De Regeringsverklaring Provinciaal nieuws Prof. Vondeling onderwierp kabinetsformatie aan een kritisch onderzoek Pagina 2 DE VRIJE ZEEUW Donderdag 1 augustus 1963 NEDERLANDSE IN NOORD-ITALIE VERONGELUKT AXEL HULST KLOOSTERZANDE RETRANCHEMENT SLUIS STOPPELDIJK VEERE VOGELWAARDE (Vervolg van pag. 1.), Een vereiste hiervoor zal in het al gemeen zijn, dat de procentuele stij ging an de staatsuitgaven bij die van het nationale produkt achterblijft. Het kabinet is zich ervan bewust, dat, mede in het licht van de gestelde prioriteiten, dit allerminst eenvoudig is. Bovendien zijn er tal van andere verlangens, die nog om vervulling vragen. Ook neemt een goede voort zetting van de bestaande activiteiten van rijk en gemeenten, .zonder dat iets nieuws wordt aangevat, telken- jane een belangrijk deel van de mid- delenaanwas in beslag. Dit betekent, dat. ook bestaande overheidstaken kritisch zullen moeten worden bezien. Op het aldus geschetste structurele begrotingsbeleid zal het conjunc turele beleid moeten worden geënt. Voorzover het noodzakelijk zal blij ken via de overheidsfinanciën corri gerend op te treden, zal dit bij het nemen van structureel wenselijke maatregelen vooral moeten geschie den door het kiezen van het geschik te tijdstip. Hierbij denkt de regering niet alleen aan wijzigingen van de belastingtarieven in de eerste plaats aan de aanpassingsverlagin gen maar ook aan de invoering van uitgavenverhogende of ver lagende maatregelen, waarvoor in een aantal gevallen eveneens een zekere bewegingsvrijheid in de tijd aanwe zig is. De bij de staten-generaal aanhan gige ontwerpen van wet betreffende de belastingherziening zijn reeds in een vergevorderd stadium van parle mentaire behandeling. De regering stelt prijs op zo spoedig mogelijke voortzetting van die behandeling. PRIORITEITEN WONINGBOUW Mr. Marijnen deelde mede, dat het nieuwe kabinet tot een prioriteiten regeling is gekomen. Bovenaan staat het woningbeleid. De achterstand in de woningvoorziening is een pro bleem van nationale aard. De oplos sing ervan rijst boven de politieke tegenstellingen uit. Leniging van de nood acht de regering een zaak van rechtvaardigheid en maatschappelijke solidariteit. De regering hoopt, dat ons volk zich grote inspanning ter oplossing van die nood wil getroos ten. De achterstand wordt thans te traag ingelopen. De behoefte blijkt sterker, dan werd voorzien, de wo- ningproduktie blijft de laatste jaren achter bij de verwachtingen. Bij con cretisering van diverse andere be leidsonderdelen zal bij voorrang re kening worden gehouden met de im plicaties hiervan op de woningvoor- ziening. Door bijzondere maatregelen zal getracht worden op de woning achterstand aanmerkelijk in te lopen. In de komende vier jaar zal een evenredige bijdrage moeten worden geleverd om in Ï970 een bevredigend evenwicht op de woningmarkt te kunnen bereiken. Zo nodig moet hiervoor verzwaring van lasten wor den aanvaard, aldus de minister-pre sident. Teneinde een zo goed mogelijke differentiatie van de woningbouw te waarborgen, zal een onderzoek wor den ingesteld naar de woningbehoef ten der onderscheiden bevolkings groepen met een verdeling der wo ningzoekenden naar het inkomen als ook naar de aard der behoeften. Bij dit onderzoek zullen mede de samen stelling van de reeds aanwezige wo ningvoorraad en de inkomensverde ling van de gehele bevolking worden betrokken. In afwachting van het re sultaat van dit onderzoek meent de regering voor het jaar 1964 zon der dat hieruit consequenties voor het verdere beleid mogen worden ge trokken het woningbouwprogram ma te moeten bepalen op 90.000 wo ningen, waarvan 45.000 woningwet woningen, 25.000 premiewoningen en 20.000 ongesubsidieerde woningen. Indien de bouw van meer dan 90.000 woningen mogelijk blijkt te zijn, zul len de eerstvolgende 5.000 woningen worden toegewezen aan de ongesub sidieerde sector. Het beleid van de regering zal er op gericht zijn voor hen, die daarbij overheidshulp nodig hebben, het zij uit de bestaande woningvoorraad door opschuiving, hetzij uit de nieuwbouw woningen beschikbaar te doen komen met betaalbare huren. Daarnaast zal zij het eigen woning- bezit voor de lagere inkomensgroe pen blijven bevorderen waarbij ook structurele maatregelen, houdende faciliteiten voor deze groepen van de bevolking, zullen worden getroffen. De bouwproduktie, nodig om te voorzien in de behoefte van de volks huisvesting en in de behoeften van vele andere sectoren, die omwille van sociale, culturele en economische be langen niet onvervuld kunnen blij ven, blijkt onder de huidige omstan digheden niet voldoende te zijn. De regering zal haar beleid ten aanzien van het bouwen bij voorrang richten op een ruime en reële expansie van het gehele bouwbedrijf. Zij zal daartoe de middelen onder zoeken, die een vergroting der -capa citeit niet alleen op lange, maar ook op korte termijn kunnen bewerken, zulks in nauw overleg en samenwer king met de organisaties van werk gevers en werknemers. Zowel de technische als de meer economisch gerichte research zal zij daarbij met alle haar ten dienste staande midde len bevorderen. De regeringen er kent de noodzaak van een grote veel vuldigheid en veelsoortigheid van middelen, die zij zal hebben te hante ren of stimuleren. Zij zal tijd nodig hebben om genoemd complex van middelen uit te werken, in praktijk te brengen en de resultaten ervan te registreren. Zij doet daarom een be roep op de volksvertegenwoordiging haar en het bedrijfsleven deze tijd te gunnen. Zij zal tegelijkertijd waak zaam dienen te blijven tegen de ge varen van overspanning van de bouwmarkt. Ten aanzien van de verdeling van de woningbouw zal worden gestreefd naar een systeem, dat tegemoet komt aan de noodzaak de woningbouw- initiatieven beter te doen aansluiten op de produktie-omstandigheden. De urgente werken voor industriële doeleinden zullen door goedkeurings- mogelijkheden worden verruimd. HUURVERHOGINGEN Bovendien zal bij het verlenen der goedkeuring rekening worden ge houden met de mate van arbeidsge- bruik van de betrokken werken. Voor de oplossing van het vraag stuk van de woningnood zal Het stre ven van de regering voorts gericht zijn op een reële vermindering van de afstand tussen de diverse huur niveaus. Daarom zullen ook in de komende regeringsperiode huurverhogingen onvermijdelijk zijn. Daarbij zal er echter naar moeten worden gestreefd, dat de huren met aanvaarding van de opvatting dat een goede woning haar prijs waard is binnen de grenzen van de koopkracht der ver diende lonen blijven. Zo nodig zal, met het oog op de redelijke voorzie ning in de woningbehoefte, de niet de huurverhoging gepaard gaande subsidieverlaging matiging dienen te ondergaan. Het reeds genoemde on derzoek zal hieromtrent informatie kunnen verschaffen. Het probleem van de woningvoor ziening staat, aldus mr. Marijnen, echter niet op zichzelf. Bij het wonen komt immers in wezen het hele leef milieu in het geding. Dit raakt in ons kleine en dichtbevolkte land niet al leen de directe woonomgeving, maar ook de ontwikkeling van de streek en in zekere zin zelfs die van het land als geheel. De woningbouwpolitiek zal daarom opgenomen moeten zijn in een sa menhangend ruimtelijk beleid. Niet alleen door het scheppen van op de toekomst berekende werk- en woon gebieden zelf, maar ook door het daarvoor nodige stelsel van verkeer en vervoer en in het bijzonder door het voor-zien in recreatiemogelijk heden, zal getracht moeten worden te bereiken, dat Nederland ook in zijn sterk veranderende gedaante een goed bewoonbaar land blijft. ENERGIE De regering zal onderzoeken of in afwachting van een gemeenschappe lijk energiebeleid maatregelen moe ten worden genomen om onze mijnen als gevolg van aanzienlijke over heidsbijdragen in andere K. S. G.- landen niet in een. ongunstige con currentiepositie te doen verkeren. In afwachting van de coördinatie in Europees verband zal worden over wogen of en in hoeverre verdere coördinerende maatregelen in na tionaal verband dienen te worden bevorderd. De sociaal-economische toestand van de landbouw vervult de regering met zorg. Geconstateerd moet wor den, dat onder invloed van een com plex van oorzaken, in de laatste jaren de levensomstandigheden van de agrarische beroepsbevolking zijn achtergebleven bij die van de andere bevolkingsgroepen. Als gevolg daar van dreigt ook stagnatie op te treden in de noodzakelijke modernisering van het produktie-apparaat van de landbouw. De regering heeft besloten hoge prioriteit toe te kennen aan maatregelen ter verbetering van de huidige situatie. Voor wat het markt- en prijsbeleid betreft zal de regering zowel bin nen het kader van het E. E. G.-land- bouwbeleid als in het nationale be leid ernaar streven een redelijke bestaansmogelijkheid voor de sociaal- economisch verantwoorde bedrijven te waarborgen. Daarmee kan tevens een bijdrage worden geleverd tot een snelle aanpassing van de agrarische produktie-structuur aan de zich wij zigende omstandigheden. Binnen een dergelijk actief markt- en prijsbeleid zal de regering bijzondere aandacht schenken aan de mogelijkheden om via de markt redelijke opbrengstprij- zen te bereiken voor cle verschillende agrarische produkten. Dit laatste is mede dringend noodzakelijk met het oog op de verdere ontwikkeling van het gemeenschappelijk landbouwbe leid in de Europese Economische Gemeenschap. LANDBOUW De regering zal de verdere uit bouw van een op gezonde economi sche beginselen gebaseerd Europees landbouwbeleid zoveel mogelijk be vorderen. Gegeven de sterke mate, waarin de Nederlandse land- en tuin bouw zijn ingeschakeld in het inter nationale ruilverkeer, kan een ont wikkeling in deze richting de huidige moeilijkheden mede helpen overwin nen. Het actieve markt- en prijsbe leid dient gepaard te gaan met en in toenemende mate verbonden te worden aan een actief structuur beleid, dat ertoe moet leiden, dat vol ledig gebruik gemaakt kan worden van de mogelijkheden, die de voort gang van wetenschap en techniek bieden. De regering acht het name lijk van groot belang, dat het agrari sche bedrijfsleven in de gelegenheid wordt gesteld alle mogelijkheden te benutten om de produktiviteit ver der op te voeren en zodoende zijn concurrentiekracht te verhogen. In dit verband zal o.a. vergroting van de bedrijfsomvang, de noodzakelijke aanpassing van de bedrijfsstructuur en vrijwillige bedrijfsbeëindiging ge stimuleerd worden. Het onlangs in samenwerking met het georganiseer de bedrijfsleven opgerichte ontwikke- lings- en saneringsfonds voor de landbouw zal hierbij met inschake ling van bestaande organen, o.m. de Stichting Beheer Landbouwgronden, goede diensten kunnen bewijzen. De regering zal bevorderen, dat dit fonds regelmatig van middelen wordt voor zien. Het beleid met betrekking tot dc cultuurtechnische werken zal ver sterkt worden voortgezet, In streken, waar ook ontwikkeling van nict- agrarische aard aan de orde is, zal de ruilverkaveling meer nog dan tot dusverre mede deze andere belangen gaan dienen. De werkers in de landbouw zullen bij de huidige snelle ontwikkeling in toenemende mate behoefte gevoelen aan voorlicting in technisch- en sociaal-economisch opzicht. Voor zover deze voorlichting niet van overheidswege, maar door de eigen organisaties wordt gegeven, zal de i regering hieraan haar medewerking blijven verlenen. De vorming en be-, roepsopleiding van de toekomstige agrariërs, dient op bovenstaande ont wikkeling te zijn afgestemd. Het landbouwkundig onderzoek zal de ge schetste ontwikkeling moeten steu nen. Aan de vraagstukken van de vis serij zal de regering haar volle aan dacht schenken. In dit verband acht zij mede de tot standkoming van een gemeenschap pelijk Europees visserijbeleid van grote betekenis. De regering zal de ontwikkeling daarvan zoveel moge lijk bevorderen. SOCIAAL BELEID Bij cle bepaling van de rangorde van de desiderata ten aanzien van het sociaal beleid za| het kabinet een evenwichtige verdeling van de be schikbare economische ruimte over enerzijds de mogelijkheid van verbe tering der arbeidsvoorwaarden bij fcontractsvernieuwing en anderzijds de uitbreiding en versteviging van de sociale zekerheid, in acht nemen. In liet kader van het sociale zekerheids- beleid maakt liet kabinet geen be ginselkwestie van mede-financiering uit de algemene middelen. Dit punt zal een kwestie zijn van prioriteiten afweging teneinde het gehele rege ringsbeleid zo goed mogelijk te realiseren. De optrekking van de A. O. W.- uitkeringen tot een sociaal minimum heeft een voorname plaats in het re geringsbeleid. Na advies van de S. E. R. over de definitieve vorm van de oudedagsvoorziening zal de rege ring zich op korte termijn beraden en voorstellen doen om haar beslis sing met betrekking tot het alge meen ouderdomspensioen en de daar uit voortvloeiende consequenties voor het weduwepensioen te effectueren. Gestreefd wordt naar invoering van de aanhangige regeling inzake een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor loontrekkenden. Op langere termijn blijft het stre ven gericht op het totstand brengen van een volksverzekering voor zware geneeskundige risico's, waaromtrent advies is gevraagd aan de S. E. R. Na uitbreiding van een S. E. R.- advies over een omzetting van de ar beidsongeschiktheidsverzekering in een volksverzekering zal het kabinet zijn standpunt bepalen. Daarbij zal tevens het vraagstuk van het zoge naamde „eigen risico" onder ogen worden gezien. De regering streeft ernaar de rege lingen van de kinderbijslag voor loontrekkenden en voor zelfstandigen dichter bij elkaar te brengen. Op korte termijn wordt een wetsontwerp om de in de algemene kinderbijslag wet voorkomende inkomensgrens van 14.000 boven welke zelfstandigen niet voor kinderbijslag in aanmerking komen, te doen vervallen, ingediend. Het kabinet wil het huidige buiten gewoon besluit arbeidsverhoudingen vervangen door een arbeidsvoorwaar- denwet, na ingewonnen S. E. R.- advies. Bezitsvorming en publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie blijven onverkort de aandacht van het kabinet behou den. VOLKSGEZONDHEID, VERKEER EN WATERSTAAT De zorg voor de volksgezondheid zal ook in de komende jaren groter aandacht vragen. Naarmate de in dustrialisatie en de technische toe passingen der wetenschap voort schrijden, nemen de gevaren, die de mens vanuit het biologische levens milieu bedreigen, toe. Naast de aan dacht, welke voor een verdere ont plooiing van de gezondheidszorg leeds aanwezig is, zal in verband met deze ontwikkeling waakzaamheid met betrekking tot de gezondheidsbe scherming in de komende kabinets periode geboden zijn. Het hoge tempo in de ontwikkeling van het verkeer stelt hoge eisen aan de verkeersverbindingen. Dientenge volge zal blijvend grote aandacht moeten worden geschonken aan de uitbreiding en verbetering van land en waterwegen. Zulks geldt eveneens ten aanzien van de communicatie middelen. De ontwikkeling van een gemeen schappelijk vervoerbeleid in de E. E. G. zal in de eerstkomende jaren tot gewichtige beslissingen nopen. De Nederlandse bijdrage tot de vorm geving van dit beleid zal er mede op moeten zijn gericht te verzekeren, dat ondanks de offers, die daartoe moge lijk ook van Nederland zouden wor den gevergd, de wezenlijke Neder landse belangen op dit gebied in de Europese verhoudingen gewaarborgd blijven. De uitvoering van de Delta- en Zuiderzeewerken zal met voortva rendheid worden voortgezet. Activiteiten uit de bevolking zelve ten behoeve van het welzijn van het gezin en van groepen van personen zoals bejaarden en minder-validen, zullen worden aangemoedigd. Bevor derd zal worden dat deze activiteiten onderling worden gecoördineerd en in goed samenspel gebracht met die van de overheid. Het beleid ten aanzien van de fi nanciële bijstand zal gestalte krijgen door het uitvoeren van de algemene bijstandswet. Een commissie zal advies uitbren gen met betrekking tot de taakver deling tussen de departementen van Maatschappelijk Werk, Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en So ciale Zaken en Volksgezondheid. Daarbij zal de naamgeving van deze departementen worden betrokken. DECENTRALISATIE EN ONDERWIJS De regering hecht: er grote waarde aan, dat het aandeel van de lagere publiekrechtelijke lichamen in de totale overheidstaak kwantitatief zo wel als kwalitatief van betekenis is. Zij zal bij de wetgeving dat doel nastreven en het onderzoek naar de mogelijkheden van decentralisatie in de bestuurlijke sector voortzetten. In de komende tijd kan de herzie ning der ambtelijke pensioenwetge ving worden voltooid. De pensioen maatregelen 1963 zullen worden ge ïncorporeerd in de pensioenwet, waaromtrent het overleg met de cen trales van overheidspersoneel in volle gang is. De regering zal in de komende pe riode de herziening van ons recht met kracht voortzetten, met name het nieuwe burgerlijk wetboek inzake ondernemingsrecht zal zij bijzondere ■aandacht wijden aan de voorstellen van de commissie-Verdam. Op het gebied van het onderwijs' zal de regering met kracht strevenj naar invoering op zo kort mogelijke termijn van de wet op het voortgezetj onderwijs. Daartoe zal zij de reeds: ter hand genomen arbeid aan de tot-j standkoming van het overgangsrecht; en van de door de wet gevorderde' uitvoeringsbesluiten bespoedigen. Voorts zal zij, met het oog op de invoering van nieuwe vormen van onderwijs en de verbetering van be staande, aan onderzoekingen en ex perimenten positieve steun blijven verlenen. De verdere vorming van de leer plichtige jeugdigen en van hen, die op een leeftijd, waarop hun vorming nog allerminst als voltooid kan wor den beschouwd, in het arbeidsproces worden opgenomen, gaat de regering bijzonder ter harte. Een discussie over de nota-leerplichtverlenging wordt op prijs gesteld. Aan de lerarenopleiding zal in het geheel van de voor het onderwijs noodzakelijke maatregelen hoge ur gentie worden toegekend. WETENSCHAP, CULTUUR EN TV Op het gebied van de wetenscnap- pen zal de regering streven naar be vordering van een krachtig nationaal wetenschapsbeleid en van interna tionale wetenschappelijke samenwer king. Het wetenschappelijk onderwijs zal aan de toekomstige behoeften moe ten worden aangepast, onder meer door uitvoering van de wet op het wetenschappelijk onderwijs, verster king van de interuniversitaire samen werking en bevordering van de ten uitvoerlegging van de ontwikkelings plannen, welke door de universiteiten en hogescholen zijn opgesteld. Op korte termijn zal een onderzoek worden ingesteld naar de wenselijk heid van een verdere verhoging van de subsidiëring van het bijzonder we tenschappelijk onderwijs en de daar aan te verbinden voorwaarden, uit gaande van gelijkwaardige ontwik kelingsmogelijkheden voor de open bare en bijzondere universiteiten en hogescholen. Ook het culturele beleid zal de re gering actief voortzetten. Zij houdt daarbij zowel heg oog gericht op de verdere ontplooiing van de scheppen de kunst als op het krachtig bevor deren van de uitvoerende kunst. In het bijzonder zal zij daarbij haar aan dacht schenken aan de kunstzinnige vorming van de jeugd als een bij drage tot de alzijdige ontwikkeling van de persoonlijkheid. Op het gebied van de radio en televisie zaï de regering ernaar stre-' ven om na publikatie van het rap port der commissie radio- en televi siewetgeving in gezamenlijk overleg met de Staten-Generaai aan liet radio- en televisiebestel een wette lijke grondslag te geven. Voor wat betreft haar beleid ten aanzien van de bezetting van het tweede televisie net verwees de premier naar het ak koord van Wassenaar, dat voorziet in eert paeificatiecommissie. ;Béstaande uit de fractievoorzitters uit'de Twee de Kamer van K. V. P., P'.Vld.A., V.V.D., A.R.P. en C.H.U., de om roepverenigingen en een vertegen woordiger van de Verenigde kandi daat-concessionarissen. Mede met het oog op de toegeno men vrije tijd zal de regering het be leid inzake de openluchtrecreatie en de sport voortzetten. Het beleid op het gebied van de in ternationale betrekkingen zal ge richt blijven op de verbreding en ver sterking van het eigen potentieel door regelmatig kennis te nemen van de ontwikkeling van de wetenschap, het onderwijs en de kunsten in het buitenland en het bekend maken van de Nederlandse prestaties op dit ge bied. Proï. Br. Ir, rA. Vondeling (P. v, d. A.) 'beklaagde zich aan het be gin van het debat over de rege ringsverklaring in de Tweede Ka- nier over het feit, dat het debat niet voor radio en televisie zou worden uitgezonden. Spr. zeide te beseffen, dat de fracties niet zoveel „glamourboys" omvatten als het kabinet, maar hij zou toch het uitzenden van de verklaring alleen niet elegant en objectief vinden. De Kamervoorzitter mr. Van Thiel verklaarde, dat de N.T.S. blijkbaar technisch niet in staat is 't debat intergraal uit te zen den. Eén der radio-omroepen wilde de rede van prof. Vonde ling wel uitzenden. De heer Vondeling verklaarde, dat indien het debat niet wordt uitgezonden, ook het antwoord van de regering niet zal worden uitgezonden. Hij had de omroe pen de vrije keuze gelaten mits de uitzendingen objectief zouden zijn. Het commentaar zou na tuurlijk vrij blijven. Prof. Vondeling onderwierp de kabinetsformatie aan een kri tisch onderzoek. Aan dit forma tie-schaap zijn vijf K.V.P.-pootjes te pas gekomen, o.m. het te witte voetje van prof. Beel en een te kort pootje van dr. De Kort. Spr. noemde de interpretatie van de verkiezingsuitslag onjuist. Hij bleek van mening, dat de Neder landse kiezers het bij een for matie „nog nooit zo zout gege ten" hadden. Spr. bracht vervolgens de veer tien punten, die door de P.v.d.A. tijdens de informatie-Romme naar voren werden gebracht, als ook tijdens de formatiepoging- De Quay, opnieuw ter sprake. Deze werden in de bouwstenen van Romme opgenomen, behou dens een voorkeursrecht van de overheid bij verkoop van land bouwgronden. De zes overgeble ven punten van Romme werden door dr. De Kort doorgehakt, over het algemeen met instem ming van de P.v.d.A'. Sprekende over de weigering van de V.V.D.-fractieleider mr. Toxopeus om op deze oplossingen in te gaan zeide prof. Vondeling dat na „duistere dagen in het overleg" tijdens welke een ban kierscirculaire reeds een 4-par- tijenkabinet met de V.V.D. aan kondigde op 21 juni, koos dr. De Kort zonder enige zekerheid voor de V.V.D. Prof. Vondeling had voor deze daad geen passende, parlementaire woorden. Hij vond het „niet behoorlijk", niet 'slechts van dr. De Kort, maar van diens gehele fractie. Zijn conclusie was, dat de con fessionele partijen geen waarbor gen blijken te zijn voor een goe de werking van de parlementaire democratie. Het eten van twee wallen siert de K.V.P. niet. Er is een kloof ontstaan tussen K.V.P. en P.v.d.A. De sfeer van vertrou wen is bedorven. Spr. had t.a.v. de formatie ook kritiek op de rol, die de „nota besteding nationaal inkomen." van het centraal planbureau bij de formaties heeft gespeeld. Prof. Vondeling informeerde naar de door de fracties der re geringspartijen aangegane bin dingen, b.v. met betrekking tot een herziening van de structuur van ondernemingen en een wet telijke regeling van het stakings recht. Voorts vroeg hij nadere inlichtingen over mogelijkheden van belastingverlaging in 1964, in het bijzonder t.a.v. de neutra lisering van de progressiefactor in de middengroep van de in. komstenbelasting. Hij infor meerde welke begrenzing aan die middengroep wordt gesteld. Spr. vroeg zich af of prof. An- driessen (C.H.U.) minister van Economische Zaken, zich met 't regeringsprogram wel zo geluk kig voelt, gezien diens vroegere uitlatingen over het politieke milieu. Prof. Vondeling vond tal van aankondigingen in de verklaring vaag, met name op het gebied van cijfers t.a.v. Verkeer en Wa terstaat, Defensie en de Land bouw. Zonder kennis van de „ruimte", uitgedrukt in cijfers: wordt een beoordeling moeilijk. Prof. Vondeling betreurde het, dat in de regeringsverklaring geen concrete maatregelen t.a.v. de woningbouw zijn aangekon digd. Op het punt van de door hem gewenste forse verbetering van de A. O. W. als onderdeel van een betere spreiding van in komens, vroeg spr. zich af, wie de „knikkers in de zak gekregen of gehouden heeft", prof. Witte- veen of dr. Veldkamp. Hij dacht dat prof. Witteveen daarin ge slaagd was. Van verbetering van de A. O. W. uit de algemene middelen zal z.i. wel niets ko men. Prof. Vondeling bepleitte een vakantietoeslag voor be jaarden. Inzake de landbouwparagraaf zeide de socialistische woord voerder o.m., dat de organisaties van boeren en arbeiders begin mei scherpe kritiek op het door mr Marijnen gevoerde beleid uitten. Ofschoon de eerste on dertekenaar mr. B. W. Biesheu vel nu de portefeuille van Land bouw beheert, maakt ook hier het ontbreken van cijfers een In een lijkenhuisje in Spiazzo, een gehucht in de Rendena-val- lei, ten westen van Trente, ligt het stoffelijk overschot van een Nederlandse die tijdens een tocht in het Adamellogebergte om het leven is gekomen door een val van 300 meter. Van de zijde der politie is meegedeeld, dat het slachtoffer Gerda van Schuppen is, geboren op 7 september 1929. Haar adres is Nassaulaan 75 in Schiedam. Het stoffelijk overschot is dinsdagavond in een ravijn aan de zuid-zijde van de 3.642 me ter hoge ,|Care Alto" aangetrof fen. beoordeling van diens voorne mens moeilijk. Op defensie-ge bied vroeg prof. Vondeling pre cisering van de departementale organisatie en faciliteiten voor de komende grote lichtingen dienstplichtigen. Het speet spr., dat m de ver klaring niets tevinden is over een onderzoek naar speculatieve prijsvorming en over consumen tenbelangen. Inzake het tweede T.V.-net be treurde spr. het feit, dat dit kabi net hierover geen eigen keuze heeft gedaan, doch aan een paci ficatiecommissie heeft vastge houden. Bestaat de illusie, dat zo'n commissie het eens wordt? Prol'. Vondeling vroeg voorts naar reclame tijdens de interim periode en naar bezetting van het derde radio-net. Hij was verwon derd over de bezetting' van het departement van Verkeer en Wa terstaat en het ontbreken van vakkennis en/of lange parlemen taire ervaring bij de nieuwe be windsman op O. K. en W. Naar zijn mening is het aanblijven van de politiek onduidelijke figuur van dr. Van den Berge als staats secretaris van Financiën onder verschillende ministers onjuist. Geslaagd. Bij het te 's-Gravenhage ge houden examen voor de lagere akte tekenen slaagde de heer W. A. Mieras, .alhier. Dodelijk verkeersongeluk Dinsdagmiddag omstreeks drie uur is op de Tivoliweg de 63- jarige mevr. van Heese uit het bejaardentehuis te Groenendijk verongelukt. Ter hoogte van het Jansenius Lyceum stak zij zon der op het verkeer te letten plot seling de rijweg over waardoor zij door een veewagen van de firma Van de Veeken werd ge schept en zodanig verwond, dat zij enkele minuten later overleed, Verkeersongevallen. Op de Hulsterweg, tussen de Kalverdijk en Perkpolderhaven vond dinsdag een motorongeval plaats. De motorrijder R. de B. uit Dordrecht kwam met zijn mo tor te vallen en schoot ongeveer 20 meter door over de betonbaan. Hij liep een lichte hersenschud ding op en diverse verwondingen aan het hoofd. Na verleende eer ste hulp werd De B. voor een nader onderzoek naar het zieken huis te Hulst vervoerd. Vermoed wordt dat De B. in aanraking is gekomen met een laagvliegende meeuw, waardooi hij de macht over zijn stuur ver loren heeft. Op de Hulsterweg, even ten zuiden van het kruispunt Tas dijk vielen bij een ongeval een drietal gewonden te betreuren. De heer G. J. M. uit Wilghe len (B.) reed met zijn perso nenauto op de Hulsterseweg in de richting Hulst met een snel heid van circa 70 a 80 km, toen de rechteraehterband van zijn auto klapte, waardoor hij de macht over zijn stuur kwijtraak te. De auto vloog enkele malen over de kop en over de berm- sloot in een stuk bouwland. De bestuurder van de auto en zijn passagiers, liepen vrij ernstige verwondingen op. De auto werd zodanig bescha digd, dat zij moest worden weg gesleept. Toeristische drukte. Mede door het zomerweer is het toerisme alhier de laatste dagen geweldig toegenomen. V.V.V. heeft handenvol werk om de plaatszoekenden onder dak te brengen. Het kampeerterrein bij het Zwin trekt veel belangstel ling: Ook het nieuwe kampeer terrein van de heer Van Soolin- gen valt zeer in dc smaak. Concert. Het Christelijke muziekgezel schap „Excelsior" uit Cadzand, directeur de heer M. Zonneheld, gaf alhier een concert, waarvoor zowel van de zijde der burgerij als van de toeristen een goede belangstelling bestond. Vakexamen. Bij het te 's-Hertogenbosch ge houden examen voor de Vereni ging van de Belangen van de Boekhandel slaagde onze dorps genoot de heer J. C. Faas voor het diploma Boekhandel en voor het vakdiploma Uitgeverij. Aanrijding. Op de Sint Annaweg vond een aanrijding plaats tussen een En gelse automobilist en een brom fietser, die over het rijwielpad in de richting Sint Anna ter Mui den reed. - Persoonlijke ongeval len deden zich niet voor, maar de bromfiets werd zeer zwaar be schadigd. Verfraaiing Kleuterschool. Het exterieur van de R. I-C. kleuterschool heeft een aanzien lijke verfraaiing ondergaan. De ouderwets aandoende betiteling van „R. K. Bewaarschool" is verwijderd. In de plaats daarvan is een mozaiek aangebracht, dat in tien taferelen uitbeeldingen geeft van het kind in zijn spel. Het fraaie kunstwerk is ver vaardigd door de Hulstenaar C. Verdonschot. Kleine boerderij bracht kapi tale som op. Dinsdagmiddag werd onder zeer grote belangstelling in het Ver enigingsgebouw in het openbaar geveild de hofstede Plantlust ge legen aan de Meiwerfweg, in to taal groot 3 ha 26 are en 10 c.a., onderverdeeld in 1 ha en 60 are weiland en 1 ha 20 are bouwland. Bij de te voren gehouden inschrij ving was het hoogst ingeschre ven door de heer A. I. Brakman te Oostburg voor het enorme bedrag van 140.620, waarvan 92.350 voor de hofstede. Daar geen der ter veiling aan wezigen een hoger bod deed, was de heer Brakman daarmede de eigenaar van het boerderijtje, waarvan verondersteld werd, dat hij toestemming heeft verkregen dit te bestemmen als recreatie oord. Vandalisme. Baldadige handen hebben des nachts zestien langs de provin ciale weg staande jonge bomen afgebroken. Nog meer ergernis wekt hef- feit, dat het Lieve Vrouwebeeldje, staande in het kapelletje op de hoek van de Zuidweg in de Pauluspolder in dezelfde nacht tegen de straat stenen is verbrijzeld. Vermoed wordt dat beide da» den van vandalisme zijn ver richt door dezelfde dader(s). D« politie heeft de zaak in onder zoek.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1963 | | pagina 2