"Woensdag 10 juli 1963
DE VRIJE ZEEUW
Pagina 3
het vereiste of verlangde worden bereikt. Wij
denken hierbij aan de schoolartsendienst; de
tchooltandverzorging; het B.L.O.-onderwijs; de
vuilnisophaaldienst; het ruimen van faecaliën;
het centraal bouw- en woningtoezicht; de be
schuttende werkplaats.
Wij menen dat op dit punt veel bereikt kan
worden en dat het dan alijd nog veel beter is
deze samenwerking te verkiezen boven samen
smelting.
De bereidheid om, waar dit in het werkelijk
en noodzakelijk belang van andere gemeenten
mocht zijn, tot samenwerking te geraken is bij
ons steeds aanwezig geweest en zal ook in de
toekomst onverminderd blijven bestaan, wan
neer daartegenover ook de belangen van de eigen
gemeente worden gewaarborgd.
Helaas hebben wij in het verleden moeten con
stateren, dat bij plannen die het grondgebied
van onze gemeente aangaan, niet altijd de directe
belangen van onze gemeente volledig werden ge
respecteerd.
Zo werd in 1959 door het Architectenbureau
Kuiper, Gouwetor en de Ranitz een tekening ge
maakt, waarop aangegeven werd hoe de grens
Zaamslag/Terneuzen ten opzichte van de kreek
te Othene zou moeten lopen, zonder dat hierover
met het gemeentebestuur van Zaamslag ook maar
met één woord werd gesproken.
Bij het opmaken van een recreatieplan bij de
Otheensekreek in 1961/1962, waarvan het de be
doeling was dit in overleg met de gemeente Ter-
neuzen vast te stellen, is reeds bij het eerste over
leg dat de ontwerper (Stedebouwkundig advies
bureau Schut te Middelburg) hierover had, te
kennen gegeven dat dit plan geen schijn van
kans had. Wanneer in de toekomst de gemeente
Terneuzen daartoe wel in de gelegenheid zou zijn,
achten wij dit een „discriminatie" van een kleine
re gemeente, waartegen wij ten stelligste moeten
protesteren.
Nog onlangs is door het gemeentebestuur een
verzoek gedaan aan de Provinciale Commissie
ter beoordeling van de gemeentelijke uitbrei
dingsplannen in Zeeland te Middelburg om te
weten te komen of toestemming kon worden ver
kregen aan de westzijde van de Otheense Kreek,
op Zaamslags grondgebied, een bungalow te bou
wen.
Bij het antwoord daarop is uitgegaan van de
belangen van de gemeente Terneuzen, zonder
dat ook maar gesproken wordt over de belangen
van de gemeente onze gemeente waarvan
het verzoek was uitgegaan.
Wanneer het zou gaan om te geringe bestuurs
kracht van de gemeente Zaamslag, zoals deze er
nu, wat oppervlakte, inwonertal, financiële toe
stand enz. ligt, dan vragen wij ons toch wel af:
hoe nog kort geleden de nieuwe gemeenten Dui-
veland, Middenschouwen en Westerschouwen
werden gevormd; de eerste met minder, de
andere twee met iets meer inwoners dan onze
gemeente;
hoe ook in de plannen voor de nieuwe her
indeling van Walcheren nog nieuwe gemeen
ten kunnen ontstaan die kleiner dan, of even
groot als onze gemeente zijn;
hoe bij een grenswijziging op Zuid-Beveland
2100 inwoners overbleven van de gemeente
Kloetinge, een gemeente vlak tegenaan Goes
gelegen, en de gemeente toch zelfstandig kon
blijven;
hoe vlak bij de grote en toch wel heel wat be
langrijker havenplaats dan Terneuzen: Rotter
dam, gemeenten als Rozenburg enz. blijven
bestaan, terwijl de gemeente Rotterdam daar
zelfs een groot recreatieschap „De Brielse
Maas" financiert.
Resumerende moeten wij tot de volgende con
clusies komen:
1. de noodzaak van opheffing van de gemeente
Zaamslag en opdeling daarvan over andere
gemeenten is niet urgent;
2. de gemeente Zaamslag heeft een zodanige
grootte, uitgestrektheid, financiële positie,
sarhenstèlling en aard van de bevolking, dat
splitsing over verschillende gemeenten/ophef
fing uitermate ongewenst is en handhaving
van de zelfstandigheid als een dringende
noodzaak moet worden gezien;
3. dat de gemeente te allen tijde bereid is, door
samenspreking, samenspel en samenwerking
met andere gemeenten te trachten tot oplos
sing van moeilijkheden of problemen, welke
die gemeenten mochten hebben, te geraken
4. dat de reacties uit de gemeente wel een zo
danig beeld geven dat een samenvoeging met
de gemeente Terneuzen en/of Axel niet ge
wenst wordt, omdat dit financieel en om
andere redenen alleen maar nadelig voor hen
kan zijn en zij zeker minder dienstbetoon
zullen omvangen dan thans. Dit alles zal aan
leiding kunnen geven tot moeilijkheden en er
zullen zeker geen harmonische eenheden uit
kunnen ontstaan.
aan toevoegen dat het ons ongewenst voorkomt
Zeeuwsch-Vlaanderen, nu bestaande uit 30 ge
meenten, waarvan ongeveer de helft Rooms-
Katholiek en de helft Protestant, op te delen in
11 gemeenten, waarvan 7 Rooms-Katholiek en
4 Protestant.
Wij protesteren dan ook ten sterkste tegen de
voorgenomen plannen, die voor onze gemeente
ten enenmale onaanvaardbaar zijn en wij komen
ook aan het slot van dit verweerschrift tot een
krachtig, maar zeer beslist: Neen."
De Voorzitter geeft hierna het woord aan de
fractie-leiders der diverse partijen.
De heer Florussen (P.v.d.A.): Mijnheer de
Voorzitter. Nu het plan van Ged. Staten tot her
indeling van de gemeenten in Zeeuwsch-Vlaan
deren een feit is, wil ik hierover gaarne mijn
mening zeggen.
In de aanhef van het stuk schrijven Ged.
Staten, dat van vele zijden de wens geuit is, tot
herindeling van de gemeenten in Zeeuwsch-
Vlaanderen.
Wie zijn die velen?
Als ik goed gelezen heb worden drie met name
genoemd en wel de volgende:
le. de vaste Kamercommissie van Binnenland
se Zaken;
2e. de minister van Binnenlandse Zaken;
3e. de minister van Volkshuisvesting en Bouw
nijverheid.
Dit, voorzitter, zijn .dan de velen: één com
missie en twee ministers, die naar ik vermoed,
niet zonder reden door Ged. Staten worden, ge
noemd, gezien de belangrijke, dikwijls beslissen
de stem van commissies en ministers in onze
wetgeving.
Als vierde zou ik er aan toe willen voegen:
enkele gemeenten.
De vaste Kamercommissie voor
Binnenlandse Zaken:
Het moet ons wel van het hart dat wij ons op
dit ogenblik voelen zoals Naboth (zie 1 Koningen
21), die rustig en tevreden zijn leven kon leiden
op een bezit dat hem lief was en waarover hij
zeker ook wel baas kon, zich moet hebben ge
voeld toen hij dit bezit moest afstaan, ook al
werden zijn belangen daardoor miskend en ge
negeerd en al werd zijn levenswerk daardoor
vernietigd.
Wij mogen appeleren op de houding van de
omliggende gemeenten die bij het plan tot op
heffing van onze gemeente betrokken zijn en
wij mogen er op vertrouwen dat zij deze zaak
objectief, naar recht en billijkheid, naar eer en
geweten zullen willen behandelen, daarbij in
praktijk brengend: „Wat gij niet wilt dat U ge
schiedt, doe dat ook aan een ander niet
Niet alleen echter mogen wij appeleren op de
erbij betrokken gemeenten, maar zeker niet in
mindere mate op de houding van het College van
Gedeputeerde Staten, dat deze plannen heeft
ontworpen en verder ook zal behandelen.
Waar wij altijd onder het toezicht van dit Col
lege hebben gestaan om te beoordelen of wij de
belangen van onze gemeente naar behoren be
hartigen en wij ons daaraan, overeenkomstig de
wet, ook steeds gewillig hebben onderworpen,
daar mogen wij nu toch ook verwachten dat wij
de belangen van onze gemeente, die nu op het
spel staan voor de handhaving van onze zelf
standigheid, bij dat College veilig mogen weten.
Wij hebben meerdere malen en in diverse
toonaarden mogen horen dat Zaamslag op een
voorbeeldige wijze wordt bestuurd, dat de finan
ciën gezond zijn en dat het een prettige ge
meente is om mee samen te werken. Wij kunnen
het dan ook niet begrijpen dat er nu plotseling
dergelijke belangrijke beweegredenen schijnen
te zijn die het noodzakelijk maken een zo radi
caal besluit tot opheffing van onze welvarende
gemeente te bevorderen.
De daartoe aangevoerde „argumenten" zijn
ten enenmale onvoldoende en volstrekt te ver
werpen. Zij vertonen trekken van de dictatuur
in de staat, die onrechtmatig in bezit wil stellen
wat rechtens anderen toekomt onder voorgeven
van bevordering van het zgn. algemeen belang
Het geheel van het voorstel ten opzichte van
onze gemeente geeft de indruk, dat onze mooie
plattelandsgemeente moet worden opgeofferd aan
de naar onze mening te hoog opgeschroefde
noodzaak van uitbreiding van de gemeente Ter
neuzen; dat Zaamslag het slachtoffer moet wor
den om de gemeente Axel tevreden te kunnen
stellen voor het verlies van andere delen van
die gemeente en dat een financieel geheel zelf
standige gemeente moet worden opgeofferd gan
twee „noodlijdende" gemeenten.
Men spreekt veel over de belangen van de
streek, maar deze streek wordt ook gevormd
door de inwoners van die streek en door het nu
voorgelegde plan wordt met de belangen van die
mwoners hoegenaamd geen rekening gehouden
ja, deze worden terzijde geschoven.
Als algemene opmerking willen wij hier nog
De minderheid van die commissie was bij de
grenswijziging van Hulst in 1961 van oordeel,
dat een plan tot algehele herziening van de ge
meentelijke grenzen in Oostelijk Zeeuwsch-
Vlaanderen, direct wenselijk en noodzakelijk
was.
De meerderheid vond, dat op langer termijn
een plan kon ontworpen worden.
Dus een Kamércommissie die voor opheffing
van een aantal gemeenten was.
Voorzitter, ik zou deze heren er toch wel na
drukkelijk op willen wijzen, niet al te lichtvaar
dig met de zelfstandigheid van deze, voor het
merendeel financieel kerngezonde gemeenten,
om te springen.
Daar komt nog bij, dat deze heren de aard,
het karakter en de levenswijze nauwelijks of
helemaal niet kennen.
Het lijkt mij gewenst, voorzitter, meer dan
gewone aandacht aan deze commissie te beste
den, gezien de zeer belangrijke taak, die ze in
deze materie is toebedeeld.
De Minister van Binnenlandse Zaken deed de
toezegging een plan tot algehele herziening van
gemeenten in Oost Zeeuwsch-Vlaanderen te
zullen bevorderen.
Het verwondert mij, voorzitter, dat uitgespro
ken deze liberale Minister dat zegt. Dit is in
strijd met zijn politieke overtuiging. Vrijheid
voor ieder en alles, dat is de leus, die de libe
ralen in hun banieren voeren. Maar dat geldt
blijkbaar niet voor de zelfstandigheid van de
kleine gemeenten; die moeten zoveel moge
lijk van de kaart verdwijnen.
Het is ook in strijd met de regeringsverkla
ring. Eén van de punten was immers: decen
tralisatie; decentralisatie waar niets van terecht
is gekomen.
Voor de kleine gemeenten was het woord
centralisatie beter op zijn plaats geweest, want
samenvoegen van gemeenten is een geregeld
verschijnsel geworden.
De Minister van Volkshuisvesting en Bouw
nijverheid beperkt zich in zijn toespraak tot de
kanaalzone.
Volgens deze minister moet de bestuurlijke
indeling in de kanaalzone herzien worden, om
deze aan te passen aan de te verwachten ont
wikkeling in dit gebied.
Een te verwachten ontwikkeling, voorzitter,
niets is dus zeker. Het is een feit dat op het
ogenblik die ontwikkeling gestaag doorgaat,
maar ik sta toch wel erg wantrouwig tegen
over de verwachtingen van deze minister, ge
zien het pover resultaat van zijn beleid in de
afgelopen regeringsperiode.
Gemeenten die vóór herindeling zijn beperken
zich tot enkele. Volgens mij zijn het Terneuzen
en Hulst in Oostelijk, en Oostburg en Breskens
in Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen.
Toen in de laatst gehouden vergadering van
de Provinciale Staten door Ged. Staten bekend
gemaakt werd dat een plan tot herindeling van
de gemeenten in Zeeuwsch-Vlaanderen spoedig
verwacht kon worden, was dat voor bovenge
noemde gemeenten een bijzonder welkome me
dedeling.
De Burgemeester van Terneuzen reageerde er
tenminste direct op, door in zijn nieuwjaarsrede
voor de gemeenteraad, van Terneuzen te zeg
gen, dat ze Terneuzen nu tenminste niet konden
verdenken van overdreven annexatiezucht
Geen overdreven annexatiezucht dus, voor
zitter, maar hoe is het dan te verantwoorden
dat de gemeente Terneuzen reeds in 1959 een
groot uitbreidingsplan heeft laten maken,
waarbij grote stukken grondgebied van de ge
meente Zaamslag, rond de Otheense Kreek al
bij voorbaat in dat plan opgenomen waren.
Dus toch annexatieplannen, Voorzitter?
Dat Terneuzen stedebouwkundige plannen
laat maken is logisch, maar dat het plannen
maakt op een andermans grondgebied en dit
zonder enig contact of onderhoud met het ge
meentebestuur van Zaamslag, is een ongehoor
de brutaliteit.
Ik kan me tenminste niet voorstellen, dat de
ontwerpers van het plan dit op eigen initiatief
gedaan hebben; het moet wel in opdracht en
met medeweten van de gemeente Terneuzen
ontworpen zijn.
Voorzitter, dit is ondemocratisch; een onbe
schaamdheid, die de goede betrekkingen tussen
buurgemeenten niet bevordert. Het komt mij
dan ook voor, dat Terneuzen al enkele jaren
bezig is druk uit te oefenen op de betrokken
overheidsinstanties tot uitbreiding van zijn
grondgebied. En naar het schijnt niet zonder
succes, want het plan tot herindeling is een rea
liteit geworden; het ligt hier voor ons. Zeer
radicaal wordt aan de zelfstandigheid van een
aantal gemeenten een einde gemaakt.
Is deze drastische maatregel, op dit moment
of op langer termijn gezien, nu noodzakelijk. Ik
geloof van niet.
Wat voor redenen worden aangevoerd om
onze gemeente te doen opheffen?
De argumenten die. Ged. Staten hiervoor aan
geven zijn wel bijzonder zwak.
Terneuzen heeft, aldus Ged. Staten, gebiedS'
uitbreiding nodig; uitbreiding van de bebou
wing naar het zuiden is, uit stedebouwkundig
oogpunt bezien, niet gewenst.
In oostelijke richting is het standpunt van de
heren, en daarom moet het waterfront verbreed
worden, en hoe!
Al het grondgebied van onze gemeente, gren
zend aan de Schelde, wordt volgens het plan
bij Terneuzen gevoegd; een lange smalle streep
geografisch gezien, waanzin.
Grote stukken grondgebied rond de Otheense
Krpek komen daar nog bij, zodat heel het wa
'erfront van onze gemeente bij Terneuzen
komt. Wat nog overblijft is voor Axel, dit om
dat Terneuzen ook. in zuidelijke richting alles
wat belangrijk is, en nog belangrijk kan wor
den, aan haar grondgebied toegevoegd krijgt, dit
ten koste van de gemeente Axel.
Voor compensatie krijgt Axel nu het over
schot van Zaamslag toebedeeld, want volgens
Ged, Staten is Zaamslag wat inwonertal betreft
dan te klein geworden om zich als zelfstandige
gemeente te handhaven-.
Levensbeschouwelijk zijn er volgens Ged. Sta
ten geen bezwaren, en de afstand van 6 a 7 km
over een goede weg kan ook geen bezwaar zijn.
En daarmee is de kous voor Ged. Staten af.
dat Zaamslag degradeert tot een gehucht
van Axel;
dat de financiële lasten voor onze inwoners
sterk zullen stijgen;
dat de voorzieningen even sterk zullen dalen
dat men dan voor elke kleinigheid, waar
voor men ten gemeentehuize moet zijn, naar
Axel moet (ondanks de goede verbinding
kost dat tijd en geld)
dit alles speelt voor de heren van Ged. Staten
blijkbaar geen rol van betekenis.
Voorzitter, ik heb voor de zienswijze van Ged.
Staten niet de minste waardering. Onze gemeen
te wordt opgeofferd, enerzijds om de landhon-
ger van Terneuzen te stillen, anderzijds om de
wonden die Axel toegebracht worden, enigszins
te helen.
Voor opheffing van onze gemeente zijn geen
redelijke motieven aan te voeren. De gemeente
is financieel gezond, het verzorgingspeil ligt op
een behoorlijke hoogte, bestuurlijk geen moei
lijkheden.
Aan welke eisen moet men dan nog voldoen
om zelfstandig te blijven?
Voorzitter, wanneer de tijd aanbreekt dat
Terneuzen in moeilijkheden dreigt te komen
met zijn bouwgrond, waar nu nog geen sprake
van is in zuidelijke richting is nog voor ja
ren genoeg dan zijn daar andere wegen voor,
dan met een paar pennestreken Zaamslag v&n
de kaart te vegen.
Ik geloof dat er onzerzijds geen bezwaar kan
bestaan deze moeilijkheden te helpen oplossen
Door gezamenlijk overleg en begrip voor elkan
ders standpunten zijn deze problemen best op
te lossen, zonder dat wij onze zelfstandigheid
daarbij behoeven te verliezen.
Maar Ged. Staten hebben andere gedachten in
hun hoofd: radicaal he tmes er in, en een van
de mooiste en financieel gezondste gemeenten
van- onze provincie bestaat als zelfstandige ge
meente niet meer!
Voorzitter, hier past alleen maar een scherp
protest op de zienswijze van Ged. Staten. Zeker
95 van onze inwoners is tegen opheffing en
moet het dan toch maar gebeuren?
Is dat democratisch, tegen de wil van vrijwel
de gehele bevolking onze gemeente op te hef
fen?
Voorzitter, het lijkt mij meer op dictatuur;
hier wordt geen rekening gehouden met de
wensen .van onze inwoners en die wens is: zelf
standig blijven; niets meer en niets minder,
Voorzitter, dit plan is voor ons onaanvaardbaar.
Er is nóg een argument dat Ged. Staten noe
men en wel het versterken van de centrum
gemeenten. Voorzitter, dit wil niets anders zeg
gen, dan dat de lege portemonnaies van die
centrumgemeenten gevuld moeten worden door
de omliggende kleinere gemeenten, die er prac-
tisch alle financieel gunstig voorstaan.
Voorzitter, is er nog iets opvallends in het
plan, en wel dat Sluis en Aardenburg zelfstan
dig blijven. Voor de betrokken gemeenten bij
zonder aangenaam, maar de argumentatie die
daarvoor wordt aangevoerd, zijn nog zwakker,
dan die voor de opheffing van de andere ge
meenten.
Hier spelen blijkbaar andere motieven een
rol. Ged. Staten vinden het wel een aangename
bezigheid gemeenten op te heffen, zolang hun
eigen woongemeenten er maar niet bij betrok
ken zijn, wat opheffing betreft althans en dat
heeft volgens mij bij het behoud van de zelf
standigheid van Aardenburg mede een rol ge
speeld.
Voorzitter, onze visie wordt gevraagd over
dit plan. Dat is voor mij onaanvaardbaar en ik
twijfel er niet aan: onaanvaardbaar voor Bur
gemeester en wethouders, voor de gehele raad
en voor de gemeente.
Wat rest ons nu nog voorzitter? Niets anders
dan te strijden voor behoud van onze zelfstan
digheid; een lange moeilijke strijd waarschijn
lijk; een strijd die méér dan de mceite waard
is om gestreden te worden, daar het om niets
meer of minder gaat dan ons zelf zijn.
geloof. Voor Hoek geldt dit blijkbaar niet; dat
kan gevoegelijk bij het door en door Roomse
IJzendijke, maar, de woorden zijn niet van ons,
het kan een zo sterke minderheid vormen, die
zich kan doen gelden.
Wat onze gemeente betreft de verbinding met
Axel is voortreffelijk, wat m.i, alleen pleit voor
onze goede wegen die men bekijken mag. Voor
Othene geldt dit schijnbaar niet want, behou
dens de Blikstraat, is er geen slechtere verbin
dingsweg dan OtheneTerneuzen.
Alles samenvattend, meneer de Voorzitter, het
plan in zijn geheel bespreken lijkt ons niet no
dig; het gaat mij in de eerste plaats om eigen
gemeente. Wat inwonertal betreft er zijn ge
noeg kleinere gemeenten; wat bestuurbaarheid
betreft, hebben we bewezen dat we er voor
in staat zijn. De laatste jaren zijn we zeker
maar één jaar noodlijdend geweest door de ons
opgedrongen garantie van het Protestants zie
kenhuis. Onze conclusie is dan ook: neen, maar
dan ook heel kort en krachtig: neen!
Het geheel nogmaals overziende, lijkt ons de
achtergrond van heel deze zaak 't streven naar
een bepaald doel uitgaande van één gezichts
punt Terneuzen en we zullen de laatste zijn om
te beweren dat er voor Terneuzen in de toe
komst geen grote mogelijkheden liggen, maar
waarom kan dan ook onder de rook van Ter
neuzen geen bloeiende, rustige plattelandsge
meente in stand worden gehouden? Is Sluis wat
inwonertal betreft zoveel groter? Zijn er op
Schouwen geen nieuwe gemeenten gecreëerd
die weinig of niet groter zijn dan de onze. Zijn
er voordelen aan verbonden?
Het lijkt me toe, dat onze gemeente wel in de
verdrukking komt. Een burgemeester kan men
onder de 11 miljoen Nederlanders niet voor ons
vinden. Het wordt zo langzamerhand tot een
aanfluiting bijna een jaar burgemeesterloos!
Ik ga er maar een punt achter zetten. Onze
grieven zijn vele, maar wat betreft opdeling van
onze gemeente aan andere, daarop hebben we
maar één antwoord: neen, maar ook alleen
neen!
De heer Faas: Mijnheer de Voorzitter,spre
kende namens onze A. R.-raiadsfractie zal het
wei niemand verwonderen, dat we ten enenmale
afwijzend staan tegenover de plannen zoals die
bij schrijven van 19 april j.l. zijn toegezonden.
Dan wil ik beginnen met in de eerste plaats
uit te spreken dat de manier waarop deze zaak
wereldkundig is gemaakt ons ten zeerste teleur
stelt. Dat de pers deze zaak al bekend kon ma
ken vóór de betrokken gemeenten er iets van
wisten, is iets wat we van overheidsinstanties
of volksvertegenwoordigingen niet verwachten
zouden.
En nu kan men wel inbrengen dat die krant
voorbarig was of die correspondent aan duim-
zuigerij doet, achteraf blijkt toch dat hij er
niet zover naast is geweest; zelfs nogal tame
lijk goed ingelicht was.
Komende tot de zaak zelve kan men niet
anders verwachten dan dat we zeggen dat we
onmogelijk de wenselijkheid of noodzakelijkheid
van opheffing onzer gemeente kunnen inzien
ja sterker, we menen zelfs, dat alles gedaan
moet worden om onze zelfstandigheid te be
houden.
Ik geloof, meneer de Voorzitter, dat ik niet
overdrijf als ik zeg, dat, als ligging, ons dorp
het mooiste is in geheel Oost Zeeuwsch-Vlaah
deren. We menen te mogen stellen dat als we
wat meer vrijheid van handelen kregen onze
gemeente als woongemeente zelfs toekomst
heeft. We hebben het dan ook steeds betreurd
dat ons die gelegenheid onthouden is.
Onze gemeente met zijn mooie dorpskern; zijn
goed onderhouden stratennet kan gerust als
voorbeeld aan anderen gesteld worden. Er is dan
ook euvele moed voor nodig om een zo mooie
gemeente tot buurtschap te degraderen.
En waarom?
Om te komen tot een groot Terneuzen, want
dit schijnt toch wel de achtergrond te zijn van
heel deze affaire. Daarom moet Axel zijn vaar
weg en fabrieken afstaan en Zaamslag zijn
rijke polders en het dichtbevolkte buurtschap
Othene. Dan kan de overblijvende romp van
Zaamslag als troostprijs aan Axel toegewezen
worden, waarmee dan ook deze stad tot agra
risch gebied is gedegradeerd. Niemand in
Zaamslag en in Axel is daar blij mee.
Trouwens de ligging van onze bevolking is
niet Axels. Misschien nog een gevolg van het
feit dat vroeger beide gebieden aparte eilanden
waren.
Het gezegde dat Zaamslag na de voorgestelde
verminking geen leefbaarheid meer bezit klopt
evenzeer als wanneer men een hen de poten en
vleugels afslaat, dan kan de rest gevoegelijk in
de soep gedaan worden!
Wat de motivering van dit alles betreft ,ook
daarop hebben we wel enige bedenkingen.
Terneuzen heeft grondgebied nodig, waarvoor
wordt niet gezegd; voor woningbouw zeker niet.
Men is nog niet vol tot aan Spui en de weste
lijke kanaaloever biedt nog ruimte genoeg.
Trouwens, hoewel ons dat niet dircet aangaat,
één gemeente voor de gehele kanaalzone ware
gewenst, maar kan niet vanwege verschil in
De heer Van Cadsand: Mijnheer de Voorzitter
namens de C. H.-fractie van de raad wil ik
graag enkele dingen zeggen over het plan tot
herindeling van de gemeenten in Zeeuwsch-
Vlaanderen.
Allereerst kan ik mededelen, dat wij ons ge
heel kunnen verenigen met het verweerschrift,
zoals het hier voor ons ligt en zoals het aan
Ged. Staten zal worden toegezonden. Dit stuk
zal straks wel in de openbaarheid komen, maar
het komt mij voor, dat het toch goed is dat er
hier, in deze openbare raadsvergadering, het
een enander over gezegd wordt.
Het heeft ons niet alleen verwonderd, maar
zeer verontwaardigd, dat de pers allereerst met
geruchten over herindeling van de gemeenten
kwam, die naderhand werkelijkheid bleken
te bevatten.
Hoe is het mogelijk, dat eerst de pers en
daarna de gemeente deze zaken ter ore is ge
komen. Is hier mogelijk een lek in de geheime
zaken van het Provinciaal Bestuur geweest of
geeft men de voorkeur aan de pers om zodoende
het grote publiek alvast in kennis te stellen
Deze gedragslijn, hoe ook ontstaan, kan onze
goedkeuring niet hebben.
Wij willen verder inhaken op hetgeen aan het
slot van het verweerschrift wordt gezegd over
het be'ang van de mensen die er bij betrokken
zijn. Er wordt wel gezegd, men moet over deze
zaken niet sentimenteel worden; men moet dit
breed kunnen zien.
We leven tegenwoordig inderdaad „in het
groot" en dat is vaak noodzakelijk. Maar zijn
we daar nu ook altijd zo gelukkig mee Moe
ten niet voorop staan het geluk, de belangen en
de verlangens van de burgers Is het niet een
gelukkige omstandigheid, dat in deze wereld,
waarin zo gejaagd wordt en waarin zenuwin
richtingen steeds meer werk te verzetten krij
gen, ook nog plaatsen zijn waar rust gevonden
kan worden
Dat is nu juist zo typisch het geval op het
zuivere platteland, waar de mensen elkaar nog
kennen; waar ze gevoel voor elkaar kunnen op
brengen en ook nog iets voor de ander willen
zijn. Het wordt misschien niet altijd zo beleefd,
maar daarin kan een stukje christelijk leven in
praktijk worden gebracht.
Gelukkig kunnen we zeggen, dat we hier nog
zo'n gemeenschap hebben. Dat wil beslist niet
zeggen dat we alles bij het oude moeten laten
en al het nieuwe aan ons voorbij moeten laten
gaan. Wij willen van de snelle ontwikkelingen
die er op allerlei gebied zijn, ook graag een
graantje meepikken.
Onze gemeente, met haar eigen agrarisch ka
rakter en aparte rust; kan zich niet aanpassen
bij één der buurgemeenten omreden deze ge
meenten van geheel andere aard en gemeen
schap zijn.
De bevolking onderling en de gemeenschaps
zin zijn bij ons zeer goed te noemen. Dit be
wijst het groeiende en bloeiende verenigings
leven, dat in vele gevallen boven de omliggende
gemeenten uitsteekt. De burgerij staat achter
het gemeentebestuur en omgekeerd doet het ge
meentebestuur al wat in haar vermogen ligt
voor de bevolking.
We hebben hier pas weer een staaltje van
gemeenschapszin en saamhorigheid mogen be
leven, toen op spontane wijze de muziekvereni
ging „onze muziek" werd gehuldigd. Zo
wel van de zijde van de bond als van de zijde
van het gemeentebestuur en van de burgerij
werden geschenken aangeboden, die wel noe
menswaardig zijn.
Eén der ingezetenen van Zaamslag heeft bij
het aanbieden van het geschenk van de bur
gerij gezegd dat dit een staaltje was van ge
meenschapszin, dat toch maar alles is en dat het
wel heel erg zou zijn dat een zo mooie gemeente
als Zaamslag zou moeten worden opgeheven en
verdeeld zou moeten worden onder twee na
burige gemeenten. Dit was een spreekbuis dus
van de bevolking
Zo is het inderdaad, voorzitter, want als
(maar we hopen van harte, dat dit niet zal ge
beuren), het zo zou moeten komen dat Zaam
slag verdeeld zou worden over Axel en Ter
neuzen, dan zou zoiets niet meer mogelijk zijn.
Dan wordt de gemeente verscheurd en verdeeld
over twee gemeenten, die Zaamslag niet anders
zullen zien dan een buurtschap, die van de ta
fel van de groten zo nu en dan ook wel eens
een kruimelke zal krijgen.
Nu kunnen wij onze eigen zaken regelen
maar dan hangt het lot van de burgerij hele
maal af van twee ver van de bevolking levende
lichamen, waarbij wij ons nimmer zullen thuis-
voelen. Nu kunnen wij zelf op al het gevraagde
in onze gemeente zoveel mogelijk tegemoetko
men en er is bijna altijd een oplossing voor te
vinden.
Vooral ook wanneer, zoals in onze gemeente,
de financiën gezond zijn, is dit mogelijk. Als de
gemeente wat meer armslag gelaten werd, zou
het mogelijk zijn meer te doen. Denk b.v. aan
de woningbouw. De gemeente staat machteloos
door de contigentering van de woningen. Er zijn
genoeg mensen, die onze gemeente als woon
plaats willen kiezen, maar de gemeente kan
niets voor hen doen. In 1962: 4 woningen toe
gewezen, waarvoor een veelvoudig aantal lief
hebbers is. In 1963 niets toegewezen. Zo wordt
automatisch de achteruitgang van de gemeente
in de hand gewerkt. Niemand is daar gelukkig
mee: de belanghebbenden, die snakken naar een
woning, niet, de middenstand, die hoofdzakelijk
van de plaatselijke bevolking leeft, niet, en de
aannemers niet. Deze laatste zouden best ieder
jaar wat nieuwe woningen aankunnen, maar
krijgen hiervoor niet de kans. Alles is beperkt
en aan banden gelegd. Als de gemeente Zaam
slag in de gelegenheid zou worden gesteld te
bouwen, zal het inwonertal in enkele jaren ver
dubbeld kunnen worden.
Ook over een eventuele verdeling over twee
gemeenten wil ik verder graag nog iets zeggen.
Dit is funest in ale opzichten. Het zal verwar
rend en moeilijk werken, zoals in het verweer
schrift wordt gezegd. Hoe zal het ooit mogelijk
zijn dat mensen uit Zaamslag zich Axels of Ter-
neuzens zullen voelen
In de naburige gemeente Vogelwaarde heeft
men daar wel voldoende ervaring mee opge
daan. De gemeenten, die zo maar bij elkaar ge
plakt zijn, zijn nooit een eenheid geworden.
Verwacht men dit nu wél, als men een ge
meente met een plattelandsbevolking met een
eigen karakter, zoals onze gemeente, zomaar van
elkaar scheurt en bij andere gemeenten plakt,
die zich toch zo heer'ijk stad voelen!
Laat die gemeenten toch stad blijven en laat
onze gemeente zich zelf mogen ontwikkelen in
de geest en naar de aard van de bevolking, die
toch zo heel verschillende is van die van Ter
neuzen of Axel. Wij passen ten enen male niet
bij elkaar. Wij vragen ons af of het zelfs chris
telijk verantwoord is een gezonde gemeente als
Zaamslag over twee andere gemeenten te ver
delen. Ook deze gemeenten hebben hun chris
telijke bestuurders. Wij hopen dat dit hun, en
ook andere instanties, tot nadenken brengt. Een
spreekwoord zegt: Zo gij niet wilt wat U ge
schiedt, zo doe het ook een ander niet.
Wij zijn het volledig met burgemeester en
wethouders eens dat de argumenten van Ged.
Staten weinig steekhoudend zijn. Men mag over
een goede verbindingsweg met Axel spreken,
dit neemt niet weg de grote bezwaren die er
zijn, om voor elke kleinigheid naar Axel of
Terneuzen te moeten; dit is tijdrovend en kost
baar, afgedacht nog van de nadelige financiële
gevolgen die de burgers zullen lijden.
Zowel het verenigingsleven als de bevolking
zullen door de herindeling hun zelfstandigheid
verliezen en zeer nadelig uit zijn.
Onze gemeente, met haar gezond financieel
beleid, haar goed verzorgde wijken, straten,
pleinen, sport- en speelweide, haar bloeiende
verenigingen liggen ons na aan het hart.
Wij zullen alles in het werk stellen om onze
zelfstandigheid te behouden en onze gemeente
niet te laten op-souperen door naburige ge
meenten, die financieel het hoofd nauwelijks
boven water kunnen houden en die onze ge
meentenaren voor zware lasten zouden stellen.
Wij mogen hier al eens het woord „belasting
verlaging" in de mond nemen, maar wij menen,
dat onze naburige gemeenten daar nog niet aan
toe zijn.
Wél is onze gemeente bereid samen te wer
ken met Terneuzen of Axel, als dat voor de
ontwikkeling nodig mocht zijn, maar wij willen
onszelf blijven.
In dit verband leggen wij nog eens nadruk
kelijk de vinger bij hetgeen in het verweer
schrift op blz. 15 wordt geeegd over het plan
van onze gemeente in het noordwestelijk deel
van de gemeente een uitbreidingsplan tot ont
wikkeling te brengen. Waarom is dit botweg af
gewezen, terwijl nu de uitbreiding van Terneu
zen juist in die richting wordt gedacht. Het is
zelfs de vraag of Terneuzen dit zelf verlangt.
Het woord „discriminatie", dat we in deze tijd
zo vaak horen, is hier wel heel juist op zijn
plaate. Niemand heeft nog bewezen dal Zaam
slag dit niet aankan. Moet een uitbreidingsplan
over het algemeen niet zichzelf dekken en
maakt het dan verschil of gemeente A of ge
meente B dit doet
Tenslotte zit ons ook bijzonder boog het feit,
dat in het plan van Ged. Staten de twee zuiver
Protestantse gemeenten in Oost Zeeuwsch-
Vlaanderen van de kaart zouden moeten ver
dwijnen. Dit is ook „een oudheidkundig en his
torisch gegroeid karakter" van deze streek, zo
als dit als argument gebruikt wordt voor de
handhaving van de zelfstandigheid van de ge
meenten Aardenburg en Sluis.
Moet dus onze gemeente ten koste van in-
dusrie of als compensatie opgeofferd worden?
Neen.
Voorzitter, met de beste wil van de wereld
kunnen wij geen enkel gedegen argument vin
den om in te stemmen met de voorstellen van
Ged. Staten en wij wijzen die dan ook zeer be
slist af in het vertrouwen dat Ged. Staten zul
len willen begrijpen dat wij onszelf willen blij
ven omdat wij houden van de gemeente waarin
wij mogen leven en werken; een gemeente waar
zeker veel perspectief in zit, als ons de kansen
maar worden gegeven.
Wij hopen en verwachten dat ook de burger
bevolking, als het nodig mocht zijn, ten volle
achter ons zal staan.
Wij protesteren tegen de plannen die boven
ons hoofd hangen aangaande de verdeling van
onze gemeente. Daarom nogmaals, herindeling
van onze gemeente: Neen. Wij wlilen zelfstan
dig blijven!
De heer De Feijter (S.G.P.),, mijnheer de Voor
zitter, met verbazing heb ik het schrijven van
G. S. over de herindeling van de gemeenten
in Zeeuwsch-Vlaanderen ontvangen. Daaruit
blijkt dat Zaamslag,
dat reeds in 980 als heerlijkheid werd ge
noemd;
dat in 1648 weer werd herbouwd, nadat het
lange tijd onder water had gestaan, en
dat na de Franse revolutieals zelfstandige
gemeente zijn plaats in ons vaderland kreeg,
zal worden opgeheven en aan twee stukken zal
worden gescheurd door verdelen over de ge
meenten Terneuzen en Axel.
Hieruit spreekt de geest van de tijd dat alles
groot moet worden en dat zal mijns inziens toch
niet lukken, want: wie het kleine niet eert, is
het grote niet weerd.
Groot worden is niet erg als men dat zélf be
reiken kan, maar als het ten koste van ande
ren moet gaan is dat zeer bedenkelijk en te
verwerpen. Ik vind het dan ook bijzonder erg
dat dit voorstel wordt gedaan.
Wij, als welvarende gemeente, moeten worden
overgeleverd aan twee arme gemeenten. Onze
begroting bewijst wel iets anders en dat kan
alleen maar ten goede komen aan onze ingeze
tenen. Door de samenvoeging zal onze bevol
king meer lasten moeten betalen, terwijl de
mensen voor al hua zaken die ze op het ge
meentehuis hebben, gedupeerd zullen worden
doordat ze b.v. van Poonhaven naar Terneuzen
zullen moeten en van Reuzenhoek en 't Veer
naar Axel. Dat zal voor velen bezwarend zijn.
Onze gemeente is een landbouwgemeente. Ze
kon in de afgelopen jaren niet uitgroeien. Dat
is niet de schuld van de gemeente, maar van
hogerhand werd dit kunstmatig in de hand ge
werkt door aan de gemeente geen woningen
toe te wijzen. Als dat wél gebeurd was, en de
plaats en de ruimte is er voor, dan zouden
zeker veel mensen in Zaamslag willen wonen.
Daar zou ook de middenstand van profiteren.
Deze lijdt nu de schade en zal er zeker ook niet
op vooruitgaan als de gemeente Zaamslag over
Axel en Terneuzen wordt verdeeld.
Ik zou hierover nog veel meer kunnen zeggen,
maar ik kan mij gsheel verenigen met het ver
weerschrift zoals dei» zal worden verzonden en
dus zal ik daar niet verder op ingaan.
Ik kan niet begrijpen dat de vader van onze
provincie onze Commissaris der Koningin
onder dit voorstel zijn handtekening kan zet
ten, daar hij verplicht is voor de gemeenten op
te komen. Ik hoop dat onze landbouwgemeen-
ten sterk tegen de voorstellen op zullen komen
zodat we hier een mooie en zelfstandige land
bouwgemeente zullen kunnen houden.
Leve Zaamslag!
(Zie verder pagina 5)