"Woensdag 10 juli 1963 DE VRIJE ZEEUW Pagina 3 het vereiste of verlangde worden bereikt. Wij denken hierbij aan de schoolartsendienst; de tchooltandverzorging; het B.L.O.-onderwijs; de vuilnisophaaldienst; het ruimen van faecaliën; het centraal bouw- en woningtoezicht; de be schuttende werkplaats. Wij menen dat op dit punt veel bereikt kan worden en dat het dan alijd nog veel beter is deze samenwerking te verkiezen boven samen smelting. De bereidheid om, waar dit in het werkelijk en noodzakelijk belang van andere gemeenten mocht zijn, tot samenwerking te geraken is bij ons steeds aanwezig geweest en zal ook in de toekomst onverminderd blijven bestaan, wan neer daartegenover ook de belangen van de eigen gemeente worden gewaarborgd. Helaas hebben wij in het verleden moeten con stateren, dat bij plannen die het grondgebied van onze gemeente aangaan, niet altijd de directe belangen van onze gemeente volledig werden ge respecteerd. Zo werd in 1959 door het Architectenbureau Kuiper, Gouwetor en de Ranitz een tekening ge maakt, waarop aangegeven werd hoe de grens Zaamslag/Terneuzen ten opzichte van de kreek te Othene zou moeten lopen, zonder dat hierover met het gemeentebestuur van Zaamslag ook maar met één woord werd gesproken. Bij het opmaken van een recreatieplan bij de Otheensekreek in 1961/1962, waarvan het de be doeling was dit in overleg met de gemeente Ter- neuzen vast te stellen, is reeds bij het eerste over leg dat de ontwerper (Stedebouwkundig advies bureau Schut te Middelburg) hierover had, te kennen gegeven dat dit plan geen schijn van kans had. Wanneer in de toekomst de gemeente Terneuzen daartoe wel in de gelegenheid zou zijn, achten wij dit een „discriminatie" van een kleine re gemeente, waartegen wij ten stelligste moeten protesteren. Nog onlangs is door het gemeentebestuur een verzoek gedaan aan de Provinciale Commissie ter beoordeling van de gemeentelijke uitbrei dingsplannen in Zeeland te Middelburg om te weten te komen of toestemming kon worden ver kregen aan de westzijde van de Otheense Kreek, op Zaamslags grondgebied, een bungalow te bou wen. Bij het antwoord daarop is uitgegaan van de belangen van de gemeente Terneuzen, zonder dat ook maar gesproken wordt over de belangen van de gemeente onze gemeente waarvan het verzoek was uitgegaan. Wanneer het zou gaan om te geringe bestuurs kracht van de gemeente Zaamslag, zoals deze er nu, wat oppervlakte, inwonertal, financiële toe stand enz. ligt, dan vragen wij ons toch wel af: hoe nog kort geleden de nieuwe gemeenten Dui- veland, Middenschouwen en Westerschouwen werden gevormd; de eerste met minder, de andere twee met iets meer inwoners dan onze gemeente; hoe ook in de plannen voor de nieuwe her indeling van Walcheren nog nieuwe gemeen ten kunnen ontstaan die kleiner dan, of even groot als onze gemeente zijn; hoe bij een grenswijziging op Zuid-Beveland 2100 inwoners overbleven van de gemeente Kloetinge, een gemeente vlak tegenaan Goes gelegen, en de gemeente toch zelfstandig kon blijven; hoe vlak bij de grote en toch wel heel wat be langrijker havenplaats dan Terneuzen: Rotter dam, gemeenten als Rozenburg enz. blijven bestaan, terwijl de gemeente Rotterdam daar zelfs een groot recreatieschap „De Brielse Maas" financiert. Resumerende moeten wij tot de volgende con clusies komen: 1. de noodzaak van opheffing van de gemeente Zaamslag en opdeling daarvan over andere gemeenten is niet urgent; 2. de gemeente Zaamslag heeft een zodanige grootte, uitgestrektheid, financiële positie, sarhenstèlling en aard van de bevolking, dat splitsing over verschillende gemeenten/ophef fing uitermate ongewenst is en handhaving van de zelfstandigheid als een dringende noodzaak moet worden gezien; 3. dat de gemeente te allen tijde bereid is, door samenspreking, samenspel en samenwerking met andere gemeenten te trachten tot oplos sing van moeilijkheden of problemen, welke die gemeenten mochten hebben, te geraken 4. dat de reacties uit de gemeente wel een zo danig beeld geven dat een samenvoeging met de gemeente Terneuzen en/of Axel niet ge wenst wordt, omdat dit financieel en om andere redenen alleen maar nadelig voor hen kan zijn en zij zeker minder dienstbetoon zullen omvangen dan thans. Dit alles zal aan leiding kunnen geven tot moeilijkheden en er zullen zeker geen harmonische eenheden uit kunnen ontstaan. aan toevoegen dat het ons ongewenst voorkomt Zeeuwsch-Vlaanderen, nu bestaande uit 30 ge meenten, waarvan ongeveer de helft Rooms- Katholiek en de helft Protestant, op te delen in 11 gemeenten, waarvan 7 Rooms-Katholiek en 4 Protestant. Wij protesteren dan ook ten sterkste tegen de voorgenomen plannen, die voor onze gemeente ten enenmale onaanvaardbaar zijn en wij komen ook aan het slot van dit verweerschrift tot een krachtig, maar zeer beslist: Neen." De Voorzitter geeft hierna het woord aan de fractie-leiders der diverse partijen. De heer Florussen (P.v.d.A.): Mijnheer de Voorzitter. Nu het plan van Ged. Staten tot her indeling van de gemeenten in Zeeuwsch-Vlaan deren een feit is, wil ik hierover gaarne mijn mening zeggen. In de aanhef van het stuk schrijven Ged. Staten, dat van vele zijden de wens geuit is, tot herindeling van de gemeenten in Zeeuwsch- Vlaanderen. Wie zijn die velen? Als ik goed gelezen heb worden drie met name genoemd en wel de volgende: le. de vaste Kamercommissie van Binnenland se Zaken; 2e. de minister van Binnenlandse Zaken; 3e. de minister van Volkshuisvesting en Bouw nijverheid. Dit, voorzitter, zijn .dan de velen: één com missie en twee ministers, die naar ik vermoed, niet zonder reden door Ged. Staten worden, ge noemd, gezien de belangrijke, dikwijls beslissen de stem van commissies en ministers in onze wetgeving. Als vierde zou ik er aan toe willen voegen: enkele gemeenten. De vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken: Het moet ons wel van het hart dat wij ons op dit ogenblik voelen zoals Naboth (zie 1 Koningen 21), die rustig en tevreden zijn leven kon leiden op een bezit dat hem lief was en waarover hij zeker ook wel baas kon, zich moet hebben ge voeld toen hij dit bezit moest afstaan, ook al werden zijn belangen daardoor miskend en ge negeerd en al werd zijn levenswerk daardoor vernietigd. Wij mogen appeleren op de houding van de omliggende gemeenten die bij het plan tot op heffing van onze gemeente betrokken zijn en wij mogen er op vertrouwen dat zij deze zaak objectief, naar recht en billijkheid, naar eer en geweten zullen willen behandelen, daarbij in praktijk brengend: „Wat gij niet wilt dat U ge schiedt, doe dat ook aan een ander niet Niet alleen echter mogen wij appeleren op de erbij betrokken gemeenten, maar zeker niet in mindere mate op de houding van het College van Gedeputeerde Staten, dat deze plannen heeft ontworpen en verder ook zal behandelen. Waar wij altijd onder het toezicht van dit Col lege hebben gestaan om te beoordelen of wij de belangen van onze gemeente naar behoren be hartigen en wij ons daaraan, overeenkomstig de wet, ook steeds gewillig hebben onderworpen, daar mogen wij nu toch ook verwachten dat wij de belangen van onze gemeente, die nu op het spel staan voor de handhaving van onze zelf standigheid, bij dat College veilig mogen weten. Wij hebben meerdere malen en in diverse toonaarden mogen horen dat Zaamslag op een voorbeeldige wijze wordt bestuurd, dat de finan ciën gezond zijn en dat het een prettige ge meente is om mee samen te werken. Wij kunnen het dan ook niet begrijpen dat er nu plotseling dergelijke belangrijke beweegredenen schijnen te zijn die het noodzakelijk maken een zo radi caal besluit tot opheffing van onze welvarende gemeente te bevorderen. De daartoe aangevoerde „argumenten" zijn ten enenmale onvoldoende en volstrekt te ver werpen. Zij vertonen trekken van de dictatuur in de staat, die onrechtmatig in bezit wil stellen wat rechtens anderen toekomt onder voorgeven van bevordering van het zgn. algemeen belang Het geheel van het voorstel ten opzichte van onze gemeente geeft de indruk, dat onze mooie plattelandsgemeente moet worden opgeofferd aan de naar onze mening te hoog opgeschroefde noodzaak van uitbreiding van de gemeente Ter neuzen; dat Zaamslag het slachtoffer moet wor den om de gemeente Axel tevreden te kunnen stellen voor het verlies van andere delen van die gemeente en dat een financieel geheel zelf standige gemeente moet worden opgeofferd gan twee „noodlijdende" gemeenten. Men spreekt veel over de belangen van de streek, maar deze streek wordt ook gevormd door de inwoners van die streek en door het nu voorgelegde plan wordt met de belangen van die mwoners hoegenaamd geen rekening gehouden ja, deze worden terzijde geschoven. Als algemene opmerking willen wij hier nog De minderheid van die commissie was bij de grenswijziging van Hulst in 1961 van oordeel, dat een plan tot algehele herziening van de ge meentelijke grenzen in Oostelijk Zeeuwsch- Vlaanderen, direct wenselijk en noodzakelijk was. De meerderheid vond, dat op langer termijn een plan kon ontworpen worden. Dus een Kamércommissie die voor opheffing van een aantal gemeenten was. Voorzitter, ik zou deze heren er toch wel na drukkelijk op willen wijzen, niet al te lichtvaar dig met de zelfstandigheid van deze, voor het merendeel financieel kerngezonde gemeenten, om te springen. Daar komt nog bij, dat deze heren de aard, het karakter en de levenswijze nauwelijks of helemaal niet kennen. Het lijkt mij gewenst, voorzitter, meer dan gewone aandacht aan deze commissie te beste den, gezien de zeer belangrijke taak, die ze in deze materie is toebedeeld. De Minister van Binnenlandse Zaken deed de toezegging een plan tot algehele herziening van gemeenten in Oost Zeeuwsch-Vlaanderen te zullen bevorderen. Het verwondert mij, voorzitter, dat uitgespro ken deze liberale Minister dat zegt. Dit is in strijd met zijn politieke overtuiging. Vrijheid voor ieder en alles, dat is de leus, die de libe ralen in hun banieren voeren. Maar dat geldt blijkbaar niet voor de zelfstandigheid van de kleine gemeenten; die moeten zoveel moge lijk van de kaart verdwijnen. Het is ook in strijd met de regeringsverkla ring. Eén van de punten was immers: decen tralisatie; decentralisatie waar niets van terecht is gekomen. Voor de kleine gemeenten was het woord centralisatie beter op zijn plaats geweest, want samenvoegen van gemeenten is een geregeld verschijnsel geworden. De Minister van Volkshuisvesting en Bouw nijverheid beperkt zich in zijn toespraak tot de kanaalzone. Volgens deze minister moet de bestuurlijke indeling in de kanaalzone herzien worden, om deze aan te passen aan de te verwachten ont wikkeling in dit gebied. Een te verwachten ontwikkeling, voorzitter, niets is dus zeker. Het is een feit dat op het ogenblik die ontwikkeling gestaag doorgaat, maar ik sta toch wel erg wantrouwig tegen over de verwachtingen van deze minister, ge zien het pover resultaat van zijn beleid in de afgelopen regeringsperiode. Gemeenten die vóór herindeling zijn beperken zich tot enkele. Volgens mij zijn het Terneuzen en Hulst in Oostelijk, en Oostburg en Breskens in Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen. Toen in de laatst gehouden vergadering van de Provinciale Staten door Ged. Staten bekend gemaakt werd dat een plan tot herindeling van de gemeenten in Zeeuwsch-Vlaanderen spoedig verwacht kon worden, was dat voor bovenge noemde gemeenten een bijzonder welkome me dedeling. De Burgemeester van Terneuzen reageerde er tenminste direct op, door in zijn nieuwjaarsrede voor de gemeenteraad, van Terneuzen te zeg gen, dat ze Terneuzen nu tenminste niet konden verdenken van overdreven annexatiezucht Geen overdreven annexatiezucht dus, voor zitter, maar hoe is het dan te verantwoorden dat de gemeente Terneuzen reeds in 1959 een groot uitbreidingsplan heeft laten maken, waarbij grote stukken grondgebied van de ge meente Zaamslag, rond de Otheense Kreek al bij voorbaat in dat plan opgenomen waren. Dus toch annexatieplannen, Voorzitter? Dat Terneuzen stedebouwkundige plannen laat maken is logisch, maar dat het plannen maakt op een andermans grondgebied en dit zonder enig contact of onderhoud met het ge meentebestuur van Zaamslag, is een ongehoor de brutaliteit. Ik kan me tenminste niet voorstellen, dat de ontwerpers van het plan dit op eigen initiatief gedaan hebben; het moet wel in opdracht en met medeweten van de gemeente Terneuzen ontworpen zijn. Voorzitter, dit is ondemocratisch; een onbe schaamdheid, die de goede betrekkingen tussen buurgemeenten niet bevordert. Het komt mij dan ook voor, dat Terneuzen al enkele jaren bezig is druk uit te oefenen op de betrokken overheidsinstanties tot uitbreiding van zijn grondgebied. En naar het schijnt niet zonder succes, want het plan tot herindeling is een rea liteit geworden; het ligt hier voor ons. Zeer radicaal wordt aan de zelfstandigheid van een aantal gemeenten een einde gemaakt. Is deze drastische maatregel, op dit moment of op langer termijn gezien, nu noodzakelijk. Ik geloof van niet. Wat voor redenen worden aangevoerd om onze gemeente te doen opheffen? De argumenten die. Ged. Staten hiervoor aan geven zijn wel bijzonder zwak. Terneuzen heeft, aldus Ged. Staten, gebiedS' uitbreiding nodig; uitbreiding van de bebou wing naar het zuiden is, uit stedebouwkundig oogpunt bezien, niet gewenst. In oostelijke richting is het standpunt van de heren, en daarom moet het waterfront verbreed worden, en hoe! Al het grondgebied van onze gemeente, gren zend aan de Schelde, wordt volgens het plan bij Terneuzen gevoegd; een lange smalle streep geografisch gezien, waanzin. Grote stukken grondgebied rond de Otheense Krpek komen daar nog bij, zodat heel het wa 'erfront van onze gemeente bij Terneuzen komt. Wat nog overblijft is voor Axel, dit om dat Terneuzen ook. in zuidelijke richting alles wat belangrijk is, en nog belangrijk kan wor den, aan haar grondgebied toegevoegd krijgt, dit ten koste van de gemeente Axel. Voor compensatie krijgt Axel nu het over schot van Zaamslag toebedeeld, want volgens Ged, Staten is Zaamslag wat inwonertal betreft dan te klein geworden om zich als zelfstandige gemeente te handhaven-. Levensbeschouwelijk zijn er volgens Ged. Sta ten geen bezwaren, en de afstand van 6 a 7 km over een goede weg kan ook geen bezwaar zijn. En daarmee is de kous voor Ged. Staten af. dat Zaamslag degradeert tot een gehucht van Axel; dat de financiële lasten voor onze inwoners sterk zullen stijgen; dat de voorzieningen even sterk zullen dalen dat men dan voor elke kleinigheid, waar voor men ten gemeentehuize moet zijn, naar Axel moet (ondanks de goede verbinding kost dat tijd en geld) dit alles speelt voor de heren van Ged. Staten blijkbaar geen rol van betekenis. Voorzitter, ik heb voor de zienswijze van Ged. Staten niet de minste waardering. Onze gemeen te wordt opgeofferd, enerzijds om de landhon- ger van Terneuzen te stillen, anderzijds om de wonden die Axel toegebracht worden, enigszins te helen. Voor opheffing van onze gemeente zijn geen redelijke motieven aan te voeren. De gemeente is financieel gezond, het verzorgingspeil ligt op een behoorlijke hoogte, bestuurlijk geen moei lijkheden. Aan welke eisen moet men dan nog voldoen om zelfstandig te blijven? Voorzitter, wanneer de tijd aanbreekt dat Terneuzen in moeilijkheden dreigt te komen met zijn bouwgrond, waar nu nog geen sprake van is in zuidelijke richting is nog voor ja ren genoeg dan zijn daar andere wegen voor, dan met een paar pennestreken Zaamslag v&n de kaart te vegen. Ik geloof dat er onzerzijds geen bezwaar kan bestaan deze moeilijkheden te helpen oplossen Door gezamenlijk overleg en begrip voor elkan ders standpunten zijn deze problemen best op te lossen, zonder dat wij onze zelfstandigheid daarbij behoeven te verliezen. Maar Ged. Staten hebben andere gedachten in hun hoofd: radicaal he tmes er in, en een van de mooiste en financieel gezondste gemeenten van- onze provincie bestaat als zelfstandige ge meente niet meer! Voorzitter, hier past alleen maar een scherp protest op de zienswijze van Ged. Staten. Zeker 95 van onze inwoners is tegen opheffing en moet het dan toch maar gebeuren? Is dat democratisch, tegen de wil van vrijwel de gehele bevolking onze gemeente op te hef fen? Voorzitter, het lijkt mij meer op dictatuur; hier wordt geen rekening gehouden met de wensen .van onze inwoners en die wens is: zelf standig blijven; niets meer en niets minder, Voorzitter, dit plan is voor ons onaanvaardbaar. Er is nóg een argument dat Ged. Staten noe men en wel het versterken van de centrum gemeenten. Voorzitter, dit wil niets anders zeg gen, dan dat de lege portemonnaies van die centrumgemeenten gevuld moeten worden door de omliggende kleinere gemeenten, die er prac- tisch alle financieel gunstig voorstaan. Voorzitter, is er nog iets opvallends in het plan, en wel dat Sluis en Aardenburg zelfstan dig blijven. Voor de betrokken gemeenten bij zonder aangenaam, maar de argumentatie die daarvoor wordt aangevoerd, zijn nog zwakker, dan die voor de opheffing van de andere ge meenten. Hier spelen blijkbaar andere motieven een rol. Ged. Staten vinden het wel een aangename bezigheid gemeenten op te heffen, zolang hun eigen woongemeenten er maar niet bij betrok ken zijn, wat opheffing betreft althans en dat heeft volgens mij bij het behoud van de zelf standigheid van Aardenburg mede een rol ge speeld. Voorzitter, onze visie wordt gevraagd over dit plan. Dat is voor mij onaanvaardbaar en ik twijfel er niet aan: onaanvaardbaar voor Bur gemeester en wethouders, voor de gehele raad en voor de gemeente. Wat rest ons nu nog voorzitter? Niets anders dan te strijden voor behoud van onze zelfstan digheid; een lange moeilijke strijd waarschijn lijk; een strijd die méér dan de mceite waard is om gestreden te worden, daar het om niets meer of minder gaat dan ons zelf zijn. geloof. Voor Hoek geldt dit blijkbaar niet; dat kan gevoegelijk bij het door en door Roomse IJzendijke, maar, de woorden zijn niet van ons, het kan een zo sterke minderheid vormen, die zich kan doen gelden. Wat onze gemeente betreft de verbinding met Axel is voortreffelijk, wat m.i, alleen pleit voor onze goede wegen die men bekijken mag. Voor Othene geldt dit schijnbaar niet want, behou dens de Blikstraat, is er geen slechtere verbin dingsweg dan OtheneTerneuzen. Alles samenvattend, meneer de Voorzitter, het plan in zijn geheel bespreken lijkt ons niet no dig; het gaat mij in de eerste plaats om eigen gemeente. Wat inwonertal betreft er zijn ge noeg kleinere gemeenten; wat bestuurbaarheid betreft, hebben we bewezen dat we er voor in staat zijn. De laatste jaren zijn we zeker maar één jaar noodlijdend geweest door de ons opgedrongen garantie van het Protestants zie kenhuis. Onze conclusie is dan ook: neen, maar dan ook heel kort en krachtig: neen! Het geheel nogmaals overziende, lijkt ons de achtergrond van heel deze zaak 't streven naar een bepaald doel uitgaande van één gezichts punt Terneuzen en we zullen de laatste zijn om te beweren dat er voor Terneuzen in de toe komst geen grote mogelijkheden liggen, maar waarom kan dan ook onder de rook van Ter neuzen geen bloeiende, rustige plattelandsge meente in stand worden gehouden? Is Sluis wat inwonertal betreft zoveel groter? Zijn er op Schouwen geen nieuwe gemeenten gecreëerd die weinig of niet groter zijn dan de onze. Zijn er voordelen aan verbonden? Het lijkt me toe, dat onze gemeente wel in de verdrukking komt. Een burgemeester kan men onder de 11 miljoen Nederlanders niet voor ons vinden. Het wordt zo langzamerhand tot een aanfluiting bijna een jaar burgemeesterloos! Ik ga er maar een punt achter zetten. Onze grieven zijn vele, maar wat betreft opdeling van onze gemeente aan andere, daarop hebben we maar één antwoord: neen, maar ook alleen neen! De heer Faas: Mijnheer de Voorzitter,spre kende namens onze A. R.-raiadsfractie zal het wei niemand verwonderen, dat we ten enenmale afwijzend staan tegenover de plannen zoals die bij schrijven van 19 april j.l. zijn toegezonden. Dan wil ik beginnen met in de eerste plaats uit te spreken dat de manier waarop deze zaak wereldkundig is gemaakt ons ten zeerste teleur stelt. Dat de pers deze zaak al bekend kon ma ken vóór de betrokken gemeenten er iets van wisten, is iets wat we van overheidsinstanties of volksvertegenwoordigingen niet verwachten zouden. En nu kan men wel inbrengen dat die krant voorbarig was of die correspondent aan duim- zuigerij doet, achteraf blijkt toch dat hij er niet zover naast is geweest; zelfs nogal tame lijk goed ingelicht was. Komende tot de zaak zelve kan men niet anders verwachten dan dat we zeggen dat we onmogelijk de wenselijkheid of noodzakelijkheid van opheffing onzer gemeente kunnen inzien ja sterker, we menen zelfs, dat alles gedaan moet worden om onze zelfstandigheid te be houden. Ik geloof, meneer de Voorzitter, dat ik niet overdrijf als ik zeg, dat, als ligging, ons dorp het mooiste is in geheel Oost Zeeuwsch-Vlaah deren. We menen te mogen stellen dat als we wat meer vrijheid van handelen kregen onze gemeente als woongemeente zelfs toekomst heeft. We hebben het dan ook steeds betreurd dat ons die gelegenheid onthouden is. Onze gemeente met zijn mooie dorpskern; zijn goed onderhouden stratennet kan gerust als voorbeeld aan anderen gesteld worden. Er is dan ook euvele moed voor nodig om een zo mooie gemeente tot buurtschap te degraderen. En waarom? Om te komen tot een groot Terneuzen, want dit schijnt toch wel de achtergrond te zijn van heel deze affaire. Daarom moet Axel zijn vaar weg en fabrieken afstaan en Zaamslag zijn rijke polders en het dichtbevolkte buurtschap Othene. Dan kan de overblijvende romp van Zaamslag als troostprijs aan Axel toegewezen worden, waarmee dan ook deze stad tot agra risch gebied is gedegradeerd. Niemand in Zaamslag en in Axel is daar blij mee. Trouwens de ligging van onze bevolking is niet Axels. Misschien nog een gevolg van het feit dat vroeger beide gebieden aparte eilanden waren. Het gezegde dat Zaamslag na de voorgestelde verminking geen leefbaarheid meer bezit klopt evenzeer als wanneer men een hen de poten en vleugels afslaat, dan kan de rest gevoegelijk in de soep gedaan worden! Wat de motivering van dit alles betreft ,ook daarop hebben we wel enige bedenkingen. Terneuzen heeft grondgebied nodig, waarvoor wordt niet gezegd; voor woningbouw zeker niet. Men is nog niet vol tot aan Spui en de weste lijke kanaaloever biedt nog ruimte genoeg. Trouwens, hoewel ons dat niet dircet aangaat, één gemeente voor de gehele kanaalzone ware gewenst, maar kan niet vanwege verschil in De heer Van Cadsand: Mijnheer de Voorzitter namens de C. H.-fractie van de raad wil ik graag enkele dingen zeggen over het plan tot herindeling van de gemeenten in Zeeuwsch- Vlaanderen. Allereerst kan ik mededelen, dat wij ons ge heel kunnen verenigen met het verweerschrift, zoals het hier voor ons ligt en zoals het aan Ged. Staten zal worden toegezonden. Dit stuk zal straks wel in de openbaarheid komen, maar het komt mij voor, dat het toch goed is dat er hier, in deze openbare raadsvergadering, het een enander over gezegd wordt. Het heeft ons niet alleen verwonderd, maar zeer verontwaardigd, dat de pers allereerst met geruchten over herindeling van de gemeenten kwam, die naderhand werkelijkheid bleken te bevatten. Hoe is het mogelijk, dat eerst de pers en daarna de gemeente deze zaken ter ore is ge komen. Is hier mogelijk een lek in de geheime zaken van het Provinciaal Bestuur geweest of geeft men de voorkeur aan de pers om zodoende het grote publiek alvast in kennis te stellen Deze gedragslijn, hoe ook ontstaan, kan onze goedkeuring niet hebben. Wij willen verder inhaken op hetgeen aan het slot van het verweerschrift wordt gezegd over het be'ang van de mensen die er bij betrokken zijn. Er wordt wel gezegd, men moet over deze zaken niet sentimenteel worden; men moet dit breed kunnen zien. We leven tegenwoordig inderdaad „in het groot" en dat is vaak noodzakelijk. Maar zijn we daar nu ook altijd zo gelukkig mee Moe ten niet voorop staan het geluk, de belangen en de verlangens van de burgers Is het niet een gelukkige omstandigheid, dat in deze wereld, waarin zo gejaagd wordt en waarin zenuwin richtingen steeds meer werk te verzetten krij gen, ook nog plaatsen zijn waar rust gevonden kan worden Dat is nu juist zo typisch het geval op het zuivere platteland, waar de mensen elkaar nog kennen; waar ze gevoel voor elkaar kunnen op brengen en ook nog iets voor de ander willen zijn. Het wordt misschien niet altijd zo beleefd, maar daarin kan een stukje christelijk leven in praktijk worden gebracht. Gelukkig kunnen we zeggen, dat we hier nog zo'n gemeenschap hebben. Dat wil beslist niet zeggen dat we alles bij het oude moeten laten en al het nieuwe aan ons voorbij moeten laten gaan. Wij willen van de snelle ontwikkelingen die er op allerlei gebied zijn, ook graag een graantje meepikken. Onze gemeente, met haar eigen agrarisch ka rakter en aparte rust; kan zich niet aanpassen bij één der buurgemeenten omreden deze ge meenten van geheel andere aard en gemeen schap zijn. De bevolking onderling en de gemeenschaps zin zijn bij ons zeer goed te noemen. Dit be wijst het groeiende en bloeiende verenigings leven, dat in vele gevallen boven de omliggende gemeenten uitsteekt. De burgerij staat achter het gemeentebestuur en omgekeerd doet het ge meentebestuur al wat in haar vermogen ligt voor de bevolking. We hebben hier pas weer een staaltje van gemeenschapszin en saamhorigheid mogen be leven, toen op spontane wijze de muziekvereni ging „onze muziek" werd gehuldigd. Zo wel van de zijde van de bond als van de zijde van het gemeentebestuur en van de burgerij werden geschenken aangeboden, die wel noe menswaardig zijn. Eén der ingezetenen van Zaamslag heeft bij het aanbieden van het geschenk van de bur gerij gezegd dat dit een staaltje was van ge meenschapszin, dat toch maar alles is en dat het wel heel erg zou zijn dat een zo mooie gemeente als Zaamslag zou moeten worden opgeheven en verdeeld zou moeten worden onder twee na burige gemeenten. Dit was een spreekbuis dus van de bevolking Zo is het inderdaad, voorzitter, want als (maar we hopen van harte, dat dit niet zal ge beuren), het zo zou moeten komen dat Zaam slag verdeeld zou worden over Axel en Ter neuzen, dan zou zoiets niet meer mogelijk zijn. Dan wordt de gemeente verscheurd en verdeeld over twee gemeenten, die Zaamslag niet anders zullen zien dan een buurtschap, die van de ta fel van de groten zo nu en dan ook wel eens een kruimelke zal krijgen. Nu kunnen wij onze eigen zaken regelen maar dan hangt het lot van de burgerij hele maal af van twee ver van de bevolking levende lichamen, waarbij wij ons nimmer zullen thuis- voelen. Nu kunnen wij zelf op al het gevraagde in onze gemeente zoveel mogelijk tegemoetko men en er is bijna altijd een oplossing voor te vinden. Vooral ook wanneer, zoals in onze gemeente, de financiën gezond zijn, is dit mogelijk. Als de gemeente wat meer armslag gelaten werd, zou het mogelijk zijn meer te doen. Denk b.v. aan de woningbouw. De gemeente staat machteloos door de contigentering van de woningen. Er zijn genoeg mensen, die onze gemeente als woon plaats willen kiezen, maar de gemeente kan niets voor hen doen. In 1962: 4 woningen toe gewezen, waarvoor een veelvoudig aantal lief hebbers is. In 1963 niets toegewezen. Zo wordt automatisch de achteruitgang van de gemeente in de hand gewerkt. Niemand is daar gelukkig mee: de belanghebbenden, die snakken naar een woning, niet, de middenstand, die hoofdzakelijk van de plaatselijke bevolking leeft, niet, en de aannemers niet. Deze laatste zouden best ieder jaar wat nieuwe woningen aankunnen, maar krijgen hiervoor niet de kans. Alles is beperkt en aan banden gelegd. Als de gemeente Zaam slag in de gelegenheid zou worden gesteld te bouwen, zal het inwonertal in enkele jaren ver dubbeld kunnen worden. Ook over een eventuele verdeling over twee gemeenten wil ik verder graag nog iets zeggen. Dit is funest in ale opzichten. Het zal verwar rend en moeilijk werken, zoals in het verweer schrift wordt gezegd. Hoe zal het ooit mogelijk zijn dat mensen uit Zaamslag zich Axels of Ter- neuzens zullen voelen In de naburige gemeente Vogelwaarde heeft men daar wel voldoende ervaring mee opge daan. De gemeenten, die zo maar bij elkaar ge plakt zijn, zijn nooit een eenheid geworden. Verwacht men dit nu wél, als men een ge meente met een plattelandsbevolking met een eigen karakter, zoals onze gemeente, zomaar van elkaar scheurt en bij andere gemeenten plakt, die zich toch zo heer'ijk stad voelen! Laat die gemeenten toch stad blijven en laat onze gemeente zich zelf mogen ontwikkelen in de geest en naar de aard van de bevolking, die toch zo heel verschillende is van die van Ter neuzen of Axel. Wij passen ten enen male niet bij elkaar. Wij vragen ons af of het zelfs chris telijk verantwoord is een gezonde gemeente als Zaamslag over twee andere gemeenten te ver delen. Ook deze gemeenten hebben hun chris telijke bestuurders. Wij hopen dat dit hun, en ook andere instanties, tot nadenken brengt. Een spreekwoord zegt: Zo gij niet wilt wat U ge schiedt, zo doe het ook een ander niet. Wij zijn het volledig met burgemeester en wethouders eens dat de argumenten van Ged. Staten weinig steekhoudend zijn. Men mag over een goede verbindingsweg met Axel spreken, dit neemt niet weg de grote bezwaren die er zijn, om voor elke kleinigheid naar Axel of Terneuzen te moeten; dit is tijdrovend en kost baar, afgedacht nog van de nadelige financiële gevolgen die de burgers zullen lijden. Zowel het verenigingsleven als de bevolking zullen door de herindeling hun zelfstandigheid verliezen en zeer nadelig uit zijn. Onze gemeente, met haar gezond financieel beleid, haar goed verzorgde wijken, straten, pleinen, sport- en speelweide, haar bloeiende verenigingen liggen ons na aan het hart. Wij zullen alles in het werk stellen om onze zelfstandigheid te behouden en onze gemeente niet te laten op-souperen door naburige ge meenten, die financieel het hoofd nauwelijks boven water kunnen houden en die onze ge meentenaren voor zware lasten zouden stellen. Wij mogen hier al eens het woord „belasting verlaging" in de mond nemen, maar wij menen, dat onze naburige gemeenten daar nog niet aan toe zijn. Wél is onze gemeente bereid samen te wer ken met Terneuzen of Axel, als dat voor de ontwikkeling nodig mocht zijn, maar wij willen onszelf blijven. In dit verband leggen wij nog eens nadruk kelijk de vinger bij hetgeen in het verweer schrift op blz. 15 wordt geeegd over het plan van onze gemeente in het noordwestelijk deel van de gemeente een uitbreidingsplan tot ont wikkeling te brengen. Waarom is dit botweg af gewezen, terwijl nu de uitbreiding van Terneu zen juist in die richting wordt gedacht. Het is zelfs de vraag of Terneuzen dit zelf verlangt. Het woord „discriminatie", dat we in deze tijd zo vaak horen, is hier wel heel juist op zijn plaate. Niemand heeft nog bewezen dal Zaam slag dit niet aankan. Moet een uitbreidingsplan over het algemeen niet zichzelf dekken en maakt het dan verschil of gemeente A of ge meente B dit doet Tenslotte zit ons ook bijzonder boog het feit, dat in het plan van Ged. Staten de twee zuiver Protestantse gemeenten in Oost Zeeuwsch- Vlaanderen van de kaart zouden moeten ver dwijnen. Dit is ook „een oudheidkundig en his torisch gegroeid karakter" van deze streek, zo als dit als argument gebruikt wordt voor de handhaving van de zelfstandigheid van de ge meenten Aardenburg en Sluis. Moet dus onze gemeente ten koste van in- dusrie of als compensatie opgeofferd worden? Neen. Voorzitter, met de beste wil van de wereld kunnen wij geen enkel gedegen argument vin den om in te stemmen met de voorstellen van Ged. Staten en wij wijzen die dan ook zeer be slist af in het vertrouwen dat Ged. Staten zul len willen begrijpen dat wij onszelf willen blij ven omdat wij houden van de gemeente waarin wij mogen leven en werken; een gemeente waar zeker veel perspectief in zit, als ons de kansen maar worden gegeven. Wij hopen en verwachten dat ook de burger bevolking, als het nodig mocht zijn, ten volle achter ons zal staan. Wij protesteren tegen de plannen die boven ons hoofd hangen aangaande de verdeling van onze gemeente. Daarom nogmaals, herindeling van onze gemeente: Neen. Wij wlilen zelfstan dig blijven! De heer De Feijter (S.G.P.),, mijnheer de Voor zitter, met verbazing heb ik het schrijven van G. S. over de herindeling van de gemeenten in Zeeuwsch-Vlaanderen ontvangen. Daaruit blijkt dat Zaamslag, dat reeds in 980 als heerlijkheid werd ge noemd; dat in 1648 weer werd herbouwd, nadat het lange tijd onder water had gestaan, en dat na de Franse revolutieals zelfstandige gemeente zijn plaats in ons vaderland kreeg, zal worden opgeheven en aan twee stukken zal worden gescheurd door verdelen over de ge meenten Terneuzen en Axel. Hieruit spreekt de geest van de tijd dat alles groot moet worden en dat zal mijns inziens toch niet lukken, want: wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd. Groot worden is niet erg als men dat zélf be reiken kan, maar als het ten koste van ande ren moet gaan is dat zeer bedenkelijk en te verwerpen. Ik vind het dan ook bijzonder erg dat dit voorstel wordt gedaan. Wij, als welvarende gemeente, moeten worden overgeleverd aan twee arme gemeenten. Onze begroting bewijst wel iets anders en dat kan alleen maar ten goede komen aan onze ingeze tenen. Door de samenvoeging zal onze bevol king meer lasten moeten betalen, terwijl de mensen voor al hua zaken die ze op het ge meentehuis hebben, gedupeerd zullen worden doordat ze b.v. van Poonhaven naar Terneuzen zullen moeten en van Reuzenhoek en 't Veer naar Axel. Dat zal voor velen bezwarend zijn. Onze gemeente is een landbouwgemeente. Ze kon in de afgelopen jaren niet uitgroeien. Dat is niet de schuld van de gemeente, maar van hogerhand werd dit kunstmatig in de hand ge werkt door aan de gemeente geen woningen toe te wijzen. Als dat wél gebeurd was, en de plaats en de ruimte is er voor, dan zouden zeker veel mensen in Zaamslag willen wonen. Daar zou ook de middenstand van profiteren. Deze lijdt nu de schade en zal er zeker ook niet op vooruitgaan als de gemeente Zaamslag over Axel en Terneuzen wordt verdeeld. Ik zou hierover nog veel meer kunnen zeggen, maar ik kan mij gsheel verenigen met het ver weerschrift zoals dei» zal worden verzonden en dus zal ik daar niet verder op ingaan. Ik kan niet begrijpen dat de vader van onze provincie onze Commissaris der Koningin onder dit voorstel zijn handtekening kan zet ten, daar hij verplicht is voor de gemeenten op te komen. Ik hoop dat onze landbouwgemeen- ten sterk tegen de voorstellen op zullen komen zodat we hier een mooie en zelfstandige land bouwgemeente zullen kunnen houden. Leve Zaamslag! (Zie verder pagina 5)

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1963 | | pagina 3