Burgemeester van Zaamslag
geïnstalleerd
Zaterdag 17 augustus 1963
DE VRIJE ZEEUW
Pagina 3
De heer en mevrouw Van Wijk—Beloo door de bevolking
van Zaamslag op uitbundige wijze verwelkomd
Na tien en een halve maand verstoken te zijn
geweest van een eerste burger der gemeente heeft
een blijde bevolking van Zaamslag gisteren de
heer J. van Wijk als burgemeester ingehaald
en uitbundig begroet.
Het gemeentebestuur had ervoor gezorgd, dat
de gemeentenaren zo zij niet in persoon zelve
in de raadszaal aanwezig konden zijn via
luidsprekers op het plein voor het gemeentehuis
konden horen wat er tijdens de installatie ge
sproken werd en er zodoende toch bij betrokken
waren.
Met veel statie en hartelijkheid werd de nieuwe
burgervader in gezelschap van zijn echtgenote,
mevr. Van Wijk Beloo, en 7-jarig zoontje Hans
opgewacht aan de grens der gemeente bij het
Veer. Behalve de landelijke ruitervereniging de
„Julianaruites" was daar ter verwelkoming een
raadscommissie aanwezig bestaande uit de heren
H. de Feijter, als oudste, en I. de Jonge, als jongste
raadslid.
mé*
Na de begroeting namen op ver
zoek van de nieuw benoemde
burgemeester, de heren De Feij
ter en De Jonge in de voor de
lieer en mevr. Van WijkBeloo
gereedstaande landauer plaats en
werd onder begeleiding van de
„Jqjign^ij^itfi's" naar de kom dei;
gemeente gereden.
Bij de weide van de heer J. de
Klerk hadden zich inmiddels de
schoolkinderen, het muziekgezeL
schap „De Volharding" en een
grote schare belangstellenden
opgesteld. De kinderen zwaaiden
ter verwelkoming met vlaggetjes
en hadden zich voor de gelegen
heid met feestmutsen getooid.
De voorzitter der Oranjever
eniging de heer C. A. de Kraker,
gestoken in Axelse klederdracht,
sprak hier de burgemeester als
volgt toe:
Edelachtbare heer Van Wijk en
.mevr. Van Wijk,
Als voorzitter van de Oranje
vereniging is het mij een genoe-
een buurtgemeenschap, trekken
wij als gezamenlijke dorpsgeno
ten strijdvaardig het harnas aan
om te vechten voor het behoud
en de zelfstandigheid van onze
dorpsgemeenschap, centraal ge
legen in zijn 4500 ha polderland
en ..kreken.
Wij vertrouwen dat U straks
moedig zult willen deelnemen
aan onze strijd, te vechten voor
een rechtvaardige zaak.
Burgemeester, onze eerste
kennismaking vorige week, was
van dien aard dat wij U met vol
vertrouwen tegemoet kunnen
treden, dus met een goed begin.
Moge het U met uw gezin voor
spoedig gaan in uwe nieuwe
woonplaats en moge U zich wel
dra thuisgevoelen onder de
Zeeuws-Vlamingen. Stel uw ver
wachtingen op de Here, Hij zal
het U doen gelukken.
Hartelijk welkom in ons mid
den.
Op deze begroetingsrede volgde
een driewerf hoera pan de al
daar aanwezige menigte.
Nadat het bestuur der Juliana-
treden, ook de heren De Feijter
en De Jonge dank werd betuigd
voor de eerste begroetting aan de
grens der gemeente en hun ge
zelschap bij de intocht in de ge
meente.
Om half drie vond de officiële
installatie plaats in een speciale
raadszitting. Wederzijdse ouders,
oud-collega's en vrienden uit
Rijswijk woonden deze bij, ter
wijl wij verder bemerkten de
voorzitter der C. H. U. mr. H. K.
J. Beernink, hier aanwezig in
zijn kwaliteit van gemeentesecre
taris van Rijswijk, oud-burge
meester H. D. Trimpe, waarne
mend burgemeester van Terneu-
zen M. de Vos, burgemeester P.
J. G. Moithoff van Vogelwaarde,
de loco burgemeester van Axel,
wethouder M. L. M. IJsebaert,
vertegenwoordigers van rijkspo
litie, corporaties en verenigingen,
Nadat de heer en mevr. Van
WijkBeloo in de raadzaal wa
ren binnengeleid en hadden plaats
genomen, opende de waarnemend
burgemeeser, de heer A. Koster,
de bijzondere raadszitting, met de
volgende installatierede:
Mijne Heren,
Ik open deze vergadering en
ga U voor in gebed.
Ik heet de raad van harte wel
kom en in deze speciale verga
dering mag ik zeker wel bijzon
der welkom heten de heer en
mevrouw Van Wijk met hun
familie en tevens ook alle an
dere aanwezigen.
Ik verzoek de secretaris het
Koninklijk Besluit voor te lezen
waarbij tot burgemeester dezer
gemeente is benoemd de heer
J. van Wijk.
Ik constateer dat thans kan
worden overgegaan tot de in
stallatie van de heer Van Wijk
als burgemeester dezer gemeen
te.
Edelachtbare heer Van Wijk,
Alvorens aan U het voorzit
terschap van deze vergadering
over te dragen, acht ik mij als
waarnemend burgemeester ver
plicht enige woorden van wel
kom bij de aanvaarding van uw
ambt als burgemeester dezer ge
meente, te spreken.
Ik wil U namens de raad, ja,
ook namens alle ingezetenen van
Zaamslag, hartelijk gelukwen
sen met uw benoeming tot bur
gemeester dezer gemeente. Ik
hoop dat het ambt, dat U staat
te aanvaarden, U voldoening zal
geven en dat God U de nodige
wijsheid en kennis zal geven om
"hier als burgemeester van
Zaamslag te werken.
De vacature heeft lang ge
duurd: 10% maand. De bevol
king van Zaamslag begon on
gerust te worden, te meer, om
dat ze in de krr.iten begon te
lezen dat een plan tot herin
deling van de gemeenten in
Zeeuws-Vlaanderen op komst
was.
gen U namens het bestuur als
burgemeestersgezin te mogen
begroeten en te onvangen aan de
kom van onze gemeente.
Burgemeester Van Wijk, van
harte wijlen wij U complimente
ren, met deze voor U zo bijzon
dere hoogtijdag bij de aanvaar
ding van uw hoge ambt als hoofd
dezer gemeente. U moogt uw in
stallatie aanvangen in een goed
verzorgde gemeente, een welva
rende plattelandsgemeente met
een financieel gezond beheer door
uw voorganger oud-burgemees
ter Trimpe op zulk een uitermate
wijze beheerd en verzorgd. Het
was zijn lust en zijn leven op te
komen voor de belangen van zijn
residentie.
Burifemeester, U vindt hier 'n
spo open bevolking, kalm
en rustig, maarnu er twee
kapers op de kust verschijnen
om onze mooie aloude gemeente
met zijn levendige buurtschap
pen en vruchtbare uitgestrekte
polders te gaan verdelen en
Zaamslag willen degraderen tot
ruiters aan het burgemeesters
echtpaar was voorgesteld ont
ving mevr. Van Wijk bloemen
van twee jeugdige ingezetenen
van Zaamslag, n.l. Sarien de
Zeeuw, die dit deed namens de
brndweer, en Addie de Leeuw,
gekleed in Axelse dracht, namens
de Oranjevereniging.
Terwijl de klok van het ge
meentehuis beierde trok de stoet
met de kinderen van de scholen
door de gemeente, muzikaal be
geleid door de mannen van de
„Volharding" die in donker met
goud gebiesde uniformen een
martiale indruk maakten en
overal in de straten gadegeslagen
en wuivend begroet door Zaam-
slags bevolking.
Bij het raadhuis gekomen
dankte burgemeester Van Wijk
de commandant van de Juliana-
ruiters, de heer Iz. de Feijter,
voor de keurige wijze waarop de
Julianaruiters de stoet hadden
begeleid, waarna de heer en
mevr. Van Wijk, alvorens de
trappen van het raadhuis te be
V
C.5j
V,K
c-'v■- :.fi
- '4 jij
,.vi
Toen ik wegens ziekte in de
vacaturetijd uitgeschakeld was,
heeft de gemeenteraad een tijde
lijk wethouder benoemd in de
persoon van de heer De Visser.
Nu we weer een burgemeester
hebben en ik zelf weer mee kan,
is deze taak voor U, mijnheer
De Visser, geëindigd. Onze har
telijke dank voor al hetgeen U
als tijdelijk wethouder in het be
lang van de gemeente heeftrige-
daan.
Ook wethouder De Koeijer be
trek ik in deze dank nu hij mij
in die tijd ook enkele malen
heeft moeten vervangen.
Burgemeester Van Wijk, ik
hoop dat U de gemeente Zaam
slag vele jaren als burgervader
zult mogen dienen en dat U, als
geboren in een grote stad, de be
langen van een plattelandsge
meente zult leren begrijpen en
waarderen.
Moge'God U ae kracht en de
wijsheid geven om voor allen
een burgervader te zijn, die zo
veel mogelijk met de zorgen en
vreugden van de ingezetenen
zal willen meeleven en die met
de wensen en verlangens van
de bevolking zoveel mogelijk
rekening zal willen houden. Ik
twijfel er riiet aan dat dan in de
toekomst voor U een mooie taak
voor U ligt.
Ik wens ook uw echtgenote en
wederzijdse familie geluk met
deze benoeming en aanvaarding
van dit hoge ambt als eerste
burger van onze gemeente.
Zo dadelijk zal ik U de ambts
keten omhangen. Ik wil hier de
wens uitspreken, dat U hem
nooit zult moeten gebruiken
'voor handhaving van het gezag,
maar alleen bij hoogtijdagen en
festiviteiten. De ambtsketen is
het symbool van het gezag.
Nogmaals onze gelukwensen
en mag ik U dan verzoeken, na
dat ik U de ambtsketen heb om
gehangen, de voorzitterszetel in
te nemen en dé voorzittershamer
van mij over te nemen.
Met het overdragen van de
ambtsketen is een einde geko
men aan de periode van vele
maanden, gedurende welke U
het burgemeestersambt hebt
waargenomen. Een woord van
dank voor de uitstekende wijze,
waarop U ondanks het feit,
dat uw gezondheidstoestand U in
uw okti"!+eiten moest remmen
de taak van loco-burgemees-
de ziel van deze mooie gemeente
zoeken te doden.
In de op 9 juli j.l. gehouden
raadsvergadering werd met alge
mene stemmen besloten een
krachtig „neen" te laten hor-en
als antwoord op de brief van het
college van Gedeputeerde Staten
dezer provincie inzake herinde
ling van de gemeenten in
Zeeuws-Vlaaderen, met name
Officieel wisten de gemeente
besturen toen nog niets, doch
eindelijk kwam er een schrijven
van Gedeputeerde Staten, dat
door hen een plan tot herindeling
ontworpen was.
De gemeenteraad heeft deze
materie waardig en rustig on
derzocht en kwam tot de conclu
sie dat hij hierop, voor wat de
gemeente Zaamslag betreft, een
krachtig neen moest laten horen.
U, mijnheer de burgemeester,
hebt het verweerschrift van onze
gemeenteraad gelezen en wij
rekenen er op dat U geheel aan
onze zijde zult staan.
Immers U bent vorige week
door de heer Commissaris der
Koningin in Zeeland beëdigd en
U hebt gezworen dat U de be
langen van de gemeente Zaam
slag met al uw vermogen zult
voorstaan en bevorderen.
Ik kan U de verzekering ge
ven, dat het College van Burge
meester en Wethouders en de
gehele gemeenteraad in dezen
geheel aan uw zijde zullen
staan.
REDE VAN BURGEMEESTER
VAN WIJK
Mijnheer de loco-burgemeester,
leden van de gemeenteraad,
Zojuist is U voorgelezen het
Koninklijk Besluit van 25 juli
1963, houdende mijn benoeming
tot burgemeester der gemeente
Zaamslag.
Ik wil in de eerste plaats uiting
geven aan mijn gevoelens van
grote erkentelijkheid en dank
jegens H. M. de Koningin, die
mij in dit ambt heeft willen be
noemen.
Deze gevoelens gaan tevens
uit naar Zijne Excellentie de mi
nister van Binnenlandse Zaken
en de Commissaris der Koningin
in de provincie Zeeland, die deze
benoeming hebben willen bevor
deren.
De vertegenwoordiging van de
Commissaris der Koningin in de
persoon van U, stel ik op bijzon
der grote prijs.
Mijnheer de loco-burgemees-
Hartelijk dank wil ik U zeggen
voor de vriendelijke woorden,
welke U tot mij gesproken hebt.
ter hebt vervuld, meen ik zeker
te moeten uitspreken.
De hartelijkheid, waarmede U
cn de andere wethouders mij te
gemoet zijn getreden bij mijn
eerste bezoek aan de gemeente,
heeft mij bijzonder getroffen.
Niet minder genoegen heeft het
mij gedaan van U te mogen ver
nemen, dat ik op uw volledige
medewerking en op die van de
andere wethouders zal kunnen
rekenen.
U kunt ervan overtuigd zijn,
dat ik mijnerzijds alles in het
werk zal stellen om de goede
verstandhouding en de sfeer van
vertrouwen, welke er tot op
heden in het college van Burge
meester en Wethouders heeft ge
heerst, te doen voortduren.
Leden van de gemeenteraad,
Als zo juist geïnstalleerd voor
zitter van uw raacl ben ik mij be
wust te staan tegenover verte
genwoordigers van verschillende
politieke richtingen en levens
overtuigingen.
De kiesgerechtigde ingezete
nen van Zaamslag hebben U ge
kozen en hun mandaat gegeven
om de belangen van de gemeen
te voor te staan, en te handelen
volgens de grondslagen van hun
politieke en maatschappelijke
idealen.
Het spreekt vanzelf, dat de in
zichten van de ene groepering
niet altijd gelijk zijn aan die van
andere groeperingen. Nooit mag
men echter uit het oog verliezen
die belangrijke pijler van een
goede en ware democratie, de
verdraagzaamheid.
Zoals bij een concert uit ge
heel .verschillende muziekinstru
menten èen prachtige melodie
kan ontstaan, zo is het ook mo
gelijk, dat vertegenwoordigers
van geheel verschillende partijen
in de raad een eensgezind besluit
kunnen nemen en elkaar vinden
in dat, wat het doel is van de
beraadslagingen: het belang te
dienen van de gemeente.
En zoals een dirigent hoopt en
er voor zorgen moet, dat er ge
durende het concert geen wan
klank zal worden gehoord, zo
hoop ik en zal mijn streven erop
gericht zijn, dat onze onderlinge
samenwerking niet door wan
klanken zal worden gestoord.
Leden van de gemeenteraad,
Ik weet tot burgemeester van
Zaamslag benoemd te zijn in een
tijd, waarop onweerswolken zich
boven de gemeente hebben
samengepakt. Uit deze onweers
wolken dreigt zich een regenbui
te ontlasten, die de grenzen van
de gemeente wegvaagt en haar
grondgebied maakt tot een on
derdeel van het territoir der ge
meenten Axel en Terneuzen. Er
zijn krachten aan het werk, die
waar het de opheffing van de
gemeente Zaamslag betreft.
U zult begrijpen, dat ik in de
korte tijd, dat het mij gegeven is
geweest kennis te nemen van de
problemen, die met deze samen
voeging verband houden, mij nog
geen definitief en gerijpt oordeel
over deze voor Zaamslag zo be
langrijke kwestie, heb kunnen
vormen.
Ik kan U echter wel zeggen,
dat mijn eerste kennismaking
met de gemeente, zij bepaald
niet de indruk heeft gegeven,
dat Zaamslag een dode gemeen
te is. Integendeel, de gemeente
is springlevend en kerngezond.
Zij heeft haar huishouding
steeds met zorg en beleid be
stierd en haar financiën op ver
antwoorde wijze beheerd. Zij
heeft de laatste jaren belangrijke
kapitaalswerken tot stand ge
bracht. Haar wegennet is in uit
stekende staat en haar riolering
voldoet aan alle eisen. Zij Is een
gemeente, die haar inwoners met
een bescheiden maar gepaste
trots vervult.
Opheffing van Zaamslag zou
voor velen van haar ingezetenen
verlies brengen van het gevoel
van eigenwaarde, dat ook in be
stuurlijk opzicht van moeilijk te
Het spreekt vanzelf, dat het
afwijzen van samenvoeging ge
paard moet gaan met bereidheid
tot samenwerking met die ge
meenten, ten gunste waarvan
deze samenvoeging bedoeld is.
Er zijn vele wettelijke moge
lijkheden om deze samenwerking
tot stand te brengen. Zolang die
mogelijkheden nog niet zijn be
proefd, laat staan uitgeput, komt
het mij voor, dat opheffing van
een levensvatbare gemeente het
afhakken is van gen bloeiende
tak aan de boom der Zeeuwse
gemeenten.
De kwestie van de samenvoe
ging van Zaamslag zal mijn volle
aandacht en het geheel van mijn
werkkracht verkrijgen. De door
uw raad tot uitdrukking ge
brachte mening, die geacht mag
worden de overtuiging te zijn
van de ingezetenen der gemeen
te, zal ik, zoals mijn plicht is te
doen, blijven voorstaan en be
pleiten.
Mijnheer de Secretaris,
Op hoge prijs heb ik liet ge
steld de toezegging te hebben
ontvangen van uw bereidheid
mij met raad en daad in mijn
nieuwe functie bij te staan. In
de afgelopen weken heb ik daar
van trouwens reeds de bewijzen
ondervonden. Dagelijks zullen wij
met elkaar omgaan en uw hulp
en bekwaamheid, die ook buiten
de grenzen van Zaamslag bekend
is, zullen voor mij onmisbaar zijn
bij de uitoefening van mijn taak.
Gaarne doe ik daarom van
deze plaats een beroep op U en
op alle ambtenaren in gemeente
dienst om de aan onze gezamen
lijke arbeid toevertrouwde belan
gen der gemeente loyaal, eens
gezind en voortvarend te behar
tigen.
Dames en heren ingezetenen
van Zaamslag,
Het voorrecht benoemd te zijn
tot burgemeester der gemeente
Zaamslag ontleen ik niet slechts
aan de waardigheid van het
ambt, maar niet minder aan 't
feit mij omringd te weten van
de sympathie der bevolking van
dit goede Zeeuwse land. De
zware beproevingen, welke zo
menigmaal over dit gewest zijn
heengetrokken, hebben hier
eigenschappen aangekweekt en
mensen gevormd, die zich niet
door tegenslagen laten overwin
nen. Ik ben er trots op een van
de uwen te mogen zijn.
Mijn vrouw en ik begrijpen,
dat het enige tijd zal vergen ver
groeid te zijn met de bodem,
waarin goede en oude tradities
wortelent welke ons nog niet be
kend zijn. Gaarne vertrouwen
wij, dat U ons zult willen helpen
die eigen Zeeuwse gezindheid te
begrijpen.
Ik hoop, dat velen de weg zul
len vinden naar de burgemees
terswoning in blijde, moeilijke en
droevige omstandigheden.
U zult te allen tijde een beroep
op mij en mijn vrouw kunnen
doen.
Gaarne schenk ik U mijn ver
trouwen en hoop ook in de toe
komst op het uwe te mogen re
kenen.
Met de bede, dat God onze ge
meenschappelijke arbeid met
Zijn onmisbare zegen moge be
kronen, aanvaard ik hierbij het
ambt van burgemeester der ge
meente Zaamslag.
Namens de raad voerde de
heer De Feijter als nestor het
woord:
Mijnheer de voorzitter,
Het is voor ons als raad en
voor de gehele gemeente een
blijde dag.
Het heeft lang geduurd eer
een nieuwe burgemeester werd
benoemd en men begon al te
zeggen: er komt in Zaamslag
geen nieuwe burgemeester
meer.
Maar toch, nog heel onver
wachts, was daar het bericht: er
is een burgemeester benoemd!
Ik wil U thans, als oudste
raadslid, mede namens de ge
hele raad. van harte gelukwen
sen met uw benoeming tot bur
gemeester van Zaamslag.' Ook
mevrouw Van Wijk, de kinde
ren en de verdere familie feli
citeer ik hiermee hartelijk.
Er zal veel van U gevraagd
worden; men zal veel van U
verwachten en U draagt een
grote verantwoordelijkheid. Ik
wens U bij uw arbeid voor onze
gemeente veel wijsheid en
kracht toe en U kunt ervan ver
zekerd zijn, dat de raadsleden
al het mogelijke zullen doen om
U in uw zware, maar mooie, taak
die U thans wacht, te steunen.
Mijnheer de - voorzitter, ik
wens U en uw echtgenote toe
dat God U vele jaren moge spa
ren voor het welzijn van onze
gemeente.
Thans werd het woord gevoerd
door de gemeente-secretaris, de
heer J. W. Kusee, die zich als
volgt tot de burgervader richtte:
Burgemeester,
Na de goede woorden, die U
door de twee vorige sprekers, de
waarnemend burgemeester, de
heer Koster, en het oudste raads
lid, de heer De Feijter, zijn toe
gesproken, mag ik als derde iets
tot U zeggen.
Alle goede dingen bestaan in
drieën, zegt een spreekwoord.
Ik zal mij daaraan houden en
ik wens U dan ook, persoonlijk
in uw ambt, en met uw gezin
hier in Zaamslag alle goeds toe,
U daarbij nogmaals geluk wen
send met de benoeming tot bur
gemeester van deze mooie ge
meente.
U zult begrijpen, dat ik met
spanning heb uitgezien naar de
benoeming van een nieuwe bur
gemeester omdat burgemeester
en secretaris heel veel met el
kaar te maken hebben.
U bent de derde burgemeester,
die ik in Zaamslag mee mag
maken. Met de vorige twee bur-
,(Zie verder pag. 4.)