van
zijn woning, hoewel hij er zelf direct niets over te
vertellen heeft. Dat is toch ook een zekere vorm
van bezitsvorming, al is het niet individueel. De
mogelijkheid van verkoop is door een bepaalde
minister geopend en wanneer er overeenstemming
bestaat tussen de eigenaar en de bewoner, dan is
daar niets tegen.
De heer Bleijenberg: Meneer de Voorzitter, ik
moge opmerken dat deze regeling van 8 februari
1961 niets nieuws is, doch dat het eigenlijk een
herziening is van de regeling van 5 mei 1930, 19
.februari 1948 en 3 september 1949. Dus deze rege
ling bestond vóór de oorlog ook al en wanneer ije
lieer De Vos opmerkt dat één van de voorwaarden
de inkomensgrens is, dan vind ik dat de bezits
vorming van „de kleine man" hierin toch een
grote rol speelt.
De heer Van Langevelde: Ik moge er met
nadruk op wijzen dat in de circulaire zeer duidelijk
gesteld wordt dat het woningwetwoningen moeten
zijn, dus geen premiewoningen.
De heer De Vos: Inderdaad, Deze regeling be
treft niet de premiewoningen.
De heer Van Langevelde: Ik zeg dit met nadruk
om misverstanden te voorkomen.
De heer De Vos: Ik noem maar als voorbeeld
de Stijn Streuvelstraat, waar premiewoningen
staan, welke dus niet in aanmerking komen,
De heer Bleijenberg: Meneer de Voorzitter, rnyn
mening is dat de mogelykheid tot overdracht is
geschapen. Het gebeurt in naburige gemeenten
ook en ik zou er dan ook niet de konkluxie aan
willen verbinden dat andere gemeenten dan ver
keerd handelen.
De heer De Vos: Die konklusie laat ik geheel
voor rekening van de heer Bleijenberg. Wanneer
er bouwverenigingen zijn waarvan de leden iets
besluiten dan behoeft een ander daarvan nog niet
te vertellen dat het verkeerd is. Wanneer dus
leden van een vereniging besluiten om toch de
mogelijkheid van overdracht te scheppen dan is
dat hun goed recht. Individueel kan men daarvan
denken wat men wil.
Ik heb mijn persoonlyke mening niet verteld. Ik
heb gezegd welke de mogelijkheden en beperkin
gen zijn van deze regeling, maar of overdracht
.gebeurt, hangt van de leden af. Wanneer men
daar werk van wil maken moet men zich wenden
tot degene die de woningen in eigendom heeft.
Wanneer de heer Bleijenberg zegt dat andere ge
meenten het wèl doen, dan stel ik de vraag: hoe
veel zijn er in andere gemeenten ai aan bewoners
overgedragen?
De heer Bleijenberg: Meneer de Voorzitter, het
gemeentebestuur zal er toch in een bepaald sta
dium mee te maken krijgen.
De heer De Vos: Inderdaad en wel ill het sta
dium dat er een verzoek is om woningen over te
dragen. Dan zullen wij adviseren en misschien wel
positief als er overeenstemming bestaat.
De heer Bleijenberg: Ik had nog een paar an
dere opmerkingen over de plaatselijke huisves
tingsproblemen. Het is allerwege bekend dat er
vorige week een c.a,o. in de kanaalzone is- afge
sloten, waardoor het loonniveau op dezelfde hoogte
komt te liggen als in het gebied by de Nieuwe
Waterweg. Ik verwacht mede daardoor toch wel
een grotere belangstelling om in de bestaande
industrieën te komen werken. Daardoor zal de
behoefte aan woongelegenheid in deze gemeente
nog groter worden. Is het niet mogelijk om de
verschillende facetten van de huidige problemen
van de huisvesting in de gemeente eens in een
nota neer te leggen? Voorts kan een kommissie ad
hoe uit de gemeenteraad worden ingesteld, waar
door er wellicht nieuwe ideeën naar voren komen
die enig soelaas kunnen bieden om uit de moei
lijkheden in verband met de huisvesting te komen.
Ik denk hier aan de regeling van de z.g. 14.000
woningen. Ik denk ook aan de z.g. zelf-doeners,
dus mensen die zelf een woning bouwen en ook
aan mogelijkheden die al zo lang in verschillende
andere grote steden, zoals Groningen, Enschedé en
Hilversum, geschapen zijn om een terrein aan te
wijzen waar het mogelijk is om onder bepaalde
voorwaarden tijdelijke huisvestingsmogelijkheden
te scheppen. Het is interessant dit nader te bezien
en alle facetten in een nota vast te leggèn.
De Voorzitter: Het gehele probleem van de
huisvesting in deze gemeente is op het ogenblik
in studie en ik verzeker U dat burgemeester en
wethouders zeker de verschillende facetten onder
ogen zullen zien. Dit probleem plaatst ons voor-
grote zorgen en ik kan U verzekeren dat dit de
volledige aandacht heeft, ook in de verschillende
schakeringen die U zojuist stelde. Ik heb persoon
lijk de indruk dat wij van de regeling die de minis
ter heeft afgekondigd voor de huizen van 14.000
voor onze gemeente niet veel behoeven te ver
wachten.
De heer De Vos: Ik kan er nog wel aan toevoe
gen dat uit alle publikaties blijkt dat het niet in
de eerste plaats de bedoeling is geweest dat deze
regeling ook zou gelden voor gemeenten als Ter
neuzen. Wanneer ergens in een gemeente onge
bruikte bouwkapaciteit aanwezig is en daar wil
iemand individueel een huisje bouwen beneden de
pr'ys van 14.000 dan kan dit volgens de minister
worden toegestaan. De direkties van de volkshuis
vesting en bouwnijverheid in de verschillende pro
vincies hebben daaromtrent instrukties gekregen.
Indien er overigens in Terneuzen nog ongebruikte
bouwcapaciteit zou zijn, zouden er weer moeilijk
heden zijn met de grond. Deze problemen zijn al
van alle kanten bekeken. Wij hebben heus niet
gewacht tot de heer Bleijenberg hier naar vroeg.
U hebt al gezegd, mijnheer de Voorzitter, dat wij
hier reeds lang mee bezig zyn. Wjj worden dage
lijks gekonfronteerd met huisvestingsmoeilyk-
heden die veel groter geworden zijn dan die in
voorgaande jaren. Dat is het gevolg van de uit
breiding van de werkgelegenheid welke zich hier
voltrekt en het is een moeilijke overgangsperiode
die wij thans door moeten maken. De bouwplannen
hebben wy niet zo snel kunnen realiseren als
noodzakelijk was. Wy hebben op het ogenblik
volume voor 300 woningen, maar daarmee staan
ze er nog niet. Dit zijn dus de moeilijkheden en
men zal er rekening mee moeten houden dat het
nog moeilijker zal rijn om de mensen aan een
woning te helpen, zeker in het komende jaar, dan
in de laatste jaren het geval is geweest en wan
neer de heer Bleijenberg nu vraagt een terrein
aan te wyzen voor tijdelijke huisvesting, ik neem
aan dat hij dan bedoeld noodwoningen, dan moet
ik zeggen dat dit bij de huidige bouwplannen van
de gemeente zeer moeilijk te realiseren zal zyn.
Bovendien is er geen bouwgrond beschikbaar. Wij
zijn druk bezig met het aankopen van gronden
doch er liggen weeral bouwplannen op waarvan
wil hopen dat ze gerealiseerd zullen kunnen wor
den. Vlak na de oorlog is hier ook een plan voor
noodwoningen geweest. Wij zijn er niet toe over
gegaan deze te bouwen en ik ben er nu nog blij
om. Je komt er in jaren niet vanaf. Ik ben het
eens met de heer Bleijenberg dat de situatie op
het ogenblik door verschillende omstandigheden
zeer moeilijk is. Er verdwijnen b.v. ook arbeiders
uit de woningbouw naar de verschillende andere
werken. Een aantal woningen moet vervangen
worden in verband met de kanaalverbreding. Veel
mensen komen van elders in verband met de indus
trievestigingen. Het is een moeilijk probleem en
-wij moeten er doorheen. De enige oplossing is zo
snel mogelijk woningen te bouwen.
De Voorzitter: Ik wou nog onderstrepen dat
deze problemen voor burgemeester en wethouders
niet nieuw zijn.
De heer Bleijenberg: Beschouwt U dit niet als
kritiek op uw kollege. Voor uw werkzaamheden
heb ik grote waardering.
De heer Dieleman: Ik bekijk nogal eens een
stuk van de Baandijk. Denkt U niet dat het tijd
wordt om die woningen van de Baandijk, die gren
zen aan het industrieterrein, te amoveren. Ik vind
dat wel gewenst.
De heer De Vos: Dit is reeds enige tijd in be
handeling en wij zullen zien wat wij hier kunnen
doen. Wij zyn het volledig met de heer Dieleman
eens.
De heer Waverijn: Wij hebben indertijd „mate
riaal" van de gemeente ontvangen om schriftelijk
vragen te stellen. Ik geloof dat het wel goed is te
vragen of een ieder nog voldoende van dat mate
riaal in zijn bezit heeft.
De Voorzitter: Ik begrijp de achtergrond van
uw vraag en die kan ik ook waarderen. Ik moge
deze opmerking onderstrepen.
De Voorzitter sluit de vergadering.
OOSTDUITSERS
BLOKKEREN EJSföUMt
VAN AMERIBCMNSE;
SECTOR
De' OostctuRse poJi.tip hpeft: dt?
toegangsweg- va«; eet». Westbqc-
lijnse boen m aijnt süiefeQoui t-qt
een enclave va® dp Amerikaanse
sector van West-Beidijii- geblokt
keerd. De enclave ligt bij ,de
controlepost va® Babelsberg bij
de autoweg, zo, beeft dc West-,
beriijjose politie meegedeeld.
De kleine enclave bestaat voor
namelijk uit velden en is roet
West-Berlijn verbonden door een
300 meter lange weg door Oost-
Duits gebied.
De Oostduitsers vertelden de
boer woensdag dat bij niet naai
zijn stiefzoon moobt, die OP de
velden werkte. De stiefzoon die
ook niet van de landerijen naar
het Westen mocht beeft, de nacht
in een kleine but doorgebracht.
Donderdagochtend toen de
boer een poging deed om de stief
zoon voedsel te brengen, weiger
den de Oostduitsers opnieuw- hem
door te laten, maar beloofden
zelf het voedsel te brengen.
Russische chauffeur en
Amerikaanse technicus
schu]dig aan spionnage
voor de Sowjet-Unie
Een federale jury in Newrak
(New Jersey) heeft gisteren de
33-jarige Russische chauffeur
Igor Iwanov en de 38-jarige
Amerikaanse technici John Bu-
tenko schuldig verklaard aan
spionnage voor de Sowjet-Unie.
Zij kunnen hiervoor ter dood
worden veroordeeld.
Imanov werkte voor een Rus
sische handelsinstelling in New
York. Butenko was werkzaam
bij een bedrijf in New Jersey
dat geheime leveranties voor de
Amerikaanse luchtmacht ver
zorgde. Butenko, Iwanov en twee
leden van de Russische delegatie
bij de Verenigde Naties, werden
eind oktober gearresteerd. Vol
gens de Amerikaanse politie
werd bij de arrestatie een akten-
tas gevonden waarin zich inlich
tingen over de luchtmachtleve-
ranties bevonden, alsmede een
miniatuurfototoestel. De Rus
sische delegatieleden vertrok
ken snel naar de Sowjet-Unie.
PARLEMENTAIR
NAVO-DEBAT OVER
MULTILATERALE
KERNMACHT
Het vóór en het tegen van een
NAVO-vloot met kernwapens is
donderdag breed uitgemeten in
een politiek debat van de parle
mentaire NAVO-conferentie in
Parijs. Het debat is met „remise"
geëindigd, want de afgevaardig
den zullen hun conferentie heden
-besluiten zonder een officiële uit
spraak over het Amerikaanse
plan voor een zogenaamde multi
laterale vloot van bovenwater
schepen met raketten en ge
mengde bemannigen. De reden
zou zijn dat verscheidene rege
ringen het plan nog in overwe
ging hebben. Het is echter een
publiek geheim dat men in de
commissie geen akkoord over de
ontwerp-resoluties beeft kunnen
bereiken.
Bij voortgezet G.L.O. en
uitgebreid L.O, kleine
terugval in leerlingental
Het Centraal Bureau voor de
Statistiek heeft de aantallen
leerlingen bij het voortgezet ge
woon lager onderwijs en bij het
uitgebreid lager onderwijs be
kendgemaakt volgens de tellin
gen van 16 september jL In bei
de gevallen werd een kleine te
rugval van bet leerlingental
vastgesteld.
Bij het voortgezet g.l.o. waren
er op de genoemde teldatum
38.940 leerlingen (op 16 sept.
.1962 39.100), onder wie 14.630
(14.700) jongens en 24.310
(24.400) meisjes. De eerste toe
lating in de periode van 17 ja
nuari tot 16 september 1963 om
vatte 22.670 (23.860) leerlingen,
nl. 10.130 jongens en 12.540 meis
jes.
Bij het uitgebreid l.o. waren op
de teldatum 279.700 leerlingen,
dat is 400 minder dan een jaar
tevoren het geval was. Bij het
Rooms Katholiek onderwijs
(106.900 leerlingen) kon nog een
toeneming worden vastgesteld,
n.l. met 2800 leerlingen. Daaren
tegen liep de bevolking der open
bare (82.400 leerlingen) en der
Prot.-Christelijke scholen (84.500)
terug, n.l. resp. met 2800 en 700
leerlingen. Het overige bijzonder
onderwijs (5900) gaf een toene
ming te zien met 300 leerlingen.
Het aantal in 1963 voor het
eerst tot leerjaar 1 der u.l.o.-
scholen toegelaten leerlingen,
n.l. 72.200, lag 2000 lager dan het
aantal in 1962. Berekent men
echter het aantal toegelatenen
in beide jaren in verhouding tot
de gemiddelde bevolkingsgene
raties der 12- en 13-jarigen,
waaruit zij in hoofdzaak afkom
stig zijn, dan blijkt de belangstel
ling voor het u.l.o. constant te
Zijn gebleven: 33 der genoem
de bevolkingsgroep.