De Regeringsverklaring
Provinciaal nieuws
Prof. Vondeling onderwierp
kabinetsformatie aan een
kritisch onderzoek
Pagina 2
DE VRIJE ZEEUW
Donderdag 1 augustus 1963
NEDERLANDSE
IN NOORD-ITALIE
VERONGELUKT
AXEL
HULST
KLOOSTERZANDE
RETRANCHEMENT
SLUIS
STOPPELDIJK
VEERE
VOGELWAARDE
(Vervolg van pag. 1.),
Een vereiste hiervoor zal in het al
gemeen zijn, dat de procentuele stij
ging an de staatsuitgaven bij die van
het nationale produkt achterblijft.
Het kabinet is zich ervan bewust, dat,
mede in het licht van de gestelde
prioriteiten, dit allerminst eenvoudig
is. Bovendien zijn er tal van andere
verlangens, die nog om vervulling
vragen. Ook neemt een goede voort
zetting van de bestaande activiteiten
van rijk en gemeenten, .zonder dat
iets nieuws wordt aangevat, telken-
jane een belangrijk deel van de mid-
delenaanwas in beslag. Dit betekent,
dat. ook bestaande overheidstaken
kritisch zullen moeten worden bezien.
Op het aldus geschetste structurele
begrotingsbeleid zal het conjunc
turele beleid moeten worden geënt.
Voorzover het noodzakelijk zal blij
ken via de overheidsfinanciën corri
gerend op te treden, zal dit bij het
nemen van structureel wenselijke
maatregelen vooral moeten geschie
den door het kiezen van het geschik
te tijdstip. Hierbij denkt de regering
niet alleen aan wijzigingen van de
belastingtarieven in de eerste
plaats aan de aanpassingsverlagin
gen maar ook aan de invoering
van uitgavenverhogende of ver
lagende maatregelen, waarvoor in een
aantal gevallen eveneens een zekere
bewegingsvrijheid in de tijd aanwe
zig is.
De bij de staten-generaal aanhan
gige ontwerpen van wet betreffende
de belastingherziening zijn reeds in
een vergevorderd stadium van parle
mentaire behandeling. De regering
stelt prijs op zo spoedig mogelijke
voortzetting van die behandeling.
PRIORITEITEN
WONINGBOUW
Mr. Marijnen deelde mede, dat het
nieuwe kabinet tot een prioriteiten
regeling is gekomen. Bovenaan staat
het woningbeleid. De achterstand in
de woningvoorziening is een pro
bleem van nationale aard. De oplos
sing ervan rijst boven de politieke
tegenstellingen uit. Leniging van de
nood acht de regering een zaak van
rechtvaardigheid en maatschappelijke
solidariteit. De regering hoopt, dat
ons volk zich grote inspanning ter
oplossing van die nood wil getroos
ten. De achterstand wordt thans te
traag ingelopen. De behoefte blijkt
sterker, dan werd voorzien, de wo-
ningproduktie blijft de laatste jaren
achter bij de verwachtingen. Bij con
cretisering van diverse andere be
leidsonderdelen zal bij voorrang re
kening worden gehouden met de im
plicaties hiervan op de woningvoor-
ziening. Door bijzondere maatregelen
zal getracht worden op de woning
achterstand aanmerkelijk in te lopen.
In de komende vier jaar zal een
evenredige bijdrage moeten worden
geleverd om in Ï970 een bevredigend
evenwicht op de woningmarkt te
kunnen bereiken. Zo nodig moet
hiervoor verzwaring van lasten wor
den aanvaard, aldus de minister-pre
sident.
Teneinde een zo goed mogelijke
differentiatie van de woningbouw te
waarborgen, zal een onderzoek wor
den ingesteld naar de woningbehoef
ten der onderscheiden bevolkings
groepen met een verdeling der wo
ningzoekenden naar het inkomen als
ook naar de aard der behoeften. Bij
dit onderzoek zullen mede de samen
stelling van de reeds aanwezige wo
ningvoorraad en de inkomensverde
ling van de gehele bevolking worden
betrokken. In afwachting van het re
sultaat van dit onderzoek meent de
regering voor het jaar 1964 zon
der dat hieruit consequenties voor
het verdere beleid mogen worden ge
trokken het woningbouwprogram
ma te moeten bepalen op 90.000 wo
ningen, waarvan 45.000 woningwet
woningen, 25.000 premiewoningen en
20.000 ongesubsidieerde woningen.
Indien de bouw van meer dan 90.000
woningen mogelijk blijkt te zijn, zul
len de eerstvolgende 5.000 woningen
worden toegewezen aan de ongesub
sidieerde sector.
Het beleid van de regering zal er
op gericht zijn voor hen, die daarbij
overheidshulp nodig hebben, het
zij uit de bestaande woningvoorraad
door opschuiving, hetzij uit de
nieuwbouw woningen beschikbaar
te doen komen met betaalbare huren.
Daarnaast zal zij het eigen woning-
bezit voor de lagere inkomensgroe
pen blijven bevorderen waarbij ook
structurele maatregelen, houdende
faciliteiten voor deze groepen van de
bevolking, zullen worden getroffen.
De bouwproduktie, nodig om te
voorzien in de behoefte van de volks
huisvesting en in de behoeften van
vele andere sectoren, die omwille van
sociale, culturele en economische be
langen niet onvervuld kunnen blij
ven, blijkt onder de huidige omstan
digheden niet voldoende te zijn. De
regering zal haar beleid ten aanzien
van het bouwen bij voorrang richten
op een ruime en reële expansie van
het gehele bouwbedrijf.
Zij zal daartoe de middelen onder
zoeken, die een vergroting der -capa
citeit niet alleen op lange, maar ook
op korte termijn kunnen bewerken,
zulks in nauw overleg en samenwer
king met de organisaties van werk
gevers en werknemers. Zowel de
technische als de meer economisch
gerichte research zal zij daarbij met
alle haar ten dienste staande midde
len bevorderen. De regeringen er
kent de noodzaak van een grote veel
vuldigheid en veelsoortigheid van
middelen, die zij zal hebben te hante
ren of stimuleren. Zij zal tijd nodig
hebben om genoemd complex van
middelen uit te werken, in praktijk
te brengen en de resultaten ervan te
registreren. Zij doet daarom een be
roep op de volksvertegenwoordiging
haar en het bedrijfsleven deze tijd te
gunnen. Zij zal tegelijkertijd waak
zaam dienen te blijven tegen de ge
varen van overspanning van de
bouwmarkt.
Ten aanzien van de verdeling van
de woningbouw zal worden gestreefd
naar een systeem, dat tegemoet komt
aan de noodzaak de woningbouw-
initiatieven beter te doen aansluiten
op de produktie-omstandigheden. De
urgente werken voor industriële
doeleinden zullen door goedkeurings-
mogelijkheden worden verruimd.
HUURVERHOGINGEN
Bovendien zal bij het verlenen der
goedkeuring rekening worden ge
houden met de mate van arbeidsge-
bruik van de betrokken werken.
Voor de oplossing van het vraag
stuk van de woningnood zal Het stre
ven van de regering voorts gericht
zijn op een reële vermindering van
de afstand tussen de diverse huur
niveaus.
Daarom zullen ook in de komende
regeringsperiode huurverhogingen
onvermijdelijk zijn. Daarbij zal er
echter naar moeten worden gestreefd,
dat de huren met aanvaarding van
de opvatting dat een goede woning
haar prijs waard is binnen de
grenzen van de koopkracht der ver
diende lonen blijven. Zo nodig zal,
met het oog op de redelijke voorzie
ning in de woningbehoefte, de niet
de huurverhoging gepaard gaande
subsidieverlaging matiging dienen te
ondergaan. Het reeds genoemde on
derzoek zal hieromtrent informatie
kunnen verschaffen.
Het probleem van de woningvoor
ziening staat, aldus mr. Marijnen,
echter niet op zichzelf. Bij het wonen
komt immers in wezen het hele leef
milieu in het geding. Dit raakt in ons
kleine en dichtbevolkte land niet al
leen de directe woonomgeving, maar
ook de ontwikkeling van de streek
en in zekere zin zelfs die van het
land als geheel.
De woningbouwpolitiek zal daarom
opgenomen moeten zijn in een sa
menhangend ruimtelijk beleid. Niet
alleen door het scheppen van op de
toekomst berekende werk- en woon
gebieden zelf, maar ook door het
daarvoor nodige stelsel van verkeer
en vervoer en in het bijzonder door
het voor-zien in recreatiemogelijk
heden, zal getracht moeten worden
te bereiken, dat Nederland ook in
zijn sterk veranderende gedaante een
goed bewoonbaar land blijft.
ENERGIE
De regering zal onderzoeken of in
afwachting van een gemeenschappe
lijk energiebeleid maatregelen moe
ten worden genomen om onze mijnen
als gevolg van aanzienlijke over
heidsbijdragen in andere K. S. G.-
landen niet in een. ongunstige con
currentiepositie te doen verkeren. In
afwachting van de coördinatie in
Europees verband zal worden over
wogen of en in hoeverre verdere
coördinerende maatregelen in na
tionaal verband dienen te worden
bevorderd.
De sociaal-economische toestand
van de landbouw vervult de regering
met zorg. Geconstateerd moet wor
den, dat onder invloed van een com
plex van oorzaken, in de laatste
jaren de levensomstandigheden van
de agrarische beroepsbevolking zijn
achtergebleven bij die van de andere
bevolkingsgroepen. Als gevolg daar
van dreigt ook stagnatie op te treden
in de noodzakelijke modernisering
van het produktie-apparaat van de
landbouw. De regering heeft besloten
hoge prioriteit toe te kennen aan
maatregelen ter verbetering van de
huidige situatie.
Voor wat het markt- en prijsbeleid
betreft zal de regering zowel bin
nen het kader van het E. E. G.-land-
bouwbeleid als in het nationale be
leid ernaar streven een redelijke
bestaansmogelijkheid voor de sociaal-
economisch verantwoorde bedrijven
te waarborgen. Daarmee kan tevens
een bijdrage worden geleverd tot een
snelle aanpassing van de agrarische
produktie-structuur aan de zich wij
zigende omstandigheden. Binnen een
dergelijk actief markt- en prijsbeleid
zal de regering bijzondere aandacht
schenken aan de mogelijkheden om
via de markt redelijke opbrengstprij-
zen te bereiken voor cle verschillende
agrarische produkten. Dit laatste is
mede dringend noodzakelijk met het
oog op de verdere ontwikkeling van
het gemeenschappelijk landbouwbe
leid in de Europese Economische
Gemeenschap.
LANDBOUW
De regering zal de verdere uit
bouw van een op gezonde economi
sche beginselen gebaseerd Europees
landbouwbeleid zoveel mogelijk be
vorderen. Gegeven de sterke mate,
waarin de Nederlandse land- en tuin
bouw zijn ingeschakeld in het inter
nationale ruilverkeer, kan een ont
wikkeling in deze richting de huidige
moeilijkheden mede helpen overwin
nen. Het actieve markt- en prijsbe
leid dient gepaard te gaan met en
in toenemende mate verbonden te
worden aan een actief structuur
beleid, dat ertoe moet leiden, dat vol
ledig gebruik gemaakt kan worden
van de mogelijkheden, die de voort
gang van wetenschap en techniek
bieden. De regering acht het name
lijk van groot belang, dat het agrari
sche bedrijfsleven in de gelegenheid
wordt gesteld alle mogelijkheden te
benutten om de produktiviteit ver
der op te voeren en zodoende zijn
concurrentiekracht te verhogen. In
dit verband zal o.a. vergroting van
de bedrijfsomvang, de noodzakelijke
aanpassing van de bedrijfsstructuur
en vrijwillige bedrijfsbeëindiging ge
stimuleerd worden. Het onlangs in
samenwerking met het georganiseer
de bedrijfsleven opgerichte ontwikke-
lings- en saneringsfonds voor de
landbouw zal hierbij met inschake
ling van bestaande organen, o.m. de
Stichting Beheer Landbouwgronden,
goede diensten kunnen bewijzen. De
regering zal bevorderen, dat dit fonds
regelmatig van middelen wordt voor
zien.
Het beleid met betrekking tot dc
cultuurtechnische werken zal ver
sterkt worden voortgezet, In streken,
waar ook ontwikkeling van nict-
agrarische aard aan de orde is, zal
de ruilverkaveling meer nog dan tot
dusverre mede deze andere belangen
gaan dienen.
De werkers in de landbouw zullen
bij de huidige snelle ontwikkeling in
toenemende mate behoefte gevoelen
aan voorlicting in technisch- en
sociaal-economisch opzicht. Voor
zover deze voorlichting niet van
overheidswege, maar door de eigen
organisaties wordt gegeven, zal de
i regering hieraan haar medewerking
blijven verlenen. De vorming en be-,
roepsopleiding van de toekomstige
agrariërs, dient op bovenstaande ont
wikkeling te zijn afgestemd. Het
landbouwkundig onderzoek zal de ge
schetste ontwikkeling moeten steu
nen.
Aan de vraagstukken van de vis
serij zal de regering haar volle aan
dacht schenken.
In dit verband acht zij mede de tot
standkoming van een gemeenschap
pelijk Europees visserijbeleid van
grote betekenis. De regering zal de
ontwikkeling daarvan zoveel moge
lijk bevorderen.
SOCIAAL BELEID
Bij cle bepaling van de rangorde
van de desiderata ten aanzien van
het sociaal beleid za| het kabinet een
evenwichtige verdeling van de be
schikbare economische ruimte over
enerzijds de mogelijkheid van verbe
tering der arbeidsvoorwaarden bij
fcontractsvernieuwing en anderzijds
de uitbreiding en versteviging van de
sociale zekerheid, in acht nemen. In
liet kader van het sociale zekerheids-
beleid maakt liet kabinet geen be
ginselkwestie van mede-financiering
uit de algemene middelen. Dit punt
zal een kwestie zijn van prioriteiten
afweging teneinde het gehele rege
ringsbeleid zo goed mogelijk te
realiseren.
De optrekking van de A. O. W.-
uitkeringen tot een sociaal minimum
heeft een voorname plaats in het re
geringsbeleid. Na advies van de
S. E. R. over de definitieve vorm van
de oudedagsvoorziening zal de rege
ring zich op korte termijn beraden
en voorstellen doen om haar beslis
sing met betrekking tot het alge
meen ouderdomspensioen en de daar
uit voortvloeiende consequenties voor
het weduwepensioen te effectueren.
Gestreefd wordt naar invoering van
de aanhangige regeling inzake een
arbeidsongeschiktheidsverzekering
voor loontrekkenden.
Op langere termijn blijft het stre
ven gericht op het totstand brengen
van een volksverzekering voor zware
geneeskundige risico's, waaromtrent
advies is gevraagd aan de S. E. R.
Na uitbreiding van een S. E. R.-
advies over een omzetting van de ar
beidsongeschiktheidsverzekering in
een volksverzekering zal het kabinet
zijn standpunt bepalen. Daarbij zal
tevens het vraagstuk van het zoge
naamde „eigen risico" onder ogen
worden gezien.
De regering streeft ernaar de rege
lingen van de kinderbijslag voor
loontrekkenden en voor zelfstandigen
dichter bij elkaar te brengen. Op
korte termijn wordt een wetsontwerp
om de in de algemene kinderbijslag
wet voorkomende inkomensgrens van
14.000 boven welke zelfstandigen
niet voor kinderbijslag in aanmerking
komen, te doen vervallen, ingediend.
Het kabinet wil het huidige buiten
gewoon besluit arbeidsverhoudingen
vervangen door een arbeidsvoorwaar-
denwet, na ingewonnen S. E. R.-
advies.
Bezitsvorming en publiekrechtelijke
bedrijfsorganisatie blijven onverkort
de aandacht van het kabinet behou
den.
VOLKSGEZONDHEID,
VERKEER EN
WATERSTAAT
De zorg voor de volksgezondheid
zal ook in de komende jaren groter
aandacht vragen. Naarmate de in
dustrialisatie en de technische toe
passingen der wetenschap voort
schrijden, nemen de gevaren, die de
mens vanuit het biologische levens
milieu bedreigen, toe. Naast de aan
dacht, welke voor een verdere ont
plooiing van de gezondheidszorg
leeds aanwezig is, zal in verband met
deze ontwikkeling waakzaamheid met
betrekking tot de gezondheidsbe
scherming in de komende kabinets
periode geboden zijn.
Het hoge tempo in de ontwikkeling
van het verkeer stelt hoge eisen aan
de verkeersverbindingen. Dientenge
volge zal blijvend grote aandacht
moeten worden geschonken aan de
uitbreiding en verbetering van land
en waterwegen. Zulks geldt eveneens
ten aanzien van de communicatie
middelen.
De ontwikkeling van een gemeen
schappelijk vervoerbeleid in de
E. E. G. zal in de eerstkomende jaren
tot gewichtige beslissingen nopen.
De Nederlandse bijdrage tot de vorm
geving van dit beleid zal er mede op
moeten zijn gericht te verzekeren, dat
ondanks de offers, die daartoe moge
lijk ook van Nederland zouden wor
den gevergd, de wezenlijke Neder
landse belangen op dit gebied in de
Europese verhoudingen gewaarborgd
blijven.
De uitvoering van de Delta- en
Zuiderzeewerken zal met voortva
rendheid worden voortgezet.
Activiteiten uit de bevolking zelve
ten behoeve van het welzijn van het
gezin en van groepen van personen
zoals bejaarden en minder-validen,
zullen worden aangemoedigd. Bevor
derd zal worden dat deze activiteiten
onderling worden gecoördineerd en
in goed samenspel gebracht met die
van de overheid.
Het beleid ten aanzien van de fi
nanciële bijstand zal gestalte krijgen
door het uitvoeren van de algemene
bijstandswet.
Een commissie zal advies uitbren
gen met betrekking tot de taakver
deling tussen de departementen van
Maatschappelijk Werk, Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen en So
ciale Zaken en Volksgezondheid.
Daarbij zal de naamgeving van deze
departementen worden betrokken.
DECENTRALISATIE
EN ONDERWIJS
De regering hecht: er grote waarde
aan, dat het aandeel van de lagere
publiekrechtelijke lichamen in de
totale overheidstaak kwantitatief zo
wel als kwalitatief van betekenis is.
Zij zal bij de wetgeving dat doel
nastreven en het onderzoek naar de
mogelijkheden van decentralisatie in
de bestuurlijke sector voortzetten.
In de komende tijd kan de herzie
ning der ambtelijke pensioenwetge
ving worden voltooid. De pensioen
maatregelen 1963 zullen worden ge
ïncorporeerd in de pensioenwet,
waaromtrent het overleg met de cen
trales van overheidspersoneel in volle
gang is.
De regering zal in de komende pe
riode de herziening van ons recht
met kracht voortzetten, met name
het nieuwe burgerlijk wetboek inzake
ondernemingsrecht zal zij bijzondere
■aandacht wijden aan de voorstellen
van de commissie-Verdam.
Op het gebied van het onderwijs'
zal de regering met kracht strevenj
naar invoering op zo kort mogelijke
termijn van de wet op het voortgezetj
onderwijs. Daartoe zal zij de reeds:
ter hand genomen arbeid aan de tot-j
standkoming van het overgangsrecht;
en van de door de wet gevorderde'
uitvoeringsbesluiten bespoedigen.
Voorts zal zij, met het oog op de
invoering van nieuwe vormen van
onderwijs en de verbetering van be
staande, aan onderzoekingen en ex
perimenten positieve steun blijven
verlenen.
De verdere vorming van de leer
plichtige jeugdigen en van hen, die
op een leeftijd, waarop hun vorming
nog allerminst als voltooid kan wor
den beschouwd, in het arbeidsproces
worden opgenomen, gaat de regering
bijzonder ter harte. Een discussie
over de nota-leerplichtverlenging
wordt op prijs gesteld.
Aan de lerarenopleiding zal in het
geheel van de voor het onderwijs
noodzakelijke maatregelen hoge ur
gentie worden toegekend.
WETENSCHAP, CULTUUR
EN TV
Op het gebied van de wetenscnap-
pen zal de regering streven naar be
vordering van een krachtig nationaal
wetenschapsbeleid en van interna
tionale wetenschappelijke samenwer
king.
Het wetenschappelijk onderwijs zal
aan de toekomstige behoeften moe
ten worden aangepast, onder meer
door uitvoering van de wet op het
wetenschappelijk onderwijs, verster
king van de interuniversitaire samen
werking en bevordering van de ten
uitvoerlegging van de ontwikkelings
plannen, welke door de universiteiten
en hogescholen zijn opgesteld.
Op korte termijn zal een onderzoek
worden ingesteld naar de wenselijk
heid van een verdere verhoging van
de subsidiëring van het bijzonder we
tenschappelijk onderwijs en de daar
aan te verbinden voorwaarden, uit
gaande van gelijkwaardige ontwik
kelingsmogelijkheden voor de open
bare en bijzondere universiteiten en
hogescholen.
Ook het culturele beleid zal de re
gering actief voortzetten. Zij houdt
daarbij zowel heg oog gericht op de
verdere ontplooiing van de scheppen
de kunst als op het krachtig bevor
deren van de uitvoerende kunst. In
het bijzonder zal zij daarbij haar aan
dacht schenken aan de kunstzinnige
vorming van de jeugd als een bij
drage tot de alzijdige ontwikkeling
van de persoonlijkheid.
Op het gebied van de radio en
televisie zaï de regering ernaar stre-'
ven om na publikatie van het rap
port der commissie radio- en televi
siewetgeving in gezamenlijk overleg
met de Staten-Generaai aan liet
radio- en televisiebestel een wette
lijke grondslag te geven. Voor wat
betreft haar beleid ten aanzien van
de bezetting van het tweede televisie
net verwees de premier naar het ak
koord van Wassenaar, dat voorziet in
eert paeificatiecommissie. ;Béstaande
uit de fractievoorzitters uit'de Twee
de Kamer van K. V. P., P'.Vld.A.,
V.V.D., A.R.P. en C.H.U., de om
roepverenigingen en een vertegen
woordiger van de Verenigde kandi
daat-concessionarissen.
Mede met het oog op de toegeno
men vrije tijd zal de regering het be
leid inzake de openluchtrecreatie en
de sport voortzetten.
Het beleid op het gebied van de in
ternationale betrekkingen zal ge
richt blijven op de verbreding en ver
sterking van het eigen potentieel
door regelmatig kennis te nemen van
de ontwikkeling van de wetenschap,
het onderwijs en de kunsten in het
buitenland en het bekend maken van
de Nederlandse prestaties op dit ge
bied.
Proï. Br. Ir, rA. Vondeling (P. v,
d. A.) 'beklaagde zich aan het be
gin van het debat over de rege
ringsverklaring in de Tweede Ka-
nier over het feit, dat het debat
niet voor radio en televisie zou
worden uitgezonden. Spr. zeide
te beseffen, dat de fracties niet
zoveel „glamourboys" omvatten
als het kabinet, maar hij zou toch
het uitzenden van de verklaring
alleen niet elegant en objectief
vinden.
De Kamervoorzitter mr. Van
Thiel verklaarde, dat de N.T.S.
blijkbaar technisch niet in staat
is 't debat intergraal uit te zen
den. Eén der radio-omroepen
wilde de rede van prof. Vonde
ling wel uitzenden.
De heer Vondeling verklaarde,
dat indien het debat niet wordt
uitgezonden, ook het antwoord
van de regering niet zal worden
uitgezonden. Hij had de omroe
pen de vrije keuze gelaten mits
de uitzendingen objectief zouden
zijn. Het commentaar zou na
tuurlijk vrij blijven.
Prof. Vondeling onderwierp de
kabinetsformatie aan een kri
tisch onderzoek. Aan dit forma
tie-schaap zijn vijf K.V.P.-pootjes
te pas gekomen, o.m. het te witte
voetje van prof. Beel en een te
kort pootje van dr. De Kort. Spr.
noemde de interpretatie van de
verkiezingsuitslag onjuist. Hij
bleek van mening, dat de Neder
landse kiezers het bij een for
matie „nog nooit zo zout gege
ten" hadden.
Spr. bracht vervolgens de veer
tien punten, die door de P.v.d.A.
tijdens de informatie-Romme
naar voren werden gebracht, als
ook tijdens de formatiepoging-
De Quay, opnieuw ter sprake.
Deze werden in de bouwstenen
van Romme opgenomen, behou
dens een voorkeursrecht van de
overheid bij verkoop van land
bouwgronden. De zes overgeble
ven punten van Romme werden
door dr. De Kort doorgehakt,
over het algemeen met instem
ming van de P.v.d.A'.
Sprekende over de weigering
van de V.V.D.-fractieleider mr.
Toxopeus om op deze oplossingen
in te gaan zeide prof. Vondeling
dat na „duistere dagen in het
overleg" tijdens welke een ban
kierscirculaire reeds een 4-par-
tijenkabinet met de V.V.D. aan
kondigde op 21 juni, koos dr. De
Kort zonder enige zekerheid voor
de V.V.D. Prof. Vondeling had
voor deze daad geen passende,
parlementaire woorden. Hij vond
het „niet behoorlijk", niet 'slechts
van dr. De Kort, maar van diens
gehele fractie.
Zijn conclusie was, dat de con
fessionele partijen geen waarbor
gen blijken te zijn voor een goe
de werking van de parlementaire
democratie. Het eten van twee
wallen siert de K.V.P. niet. Er is
een kloof ontstaan tussen K.V.P.
en P.v.d.A. De sfeer van vertrou
wen is bedorven.
Spr. had t.a.v. de formatie ook
kritiek op de rol, die de „nota
besteding nationaal inkomen."
van het centraal planbureau bij
de formaties heeft gespeeld.
Prof. Vondeling informeerde
naar de door de fracties der re
geringspartijen aangegane bin
dingen, b.v. met betrekking tot
een herziening van de structuur
van ondernemingen en een wet
telijke regeling van het stakings
recht. Voorts vroeg hij nadere
inlichtingen over mogelijkheden
van belastingverlaging in 1964,
in het bijzonder t.a.v. de neutra
lisering van de progressiefactor
in de middengroep van de in.
komstenbelasting. Hij infor
meerde welke begrenzing aan
die middengroep wordt gesteld.
Spr. vroeg zich af of prof. An-
driessen (C.H.U.) minister van
Economische Zaken, zich met 't
regeringsprogram wel zo geluk
kig voelt, gezien diens vroegere
uitlatingen over het politieke
milieu.
Prof. Vondeling vond tal van
aankondigingen in de verklaring
vaag, met name op het gebied
van cijfers t.a.v. Verkeer en Wa
terstaat, Defensie en de Land
bouw. Zonder kennis van de
„ruimte", uitgedrukt in cijfers:
wordt een beoordeling moeilijk.
Prof. Vondeling betreurde het,
dat in de regeringsverklaring
geen concrete maatregelen t.a.v.
de woningbouw zijn aangekon
digd. Op het punt van de door
hem gewenste forse verbetering
van de A. O. W. als onderdeel
van een betere spreiding van in
komens, vroeg spr. zich af, wie
de „knikkers in de zak gekregen
of gehouden heeft", prof. Witte-
veen of dr. Veldkamp. Hij dacht
dat prof. Witteveen daarin ge
slaagd was. Van verbetering van
de A. O. W. uit de algemene
middelen zal z.i. wel niets ko
men. Prof. Vondeling bepleitte
een vakantietoeslag voor be
jaarden.
Inzake de landbouwparagraaf
zeide de socialistische woord
voerder o.m., dat de organisaties
van boeren en arbeiders begin
mei scherpe kritiek op het door
mr Marijnen gevoerde beleid
uitten. Ofschoon de eerste on
dertekenaar mr. B. W. Biesheu
vel nu de portefeuille van Land
bouw beheert, maakt ook hier
het ontbreken van cijfers een
In een lijkenhuisje in Spiazzo,
een gehucht in de Rendena-val-
lei, ten westen van Trente, ligt
het stoffelijk overschot van een
Nederlandse die tijdens een tocht
in het Adamellogebergte om het
leven is gekomen door een val
van 300 meter.
Van de zijde der politie is
meegedeeld, dat het slachtoffer
Gerda van Schuppen is, geboren
op 7 september 1929. Haar adres
is Nassaulaan 75 in Schiedam.
Het stoffelijk overschot is
dinsdagavond in een ravijn aan
de zuid-zijde van de 3.642 me
ter hoge ,|Care Alto" aangetrof
fen.
beoordeling van diens voorne
mens moeilijk. Op defensie-ge
bied vroeg prof. Vondeling pre
cisering van de departementale
organisatie en faciliteiten voor
de komende grote lichtingen
dienstplichtigen.
Het speet spr., dat m de ver
klaring niets tevinden is over
een onderzoek naar speculatieve
prijsvorming en over consumen
tenbelangen.
Inzake het tweede T.V.-net be
treurde spr. het feit, dat dit kabi
net hierover geen eigen keuze
heeft gedaan, doch aan een paci
ficatiecommissie heeft vastge
houden. Bestaat de illusie, dat
zo'n commissie het eens wordt?
Prol'. Vondeling vroeg voorts
naar reclame tijdens de interim
periode en naar bezetting van het
derde radio-net. Hij was verwon
derd over de bezetting' van het
departement van Verkeer en Wa
terstaat en het ontbreken van
vakkennis en/of lange parlemen
taire ervaring bij de nieuwe be
windsman op O. K. en W. Naar
zijn mening is het aanblijven van
de politiek onduidelijke figuur
van dr. Van den Berge als staats
secretaris van Financiën onder
verschillende ministers onjuist.
Geslaagd.
Bij het te 's-Gravenhage ge
houden examen voor de lagere
akte tekenen slaagde de heer W.
A. Mieras, .alhier.
Dodelijk verkeersongeluk
Dinsdagmiddag omstreeks drie
uur is op de Tivoliweg de 63-
jarige mevr. van Heese uit het
bejaardentehuis te Groenendijk
verongelukt. Ter hoogte van het
Jansenius Lyceum stak zij zon
der op het verkeer te letten plot
seling de rijweg over waardoor
zij door een veewagen van de
firma Van de Veeken werd ge
schept en zodanig verwond, dat
zij enkele minuten later overleed,
Verkeersongevallen.
Op de Hulsterweg, tussen de
Kalverdijk en Perkpolderhaven
vond dinsdag een motorongeval
plaats. De motorrijder R. de B.
uit Dordrecht kwam met zijn mo
tor te vallen en schoot ongeveer
20 meter door over de betonbaan.
Hij liep een lichte hersenschud
ding op en diverse verwondingen
aan het hoofd. Na verleende eer
ste hulp werd De B. voor een
nader onderzoek naar het zieken
huis te Hulst vervoerd.
Vermoed wordt dat De B. in
aanraking is gekomen met een
laagvliegende meeuw, waardooi
hij de macht over zijn stuur ver
loren heeft.
Op de Hulsterweg, even ten
zuiden van het kruispunt Tas
dijk vielen bij een ongeval een
drietal gewonden te betreuren.
De heer G. J. M. uit Wilghe
len (B.) reed met zijn perso
nenauto op de Hulsterseweg in
de richting Hulst met een snel
heid van circa 70 a 80 km, toen
de rechteraehterband van zijn
auto klapte, waardoor hij de
macht over zijn stuur kwijtraak
te. De auto vloog enkele malen
over de kop en over de berm-
sloot in een stuk bouwland. De
bestuurder van de auto en zijn
passagiers, liepen vrij ernstige
verwondingen op.
De auto werd zodanig bescha
digd, dat zij moest worden weg
gesleept.
Toeristische drukte.
Mede door het zomerweer is
het toerisme alhier de laatste
dagen geweldig toegenomen.
V.V.V. heeft handenvol werk om
de plaatszoekenden onder dak te
brengen. Het kampeerterrein bij
het Zwin trekt veel belangstel
ling: Ook het nieuwe kampeer
terrein van de heer Van Soolin-
gen valt zeer in dc smaak.
Concert.
Het Christelijke muziekgezel
schap „Excelsior" uit Cadzand,
directeur de heer M. Zonneheld,
gaf alhier een concert, waarvoor
zowel van de zijde der burgerij
als van de toeristen een goede
belangstelling bestond.
Vakexamen.
Bij het te 's-Hertogenbosch ge
houden examen voor de Vereni
ging van de Belangen van de
Boekhandel slaagde onze dorps
genoot de heer J. C. Faas voor
het diploma Boekhandel en voor
het vakdiploma Uitgeverij.
Aanrijding.
Op de Sint Annaweg vond een
aanrijding plaats tussen een En
gelse automobilist en een brom
fietser, die over het rijwielpad in
de richting Sint Anna ter Mui
den reed. - Persoonlijke ongeval
len deden zich niet voor, maar de
bromfiets werd zeer zwaar be
schadigd.
Verfraaiing Kleuterschool.
Het exterieur van de R. I-C.
kleuterschool heeft een aanzien
lijke verfraaiing ondergaan. De
ouderwets aandoende betiteling
van „R. K. Bewaarschool" is
verwijderd. In de plaats daarvan
is een mozaiek aangebracht, dat
in tien taferelen uitbeeldingen
geeft van het kind in zijn spel.
Het fraaie kunstwerk is ver
vaardigd door de Hulstenaar C.
Verdonschot.
Kleine boerderij bracht kapi
tale som op.
Dinsdagmiddag werd onder zeer
grote belangstelling in het Ver
enigingsgebouw in het openbaar
geveild de hofstede Plantlust ge
legen aan de Meiwerfweg, in to
taal groot 3 ha 26 are en 10 c.a.,
onderverdeeld in 1 ha en 60 are
weiland en 1 ha 20 are bouwland.
Bij de te voren gehouden inschrij
ving was het hoogst ingeschre
ven door de heer A. I. Brakman
te Oostburg voor het enorme
bedrag van 140.620, waarvan
92.350 voor de hofstede.
Daar geen der ter veiling aan
wezigen een hoger bod deed,
was de heer Brakman daarmede
de eigenaar van het boerderijtje,
waarvan verondersteld werd, dat
hij toestemming heeft verkregen
dit te bestemmen als recreatie
oord.
Vandalisme.
Baldadige handen hebben des
nachts zestien langs de provin
ciale weg staande jonge bomen
afgebroken. Nog meer ergernis
wekt hef- feit, dat het Lieve
Vrouwebeeldje, staande in het
kapelletje op de hoek van de
Zuidweg in de Pauluspolder in
dezelfde nacht tegen de straat
stenen is verbrijzeld.
Vermoed wordt dat beide da»
den van vandalisme zijn ver
richt door dezelfde dader(s). D«
politie heeft de zaak in onder
zoek.